Nederlanders durven nauwelijks te beleggen
Ondanks de historisch lage spaarrente durft het leeuwendeel van Nederlandse huishoudens niet te beleggen. Slechts 23 procent van ruim 2.000 ondervraagde huishoudens blijkt te beleggen in aandelen en/of obligaties.
Angst voor de risico’s en twijfels over de adviseurs zijn de meest gehoorde redenen om af te zien van beleggen en te kiezen voor de klassieke spaarrekening.
“Deze Nederlandse spaardrang wordt stilaan een dure traditie”, aldus de Tilburgse econoom Dirk Brounen. “Doordat de overheid zich steeds verder terugtrekt uit onze zorg, ons pensioen, ons onderwijs en onze woningmarkt, wordt het steeds belangrijker om een eigen verstandige financiële planning te maken. Met zijn allen sparen we momenteel ruim 336 miljard euro tegen een rentestand van bijna nul, maar dat gaat ons niet altijd helpen aan voldoende eigen middelen die we straks moeten gaan inzetten om onze dromen te verzilveren.”
Om een goed beeld te krijgen van onze geldzaken bestudeerde Brounen het spaar- en beleggingsgedrag van Nederlanders op basis van een groot steekproefonderzoek (The DNB Household Survey van Centerdata). Hierin worden ruim 2000 Nederlandse huishoudens regelmatig ondervraagd over de psychologische en economische aspecten van hun financiële keuzes.
“Alle cijfers laten zien dat op langere termijn beleggen meer oplevert dan alleen maar sparen. Zeker wanneer je voor later geld opzij wilt leggen, dan is beleggen een goed alternatief, zeker nu de spaarrente het nulpunt is genaderd”, aldus Brounen.
Maar onder de spaarders vallen drie zaken op. Zij hebben een drievoudig gebrek aan vertrouwen. Zo vertrouwen zij niet op hun eigen financiële kennis, in tegenstelling tot beleggers die beschikken over aanzienlijk meer financieel zelfvertrouwen. Ook is er onder spaarders weinig vertrouwen in financieel adviseurs, een beroepsgroep die nog vaak wordt geassocieerd met woekerpolissen en hoge kosten. Bovendien vrezen spaarders de onzekerheid van de toekomst. Zij zijn overtuigde risicomijders en vertrouwen daarom niet op de gunstige gemiddelden van aandelen en obligaties.
Angst voor de risico’s en twijfels over de adviseurs zijn de meest gehoorde redenen om af te zien van beleggen en te kiezen voor de klassieke spaarrekening.
“Deze Nederlandse spaardrang wordt stilaan een dure traditie”, aldus de Tilburgse econoom Dirk Brounen. “Doordat de overheid zich steeds verder terugtrekt uit onze zorg, ons pensioen, ons onderwijs en onze woningmarkt, wordt het steeds belangrijker om een eigen verstandige financiële planning te maken. Met zijn allen sparen we momenteel ruim 336 miljard euro tegen een rentestand van bijna nul, maar dat gaat ons niet altijd helpen aan voldoende eigen middelen die we straks moeten gaan inzetten om onze dromen te verzilveren.”
Om een goed beeld te krijgen van onze geldzaken bestudeerde Brounen het spaar- en beleggingsgedrag van Nederlanders op basis van een groot steekproefonderzoek (The DNB Household Survey van Centerdata). Hierin worden ruim 2000 Nederlandse huishoudens regelmatig ondervraagd over de psychologische en economische aspecten van hun financiële keuzes.
“Alle cijfers laten zien dat op langere termijn beleggen meer oplevert dan alleen maar sparen. Zeker wanneer je voor later geld opzij wilt leggen, dan is beleggen een goed alternatief, zeker nu de spaarrente het nulpunt is genaderd”, aldus Brounen.
Maar onder de spaarders vallen drie zaken op. Zij hebben een drievoudig gebrek aan vertrouwen. Zo vertrouwen zij niet op hun eigen financiële kennis, in tegenstelling tot beleggers die beschikken over aanzienlijk meer financieel zelfvertrouwen. Ook is er onder spaarders weinig vertrouwen in financieel adviseurs, een beroepsgroep die nog vaak wordt geassocieerd met woekerpolissen en hoge kosten. Bovendien vrezen spaarders de onzekerheid van de toekomst. Zij zijn overtuigde risicomijders en vertrouwen daarom niet op de gunstige gemiddelden van aandelen en obligaties.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.