'Wegwuiven kritiek houding verzekeraars rondom letselschade onterecht'
Uit onderzoek van ASP naar de afhandeling van letselschadezaken, blijkt dat 75 procent van de ondervraagde letselschadeadvocaten ontevreden is over de wijze waarop hun letselschadedossier door verzekeraar Achmea wordt behandeld. ASP vindt het dan ook opmerkelijk dat demissionair minister Blok van Veiligheid en Justitie onlangs meldde tevreden te zijn over de afwikkeling van letselschadezaken door verzekeraars. De minister stelde in een antwoord op Kamervragen van SP-kamerlid Van Nispen dat de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) naar behoren functioneert.
Volgens ASP gaat het in 90 procent van de letselschadezaken echter niet goed. Zo komt uit het onderzoek naar voren dat er in totaal 15 klachten bij de verzekeraar zijn ingediend, waarvan slechts 4 klachten naar tevredenheid zijn afgewikkeld. Het onderzoek werd uitgevoerd onder 145 ASP-leden die slachtoffers in letselschadeprocedures bijstaan. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten besteedde tv-programma Eén Vandaag aandacht aan het onderwerp, waarna politicus Van Nispen de betreffende Kamervragen stelde. Hoewel Blok tevreden is, heeft hij aangegeven de vermeende hardere opstelling door verzekeraars aan te kaarten bij de Letselschaderaad. ASP vindt het merkwaardig dat alleen de Letselschaderaad en enkele andere partijen worden benaderd, terwijl ASP de aangewezen partij is om nadere informatie bij in te winnen. Het is onduidelijk waarom dit niet gebeurt.
Volgens ASP is er nog veel werk aan de winkel voor de verzekeraars. Het vertrouwen van het letselschadeslachtoffer in een deugdelijke afwikkeling van letselschadezaken moet worden herwonnen. Zo zouden letselschadeslachtoffers volgens SP-kamerlid ook te maken hebben met meer bureaucratie en langere wachttijden door de afkoop van het regresrecht voor de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo). Die onbedoelde gevolgen zijn volgens de politicus in strijd met het aansprakelijkheidsrecht en de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). In de gedragscode zijn tien gedragsregels en een medische paragraaf opgenomen. De gedragscode is in het leven geroepen om een transparante en snelle afhandeling van letselschade te bevorderen. Hierbij moet het slachtoffer centraal staan. Volgens zowel ASP als Van Nispen is dit nog niet het geval.
Een voorbeeld op het vlak van het regresrecht zijn de recente problemen rondom Wmo-aanvragen door letselschadeslachtoffers. Voor de aanvragen van huishoudelijke hulp en aanpassingen in woning, zoals trapliften, verwijst de verzekeraar sinds de invoering van het regres in 2017 naar de gemeente voor voorzieningen. Een dergelijke aanvraag zorgt echter voor vertraging en is in lang niet alle gevallen mogelijk. Dat terwijl de verzekeraar verantwoordelijk is voor de schade die door haar verzekerde is veroorzaakt. Staatssecretaris Van Rijn stelt dat er geen strijd met de geldende regels is. Maar daarmee is het probleem voor slachtoffers niet opgelost. Volgens ASP blijven slachtoffers in de kou staan, doordat verzekeraars het laten afweten en simpelweg naar de gemeente verwijzen om de schade daar te verhalen.
Volgens ASP gaat het in 90 procent van de letselschadezaken echter niet goed. Zo komt uit het onderzoek naar voren dat er in totaal 15 klachten bij de verzekeraar zijn ingediend, waarvan slechts 4 klachten naar tevredenheid zijn afgewikkeld. Het onderzoek werd uitgevoerd onder 145 ASP-leden die slachtoffers in letselschadeprocedures bijstaan. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten besteedde tv-programma Eén Vandaag aandacht aan het onderwerp, waarna politicus Van Nispen de betreffende Kamervragen stelde. Hoewel Blok tevreden is, heeft hij aangegeven de vermeende hardere opstelling door verzekeraars aan te kaarten bij de Letselschaderaad. ASP vindt het merkwaardig dat alleen de Letselschaderaad en enkele andere partijen worden benaderd, terwijl ASP de aangewezen partij is om nadere informatie bij in te winnen. Het is onduidelijk waarom dit niet gebeurt.
Volgens ASP is er nog veel werk aan de winkel voor de verzekeraars. Het vertrouwen van het letselschadeslachtoffer in een deugdelijke afwikkeling van letselschadezaken moet worden herwonnen. Zo zouden letselschadeslachtoffers volgens SP-kamerlid ook te maken hebben met meer bureaucratie en langere wachttijden door de afkoop van het regresrecht voor de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo). Die onbedoelde gevolgen zijn volgens de politicus in strijd met het aansprakelijkheidsrecht en de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). In de gedragscode zijn tien gedragsregels en een medische paragraaf opgenomen. De gedragscode is in het leven geroepen om een transparante en snelle afhandeling van letselschade te bevorderen. Hierbij moet het slachtoffer centraal staan. Volgens zowel ASP als Van Nispen is dit nog niet het geval.
Een voorbeeld op het vlak van het regresrecht zijn de recente problemen rondom Wmo-aanvragen door letselschadeslachtoffers. Voor de aanvragen van huishoudelijke hulp en aanpassingen in woning, zoals trapliften, verwijst de verzekeraar sinds de invoering van het regres in 2017 naar de gemeente voor voorzieningen. Een dergelijke aanvraag zorgt echter voor vertraging en is in lang niet alle gevallen mogelijk. Dat terwijl de verzekeraar verantwoordelijk is voor de schade die door haar verzekerde is veroorzaakt. Staatssecretaris Van Rijn stelt dat er geen strijd met de geldende regels is. Maar daarmee is het probleem voor slachtoffers niet opgelost. Volgens ASP blijven slachtoffers in de kou staan, doordat verzekeraars het laten afweten en simpelweg naar de gemeente verwijzen om de schade daar te verhalen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.