De Nederlandsche Bank (DNB) verwelkomt het deze week verschenen rapport ‘Toezicht op banken in Nederland’ van de Algemene Rekenkamer (ARK), waarin verslag wordt gedaan van een onderzoek naar het DNB-toezicht op de middelgrote en kleine banken in Nederland.
De ARK concludeert in het rapport dat het DNB-toezicht goed is opgezet en dat de uitvoering van het toezicht intensief en streng is. Daarbij doet de ARK nuttige aanbevelingen om interne werkprocessen verder te versterken en om de bestaande afspraken over informatiedeling en samenwerking met het Ministerie te actualiseren. Ook kunnen stappen worden gezet om de transparantie te vergroten over de kapitaal- en liquiditeitseisen die DNB aan middelgrote en kleine banken oplegt.
Het onderzoek van de ARK had betrekking op het toezicht van DNB op de middelgrote en kleine banken. Dit betreft de zogenoemde minder-significante banken waarvan de coördinatie van het toezicht bij DNB berust en niet bij de Europese Centrale Bank die als centrum van het gemeenschappelijk Europees bankentoezicht, het SSM, het toezicht op de grote banken regelt.
Bij haar onderzoek heeft de ARK, conform haar mandaat en de daarvoor geldende wet- en regelgeving, toegang gehad tot toezichtvertrouwelijke informatie en zich een breed beeld kunnen vormen van de procedures binnen DNB door interne werkprocessen te beoordelen en gesprekken te voeren met medewerkers van DNB en met onder toezicht staande instellingen.
In haar reactie op het rapport, die als bijlage is opgenomen in het rapport, stelt DNB vast dat Nederland –zeker ook in internationaal verband– beschikt over een grote financiële sector met belangrijke middelgrote en kleine instellingen. Intensief toezicht is van groot belang voor het waarborgen van de financiële stabiliteit. DNB houdt in haar toezicht rekening met aard en omvang van de onder toezicht staande instellingen. Bij het vaststellen van kapitaal- en liquiditeitseisen sluit DNB aan op het specifieke risicoprofiel voortvloeiend uit de activiteiten die een bank uitoefent.
Met de inwerkingtreding van het SSM in 2014 is een belangrijke stap gezet in de internationale harmonisatie van regelgeving en toezicht. Nu de transitieperiode grotendeels is afgerond, ontstaan steeds meer vaste werkprocessen. DNB zal –in lijn met de aanbevelingen van de ARK- extra aandacht besteden aan het verder versterken en vastleggen van deze processen en daarbij ook de transparantie in het proces voor de onder toezicht staande instellingen vergroten en nadrukkelijk toelichten hoe de kapitaal- en liquiditeitseisen tot stand komen.
Voor wat betreft de samenwerking met het Ministerie van Financiën stelt DNB dat zij een zelfstandig bestuursorgaan is. De uitoefening van het toezicht is daarmee bewust op afstand geplaatst. Dit is een belangrijke basis van het toezichtmodel, die in lijn is met internationaal erkende standaarden en een belangrijke basis vormt voor effectief en onafhankelijk toezicht. Om op adequate wijze invulling te geven aan deze verantwoordelijkheid zijn duidelijke afspraken gemaakt over regulier overleg, nauwe samenwerking en tijdige informatie-uitwisseling. Deze afspraken functioneren goed en zullen geactualiseerd worden naar aanleiding van de oprichting van het SSM en de resolutie-autoriteit.
De komst van het SSM beïnvloedt mogelijk de huidige afspraken en wettelijke de mogelijkheden van de ARK om informatie op te vragen. DNB hecht veel belang aan het afleggen van verantwoording over haar toezicht en zal zich ertoe inspannen dat vergelijkbare onderzoeken van de ARK dan wel de Europese Rekenkamer, ook in de toekomst uitgevoerd kunnen blijven worden.
De ARK concludeert in het rapport dat het DNB-toezicht goed is opgezet en dat de uitvoering van het toezicht intensief en streng is. Daarbij doet de ARK nuttige aanbevelingen om interne werkprocessen verder te versterken en om de bestaande afspraken over informatiedeling en samenwerking met het Ministerie te actualiseren. Ook kunnen stappen worden gezet om de transparantie te vergroten over de kapitaal- en liquiditeitseisen die DNB aan middelgrote en kleine banken oplegt.
Het onderzoek van de ARK had betrekking op het toezicht van DNB op de middelgrote en kleine banken. Dit betreft de zogenoemde minder-significante banken waarvan de coördinatie van het toezicht bij DNB berust en niet bij de Europese Centrale Bank die als centrum van het gemeenschappelijk Europees bankentoezicht, het SSM, het toezicht op de grote banken regelt.
Bij haar onderzoek heeft de ARK, conform haar mandaat en de daarvoor geldende wet- en regelgeving, toegang gehad tot toezichtvertrouwelijke informatie en zich een breed beeld kunnen vormen van de procedures binnen DNB door interne werkprocessen te beoordelen en gesprekken te voeren met medewerkers van DNB en met onder toezicht staande instellingen.
In haar reactie op het rapport, die als bijlage is opgenomen in het rapport, stelt DNB vast dat Nederland –zeker ook in internationaal verband– beschikt over een grote financiële sector met belangrijke middelgrote en kleine instellingen. Intensief toezicht is van groot belang voor het waarborgen van de financiële stabiliteit. DNB houdt in haar toezicht rekening met aard en omvang van de onder toezicht staande instellingen. Bij het vaststellen van kapitaal- en liquiditeitseisen sluit DNB aan op het specifieke risicoprofiel voortvloeiend uit de activiteiten die een bank uitoefent.
Met de inwerkingtreding van het SSM in 2014 is een belangrijke stap gezet in de internationale harmonisatie van regelgeving en toezicht. Nu de transitieperiode grotendeels is afgerond, ontstaan steeds meer vaste werkprocessen. DNB zal –in lijn met de aanbevelingen van de ARK- extra aandacht besteden aan het verder versterken en vastleggen van deze processen en daarbij ook de transparantie in het proces voor de onder toezicht staande instellingen vergroten en nadrukkelijk toelichten hoe de kapitaal- en liquiditeitseisen tot stand komen.
Voor wat betreft de samenwerking met het Ministerie van Financiën stelt DNB dat zij een zelfstandig bestuursorgaan is. De uitoefening van het toezicht is daarmee bewust op afstand geplaatst. Dit is een belangrijke basis van het toezichtmodel, die in lijn is met internationaal erkende standaarden en een belangrijke basis vormt voor effectief en onafhankelijk toezicht. Om op adequate wijze invulling te geven aan deze verantwoordelijkheid zijn duidelijke afspraken gemaakt over regulier overleg, nauwe samenwerking en tijdige informatie-uitwisseling. Deze afspraken functioneren goed en zullen geactualiseerd worden naar aanleiding van de oprichting van het SSM en de resolutie-autoriteit.
De komst van het SSM beïnvloedt mogelijk de huidige afspraken en wettelijke de mogelijkheden van de ARK om informatie op te vragen. DNB hecht veel belang aan het afleggen van verantwoording over haar toezicht en zal zich ertoe inspannen dat vergelijkbare onderzoeken van de ARK dan wel de Europese Rekenkamer, ook in de toekomst uitgevoerd kunnen blijven worden.