dinsdag 31 oktober 2017

Otly en Centraal Beheer lanceren Zakgeld Starterkit op Wereldspaardag


Vandaag, op Wereldspaardag, lanceren Otly en Centraal Beheer de Zakgeld Starterkit. Dit online platform helpt ouders en kinderen om op een leuke en leerzame manier over geldzaken te praten.

Sinds 1924 wordt op Wereldspaardag aandacht gevraagd voor het belang van sparen. Wereldwijd stimuleren allerlei partijen mensen om een spaarpot op te bouwen. Voor kinderen is aandacht voor sparen extra belangrijk, weet Vedran Vego, mede-oprichter van Otly. “Zo blijkt uit onderzoek van het Nibud dat volwassenen die als kind geleerd hebben met geld om te gaan, later minder vaak financiële problemen hebben”.

Om ouders en kinderen te helpen met de financiële opvoeding, ontwikkelden Otly en Centraal Beheer de Zakgeld Starterkit. Marteyn Roose, directeur bij Centraal Beheer: ”Er is op internet al veel informatie te vinden over zakgeld en sparen. Maar die is niet gericht op het gesprek daarover met kinderen. Wij vinden het belangrijk dat ouders en kinderen over geld praten. Zodat het onderwerp voor beiden echt gaat leven. Daar kun je wat ons betreft niet vroeg genoeg mee beginnen.”


ING opent fintechfonds met 300 miljoen euro

ING lanceert een nieuw investeringsfonds onder de naam ING Ventures om daarmee in fintechbedrijven te participeren. Bij aanvang bevat het 300 miljoen euro aan beschikbaar kapitaal. Het initiatief formaliseert het fintechbeleid van afgelopen drie jaar. Daarbij sloot de bank samenwerkingsverbanden met voor zijn werkveld relevante partijen. Dat leidde tot 115 strategische samenwerkingsverbanden en investeringen. Nu wordt er een apart investeringsvehikel met budget voor opgericht om dat beleid te intensiveren.

‘Compenseer de BTW-pijn door gerichte maatregelen in de regio’

Het nieuwe regeerakkoord zorgt dat burgers en ondernemers er stevig op vooruit gaan door lastenverlichting. Tegelijkertijd gaan sommige ondernemers naar verwachting wel pijnlijke effecten ondervinden van de BTW-verhoging naar 9 procent. Dit effect zal vooral worden gevoeld in middelgrote steden -met leeglopende stadscentra- en de krimp- en grensregio’s. Afgelopen week bleek nog dat afgelopen jaar in 45 procent van de gemeenten de leegstand van winkelcentra weer verder is toegenomen.

Verhoging van de BTW is in deze gebieden met dalende koopkracht en scherpe concurrentie een extra dreun en maakt stadscentra nog minder attractief. Daarom pleit VNO-NCW voor een aantrekkelijk compensatiepakket dat de nadelige consequenties kan wegnemen en leidt tot gerichte publiek-private maatregelen die ondernemers in de regio weer vooruit helpen en regio’s en stadscentra weer laten bruisen.

Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW: ‘In het regeerakkoord is een post opgenomen van 900 mln. euro ‘voor de aanpak van regionale knelpunten’. Door zo’n 200 mln. euro in te zetten voor regiodeals kunnen gemeenten en ondernemers van getroffen sectoren (winkels, horeca, cultuur, recreatie etc) worden ondersteund om hun stadscentrum of gebied weer onderscheidend en aantrekkelijker te maken. Door binnen- en buitenlandse toeristen aan te trekken ontlasten we bovendien overvolle steden, en creëren we extra omzet in die gebieden.’

Als het geld slim en gericht wordt ingezet voor de beste plannen kan het volgens VNO-NCW publiek-privaat veel energie losmaken in regio’s en grotere investeringen uitlokken. Ook geeft het plan het kabinet de mogelijkheid om invulling te geven aan de in het regeerakkoord genoemde “deals” met decentrale overheden om regionale kansen te benutten.

Enkele gerichte aanvullende fiscale maatregelen kunnen de pijn van de btw-verhoging in specifieke sectoren verder verzachten volgens VNO-NCW. Zo kan de timing van de lastenverlichting naar voren worden gehaald in de tijd.

DEGIRO schrapt transactiekosten voor populaire hefboomproducten

DEGIRO past de transactiekosten aan op hefboomproducten binnen de kernselectie. Per 1 november zal het oude tarief van 1 euro per transactie verlaagd worden naar 0 euro. Het is dus bij DEGIRO mogelijk om, net zoals in ETF producten, gratis te handelen in hefboomproducten. De Kernselectie bestaat uit de meest populaire hefboomproducten. Dit zijn producten van alle verschillende aanbieders op verschillende onderliggende waarden.

DEGIRO neemt deze stap om onze belofte aan beleggers, namelijk het beste product aan te bieden tegen de laagste prijs, in stand te houden.

ING uitgeroepen tot beste private bank van Nederland

ING Private Banking is verkozen tot beste Nederlandse private bank van 2017. ING Private Banking ontvangt de prijs door het bieden van een onderscheidende klantbeleving, de focus op data en digitale innovaties en aandacht voor ondernemers. Daarmee troeft de bank andere Nederlandse banken af die meestreden om de felbegeerde prijs. De award voor beste private bank wordt jaarlijks uitgereikt door Professional Wealth Management/The Banker, onderdeel van de Financial Times.

Deelnemende banken worden door een expert panel onder meer beoordeeld op de ontwikkeling van hun business- en groeistrategie. ING Private Banking is op dit moment de snelst groeiende private bank van Nederland. Afgelopen jaar groeide de bank met bijna 13% naar bijna 30.000 klanten. Om die groei de komende jaren door te zetten breidde ING Private Banking verder uit naar in totaal 600 medewerkers, verdeeld over 16 rayons.

‘‘Deze prijs voelt voor ons als een erkenning voor het feit dat ING Private Banking de afgelopen jaren hard is gegroeid. Succesvolle ondernemers van nu zijn klant bij ons. Dat is niet zonder reden. Wie nu succesvol wil ondernemen, moet gebruikmaken van internettechnologie en data-analyse. Daarbij past een bank die daarin vooroploopt,’’ aldus Ruud van Dusschoten, Directeur ING Private Banking & Wealth Management.

Een ander belangrijk onderdeel dat de jury van de prijs meenam in haar afweging was het slimme gebruik van technologie door de bank. Wensen van klanten ontwikkelen zich op dit gebied razendsnel. Door het gebruik van slimme technieken is ING Private Banking klaar voor de toekomst van haar klanten. Een voorbeeld hiervan is de innovatieve tool Forward Planning. Met deze financiële planningstool hebben klanten het volledige overzicht over hun financiële situatie doordat informatie over de persoonlijke, bedrijfs- en gezinssituatie wordt gecombineerd. Voor klanten wordt het hierdoor bijvoorbeeld inzichtelijk wat de financiële gevolgen zijn als ze stoppen met werken, een schenking doen aan een familielid of hun bedrijf overdragen. Op 26 oktober nam ING Private Banking de award voor beste private bank in ontvangst tijdens een ceremonie in London.

maandag 30 oktober 2017

Stad Holland verlaagt premie en eigen risico

Stad Holland verlaagt in 2018 de premie met 18 euro per jaar. Hiermee komt de premie voor de restitutiepolis voor zowel individueel als collectief verzekerden op 1.326 euro per jaar (euro 110,50 per maand).

Ten opzichte van wat er in de Miljoenennota 2017 is begroot, blijkt de stijging van de landelijke zorgkosten in 2017 mee te vallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager dan verwachte loon- en prijsontwikkeling. Doordat de Miljoenennota 2018 gebaseerd is op deze te hoge zorgkosten van 2017, verwacht Stad Holland dat ook in 2018 de zorgkosten lager zullen uitvallen dan begroot. Daarnaast zet Stad Holland meer reserves in dan in de Miljoenennota wordt verondersteld.

Stad Holland verlaagt volgend jaar het verplicht eigen risico met een symbolisch bedrag van 10 euro. De bedoeling van het eigen risico is dat het een remmende werking heeft op onnodige zorg. De huidige hoogte van het eigen risico is ruim voorbij het niveau waarbij hiervan nog echt sprake is. Daarmee komt de rechtvaardiging van het hoge eigen risico te vervallen. Door het eigen risico te verlagen wil Stad Holland duidelijk maken voorstander te zijn van een eerlijkere verdeling van zorgkosten tussen chronisch zieke en gezonde mensen.

Een zorgverzekering van Stad Holland is alleen af te sluiten via de bemiddeling van het onafhankelijk intermediair. Sinds 2008 is Stad Holland bij elke verkiezing door het intermediair uitverkozen tot “beste zorgverzekeraar”. Momenteel wordt een aantal regiobijeenkomsten gehouden, waarin Stad Holland het intermediair informeert over de zorgverzekering in 2018.

Landelijk loket voor aangifte verzekeringsfraude

Verzekeraars kunnen sinds kort aangifte van verzekeringsfraude doen bij een speciaal landelijk loket van de politie. Het moet gaan om relatief zware zaken en de eerste aanhouding is al een feit. De politie spreekt over “professionalisering van hun eigen voordeur”.

Menno Helvensteijn is bij de politie binnengehaald om de samenwerking tussen de financiële sector en de politie te bevorderen. Hij noemt het een pré dat naast het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond ook het Functioneel Parket van het OM en Zorgverzekeraars Nederland bij het nieuwe loket zijn betrokken. "Het loket is simpelweg de vertaling van een convenant (Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit). We hebben de afspraken uit het vorige convenant volledig herzien en gaan in deze pilot twee jaar testen of de nieuwe werkwijze beter werkt."

Het mooie aan het nieuwe convenant is dat de aangiften voortaan bij één loket terechtkomen waar meerdere mensen bij betrokken zijn. Helvensteijn: "Het is wat zwart-wit gesteld, maar als vroeger één bepaalde collega op vakantie was, bleven zaken soms liggen. Nu komen de aangiften in een postbus terecht en kunnen wij bovendien in samenwerking met justitie het vervolgproces veel beter begeleiden. Alle politie-eenheden beschikken sinds de zomer over een zogenoemde Frontoffice Fraude-Financieel, die de aangifte verder coördineert."

Samen met zijn collega Marcel Bos benadrukt hij dat het nog geen storm loopt, maar dat hadden ze 'eerlijk gezegd' ook niet verwacht. Bos: "Iedereen moet nog een beetje wennen aan de nieuwe situatie. Mondjesmaat komen er aangiften binnen, maar dat kan zomaar veranderen. We noemen het niet voor niets een pilot. Voor een deel heeft het een experimenteel karakter."

In de visie van Helvensteijn heeft het loket zijn bestaansrecht echter al bewezen. "We hebben meerdere aangiften binnengekregen. In het belang van het onderzoek mag ik daar geen verdere uitspraken over doen, maar het vervolgproces loopt in ieder geval."

Hij hoopt dan ook dat er snel meer aangiften en aanhoudingen volgen. "Goed voorbeeld doet immers volgen. Verzekeraars hebben in het verleden gezocht naar andere, alternatieve wegen om verzekeringsfraude aan te pakken. Dat speelt ons nog een beetje parten. Mensen zijn altijd geneigd om aan hun oude routes vast te houden, maar wij geloven in de heldere afspraken die we nu hebben gemaakt."

Volgens het convenant komen niet alle fraudegevallen in aanmerking voor het loket (zie kader). "Simpel gezegd komen alleen grote(re) fraudezaken in aanmerking, omdat verzekeraars de spreekwoordelijke zonnebrillenfraude prima zelf aan kunnen via civielrechtelijke procedures", merkt Helvensteijn op.

Bos voegt daaraan toe dat de corebusiness van het loket grotere fraudezaken betreft. "Denk maar aan frauduleuze claims op het gebied van inboedel en opstal, maar ook aan valse buitenlandse declaraties voor zorgverzekeringen. Of opzetaanrijdingen. Vooral bij die laatste categorie, waar vaak sprake is van een groepsbezigheid, is het lastig voor verzekeraars om tot aangiften te komen."
 
Op de slotvraag wat Helvensteijn en Bos zelf van de pilot verwachten, volgt een optimistisch antwoord. Helvensteijn: "Natuurlijk hopen we dat het lekker gaat lopen en alle partners straks tevredener worden. Een belangrijke reden voor deze centrale insteek is dat we samen met anderen verder kunnen komen. En we willen graag leren. Gissen is missen en meten is weten. Dankzij de intensievere begeleiding door het OM en de diverse Frontoffices Fraude-Financieel kunnen we er in ieder geval voor zorgen dat een aangifte meer kans maakt op een opsporingsonderzoek in de concurrentie om opsporingscapaciteit."

Bos besluit met een in zijn ogen dooddoener, maar wel heel waar: "Er zijn veel partijen die met de politie willen samenwerken. Dat is lastig, want wij kunnen niet alles en we kunnen het zeker niet alleen. De samenwerking tussen publiek en privaat moet verder. We hebben elkaar nodig en we moeten het samen doen.

Rabobank stevig aan kop in online oriëntatie onderzoek Hypotheek

Rabobank.nl zet met een Web Performance Score van 70 de hoogste score neer wanneer 400 consumenten zich online oriënteren op het afsluiten van een hypotheek. ING.nl staat op nummer 2 met 69 punten, gevolgd door ABNAMRO.nl (64 punten) op de derde plaats. Dit blijkt uit onafhankelijk online oriëntatieonderzoek op desktop en smartphone dat in oktober 2017 is uitgevoerd door onderzoeksbureau WUA.

ING.nl gaat wat betreft vindbaarheid aan kop met een overall vindbaarheid van 57 procent, op de voet gevolgd door Rabobank.nl (55%). ABNAMRO.nl staat qua vindbaarheid op de derde plaats (47%).

In het vorige onderzoek van maart 2017 was de top 3 gelijk, maar had de nummer 3 ABNAMRO.nl nog een hogere score dan nu (68 punten versus 64 punten). In het onderzoek van september 2016 stond ABNAMRO.nl nog op de eerste plaats, gevolgd door Raboabank.nl en ING.nl. SNSBank.nl en Hypotheker.nl zijn sinds maart 2017 van plaats gewisseld in de ranking.

vrijdag 27 oktober 2017

Banken dragen bij aan fonds voor funderingsherstel

Woningeigenaren kunnen vanaf 23 oktober 2017 een lening afsluiten bij het Fonds Duurzaam Funderingsherstel om funderingsherstel aan de woning te financieren. In het fonds werken overheid, banken en andere hypotheekverstrekkers samen om een oplossing te bieden voor woningeigenaren die de financiering van het herstel niet rond krijgen.

Als er in waterrijke gebieden schade aan de fundering ontstaat door bijvoorbeeld paalrot, moet deze hersteld worden. Maar herstel is een kostbare zaak. Veel woningen in Nederland zijn aan elkaar gebouwd. Het herstel van de fundering heeft dan alleen zin als bij alle woningen in het bouwblok tegelijkertijd de fundering hersteld wordt. Herstel blijft nu soms uit, omdat één (of meer) van de woningeigenaren in een blok de financiering niet rond krijgt.

Het Fonds Duurzaam Funderingsherstel biedt eigenaar-bewoners de kans om, rekening houdend met de wettelijke normen, een financiering voor funderingsherstel af te sluiten. Zo nodig met een financiële bijdrage van gemeenten, provincies of bank/verzekeraar om extra risico’s af te dekken. Zo storten banken een gemaximeerde risicobijdrage in het fonds als blijkt dat de lening ten opzicht van de waarde van de woning (LTV) de wettelijke norm overschrijdt.  Gemeenten en provincies doen hetzelfde als de lening de inkomensnormen (LTI) overschrijdt.  Op deze wijze kan het funderingsherstel plaatsvinden en blijven de woningen bewoonbaar.

Mouwen opstropen voor toekomstvast pensioenstelsel

De inkt van het regeerakkoord is nog maar net droog, maar één ding staat nu al als een paal boven water: we moeten de mouwen opstropen om te komen tot een toekomstvast pensioenstelsel. Netspar, Pensioenfederatie en Verbond organiseren op 15 november een pensioenconferentie in Den Haag.

Op sociale partners rust de taak om met nadere voorstellen te komen voor een toekomstvast stelsel en herstel van vertrouwen. Geen nieuwe discussie, maar wel een project met nog open vragen. Hoe communiceren we over pensioenaanspraken, welke factoren beïnvloeden het vertrouwen in een verandering in het stelsel, welke juridische en fiscale aspecten zijn in beeld bij de pensioentransitie en hoe verhoudt de zorgplicht zich tot gewenste keuzevrijheid? Netspar, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars willen daar samen met u de schouders onder zetten in onze werkconferentie ‘En nu aan de slag!’

De conferentie is op woensdag 15 november van 12.00 tot 17.30 uur in Den Haag. Praktijk, beleid en wetenschap ontmoeten elkaar om de laatste stand van zaken te bespreken in de pensioendiscussie. In een plenair deel zijn er bespiegelingen van onder andere Casper van Ewijk, Theo Langejan en Maarten Edixhoven op het regeerakkoord. Waarna we in werksessies, ingeleid door verschillende sprekers uit de pensioenpraktijk en de wetenschap, samen willen verkennen waar we stappen kunnen zetten. In deze break-out sessies gaan we dieper in op de hiervoor genoemde thema’s.

donderdag 26 oktober 2017

ING lanceert beleggen met de smartphone

ING introduceert de Mobiel Beleggen App. 24 uur per dag hebben gebruikers inzicht in hun beleggingsportefeuille en kunnen ze recente koersinformatie volgen. De afgelopen maanden hebben ruim 200 klanten al ervaring opgedaan met mobiel beleggen door het testen van de Mobiel Beleggen App. De app is zowel geschikt voor de iPhone als voor Android smartphones.

Met de app krijgen beleggers direct inzicht in hun historisch rendement via overzichtelijke grafieken. Bovendien kunnen gebruikers via een eenvoudige ‘watchlist’ hun favoriete beleggingsinstrumenten volgen.

ING heeft de Mobiel Beleggen App ontwikkeld in samenwerking met klanten. De afgelopen maanden werd de app getest door ruim 200 klanten. Gebruikers konden vanaf het begin suggesties doen om de app te verbeteren en ook na de lancering blijven we feedback van klanten gebruiken om de app continu te optimaliseren. Deze aanpak sluit aan op het agile principe dat ING binnen de gehele organisatie toepast: stapsgewijs verbetering realiseren op basis van de wensen van klanten en gebruikmakend van moderne technologie.

VEH: Geen loonstijging, dan volgend jaar vaak minder hypotheek

Huizenzoekers die geen loonstijging verwachten kunnen volgend jaar soms duizenden euro’s minder hypotheek krijgen om een huis te kopen. Dit blijkt uit berekeningen die Vereniging Eigen Huis heeft gemaakt op basis van de Nibud-leennormen 2018 die vandaag door demissionair minister Plasterk aan de Tweede Kamer zijn gestuurd. Mensen die maximaal moeten lenen om een huis te kunnen kopen en geen loonstijging verwachten doen er verstandig aan om te zorgen dat zij nog dit jaar een bindende hypotheekofferte van hun geldverstrekker ontvangen.

Huizenkopers kunnen volgend jaar ongeveer hetzelfde lenen als in 2017. Voor een aantal groepen zijn de effecten groter: tweeverdieners met een hoog inkomen gaan er op vooruit en huishoudens zonder loonstijging komen er vaak slechter van af. In de brief van minister Plasterk worden de negatieve effecten van de nieuwe hypotheeknormen bij een gelijkblijvend inkomen niet vermeld.

Volgend jaar daalt ook de maximum hypotheek tot 100% van de woningwaarde. Dit jaar kan nog 101% worden geleend. Enig eigen geld is dus onmisbaar om de overdrachtsbelasting, hypotheekadviseur, taxateur, notaris en de verhuizers mee te betalen

Voor tweeverdieners geldt dat een groter deel van het tweede inkomen vanaf 2016 stapsgewijs wordt meegerekend bij het bepalen van de maximale hypotheek. In 2018 wordt het laagste inkomen voor 70 procent meegeteld, dit jaar was dat nog voor 60 procent. Voor mensen met lagere- en middeninkomens wordt dit voordeel echter (deels) teniet gedaan door de strengere leennormen. Hierdoor kan het maximum hypotheekbedrag volgend jaar toch afnemen.

Rekenvoorbeeld tweeverdieners

Hasnah en Michel zijn op zoek naar een nieuwe woning. Hasnah heeft een bruto jaarinkomen van

€ 32.000 en Michel verdient € 16.000. Bij een hypotheekrente van 2,1% kunnen zij in 2017 maximaal € 224.215 lenen. Op basis van de leennormen voor 2018 daalt hun maximale hypotheekbedrag naar € 213.538. Dat is € 10.677 minder.

Rekenvoorbeeld alleenstaande

Pim is alleenstaand, verdient € 35.000 per jaar en is op zoek naar een huis. Bij een hypotheekrente van 2,1%, kan hij in 2017 een bedrag van € 163.490 lenen. In 2018 is het leenbedrag €155.705. Pim kan volgend jaar dus € 7.785 minder lenen.

ABN AMRO benoemt Marina Shevtsova als CFO van ABN AMRO UK

ABN AMRO maakt bekend dat Marina Shevtsova is benoemd als Chief Financial Officer van ABN AMRO UK. Zij heeft ruime ervaring in het hoger management en diepgaande kennis van de financiële dienstverlening.

Voordat ze de overstap maakte naar ABN AMRO werkte Marina bij KPMG, waar ze als lid van het banking team op een groot aantal terreinen samenwerkte met internationale financiële instellingen. Marina Shevtsova heeft een juridische achtergrond; ze studeerde af in Duits recht aan de Friederich-Alexander Universität in Nürnberg, in rechten aan de Nottingham Trent University, en behaalde een postdoctoraal diploma aan de Inns Of Court School of Law.

ABN AMRO richt zich in het VK op Corporate en Commercial bankingactiviteiten, waarbij diensten als Clearing, Commercial Finance, Leasing en Global Markets intensief samenwerken met zijn klanten. ABN AMRO heeft nu 400 medewerkers in het VK. Het hoofdkantoor is gevestigd in Londen. In 2016 kondigde ABN AMRO de ambitie aan om internationale groei te verwezenlijken. In het VK valt hieronder ook de groei van het zakelijk bankieren binnen de sectoren waarin de bank expertise heeft. In april 2017 werd Zafar Khan benoemd als hoofd van UK Coverage, Corporate & Institutional Banking.

woensdag 25 oktober 2017

Nieuwe betaalrichtlijn PSD2: mag je bank jouw gegevens delen?

De Rabobank stuurde vorige week de nieuwe bankvoorwaarden naar al hun klanten. In deze mail maakte de bank melding van de Payment Services Directive (PSD2), maar de bank legde niet duidelijk uit wat deze nieuwe Europese betaalwetgeving inhoudt. Radar dook in PSD2. Wat is het? Wat zijn de voor- en nadelen?

Op 13 januari 2018 is de nieuwe herziene Europese betaalrichtlijn PSD2 in heel Europa van kracht. PSD2 staat voor Payment Services Directive 2. Alleen als een klant uitdrukkelijk toestemming geeft, zijn banken verplicht bankgegevens te delen met andere dienstverleners. De nieuwe aanbieders krijgen dan inzage in het banksaldo of kunnen rekeningafschriften ophalen van de betaalrekening van consumenten. Voor iedere aanbieder afzonderlijk moet toestemming gegeven worden. De Volksbank maakte een filmpje over hoe PSD2 werkt.

De verwachting is dat er nieuwe handige toepassingen komen. Nieuwe aanbieders kunnen voor de consument betalingen uitvoeren bij bijvoorbeeld een online-aankoop. In Nederland lopen we op dit gebied behoorlijk voor. Denk aan een iDEAL, die in in Nederland goed is ingeburgerd en via de eigen bank verloopt. Of Tikkie, waarbij je vrienden via WhatsApp een betaalverzoek zonder moeilijke IBAN-nummers kan sturen.De rest van Europa loopt minder voorop in betaalgemak. Straks kun je in heel Europa betalen via andere fintechbedrijven (financiële technologie bedrijven) en niet meer alleen via je eigen bank.

Deze nieuwe financiële aanbieders kunnen ook digitale huishoudboekjes aanbieden, zodat je meer grip hebt op je financiën. Handig als je bijvoorbeeld bankiert bij verschillende banken en overzicht wil hebben over al je inkomsten en uitgaven. Nu moet je bij iedere bank afzonderlijk inloggen en straks kunnen al je bankgegevens overzichtelijk in één app staan. Of hypotheekverstrekkers hebben – na toestemming - meteen inzage in je financiële gegevens en je krijgt korting op je hypotheek, omdat het proces sneller verloopt. De verwachting is dat  start-ups en grote internetbedrijven als Google, Facebook, Apple, Microsoft en Amazon interesse hebben in deze nieuwe mogelijkheden. In de Europese betaalmarkt gaat 170 miljard euro om en bankgegevens zijn waardevolle gegevens.

De Europese Commissie bedacht PSD2 en wil de monopoliepositie van banken doorbreken en nieuwe spelers toelaten. Dit zou de concurrentie verbeteren, de innovatie bevorderen en de banktarieven zouden mogelijk dalen. Ook zou het betalingsverkeer veiliger worden. Gijs Boudewijn, woordvoerder van Betaalvereniging Nederland is te zien in Radar. Hij zegt dat alle banken verplicht worden hieraan mee te werken. De consument is hierbij 'in control', die beslist wie wel en geen toegang krijgt tot zijn of haar bankgegevens.

Op 12 januari 2016 werd de nieuwe richtlijn opgesteld en alle EU-landen kregen twee jaar de tijd om deze om te zetten in nationale wetgeving. De Nederlandse overheid is niet op tijd klaar. Minister Dijsselbloem van Financiën schreef op 22 september dat 'voorjaar 2018 een realistische inschatting is' voor Nederland. Nieuwe bedrijven kunnen pas een vergunning aanvragen bij De Nederlandsche Bank (DNB) als het wetvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer is goedgekeurd. Naast Nederland halen ook Zweden en België de deadline van 13 januari 2018 niet.

Minister Dijsselbloem heeft vandaag in een Kamerbrief uitgelegd wat de gevolgen zijn voor het niet halen van de deadline. De deadline wordt volgens de minister vanwege een 'privacyaspect' niet gehaald.


Kostengrens Nationale Hypotheek Garantie stijgt ruim 8 procent


Vanaf 1 januari 2018 stijgt de kostengrens van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) naar 265.000 euro. Dat is ruim 8 procent meer vergeleken met dit jaar – nu is de grens nog 245.000 euro. Voor woningen waarin geïnvesteerd wordt in energiebesparende voorzieningen, stijgt de NHG kostengrens naar maximaal 280.900 euro.

De ruim 15.000 euro investeringsruimte biedt de koper de mogelijkheid voor verduurzaming van de eigen woning. En dat is ook nodig. Om de Nederlandse klimaatdoelstellingen te halen, moet een groot gedeelte van de woningvoorraad verduurzaamd worden. Het nieuwe regeerakkoord spreekt de ambitie uit om uiteindelijk 200.000 woningen per dag te verduurzamen. Een tempo dat nodig is om in 30 jaar tot 2050 de hele voorraad van 6 miljoen woningen te verduurzamen. Dat gaat niet vanzelf.

Met 1,3 miljoen bestaande klanten en jaarlijks tussen de 75.000 en 100.000 nieuwe klanten kan het WEW een impactvolle bijdrage leveren aan deze verduurzaming. “Een hypotheek met NHG is niet alleen verantwoord, maar levert ook maatschappelijk rendement en belangrijke voordelen op voor veel van de huishoudens. Door duurzame woningverbetering zullen de energielasten van huishoudens dalen, het wooncomfort toenemen en de woningwaarde stijgen.” aldus Arjen Gielen, algemeen directeur van het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

Om dit te stimuleren heeft het WEW recent bijvoorbeeld de NHG Voorwaarden & Normen vereenvoudigd. Hierdoor wordt het voor consumenten met NHG makkelijker om te investeren in energiebesparende voorzieningen. Vanuit haar maatschappelijke functie staat het WEW klaar om mee te denken met het nieuwe kabinet, en om de NHG mogelijkheden nog meer toe te spitsen op de nieuwe ambities die in het regeerakkoord zijn geformuleerd.

Op de huidige markt worden steeds meer woningen boven de vraagprijs verkocht en ziet het WEW dat met name starters veelal tegen de maximale lening financieren. Dat is op korte termijn onvermijdelijk, gegeven de schaarste aan woningaanbod. Maar, doordat consumenten aanvullende kosten zelf moeten financieren ziet het WEW dat zij steeds vaker kiezen voor minder verantwoorde financieringsvormen zonder NHG. Voor sommige bevolkingsgroepen bieden leningen of schenkingen van familie of vrienden uitkomst. Anderen, die deze extra financiële middelen niet tot hun beschikking hebben moeten blijven huren, of hun toevlucht zoeken tot consumptieve kredieten om alsnog een woning te kunnen financieren. Dit brengt risico’s met zich mee.

Arjen Gielen: “Door starters op de woningmarkt de mogelijkheid te bieden de NHG-premie mee te financieren bij de aankoop van de woning kunnen zij NHG op een laagdrempelige wijze afnemen, zonder dat daarbij de toegang tot aanvullende financiering een rol speelt. Hierdoor kunnen zij alsnog op een verantwoorde manier de aanschaf van hun woning financieren en wellicht alvast investeren in duurzame oplossingen voor hun nieuwe woning.”

Consumenten meest tevreden over kleine zorgverzekeraars

Uit de Zorgmonitor van de Consumentenbond blijkt dat consumenten over 2012-2016 het meest tevreden waren over de zorgverzekeraars DSW, ONVZ en PNOzorg. De 4 grote verzekeraars CZ, Menzis, VGZ en Zilveren Kruis doen het minder goed.

Consumenten zijn over het algemeen tevreden over hun zorgverzekeraar. Gemiddeld krijgen ze een 7,6 voor hun dienstverlening. DSW staat bovenaan met een 8,1, maar ook hekkensluiter VGZ krijgt nog een 7,2 van zijn klanten. De verschillen tussen de best en minst scorende verzekeraars zitten onder andere in de beoordeling van de klantenservice en de websites van de verzekeraars. Zo eindigt de website van Avero Achmea al jaren onderaan in de Zorgmonitor.

Wat betreft de afhandeling van declaraties scoren alle verzekeraars hoog. Het minst tevreden zijn consumenten over de prijs-kwaliteit verhouding van de basisverzekering en aanvullende verzekering.
10.000 panelleden

De Zorgmonitor is een jaarlijkse enquête onder ruim 10.000 leden van het Consumentenbond-internetpanel. Hierin vraagt de Consumentenbond naar de ervaringen die de panelleden dat jaar hadden met hun zorgverzekeraar. Daarnaast blijkt uit de Zorgmonitor dat panelleden steeds minder aanvullende verzekeringen afsluiten en dat meer verzekerden kiezen voor het verhogen van het eigen risico: in 2012 was dit 6%, in 2016 12%. Tweederde van de consumenten blijkt nog nooit te zijn overgestapt naar een andere verzekeraar.

dinsdag 24 oktober 2017

Banken nog niet klaar voor Europese richtlijn betalingsverkeer

Hoewel de nieuwe richtlijn voor het vergroten van concurrentie op de betaalmarkt (PSD2) reeds januari 2018 in werking treedt, zijn weinig Europese banken daadwerkelijk klaar voor de richtlijn. Uit onderzoek van PwC onder 39 grote banken uit 18 Europese landen, waaronder Nederland, blijkt dat 38 procent nog bezig is met het bepalen van de impact van PSD2, terwijl slechts 9 procent de vereisten momenteel implementeert.

Als gevolg van PSD2 zijn Europese banken straks verplicht betaaldata en rekeninginformatie van klanten toegankelijk te maken voor andere dienstverleners, mits de klant daar toestemming voor geeft. Dat biedt kansen voor nieuwe spelers. Dat weinig banken in Europa voldoen aan de PSD2-vereisten vindt bankenspecialist Eugenie Krijnsen van PwC geen goed signaal.

Een verklaring heeft ze wel. ‘Er komt veel op banken af. Zo moeten bestaande IT-systemen worden gekoppeld aan technologieën op het gebied van bijvoorbeeld data-analyse en mobile. Ten tweede zijn er zorgen rondom informatiebeveiliging en privacy. Niet alleen bij banken zelf, maar ook bij toezichthouders en andere stakeholders. Bovendien kent PSD2 nog open eindjes, zoals het ontbreken van een gemeenschappelijke API-standaard. En ten slotte staan banken voor een stevig strategisch vraagstuk. Zij moeten in raptempo het ontluikende betalingslandschap analyseren en nieuwe verdienmogelijkheden in kaart brengen om ook in de toekomst relevant te blijven.’

Volgens het onderzoek streeft 50 procent van de banken uiteindelijk naar een rol als ‘aggregator’-platform. Op zo’n open platform kunnen derden hun op door zogeheten API’s ontsloten klant- en bankdata gebaseerde producten en diensten aansluiten. De verwachting is echter dat banken in toenemende mate ook zelf klanten totaaloverzichten van hun financiële positie en betere alternatieven voor bestaande financiële producten gaan aanbieden. Van de ondervraagde banken zegt 29% dit businessmodel van ‘bank-as-a-aggregator’ te ambiëren.

PSD2 maakt Identity & Access Management (IAM) van nog groter belang voor banken. Niet alleen om klanten te herkennen en binnen te laten en fraudeurs en andere kwaadwillenden buiten te houden. ‘Maar ook om derden die namens een klant interacteren met de bank toe te laten’, zegt Gerald Horst, IAM-specialist bij PwC Everett. ‘Aangescherpte beveiligingseisen kunnen een nadelig effect hebben op het gebruiksgemak. PSD2 maakt uitzonderingen mogelijk, maar dan moeten banken en derden wel aan specifieke eisen voldoen. Juist een IAM-systeem kan een deel van deze eisen invullen en zo bijdragen aan het gebruiksgemak en tegelijkertijd de veiligheid van informatie, middelen en systemen waarborgen.’

Meer ruimte voor innovatieve betaaldiensten

Er komt meer ruimte voor nieuwe innovatieve betaaldiensten in Nederland. Dat is het gevolg van nieuwe Europese wetgeving die door minister Dijsselbloem van Financiën en minister Blok van Veiligheid en Justitie is omgezet in een Nederlands wetsvoorstel, dat is ingediend bij de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel regelt de invoering van de herziene Europese richtlijn betaaldiensten (PSD2) in Nederlandse wetgeving. Het doel van PSD2 is om het Europese betalingsverkeer te verbeteren en ruimte te bieden aan nieuwe (innovatieve) bedrijven die kunnen bijdragen aan een effectievere en transparantere wijze van het doen van betalingen. PSD2 verplicht onder meer banken, als de klant daar toestemming voor geeft, aan nieuwe dienstverleners toegang te geven tot de betaalrekeningen en betaalgegevens van die klanten om dergelijke innovatieve betaaldiensten te kunnen uitvoeren.

PSD2 reguleert twee innovatieve nieuwe betaaldiensten: betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten. Als een consument bijvoorbeeld bij online winkelen besluit om gebruik te maken van een betaalinitiatiedienst, dan moet hij er toestemming voor geven dat de betaalinitiatiedienst toegang krijgt tot zijn betaalrekening. De betaalinitiatiedienst initieert dan de betaling bij de bank en zorgt dat het geld bij de webwinkel terecht komt.

Als de consument besluit om gebruik te maken van een rekeninginformatiedienst geldt eveneens dat hij hiervoor toestemming moet geven. De dienstverlener krijgt daarmee toegang tot de betaalrekeningen van de consument, zodat er (financiële) informatie kan worden opgehaald. De rekeninginformatiedienst kan deze informatie vervolgens verstrekken aan de consument zelf (bijvoorbeeld als een soort ‘huishoudboekje’) en aan partijen waar de consument toestemming voor heeft gegeven.

Om hun diensten in Nederland te kunnen aanbieden, moeten verleners van de nieuwe betaalinitiatiediensten en rekeninginformatiediensten in het bezit zijn van een vergunning. Indien deze partijen toegang krijgen tot de betaalrekening van de consument moeten de gevoelige betaalgegevens goed beschermd zijn. Daarom geeft PSD2 extra waarborgen over de toegang tot, het verwerken en het opslaan van deze gegevens. Ook kent PSD2 strenge en bijzondere veiligheidseisen. Zo moeten betaaldienstverleners een beveiligingsbeleid hebben om de gebruiker te beschermen tegen beveiligingsrisico’s, zoals fraude en illegaal gebruik van gevoelige betaalgegevens. Daarnaast zijn authenticatieprocedures verplicht voor transacties die een hoog risico op fraude met zich mee brengen (zoals betalingen via internet).

PSD2 moet voor 13 januari zijn geïmplementeerd in nationale wetgeving. Minister Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer vorige maand laten weten dat die datum voor Nederland niet langer realistisch is. In de Kamerbrief van vandaag gaat de minister in op de gevolgen van het niet halen van de implementatiedatum. Zo zijn banken pas na invoering verplicht toegang te geven tot de betaalrekening en kunnen vóór inwerkingtreding van PSD2 nog geen vergunningen worden aangevraagd. Minister Dijsselbloem is voornemens samen met DNB zo snel mogelijk meer duidelijkheid te scheppen richting marktpartijen.

Reden voor de vertraging is dat er een zorgvuldige weging van de verschillende belangen heeft plaatsgevonden. Dat vergde een goede afstemming met onder meer de toezichthouders. Daarnaast hebben de privacyaspecten veel aandacht gekregen in het voorbereidingstraject. De inschatting is dat PSD2 in het voorjaar van 2018 in Nederland kan worden ingevoerd.

Naast de vertraging aan Nederlandse kant zijn op Europees niveau de technische standaarden voor wettelijke beveiligingseisen nog niet vastgesteld door de Europese Commissie. Verwacht wordt dat deze standaarden vanaf september 2019 kunnen worden toegepast.

Meesman aandelen indexfondsen worden duurzaam en belastingefficiënt

Met ingang van 16 oktober 2017 zijn alle drie de Meesman aandelenfondsen (Wereldwijd, Europa, Opkomende Landen) duurzaam. Bovendien zal Meesman voortaan naast Aandelen Wereldwijd ook voor de aandelenfondsen Europa en Opkomende Landen de dividendbelasting kunnen terugkrijgen voor zijn klanten.

Voor beleggers is de duurzaamheid van hun beleggingen een steeds belangrijker thema aan het worden. Zij willen met hun geld een zo goed mogelijk rendement behalen maar er moet ook rekening worden gehouden met mens, milieu en goed ondernemingsbestuur.

Meesman onderschrijft dit en gaf hier tot nu toe invulling aan door over deze onderwerpen in gesprek te gaan met de bedrijven waarin wij beleggen. De afgelopen jaren is echter duidelijk gebleken dat bij veel van Meesmans klanten de wens bestaat om een stap verder te gaan en niet meer te beleggen in bedrijven die onvoldoende duurzaam en verantwoord opereren.

Rob Bauer, lid van de Raad van Toezicht bij Meesman Indexbeleggen en in het dagelijks leven hoogleraar Institutionele Beleggers aan de Universiteit Maastricht School of Business and Economics, over duurzaam beleggen: ‘Vermogensbeheerders zoals Meesman hebben een belangrijke taak om het aan hen toevertrouwde vermogen te beleggen op een verantwoorde, duurzame wijze. Uit wetenschappelijke literatuur blijkt ook dat beleggers hier behoefte aan hebben; beleggers nemen informatie over de duurzaamheid van ondernemingen zeer serieus. Verantwoord beleggen kan bovendien uitstekend worden gecombineerd met de passieve manier van beleggen die centraal staat in de Meesman beleggingsfilosofie. Het een sluit het ander zeker niet uit.’

De andere verandering betreft het rendement. Hendrik Meesman: ‘De afgelopen jaren hebben wij jaren goede ervaring opgedaan met het terugkrijgen van de ingehouden dividendbelasting voor het Meesman Indexfonds Aandelen Wereldwijd. Dit levert onze klanten jaarlijks extra rendement op. Dit wilden wij ook graag mogelijk maken voor onze andere aandelenfondsen. Wij zijn er nu in geslaagd om beide bovenstaande wensen in één keer te realiseren. Met de overstap naar de duurzame varianten van de MSCI Indexen bij partner Northern Trust bieden we onze klanten voortaan zowel duurzaamheid als extra rendement.”

De Meesman index aandelenfondsen gaan voortaan duurzame varianten van de ‘gewone’ MSCI indexen volgen. Bedrijven die onvoldoende oog hebben voor mens, milieu en goed ondernemingsbestuur worden uitgesloten. Het betreft ongeveer 5% van de bedrijven in de ‘gewone’ MSCI indexen. Het blijven dus zeer breed gespreide beleggingen. In het verleden was het rendement van de ‘gewone’ MSCI index en de duurzame MSCI index nagenoeg gelijk. Vanwege de kleine verschillen tussen de indexen verwacht Meesman in de toekomst vergelijkbare rendementen.

maandag 23 oktober 2017

Miljoeneninvestering voor beleggingsapp BUX

BUX, de app die handelen op de beurs voor iedereen mogelijk maakt, heeft bij een vierde investeringsronde 10,6 miljoen euro opgehaald.

Drie jaar na de lancering heeft BUX 1,2 miljoen gebruikers en is het actief in acht Europese landen. In deze landen heeft het bedrijf de beurswereld geopend voor een nieuw publiek: 60 procent van hen is jonger dan 34 jaar en 79 procent heeft weinig tot geen ervaring met de beurs. Gebruikers beginnen daarom ook met nepgeld om de beurs op een risicoloze manier te leren kennen. Daarna kunnen zij eventueel met echt geld aan de slag.

De financieringsronde werd geleid door Holtzbrinck Ventures. Holtzbrinck investeerde eerder in een vroeg stadium in bedrijven als Zalando, Flixbus en HelloFresh. Daarnaast participeren in deze ronde onder andere fintech fonds Velocity Capital, Arthur Kosten, voormalig CMO van Booking.com, Thierry Schaap, mede oprichter van BinckBank en Adriaan Mol, oprichter van payment service provider Mollie.

BUX is van plan om in 2018 een beleggingsapp te lanceren, die – in tegenstelling tot de huidige beursapp – gericht is op de middellange en lange termijn. Daarnaast leeft onder gebruikers een sterke vraag naar een app waarmee eenvoudig in bitcoin en andere cryptovaluta gehandeld kan worden. BUX wil in 2018 ook met een app in die behoefte voorzien. Beide apps zullen de bekende BUX eigenschappen krijgen: begrijpelijk, transparant en met een aansprekende interface.

BinckBank verkoopt fintechbedrijf Able

BinckBank verkoopt het fintech softwarebedrijf Able aan Topicus. Dat maakte de online bank vanochtend bekend bij de presentatie van de kwartaalcijfers. Able ontwikkelt oplossingen voor banken en verzekeraars op het gebied van vermogensbeheer, sparen en beleggen.

De verkoop is onderdeel van een strategische heroriëntatie die in 2015 is ingezet. Ook worden nieuwe diensten gelanceerd. Eind september werd Binck Comfort in Nederland geintroduceerd, een online gepersonaliseerde portefeuillebeheerdienst en streeft naar een optimale combinatie van risico en rendement.

BinckBank bereidt zich verder voor om in Spanje haar dienstverlening uit te breiden naar Engelstalige expats als nieuwe doelgroep.

BinckBank presenteerde vandaag licht verbeterde resultaten (pdf). Het gecorrigeerd resultaat na belastingen bedroeg 23,7 miljoen euro, uitkomend op een gecorrigeerde nettowinst van 0,36 per aandeel. De totale inkomsten over de eerste negen maanden van 2017 kwamen uiteindelijk 3 procent hoger uit op 110,3 miljoen.

Zijn websites voor het aanvragen van toeslagen te vertrouwen?

Zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag. Met een laag inkomen heb je er recht op. En als je de belastingdienst te moeilijk vindt, kan je bij talloze websites terecht. Maar is dat wel verstandig?

Er zijn allerlei websites die optreden als tussenpersoon bij het aanvragen van toeslagen. Hier betaal je rond de 40 euro voor, terwijl aanvragen bij de Belastingdienst zelf gratis is. Als je bij de Belastingdienst zorgtoeslag aanvraagt moet je inloggen met je DigiD. Sites als mijntoeslag.nl en toeslagenaanvraag.nl adverteren met het gemak van aanvragen zonder DigiD. Dat 'gemak' kost dus wel extra geld.

De klant vult op de sites een vragenlijst in waar onder anderen NAW-gegevens, geboortedatum, rekeningnummer en burgerservicenummer aan bod komen. ICT-jurist Mathieu Paapst vertelt aan VARA Kassa dat deze informatie zeer fraudegevoelig is. Volgens de privacydeskundige kunnen criminelen met deze informatie illegale dingen doen op naam van het slachtoffer. Zo kan daarmee een huis gehuurd worden waar een wietplantage in zit of een auto gehuurd worden waar een overval mee gepleegd wordt.

'Angst voor verlies weerhoudt vermogenden te beleggen'

Een kwart van de Nederlandse huishoudens bezit meer dan 50.000 euro aan financieel vermogen. Desondanks heeft vier op de tien vermogenden geen beleggingen. De voornaamste reden hiervoor is verliesaversie: meer dan de helft van de vermogenden (56 procent) die niet beleggen geven het ‘hoge risico op verlies’ als één van de redenen om niet te beleggen.

Dit blijkt uit een rapport van ING over vermogende Nederlanders. Sparen is voor vermogenden echter niet gratis. Als gevolg van het regeerakkoord zullen ze weliswaar minder belasting gaan betalen, toch zal het spaarrendement voor veel vermogenden op korte termijn negatief blijven.

Naast het risico op verlies is ook het gebrek aan kennis een belangrijk motief om de tienduizenden euro’s op de spaarrekening te laten staan. Vooral vrouwen geven dit relatief vaak aan als reden. Voor één op de zes vermogende spaarders is ‘dan kan ik niet bij mijn geld’ een reden om niet te beleggen. Dit is enigszins verrassend: bij de meeste aanbieders heeft de belegger snel toegang tot zijn beleggingen. De kosten, tijdsinvesteringen of het verwachte rendement vormen voor vermogenden veel minder een belemmering om te beleggen.

Sparen - het alternatief voor beleggen – is voor veel vermogenden echter niet gratis. Een jaar sparen kost een alleenstaande met 50.000 aan spaargeld bijvoorbeeld zo’n 70 euro in 2017. Bij €80.000 is het verlies ruim 240. Het bedrag aan vermogensbelasting dat hij moet betalen zal namelijk flink hoger liggen dan de bijgeboekte spaarrente.

Volgend jaar zal sparen minder geld ‘kosten’. In het regeerakkoord is vastgelegd dat vermogenden minder belasting zullen betalen. Toch zal sparen voor veel vermogenden nog steeds niet lonen. In 2018 zal – bij gelijkblijvende spaarrentes - het omslagpunt voor alleenstaanden ongeveer rond de 55.000 liggen. Wanneer het spaarsaldo dit bedrag overstijgt, slaat het rendement om van positief naar negatief.

Vermogende beleggers behaalden het afgelopen jaar naar eigen zeggen een rendement van gemiddeld 4,1 procent. Hoe hoger het financieel vermogen, des te hoger het gemiddelde rendement van respondenten. De vermogensbelasting gaat uit van een forfaitair rendement van 5,39 procent op beleggingen. Dit percentage is het gemiddelde rendement op aandelen, obligaties en onroerende zaken over 15 jaar. Afgaande op de gerapporteerde rendementen bleef de gemiddelde vermogende belegger hier dus onder. Alleen huishoudens met meer dan 500.000 euro kwamen boven dit beleggingsrendement van 5,39 procent uit. Zij gaven aan gemiddeld 6 procent rendement op hun beleggingen te behalen.

Leningenplatform Lender & Spender gaat strijd aan met banken

Het Nederlandse online leningenplatform Lender & Spender heeft onlangs de grens van 1 miljoen aan verstrekte leningen doorbroken. Bij peer-to-peer lending lenen consumenten rechtstreeks van andere consumenten zonder tussenkomst van een bank.

Internationaal is deze vorm van lenen al een aantal jaren een groot succes. Platformen als Lending Club (VS), Zopa (UK) en Auxmoney (DE) hebben al voor tientallen miljarden aan leningen verstrekt.

Initiatiefnemer Robert Leclercq: 'Het huidige netto rendement voor investeerders ligt boven de 4% en is daarmee vele malen hoger dan de rente op de spaarrekening en minder risicovol dan een gespreide aandelenportefeuille.'

Om het risico voor investeerders te minimaliseren, verstrekt Lender & Spender alleen leningen aan mensen die ook bij de bank een lening kunnen krijgen. Daarnaast wordt elke investering gespreid over alle leningen.

Lender & Spender is opgericht door ondernemers Robert Leclercq (voormalig KPMG en ABN AMRO) en Huub van der Wart (voormalig Google) met als missie om de markt voor lenen eerlijker en transparanter te maken. Het platform heeft een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor het aanbieden van krediet.

vrijdag 20 oktober 2017

'Aegon zocht toenadering tot ASR voor overname'

Verzekeraar Aegon zou informeel toenadering hebben gezocht tot concurrent ASR over een overname. Dat schrijft Bloomberg. ASR wees een eventuele overname echter af. Het is onduidelijk of Aegon nog steeds interesse heeft in ASR. Beide partijen geven in een reactie tegen Bloomberg aan niet te willen reageren op marktgeruchten.

Tweeverdieners ook in 2018 ruimere hypotheek

Het maximale bedrag dat tweeverdieners aan hypotheek kunnen krijgen wordt volgend jaar verder verhoogd. Het tweede inkomen telt dan voor 70 procent mee. Dat is nu nog 60 procent. De komende jaren gaat het tweede inkomen geleidelijk voor 100 procent meetellen. Dit voorkomt dat verschillen tussen een- en tweeverdieners te sterk oplopen.

Dat schrijft minister Plasterk (BZK)  mede namens minister Dijsselbloem (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer over de leennormen voor een hypotheek. De nieuwe normen gaan in op 1 januari 2018.

De leennormen worden jaarlijks op basis van een advies van het Nibud vastgelegd in de regeling hypothecair krediet. De regeling legt vast wat consumenten op verantwoorde wijze maximaal kunnen lenen voor de koop van een woning.
  • Afgezien van de ruimere mogelijkheden voor tweeverdieners, geldt voor de meeste inkomenscategorieën dezelfde leencapaciteit. Wel zullen veel mensen meer kunnen lenen als zij meer gaan verdienen.
  • De mogelijkheden om meer te lenen bij de aankoop van een zeer energiezuinige woning worden uitgebreid.
  • Voor kortlopende hypotheken die volledig worden afgelost is niet langer de vaak hogere vaste toetsrente het uitgangspunt, maar de contractrente uit de offerte. Dit geeft meer ruimte aan senioren die met het oog op hun pensioen een deel van hun hypotheek versneld willen aflossen.

Minder oversluitleningen in 2017

Minder mensen sluiten dit jaar leningen over. Het aantal aanvragen voor oversluitleningen is dit jaar met 7,7 procent gedaald. Het gemiddelde leenbedrag voor het samenvoegen van bestaande leningen is met ruim 10 procent gedaald. Dit blijkt uit onderzoek van Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, waarbij 18.515 leningaanvragen werden geanalyseerd.

Oversluitleningen, waarbij meerdere bestaande leningen worden samengevoegd tot één lening, worden vooral aangevraagd om geld te besparen. In de eerste acht maanden van 2017 hebben Nederlanders echter 7,7 procent minder oversluitleningen aangevraagd dan in dezelfde periode in 2016. Het gemiddelde gewenste leenbedrag is met ruim 10 procent gedaald naar 24.352 euro. De meeste aanvragen werden gedaan in maart. Ook de hoogste leenbedragen werden in het voorjaar gedaan.

Inwoners van Flevoland lenen het vaakst voor het oversluiten van leningen. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde lenen Flevolanders 186 procent vaker voor het samenvoegen van leningen. Ook de hoogste leenbedragen voor oversluiten komen uit Flevoland. Gemiddeld vragen Flevolanders 26.420 euro aan om leningen over te sluiten.


Digital Trade Chain Consortium lanceert we.trade

Sinds januari 2017 ontwikkelt Rabobank samen met zes andere banken (Deutsche Bank, HSBC, KBC, Natixis, Societé Generale en UniCredit) en IBM het Digital Trade Chain-platform. Het baanbrekend gezamenlijk platform moet binnenlandse en grensoverschrijdende handel voor Europese bedrijven eenvoudiger maken door gebruik te maken van de distributed ledger-technologie. Met het oog op de uitbreiding en verdere internationalisering van het platform heeft het consortium de merknaam we.trade geïntroduceerd.

Recent heeft Banco Santander zich bij dat consortium gevoegd als oprichtende partner.

De acht oprichtende banken willen voor eind 2017 een joint venture (JV) oprichten die eigenaar zal zijn van het Digital Trade Chain-platform en het zal beheren en verspreiden. Het is de bedoeling die nieuwe rechtspersoon op te richten in Ierland.

Het uitgebreide consortium zal we.trade blijven uitbouwen als een platform dat de betrokken partijen in een handelstransactie, nl. de koper, de bank van de koper, de verkoper, de bank van de verkoper en de transporteur, naadloos met elkaar kan verbinden. Het platform zal toegankelijk zijn vanaf elk verbonden toestel.

Dit nieuwe platform vereenvoudigt de handelsfinancieringsprocessen voor bedrijven door (internationale) handelstransacties efficiënt te beheren, op te volgen en te beveiligen. Bedrijven zullen vlot, efficiënt en met meer vertrouwen zaken kunnen doen.

De commercialisering van het platform wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2018. Vanaf februari 2018 zullen klanten van de oprichtende banken het platform al kunnen testen.

Hypotheek in 2017? Maak tijdig je documenten op orde

Klanten die nog dit jaar een hypotheek willen afsluiten, doen er verstandig aan om tijdig de documenten in orde te maken die nodig zijn bij de hypotheekaanvraag. Dat zegt de Vereniging van Banken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een originele werkgeversverklaring, aangifte inkomstenbelasting of overzicht pensioenopbouw. Op die manier gaat er bij de hypotheekaanvraag geen tijd verloren en kan de bank zo snel mogelijk een bindend hypotheek aanbod doen.

Op 14 juli 2016 is de Mortgage Credit Directive in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Door de nieuwe regels zijn hypotheekaanbieders sinds 14 juli 2016 verplicht een bindend hypotheekaanbod te verstrekken. Om dit bindende aanbod te kunnen uitbrengen moeten alle benodigde documenten voor de aanvraag aangeleverd en gecontroleerd zijn. Het bindende aanbod zorgt ervoor dat klanten meer zekerheid krijgen dat de bank de hypotheek verstrekt. Voor een verantwoorde hypotheekverstrekking zijn banken verplicht het hypotheekaanbod te toetsen op de dan geldende leennormen.

Hierdoor moeten klanten die in december 2017 een hypotheek aanvragen maar in januari 2018 een bindend aanbod krijgen, getoetst worden volgens de leennormen van 2018.  De overgangstermijn tot 1 februari die toezichthouder AFM vorig jaar eenmalig instelde en die voor banken goed werkbaar was, geldt dit jaar niet. Afhankelijk van de specifieke klantsituatie hebben de wijzigingen in de leennormen impact op de maximale leencapaciteit. Zo daalt de maximale hypotheek ten opzichte van de waarde van de woning (LTV) van 101 naar 100% en stijgt de tweeverdienersnorm van 60 naar 70%. De hypotheekadviseur kan klanten hier nader over informeren.

donderdag 19 oktober 2017

Voorschot voor MKB klanten met een rentederivaat

Een grote groep ABN klanten ontvangt de komende weken een brief met een aanbod voor een voorschot op de te verwachten compensatie voortvloeiend uit het Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB (Herstelkader). Het gaat om een voorschot ter hoogte van de te verwachten coulancevergoeding. 

Omdat de uitkomst van de herbeoordeling langer op zich laat wachten dan vooraf gedacht, biedt ABN AMRO deze klanten een voorschot aan. Het betreft klanten die rentederivaten hebben die in aanmerking komen voor herbeoordeling volgens de criteria van het Herstelkader en die in 2017 nog geen uitkomst zullen ontvangen.

De voorschotten gelden niet voor klanten die in staat van faillissement verkeren en/of in een gerechtelijke procedure met de bank zijn verwikkeld. Als een voorschot wordt geaccepteerd, wordt het bedrag uitgekeerd, of in mindering gebracht op openstaande vorderingen.

Als een klant akkoord gaat met het voorschot, wordt het geld binnen 4 tot 6 weken overgemaakt. Doordat de voorschotbrieven de komende weken worden verstuurd, kunnen klanten bij een akkoord dit jaar nog het geld ontvangen.

In augustus hebben klanten die in bijzonder beheer zitten reeds een aanbod voor een voorschot ontvangen. Begin oktober had zo’n 70% van deze klanten aangegeven het voorschot te accepteren. De eerste honderden klanten hebben het geld inmiddels ontvangen.

ABN AMRO biedt in een drietal situaties een voorschot aan. Meer informatie hierover en over de bijbehorende voorwaarden is te vinden in het nieuwsbericht van 30 juni 2017. Door voorschotten te bieden, kunnen vrijwel alle klanten in scope van het Herstelkader dit jaar (een deel van) het geld tegemoet zien waar zij onder het Herstelkader aanspraak op hebben. Klanten kunnen het voorschot vrijelijk besteden. Indien een klant later onverhoopt niet akkoord gaat met het uiteindelijke compensatievoorstel, of er is sprake geweest van een te ruim voorschot, dan wordt in onderling overleg bepaald hoe dit wordt opgelost.

Young eScientist Award voor onderzoek naar belastingontduiking

UvA-onderzoeker Frank Takes, verbonden aan de programmagroep CORPNET van het Amsterdam Institute for Social Science Research, heeft de Young eScientist Award gewonnen voor zijn onderzoek naar belastingontduiking door bedrijven via offshore finance.

Met name multinationals zijn vaak onderwerp van discussie omdat ze kapitaal verplaatsen naar jurisdicties waar zij niet zijn gevestigd, maar waar ze minder belasting betalen. Takes wil een interactief internetplatform ontwikkelen waarmee hij dit wereldwijde netwerk van offshore finance verder kan onderzoeken. De award ter waarde van 50.000 euro bestaat uit ondersteuning door eScience Research Engineers, specialisten in het ontwikkelen en toepassen van onderzoekssoftware. Daarmee vormt de prijs de start van een gezamenlijk onderzoeksproject.

De Young eScientist Award, een initiatief van het eScience Center (een samenwerking tussen NWO en SURF), is een aanmoediging voor een jonge wetenschapper die uitblinkt in eScience: de ontwikkeling of de toepassing van digitale technologie voor wetenschappelijk onderzoek.

woensdag 18 oktober 2017

ABN Amro begint met realtimeoverboekingen

ABN Amro begint volgende maand met het aanbieden van realtimebetalingen. Daarbij is het geld binnen tien seconden op de tegenrekening. Dat duurt nu nog in enkele uren tot dagen. Een beperkt aantal banken doet nu al mee met het Europese systeem om realtime-betalingen mogelijk te maken.

Over anderhalf jaar zal het mogelijk zijn om tussen alle banken snel geld over te maken, maar de banken moeten daarvoor de infrastructuur voor betalingen een grote update geven.

Triodos Bank mag nieuw kantoor bouwen op landgoed De Reehorst

Triodos Bank mag haar nieuwe kantoor bouwen op landgoed De Reehorst tussen NS-station Driebergen-Zeist en de A12 in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft alle bezwaren tegen het bestemmingsplan en tegen de omgevingsvergunning voor de bouw van het kantoor ongegrond verklaard. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (18 oktober 2017). Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Bezwaren Tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning waren de Stichting Milieuzorg Zeist en twee omwonenden in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij zijn het niet eens met de komst van het kantoor van Triodos op het landgoed. Volgens de Stichting Milieuzorg Zeist is er 'geen actuele regionale behoefte' aan het nieuwe kantoor en wordt het landgoed en de omgeving door het gebouw en de parkeervoorzieningen aangetast. De omwonenden zijn bang voor overlast van licht en geluid van de parkeerplaats.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft alle bezwaren ongegrond verklaard. Zij is van oordeel dat de gemeente voldoende heeft onderbouwd dat er een actuele regionale behoefte bestaat aan het nieuwe kantoor. Ook heeft de gemeente voldoende onderbouwd dat het landgoed en de omgeving niet onaanvaardbaar zullen worden aangetast door de aanwezigheid van het nieuwe gebouw en de parkeervoorzieningen. Met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak zijn het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning onherroepelijk geworden. Dat betekent dat het nieuwe kantoor kan worden gebouwd.

Aantal Nederlandse beleggers cryptovaluta dit jaar al meer dan verdubbeld

Nederland telt op dit moment 135.000 huishoudens die cryptovaluta bezitten. Vanaf het begin van dit jaar is een forse groei ingezet. Er zijn nu al twee keer zoveel huishoudens actief in cryptovaluta als een jaar geleden. Dit blijkt uit een onderzoek dat Kantar TNS (voorheen TNS NIPO) uitvoerde onder 35.379 huishoudens. Het is de eerste keer dat de omvang van deze markt zo grondig in kaart is gebracht.
 
Bezitters van cryptovaluta hebben beslist niet het profiel van de klassieke belegger in effecten. Ze zijn jonger en hebben nauwelijks een hoger inkomen dan niet-bezitters van cryptovaluta. Ook opleiding speelt nauwelijks een rol: 42% heeft hooguit een middelbare beroepsopleiding gevolgd. We kunnen wel stellen dat cryptovaluta een democratiserende belegging vormen. 

We zien dit ook terug in de bedragen die men investeerde toen men instapte: 43 procent heeft er hooguit 100 euro aan besteed. Beleggen in cryptovaluta heeft voor deze grote groep huishoudens dus meer het karakter van het kopen van een paar staatsloten. Zij worden ook niet hard geraakt op het moment dat koersen in elkaar zakken. Een bijna even grote groep is met een bedrag tussen de € 100 en € 1.000 ingestapt en slechts 15 procent investeerde grotere bedragen.
 
 Nederlanders stappen dus voorzichtig in cryptovaluta, al lijkt die voorzichtigheid dit jaar wat af te nemen. In het eerste kwartaal van 2017 stak 12 procent van de nieuwe beleggers er meer dan 1.000 euro in, terwijl in het derde kwartaal al 19 procent van de nieuwelingen dit deed. De hogere koersen hebben dus een aanzuigende werking en de volatiliteit schrikt in beperkte mate af. 

Klimaatkennis kan investeringsbeslissingen in een duurzame richting sturen

Onder meer door de Parijsovereenkomst van het VN Klimaatverdrag in 2015 en aanbevelingen van de Financial Stability Board van de G20 in 2016 neemt wereldwijd de bewustwording in de financiële sector van de risico’s van klimaatverandering snel toe.

Een dezer dagen nog vroeg De Nederlandse Bank aandacht voor klimaatrisico’s en het nieuwe regeerakkoord heeft een ambitieuze klimaatparagraaf. Niet alleen zijn er risico’s door fysieke schade aan vastgoed en industriële waardeketens, maar ook in toenemende mate voor investeringen in fossiele energie, de zogenaamde stranded assets.

In deze context gaf Rob Swart op 11 oktober een keynote presentatie over de risico’s van klimaatverandering voor een groep van zo’n 85 beleggers tijdens een Masterclass in Amsterdam over ‘Duurzaamheid - klimaatverandering, de risico’s én de kansen’. De masterclass werd georganiseerd door FondsNieuws, het grootste platform voor beleggingsprofessionals in Nederland en onderdeel van de Financieel Dagblad Mediagroep. Andere sprekers kwamen uit de hoek van nationale en internationale vermogensbeheerders en banken.

Rob Swart: “Het zou mij niets verbazen als de klimaatrisico’s voor investeringen niet meer invloed zullen hebben op het versnellen van de energietransitie dan de politiek. Ik heb in mijn verhaal ook vooral gewezen op de kansen die er zijn om winstgevend in duurzame en klimaatbestendige bedrijven te investeren.”

Hoewel de kennis om de klimaatrisico’s te beoordelen vaak wel bestaat, is die veelal niet beschikbaar in een vorm die voor investeerders bruikbaar is. Rob Swart: “Daarom werken wij aan methoden om die kennis beter toegankelijk te maken voor financiële instellingen, zoals in het project ClimInvest, waarin ESG-collega Karianne de Bruin samenwerkt met wetenschappelijke en financiële instellingen in Noorwegen en Frankrijk om de informatiekloof te dichten.” Tijdens en na de masterclass werden in dit kader contacten gelegd met diverse financiële instellingen.

Minister Dijsselbloem betrekt sector bij invulling nieuwe regels crowdfunding

Er komt een nieuw juridisch kader voor crowdfunding. Minister Dijsselbloem van Financiën nodigt betrokken partijen, zoals de grote crowdfundingplatformen en relevante advocatenkantoren uit om met hem na te denken over de invulling van dat kader.

De crowdfundingmarkt ontwikkelt zich snel en de regulering is nog beperkt. Zo zijn er voor crowdfunding in onderhandse leningen geen formele eisen aan onder meer consumentenbescherming en informatieverstrekking.

Toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft eerder gevraagd om nieuwe wetgeving, waardoor deze vorm van crowdfunding een duidelijker basis kan krijgen binnen de Wet financieel toezicht (Wft). Platformen voor onderhandse leningen hebben nu een ontheffing.

Crowdfunding is een innovatieve vorm van financiering waarbij een bedrijf of initiatief geld vraagt aan geïnteresseerden. Dat proces vindt plaats via een online crowdfundingplatform, waarbij de exploitant van het platform een bemiddelende rol speelt. De relatief laagdrempelige toegang maakt dat partijen via crowdfunding investeerders kunnen bereiken die bij traditionele financieringsvormen minder eenvoudig bereikt worden.

De markt voor crowdfunding groeit snel. Vorig jaar is voor 143 miljoen euro aan financiering gevonden via platformen die in Nederland onder financieel toezicht staan. In 2015 ging het om 90 miljoen, in 2013 slechts om 17 miljoen.

Crowdfunding in onderhandse leningen maakt 90 procent uit van de ruim 140 miljoen aan financiering. De overige 10 procent is crowdfunding in effecten. Er zijn op het moment ruim 50 platformen actief, waarvan de grootste tien een gezamenlijk marktaandeel hebben van 90 procent.
Crowdfundingplatformen zijn vaak kleine bedrijven, voor wie nieuwe regels verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Juist daarom hoopt Dijsselbloem hen in het voortraject al te betrekken bij het opstellen van de nieuwe regels. De minister streeft daarbij naar een balans tussen het behoud van toegang tot platformen en innovatie, met tegelijkertijd aandacht voor mogelijke risico’s en voor de bescherming van consumenten.

Geldautomaat kraken voor dummies

Onderzoekers van Kaspersky lab hebben malware voor geldautomaten ontdekt die openlijk op de DarkNet-markt wordt verkocht. Cutlet Maker bestaat uit drie componenten en maakt het leegtrekken van een geldautomaat mogelijk als de aanvaller erin slaagt fysieke toegang tot de machine te krijgen. Een ‘gereedschapsset’ waarmee miljoenen kunnen worden buitgemaakt, is te koop aangeboden voor slechts 5.000 dollar, inclusief gedetailleerde gebruikershandleiding.

De geldautomaat blijft een lucratief doelwit voor fraudeurs, die verschillende methoden toepassen om grote bedragen buit te maken. Waar sommigen vertrouwen op fysieke methoden met metalen snijgereedschappen, kiezen anderen voor malware-infecties waarmee geldautomaten van binnenuit kunnen worden gemanipuleerd. Hoewel het bestaan van tools voor het hacken van geldautomaten al jaren bekend is, blijkt uit de recente ontdekking dat malwaremakers steeds meer investeren in de ontwikkeling van tools voor criminelen die technologisch minder onderlegd zijn.

Cutlet Maker is te koop sinds 27 maart 2017, maar onderzoekers hebben vastgesteld dat de oerversie van het programma al in juni 2016 op de radar van de beveiligingscommunity verscheen, op een openbare multiscannerservice in Oekraïne en later ook in andere landen. Het is onduidelijk of de malware daadwerkelijk is gebruikt bij aanvallen, maar de richtlijnen bij de malwarekit bevatten video's die door de makers worden gepresenteerd als bewijs van het effect van de malware in de praktijk.

dinsdag 17 oktober 2017

Eerste Beleggingsfonds in CryptoValuta

Vandaag lanceert BitCapital haar beleggingsfonds. Een fonds dat een positie in de 10 grootste Cryptomunten inneemt om vervolgens de ‘buy and hold’ methode te hanteren.

BitCapital oprichter en oud beurshandelaar Eron Pieren zegt: “Het idee van dit fonds is ontstaan nadat ik voor allerlei vrienden Cryptomunten moest aanschaffen omdat zij zelf niet wisten hoe. Met deze lage rente is er behoefte aan alternatieve beleggingen. Doordat ik de blockchain technologie vanaf het eerste moment volg was ik voor velen het logische aanspreekpunt. Beleggen in cryptomunten is een uiterst volatiele aangelegenheid en daarom ook niet zonder enig risico. Beleg met geld dat je kan missen is – zoals bij elke belegging –het advies dat ik geef.’

Voordelen van het participeren in BitCapital is dat BitCapital de risico’s spreidt. Buiten dat BitCap belegt in de 10 grootste munten (in plaats van slechts 1), gebruikt het ook de beste eWallets (ipv slechts 1) en de goedkoopste brokers. Partijen die allemaal al jaren actief zijn in de blockchain technologie.

DEGIRO deelt de voordelen van het uitlenen van aandelen met de belegger

DEGIRO signaleert dat het uitlenen van effecten, als keuze, langzaam ingeburgerd raakt onder particuliere beleggers. Iets wat in de institutionele wereld al gemeengoed is. DEGIRO gaat de voorwaarden verder verbeteren en de inkomsten in de toekomst 50/50 met de klant delen.

Veel beleggingsfondsen, uitgevers van trackers (ETF’s), pensioenaanbieders en buitenlandse banken maken al gebruik van de mogelijkheid om aandelen uit te lenen. In ruil voor de uitgeleende effecten ontvangt de instelling een premie en een onderpand. Dit zijn vooral veilige effecten zoals overheidsobligaties. Het onderpand moet een hogere waarde hebben dan de waarde van de uitgeleende effecten.

Financiële instellingen lenen effecten uit omdat zij daarvoor een premie krijgen en dus inkomsten genereren. Uitlenen van effecten maakt prijsvorming in de markt efficiënter. Deze week gaf een Nederlandse beleggersbank aan de optie ook te gaan bieden. Dit is een positieve ontwikkeling. Men moet zich echter wel realiseren dat de inkomsten uit het uitlenen van effecten gering zijn. Net als de risico’s wanneer dit gedegen gebeurt. Dat DEGIRO gemiddeld 80 procent goedkoper is, komt volgens het bedrijf vooral door de efficiëntere IT omgeving met als gevolg lagere personeelskosten.

maandag 16 oktober 2017

Nieuw 'buitenlands' bloed voor ABN AMRO-team dat beursgangen begeleidt

ABN AMRO Equity Capital Markets (ECM) adviseert en begeleidt bedrijven die aandelen transacties doen op de kapitaalmarkten. Bijvoorbeeld door middel van een beursgang maar ook bij plaatsingen van bestaande aandelen. In de Benelux speelt ABN AMRO op dit terrein een leidende rol; de bank was de afgelopen jaren betrokken bij het overgrote deel van alle ECM transacties.

De verwachting naar de nabije toekomst is dat bedrijven de kapitaalmarkt zullen blijven zoeken. Om haar leidende rol verder uit te bouwen heeft ABN AMRO deze zomer een aantal ervaren bankiers aangetrokken. Het gaat om drie Nederlandse bankiers die hiervoor in het buitenland werkten.

Paul Huysmans, afkomstig van Deutsche Bank in Londen, wordt samen met Maarten Blomme verantwoordelijk voor het ECM team. Paul heeft ruim 17 jaar ECM ervaring, bij zowel Deutsche als bij Credit Suisse.

Arthur van Dijk, met eveneens 17 jaar ECM ervaring, wordt executive director in het ECM team. Hij maakt de stap vanuit Macquarie Capital in Hong Kong. Daarvoor werkte hij voor Morgan Stanley in Londen en Azië.

Tot slot is Julie Wakkie deze zomer begonnen als hoofd van ECM Syndicate team. Julie brengt ruim 12 jaar ECM ervaring mee en komt over vanuit Londen waar zij werkte voor Unicredit.

5,4 miljoen werkenden naar lager belastingtarief

Er zijn 5,4 miljoen werkenden waarvan het hoogste belastingtarief volgens het nieuwe regeerakkoord onder Rutte III omlaag zal gaan. Het gaat om 570 duizend personen die in de huidige vierde en hoogste schijf van de inkomstenbelasting vallen en 4,8 miljoen personen in de huidige tweede en derde schijf. Voor de 2,1 miljoen werkenden die (alleen) in de eerste schijf vallen, gaat het belastingtarief licht omhoog. Dit meldt het CBS naar aanleiding van vragen uit diverse media.

Van de werkenden die alleen in de eerste schijf vallen, gaat het tarief omhoog van 36,55 naar 36,93 procent. Ook de werkenden die nu in schijf twee en drie vallen, krijgen de komende jaren te maken met een tarief van 36,93 procent. Het huidige tarief is 40,40 procent. Voor de personen die in de hoogste schijf vallen, wordt het tarief verlaagd van 52,00 naar 49,50 procent. In plaats van vier zijn er voor personen tot de AOW-leeftijd straks twee schijven. Bij de berekeningen is er vanuit gegaan dat iedereen die in 2016 in schijf vier zit straks in de hoogste en tweede schijf valt en dat iedereen in schijf één tot en met drie terechtkomt in de lage eerste schijf.

In 2016 waren er 13,1 miljoen burgers met een belastbaar inkomen uit werk en woning. Daarvan vielen ruim 6,1 miljoen mensen in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. Alleen voor de 2,1 miljoen werkenden is op dit moment de tariefsverandering duidelijk. Van de 4 miljoen niet-werkende personen in deze schijf ontvingen 1,8 miljoen pensioen. Deze worden in het huidige stelsel tegen 18,65 procent belast. Uit het regeerakkoord is het nieuwe tarief voor deze groep niet af te leiden.

Circa 6,3 miljoen mensen vielen in de tweede en derde schijf van de huidige inkomstenbelasting. Daarvan ontvingen 1,2 miljoen personen pensioen en werkten bijna 4,8 miljoen. In de vierde en hoogste schijf van de huidige inkomstenbelasting vallen 660 duizend personen, waarvan 570 duizend met werk.


De huidige grens van de vierde schijf ligt bij een belastbaar inkomen van 66 421 euro. De toekomstige grens tussen de twee nieuwe schijven ligt volgens het regeerakkoord bij een belastbaar inkomen van circa 68 600 euro. Als mensen de AOW-leeftijd hebben bereikt, betalen ze niet langer AOW-premie. Voor deze groep zullen er drie schijven komen met het lage tarief zonder AOW-premie in de eerste schijf. De grenzen en tarieven van deze drie schijven zijn nog niet helemaal bekend.