Toen NN Group naar de beurs kwam was de boodschap aan beleggers dat het waarde zou creëren door kostenbesparingen en een aantrekkelijk dividend zou bieden. De overname van Delta Lloyd heeft daar niets aan veranderd. De vraag blijft wel: zit er ergens groei?
Op een dag voor investeerders gaf NN Group inzicht hoe het ervoor staat en hoe het bedrijf de toekomst tegemoet gaat. Punt 1 in de presentatie was een hard doel voor kostenbesparingen: 350 miljoen euro minder kosten in 2020 dan in 2016. De helft hiervan moet volgend jaar al zijn gerealiseerd. Volgens NN Group gaan de totale kosten over vier jaar met circa 17 procent omlaag.
Daarmee lijkt NN Group de lijn die was ingezet voor de fusie bijna rechtstreeks door te trekken. Bij de vorige investeerdersdag in 2015 was er al een kostenafname van 15 procent voorzien voor de Nederlandse delen van de organisatie.
donderdag 30 november 2017
Innovatie in kredietverstrekking leidt tot nieuwe aandachtspunten voor financiële sector en toezicht
De omvang van de markt voor geautomatiseerde kredietverstrekking voor bedrijfsleningen is op dit moment nog zeer beperkt, maar groeit snel. Een verdere groei leidt tot nieuwe aandachtspunten voor de financiële sector en het toezicht. DNB ziet drie uitgangspunten voor een veilige groei van innovatie in de bedrijfsleningenmarkt: voldoende inzicht in kredietrisico’s, rekening houden met onzekere voorspelkracht van geavanceerde kredietrisicomodellen en een effectieve bescherming van kleinzakelijke kredietnemers.
De aanvraag van bedrijfskredieten wordt steeds sneller en automatisch beoordeeld, dankzij de toegang tot grotere datasets en het gebruik van geavanceerde analysemethodes, zoals zelflerende algoritmes. Online platformen zijn in staat om binnen 24 uur kleine leningen te verstrekken aan het MKB, daar waar dit traditioneel ongeveer twee weken in beslag neemt. Het gaat hier doorgaans om de financiering van het werkkapitaal van kleine ondernemingen. Sinds 2013 is ruim EUR 5 miljard verstrekt door online platformen in Europa. Met minder dan 0,1% van het totaal uitstaande krediet, is de omvang van deze markt nog zeer beperkt. Tegelijkertijd groeit dit marktsegment snel.
De marktomvang is relatief eenvoudig schaalbaar dankzij het digitale karakter van de kredietverstrekking. Ook stappen banken en institutionele beleggers steeds vaker in als financiers van online platformen. Zo financieren banken en institutionele beleggers in het Verenigd Koninkrijk inmiddels de helft van de nieuwe leningen verstrekt via de vier grootste online platformen (zie figuur). In Nederland is er nog geen sprake van een dergelijke omvangrijke institutionele deelname in platformen. Nederlandse banken anticiperen wel op meer kredietverlening via online platformen, zowel in binnen- als buitenland, en ontplooien initiatieven op dit vlak.
De aanvraag van bedrijfskredieten wordt steeds sneller en automatisch beoordeeld, dankzij de toegang tot grotere datasets en het gebruik van geavanceerde analysemethodes, zoals zelflerende algoritmes. Online platformen zijn in staat om binnen 24 uur kleine leningen te verstrekken aan het MKB, daar waar dit traditioneel ongeveer twee weken in beslag neemt. Het gaat hier doorgaans om de financiering van het werkkapitaal van kleine ondernemingen. Sinds 2013 is ruim EUR 5 miljard verstrekt door online platformen in Europa. Met minder dan 0,1% van het totaal uitstaande krediet, is de omvang van deze markt nog zeer beperkt. Tegelijkertijd groeit dit marktsegment snel.
De marktomvang is relatief eenvoudig schaalbaar dankzij het digitale karakter van de kredietverstrekking. Ook stappen banken en institutionele beleggers steeds vaker in als financiers van online platformen. Zo financieren banken en institutionele beleggers in het Verenigd Koninkrijk inmiddels de helft van de nieuwe leningen verstrekt via de vier grootste online platformen (zie figuur). In Nederland is er nog geen sprake van een dergelijke omvangrijke institutionele deelname in platformen. Nederlandse banken anticiperen wel op meer kredietverlening via online platformen, zowel in binnen- als buitenland, en ontplooien initiatieven op dit vlak.
Oxfam: Zwitserland en Bermuda mogen niet ontbreken op zwarte lijst EU
De zwarte lijst van belastingparadijzen van de EU moet ten minste 35 landen omvatten, inclusief beruchte belastingparadijzen zoals Zwitserland en Bermuda, om effectief te zijn, zo stelt Oxfam Novib in haar nieuwe rapport vandaag. Naar verwachting publiceert de EU haar zwarte lijst begin december. Uit de analyse blijkt ook dat ten minste 4 EU-lidstaten, waaronder Nederland, op de zwarte lijst zouden worden geplaatst als de EU haar eigen criteria zou toepassen op de lidstaten.
Oxfam Novib verwacht dat op de officiële zwarte lijst van de EU die volgende week verwacht wordt, waarschijnlijk de belangrijkste belastingparadijzen niet voorkomen. Dit als gevolg van politieke druk, van binnen en buiten de EU. De EU is momenteel bezig met het opstellen van een zwarte lijst voor belastingparadijzen, waarbij 92 landen en andere rechtsgebieden worden geanalyseerd op basis van drie criteria, waaronder belastingtransparantie en beleid dat grootschalige winstverschuiving stimuleert. Deze criteria worden door de EU echter niet toegepast op EU-lidstaten, wat betekent dat grote belastingparadijzen, zoals Nederland, zullen ontbreken op de officiële EU-lijst.
Oxfam Novib heeft in haar rapport, Blacklist or Whitewash ?, de EU-criteria toegepast op de 92 landen die door de EU zijn onderzocht, evenals op de 28 EU-lidstaten. Volgens deze analyse moeten ten minste 35 niet-EU-landen worden opgenomen in de zwarte lijst van belastingparadijzen van EU en 4 EU-lidstaten: Ierland, Luxemburg, Nederland en Malta.
Oxfam Novib waarschuwt voor de mogelijkheid dat de EU-lidstaten, ongeacht deze duidelijke bevindingen, een zwakke of zelfs lege zwarte lijst zullen opstellen. De zwarte lijst wordt door de EU in het geheim opgesteld. Daardoor is openbare controle, voorafgaand aan publicatie, hiervan onmogelijk. EU-voorzitter Malta heeft openlijk gepleit voor een lege zwarte lijst. Na een ontmoeting met de EU-ministers van Financiën heeft de Zwitserse regering ook publiekelijk verklaard dat zij niet verwacht dat het land op de zwarte lijst zal worden gezet.
Esmé Berkhout, belastingexpert Oxfam Novib: "Ons rapport laat zien hoe een robuuste zwarte lijst van belastingparadijzen eruit zou zien als de EU objectief zou werken met haar eigen criteria, vrij van politieke druk. Het hele proces is echter omgeven door geheimhouding, waardoor burgers in het duister tasten en belastingparadijzen de vrijheid hebben om hun politieke en economische invloed te gebruiken om niet op de zwarte lijst voor te komen. “
"Als de EU zich inzet voor het beëindigen van belastingschandalen zoals naar voren kwam uit de Paradise Papers, is een objectieve zwarte lijst voor belastingparadijzen een belangrijke stap. EU-regeringen hebben de keuze tussen het beëindigen van de schadelijke gevolgen van belastingparadijzen voor zowel de EU als ontwikkelingslanden - of het witwassen van belastingparadijzen, “ aldus Berkhout.
Sommige belastingparadijzen blijken duidelijk absurde inkomsten te verkrijgen uit royalty's, rente en andere diensten. Voor Bermuda - thuisbasis van Appleby, het bedrijf dat de hoofdrol speelt in de Paradise Papers – gaat het om een waarde van ongeveer 4,5 keer het BBP, voor de Bahamas is dat meer dan 2 keer hun BBP.
"Belastingparadijzen maken belastingontwijking op industriële schaal mogelijk. Ze beroven landen honderden miljarden dollars, wat armoede en ongelijkheid aanwakkert. EU-regeringen moeten de belangen van hun mensen boven die van belastingparadijzen en multinationals stellen als ze de kloof tussen arm en rijk willen dichten, “ zo stelt Berkhout.
Oxfam Novib verwacht dat op de officiële zwarte lijst van de EU die volgende week verwacht wordt, waarschijnlijk de belangrijkste belastingparadijzen niet voorkomen. Dit als gevolg van politieke druk, van binnen en buiten de EU. De EU is momenteel bezig met het opstellen van een zwarte lijst voor belastingparadijzen, waarbij 92 landen en andere rechtsgebieden worden geanalyseerd op basis van drie criteria, waaronder belastingtransparantie en beleid dat grootschalige winstverschuiving stimuleert. Deze criteria worden door de EU echter niet toegepast op EU-lidstaten, wat betekent dat grote belastingparadijzen, zoals Nederland, zullen ontbreken op de officiële EU-lijst.
Oxfam Novib heeft in haar rapport, Blacklist or Whitewash ?, de EU-criteria toegepast op de 92 landen die door de EU zijn onderzocht, evenals op de 28 EU-lidstaten. Volgens deze analyse moeten ten minste 35 niet-EU-landen worden opgenomen in de zwarte lijst van belastingparadijzen van EU en 4 EU-lidstaten: Ierland, Luxemburg, Nederland en Malta.
Oxfam Novib waarschuwt voor de mogelijkheid dat de EU-lidstaten, ongeacht deze duidelijke bevindingen, een zwakke of zelfs lege zwarte lijst zullen opstellen. De zwarte lijst wordt door de EU in het geheim opgesteld. Daardoor is openbare controle, voorafgaand aan publicatie, hiervan onmogelijk. EU-voorzitter Malta heeft openlijk gepleit voor een lege zwarte lijst. Na een ontmoeting met de EU-ministers van Financiën heeft de Zwitserse regering ook publiekelijk verklaard dat zij niet verwacht dat het land op de zwarte lijst zal worden gezet.
Esmé Berkhout, belastingexpert Oxfam Novib: "Ons rapport laat zien hoe een robuuste zwarte lijst van belastingparadijzen eruit zou zien als de EU objectief zou werken met haar eigen criteria, vrij van politieke druk. Het hele proces is echter omgeven door geheimhouding, waardoor burgers in het duister tasten en belastingparadijzen de vrijheid hebben om hun politieke en economische invloed te gebruiken om niet op de zwarte lijst voor te komen. “
"Als de EU zich inzet voor het beëindigen van belastingschandalen zoals naar voren kwam uit de Paradise Papers, is een objectieve zwarte lijst voor belastingparadijzen een belangrijke stap. EU-regeringen hebben de keuze tussen het beëindigen van de schadelijke gevolgen van belastingparadijzen voor zowel de EU als ontwikkelingslanden - of het witwassen van belastingparadijzen, “ aldus Berkhout.
Sommige belastingparadijzen blijken duidelijk absurde inkomsten te verkrijgen uit royalty's, rente en andere diensten. Voor Bermuda - thuisbasis van Appleby, het bedrijf dat de hoofdrol speelt in de Paradise Papers – gaat het om een waarde van ongeveer 4,5 keer het BBP, voor de Bahamas is dat meer dan 2 keer hun BBP.
"Belastingparadijzen maken belastingontwijking op industriële schaal mogelijk. Ze beroven landen honderden miljarden dollars, wat armoede en ongelijkheid aanwakkert. EU-regeringen moeten de belangen van hun mensen boven die van belastingparadijzen en multinationals stellen als ze de kloof tussen arm en rijk willen dichten, “ zo stelt Berkhout.
AFM verwacht van marktpartijen dat zij per 3 januari 2018 aan MiFID II voldoen
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) verwacht van marktpartijen een maximale inspanning opdat ze per 3 januari 2018 voldoen aan de verplichtingen van MiFID II. De AFM zal in haar toezicht op MiFID II vanaf 3 januari 2018 de nadruk leggen op beleggersbescherming en het doorvoeren van waarborgen voor het goed functioneren van kapitaalmarkten.
Op het gebied van beleggersbescherming zullen kostentransparantie en productontwikkeling belangrijke speerpunten van toezicht zijn. Daarnaast zal de AFM blijvend aandacht besteden aan onderwerpen als vakbekwaamheid, informatieverstrekking, kwaliteit beleggingsdienstverlening en provisies. Op het gebied van kapitaalmarkten zullen in elk geval transactierapportage, transparantie van de markt en regelgeving gericht op een ordelijke marktstructuur, speerpunten van het MiFID II-toezicht van de AFM zijn.
De AFM gaat ervan uit dat marktpartijen vanaf 3 januari 2018 voldoen aan de verplichtingen van MiFID II. De AFM kan enige ruimte betrachten daar waar regelgeving zodanig laat beschikbaar is gekomen, dat van marktpartijen in redelijkheid niet kan worden verwacht dat zij per 3 januari 2018 hier aan voldoen. In dat geval moeten individuele marktpartijen kunnen aantonen dat dit voor hen geldt en dat zij alle noodzakelijke stappen hebben gezet om zo tijdig mogelijk compliant te zijn met MiFID II. De AFM zal bij het toezicht hierop proportioneel handelen.
“MiFID II is een belangrijke volgende stap in het verbeteren van de werking van de financiële markten in Europa en Nederland. De financiële marktpartijen hebben, net als de AFM, veel werk verricht om op tijd klaar te zijn.” zegt Gerben Everts, bestuurder van de AFM. “Uiteindelijk zal het er om gaan dat deze partijen de nieuwe en aangescherpte regels vanuit overtuiging oppakken. En wel op zo’n manier dat beleggers altijd goed worden beschermd en de integriteit en stabiliteit van de financiële markten staan als een huis.”
Op het gebied van beleggersbescherming zullen kostentransparantie en productontwikkeling belangrijke speerpunten van toezicht zijn. Daarnaast zal de AFM blijvend aandacht besteden aan onderwerpen als vakbekwaamheid, informatieverstrekking, kwaliteit beleggingsdienstverlening en provisies. Op het gebied van kapitaalmarkten zullen in elk geval transactierapportage, transparantie van de markt en regelgeving gericht op een ordelijke marktstructuur, speerpunten van het MiFID II-toezicht van de AFM zijn.
De AFM gaat ervan uit dat marktpartijen vanaf 3 januari 2018 voldoen aan de verplichtingen van MiFID II. De AFM kan enige ruimte betrachten daar waar regelgeving zodanig laat beschikbaar is gekomen, dat van marktpartijen in redelijkheid niet kan worden verwacht dat zij per 3 januari 2018 hier aan voldoen. In dat geval moeten individuele marktpartijen kunnen aantonen dat dit voor hen geldt en dat zij alle noodzakelijke stappen hebben gezet om zo tijdig mogelijk compliant te zijn met MiFID II. De AFM zal bij het toezicht hierop proportioneel handelen.
“MiFID II is een belangrijke volgende stap in het verbeteren van de werking van de financiële markten in Europa en Nederland. De financiële marktpartijen hebben, net als de AFM, veel werk verricht om op tijd klaar te zijn.” zegt Gerben Everts, bestuurder van de AFM. “Uiteindelijk zal het er om gaan dat deze partijen de nieuwe en aangescherpte regels vanuit overtuiging oppakken. En wel op zo’n manier dat beleggers altijd goed worden beschermd en de integriteit en stabiliteit van de financiële markten staan als een huis.”
woensdag 29 november 2017
Online bank bunq lanceert Dual PIN en groepslidmaatschappen
Onlinebank bunq kondigt een groot aantal nieuwe diensten aan, waaronder DUAL PIN en groepslidmaatschap. In zijn openingskeynote morgenochtend bij Emerce eFinancials zal softwareontwikkelaar Nicola Parrello de nieuwe mogelijkheden nader toelichten.
bunq biedt gebruikers voortaan de mogelijkheid om direct geld op te halen voor creatieve projecten, cadeaus of andere ideeën via een persoonlijke webpagina. Deze pagina kan gemakkelijk en binnen een paar seconden opgezet worden in de app, waarna deze gedeeld kan worden met vrienden, familie of onbekenden. Iedereen kan vervolgens direct geld ontvangen vanaf een bunq-rekening via iDEAL of Sofort.
Gebruikers van bunq kunnen verder binnen enkele seconden rekeningen openen met meerdere personen, zonder bergen met papierwerk te hoeven invullen en zonder dat ze hiervoor een bankkantoor dienen te bezoeken.
bunq biedt gebruikers voortaan de mogelijkheid om direct geld op te halen voor creatieve projecten, cadeaus of andere ideeën via een persoonlijke webpagina. Deze pagina kan gemakkelijk en binnen een paar seconden opgezet worden in de app, waarna deze gedeeld kan worden met vrienden, familie of onbekenden. Iedereen kan vervolgens direct geld ontvangen vanaf een bunq-rekening via iDEAL of Sofort.
Gebruikers van bunq kunnen verder binnen enkele seconden rekeningen openen met meerdere personen, zonder bergen met papierwerk te hoeven invullen en zonder dat ze hiervoor een bankkantoor dienen te bezoeken.
Bitcoin leeft vooral in de Randstad
In Nederland is voor ruim 25 miljoen euro aan bitcoins aangekocht in de eerste drie kwartalen van 2017 tegen een gemiddelde aankoopboers van 2300 euro. Dat blijkt uit een analyse van bitcoinbedrijf BTC Direct.
De interesse komt vooral van Randstedelingen. Bijna 30 procent van alle bitcointransacties via BTC Direct zijn uitgevoerd door inwoners van Noord-Holland. Zij waren goed voor 12.500 transacties in de eerste helft van 2017. Binnen de provincie zijn bitcoins het meest populair in Amsterdam (7700 transacties). Daarna volgen Haarlem en Hilversum.
De nationale nummer twee is Rotterdam en Den Haag eindigt als derde.
Gemiddeld koopt een Nederlander 0,25 bitcoin tijdens een aankoop. Noord Brabant loopt voorop met 0,29 bitcoin per transactie. In Friesland ligt het gemiddelde aankoopbedrag het laagst met 0,18 BTC.
De interesse komt vooral van Randstedelingen. Bijna 30 procent van alle bitcointransacties via BTC Direct zijn uitgevoerd door inwoners van Noord-Holland. Zij waren goed voor 12.500 transacties in de eerste helft van 2017. Binnen de provincie zijn bitcoins het meest populair in Amsterdam (7700 transacties). Daarna volgen Haarlem en Hilversum.
De nationale nummer twee is Rotterdam en Den Haag eindigt als derde.
Gemiddeld koopt een Nederlander 0,25 bitcoin tijdens een aankoop. Noord Brabant loopt voorop met 0,29 bitcoin per transactie. In Friesland ligt het gemiddelde aankoopbedrag het laagst met 0,18 BTC.
Innovatie Fonds Rabobank helpt startups
Rabobank lanceert een nieuwe financieringsoplossing om startups al in hun opstartfase financieel te ondersteunen: het Innovatie Fonds Rabobank (IFR).
Startende ondernemers kunnen al in de fase van ideevorming in aanmerking komen voor een zogenoemde achtergestelde innovatie lening (AIL). In deze fase kunnen ze doorgaans nog geen lening krijgen, omdat ze nog geen bewezen resultaat en onvoldoende cashflow hebben. Rabobank reserveert per jaar 20 miljoen euro voor dit fonds om innoverend Nederland te stimuleren.
Vanuit het IFR verstrekt Rabobank achtergestelde leningen tussen 25.000 en 150.000 euro aan bv’s. Bijzonder aan deze leningen is dat dat de ondernemer geen zekerheden hoeft te geven. De eerste twee jaar van de lening zijn aflossingsvrij. Daarna lost de ondernemer jaarlijks een vast bedrag af. Na zeven jaar resteert nog de helft van het geleende bedrag, wat dan ineens moet worden afgelost.
Startende ondernemers kunnen al in de fase van ideevorming in aanmerking komen voor een zogenoemde achtergestelde innovatie lening (AIL). In deze fase kunnen ze doorgaans nog geen lening krijgen, omdat ze nog geen bewezen resultaat en onvoldoende cashflow hebben. Rabobank reserveert per jaar 20 miljoen euro voor dit fonds om innoverend Nederland te stimuleren.
Vanuit het IFR verstrekt Rabobank achtergestelde leningen tussen 25.000 en 150.000 euro aan bv’s. Bijzonder aan deze leningen is dat dat de ondernemer geen zekerheden hoeft te geven. De eerste twee jaar van de lening zijn aflossingsvrij. Daarna lost de ondernemer jaarlijks een vast bedrag af. Na zeven jaar resteert nog de helft van het geleende bedrag, wat dan ineens moet worden afgelost.
ABN AMRO MeesPierson verlaagt positie Europese aandelen
ABN AMRO MeesPierson heeft de positie in Europese aandelen teruggebracht van overwogen naar neutraal. De private bank van ABN AMRO doet dit ten gunste van Amerikaanse aandelen, waarvan de onderweging licht is verminderd. ABN AMRO MeesPierson benadrukt dat het om zeer beperkte wijzigingen gaat. De overwogen positie in opkomend Azië blijft intact. In de asset allocatie heeft de bank geen wijzigingen aangebracht. De bank blijft overwogen in aandelen en liquide middelen, en fors onderwogen in obligaties.
Ben Steinebach, Hoofd Beleggingsstrategie bij ABN AMRO MeesPierson: "De cyclische achterstand van Europa is grotendeels ingelopen. Bovendien is recent gebleken dat Amerikaanse bedrijven de verwachtingen meer hebben overtroffen dan de Europese bedrijven. Daarnaast neemt het risico op een verkrappend ECB-beleid toe en komt de Brexit dichterbij. Daarom hebben we de overweging Europese aandelen teruggebracht naar neutraal en de Amerikaanse onderweging wat verminderd."
In de huidige, gunstige wereldeconomie handhaaft ABN AMRO MeesPierson de bestaande overweging in aandelen, hoewel er altijd risico's blijven bestaan. Daarbij doelt de private bank bijvoorbeeld op de mogelijkheid van een aantrekkende (Amerikaanse) inflatie of een sterker dan algemeen verwachte teruggang van de Chinese economie. Ook kunnen de centrale banken hun beleid verder aanscherpen. ABN AMRO schat deze risico's in als beperkt en verwacht dat die zich niet allemaal tegelijkertijd zullen voordoen. Steinebach: "In de huidige, gematigde overweging is voldoende rekening gehouden met risico's, zeker na onze gedeeltelijke winstneming van vorige maand. We moeten ook alert blijven op kansen en de huidige overweging in aandelen wordt daarom onder meer gerechtvaardigd door de solide macro-economische ontwikkeling, de robuuste winstgroei van bedrijven en de gestegen maar niet overdreven waardering van aandelen."
ABN AMRO MeesPierson blijft overwogen in de meer cyclische sectoren industrie en luxe goederen & diensten. De private bank verwacht dat deze sectoren meer dan gemiddeld zullen profiteren van de gunstige macro-economische omgeving. Daarnaast blijft ABN AMRO MeesPierson onderwogen in de meer defensieve sectoren telecom en consumptiegoederen (voeding- en genotsmiddelen). Voor de overige sectoren blijft de bank neutraal.=
De private bank verwacht dat de kapitaalrente komend jaar in beperkte mate stijgt. Met daarbij ook het historisch lage renteniveau in ogenschouw nemend, vindt ABN AMRO MeesPierson het gerechtvaardigd om de forse onderweging van obligaties in de portefeuille te handhaven. Deze onderweging geldt volledig voor overheidsobligaties van ontwikkelde markten. Voor de rest van de obligatieportefeuille zoekt ABN AMRO MeesPierson bewust naar segmenten die wat extra rendement kunnen bieden, zoals de overheidsschuld van opkomende landen. Ook in de bedrijfsobligatiemarkt denkt de bank extra rendement te kunnen behalen voor haar klanten.
Ben Steinebach, Hoofd Beleggingsstrategie bij ABN AMRO MeesPierson: "De cyclische achterstand van Europa is grotendeels ingelopen. Bovendien is recent gebleken dat Amerikaanse bedrijven de verwachtingen meer hebben overtroffen dan de Europese bedrijven. Daarnaast neemt het risico op een verkrappend ECB-beleid toe en komt de Brexit dichterbij. Daarom hebben we de overweging Europese aandelen teruggebracht naar neutraal en de Amerikaanse onderweging wat verminderd."
In de huidige, gunstige wereldeconomie handhaaft ABN AMRO MeesPierson de bestaande overweging in aandelen, hoewel er altijd risico's blijven bestaan. Daarbij doelt de private bank bijvoorbeeld op de mogelijkheid van een aantrekkende (Amerikaanse) inflatie of een sterker dan algemeen verwachte teruggang van de Chinese economie. Ook kunnen de centrale banken hun beleid verder aanscherpen. ABN AMRO schat deze risico's in als beperkt en verwacht dat die zich niet allemaal tegelijkertijd zullen voordoen. Steinebach: "In de huidige, gematigde overweging is voldoende rekening gehouden met risico's, zeker na onze gedeeltelijke winstneming van vorige maand. We moeten ook alert blijven op kansen en de huidige overweging in aandelen wordt daarom onder meer gerechtvaardigd door de solide macro-economische ontwikkeling, de robuuste winstgroei van bedrijven en de gestegen maar niet overdreven waardering van aandelen."
ABN AMRO MeesPierson blijft overwogen in de meer cyclische sectoren industrie en luxe goederen & diensten. De private bank verwacht dat deze sectoren meer dan gemiddeld zullen profiteren van de gunstige macro-economische omgeving. Daarnaast blijft ABN AMRO MeesPierson onderwogen in de meer defensieve sectoren telecom en consumptiegoederen (voeding- en genotsmiddelen). Voor de overige sectoren blijft de bank neutraal.=
De private bank verwacht dat de kapitaalrente komend jaar in beperkte mate stijgt. Met daarbij ook het historisch lage renteniveau in ogenschouw nemend, vindt ABN AMRO MeesPierson het gerechtvaardigd om de forse onderweging van obligaties in de portefeuille te handhaven. Deze onderweging geldt volledig voor overheidsobligaties van ontwikkelde markten. Voor de rest van de obligatieportefeuille zoekt ABN AMRO MeesPierson bewust naar segmenten die wat extra rendement kunnen bieden, zoals de overheidsschuld van opkomende landen. Ook in de bedrijfsobligatiemarkt denkt de bank extra rendement te kunnen behalen voor haar klanten.
dinsdag 28 november 2017
97 Money mules in Nederland opgespoord
In een internationale actie naar witwassen zijn in Nederland 97 money mules opgespoord. Zij hadden hun rekening beschikbaar gesteld voor andere criminelen. Het totale geldbedrag dat op deze rekeningen is gestort, is bijna vijf miljoen euro.
Afgelopen week voerden verschillende handhavingsinstanties en justitiële diensten voor het derde achtereenvolgende jaar een gezamenlijke internationale actie uit, gericht op het aanpakken van money mules.
De Nederlandse politie in de hoedanigheid van Electronic Crimes Task Force (ECTF), coördineerde deze actie in samenwerking met het LMIO, het OM, Europol en Eurojust. Aan deze actie werkten 257 banken en private partijen mee. De ECTF is een samenwerkingsverband tussen politie, OM, de Nederlandse grootbanken (ING, Rabobank, ABN Amro, de Volksbank) en International Card Services (ICS).
In Nederland participeerden in totaal acht eenheden aan de actie. Het gaat om de eenheden Limburg, Midden Nederland, Den Haag, Rotterdam, Zeeland West-Brabant, Noord-Holland en Amsterdam en de Landelijke Eenheid. Er zijn 97 money mules verspreid in Nederland opgespoord waarvan er 18 personen zijn aangehouden. De verwachting is dat er nog meer verdachten aangehouden zullen worden.
Afgelopen week voerden verschillende handhavingsinstanties en justitiële diensten voor het derde achtereenvolgende jaar een gezamenlijke internationale actie uit, gericht op het aanpakken van money mules.
De Nederlandse politie in de hoedanigheid van Electronic Crimes Task Force (ECTF), coördineerde deze actie in samenwerking met het LMIO, het OM, Europol en Eurojust. Aan deze actie werkten 257 banken en private partijen mee. De ECTF is een samenwerkingsverband tussen politie, OM, de Nederlandse grootbanken (ING, Rabobank, ABN Amro, de Volksbank) en International Card Services (ICS).
In Nederland participeerden in totaal acht eenheden aan de actie. Het gaat om de eenheden Limburg, Midden Nederland, Den Haag, Rotterdam, Zeeland West-Brabant, Noord-Holland en Amsterdam en de Landelijke Eenheid. Er zijn 97 money mules verspreid in Nederland opgespoord waarvan er 18 personen zijn aangehouden. De verwachting is dat er nog meer verdachten aangehouden zullen worden.
Beleggingsapp BUX haalt 1,2 miljoen euro op via crowdfunding
De Nederlandse beleggingsapp BUX heeft via het crowdfundingplatform Seedrs in slechts twee weken een totaalbedrag van 1,2 miljoen euro opgehaald.
De crowdfunding volgt na een vierde investeringsronde in oktober dit jaar. Die werd geleid door de Duitse investeerder Holtzbrinck Ventures. Ook Velocity Capital steunde deze ronde, evenals diverse angel investors waaronder voormalig Booking.com CMO Arthur Kosten en Thierry Schaap, medeoprichter van BinckBank. BUX bedenker Nick Bortot is een van de mensen achter beleggingsbank Binck.
De crowdfunging trok 2047 investeerders uit zowel de eigen BUX gemeenschap als daarbuiten. Zij kregen de kans om onder dezelfde voorwaarden in BUX te investeren als enkele grote Europese investeringsmaatschappijen.
De crowdfunding volgt na een vierde investeringsronde in oktober dit jaar. Die werd geleid door de Duitse investeerder Holtzbrinck Ventures. Ook Velocity Capital steunde deze ronde, evenals diverse angel investors waaronder voormalig Booking.com CMO Arthur Kosten en Thierry Schaap, medeoprichter van BinckBank. BUX bedenker Nick Bortot is een van de mensen achter beleggingsbank Binck.
De crowdfunging trok 2047 investeerders uit zowel de eigen BUX gemeenschap als daarbuiten. Zij kregen de kans om onder dezelfde voorwaarden in BUX te investeren als enkele grote Europese investeringsmaatschappijen.
Greenchoice duizendste deelnemer circulair geld
Duurzame energieleverancier Greenchoice is deze maand verwelkomd als duizendste deelnemer van Circuit Nederland. Circuit Nederland is een snelgroeiend netwerk van bedrijven en particulieren die een eigen betaalmiddel, circulair geld, gebruiken voor onderlinge transacties. Greenchoice is lid geworden van United Economy, één van de bij Circuit Nederland aangesloten initiatieven. United Economy is een coöperatie waarin duurzame organisaties elkaar betalen met de circulaire munt United. Organisaties als Triodos Bank en Kyotolease gingen Greenchoice in dit netwerk al voor.
Over het algemeen worden bedrijven lid van Circuit Nederland om lokale handel te stimuleren en zo onnodig transport te vermijden. En ook om voor de eigen regio met een eigen regionale munteenheid meer kansen en omzet te creëren. Voor Greenchoice is de deelname aan circulair geld vooral ingegeven vanuit de duurzame missie om Nederland steeds groener te maken. De duurzame partijen binnen het netwerk United Economy betalen elkaar met de circulaire munt United. Eén United staat gelijk aan één euro. Zo bouwen de partners binnen het netwerk samen aan een eerlijke, sociale en groene economie.
Als eerste stap zal Greenchoice met enkele bedrijven binnen United Economy onderzoeken hoe zij hun energierekening kunnen gaan betalen met de United. Als dat naar tevredenheid werkt, kunnen ook andere bedrijven van United Economy gaan betalen met de circulaire munt.
Over het algemeen worden bedrijven lid van Circuit Nederland om lokale handel te stimuleren en zo onnodig transport te vermijden. En ook om voor de eigen regio met een eigen regionale munteenheid meer kansen en omzet te creëren. Voor Greenchoice is de deelname aan circulair geld vooral ingegeven vanuit de duurzame missie om Nederland steeds groener te maken. De duurzame partijen binnen het netwerk United Economy betalen elkaar met de circulaire munt United. Eén United staat gelijk aan één euro. Zo bouwen de partners binnen het netwerk samen aan een eerlijke, sociale en groene economie.
Als eerste stap zal Greenchoice met enkele bedrijven binnen United Economy onderzoeken hoe zij hun energierekening kunnen gaan betalen met de United. Als dat naar tevredenheid werkt, kunnen ook andere bedrijven van United Economy gaan betalen met de circulaire munt.
maandag 27 november 2017
Contactloos betalen met smartphone heeft in Nederland 320.000 gebruikers
Er zijn in Nederland 320.000 bankklanten die hun smartphone gebruiken om contactloos te betalen. Betaalvereniging Nederland heeft het aantal gebruikers bekendgemaakt tegenover Tweakers. Volgens woordvoerder Berend Jan Beugel waren er op 1 november bij de betrokken banken 320.000 Android-apps gekoppeld aan een betaalrekening en in gebruik. In Nederland is ruim driekwart van alle betaalautomaten geschikt voor contactloos betalen en in de loop van 2019 moet dat gelden voor alle bemande betaalautomaten in Europa.
Financieel Stabiliteitscomité roept kredietverstrekkers op tot gerichte aanpak aflossingsvrije hypotheken
Het Financieel Stabiliteitscomité heeft in zijn vergadering van 14 november 2017 gesproken over de risico’s van aflossingsvrije hypotheken. Naar aanleiding daarvan roept het comité kredietverstrekkers op een gerichte aanpak te ontwikkelen en intermediairs daarbij te betrekken. Daarnaast besprak het comité de plannen uit het regeerakkoord gericht op een meer gelijke fiscale behandeling van vreemd en eigen vermogen en de belangrijkste actuele stabiliteitsrisico’s.
Meer dan de helft van de hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens bestaat uit aflossingsvrije leningen. Omdat op deze leningen niet regulier wordt afgelost, kunnen aan het einde van de looptijd ervan problemen ontstaan. Huishoudens kunnen te maken krijgen met hogere hypotheekuitgaven in combinatie met een lager (pensioen)inkomen, en daardoor ongewild hun huis moeten verkopen. Op het niveau van individuele huishoudens verschillen de risico’s sterk. Door tijdig hun financiële situatie in kaart te brengen en indien nodig maatregelen te treffen, kunnen huishoudens eventuele toekomstige problemen voorkomen. Kredietverstrekkers en intermediairs spelen een belangrijke rol bij het informeren van klanten over de risico’s en het aandragen van mogelijke oplossingen, zoals extra aflossen en het verkleinen van het aflossingsvrije deel van de hypotheek.
Binnen de huidige aanpak brengen de 4 grootste banken de meest risicovolle klanten in kaart en zetten zij zich in om deze klanten te activeren. Het comité verwelkomt dit, maar constateert dat deze aanpak verder kan worden ontwikkeld en breder moet worden toegepast. Het comité roept alle kredietverstrekkers daarom op een gerichte aanpak te ontwikkelen.
Het comité heeft al eerder benadrukt dat een meer gelijke fiscale behandeling van vreemd en eigen vermogen wenselijk is, om prikkels tot overmatige schuldfinanciering te verminderen. In dit kader heeft het comité kennis genomen van het voornemen van het kabinet om de fiscale renteaftrek over vreemd vermogen boven 92% van het balanstotaal te beperken. Het comité heeft van gedachten gewisseld over de gevolgen van deze maatregel voor de financiële stabiliteit. Afhankelijk van de precieze uitwerking kan de maatregel de spanning tussen het fiscale regime en het toezichtregime verminderen. Aandachtspunten hierbij zijn het voorkomen van ontwijking door internationale ondernemingen, die vreemd en eigen vermogen over landsgrenzen kunnen verplaatsen, en de precieze wijze waarop de renteaftrek boven de grens van 92% wordt beperkt. Het comité benadrukt dan ook dat een zorgvuldige uitwerking van deze maatregel belangrijk is.
Het comité stelt vast dat onder de gunstige macro-financiële ontwikkelingen de nodige kwetsbaarheden schuilgaan, die kunnen worden blootgelegd bij een plotselinge omslag in het marktsentiment of een stijging van de rente. Het monitoren van de ontwikkelingen op de Nederlandse woningmarkt blijft een belangrijk aandachtspunt voor het comité. Vooralsnog worden de sterke huizenprijsstijgingen niet gedreven door excessieve kredietgroei. Het achterblijvend aanbod van koopwoningen en huurwoningen in het middensegment en een grotere rol voor beleggers dragen wel bij aan de prijsstijgingen. Gelet op de huidige ontwikkelingen op de woning- en vastgoedmarkten is het des te belangrijker dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van woning- en vastgoedtaxaties geborgd is. Wetgeving voor taxateurs kan hiervoor zorgen.
Meer dan de helft van de hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens bestaat uit aflossingsvrije leningen. Omdat op deze leningen niet regulier wordt afgelost, kunnen aan het einde van de looptijd ervan problemen ontstaan. Huishoudens kunnen te maken krijgen met hogere hypotheekuitgaven in combinatie met een lager (pensioen)inkomen, en daardoor ongewild hun huis moeten verkopen. Op het niveau van individuele huishoudens verschillen de risico’s sterk. Door tijdig hun financiële situatie in kaart te brengen en indien nodig maatregelen te treffen, kunnen huishoudens eventuele toekomstige problemen voorkomen. Kredietverstrekkers en intermediairs spelen een belangrijke rol bij het informeren van klanten over de risico’s en het aandragen van mogelijke oplossingen, zoals extra aflossen en het verkleinen van het aflossingsvrije deel van de hypotheek.
Binnen de huidige aanpak brengen de 4 grootste banken de meest risicovolle klanten in kaart en zetten zij zich in om deze klanten te activeren. Het comité verwelkomt dit, maar constateert dat deze aanpak verder kan worden ontwikkeld en breder moet worden toegepast. Het comité roept alle kredietverstrekkers daarom op een gerichte aanpak te ontwikkelen.
Het comité heeft al eerder benadrukt dat een meer gelijke fiscale behandeling van vreemd en eigen vermogen wenselijk is, om prikkels tot overmatige schuldfinanciering te verminderen. In dit kader heeft het comité kennis genomen van het voornemen van het kabinet om de fiscale renteaftrek over vreemd vermogen boven 92% van het balanstotaal te beperken. Het comité heeft van gedachten gewisseld over de gevolgen van deze maatregel voor de financiële stabiliteit. Afhankelijk van de precieze uitwerking kan de maatregel de spanning tussen het fiscale regime en het toezichtregime verminderen. Aandachtspunten hierbij zijn het voorkomen van ontwijking door internationale ondernemingen, die vreemd en eigen vermogen over landsgrenzen kunnen verplaatsen, en de precieze wijze waarop de renteaftrek boven de grens van 92% wordt beperkt. Het comité benadrukt dan ook dat een zorgvuldige uitwerking van deze maatregel belangrijk is.
Het comité stelt vast dat onder de gunstige macro-financiële ontwikkelingen de nodige kwetsbaarheden schuilgaan, die kunnen worden blootgelegd bij een plotselinge omslag in het marktsentiment of een stijging van de rente. Het monitoren van de ontwikkelingen op de Nederlandse woningmarkt blijft een belangrijk aandachtspunt voor het comité. Vooralsnog worden de sterke huizenprijsstijgingen niet gedreven door excessieve kredietgroei. Het achterblijvend aanbod van koopwoningen en huurwoningen in het middensegment en een grotere rol voor beleggers dragen wel bij aan de prijsstijgingen. Gelet op de huidige ontwikkelingen op de woning- en vastgoedmarkten is het des te belangrijker dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van woning- en vastgoedtaxaties geborgd is. Wetgeving voor taxateurs kan hiervoor zorgen.
Laatste 10 cijfers van Nederlands IBAN vanaf 2020 niet meer los gebruiken
Vanaf 1 januari 2020 kan iedere Nederlandse bank zelf de laatste tien cijfers van een nieuw IBAN bepalen. Nu worden die laatste tien cijfers nog toegewezen vanuit een centrale Nederlandse voorraad unieke tiencijferige nummers die aan de elfproef voldoen. Daar komt in 2020 een einde aan, waardoor deze nummers niet meer gegarandeerd uniek zijn voor ieder IBAN. Ze hoeven dan ook niet meer aan de zogeheten ‘elfproef’ te voldoen.
Nederlandse IBANs van 18 cijfers en letters mogen niet meer worden afgekapt tot de laatste tien cijfers. Omgekeerd mogen oude Nederlandse rekeningnummers van tien cijfers of minder niet meer automatisch worden geconverteerd naar volledige IBANs. Gebeurt dat toch, dan kunnen er fouten ontstaan bij het verwerken van Nederlandse IBANs. Het kan zelfs leiden tot betalingen naar verkeerde rekeningen, van verkeerde begunstigden. De elfproef was bij een IBAN al overbodig en dient nu helemaal achterwege gelaten te worden.
Ieder volledig Nederlands IBAN van 18 cijfers en letters blijft natuurlijk uniek. Bovendien voldoen alle geldige IBANs reeds aan een zogeheten ‘mod-97’ controle die de elfproef overbodig maakt. Door de laatste tien cijfers van iedere Nederlandse IBAN niet meer centraal uit te geven en de elfproef af te schaffen, sluiten we vanaf 2020 volledig aan op de internationale standaard voor IBAN.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor particuliere rekeninghouders. Er verandert niets aan bestaande IBANs. Zakelijk partijen kunnen er wel iets van merken. Sommige administratieve systemen zijn voor de invoering van IBAN in 2014 slechts beperkt aangepast. Daardoor werken die systemen alleen correct met Nederlandse IBANs waarvan de laatste tien cijfers uniek zijn voor iedere bankrekening. Bovendien passen die systemen nog steeds de elfproef toe. Vóór 2020 moeten die administratieve systemen worden aangepast, zodat volledige IBANs voortaan overal op dezelfde manier correct worden verwerkt
Nederlandse IBANs van 18 cijfers en letters mogen niet meer worden afgekapt tot de laatste tien cijfers. Omgekeerd mogen oude Nederlandse rekeningnummers van tien cijfers of minder niet meer automatisch worden geconverteerd naar volledige IBANs. Gebeurt dat toch, dan kunnen er fouten ontstaan bij het verwerken van Nederlandse IBANs. Het kan zelfs leiden tot betalingen naar verkeerde rekeningen, van verkeerde begunstigden. De elfproef was bij een IBAN al overbodig en dient nu helemaal achterwege gelaten te worden.
Ieder volledig Nederlands IBAN van 18 cijfers en letters blijft natuurlijk uniek. Bovendien voldoen alle geldige IBANs reeds aan een zogeheten ‘mod-97’ controle die de elfproef overbodig maakt. Door de laatste tien cijfers van iedere Nederlandse IBAN niet meer centraal uit te geven en de elfproef af te schaffen, sluiten we vanaf 2020 volledig aan op de internationale standaard voor IBAN.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor particuliere rekeninghouders. Er verandert niets aan bestaande IBANs. Zakelijk partijen kunnen er wel iets van merken. Sommige administratieve systemen zijn voor de invoering van IBAN in 2014 slechts beperkt aangepast. Daardoor werken die systemen alleen correct met Nederlandse IBANs waarvan de laatste tien cijfers uniek zijn voor iedere bankrekening. Bovendien passen die systemen nog steeds de elfproef toe. Vóór 2020 moeten die administratieve systemen worden aangepast, zodat volledige IBANs voortaan overal op dezelfde manier correct worden verwerkt
vrijdag 24 november 2017
Tikkie en Ajax sluiten samenwerking
De betaalapp Tikkie van ABN en Ajax gaan samenwerken. ABN AMRO en Ajax hebben allebei techniek en innovatie hoog in het vaandel staan. Ajax natuurlijk op het gebied van voetbal, ABN AMRO als het gaat om snel en gemakkelijk betalen. Bovendien is ABN AMRO al jarenlang shirtsponsor van de talenten van De Toekomst, het opleidingscomplex van Ajax, en maatschappelijk partner van de Amsterdammers.
Aanstaande zondag wordt de betaalapp al ingezet rondom de wedstrijd Ajax – Roda JC. Deze wedstrijd staat in het teken van de Ajax Foundation en via een betaalverzoek kunnen supporters 5 euro doneren. Met het idee dat zij het verzoek weer doorsturen naar andere Ajax supporters. De opbrengst van deze actie komt volledig ten goede aan de maatschappelijke projecten welke de Ajax Foundation ondersteunt en organiseert. Op korte termijn gaat ook de afdeling Merchandise van Ajax met Tikkie samenwerken
Aanstaande zondag wordt de betaalapp al ingezet rondom de wedstrijd Ajax – Roda JC. Deze wedstrijd staat in het teken van de Ajax Foundation en via een betaalverzoek kunnen supporters 5 euro doneren. Met het idee dat zij het verzoek weer doorsturen naar andere Ajax supporters. De opbrengst van deze actie komt volledig ten goede aan de maatschappelijke projecten welke de Ajax Foundation ondersteunt en organiseert. Op korte termijn gaat ook de afdeling Merchandise van Ajax met Tikkie samenwerken
Online programma voorkomt schulden bij jongeren met beperking
Speciaal voor (zeer) moeilijklerende jongeren heeft MEE NL een e-learning opgezet om hen te leren met geld om te gaan. Dit online leerprogramma is een onderdeel van Smart met Geld, een programma van MEE dat zich richt op het vergroten van de financiële weerbaarheid van kwetsbare jongeren, veelal met een lichte verstandelijke beperking (LVB).
Deze jongeren zijn extra gevoelig voor groepsdruk en reclame, hebben geen besef van de waarde van geld en kunnen de consequenties van hun handelen vaak niet overzien. Ze lopen daardoor een groter risico om in de financiële problemen te komen. Smart met Geld is erop gericht om dat te voorkomen. Het programma bestaat onder meer uit een trainingsprogramma voor leerlingen van 15 tot 18 jaar op praktijkscholen en in het voortgezet speciaal onderwijs, waarbij ze op een praktijkgerichte wijze leren met geld om te gaan. De e-learning is hiervan een belangrijk onderdeel.
De e-learning is ook zonder de training Smart met Geld te gebruiken. De online tool is openbaar toegankelijk, zodat niet alleen de leerlingen, maar ook andere kwetsbare jongeren er profijt van hebben. De e-learning is te bereiken via smartmetgeld.nl/e-learning.
Deze jongeren zijn extra gevoelig voor groepsdruk en reclame, hebben geen besef van de waarde van geld en kunnen de consequenties van hun handelen vaak niet overzien. Ze lopen daardoor een groter risico om in de financiële problemen te komen. Smart met Geld is erop gericht om dat te voorkomen. Het programma bestaat onder meer uit een trainingsprogramma voor leerlingen van 15 tot 18 jaar op praktijkscholen en in het voortgezet speciaal onderwijs, waarbij ze op een praktijkgerichte wijze leren met geld om te gaan. De e-learning is hiervan een belangrijk onderdeel.
De e-learning is ook zonder de training Smart met Geld te gebruiken. De online tool is openbaar toegankelijk, zodat niet alleen de leerlingen, maar ook andere kwetsbare jongeren er profijt van hebben. De e-learning is te bereiken via smartmetgeld.nl/e-learning.
Meer alternatieve beleggingen door Nederlandse beleggingsinstellingen
Het beheerd vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen nam in het derde kwartaal van 2017 toe met 2,9% tot 870 miljard euro. Het aandeel van alternatieve beleggingen zoals private equity, woninghypotheken, grondstoffen en infrastructuur is daarin verder toegenomen tot 150 miljard.
Het totale vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen is in het derde kwartaal van 2017 met 24,2 miljard (2,9% kwartaal-op-kwartaal) gegroeid tot een recordomvang van 870 miljard. De grootste toename trad op bij de aandelenfondsen; hun balanstotaal steeg met 14,2 miljard (4,6%) tot 321 miljard.
Het vermogen van de obligatie- en vastgoedfondsen steeg minder hard, respectievelijk met 1,7 miljard (0,6%) tot 277 miljard en met 0,8 miljard (0,7%) tot 115 miljard. De omvang van de gemengde fondsen, die beleggen in een combinatie van verschillende activa zoals aandelen en obligaties, bleef onveranderd op 18 miljard. De categorie overige fondsen nam wel sterk toe; hun vermogen groeide met 7,5 miljard (5,3%) tot 150 miljard.
Het totale vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen is in het derde kwartaal van 2017 met 24,2 miljard (2,9% kwartaal-op-kwartaal) gegroeid tot een recordomvang van 870 miljard. De grootste toename trad op bij de aandelenfondsen; hun balanstotaal steeg met 14,2 miljard (4,6%) tot 321 miljard.
Het vermogen van de obligatie- en vastgoedfondsen steeg minder hard, respectievelijk met 1,7 miljard (0,6%) tot 277 miljard en met 0,8 miljard (0,7%) tot 115 miljard. De omvang van de gemengde fondsen, die beleggen in een combinatie van verschillende activa zoals aandelen en obligaties, bleef onveranderd op 18 miljard. De categorie overige fondsen nam wel sterk toe; hun vermogen groeide met 7,5 miljard (5,3%) tot 150 miljard.
donderdag 23 november 2017
Phishingmail ‘Rabobank’ over IBAN-Naam Check
Oplichters zijn ingehaakt op de invoering door de Rabobank van een controle op naam en bankrekeningnummer. Over dit onderwerp gaat momenteel een phishingmail rond. De Rabobank voert als eerste bank een check in om te controleren of een bepaalde naam bij een rekening hoort als iemand geld ernaar wil overmaken. Zogenaamd dient u als Rabo-klant zich aan te melden voor deze check. Dit is niet het geval. De afzenders van deze e-mail zijn slechts uit op uw gegevens (phishing).
DNB publiceert toezichtprioriteiten voor komende jaren
Financieel-technologische innovatie en de impact van de ontwikkeling van het klimaat staan centraal in de prioriteiten die toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) in de komende jaren wil leggen in haar toezicht op de Nederlandse financiële sector. Daarnaast blijft ook de bestrijding van financieel-economische criminaliteit hoog op de prioriteitenlijst van de toezichthouder staan.
Dat blijkt uit de deze week gepubliceerde ‘Visie op Toezicht 2018-2022’ en de jaarlijkse toezichtagenda ‘Vooruitblik 2018’ waarin DNB prioriteiten toelicht die in de komende jaren boven op het reguliere toezicht ter hand worden genomen.
Met deze publicaties wil DNB laten zien hoe zij haar toezichthoudende taken nadere invulling geeft opdat de Nederlandse financiële sector solide en integere financiële instellingen kent die hun verplichtingen en toezeggingen nakomen en bijdragen aan een stabiel financieel systeem en duurzame welvaart. ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ worden beide samengesteld in dialoog met de financiële sector en vormen onderdeel van de verantwoordingscyclus voor de toezichttaken van DNB.
In de nieuwste edities van ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ stelt de toezichthouder dat de financiële sector in het afgelopen decennium na de crisis een noodzakelijke transitie heeft doorgemaakt naar een grotere financiële weerbaarheid. De Nederlandse economie laat de afgelopen jaren daarbij herstel zien. De crisis heeft evenwel geleerd dat sector en toezichthouder voortdurend alert moeten zijn op nieuwe risico’s en uitdagingen. De transitie is daarmee nog niet ten einde.
Nieuwe partijen betreden de markt met behulp van technologische toepassingen die de dienstverlening verbeteren en die de marktverhoudingen doen veranderen. Daarbij staan bestaande bedrijfsmodellen onder druk door de langdurig lage rente, en zien instellingen en toezichthouder zich geconfronteerd met internationaal ingrijpende veranderingen zoals de brexit. Tegelijkertijd is er ook convergentie van de Europese financiële toezichtregimes, zoals in het gemeenschappelijke bankentoezicht.
Daarnaast verandert het speelveld in rap tempo door nieuwe nationale en internationale wetgeving, zoals de nieuwe betaalrichtlijn PSD2, de invoering van een nieuw pensioencontract en een herstel- en resolutiekader voor verzekeraars. Veranderend klantgedrag betekent dat consumenten kritischer zijn dan voorheen, meer inzicht willen hebben bijvoorbeeld in waar hun geld in wordt belegd, en ook van financiële instellingen verwachten dat deze financieel economische criminaliteit tegengaan.
Hoewel het goed is om te kijken naar de effecten van de vele post-crisisregels, vraagt de geschetste dynamiek van de omgeving om waakzaamheid van financiële regelgevers en toezichthouders. Vooral in goede tijden is intensief en streng toezicht van het grootste belang om de opbouw van excessen tegen te gaan. De financiële crisis werd voorafgegaan door een lange periode van deregulering. Eén van de lessen van de vorige crisis is dan ook om vooruit te kijken. Het is de uitdaging om toekomstige crises te voorkomen in plaats van te genezen, zonder in dit opzicht als toezichthouder onrealistische verwachtingen te creëren.
Dat blijkt uit de deze week gepubliceerde ‘Visie op Toezicht 2018-2022’ en de jaarlijkse toezichtagenda ‘Vooruitblik 2018’ waarin DNB prioriteiten toelicht die in de komende jaren boven op het reguliere toezicht ter hand worden genomen.
Met deze publicaties wil DNB laten zien hoe zij haar toezichthoudende taken nadere invulling geeft opdat de Nederlandse financiële sector solide en integere financiële instellingen kent die hun verplichtingen en toezeggingen nakomen en bijdragen aan een stabiel financieel systeem en duurzame welvaart. ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ worden beide samengesteld in dialoog met de financiële sector en vormen onderdeel van de verantwoordingscyclus voor de toezichttaken van DNB.
In de nieuwste edities van ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ stelt de toezichthouder dat de financiële sector in het afgelopen decennium na de crisis een noodzakelijke transitie heeft doorgemaakt naar een grotere financiële weerbaarheid. De Nederlandse economie laat de afgelopen jaren daarbij herstel zien. De crisis heeft evenwel geleerd dat sector en toezichthouder voortdurend alert moeten zijn op nieuwe risico’s en uitdagingen. De transitie is daarmee nog niet ten einde.
Nieuwe partijen betreden de markt met behulp van technologische toepassingen die de dienstverlening verbeteren en die de marktverhoudingen doen veranderen. Daarbij staan bestaande bedrijfsmodellen onder druk door de langdurig lage rente, en zien instellingen en toezichthouder zich geconfronteerd met internationaal ingrijpende veranderingen zoals de brexit. Tegelijkertijd is er ook convergentie van de Europese financiële toezichtregimes, zoals in het gemeenschappelijke bankentoezicht.
Daarnaast verandert het speelveld in rap tempo door nieuwe nationale en internationale wetgeving, zoals de nieuwe betaalrichtlijn PSD2, de invoering van een nieuw pensioencontract en een herstel- en resolutiekader voor verzekeraars. Veranderend klantgedrag betekent dat consumenten kritischer zijn dan voorheen, meer inzicht willen hebben bijvoorbeeld in waar hun geld in wordt belegd, en ook van financiële instellingen verwachten dat deze financieel economische criminaliteit tegengaan.
Hoewel het goed is om te kijken naar de effecten van de vele post-crisisregels, vraagt de geschetste dynamiek van de omgeving om waakzaamheid van financiële regelgevers en toezichthouders. Vooral in goede tijden is intensief en streng toezicht van het grootste belang om de opbouw van excessen tegen te gaan. De financiële crisis werd voorafgegaan door een lange periode van deregulering. Eén van de lessen van de vorige crisis is dan ook om vooruit te kijken. Het is de uitdaging om toekomstige crises te voorkomen in plaats van te genezen, zonder in dit opzicht als toezichthouder onrealistische verwachtingen te creëren.
ABN AMRO ontvangt Kristalprijs voor meest innovatieve jaarverslaglegging
ABN AMRO heeft op 21 november 2017 de Kristalprijs voor de meest innovatieve jaarverslaglegging ontvangen. Deze prijs is toegekend door de jury van de Transparantiebenchmark, met name vanwege de vernieuwende manier waarop de bank rapporteert over mensenrechten.
Naast het winnen van de prijs had de bank een totaal score in de benchmark van 193 van de 200 punten en heeft daarmee een plek in de top 10 van Nederlandse bedrijven.
De publicatie van het mensenrechtenrapport is volgens de jury onderscheidend en levert vooral door de kwetsbare opstelling van ABN AMRO veel waardering op. Verder heeft de jury ABN AMRO extra punten toegekend vanwege de hoge mate van relevantie en duidelijkheid van het geïntegreerde Jaarverslag over 2016.
Naast het winnen van de prijs had de bank een totaal score in de benchmark van 193 van de 200 punten en heeft daarmee een plek in de top 10 van Nederlandse bedrijven.
De publicatie van het mensenrechtenrapport is volgens de jury onderscheidend en levert vooral door de kwetsbare opstelling van ABN AMRO veel waardering op. Verder heeft de jury ABN AMRO extra punten toegekend vanwege de hoge mate van relevantie en duidelijkheid van het geïntegreerde Jaarverslag over 2016.
Beleggingsapp Peaks vanaf vandaag te downloaden
Peaks introduceert naar eigen zeggen als eerste een mobiele app die van shoppen een 'potentieel lucratieve business' maakt. De start-up geeft iedereen de kans om vermogen op te bouwen. Peaks doet dit door elke bankafschrijving af te ronden naar de volgende euro, waarna je wisselgeld automatisch naar je beleggingspotje gaat.
Bij een gepind kopje koffie van 2,70 euro wordt 0,30 euro direct opzij gezet. Het wisselgeld beleg je in verschillende duurzame indexfondsen, die je geld spreiden over duizenden obligaties en aandelen.
Het toegankelijk maken van beleggen blijkt hoog nodig. Nederlanders vinden beleggen voornamelijk ingewikkeld (49 procent), risicovol (70) en onvoorspelbaar (62). Tegelijkertijd denkt bijna 45 procent erover na om te beleggen (of doet het al), zeker nu de spaarrente historisch laag is.
Op dit moment kunnen alleen Peakers met een Rabobank-rekening hun bankafschrijvingen laten afronden en beleggen. Peakers met een andere bankrekening kunnen kiezen om hun wisselgeld in te stellen op €1 per dag, wat ongeveer gelijk is aan het gemiddelde wisselgeld van Peakers die hun bankafschrijvingen laten afronden. Het beleggen van wisselgeld door middel van het afronden van bankafschrijvingen, wordt in 2018 voor klanten van alle banken mogelijk.
Bij een gepind kopje koffie van 2,70 euro wordt 0,30 euro direct opzij gezet. Het wisselgeld beleg je in verschillende duurzame indexfondsen, die je geld spreiden over duizenden obligaties en aandelen.
Het toegankelijk maken van beleggen blijkt hoog nodig. Nederlanders vinden beleggen voornamelijk ingewikkeld (49 procent), risicovol (70) en onvoorspelbaar (62). Tegelijkertijd denkt bijna 45 procent erover na om te beleggen (of doet het al), zeker nu de spaarrente historisch laag is.
Op dit moment kunnen alleen Peakers met een Rabobank-rekening hun bankafschrijvingen laten afronden en beleggen. Peakers met een andere bankrekening kunnen kiezen om hun wisselgeld in te stellen op €1 per dag, wat ongeveer gelijk is aan het gemiddelde wisselgeld van Peakers die hun bankafschrijvingen laten afronden. Het beleggen van wisselgeld door middel van het afronden van bankafschrijvingen, wordt in 2018 voor klanten van alle banken mogelijk.
woensdag 22 november 2017
Nieuwe Bonnen & Facturen functionaliteit in de ING Mobiel Bankieren App
ING zet naar eigen zeggen de koers naar een digitaal platform voor ondernemers, met de ING Mobiel Bankieren App als basis. Zeker 80.000 zakelijke klanten van ING kunnen sinds deze week al gebruik maken van de nieuwe Bonnen & Facturen functionaliteit in de ING Mobiel Bankieren App.
Klanten kunnen met de camera van hun smartphone een foto van hun bonnen maken, die daarmee direct in de ING Mobiel Bankieren App worden opgeslagen. Na het fotograferen van de bon wordt deze direct aan een bij- of afschrijving gekoppeld, met de mogelijkheid voor de ondernemer om extra informatie toe te voegen.
Na een pilot biedt ING de oplossing nu aan de eerste 80.000 zakelijke klanten van ING aan. Uiteindelijk rolt ING de functionaliteit uit naar alle gebruikers.
De vervolgstap is dat ING de Bonnen & Facturen-functionaliteit gaat koppelen aan boekhoudpakketten, waarbij ook oplossingen van externe partners worden aangeboden.
Klanten kunnen met de camera van hun smartphone een foto van hun bonnen maken, die daarmee direct in de ING Mobiel Bankieren App worden opgeslagen. Na het fotograferen van de bon wordt deze direct aan een bij- of afschrijving gekoppeld, met de mogelijkheid voor de ondernemer om extra informatie toe te voegen.
Na een pilot biedt ING de oplossing nu aan de eerste 80.000 zakelijke klanten van ING aan. Uiteindelijk rolt ING de functionaliteit uit naar alle gebruikers.
De vervolgstap is dat ING de Bonnen & Facturen-functionaliteit gaat koppelen aan boekhoudpakketten, waarbij ook oplossingen van externe partners worden aangeboden.
Lex Hoogduin nieuwe bestuursvoorzitter Betaalvereniging
Lex Hoogduin is op 15 november 2017 benoemd tot nieuwe voorzitter van het bestuur van Betaalvereniging Nederland. Hij volgt Henk Brouwer op die is terugtreden als bestuurslid. In het bestuur is eerder dit jaar Karin Kersten van ABN AMRO teruggetreden. Zij wordt opgevolgd door haar collega Anne Marie Magis.
Lex Hoogduin was tot medio 2011 directeur bij De Nederlandsche Bank. Tegenwoordig is hij onder andere hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, voorzitter van de LCH Group en Non-Executive Director bij de London Stock Exchange Group. Bij DNB was Lex Hoogduin onder meer verantwoordelijk voor het betalingsverkeer en voorzitter van het Maatschappelijke Overleg Betalingsverkeer. Anne Marie Magis is Managing Director Digitalisation Commercial Banking bij ABN AMRO.
Lex Hoogduin was tot medio 2011 directeur bij De Nederlandsche Bank. Tegenwoordig is hij onder andere hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, voorzitter van de LCH Group en Non-Executive Director bij de London Stock Exchange Group. Bij DNB was Lex Hoogduin onder meer verantwoordelijk voor het betalingsverkeer en voorzitter van het Maatschappelijke Overleg Betalingsverkeer. Anne Marie Magis is Managing Director Digitalisation Commercial Banking bij ABN AMRO.
Qredits levert waardevolle bijdrage aan financieringslandschap
Qredits heeft in een relatief korte termijn een belangrijk element toegevoegd aan het financieringslandschap. Ondernemers met ambitie en een goed plan kunnen ook bij Qredits terecht indien zij bij banken geen financiering kunnen krijgen. Banken werken hiervoor samen met Qredits en wijzen ondernemers actief door naar Qredits.
Ter gelegenheid van de uitreiking van het 10.000ste krediet verzorgde Qredits dinsdag de gongslag ter opening van de beurs bij Euronext. Voorzitter Chris Buijink van de Nederlandse Vereniging van Banken was hierbij aanwezig.
Wanneer ondernemers door de bank afgewezen worden, maar het plan wel een goede kans van slagen heeft, kunnen zij financiering tot maximaal 250.000 euro aanvragen bij Qredits. Goede plannen maken hierdoor alsnog kans om de benodigde financiering aan te trekken. De reden van afwijzing schuilt vaak in het feit dat een beginnende ondernemer nog geen kennis en ervaring heeft opgedaan. De bank acht het risico dan hoger dat een lening niet wordt terugbetaald.
Via Qredits kunnen ondernemers juist begeleid worden. Zij krijgen dan een coach toegewezen, of volgen het programma Eigen Baas, waardoor zij vakkennis kunnen opdoen. De vaardigheden van de ondernemer worden dan aangevuld op het gebied van marketing en sales, accounting en het opstellen en uitvoeren van een financiële strategie.
Ter gelegenheid van de uitreiking van het 10.000ste krediet verzorgde Qredits dinsdag de gongslag ter opening van de beurs bij Euronext. Voorzitter Chris Buijink van de Nederlandse Vereniging van Banken was hierbij aanwezig.
Wanneer ondernemers door de bank afgewezen worden, maar het plan wel een goede kans van slagen heeft, kunnen zij financiering tot maximaal 250.000 euro aanvragen bij Qredits. Goede plannen maken hierdoor alsnog kans om de benodigde financiering aan te trekken. De reden van afwijzing schuilt vaak in het feit dat een beginnende ondernemer nog geen kennis en ervaring heeft opgedaan. De bank acht het risico dan hoger dat een lening niet wordt terugbetaald.
Via Qredits kunnen ondernemers juist begeleid worden. Zij krijgen dan een coach toegewezen, of volgen het programma Eigen Baas, waardoor zij vakkennis kunnen opdoen. De vaardigheden van de ondernemer worden dan aangevuld op het gebied van marketing en sales, accounting en het opstellen en uitvoeren van een financiële strategie.
Klachtenregen over incassobureau Mediation Agency
Het regent klachten bij de Consumentenbond over incassobedrijf Mediation Agency. In korte tijd ontving de Consumentenbond meer dan 100 klachten en dagelijks komen daar meerdere meldingen bij. Volgens de klagers dreigt het bedrijf met hoge rekeningen en deurwaarders, terwijl de rekening wordt betwist.
Mediation Agency maant consumenten om te betalen voor diensten van bedrijven die bij de Consumentenbond al eerder in negatieve zin opvielen, zoals WeekendjeGenieten.com, Shop and Fly, Ecodienst Online, All Great dealz en De Beste Korting. Deze bedrijven bieden telefonisch een soort kortingsabonnementen of reisjes aan, maar houden zich niet aan wettelijke regels omtrent schriftelijke instemming van de klant.
Consumenten die niet wensen te betalen voor diensten van deze bedrijven, worden door Mediation Agency gebeld en op agressieve toon erop gewezen dat zij diezelfde dag nog moeten betalen, omdat er anders een deurwaarder wordt ingeschakeld en de extra kosten tot wel €500 kunnen oplopen.
Mediation Agency is volgens de informatie op hun site geen incassobureau, maar een ‘bemiddelaar in incassozaken’. Het bedrijf stelt ‘de stap te zijn voordat een incassobureau ingeschakeld kan worden’. Daar staat haaks op dat ze tevens – vol spelfouten- melden dat hun incassoafdeling te allen tijde de opdrachtgever vertegenwoordigt.
De Consumentenbond raadt consumenten die belaagd worden aan om niet te betalen en te verwijzen naar de wettelijke vereisten. Op Klachtenkompas reageert Mediation Agency af en toe op klachten, geregeld door het dossier te sluiten. Het kan dus raadzaam zijn de klacht op klachtenkompas te plaatsen.
Mediation Agency maant consumenten om te betalen voor diensten van bedrijven die bij de Consumentenbond al eerder in negatieve zin opvielen, zoals WeekendjeGenieten.com, Shop and Fly, Ecodienst Online, All Great dealz en De Beste Korting. Deze bedrijven bieden telefonisch een soort kortingsabonnementen of reisjes aan, maar houden zich niet aan wettelijke regels omtrent schriftelijke instemming van de klant.
Consumenten die niet wensen te betalen voor diensten van deze bedrijven, worden door Mediation Agency gebeld en op agressieve toon erop gewezen dat zij diezelfde dag nog moeten betalen, omdat er anders een deurwaarder wordt ingeschakeld en de extra kosten tot wel €500 kunnen oplopen.
Mediation Agency is volgens de informatie op hun site geen incassobureau, maar een ‘bemiddelaar in incassozaken’. Het bedrijf stelt ‘de stap te zijn voordat een incassobureau ingeschakeld kan worden’. Daar staat haaks op dat ze tevens – vol spelfouten- melden dat hun incassoafdeling te allen tijde de opdrachtgever vertegenwoordigt.
De Consumentenbond raadt consumenten die belaagd worden aan om niet te betalen en te verwijzen naar de wettelijke vereisten. Op Klachtenkompas reageert Mediation Agency af en toe op klachten, geregeld door het dossier te sluiten. Het kan dus raadzaam zijn de klacht op klachtenkompas te plaatsen.
dinsdag 21 november 2017
ABN begonnen met snelle overschrijvingen
Klanten van ABN AMRO en een aantal andere Europese banken kunnen vanaf vandaag supersnel, namelijk binnen enkele seconden, geld overschrijven. ABN AMRO zegt een van de koplopers te zijn met 'instant payments'.
Het snel overmaken kan alleen als de bank van de ontvanger hieraan meewerkt en er geldt een maximum van 15.000 euro (behalve tussen twee ABN rekeningen).
De klant voert een overboeking in via Mobiel Bankieren of Internet Bankieren. Voordat hij deze kan verzenden, controleert ABN AMRO automatisch of het geld binnen een paar seconden op de rekening van de ontvanger kan worden bijgeschreven. Dit wordt getoond in de samenvatting van de betaling. Kan het niet binnen een paar seconden, dan staat er 'binnen een werkdag'.
Voor de klant werkt een 'instant payment' als een gewone overschrijving. Hij hoeft er niet speciaal naar te vragen. Voor particuliere klanten zijn er geen extra kosten aan verbonden, voor zakelijke klanten geldt het tarief van een gewone SEPA-overboeking.
Het snel overmaken kan alleen als de bank van de ontvanger hieraan meewerkt en er geldt een maximum van 15.000 euro (behalve tussen twee ABN rekeningen).
De klant voert een overboeking in via Mobiel Bankieren of Internet Bankieren. Voordat hij deze kan verzenden, controleert ABN AMRO automatisch of het geld binnen een paar seconden op de rekening van de ontvanger kan worden bijgeschreven. Dit wordt getoond in de samenvatting van de betaling. Kan het niet binnen een paar seconden, dan staat er 'binnen een werkdag'.
Voor de klant werkt een 'instant payment' als een gewone overschrijving. Hij hoeft er niet speciaal naar te vragen. Voor particuliere klanten zijn er geen extra kosten aan verbonden, voor zakelijke klanten geldt het tarief van een gewone SEPA-overboeking.
Weer schijnkeuze door kloonpolissen zorgverzekeraars
Net als in 2017 bieden ook in 2018 de 4 grote zorgverzekeraars weer basisverzekeringen aan met identieke voorwaarden, maar met een andere naam en een andere premie. De Consumentenbond vindt dit schijnkeuze en voert actie om dit soort kloonpolissen de wereld uit te helpen.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Al die identieke polissen met andere namen maken het polisaanbod onnodig groot en dus onoverzichtelijk voor consumenten. In 2018 zijn er 57 basisverzekeringen waaruit consumenten kunnen kiezen, terwijl een derde daarvan geschrapt zou kunnen worden omdat ze gelijk zijn aan een andere polis.’
De kloonpolissen zijn gelijk wat betreft dekking, gecontracteerde zorgverleners en vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg. Er kunnen wel verschillen zitten tussen kloonpolissen. Die gaan echter niet over de inhoud van de polis, maar over de service van de aanbieder, zoals de manier waarop de verzekeraar communiceert (via de post of per mail) en de betaalmogelijkheden die de verzekeraar aanbiedt (acceptgiro of automatische incasso).
De Consumentenbond vond het grootste premieverschil voor identieke polissen bij CZ. De duurste is de zorgkeuzepolis van CZ voor €122,60. Bij Ohra, dat ook onder het CZ-concern valt, is dezelfde polis voor €107,95 per maand af te sluiten. Dit is inclusief 8% standaardkorting omdat het een online variant is. Dit levert consumenten een besparing op van €175 per jaar.
Achmea heeft 5 dezelfde basisverzekeringen, waarvan de maandpremie uiteenloopt van €105,50 tot €119,45. En ook bij VGZ zijn er forse prijsverschillen tussen 6 identieke polissen, waarvan de goedkoopste €109,84 kost en de duurste €122,20. Menzis doet het beter met maar 2 kloonpolissen die €1 in prijs verschillen.
De verschillende basisverzekeringen worden ook nog eens aangeboden door tientallen tussenpersonen die een volmacht hebben en duizenden collectiviteiten, waardoor kiezen nog lastiger wordt voor consumenten. Verzekeraars zijn wel verplicht om op hun website een overzicht te geven van polissen die gelijk zijn of sterk op elkaar lijken. De Consumentenbond vindt dit niet voldoende en strijdt er met de actie ‘Polisjungle’ voor dat identieke polissen dezelfde naam krijgen, ongeacht wie ze aanbiedt.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Al die identieke polissen met andere namen maken het polisaanbod onnodig groot en dus onoverzichtelijk voor consumenten. In 2018 zijn er 57 basisverzekeringen waaruit consumenten kunnen kiezen, terwijl een derde daarvan geschrapt zou kunnen worden omdat ze gelijk zijn aan een andere polis.’
De kloonpolissen zijn gelijk wat betreft dekking, gecontracteerde zorgverleners en vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg. Er kunnen wel verschillen zitten tussen kloonpolissen. Die gaan echter niet over de inhoud van de polis, maar over de service van de aanbieder, zoals de manier waarop de verzekeraar communiceert (via de post of per mail) en de betaalmogelijkheden die de verzekeraar aanbiedt (acceptgiro of automatische incasso).
De Consumentenbond vond het grootste premieverschil voor identieke polissen bij CZ. De duurste is de zorgkeuzepolis van CZ voor €122,60. Bij Ohra, dat ook onder het CZ-concern valt, is dezelfde polis voor €107,95 per maand af te sluiten. Dit is inclusief 8% standaardkorting omdat het een online variant is. Dit levert consumenten een besparing op van €175 per jaar.
Achmea heeft 5 dezelfde basisverzekeringen, waarvan de maandpremie uiteenloopt van €105,50 tot €119,45. En ook bij VGZ zijn er forse prijsverschillen tussen 6 identieke polissen, waarvan de goedkoopste €109,84 kost en de duurste €122,20. Menzis doet het beter met maar 2 kloonpolissen die €1 in prijs verschillen.
De verschillende basisverzekeringen worden ook nog eens aangeboden door tientallen tussenpersonen die een volmacht hebben en duizenden collectiviteiten, waardoor kiezen nog lastiger wordt voor consumenten. Verzekeraars zijn wel verplicht om op hun website een overzicht te geven van polissen die gelijk zijn of sterk op elkaar lijken. De Consumentenbond vindt dit niet voldoende en strijdt er met de actie ‘Polisjungle’ voor dat identieke polissen dezelfde naam krijgen, ongeacht wie ze aanbiedt.
Nederlandse bedrijven over PSD2: eerst standaarden, dan toepassingen
Nederlandse financiële vrezen de aanstaande invoering van PSD2 niet. De nieuwe richtlijn voor betaaldiensten in Europa moet leiden tot meer innovatie en concurrentie in het betalingsverkeer. Dit betekent onder meer dat banken derde partijen (TPP’s) toegang moeten geven tot gegevens van hun klanten als zij hiervoor toestemming geven.
Uit onderzoek van KPMG onder Nederlandse financiële dienstverleners, waaronder banken, fintechstartups, retailers en betaalverwerkers, blijkt dat ruim 70 procent de invoering van PSD2 als een kans ziet. Ruim de helft van de bedrijven is bovendien bereid om de toegang van derden tot de gegevens van klanten niet te beperken tot betaaldiensten en verder te gaan dan de regels die PSD2 voorschrijven.
De bedrijven zien vooral de verbetering van de persoonlijke dienstverlening aan de klant en de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde betaalproducten als de grootste voordelen van PSD2. Dat geldt ook voor de diensten die op dit moment op basis van data & analytics worden aangeboden. Iets minder dan de helft verwacht ook extra inkomsten.
Uit onderzoek van KPMG onder Nederlandse financiële dienstverleners, waaronder banken, fintechstartups, retailers en betaalverwerkers, blijkt dat ruim 70 procent de invoering van PSD2 als een kans ziet. Ruim de helft van de bedrijven is bovendien bereid om de toegang van derden tot de gegevens van klanten niet te beperken tot betaaldiensten en verder te gaan dan de regels die PSD2 voorschrijven.
De bedrijven zien vooral de verbetering van de persoonlijke dienstverlening aan de klant en de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde betaalproducten als de grootste voordelen van PSD2. Dat geldt ook voor de diensten die op dit moment op basis van data & analytics worden aangeboden. Iets minder dan de helft verwacht ook extra inkomsten.
Centraal Beheer lanceert Sinterklaas verzekering
Wat kan er misgaan tijdens een ouderwetse pakjesavond? Meer dan je denkt! Bij veel gezinnen neemt de stress behoorlijk toe in de aanloop naar 5 december. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat minstens 25 procent van de Nederlanders stress ervaart in aanloop naar deze feestdag.
Daarom lanceert Centraal als eerste verzekeraar in Nederland een speciale #zininsint-verzekering. Iedereen die de gratis verzekering afsluit is verzekerd van een Sinterklaas zonder stress, zo geeft de verzekeraar aan. De #zininsint-verzekering is via de speciale website www.zininsint.nl verkrijgbaar in een Basis, Uitgebreid en Allrisk module.
De #zininsint-verzekering is verkrijgbaar in drie varianten: Basis, Uitgebreid en Allrisk. De basisverzekering biedt een snelle surpriseservice voor mensen met twee linkerhanden. In het Uitgebreid-pakket komt er bovenop deze service een gedicht op maat. Via de Allriskverzekering kunnen verzekerden in aanloop naar 5 december advies inwinnen door persoonlijk contact met de Sint via Facebook Live. In deze live-sessies deelt de Goedheiligman onder meer belangrijke tips uit het grote boek en kun je ook zelf vragen stellen. De livestream wordt in de allrisk-variant aangevuld met een surpriseservice en bevat daar bovenop nog eens onbeperkt gedichtadvies van de Sint.
Daarom lanceert Centraal als eerste verzekeraar in Nederland een speciale #zininsint-verzekering. Iedereen die de gratis verzekering afsluit is verzekerd van een Sinterklaas zonder stress, zo geeft de verzekeraar aan. De #zininsint-verzekering is via de speciale website www.zininsint.nl verkrijgbaar in een Basis, Uitgebreid en Allrisk module.
De #zininsint-verzekering is verkrijgbaar in drie varianten: Basis, Uitgebreid en Allrisk. De basisverzekering biedt een snelle surpriseservice voor mensen met twee linkerhanden. In het Uitgebreid-pakket komt er bovenop deze service een gedicht op maat. Via de Allriskverzekering kunnen verzekerden in aanloop naar 5 december advies inwinnen door persoonlijk contact met de Sint via Facebook Live. In deze live-sessies deelt de Goedheiligman onder meer belangrijke tips uit het grote boek en kun je ook zelf vragen stellen. De livestream wordt in de allrisk-variant aangevuld met een surpriseservice en bevat daar bovenop nog eens onbeperkt gedichtadvies van de Sint.
Rabobank: Betaalbaarheidskloof tussen koop- en vrijehuursector steeds groter
Op
de Nederlandse huizenmarkt wordt de betaalbaarheidskloof tussen
koopwoningen en particuliere huurhuizen almaar groter. Dit raakt
huurders in het vrije segment dubbel. Zo betalen zij een hoge huur,
waardoor ze weinig kunnen sparen. En doordat zij weinig sparen zien zij
zich geconfronteerd met een barrière tot de koopmarkt vanwege de nog
altijd stijgende prijzen van koopwoningen in combinatie met de
aangescherpte leennormen. Het gevolg is dat zij vaker blijven wonen in
een huis dat niet meer bij hun situatie past. En het ziet er naar uit
dat het woningmarktbeleid van het nieuwe kabinet hier weinig verandering
in zal brengen. Dat schrijven economen van Rabobank in hun vandaag
verschenen Kwartaalbericht Woningmarkt.
Het derde kwartaal van dit jaar sneuvelde er opnieuw een record op de Nederlandse huizenmarkt. Rabobank-econoom Christian Lennartz licht toe: “Het was een beetje een gek kwartaal. Er zijn nog nooit zoveel huizen verkocht als in de afgelopen drie zomermaanden, dik 61.000. Maar we zien het land uiteenvallen in de Randstad en de rest; in Zuid-Holland stagneerde het aantal verkopen, terwijl het in de provincies Utrecht en Noord-Holland zelfs behoorlijk inzakte. Deze ontwikkeling kan een signaal zijn voor een kentering.”
De Rabobank-economen verwachten dat er dit jaar zo’n 240.000 huizen worden verkocht en dat dit volgend jaar zal teruglopen naar ongeveer 225.000 transacties. Lennartz: “Afgelopen kwartaal is niet alleen het aandeel, maar ook het aantal jonge huizenkopers gedaald. We zien het aantal beleggers dat een tweede of derde huis koopt, of nog meer, juist stijgen. In tegenstelling tot koopstarters hebben zij meer financiële armslag en daardoor de beste kaarten in handen bij het bieden op een koopwoning.”
Doordat de vraag naar
koophuizen niet noemenswaardig afneemt, zullen de prijzen komend jaar
nog fors stijgen. Lennartz verwacht een prijsstijging van 7 procent in
2018. “Er is zoals gezegd een grote kloof tussen de betaalbaarheid van
koopwoningen en die van particuliere huurwoningen, en dan met name in de
vrije sector. De woonlasten liggen in de koopsector gemiddeld op zo’n
30 procent van het besteedbaar inkomen, waar dit in de particuliere
huursector meer dan 40 procent is. Daarnaast is het vertrouwen in de
koopwoningmarkt hoog en blijft de rente voorlopig nog laag. Hierdoor
blijft de vraag naar koopwoningen groot, zolang niet genoeg huurhuizen
zijn bijgebouwd.”
De situatie op de Nederlandse huizenmarkt zal niet snel wezenlijk veranderen, denkt de Rabobank-econoom. “We verwachten dat het voorgestelde beleid van het nieuwe kabinet op korte en middellange termijn geen substantiële impact zal hebben op de prijsvorming van koopwoningen. De groeiende kloof in betaalbaarheid tussen koop en vrije huur zal ook niet snel kleiner worden. Zo houdt het nieuwe woningmarktbeleid ondanks de beperking van de hypotheekrenteaftrek de bevoordeling van een eigen huis in stand.”
maandag 20 november 2017
Rabo past campagne aan
De Rabobank gaat zijn campagne Growing a better world together aanpassen na een scherp oordeel van de Reclame Code Commissie. De commissie vindt dat Rabobank in de commercial niet voldoende aannemelijk maakt dat de aanpak van de bank tot een oplossing van het wereldvoedselprobleem zal leiden. De laatste zin in de commercial wordt daarom aangepast.
In een verklaring zegt de bank: 'We verbeelden met onze campagne ‘Growing a better world together’ een enorme ambitie. Een helder commitment waar men Rabobank als leidende Food & Agri bank in de wereld aan kan houden. De uitspraak van de Reclame Code Commissie verandert daar niets aan.'
Klachten over de radiocommercial zijn afgewezen.
In een verklaring zegt de bank: 'We verbeelden met onze campagne ‘Growing a better world together’ een enorme ambitie. Een helder commitment waar men Rabobank als leidende Food & Agri bank in de wereld aan kan houden. De uitspraak van de Reclame Code Commissie verandert daar niets aan.'
Klachten over de radiocommercial zijn afgewezen.
ABN lanceert portal voor ontwikkelaars
ABN AMRO heeft de eerste versie van haar Developer Portal en enkele zakelijke APIs (Application Programming Interfaces) gelanceerd. Door de samenwerking met externe ontwikkelaars te versterken, wil de bank naar eigen zeggen de innovatie versnellen.
De afgelopen jaren hebben Application Programming Interfaces (APIs) zich geëvolueerd van interne integratietools naar digitale bouwstenen tussen organisaties. Zij stellen ontwikkelaars in staat om waardevolle klantervaringen, innovaties en nieuwe business modellen te ontwikkelen. Dagelijks bewijzen bedrijven als Apple, Spotify en de NS dat het strategisch beschikbaar stellen van diensten aan derden veel waarde kan opleveren voor de klant. Denk bijvoorbeeld aan Google Maps die de NS API gebruikt om actuele vertrektijden te laten zien.
Het API platform is uitvoerig getest tijdens de Beyond Banking Days (een 48 uur hackathon, met ontwikkelaars van de bank, partners en fintech/start-ups) en de maanden daarna verder ontwikkeld.
De afgelopen jaren hebben Application Programming Interfaces (APIs) zich geëvolueerd van interne integratietools naar digitale bouwstenen tussen organisaties. Zij stellen ontwikkelaars in staat om waardevolle klantervaringen, innovaties en nieuwe business modellen te ontwikkelen. Dagelijks bewijzen bedrijven als Apple, Spotify en de NS dat het strategisch beschikbaar stellen van diensten aan derden veel waarde kan opleveren voor de klant. Denk bijvoorbeeld aan Google Maps die de NS API gebruikt om actuele vertrektijden te laten zien.
Het API platform is uitvoerig getest tijdens de Beyond Banking Days (een 48 uur hackathon, met ontwikkelaars van de bank, partners en fintech/start-ups) en de maanden daarna verder ontwikkeld.
'Samen aan de slag voor een transparant en solidair pensioenstelsel'
Een persoonlijk pensioenvermogen met risicodeling is boven alles transparant en eenvoudig. Dat komt ook de solidariteit en het vertrouwen ten goede en het verhoogt bovendien het pensioenbewustzijn. Verbondsbestuurder Maarten Edixhoven (CEO Aegon Nederland) zei dat woensdagmiddag tijdens een pensioenconferentie in Den Haag.
Tijdens de werkconferentie, gezamenlijk georganiseerd door Netspar, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars, gingen alle betrokken partijen in op de voorstellen uit het regeerakkoord. Namens de verzekeringssector noemde Edixhoven het positief dat het kabinet wil overstappen naar een persoonlijk pensioenvermogen met risicodeling en dat besloten is de doorsneesystematiek af te schaffen. Wel is het cruciaal dat sociale partners daar nu ook daadwerkelijk invulling aan geven en niet enkel met cosmetische veranderingen komen.”
Een belangrijk kritiekpunt op het Nederlandse pensioenstelsel is dat de eigendomsrechten onduidelijk zijn en dat in grote delen van het systeem beloften niet konden worden waargemaakt. In een systeem met persoonlijk pensioenvermogen zijn die eigendomsrechten volgens Edixhoven helder en worden risico’s en rekeningen niet herverdeeld tussen groepen. “Mensen weten wat van hen zelf is. Dat is transparant. Daarmee kan het vertrouwen in het stelsel verbeteren.”
En dat is in de ogen van de Aegon-topman hard nodig, omdat het vertrouwen tijdens de crisis fors is gedaald en de laatste jaren maar mondjesmaat stijgt. Edixhoven: “In Nederland krijgt het vertrouwen in het pensioenstelsel 5,3 (Motivaction onderzoek uit 2016). Dit is beduidend lager dan in andere landen waarin het pensioenstelsel een hoge score krijgt, zoals Australië en Denemarken. Zij scoren volgens Mercer hoger dan een 8.”
Zowel jongeren als ouderen hebben het gevoel dat zij niet meer krijgen wat hen toekomt. Het is daarom cruciaal dat de doorsneesystematiek verdwijnt. Dit systeem past ook niet meer in een wereld met een flexibele arbeidsmarkt, een dynamische economie en de snelle stijging van het aantal zzp’ers. Om deze reden is Edixhoven ook zeer kritisch ten aanzien van buffers: “Die gaan ten koste van transparantie, leiden tot complexiteit en subjectiviteit, dus nooit doen!”
Een ander belangrijk aspect is dat consumenten meer handelingsperspectief moeten krijgen en eigen keuzes belangrijker worden, zonder dat dit ten koste gaat van solidariteit en een adequate pensioenopbouw. Daarmee komt meer verantwoordelijkheid te liggen bij de deelnemer zelf. Edixhoven: “We moeten de deelnemer helpen bij het maken van keuzes. Nieuwe technologieën en nudging kunnen daarbij helpen. Er zou ook meer ruimte moeten komen, bijvoorbeeld voor bedrijven, om zelf de uitvoerder te bepalen.”
Tijdens de werkconferentie, gezamenlijk georganiseerd door Netspar, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars, gingen alle betrokken partijen in op de voorstellen uit het regeerakkoord. Namens de verzekeringssector noemde Edixhoven het positief dat het kabinet wil overstappen naar een persoonlijk pensioenvermogen met risicodeling en dat besloten is de doorsneesystematiek af te schaffen. Wel is het cruciaal dat sociale partners daar nu ook daadwerkelijk invulling aan geven en niet enkel met cosmetische veranderingen komen.”
Een belangrijk kritiekpunt op het Nederlandse pensioenstelsel is dat de eigendomsrechten onduidelijk zijn en dat in grote delen van het systeem beloften niet konden worden waargemaakt. In een systeem met persoonlijk pensioenvermogen zijn die eigendomsrechten volgens Edixhoven helder en worden risico’s en rekeningen niet herverdeeld tussen groepen. “Mensen weten wat van hen zelf is. Dat is transparant. Daarmee kan het vertrouwen in het stelsel verbeteren.”
En dat is in de ogen van de Aegon-topman hard nodig, omdat het vertrouwen tijdens de crisis fors is gedaald en de laatste jaren maar mondjesmaat stijgt. Edixhoven: “In Nederland krijgt het vertrouwen in het pensioenstelsel 5,3 (Motivaction onderzoek uit 2016). Dit is beduidend lager dan in andere landen waarin het pensioenstelsel een hoge score krijgt, zoals Australië en Denemarken. Zij scoren volgens Mercer hoger dan een 8.”
Zowel jongeren als ouderen hebben het gevoel dat zij niet meer krijgen wat hen toekomt. Het is daarom cruciaal dat de doorsneesystematiek verdwijnt. Dit systeem past ook niet meer in een wereld met een flexibele arbeidsmarkt, een dynamische economie en de snelle stijging van het aantal zzp’ers. Om deze reden is Edixhoven ook zeer kritisch ten aanzien van buffers: “Die gaan ten koste van transparantie, leiden tot complexiteit en subjectiviteit, dus nooit doen!”
Een ander belangrijk aspect is dat consumenten meer handelingsperspectief moeten krijgen en eigen keuzes belangrijker worden, zonder dat dit ten koste gaat van solidariteit en een adequate pensioenopbouw. Daarmee komt meer verantwoordelijkheid te liggen bij de deelnemer zelf. Edixhoven: “We moeten de deelnemer helpen bij het maken van keuzes. Nieuwe technologieën en nudging kunnen daarbij helpen. Er zou ook meer ruimte moeten komen, bijvoorbeeld voor bedrijven, om zelf de uitvoerder te bepalen.”
vrijdag 17 november 2017
Aflossing hypotheekschuld hoge prioriteit voor Nederlandse belegger
De Nederlandse belegger ziet het verkleinen van zijn (hypotheek)schuld als een topprioriteit en wijkt hiermee nadrukkelijk af van de prioriteiten die beleggers elders in Europa hebben. Dit blijkt uit een groot onderzoek onder Nederlandse en buitenlandse beleggers dat is uitgevoerd door Schroders. Ook op andere terreinen zoals het verwachte beleggingsrendement, blijkt dat de Nederlandse belegger meer realiteitszin heeft dan beleggers in andere landen. Het onderzoek maakt deel uit van de wereldwijde Global Investor Study van Schroders die dit jaar is gehouden onder ruim 22.000 beleggers uit 30 landen.
Het grote belang dat de Nederlandse belegger hecht aan het extra aflossen van (hypotheek)schulden is zeer opvallend. Daar waar elders in Europa dit punt pas op de zesde plaats staat als gevraagd wordt naar de belangrijkste prioriteit (voor 8% van de beleggers) geldt aflossing van (hypotheek)schulden in Nederland als bijna het allerbelangrijkste (voor 16% van de beleggers, een gedeelde tweede plaats met ‘sparen’ en ‘aankopen van luxe-goederen’ vlak onder de meestgenoemde prioriteit ‘beleggen in aandelen, obligaties, commodities’, met 18%). Klaarblijkelijk wordt de relatief hoge hypotheekschuld als een probleem opgevat en hopen beleggers met het beleggingsrendement aflossingen mogelijk te maken. Opvallend is dat beleggen in vastgoed in Nederland veel minder scoort onder de investeringsprioriteiten dan in andere landen (9% tegen 13%).
Gematigde rendementsverwachting
Beleggers wereldwijd houden rekening met een gemiddeld rendement van 10,2% op jaarbasis in de komende vijf jaar. Nederlandse beleggers tonen zich veel behoudender met een meer gematigde 8,5%. Ook beleggers in andere Europese landen als Duitsland, Zweden, België, Zwitserland, Oostenrijk en Italië tonen zich realistischer dan de beleggers wereldwijd. Azië en Noord- en Zuid-Amerika spannen de kroon met een verwacht gemiddeld jaarrendement van bijna 12%. Ter vergelijking: het rendement van de MSCI World Index over de afgelopen 30 jaar is 7,2% per jaar.[1]
“Het is verheugend om te merken dat beleggers klaarblijkelijk begonnen zijn om verder vooruit te kijken en zich in rap tempo bewust worden van de dreiging die de hoge hypotheeklasten -relatief veel aflossingsvrij- met zich meebrengt op de langere termijn. Dergelijk langetermijngedrag, of het nu gaat om aflossingsverplichtingen of toekomstige pensioenverplichtingen, is alleen maar toe te juichen. Beleggen is een onmisbaar onderdeel voor de oplossing om te kunnen voldoen aan verplichtingen”, aldus Michel Vermeulen, algemeen directeur van Schroders Benelux. “Voor wie meer wil weten over beleggen, heeft Schroders een online educatieplatform ontwikkeld, investIQ . Dit biedt een combinatie van inzichten uit de gedragseconomie en beleggingseducatie om mensen te helpen effectievere, beter geïnformeerde beleggingsbeslissingen te nemen. De kern hiervan is de investIQ-test, waarmee mensen ontdekken wat voor type belegger ze zijn en bewust worden gemaakt van de manier waarop zij beslissingen nemen."
Nederlandse beleggers zijn zich er van bewust dat kennis nodig is om (beter) te beleggen. 68% is ervan overtuigd dat het goed is meer te leren over beleggen. In Nederland scoort het onderwerp fiscaal vriendelijk beleggen, net als elders in de wereld, het hoogste, direct gevolgd door de wens om meer te leren over kosten en inzicht in de kostenstructuren van beleggen.
Het feit dat tweederde deel van de Nederlandse beleggers er van overtuigd is dat het iets moet verbeteren aan zijn kennis van beleggen, lijkt behoorlijk, maar afgezet tegen de regionale en wereldwijde percentages, is dit nog relatief gering. Wereldwijd ligt dit percentage op 88% en in Europa op 84%. In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk varieert het percentage van beleggers dat zich bewust is van een kennislacune tussen 83% en 86%.
Deze trend was het sterkst in Azië, waar landen als China (45%), Taiwan (45%), Hongkong (39%) en Japan (38%) de hoogste prioriteit gaven aan beleggen. Zuid-Koreanen daarentegen gaven de voorkeur aan op de bank zetten (19%) of vastgoed kopen (16%) boven beleggen (12%).
In Europa waren Zweden (29%) en Italië (26%) de grootste voorstanders van beleggen. In Frankrijk (16%), Rusland (18%) en Portugal (23%) kozen beleggers eerder voor sparen dan voor beleggen, wat verrassend is gezien de lage rentes in Europa. In Nederland had beleggen met 18% nog een kleine voorsprong op sparen.
De regio Noord- en Zuid-Amerika (VS, Canada, Brazilië en Chili) gaf over het geheel genomen voorrang aan beleggen (19%), op de voet gevolgd door op de bank zetten (16%). Zuid-Amerikaanse landen waren echter sterker geneigd hun geld in vastgoed te steken dan Noord-Amerikaanse.
Het grote belang dat de Nederlandse belegger hecht aan het extra aflossen van (hypotheek)schulden is zeer opvallend. Daar waar elders in Europa dit punt pas op de zesde plaats staat als gevraagd wordt naar de belangrijkste prioriteit (voor 8% van de beleggers) geldt aflossing van (hypotheek)schulden in Nederland als bijna het allerbelangrijkste (voor 16% van de beleggers, een gedeelde tweede plaats met ‘sparen’ en ‘aankopen van luxe-goederen’ vlak onder de meestgenoemde prioriteit ‘beleggen in aandelen, obligaties, commodities’, met 18%). Klaarblijkelijk wordt de relatief hoge hypotheekschuld als een probleem opgevat en hopen beleggers met het beleggingsrendement aflossingen mogelijk te maken. Opvallend is dat beleggen in vastgoed in Nederland veel minder scoort onder de investeringsprioriteiten dan in andere landen (9% tegen 13%).
Gematigde rendementsverwachting
Beleggers wereldwijd houden rekening met een gemiddeld rendement van 10,2% op jaarbasis in de komende vijf jaar. Nederlandse beleggers tonen zich veel behoudender met een meer gematigde 8,5%. Ook beleggers in andere Europese landen als Duitsland, Zweden, België, Zwitserland, Oostenrijk en Italië tonen zich realistischer dan de beleggers wereldwijd. Azië en Noord- en Zuid-Amerika spannen de kroon met een verwacht gemiddeld jaarrendement van bijna 12%. Ter vergelijking: het rendement van de MSCI World Index over de afgelopen 30 jaar is 7,2% per jaar.[1]
“Het is verheugend om te merken dat beleggers klaarblijkelijk begonnen zijn om verder vooruit te kijken en zich in rap tempo bewust worden van de dreiging die de hoge hypotheeklasten -relatief veel aflossingsvrij- met zich meebrengt op de langere termijn. Dergelijk langetermijngedrag, of het nu gaat om aflossingsverplichtingen of toekomstige pensioenverplichtingen, is alleen maar toe te juichen. Beleggen is een onmisbaar onderdeel voor de oplossing om te kunnen voldoen aan verplichtingen”, aldus Michel Vermeulen, algemeen directeur van Schroders Benelux. “Voor wie meer wil weten over beleggen, heeft Schroders een online educatieplatform ontwikkeld, investIQ . Dit biedt een combinatie van inzichten uit de gedragseconomie en beleggingseducatie om mensen te helpen effectievere, beter geïnformeerde beleggingsbeslissingen te nemen. De kern hiervan is de investIQ-test, waarmee mensen ontdekken wat voor type belegger ze zijn en bewust worden gemaakt van de manier waarop zij beslissingen nemen."
Nederlandse beleggers zijn zich er van bewust dat kennis nodig is om (beter) te beleggen. 68% is ervan overtuigd dat het goed is meer te leren over beleggen. In Nederland scoort het onderwerp fiscaal vriendelijk beleggen, net als elders in de wereld, het hoogste, direct gevolgd door de wens om meer te leren over kosten en inzicht in de kostenstructuren van beleggen.
Het feit dat tweederde deel van de Nederlandse beleggers er van overtuigd is dat het iets moet verbeteren aan zijn kennis van beleggen, lijkt behoorlijk, maar afgezet tegen de regionale en wereldwijde percentages, is dit nog relatief gering. Wereldwijd ligt dit percentage op 88% en in Europa op 84%. In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk varieert het percentage van beleggers dat zich bewust is van een kennislacune tussen 83% en 86%.
Deze trend was het sterkst in Azië, waar landen als China (45%), Taiwan (45%), Hongkong (39%) en Japan (38%) de hoogste prioriteit gaven aan beleggen. Zuid-Koreanen daarentegen gaven de voorkeur aan op de bank zetten (19%) of vastgoed kopen (16%) boven beleggen (12%).
In Europa waren Zweden (29%) en Italië (26%) de grootste voorstanders van beleggen. In Frankrijk (16%), Rusland (18%) en Portugal (23%) kozen beleggers eerder voor sparen dan voor beleggen, wat verrassend is gezien de lage rentes in Europa. In Nederland had beleggen met 18% nog een kleine voorsprong op sparen.
De regio Noord- en Zuid-Amerika (VS, Canada, Brazilië en Chili) gaf over het geheel genomen voorrang aan beleggen (19%), op de voet gevolgd door op de bank zetten (16%). Zuid-Amerikaanse landen waren echter sterker geneigd hun geld in vastgoed te steken dan Noord-Amerikaanse.
Vier de 10 vijftigplussers willen liefst volgende maand al met pensioen
Terwijl de ene vijftigplusser nog volop aan zijn carrière bouwt, telt de andere al compleet uitgeblust de dagen af tot hij eindelijk zijn werktenue aan de haak mag hangen. Maar hoe zit het met de algemene tendens? Is de gemiddelde vijftigplusser gelukkig op de werkvloer? Gaat hij met plezier naar het werk? Wil hij nog promotie maken of liever uitbollen? In welke mate kijkt hij uit naar zijn pensioen? Om een antwoord te geven op die vragen, organiseerde vacature.com een enquête bij 813 werkende vijftigplussers, representatief voor Vlaanderen.
De belangrijkste cijfers:
4 op de 10 vijftigplussers willen volgende maand al op pensioen.
49 procent van de respondenten vreest financiële problemen te krijgen wanneer ze op pensioen gaan.
De band met de collega’s is bepalend om wel of niet langer aan het werk te willen blijven. 44% van de 50-plussers die geen goede relaties heeft op de werkvloer wil sneller op pensioen, tegenover 28 procent die wel een goede band heeft met de collega’s.
58 procent van de respondenten vreest nog langer aan de slag te moeten blijven.
Als ze het zelf voor het zeggen hadden, dan vertrekt 41 procent van de werkende vijftigplussers volgende maand al op pensioen. 30% zegt héél sterk uit te kijken naar het pensioen (waardecijfer 9 op een schaal tot 10). Vooral lager opgeleiden zien hun pensioen gretig tegemoet (33 procent, tegenover 22 procent van de hooggeschoolden). Deeltijdse werknemers tellen feller af dan voltijdse (35 procent versus 27 procent). Hetzelfde geldt voor arbeiders (36 procent) in vergelijking met bedienden (31 procent) en ambtenaren (23 procent). Ook de bedrijfsgrootte speelt een rol. 33 procent van de medewerkers in grote bedrijven (> 500 werknemers) verlangen erg naar hun pensionering, tegenover 22 procent van de respondenten die in kleine organisaties werken (1 tot 49 werknemers).
Leidinggevenden zijn dan weer een stuk minder happig om ermee te stoppen. 22 procent kijkt erg uit naar zijn pensioen, in vergelijking met 32% bij werknemers met een niet-leidinggevende functie. Opvallend: 8 procent van de bazen wil nog absoluut niét op pensioen en geeft dat vooruitzicht een 0 op 10. Ook wie een goede band heeft met zijn collega’s blijft graag wat langer werken. Maar liefst 44 procent van de vijftigplussers die geen goede relatie hebben met hun ambtgenoten droomt er al van om thuis te mogen blijven, tegenover 28 procent van degenen bij wie de sfeer wél goed zit.
De belangrijkste cijfers:
4 op de 10 vijftigplussers willen volgende maand al op pensioen.
49 procent van de respondenten vreest financiële problemen te krijgen wanneer ze op pensioen gaan.
De band met de collega’s is bepalend om wel of niet langer aan het werk te willen blijven. 44% van de 50-plussers die geen goede relaties heeft op de werkvloer wil sneller op pensioen, tegenover 28 procent die wel een goede band heeft met de collega’s.
58 procent van de respondenten vreest nog langer aan de slag te moeten blijven.
Als ze het zelf voor het zeggen hadden, dan vertrekt 41 procent van de werkende vijftigplussers volgende maand al op pensioen. 30% zegt héél sterk uit te kijken naar het pensioen (waardecijfer 9 op een schaal tot 10). Vooral lager opgeleiden zien hun pensioen gretig tegemoet (33 procent, tegenover 22 procent van de hooggeschoolden). Deeltijdse werknemers tellen feller af dan voltijdse (35 procent versus 27 procent). Hetzelfde geldt voor arbeiders (36 procent) in vergelijking met bedienden (31 procent) en ambtenaren (23 procent). Ook de bedrijfsgrootte speelt een rol. 33 procent van de medewerkers in grote bedrijven (> 500 werknemers) verlangen erg naar hun pensionering, tegenover 22 procent van de respondenten die in kleine organisaties werken (1 tot 49 werknemers).
Leidinggevenden zijn dan weer een stuk minder happig om ermee te stoppen. 22 procent kijkt erg uit naar zijn pensioen, in vergelijking met 32% bij werknemers met een niet-leidinggevende functie. Opvallend: 8 procent van de bazen wil nog absoluut niét op pensioen en geeft dat vooruitzicht een 0 op 10. Ook wie een goede band heeft met zijn collega’s blijft graag wat langer werken. Maar liefst 44 procent van de vijftigplussers die geen goede relatie hebben met hun ambtgenoten droomt er al van om thuis te mogen blijven, tegenover 28 procent van degenen bij wie de sfeer wél goed zit.
‘Wereldwijde oplossing belastingontwijking voorlopig onhaalbaar’
Uit de Panama Papers en Paradise Papers blijkt dat bedrijven en individuen op grote schaal belasting ontwijken. Wereldwijde belastingafspraken kunnen daar een stokje voor steken. Maar een verdrag dat de problematiek bij de oorzaak aanpakt is voorlopig onhaalbaar, verwacht jurist Dirk Broekhuijsen.
Broekhuijsen onderzoekt voor zijn promotie de haalbaarheid van één mondiaal belastingverdrag. In zo’n verdrag maken alle landen van de wereld gezamenlijk afspraken over welk land belasting mag heffen op de inkomsten van multinationals. Op dit moment zijn alle belastingafspraken nog bilateraal, dus tussen twee landen. Met ieder land heeft de Nederlandse belastingdienst een andere afspraak.
‘Uit onder meer de Panama Papers blijkt dat bedrijven deze bilaterale afspraken massaal gebruiken om belasting te ontwijken’, zegt Broekhuijsen. ‘Door slim gebruik te maken van de verschillen tussen nationale belastingsystemen en de honderden losse belastingafspraken tussen individuele landen, betalen zij vaak weinig tot geen belasting.’ Alleen al de EU-landen zouden op deze manier jaarlijks zo’n 50 tot 70 miljard euro aan belastinginkomsten mislopen.
Dat is problematisch, omdat landen afhankelijk zijn van deze inkomsten om wegen, scholen en veiligheidsdiensten te betalen. Bovendien vinden veel mensen het oneerlijk dat met name multinationals relatief weinig belasting betalen. Broekhuijsen: ‘Is het wel redelijk dat de koffieverkoper op de hoek meer belasting betaalt dan de multinational Starbucks?’
Een multilateraal verdrag - dus tussen meerdere landen - zou de belastingontwijking wellicht kunnen voorkomen, maar dat is volgens Broekhuijsen gemakkelijker gezegd dan gedaan. In zijn literatuuronderzoek kijkt hij naar de juridische en politieke consequenties van zo’n verdrag. ‘Het herschrijven van de belastingafspraken om belastingontwijking tegen te gaan zal duidelijke winnaars en verliezers opleveren. Veel landen zullen minder belasting ophalen dan op dit moment. Andere landen zullen wellicht meer belasting ophalen, maar zien daardoor hun vestigingsklimaat voor multinationals verslechteren. Dat maakt het lastiger om tot overeenstemming te komen.’
Een ander, mogelijk nog belangrijker probleem is de verdeelsleutel. Neem de verkoop van een iPad: die is bedacht in de Verenigde Staten, wordt geproduceerd in China, en ligt uiteindelijk in Nederland in de winkel. Welke van deze landen mag belasting heffen over de verkoop van het product? En hoeveel precies? Broekhuijsen: ‘In bilaterale verdragen wordt voor deze problematiek gebruik gemaakt van een open norm: belastingheffing vindt plaats in het land waar arbeid en kapitaal samenkomen. Hierdoor hebben multinationals enigszins de mogelijkheid winsten te laten belasten in landen waar het belastingtarief relatief laag is. Dit lokt belastingconcurrentie en belastingplanning uit. Een verdeelsleutel op basis van een formule zou een oplossing kunnen zijn. Maar de kans dat een dergelijke regel in een multilateraal verdrag tussen honderden landen terechtkomt is zeer klein.’
Op korte termijn verwacht Broekhuijsen dan ook geen internationaal megaverdrag om de belastingopbrengsten eerlijker te verdelen en belastingontwijking geheel tegen te gaan. Wel kan de internationale gemeenschap volgens hem procesafspraken maken. ‘Je kunt in internationaal verband bijvoorbeeld de discussie over een duurzaam belastingstelsel faciliteren of langetermijndoelen bepalen. Iets vergelijkbaars deden wereldleiders toen ze tijdens de klimaatconferentie in Parijs met elkaar afspraken dat de aarde maximaal 1,5 graad mag opwarmen. Uiteindelijk kunnen daar concretere duurzaamheidsmaatregelen uit voortvloeien.’
Broekhuijsen onderzoekt voor zijn promotie de haalbaarheid van één mondiaal belastingverdrag. In zo’n verdrag maken alle landen van de wereld gezamenlijk afspraken over welk land belasting mag heffen op de inkomsten van multinationals. Op dit moment zijn alle belastingafspraken nog bilateraal, dus tussen twee landen. Met ieder land heeft de Nederlandse belastingdienst een andere afspraak.
‘Uit onder meer de Panama Papers blijkt dat bedrijven deze bilaterale afspraken massaal gebruiken om belasting te ontwijken’, zegt Broekhuijsen. ‘Door slim gebruik te maken van de verschillen tussen nationale belastingsystemen en de honderden losse belastingafspraken tussen individuele landen, betalen zij vaak weinig tot geen belasting.’ Alleen al de EU-landen zouden op deze manier jaarlijks zo’n 50 tot 70 miljard euro aan belastinginkomsten mislopen.
Dat is problematisch, omdat landen afhankelijk zijn van deze inkomsten om wegen, scholen en veiligheidsdiensten te betalen. Bovendien vinden veel mensen het oneerlijk dat met name multinationals relatief weinig belasting betalen. Broekhuijsen: ‘Is het wel redelijk dat de koffieverkoper op de hoek meer belasting betaalt dan de multinational Starbucks?’
Een multilateraal verdrag - dus tussen meerdere landen - zou de belastingontwijking wellicht kunnen voorkomen, maar dat is volgens Broekhuijsen gemakkelijker gezegd dan gedaan. In zijn literatuuronderzoek kijkt hij naar de juridische en politieke consequenties van zo’n verdrag. ‘Het herschrijven van de belastingafspraken om belastingontwijking tegen te gaan zal duidelijke winnaars en verliezers opleveren. Veel landen zullen minder belasting ophalen dan op dit moment. Andere landen zullen wellicht meer belasting ophalen, maar zien daardoor hun vestigingsklimaat voor multinationals verslechteren. Dat maakt het lastiger om tot overeenstemming te komen.’
Een ander, mogelijk nog belangrijker probleem is de verdeelsleutel. Neem de verkoop van een iPad: die is bedacht in de Verenigde Staten, wordt geproduceerd in China, en ligt uiteindelijk in Nederland in de winkel. Welke van deze landen mag belasting heffen over de verkoop van het product? En hoeveel precies? Broekhuijsen: ‘In bilaterale verdragen wordt voor deze problematiek gebruik gemaakt van een open norm: belastingheffing vindt plaats in het land waar arbeid en kapitaal samenkomen. Hierdoor hebben multinationals enigszins de mogelijkheid winsten te laten belasten in landen waar het belastingtarief relatief laag is. Dit lokt belastingconcurrentie en belastingplanning uit. Een verdeelsleutel op basis van een formule zou een oplossing kunnen zijn. Maar de kans dat een dergelijke regel in een multilateraal verdrag tussen honderden landen terechtkomt is zeer klein.’
Op korte termijn verwacht Broekhuijsen dan ook geen internationaal megaverdrag om de belastingopbrengsten eerlijker te verdelen en belastingontwijking geheel tegen te gaan. Wel kan de internationale gemeenschap volgens hem procesafspraken maken. ‘Je kunt in internationaal verband bijvoorbeeld de discussie over een duurzaam belastingstelsel faciliteren of langetermijndoelen bepalen. Iets vergelijkbaars deden wereldleiders toen ze tijdens de klimaatconferentie in Parijs met elkaar afspraken dat de aarde maximaal 1,5 graad mag opwarmen. Uiteindelijk kunnen daar concretere duurzaamheidsmaatregelen uit voortvloeien.’
donderdag 16 november 2017
Mooie cijfers voor NN Group
Verzekeraar NN Group (Nationale-Nederlanden) sluit het derde kwartaal positief af. NN boekte een nettowinst van 734 miljoen euro, ruim twee derde meer dan een jaar eerder. NN heeft dat vooral te danken aan winsten op beleggingen.
Het operationeel resultaat steeg tot 431 miljoen euro, waaronder 51 miljoen euro van Delta Lloyd, die eerder dit jaar werd overgenomen.
De solvabiliteit, berekend volgens de Europese norm (Solvency II), bedroeg voor de gehele groep 204 procent.
Het operationeel resultaat steeg tot 431 miljoen euro, waaronder 51 miljoen euro van Delta Lloyd, die eerder dit jaar werd overgenomen.
De solvabiliteit, berekend volgens de Europese norm (Solvency II), bedroeg voor de gehele groep 204 procent.
Samenwerkingsovereenkomst gezamenlijk geldautomatennetwerk
ABN AMRO, ING, Rabobank en Geldservice Nederland (GSN) hebben kortgeleden een overeenkomst getekend om samen te werken aan het optimaliseren van het netwerk voor contant geld. Op 31 mei 2017 werd al aangekondigd dat de banken en GSN in gesprek waren over het optimaal beschikbaar houden van contant geld in een tijd dat het gebruik ervan steeds verder afneemt. De komende periode wordt zorgvuldig in kaart gebracht hoe de spreiding van geldautomaten er in de toekomst het best uit kan zien. De betrokken partijen hebben de ambitie om vanaf het derde kwartaal van 2018 met de migratie van het geldautomatennetwerk te starten. Het doel is om het project eind 2020 af te ronden.
Deze samenwerkingsovereenkomst is opgezet in nauw overleg met De Nederlandsche Bank (DNB), waarbij goed is gekeken naar soortgelijke succesvolle initiatieven in Zweden en Zwitserland.
GSN zorgt al sinds 2011 voor het verwerken en distribueren van het contante geld voor haar aandeelhouders (ABN AMRO, ING en Rabobank). Vanuit dit bestaande samenwerkingsverband zullen de deelnemende banken het beheer en de achterliggende processen van alle geldautomaten in Nederland onderbrengen bij GSN. Zo willen zij het netwerk van geldautomaten optimaliseren en contant geld op lange termijn veilig, bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar houden.
De komende tijd inventariseren de banken en GSN zorgvuldig hoe het nieuwe gezamenlijke geldautomatennetwerk er straks uit kan komen te zien. Er wordt onder meer gekeken naar:
Er wordt gewerkt aan een slimmere spreiding van geldautomaten over het land, met als randvoorwaarde dat de huidige dekkingsgraad van 99,76% minstens op hetzelfde niveau moet blijven en mogelijk nog kan verbeteren. Op basis van alle relevante factoren en nauw overleg met diverse maatschappelijke partijen, experts en lokale stakeholders wordt een optimale spreiding in de praktijk gerealiseerd.
Deze samenwerkingsovereenkomst is opgezet in nauw overleg met De Nederlandsche Bank (DNB), waarbij goed is gekeken naar soortgelijke succesvolle initiatieven in Zweden en Zwitserland.
GSN zorgt al sinds 2011 voor het verwerken en distribueren van het contante geld voor haar aandeelhouders (ABN AMRO, ING en Rabobank). Vanuit dit bestaande samenwerkingsverband zullen de deelnemende banken het beheer en de achterliggende processen van alle geldautomaten in Nederland onderbrengen bij GSN. Zo willen zij het netwerk van geldautomaten optimaliseren en contant geld op lange termijn veilig, bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar houden.
De komende tijd inventariseren de banken en GSN zorgvuldig hoe het nieuwe gezamenlijke geldautomatennetwerk er straks uit kan komen te zien. Er wordt onder meer gekeken naar:
Er wordt gewerkt aan een slimmere spreiding van geldautomaten over het land, met als randvoorwaarde dat de huidige dekkingsgraad van 99,76% minstens op hetzelfde niveau moet blijven en mogelijk nog kan verbeteren. Op basis van alle relevante factoren en nauw overleg met diverse maatschappelijke partijen, experts en lokale stakeholders wordt een optimale spreiding in de praktijk gerealiseerd.
Kabinet legt trustsector strengere regels op
Het kabinet gaat de trustsector in Nederland strengere regels opleggen. De Nederlandsche Bank krijgt daarnaast meer bevoegdheden voor toezicht en handhaving. Dat is de kern van het wetsvoorstel van minister Hoekstra van Financiën, waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Trustkantoren dienen als poortwachters het Nederlandse financiële stelsel te beschermen tegen misbruik. Ze moeten witwassen, terrorismefinanciering en belastingontduiking voorkomen. Minister Hoekstra: ‘De afgelopen jaren heeft de trustsector ons stelsel onvoldoende verdedigd en in sommige gevallen zelfs zaken als belastingontduiking gefaciliteerd. DNB heeft meermalen geconstateerd dat trustkantoren de wet, naar de letter maar ook naar de geest, onvoldoende naleven. Dat is reden voor het kabinet om in te grijpen. Trustkantoren moeten integer en betrouwbaar zijn en goed controleren voor wie ze werken.’
In de nieuwe Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt meer integriteit en professionaliteit van kantoren geëist. Ze moeten een BV of NV zijn en een dagelijkse leiding hebben van ten minste twee personen, die vanuit Nederland moeten werken. Verder scherpt de nieuwe wet de eisen aan de interne controle aan. De zogeheten compliancefunctie mag niet worden uitbesteed aan een externe partij.
Trustkantoren mogen niet langer aan een en dezelfde cliënt zowel belastingadvies geven als trustdiensten verlenen. Ook moeten kantoren meer en beter onderzoek doen naar een cliënt voor ze daadwerkelijk met hem in zee gaan. Die gegevens moeten voor DNB controleerbaar zijn. Trustkantoren worden verder verplicht om in het kader van cliëntenonderzoek informatie met elkaar te delen. Dit moet voorkomen dat trustkantoor A een klant afwijst vanwege integriteitsrisico’s, maar hij bij trustkantoor B gewoon geholpen wordt.
De Wet toezicht trustkantoren 2018 breidt de bevoegdheden van DNB op meerdere punten uit. DNB kan kantoren verplichten een gedragslijn over te nemen. De hoogste boetes die DNB kan opleggen gaan omhoog van 4 naar 5 miljoen euro. Er komt ook een omzetgerelateerde en een voordeelgerelateerde boete.
DNB krijgt verder meer mogelijkheden om de vergunning van een trustkantoor in te trekken en kan bij bepaalde overtredingen de bestuurders een tijdelijk beroepsverbod opleggen. DNB mag als de nieuwe wet is aangenomen ook overtredingen en sancties openbaar maken. Net als de overige uitgebreide bevoegdheden moet hier een afschrikwekkende werking van uit gaan.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Het consultatieverslag wordt nu al wel openbaar gemaakt op internetconsultatie.nl. Hierin reageert de minister van Financiën op suggesties van betrokken partijen bij de vorig jaar geconsulteerde eerste versie van het wetsvoorstel.
Vertrouwen in banken stijgt licht – ‘nog veel werk aan de winkel’
Het consumentenvertrouwen in banken neemt licht toe. Dat blijkt uit de Vertrouwensmonitor Banken 2017. Het algemene vertrouwen in de sector steeg van een 2,8 (2016) naar 2,9 nu - op een schaal van vijf punten.
Het onderzoek onder circa 23.000 consumenten wordt in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken onafhankelijk uitgevoerd door GfK. Het is de derde keer dat de Vertrouwensmonitor Banken uitkomt.
Naar aanleiding van de resultaten van de Vertrouwensmonitor formuleren banken jaarlijks gezamenlijk een aantal verbeterkansen. Dit jaar gaan banken inzetten op proactiever handelen: klanten worden erop gewezen dat een verandering in diens leven – zoals een scheiding of een andere baan – van invloed kan zijn op welk product het beste bij hem of haar past. Daarnaast willen banken meer inzicht geven in de opbouw van financiële producten en in de maatschappelijke rol van de bank.
Online diensten van banken worden door het publiek zeer positief beoordeeld (4,3 in 2017). Opvallend is dat minder klanten gebruikmaken van internetbankieren. Steeds meer klanten bankieren mobiel: dit percentage was in 2015 nog 46% en steeg in 2017 naar 57%. De deskundigheid van banken wordt iets beter beoordeeld (van 3,7 naar 3,8). Banken scoren goed (4,2) op klachten- en feedbackmanagement, zo luidt het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het is de eerste keer dat klachten- en feedbackmanagement is gescoord door de toezichthouder.
Chris Buijink, voorzitter Nederlandse Vereniging van Banken: “Ik ben blij met deze positieve tendensen in de feedback maar er blijft vooralsnog veel werk aan de winkel. Vooral op het gebied van open en eerlijk moeten we nóg beter. Zo bleek bijvoorbeeld uit de panelgesprekken dat consumenten willen weten wat er met hun spaargeld gebeurt, volledige transparantie verwachten over hun bankzaken en proactieve advisering op prijs stellen.”
Ook dit jaar ligt het vertrouwen in de eigen bank hoger dan het vertrouwen in de sector als geheel. Maar het verschil wordt wel kleiner: het vertrouwen in de eigen bank is net als vorig jaar 3,2. Maar het vertrouwen in de sector steeg naar 2,9. Een ruime meerderheid van de ondervraagde consumenten staat neutraal tegenover vertrouwen in de bankensector: 57% heeft veel noch weinig vertrouwen. Daarnaast heeft 17% van de consumenten veel vertrouwen en 25% weinig vertrouwen in de bankensector. Dit beeld is vergelijkbaar met bijvoorbeeld onderzoek dat onder andere het tv-programma Nieuwsuur en Edelman (Trust Barometer) eerder dit jaar publiceerden.
Consumenten geven banken een voldoende als het gaat om het zijn van open en eerlijk. Deze aspecten – waarnaar in deze Vertrouwensmonitor Banken een verdiepend onderzoek is gedaan - hebben de grootste invloed op het vertrouwen in banken. Tegelijk heeft ‘eerlijk zijn’ voor consumenten de hoogste prioriteit als het gaat om de kansen voor banken om hun reputatie te verbeteren.
De onafhankelijke Raad van Advies, vanaf het begin bij de Vertrouwensmonitor, adviseert banken goed na te denken over de vormgeving van het persoonlijke klantcontact. ‘Persoonlijk contact zorgt ervoor dat de klant zich geen nummer voelt, maar een directe relatie van zijn of haar bank.’ Consumenten vinden nog steeds dat banken klantgerichter mogen worden. Het proactief helpen van klanten bij hun financiële huishouding vraagt de blijvende aandacht van banken, aldus de Raad van Advies.
Naast het GfK-consumentenonderzoek bevat de Vertrouwensmonitor Banken het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de mate waarin banken het klantbelang centraal stellen. Op het onderdeel hypotheken daalde de score van 3,8 (2016) naar 3,7 in 2017, eveneens op een schaal van vijf punten. De AFM spoort banken aan zich nog meer in te spannen voor huiseigenaren met mogelijk in de toekomst problematische hypotheken. Ook de score bij beleggen is lager (3,6 in 2017; 3,8 in 2016). De AFM beoordeelt de behandeling bij betalingsachterstanden met een 2,8 beter dan in 2015 (2,2). Bij het onderdeel lenen daalde de score van 3,0 naar 2,4. De AFM constateert dat niet alle partijen de ‘VFN/NVB leennormen’ bij aanvang van de lening juist toepassen. De AFM ziet dat marktbreed stappen zijn gezet om het aantal (nagenoeg) aflossingsvrije leningen terug te brengen. De AFM roept op om aflossingsvrije leningen (consumptief krediet) verder terug te dringen en klanten met betalingsachterstanden beter te begeleiden.
Het onderzoek onder circa 23.000 consumenten wordt in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken onafhankelijk uitgevoerd door GfK. Het is de derde keer dat de Vertrouwensmonitor Banken uitkomt.
Naar aanleiding van de resultaten van de Vertrouwensmonitor formuleren banken jaarlijks gezamenlijk een aantal verbeterkansen. Dit jaar gaan banken inzetten op proactiever handelen: klanten worden erop gewezen dat een verandering in diens leven – zoals een scheiding of een andere baan – van invloed kan zijn op welk product het beste bij hem of haar past. Daarnaast willen banken meer inzicht geven in de opbouw van financiële producten en in de maatschappelijke rol van de bank.
Online diensten van banken worden door het publiek zeer positief beoordeeld (4,3 in 2017). Opvallend is dat minder klanten gebruikmaken van internetbankieren. Steeds meer klanten bankieren mobiel: dit percentage was in 2015 nog 46% en steeg in 2017 naar 57%. De deskundigheid van banken wordt iets beter beoordeeld (van 3,7 naar 3,8). Banken scoren goed (4,2) op klachten- en feedbackmanagement, zo luidt het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het is de eerste keer dat klachten- en feedbackmanagement is gescoord door de toezichthouder.
Chris Buijink, voorzitter Nederlandse Vereniging van Banken: “Ik ben blij met deze positieve tendensen in de feedback maar er blijft vooralsnog veel werk aan de winkel. Vooral op het gebied van open en eerlijk moeten we nóg beter. Zo bleek bijvoorbeeld uit de panelgesprekken dat consumenten willen weten wat er met hun spaargeld gebeurt, volledige transparantie verwachten over hun bankzaken en proactieve advisering op prijs stellen.”
Ook dit jaar ligt het vertrouwen in de eigen bank hoger dan het vertrouwen in de sector als geheel. Maar het verschil wordt wel kleiner: het vertrouwen in de eigen bank is net als vorig jaar 3,2. Maar het vertrouwen in de sector steeg naar 2,9. Een ruime meerderheid van de ondervraagde consumenten staat neutraal tegenover vertrouwen in de bankensector: 57% heeft veel noch weinig vertrouwen. Daarnaast heeft 17% van de consumenten veel vertrouwen en 25% weinig vertrouwen in de bankensector. Dit beeld is vergelijkbaar met bijvoorbeeld onderzoek dat onder andere het tv-programma Nieuwsuur en Edelman (Trust Barometer) eerder dit jaar publiceerden.
Consumenten geven banken een voldoende als het gaat om het zijn van open en eerlijk. Deze aspecten – waarnaar in deze Vertrouwensmonitor Banken een verdiepend onderzoek is gedaan - hebben de grootste invloed op het vertrouwen in banken. Tegelijk heeft ‘eerlijk zijn’ voor consumenten de hoogste prioriteit als het gaat om de kansen voor banken om hun reputatie te verbeteren.
De onafhankelijke Raad van Advies, vanaf het begin bij de Vertrouwensmonitor, adviseert banken goed na te denken over de vormgeving van het persoonlijke klantcontact. ‘Persoonlijk contact zorgt ervoor dat de klant zich geen nummer voelt, maar een directe relatie van zijn of haar bank.’ Consumenten vinden nog steeds dat banken klantgerichter mogen worden. Het proactief helpen van klanten bij hun financiële huishouding vraagt de blijvende aandacht van banken, aldus de Raad van Advies.
Naast het GfK-consumentenonderzoek bevat de Vertrouwensmonitor Banken het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de mate waarin banken het klantbelang centraal stellen. Op het onderdeel hypotheken daalde de score van 3,8 (2016) naar 3,7 in 2017, eveneens op een schaal van vijf punten. De AFM spoort banken aan zich nog meer in te spannen voor huiseigenaren met mogelijk in de toekomst problematische hypotheken. Ook de score bij beleggen is lager (3,6 in 2017; 3,8 in 2016). De AFM beoordeelt de behandeling bij betalingsachterstanden met een 2,8 beter dan in 2015 (2,2). Bij het onderdeel lenen daalde de score van 3,0 naar 2,4. De AFM constateert dat niet alle partijen de ‘VFN/NVB leennormen’ bij aanvang van de lening juist toepassen. De AFM ziet dat marktbreed stappen zijn gezet om het aantal (nagenoeg) aflossingsvrije leningen terug te brengen. De AFM roept op om aflossingsvrije leningen (consumptief krediet) verder terug te dringen en klanten met betalingsachterstanden beter te begeleiden.