DNB publiceert toezichtprioriteiten voor komende jaren
Financieel-technologische innovatie en de impact van de ontwikkeling van het klimaat staan centraal in de prioriteiten die toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) in de komende jaren wil leggen in haar toezicht op de Nederlandse financiële sector. Daarnaast blijft ook de bestrijding van financieel-economische criminaliteit hoog op de prioriteitenlijst van de toezichthouder staan.
Dat blijkt uit de deze week gepubliceerde ‘Visie op Toezicht 2018-2022’ en de jaarlijkse toezichtagenda ‘Vooruitblik 2018’ waarin DNB prioriteiten toelicht die in de komende jaren boven op het reguliere toezicht ter hand worden genomen.
Met deze publicaties wil DNB laten zien hoe zij haar toezichthoudende taken nadere invulling geeft opdat de Nederlandse financiële sector solide en integere financiële instellingen kent die hun verplichtingen en toezeggingen nakomen en bijdragen aan een stabiel financieel systeem en duurzame welvaart. ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ worden beide samengesteld in dialoog met de financiële sector en vormen onderdeel van de verantwoordingscyclus voor de toezichttaken van DNB.
In de nieuwste edities van ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ stelt de toezichthouder dat de financiële sector in het afgelopen decennium na de crisis een noodzakelijke transitie heeft doorgemaakt naar een grotere financiële weerbaarheid. De Nederlandse economie laat de afgelopen jaren daarbij herstel zien. De crisis heeft evenwel geleerd dat sector en toezichthouder voortdurend alert moeten zijn op nieuwe risico’s en uitdagingen. De transitie is daarmee nog niet ten einde.
Nieuwe partijen betreden de markt met behulp van technologische toepassingen die de dienstverlening verbeteren en die de marktverhoudingen doen veranderen. Daarbij staan bestaande bedrijfsmodellen onder druk door de langdurig lage rente, en zien instellingen en toezichthouder zich geconfronteerd met internationaal ingrijpende veranderingen zoals de brexit. Tegelijkertijd is er ook convergentie van de Europese financiële toezichtregimes, zoals in het gemeenschappelijke bankentoezicht.
Daarnaast verandert het speelveld in rap tempo door nieuwe nationale en internationale wetgeving, zoals de nieuwe betaalrichtlijn PSD2, de invoering van een nieuw pensioencontract en een herstel- en resolutiekader voor verzekeraars. Veranderend klantgedrag betekent dat consumenten kritischer zijn dan voorheen, meer inzicht willen hebben bijvoorbeeld in waar hun geld in wordt belegd, en ook van financiële instellingen verwachten dat deze financieel economische criminaliteit tegengaan.
Hoewel het goed is om te kijken naar de effecten van de vele post-crisisregels, vraagt de geschetste dynamiek van de omgeving om waakzaamheid van financiële regelgevers en toezichthouders. Vooral in goede tijden is intensief en streng toezicht van het grootste belang om de opbouw van excessen tegen te gaan. De financiële crisis werd voorafgegaan door een lange periode van deregulering. Eén van de lessen van de vorige crisis is dan ook om vooruit te kijken. Het is de uitdaging om toekomstige crises te voorkomen in plaats van te genezen, zonder in dit opzicht als toezichthouder onrealistische verwachtingen te creëren.
Dat blijkt uit de deze week gepubliceerde ‘Visie op Toezicht 2018-2022’ en de jaarlijkse toezichtagenda ‘Vooruitblik 2018’ waarin DNB prioriteiten toelicht die in de komende jaren boven op het reguliere toezicht ter hand worden genomen.
Met deze publicaties wil DNB laten zien hoe zij haar toezichthoudende taken nadere invulling geeft opdat de Nederlandse financiële sector solide en integere financiële instellingen kent die hun verplichtingen en toezeggingen nakomen en bijdragen aan een stabiel financieel systeem en duurzame welvaart. ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ worden beide samengesteld in dialoog met de financiële sector en vormen onderdeel van de verantwoordingscyclus voor de toezichttaken van DNB.
In de nieuwste edities van ‘Visie’ en ‘Vooruitblik’ stelt de toezichthouder dat de financiële sector in het afgelopen decennium na de crisis een noodzakelijke transitie heeft doorgemaakt naar een grotere financiële weerbaarheid. De Nederlandse economie laat de afgelopen jaren daarbij herstel zien. De crisis heeft evenwel geleerd dat sector en toezichthouder voortdurend alert moeten zijn op nieuwe risico’s en uitdagingen. De transitie is daarmee nog niet ten einde.
Nieuwe partijen betreden de markt met behulp van technologische toepassingen die de dienstverlening verbeteren en die de marktverhoudingen doen veranderen. Daarbij staan bestaande bedrijfsmodellen onder druk door de langdurig lage rente, en zien instellingen en toezichthouder zich geconfronteerd met internationaal ingrijpende veranderingen zoals de brexit. Tegelijkertijd is er ook convergentie van de Europese financiële toezichtregimes, zoals in het gemeenschappelijke bankentoezicht.
Daarnaast verandert het speelveld in rap tempo door nieuwe nationale en internationale wetgeving, zoals de nieuwe betaalrichtlijn PSD2, de invoering van een nieuw pensioencontract en een herstel- en resolutiekader voor verzekeraars. Veranderend klantgedrag betekent dat consumenten kritischer zijn dan voorheen, meer inzicht willen hebben bijvoorbeeld in waar hun geld in wordt belegd, en ook van financiële instellingen verwachten dat deze financieel economische criminaliteit tegengaan.
Hoewel het goed is om te kijken naar de effecten van de vele post-crisisregels, vraagt de geschetste dynamiek van de omgeving om waakzaamheid van financiële regelgevers en toezichthouders. Vooral in goede tijden is intensief en streng toezicht van het grootste belang om de opbouw van excessen tegen te gaan. De financiële crisis werd voorafgegaan door een lange periode van deregulering. Eén van de lessen van de vorige crisis is dan ook om vooruit te kijken. Het is de uitdaging om toekomstige crises te voorkomen in plaats van te genezen, zonder in dit opzicht als toezichthouder onrealistische verwachtingen te creëren.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.