In de laatste week van het jaar stappen we weer massaal over van zorgverzekering. De meeste mensen wachten tot de laatste dagen van het jaar met hun definitieve keuze, ziet vergelijkingssite Geld.nl. “Het was gisteren vier keer zo druk in onze zorgvergelijker als de afgelopen weken”, zegt Amanda Bulthuis van Geld.nl
Mensen lijken zich dit jaar nog bewuster van hun zorgbehoefte. Ze verzekeren echt alleen wat ze nodig hebben, constateert de vergelijkingssite. “Deze ontwikkeling zien we al jaren, maar dit zorgseizoen zijn de gemaakte keuzes nog scherper”, voegt Bulthuis toe. Zo kiest een groter deel van de overstappers (32 procent) alleen voor een basisverzekering. Dit was in het zorgseizoen 2016-2017 nog 29 procent.
Daarnaast wordt minder vaak voor een aanvullende verzekering gekozen. 45 procent van de verzekerden kiest hiervoor. Dit was vorig jaar nog 53 procent. De mensen die voor een aanvullende verzekering kiezen doen dit voornamelijk voor de fysiotherapie.
Bij de tandarts verzekeringen is wel een groei zichtbaar. 23 procent van de verzekerden kiest voor een basisverzekering met een tandarts verzekering erbij. Dit tegenover bijna 18 procent vorig jaar.
Ook kiezen minder mensen voor een verhoogd eigen risico, volgens Geld.nl. Dit jaar heeft bijna 80 procent van de verzekerden geen vrijwillig eigen risico. Dat was vorig jaar bijna 76 procent. Van de mensen die wel een vrijwillig eigen risico hebben, kiest nog steeds het grootste deel voor het maximale bedrag van 500 euro (16,5 procent van alle verzekerden).
Als je wilt overstappen van zorgverzekering, heb je nog twee dagen de tijd om dit te regelen. Uiterlijk 31 december moet de opzegging bij de oude zorgverzekeraar binnen zijn. Je hebt dan nog de hele maand januari om een nieuwe zorgverzekering af te sluiten. “Maar het gemakkelijkste is natuurlijk om voor het einde van dit jaar jezelf aan te melden bij een nieuwe verzekeraar. Deze zegt dan voor jou de oude zorgverzekering op en dan heb je nergens omkijken meer naar”, adviseert Bulthuis.
vrijdag 29 december 2017
Bijna de helft van de Nederlanders speelt mee met een eindejaarsloterij
Bijna de helft (45%). van de Nederlanders is van plan om dit jaar met een eindejaarstrekking van een loterij mee te spelen Van de Nederlanders die een inschatting maken, denkt twee derde dat de kans op de hoofdprijs het grootst is bij de oudejaarstrekking van de Staatsloterij (67%). 33% denkt juist dat de kans groter is bij de Nationale Postcodeloterij. Bij een prijs van 1 miljoen euro zet meer dan de helft van de ondervraagden een deel op de spaarrekening. En veertig procent zou om financieel advies vragen. Bij winst van een prijs van 30 miljoen euro zegt 61% te blijven werken.
Een kwart van de Nederlanders denkt dat een 45-jarige minimaal €2,5 miljoen moet winnen om nooit meer te hoeven werken. Een vijfde (21%) denkt dat dit bij €1 miljoen zelfs al kan. Van degenen die een inschatting maken, blijkt dat vrouwen het bedrag gemiddeld hoger inschatten dan mannen. 36% van de vrouwen die een inschatting maken, denkt dat een bedrag van minstens €5 miljoen of meer nodig is (t.o.v. 25% onder mannen). Ook 60-plussers die een inschatting maken, denken vaker dat een bedrag van minstens €5 miljoen nodig is (38% vs. 28%). Jongeren ( jonger dan 30 jaar) denken juist vaker dat een bedrag van minder dan €1 miljoen volstaat.
Meer dan de helft van Nederland zou na het winnen van €1 miljoen een deel op de spaarrekening zetten (53%). Dat is de populairste actie. Op 2 van populairste acties na het winnen van €1 miljoen staat ‘een deel aan familie,vrienden of kinderen schenken’ (45%) en op 3 staat ‘een vakantie boeken’ (39%). ‘Schulden,leningen of hypotheken aflossen’ volgt kort na de top 3 met 38%.
Vier op de tien Nederlanders (41%) met goede voornemens voor 2018 denken dat zij hun voornemens makkelijker volhouden wanneer zij €1 miljoen winnen. 52% denkt dat het even moeilijk blijft, 8% verwacht dat het lastiger wordt.
Van degenen die prijzengeld zouden delen schenkt zes op de tien geld aan hun kinderen (58%) en ruim een derde heeft wat over voor broers of zussen (37%) en ouders (36%). Drie op de tien zouden schenken aan goede doelen (29%). Vier op de tien (41%) inwoners van Noord-Nederland geven vaker aan dat ze een bedrag aan goede doelen zouden schenken. In de rest van Nederland ligt dat percentage met 27% een stuk lager.
.
Geldzaken (laten) regelen
Het grootste deel van Nederland (53%) zou na het winnen van €1 miljoen in de oudejaarstrekking nog steeds hun eigen geldzaken regelen. Ruim een derde (35%) zou een financieel adviseur in de arm nemen 12% vraagt op dit moment al advies en verandert dat niet.
.
Blijven werken is populair
Ook bij een prijs van €30 miljoen zegt 61% van werkend Nederland te blijven werken. Het grootste deel daarvan (38%) houdt de huidige baan; 13% blijft evenveel uren werken, 24% gaat minder uren werken. Eén op de tien zou voor zichzelf beginnen. Hoe ouder men is, des te vaker men zou stoppen met werken. Slechts 10% van de werkende jongeren (jonger dan 30 jaar) stopt met werken, tegenover 62% van de 60-plussers.
Een kwart van de Nederlanders denkt dat een 45-jarige minimaal €2,5 miljoen moet winnen om nooit meer te hoeven werken. Een vijfde (21%) denkt dat dit bij €1 miljoen zelfs al kan. Van degenen die een inschatting maken, blijkt dat vrouwen het bedrag gemiddeld hoger inschatten dan mannen. 36% van de vrouwen die een inschatting maken, denkt dat een bedrag van minstens €5 miljoen of meer nodig is (t.o.v. 25% onder mannen). Ook 60-plussers die een inschatting maken, denken vaker dat een bedrag van minstens €5 miljoen nodig is (38% vs. 28%). Jongeren ( jonger dan 30 jaar) denken juist vaker dat een bedrag van minder dan €1 miljoen volstaat.
Meer dan de helft van Nederland zou na het winnen van €1 miljoen een deel op de spaarrekening zetten (53%). Dat is de populairste actie. Op 2 van populairste acties na het winnen van €1 miljoen staat ‘een deel aan familie,vrienden of kinderen schenken’ (45%) en op 3 staat ‘een vakantie boeken’ (39%). ‘Schulden,leningen of hypotheken aflossen’ volgt kort na de top 3 met 38%.
Vier op de tien Nederlanders (41%) met goede voornemens voor 2018 denken dat zij hun voornemens makkelijker volhouden wanneer zij €1 miljoen winnen. 52% denkt dat het even moeilijk blijft, 8% verwacht dat het lastiger wordt.
Van degenen die prijzengeld zouden delen schenkt zes op de tien geld aan hun kinderen (58%) en ruim een derde heeft wat over voor broers of zussen (37%) en ouders (36%). Drie op de tien zouden schenken aan goede doelen (29%). Vier op de tien (41%) inwoners van Noord-Nederland geven vaker aan dat ze een bedrag aan goede doelen zouden schenken. In de rest van Nederland ligt dat percentage met 27% een stuk lager.
.
Geldzaken (laten) regelen
Het grootste deel van Nederland (53%) zou na het winnen van €1 miljoen in de oudejaarstrekking nog steeds hun eigen geldzaken regelen. Ruim een derde (35%) zou een financieel adviseur in de arm nemen 12% vraagt op dit moment al advies en verandert dat niet.
.
Blijven werken is populair
Ook bij een prijs van €30 miljoen zegt 61% van werkend Nederland te blijven werken. Het grootste deel daarvan (38%) houdt de huidige baan; 13% blijft evenveel uren werken, 24% gaat minder uren werken. Eén op de tien zou voor zichzelf beginnen. Hoe ouder men is, des te vaker men zou stoppen met werken. Slechts 10% van de werkende jongeren (jonger dan 30 jaar) stopt met werken, tegenover 62% van de 60-plussers.
donderdag 28 december 2017
Gita Salden nieuwe bestuursvoorzitter BNG Bank
Per 1 januari 2018 wordt Gita Salden de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur van BNG Bank. Haar benoeming is goedgekeurd door de toezichthouder. Gita Salden is de opvolger van Carel van Eykelenburg, die als voorzitter werd benoemd in 2008.
Gita Salden (1968) is de afgelopen jaren werkzaam geweest bij het Ministerie van Financiën. Vanaf 2012 was zij op dit ministerie plaatsvervangend Thesaurier-Generaal en directeur Financiële Markten. Zij heeft Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vanaf 1 januari 2018 bestaat de Raad van Bestuur uit Gita Salden (voorzitter, verantwoordelijk voor Public Finance), John Reichardt (lid, verantwoordelijk voor Finance & Risk) en Olivier Labe (lid, verantwoordelijk voor Treasury & Capital Markets).
Gita Salden (1968) is de afgelopen jaren werkzaam geweest bij het Ministerie van Financiën. Vanaf 2012 was zij op dit ministerie plaatsvervangend Thesaurier-Generaal en directeur Financiële Markten. Zij heeft Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vanaf 1 januari 2018 bestaat de Raad van Bestuur uit Gita Salden (voorzitter, verantwoordelijk voor Public Finance), John Reichardt (lid, verantwoordelijk voor Finance & Risk) en Olivier Labe (lid, verantwoordelijk voor Treasury & Capital Markets).
1 op 5 Nederlanders houdt contant geld achter voor volgende crisis
Slechts 19,6 procent van de Nederlanders heeft voldoende contant geld achter de hand in geval er weer een bankencrisis uitbreekt. Dat blijkt uit onderzoek van FBD Bankmensen, detacheerder van financiële professionals, onder 1056 Nederlanders. De uitkomst is opmerkelijk te noemen omdat ondervraagden de schrik van de crisis nog steeds niet te boven lijken te zijn. Ruim 71 procent vindt namelijk dat banken niets geleerd hebben van de crisis.
“Ik vind het een bijzonder gegeven dat zoveel Nederlanders geen noodplan hebben”, vertelt Henk Kelder directeur van FBD Bankmensen. “Vooral ook omdat het vertrouwen in banken nog laag is. Dit is ook door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) bevestigt. Dat lage vertrouwen vertaalt zich niet terug in actie.”
Opmerkelijk is dat 27 procent van de laagopgeleiden zegt geld onder het matras te hebben vanwege een aankomende crisis. Daartegenover staat slechts 11,9 procent onder hoog opgeleiden. Henk Kelder: “Lager opgeleiden zijn een stuk sceptischer, dat valt te verklaren doordat in de bankenwereld relatief weinig laagopgeleiden werken. Door automatisering is de onderste laag grotendeels weggevallen. Daardoor missen lager opgeleiden aansluiting met de bankwereld, waardoor een kenniskloof ontstaat. Die kloof is iets waar banken voor moeten waken. Niet voor niets vindt twee derde van de ondervraagde Nederlanders banken ook te onpersoonlijk. Het lijkt voor buitenstaanders alsof banken eliteclubs geworden zijn.”
24,6 procent van de niet werkenden heeft financiële voorzorgsmaatregelen genomen door contant geld in huis te hebben, terwijl het percentage onder fulltimers een stuk lager is, namelijk 17 procent. De hoogte van het bedrag dat mensen achter de hand hebben vermeld het onderzoek niet. “Vermoedelijk betreft het aanzienlijke bedragen. Met een paar honderd euro overleef je een crisis niet”, vult Kelder aan.
Banken maken nu eenmaal fouten, dat staat, zeker sinds 2008, buiten kijf. In dat opzicht is het slim om de risico’s te spreiden door bij verschillende banken een bankrekening te nemen. Zeker als je veel spaargeld hebt. “Door de bankgarantie krijgen mensen maximaal 100.000 euro terug bij het faillissement van een bank”, vertelt Kelder. Om die reden is het bijzonder te noemen dat 32 procent van de Nederlanders een extra bankrekening hebben om financiële risico’s te dekken. “Een tweede rekening heeft in die zin alleen nut indien je meer dan 100.000 euro bezit.”
“Ik vind het een bijzonder gegeven dat zoveel Nederlanders geen noodplan hebben”, vertelt Henk Kelder directeur van FBD Bankmensen. “Vooral ook omdat het vertrouwen in banken nog laag is. Dit is ook door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) bevestigt. Dat lage vertrouwen vertaalt zich niet terug in actie.”
Opmerkelijk is dat 27 procent van de laagopgeleiden zegt geld onder het matras te hebben vanwege een aankomende crisis. Daartegenover staat slechts 11,9 procent onder hoog opgeleiden. Henk Kelder: “Lager opgeleiden zijn een stuk sceptischer, dat valt te verklaren doordat in de bankenwereld relatief weinig laagopgeleiden werken. Door automatisering is de onderste laag grotendeels weggevallen. Daardoor missen lager opgeleiden aansluiting met de bankwereld, waardoor een kenniskloof ontstaat. Die kloof is iets waar banken voor moeten waken. Niet voor niets vindt twee derde van de ondervraagde Nederlanders banken ook te onpersoonlijk. Het lijkt voor buitenstaanders alsof banken eliteclubs geworden zijn.”
24,6 procent van de niet werkenden heeft financiële voorzorgsmaatregelen genomen door contant geld in huis te hebben, terwijl het percentage onder fulltimers een stuk lager is, namelijk 17 procent. De hoogte van het bedrag dat mensen achter de hand hebben vermeld het onderzoek niet. “Vermoedelijk betreft het aanzienlijke bedragen. Met een paar honderd euro overleef je een crisis niet”, vult Kelder aan.
Banken maken nu eenmaal fouten, dat staat, zeker sinds 2008, buiten kijf. In dat opzicht is het slim om de risico’s te spreiden door bij verschillende banken een bankrekening te nemen. Zeker als je veel spaargeld hebt. “Door de bankgarantie krijgen mensen maximaal 100.000 euro terug bij het faillissement van een bank”, vertelt Kelder. Om die reden is het bijzonder te noemen dat 32 procent van de Nederlanders een extra bankrekening hebben om financiële risico’s te dekken. “Een tweede rekening heeft in die zin alleen nut indien je meer dan 100.000 euro bezit.”
Online bankieren groeit hard
Het aantal Nederlanders dat bankzaken online doet, stijgt spectaculair. Bij ABN Amro sluit meer dan de helft van de klanten de hypotheek inmiddels via de webcam af. Dat meldt het AD.
Nog maar 22 procent van de Nederlanders heeft regelmatig persoonlijk contact met zijn bank, blijkt uit onderzoek. Twee jaar geleden was dat nog 31 procent.
Het UWV schat dat volgend jaar nog 219.000 mensen in de financiële sector werken. Dat zijn er liefst 60.000 minder dan in 2008.
Nog maar 22 procent van de Nederlanders heeft regelmatig persoonlijk contact met zijn bank, blijkt uit onderzoek. Twee jaar geleden was dat nog 31 procent.
Het UWV schat dat volgend jaar nog 219.000 mensen in de financiële sector werken. Dat zijn er liefst 60.000 minder dan in 2008.
woensdag 27 december 2017
Vooral jongeren vertrouwen de bank
Voor het derde jaar op rij voert GfK, in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken, de Vertrouwensmonitor uit. Wanneer gevraagd wordt naar de mate waarin Nederlanders banken vertrouwen dan zien we dat het merendeel (57 procent) zich in het midden begeeft. Deze groep heeft noch weinig noch veel vertrouwen.
Een kwart van de mensen wantrouwt de bankensector, terwijl zo’n 18 procent juist veel vertrouwen heeft. Opnieuw hebben jongeren tussen 18 en 34 jaar het meeste vertrouwen. Waar vorig jaar de groep van 65-plussers het minste vertrouwen in de sector had, verschuift dat dit jaar naar de 50 tot 64-jarigen. En mannen hebben relatief minder vertrouwen in banken dan vrouwen.
Zoals aangegeven wordt elke dag van het jaar het vertrouwen gemeten. Hierdoor worden alle positieve of negatieve invloeden uit het nieuws meegenomen, waardoor een zeer goed beeld van het sentiment gedurende het jaar ontstaat. En wat opvalt in vergelijking met voorgaande jaren, is dat we de eerste voorzichtige, maar duidelijke tekenen van herstel zien. Uitgedrukt in een score van 1 (zeer weinig vertrouwen) tot een 5 (zeer veel vertrouwen), halen banken een 2,9. Dit is een kleine, maar significante stijging ten opzichte van de 2,8 een jaar eerder. En een eerste blik op de resultaten voor het nieuwe jaar (Q3) laat zien dat deze stijging doorzet naar een 3,0.
Een kwart van de mensen wantrouwt de bankensector, terwijl zo’n 18 procent juist veel vertrouwen heeft. Opnieuw hebben jongeren tussen 18 en 34 jaar het meeste vertrouwen. Waar vorig jaar de groep van 65-plussers het minste vertrouwen in de sector had, verschuift dat dit jaar naar de 50 tot 64-jarigen. En mannen hebben relatief minder vertrouwen in banken dan vrouwen.
Zoals aangegeven wordt elke dag van het jaar het vertrouwen gemeten. Hierdoor worden alle positieve of negatieve invloeden uit het nieuws meegenomen, waardoor een zeer goed beeld van het sentiment gedurende het jaar ontstaat. En wat opvalt in vergelijking met voorgaande jaren, is dat we de eerste voorzichtige, maar duidelijke tekenen van herstel zien. Uitgedrukt in een score van 1 (zeer weinig vertrouwen) tot een 5 (zeer veel vertrouwen), halen banken een 2,9. Dit is een kleine, maar significante stijging ten opzichte van de 2,8 een jaar eerder. En een eerste blik op de resultaten voor het nieuwe jaar (Q3) laat zien dat deze stijging doorzet naar een 3,0.
vrijdag 22 december 2017
NLFI verruilt 59,7 miljoen aandelen ABN AMRO voor certificaten van aandelen
Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) maakte bekend dat men circa 59,7 miljoen gewone aandelen ABN AMRO Group N.V heeft overgedragen aan de Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Group in ruil voor een gelijk aantal certificaten van gewone aandelen ABN AMRO.
NLFI doet dit om te voorkomen dat de Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Group opnieuw verklaringen van geen bezwaar en andere goedkeuringen van de toezichthouders zou moeten aanvragen als NLFI op enig moment in de toekomst het aandelenbelang in ABN AMRO wil verkleinen. De Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Group heeft verklaringen van geen bezwaar en andere goedkeuringen van toezichthouders om certificaten van aandelen uit te geven in ruil voor gewone aandelen, onder voorwaarde dat de meerderheid hiervan uiterlijk wordt omgezet in 2017. Aan die voorwaarde wordt nu voldaan.
De overgedragen gewone aandelen vertegenwoordigen 6,4% van het aandelenkapitaal van ABN AMRO. Deze overdracht heeft geen invloed op het totale aantal uitstaande aandelen van ABN AMRO. Ook na de overdracht bezit NLFI een belang van circa 56,3% in ABN AMRO, waarvan 49,9% rechtstreeks in gewone aandelen en 6,4% indirect via certificaten van aandelen. De resterende 43,7% is in handen van institutionele en particuliere beleggers in de vorm van certificaten van aandelen.
De nieuwe, door NLFI aangehouden certificaten van aandelen worden genoteerd aan Euronext Amsterdam. De overdracht verandert niets aan de rechten en plichten van NLFI zoals vastgelegd in de Relationship Agreement. NLFI heeft, uitsluitend in diens hoedanigheid van certificaathouder, afstand gedaan van alle bij de certificaten horende vergader- en stemrechten, maar niet van het stemrecht in de aandeelhoudersvergadering van ABN AMRO.
NLFI doet dit om te voorkomen dat de Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Group opnieuw verklaringen van geen bezwaar en andere goedkeuringen van de toezichthouders zou moeten aanvragen als NLFI op enig moment in de toekomst het aandelenbelang in ABN AMRO wil verkleinen. De Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Group heeft verklaringen van geen bezwaar en andere goedkeuringen van toezichthouders om certificaten van aandelen uit te geven in ruil voor gewone aandelen, onder voorwaarde dat de meerderheid hiervan uiterlijk wordt omgezet in 2017. Aan die voorwaarde wordt nu voldaan.
De overgedragen gewone aandelen vertegenwoordigen 6,4% van het aandelenkapitaal van ABN AMRO. Deze overdracht heeft geen invloed op het totale aantal uitstaande aandelen van ABN AMRO. Ook na de overdracht bezit NLFI een belang van circa 56,3% in ABN AMRO, waarvan 49,9% rechtstreeks in gewone aandelen en 6,4% indirect via certificaten van aandelen. De resterende 43,7% is in handen van institutionele en particuliere beleggers in de vorm van certificaten van aandelen.
De nieuwe, door NLFI aangehouden certificaten van aandelen worden genoteerd aan Euronext Amsterdam. De overdracht verandert niets aan de rechten en plichten van NLFI zoals vastgelegd in de Relationship Agreement. NLFI heeft, uitsluitend in diens hoedanigheid van certificaathouder, afstand gedaan van alle bij de certificaten horende vergader- en stemrechten, maar niet van het stemrecht in de aandeelhoudersvergadering van ABN AMRO.
Aandelenkoersen voorspellen met big data-analyse van tweets
Bevatten tweets over de aandelenmarkt waardevolle informatie voor beleggers, of kunnen ze genegeerd worden als ruis, geproduceerd door zelfverklaarde financiële goeroes? Een onderzoek van professor Ting Li en dr. Jan van Dalen van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) toont aan dat een big data-analyse van tweets gebruikt kan worden om ontwikkelingen op de aandelenmarkt op de korte en lange termijn te voorspellen. Deze ontdekking kan beleggers helpen betere beslissingen te nemen.
Aandelenkoersen reageren altijd snel op nieuwe informatie over bedrijven, politieke gebeurtenissen of de economie in het algemeen, zegt professor Ting Li. Die informatie hoeft niet noodzakelijkerwijs waar te zijn. Zo werd er in 2013 via het gehackte Twitteraccount van Associated Press een tweet verstuurd waarin gemeld werd dat Obama gewond zou zijn geraakt bij een explosie. Binnen een paar seconden verloren de aandelenbeurzen 136 miljard dollar.
En dit was nog maar één tweet, waarvan het effect meteen duidelijk was, gaat Ting verder. Alle Twittergebruikers samen genereren een hoop informatie over aandelen. Dit onderzoek werd opgezet om uit te zoeken hoe bruikbaar al deze tweets zijn voor beleggers. Hebben ze misschien voorspellende waarde, en kunnen ze gebruikt worden voor het verbeteren van handelsstrategieën? En als dat zo is, wat is dan de beste manier om deze waarde eruit te distilleren zodat beleggers betere beslissingen kunnen nemen?
Om het antwoord op deze vragen te vinden, analyseerden de onderzoekers een miljoen Twitterberichten waarin aandelen uit de S&P 100 besproken worden. Ze schreven een algoritme dat in staat is de woorden, hashtags en emoticons in die tweets te interpreteren als signalen voor 'kopen', 'aanhouden' of 'verkopen'. Daarna vergeleken zij deze sentimenten met de werkelijke koersschommelingen van die aandelen in dezelfde periode. Voor Apple konden de onderzoekers zelfs het sentiment met betrekking tot het aandeel met tussenpozen van 15 minuten analyseren, simpelweg omdat er zoveel mensen over dit aandeel schrijven.
Ze ontdekten interessante verbanden tussen tweets en aandelenkoersen. Ten eerste blijken aandelen waarover getwitterd wordt met een meer ‘bullish’ sentiment - kopen! - die dag gemiddeld meer afwijkende rendementen te boeken. Dat kan uiteraard duiden op zowel hogere winsten als verliezen dan verwacht, maar het is in ieder geval interessante kennis voor beleggers die risicobeoordelingen willen maken.
Dit verband bleek zelfs sterker te zijn wanneer alleen gekeken werd naar invloedrijke twitteraars die vaak geretweet en genoemd worden. Gemiddeld leidden de voorspellingen van deze twitteraars tot hogere afwijkende rendementen.
Daarnaast bleek dat het aantal tweets over een specifiek aandeel het handelsvolume, de volatiliteit en het follow-uprendement voor na een kwartier tot voor de volgende dag kan voorspellen. En ook dit is weer nuttige informatie voor beleggers.
Tot slot lieten de resultaten zien dat meningsverschillen tussen twitteraars over het sentiment met betrekking tot een bepaald aandeel vaak leiden tot een hoger handelsvolume.
Om te testen of deze bevindingen tot een winstgevende handelsstrategie zouden kunnen leiden, voerde het onderzoeksteam een simulatie uit. Toen zij de extra informatie uit hun model toepasten, merkten zij dat ze hiermee op een rendabele manier in konden spelen op marktinefficiënties, zelfs wanneer er gecorrigeerd werd voor transactiekosten.
Ting concludeert dat dit onderzoek aantoont dat microblogs zoals Twitter geanalyseerd en gelezen kunnen worden als vertolker van het marktsentiment. Daarnaast blijkt dat een big data-analyse van deze omvang individuele beleggers kan helpen betere beleggingsbeslissingen te nemen.
Aandelenkoersen reageren altijd snel op nieuwe informatie over bedrijven, politieke gebeurtenissen of de economie in het algemeen, zegt professor Ting Li. Die informatie hoeft niet noodzakelijkerwijs waar te zijn. Zo werd er in 2013 via het gehackte Twitteraccount van Associated Press een tweet verstuurd waarin gemeld werd dat Obama gewond zou zijn geraakt bij een explosie. Binnen een paar seconden verloren de aandelenbeurzen 136 miljard dollar.
En dit was nog maar één tweet, waarvan het effect meteen duidelijk was, gaat Ting verder. Alle Twittergebruikers samen genereren een hoop informatie over aandelen. Dit onderzoek werd opgezet om uit te zoeken hoe bruikbaar al deze tweets zijn voor beleggers. Hebben ze misschien voorspellende waarde, en kunnen ze gebruikt worden voor het verbeteren van handelsstrategieën? En als dat zo is, wat is dan de beste manier om deze waarde eruit te distilleren zodat beleggers betere beslissingen kunnen nemen?
Om het antwoord op deze vragen te vinden, analyseerden de onderzoekers een miljoen Twitterberichten waarin aandelen uit de S&P 100 besproken worden. Ze schreven een algoritme dat in staat is de woorden, hashtags en emoticons in die tweets te interpreteren als signalen voor 'kopen', 'aanhouden' of 'verkopen'. Daarna vergeleken zij deze sentimenten met de werkelijke koersschommelingen van die aandelen in dezelfde periode. Voor Apple konden de onderzoekers zelfs het sentiment met betrekking tot het aandeel met tussenpozen van 15 minuten analyseren, simpelweg omdat er zoveel mensen over dit aandeel schrijven.
Ze ontdekten interessante verbanden tussen tweets en aandelenkoersen. Ten eerste blijken aandelen waarover getwitterd wordt met een meer ‘bullish’ sentiment - kopen! - die dag gemiddeld meer afwijkende rendementen te boeken. Dat kan uiteraard duiden op zowel hogere winsten als verliezen dan verwacht, maar het is in ieder geval interessante kennis voor beleggers die risicobeoordelingen willen maken.
Dit verband bleek zelfs sterker te zijn wanneer alleen gekeken werd naar invloedrijke twitteraars die vaak geretweet en genoemd worden. Gemiddeld leidden de voorspellingen van deze twitteraars tot hogere afwijkende rendementen.
Daarnaast bleek dat het aantal tweets over een specifiek aandeel het handelsvolume, de volatiliteit en het follow-uprendement voor na een kwartier tot voor de volgende dag kan voorspellen. En ook dit is weer nuttige informatie voor beleggers.
Tot slot lieten de resultaten zien dat meningsverschillen tussen twitteraars over het sentiment met betrekking tot een bepaald aandeel vaak leiden tot een hoger handelsvolume.
Om te testen of deze bevindingen tot een winstgevende handelsstrategie zouden kunnen leiden, voerde het onderzoeksteam een simulatie uit. Toen zij de extra informatie uit hun model toepasten, merkten zij dat ze hiermee op een rendabele manier in konden spelen op marktinefficiënties, zelfs wanneer er gecorrigeerd werd voor transactiekosten.
Ting concludeert dat dit onderzoek aantoont dat microblogs zoals Twitter geanalyseerd en gelezen kunnen worden als vertolker van het marktsentiment. Daarnaast blijkt dat een big data-analyse van deze omvang individuele beleggers kan helpen betere beleggingsbeslissingen te nemen.
donderdag 21 december 2017
ING econoom kraakt de Bitcoin: ‘Als betalingssysteem gefaald’
Op lange termijn heeft Bitcoin weinig te bieden aan het brede publiek. Het zal waarschijnlijk weer een nichevaluta worden voor een kleine groep adepten. Wat zij als grote voordelen zien van Bitcoin, zijn tegelijkertijd hindernissen die een breder gebruik in de weg staan. Dat schrijft ING econoom Teunis Brosens in een persoonlijke visie op de virtuele munt.
De huidige hoge prijs van Bitcoin heeft volgens Brosens een twijfelachtige basis, omdat het platform open source is en gemakkelijk geforked of gekopieerd kan worden. Alleen netwerkeffecten en overstapkosten rechtvaardigen enige waarde, zegt Brosens, maar die effecten konden wel eens veel kleiner zijn dan gedacht (pdf).
Brosens gaat ook in op de vermeende waarde van de munt die nu torenhoog gestegen is. Als men zich er massaal van afkeert, kan de waarde naar nul dalen. Aan de andere kant, in het onwaarschijnlijke scenario dat Bitcoin alle wereldwijde betalingen overneemt, zou de waarde boven de 1 miljoen dollar kunnen stijgen.
De huidige hoge prijs van Bitcoin heeft volgens Brosens een twijfelachtige basis, omdat het platform open source is en gemakkelijk geforked of gekopieerd kan worden. Alleen netwerkeffecten en overstapkosten rechtvaardigen enige waarde, zegt Brosens, maar die effecten konden wel eens veel kleiner zijn dan gedacht (pdf).
Brosens gaat ook in op de vermeende waarde van de munt die nu torenhoog gestegen is. Als men zich er massaal van afkeert, kan de waarde naar nul dalen. Aan de andere kant, in het onwaarschijnlijke scenario dat Bitcoin alle wereldwijde betalingen overneemt, zou de waarde boven de 1 miljoen dollar kunnen stijgen.
Financiële instellingen ontwikkelen methodiek om hun CO2-impact te meten
Twaalf Nederlandse banken, verzekeraars, fondsbeheerders en pensioenuitvoerders hebben een methodiek ontwikkeld om de CO2-impact van hun beleggingen en financieringen te meten. Daardoor kunnen zij zichzelf doelen stellen die eraan bijdragen dat de wereldwijde temperatuurstijging binnen veilige marges blijft.
Financiële instellingen kunnen invloed uitoefenen op de CO2-afdruk van ondernemingen. Dat doen ze door de CO2-afdruk van ondernemingen mee te wegen bij hun investerings-beslissingen. En door in dialoog te gaan over de CO2-afdruk van ondernemingen waarin ze beleggen of die ze financieren.
Dat gegeven vormt de basis van het Platform Carbon Accounting Financials (PCAF). Dit is een van de eerste initiatieven waarin financiële instellingen samenwerken aan vermindering van de CO2-uitstoot. De leden zijn de banken ABN AMRO, ASN Bank, Triodos Bank en de Volksbank, pensioenfondsen PMT en PME, vermogensbeheerders ACTIAM, Achmea Investment Management, APG, MN en PGGM en ontwikkelingsbank FMO. Tijdens de klimaatconferentie van Parijs beloofden zij in de Dutch Carbon Pledge zich samen in te zetten voor het klimaat. In 2017 sloot verzekeraar Achmea Investment Management zich aan bij PCAF.
Het plan van de PCAF-leden was in twee jaar tijd een uniforme, transparante methodiek te ontwikkelen waarmee financiële instellingen CO2-doelen kunnen stellen en meten. Het zojuist verschenen rapport bevat dergelijke methodieken voor beursgenoteerde aandelen, projectfinancieringen, staatsobligaties, hypotheken, bedrijfsfinancieringen en onroerend goed. Het rapport is openbaar. Daarmee willen de leden van PCAF andere financiële instellingen stimuleren om ermee aan de slag te gaan.
Piet Sprengers van ASN Bank, voorzitter van PCAF: ‘We hebben in twee jaar hard werken een mooi resultaat bereikt dankzij de unieke samenwerking van twaalf financials. Het is nu zaak op dit resultaat voort te bouwen en echt met de methodiek aan de slag te gaan. Daarom zetten we PCAF nog twee jaar voort, zodat we elkaar blijven stimuleren en inspireren. Uiteindelijk gaat het erom dat we onze invloed als financier en belegger gebruiken om eraan bij te dragen dat de temperatuurstijging binnen veilige marges blijft.’
Het standpunt van PCAF is dat het rapporteren van de CO2-voetafdruk door financiële instellingen een middel is om het uiteindelijke doel te bereiken: sturen op een portefeuille met een geringe CO2-impact, in overeenstemming met het Klimaatverdrag van Parijs.
PCAF gaat in ieder geval twee jaar verder. De leden gaan best practices delen, dilemma’s bespreken, en samenwerken om de methodieken te verbeteren. Bovendien gaan zij de ontwikkelde methodiek internationaal uitdragen. PCAF is ook aangesloten bij het Platform voor Duurzame Financiering onder voorzitterschap van De Nederlandsche Bank (DNB).
Financiële instellingen kunnen invloed uitoefenen op de CO2-afdruk van ondernemingen. Dat doen ze door de CO2-afdruk van ondernemingen mee te wegen bij hun investerings-beslissingen. En door in dialoog te gaan over de CO2-afdruk van ondernemingen waarin ze beleggen of die ze financieren.
Dat gegeven vormt de basis van het Platform Carbon Accounting Financials (PCAF). Dit is een van de eerste initiatieven waarin financiële instellingen samenwerken aan vermindering van de CO2-uitstoot. De leden zijn de banken ABN AMRO, ASN Bank, Triodos Bank en de Volksbank, pensioenfondsen PMT en PME, vermogensbeheerders ACTIAM, Achmea Investment Management, APG, MN en PGGM en ontwikkelingsbank FMO. Tijdens de klimaatconferentie van Parijs beloofden zij in de Dutch Carbon Pledge zich samen in te zetten voor het klimaat. In 2017 sloot verzekeraar Achmea Investment Management zich aan bij PCAF.
Het plan van de PCAF-leden was in twee jaar tijd een uniforme, transparante methodiek te ontwikkelen waarmee financiële instellingen CO2-doelen kunnen stellen en meten. Het zojuist verschenen rapport bevat dergelijke methodieken voor beursgenoteerde aandelen, projectfinancieringen, staatsobligaties, hypotheken, bedrijfsfinancieringen en onroerend goed. Het rapport is openbaar. Daarmee willen de leden van PCAF andere financiële instellingen stimuleren om ermee aan de slag te gaan.
Piet Sprengers van ASN Bank, voorzitter van PCAF: ‘We hebben in twee jaar hard werken een mooi resultaat bereikt dankzij de unieke samenwerking van twaalf financials. Het is nu zaak op dit resultaat voort te bouwen en echt met de methodiek aan de slag te gaan. Daarom zetten we PCAF nog twee jaar voort, zodat we elkaar blijven stimuleren en inspireren. Uiteindelijk gaat het erom dat we onze invloed als financier en belegger gebruiken om eraan bij te dragen dat de temperatuurstijging binnen veilige marges blijft.’
Het standpunt van PCAF is dat het rapporteren van de CO2-voetafdruk door financiële instellingen een middel is om het uiteindelijke doel te bereiken: sturen op een portefeuille met een geringe CO2-impact, in overeenstemming met het Klimaatverdrag van Parijs.
PCAF gaat in ieder geval twee jaar verder. De leden gaan best practices delen, dilemma’s bespreken, en samenwerken om de methodieken te verbeteren. Bovendien gaan zij de ontwikkelde methodiek internationaal uitdragen. PCAF is ook aangesloten bij het Platform voor Duurzame Financiering onder voorzitterschap van De Nederlandsche Bank (DNB).
Verzekeraar ASR verliest beroep over compensatie van een woekerpolisklant
Verzekeraar ASR heeft een beroep over compensatie van een woekerpolisklant verloren. Klachteninstituut Kifid oordeelde dat de verzekeraar en voorganger Stad Rotterdam klanten met een beleggingsverzekering te veel kosten in rekening heeft gebracht. ASR kan niet tegen de uitspraak in beroep. De kosten, waaronder de zogenaamde eerste kosten, kunnen klanten via een zaak bij Kifid terugclaimen.
Sneller facturen innen via Betaalverzoek Zakelijk
Vanaf vandaag kunnen alle zakelijke klanten van ING gebruik maken van Betaalverzoek Zakelijk in de ING Mobiel Bankieren App. Hiermee kunnen ondernemers een betaalverzoek maken en naar hun klanten sturen, waardoor rekeningen gemakkelijker en sneller betaald kunnen worden.
Met een Betaalverzoek kan een ondernemer zijn klanten om een betaling vragen via email, SMS of Whatsapp. Dit werkt ook bij klanten die niet bij ING bankieren. Onderzoek wijst uit dat facturen met een dergelijke betaallink drie keer zo snel worden betaald en dat 25 procent van alle zakelijke facturen binnen 1 dag worden betaald.
Met name voor kleinere ondernemers, die vaak afhankelijk zijn van deze inkomsten, is Betaal-verzoek Zakelijk een uitkomst om rekeningen sneller betaald te krijgen. Bijkomend voordeel is dat klanten geen fouten meer kunnen maken in het intoetsen van het rekeningnummer of factuur-nummer.
Met een Betaalverzoek kan een ondernemer zijn klanten om een betaling vragen via email, SMS of Whatsapp. Dit werkt ook bij klanten die niet bij ING bankieren. Onderzoek wijst uit dat facturen met een dergelijke betaallink drie keer zo snel worden betaald en dat 25 procent van alle zakelijke facturen binnen 1 dag worden betaald.
Met name voor kleinere ondernemers, die vaak afhankelijk zijn van deze inkomsten, is Betaal-verzoek Zakelijk een uitkomst om rekeningen sneller betaald te krijgen. Bijkomend voordeel is dat klanten geen fouten meer kunnen maken in het intoetsen van het rekeningnummer of factuur-nummer.
AFM gaat strenger toezien op melden ongebruikelijke transacties
Uit informatie van de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland) blijkt dat het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties door beleggingsondernemingen en –instellingen laag is. Er is een meldplicht om witwassen en financiering van terrorisme te voorkomen. Het lage aantal meldingen kan duiden op een laag niveau van compliance en risicobewustzijn ten aanzien van deze wet. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) gaat strenger controleren op deze meldplicht en geeft voorbeelden van transacties die gemeld moeten worden.
Beleggingsondernemingen en –instellingen worden beschouwd als poortwachters van het financiële stelsel. Zij zijn een belangrijke schakel in de keten om witwassen en de financiering van terrorisme te voorkomen. Als poortwachter moeten beleggingsondernemingen en -instellingen ongebruikelijke transacties herkennen en die vervolgens melden.
Uit informatie die de AFM heeft gekregen van de FIU-Nederland blijkt dat er in 2017 nog maar 4 meldingen zijn gedaan, net als in 2016. Het aantal meldingen van de jaren ervoor is nog lager. Er zijn in Nederland 675 beleggingsondernemingen en –instellingen actief. Het aantal ongebruikelijke transacties dat gemeld wordt is opvallend laag.
Alle ongebruikelijke transacties, dus niet alleen het overmaken van geld, moeten worden gemeld. Slechts een vermoeden dat er een verband is met witwassen of het financieren van terrorisme is al voldoende. De drempel om te melden is dus laag. De AFM gaat er strenger op toezien dat er wordt gemeld en geeft op haar website een aantal voorbeelden van ongebruikelijke transacties die in 2016 en 2017 wel zijn gemeld bij de FIU-Nederland. De AFM vermoedt dat situaties zoals in deze voorbeelden sectorbreed voorkomen. De AFM zal handhavend optreden als blijkt dat er geen melding is gedaan terwijl dit wel had gemoeten. Daarnaast kan het Openbaar Ministerie ook strafrechtelijk optreden tegen een dergelijk verzuim. Ongebruikelijke transacties melden past bovendien binnen een integere en beheerste bedrijfsvoering.
Het belang om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen en bestrijden wordt breed gedragen in de maatschappij. In navolging van de Panama Papers begin vorig jaar zijn de afgelopen weken diverse nieuwsberichten verschenen over de Paradise Papers. De AFM verwacht van beleggingsondernemingen en –instellingen dat zij proactief onderzoeken of er sprake is van mogelijke betrokkenheid van cliënten bij de Paradise Papers. En dat zij passende maatregelen treffen, zoals het melden van een ongebruikelijke transactie. Ook vermoedens van belastingfraude moeten worden gemeld.
Beleggingsondernemingen en –instellingen worden beschouwd als poortwachters van het financiële stelsel. Zij zijn een belangrijke schakel in de keten om witwassen en de financiering van terrorisme te voorkomen. Als poortwachter moeten beleggingsondernemingen en -instellingen ongebruikelijke transacties herkennen en die vervolgens melden.
Uit informatie die de AFM heeft gekregen van de FIU-Nederland blijkt dat er in 2017 nog maar 4 meldingen zijn gedaan, net als in 2016. Het aantal meldingen van de jaren ervoor is nog lager. Er zijn in Nederland 675 beleggingsondernemingen en –instellingen actief. Het aantal ongebruikelijke transacties dat gemeld wordt is opvallend laag.
Alle ongebruikelijke transacties, dus niet alleen het overmaken van geld, moeten worden gemeld. Slechts een vermoeden dat er een verband is met witwassen of het financieren van terrorisme is al voldoende. De drempel om te melden is dus laag. De AFM gaat er strenger op toezien dat er wordt gemeld en geeft op haar website een aantal voorbeelden van ongebruikelijke transacties die in 2016 en 2017 wel zijn gemeld bij de FIU-Nederland. De AFM vermoedt dat situaties zoals in deze voorbeelden sectorbreed voorkomen. De AFM zal handhavend optreden als blijkt dat er geen melding is gedaan terwijl dit wel had gemoeten. Daarnaast kan het Openbaar Ministerie ook strafrechtelijk optreden tegen een dergelijk verzuim. Ongebruikelijke transacties melden past bovendien binnen een integere en beheerste bedrijfsvoering.
Het belang om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen en bestrijden wordt breed gedragen in de maatschappij. In navolging van de Panama Papers begin vorig jaar zijn de afgelopen weken diverse nieuwsberichten verschenen over de Paradise Papers. De AFM verwacht van beleggingsondernemingen en –instellingen dat zij proactief onderzoeken of er sprake is van mogelijke betrokkenheid van cliënten bij de Paradise Papers. En dat zij passende maatregelen treffen, zoals het melden van een ongebruikelijke transactie. Ook vermoedens van belastingfraude moeten worden gemeld.
woensdag 20 december 2017
ACM: ‘Geef fintechs de ruimte om te innoveren op de betaalmarkt’
De Autoriteit Consument & Markt gaat nauwlettend in de gaten houden of banken wel toegang tot betaalinformatie verlenen aan aanbieders van nieuwe betaalproducten. De ACM ziet namelijk een reëel risico op uitsluiting van nieuwe spelers in de betaalmarkt. Dit vloeit voort uit een ACM-studie naar de positie van nieuwe partijen in de financiële sector, ‘fintechs’, op de markt voor betalingsverkeer. Cateautje Hijmans van den Bergh, bestuurslid van de ACM: ‘Het is goed dat nieuwe partijen in de financiële sector door nieuwe Europese regels de ruimte krijgen de betaalmarkt te betreden. Concurrentie is de motor achter innovatie en leidt tot nieuwe en betere producten en diensten voor consumenten.’
In januari 2018 wordt een nieuwe Europese betalingsrichtlijn van kracht, de herziene Betaaldienstenrichtlijn. Deze richtlijn regelt dat ook andere partijen dan banken toegang krijgen tot betaalinformatie als de klant daarmee akkoord gaat. Zo krijgen fintechs de mogelijkheid om bijvoorbeeld met een mobiele betaalapp de betaalmarkt te betreden. Dit vergroot de concurrentie op de betaalmarkt, die vooralsnog beperkt is tot slechts enkele partijen. Fintechs hebben daarvoor echter toegang nodig tot de betaalinformatie van klanten.
De ACM pleit voor meer duidelijkheid over de precieze voorwaarden waaronder banken toegang moeten verlenen. Zo wordt het risico van uitsluiting verder beperkt. Hier ligt een rol voor de betrokken toezichthouders ACM, DNB en de Autoriteit Persoonsgegevens. De Europese Commissie heeft recent besloten om toegang alleen mogelijk te maken via de door banken ingerichte kanalen. Dit maakt het des te belangrijker dat die toegang goed geregeld is.
Verder beveelt de ACM aan om, conform de wens van het kabinet in het regeerakkoord, een bankvergunning in lichtere vorm in te voeren voor fintechs. Hiermee krijgen fintechs de mogelijkheid om zelf betaalrekeningen aan te bieden en direct toegang te krijgen tot de achterliggende betaalsystemen van de centrale bank. De ACM vindt deze mogelijkheid voor fintechs van groot belang om daadwerkelijk een concurrerend product te kunnen aanbieden.
In januari 2018 wordt een nieuwe Europese betalingsrichtlijn van kracht, de herziene Betaaldienstenrichtlijn. Deze richtlijn regelt dat ook andere partijen dan banken toegang krijgen tot betaalinformatie als de klant daarmee akkoord gaat. Zo krijgen fintechs de mogelijkheid om bijvoorbeeld met een mobiele betaalapp de betaalmarkt te betreden. Dit vergroot de concurrentie op de betaalmarkt, die vooralsnog beperkt is tot slechts enkele partijen. Fintechs hebben daarvoor echter toegang nodig tot de betaalinformatie van klanten.
De ACM pleit voor meer duidelijkheid over de precieze voorwaarden waaronder banken toegang moeten verlenen. Zo wordt het risico van uitsluiting verder beperkt. Hier ligt een rol voor de betrokken toezichthouders ACM, DNB en de Autoriteit Persoonsgegevens. De Europese Commissie heeft recent besloten om toegang alleen mogelijk te maken via de door banken ingerichte kanalen. Dit maakt het des te belangrijker dat die toegang goed geregeld is.
Verder beveelt de ACM aan om, conform de wens van het kabinet in het regeerakkoord, een bankvergunning in lichtere vorm in te voeren voor fintechs. Hiermee krijgen fintechs de mogelijkheid om zelf betaalrekeningen aan te bieden en direct toegang te krijgen tot de achterliggende betaalsystemen van de centrale bank. De ACM vindt deze mogelijkheid voor fintechs van groot belang om daadwerkelijk een concurrerend product te kunnen aanbieden.
Kaartlezer niet meer nodig voor betalingen bij Knab
Vanaf vandaag hebben klanten van Knab geen kaartlezer meer nodig om betalingen te bevestigen die ze via hun desk- of laptop doen. De rol van dat apparaatje is nu helemaal overgenomen door de mobiele telefoon.
Aankopen via de mobiel zelf kun je bij bijna alle banken al zonder extern apparaat afronden. Knab en ING zijn nu de enige banken waarbij je ook je betalingen via de computer veilig en betrouwbaar met de mobiele Knab App kunt bevestigen.
Het mobiel bevestigen van alle betalingen is eerst goed getest in Knab Lab. Deze eigen proeftuin wordt gebruikt om nieuwe diensten en producten te testen bij klanten. Zelfs niet klanten kunnen soms meedoen.
Aankopen via de mobiel zelf kun je bij bijna alle banken al zonder extern apparaat afronden. Knab en ING zijn nu de enige banken waarbij je ook je betalingen via de computer veilig en betrouwbaar met de mobiele Knab App kunt bevestigen.
Het mobiel bevestigen van alle betalingen is eerst goed getest in Knab Lab. Deze eigen proeftuin wordt gebruikt om nieuwe diensten en producten te testen bij klanten. Zelfs niet klanten kunnen soms meedoen.
dinsdag 19 december 2017
Nepmail ‘SNS’ opvallend persoonsgericht
Er gaat een valse e-mail rond van ‘SNS Bank’ waarin ontvangers persoonlijk worden aangesproken. In de aanhef staan de voor- en achternaam van de ontvanger.
Er is nog iets opvallends aan deze e-mail: de e-mail lijkt verstuurd te zijn door een lokaal bankfiliaal van SNS. Dit is het filiaal uit de woon- of werkplaats van de ontvanger. Iemand die bijvoorbeeld uit Nijmegen komt ziet onderaan de e-mail ‘SNS Bank Nijmegen’ staan. Mogelijk hebben de afzenders van de e-mail internet gebruikt om de naam van de ontvanger te koppelen aan zijn woon- of werkplaats. Deze methode zagen we eerder ook al terug in nepmails van ‘Rabobank’.
De smoes die in de mail staat is overigens een oude bekende. Zogenaamd dient de klant een nieuwe bankpas aan te vragen. Deze smoes wint natuurlijk aan geloofwaardigheid als de e-mail zo sterk op de persoon van de ontvanger is gericht.
Er is nog iets opvallends aan deze e-mail: de e-mail lijkt verstuurd te zijn door een lokaal bankfiliaal van SNS. Dit is het filiaal uit de woon- of werkplaats van de ontvanger. Iemand die bijvoorbeeld uit Nijmegen komt ziet onderaan de e-mail ‘SNS Bank Nijmegen’ staan. Mogelijk hebben de afzenders van de e-mail internet gebruikt om de naam van de ontvanger te koppelen aan zijn woon- of werkplaats. Deze methode zagen we eerder ook al terug in nepmails van ‘Rabobank’.
De smoes die in de mail staat is overigens een oude bekende. Zogenaamd dient de klant een nieuwe bankpas aan te vragen. Deze smoes wint natuurlijk aan geloofwaardigheid als de e-mail zo sterk op de persoon van de ontvanger is gericht.
Openheid over provisie bij schadeverzekeringen moet in de wet
Bemiddelaars in schadeverzekeringen moeten hun klanten actief gaan informeren over de hoogte van de provisies die ze krijgen. De Consumentenbond roept de minister van Financiën op die verplichting in de wet op te nemen.
In 2018 wordt een nieuwe Europese richtlijn, de Insurance Distribution Directive, ingevoerd die onder andere regels stelt voor de manier waarop financiële dienstverleners consumenten informeren. De richtlijn stelt dat financieel dienstverleners transparant moeten zijn over de wijze van beloning en - wanneer consumenten erom vragen - ook over de hoogte.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft voorgesteld om in Nederland een stap verder te gaan en in de invoeringswet voor de richtlijn vast te leggen dat bemiddelaars in schadeverzekeringen altijd inzicht moeten geven in de hoogte van de provisies, dus niet alleen als de klant er om vraagt. De Consumentenbond steunt het pleidooi van de toezichthouder.
Voor bemiddelaars van complexe financiële producten - zoals hypotheken en uitvaartverzekeringen - geldt een provisieverbod. Bemiddelaars van schadeverzekeringen mogen wél provisie ontvangen. Ze zijn echter nu nog niet verplicht om uit zichzelf hun klanten te informeren over de hoogte van die provisie.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Dat is een onwenselijke situatie. We weten dat consumenten zelf niet vragen hoeveel provisie een bemiddelaar krijgt, terwijl dat wel waardevolle informatie kan zijn. Een klant kan daarmee mogelijk inschatten in hoeverre de bemiddelaar het belang van de aanbieder meeweegt in het advies.’
In 2018 wordt een nieuwe Europese richtlijn, de Insurance Distribution Directive, ingevoerd die onder andere regels stelt voor de manier waarop financiële dienstverleners consumenten informeren. De richtlijn stelt dat financieel dienstverleners transparant moeten zijn over de wijze van beloning en - wanneer consumenten erom vragen - ook over de hoogte.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft voorgesteld om in Nederland een stap verder te gaan en in de invoeringswet voor de richtlijn vast te leggen dat bemiddelaars in schadeverzekeringen altijd inzicht moeten geven in de hoogte van de provisies, dus niet alleen als de klant er om vraagt. De Consumentenbond steunt het pleidooi van de toezichthouder.
Voor bemiddelaars van complexe financiële producten - zoals hypotheken en uitvaartverzekeringen - geldt een provisieverbod. Bemiddelaars van schadeverzekeringen mogen wél provisie ontvangen. Ze zijn echter nu nog niet verplicht om uit zichzelf hun klanten te informeren over de hoogte van die provisie.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Dat is een onwenselijke situatie. We weten dat consumenten zelf niet vragen hoeveel provisie een bemiddelaar krijgt, terwijl dat wel waardevolle informatie kan zijn. Een klant kan daarmee mogelijk inschatten in hoeverre de bemiddelaar het belang van de aanbieder meeweegt in het advies.’
maandag 18 december 2017
Nieuwe site met test voor beleggers geeft inzicht in emoties
De grootste uitdaging voor de belegger zit hem niet in de ECB of een aanstaande recessie, maar vormt hijzelf: de emoties die onbewust van grote invloed kunnen zijn bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Juist om die redenen heeft Schroders een unieke test en educatieve website ontwikkeld die beleggers helpt inzicht te krijgen in die emoties die hen parten kunnen spelen bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Schroders lanceert vandaag dit nieuwe kennisplatform investIQ.
Zijn úw beslissingen gebaseerd op logisch en rationeel denken? De waarheid is dat ons brein ons vaak voor de gek houdt. Daardoor denken we dat we logisch redeneren, terwijl we misschien instinctmatig handelen. Wat aanvoelt als een geïnformeerde beslissing, wordt in feite beïnvloed door onbewuste denk- en gedragspatronen. Dat gebeurt ook als we belangrijke keuzes maken, bijvoorbeeld hoe we ons geld beleggen.
De nieuwe test en achterliggende educatieve website die Schroders heeft ontwikkeld (en die beschikbaar is in het Nederlands via is zuiver en alleen bedoeld om beleggers te helpen zichzelf beter te leren kennen daar waar het beleggen betreft. Uit de Schroders Global Investor Study 2017, een wereldwijd onderzoek gehouden in 30 landen, blijkt dat een grote meerderheid van beleggers behoefte heeft aan educatie en nadere kennis op het gebied van beleggen. Dit platform vormt een antwoord op die lacune bij beleggers.
belegger hij is. De belegger ontvangen direct op zijn scherm (en desgewenst per mail) een gedetailleerd rapport waarbij hij zicht krijgt op zijn eigen sterke en zwakke kanten, die bovendien worden geclassificeerd ten opzichte van andere deelnemers aan de test. Via korte filmpjes over die karaktereigenschappen kan de belegger bewuster beleggen en zo veelgemaakte fouten voorkomen.
Daarnaast biedt het platform tal van algemene educatieve video’s over beleggen waarbij op een objectieve manier wordt ingegaan op vragen als ‘op welke manier kan ik beleggen?’ en ‘in welke categorieën kan ik beleggen en wat zijn de risico’s?’
Zijn úw beslissingen gebaseerd op logisch en rationeel denken? De waarheid is dat ons brein ons vaak voor de gek houdt. Daardoor denken we dat we logisch redeneren, terwijl we misschien instinctmatig handelen. Wat aanvoelt als een geïnformeerde beslissing, wordt in feite beïnvloed door onbewuste denk- en gedragspatronen. Dat gebeurt ook als we belangrijke keuzes maken, bijvoorbeeld hoe we ons geld beleggen.
De nieuwe test en achterliggende educatieve website die Schroders heeft ontwikkeld (en die beschikbaar is in het Nederlands via is zuiver en alleen bedoeld om beleggers te helpen zichzelf beter te leren kennen daar waar het beleggen betreft. Uit de Schroders Global Investor Study 2017, een wereldwijd onderzoek gehouden in 30 landen, blijkt dat een grote meerderheid van beleggers behoefte heeft aan educatie en nadere kennis op het gebied van beleggen. Dit platform vormt een antwoord op die lacune bij beleggers.
belegger hij is. De belegger ontvangen direct op zijn scherm (en desgewenst per mail) een gedetailleerd rapport waarbij hij zicht krijgt op zijn eigen sterke en zwakke kanten, die bovendien worden geclassificeerd ten opzichte van andere deelnemers aan de test. Via korte filmpjes over die karaktereigenschappen kan de belegger bewuster beleggen en zo veelgemaakte fouten voorkomen.
Daarnaast biedt het platform tal van algemene educatieve video’s over beleggen waarbij op een objectieve manier wordt ingegaan op vragen als ‘op welke manier kan ik beleggen?’ en ‘in welke categorieën kan ik beleggen en wat zijn de risico’s?’
Rabobank verkoopt Roparco Hypotheken aan RNHB
Rabobank heeft Roparco Hypotheken verkocht aan RNHB. De transactie omvat zowel de onderliggende hypotheekportefeuille als het personeel. RNHB is een voormalig label van Rabobank- dochter FGH Bank. Vanaf eind 2016 heeft RNHB zelfstandig haar activiteiten voortgezet als aanbieder van hypothecaire kredieten op de Nederlandse markt.
De transactie betreft de verkoop van de gehele Roparco business unit, die uit ongeveer 4.900 leningen bestaat met een totaal uitstaand bedrag van circa 500 miljoen euro. Roparco Hypotheken, dat binnen Rabobank als zelfstandig hypotheekbedrijf was gepositioneerd, was oorspronkelijk van Robeco en werd in 2013 overgedragen aan Rabobank. De verkoop aan RNHB is in lijn met de strategie van Rabobank om haar balans verder te optimaliseren en zich meer te richten op haar kernactiviteiten.
RNHB is een gevestigde hypotheekverstrekker met een AFM-vergunning voor het aanbieden van krediet. RNHB heeft de ambitie om haar business uit te breiden door organische groei en selectieve portefeuille-acquisities. In die lijn verwelkomt de vastgoedfinancier de Roparco-portefeuille als een solide toevoeging aan haar huidige portefeuille. Het bestaande Roparco-team zal ook overgaan naar RNHB, zodat klanten kunnen blijven communiceren met hun vaste contactpersonen bij het Roparco- team en bij serviceprovider Stater.
De Roparco-klanten ontvangen binnenkort een brief waarin zij geïnformeerd worden over de transactie.
De transactie betreft de verkoop van de gehele Roparco business unit, die uit ongeveer 4.900 leningen bestaat met een totaal uitstaand bedrag van circa 500 miljoen euro. Roparco Hypotheken, dat binnen Rabobank als zelfstandig hypotheekbedrijf was gepositioneerd, was oorspronkelijk van Robeco en werd in 2013 overgedragen aan Rabobank. De verkoop aan RNHB is in lijn met de strategie van Rabobank om haar balans verder te optimaliseren en zich meer te richten op haar kernactiviteiten.
RNHB is een gevestigde hypotheekverstrekker met een AFM-vergunning voor het aanbieden van krediet. RNHB heeft de ambitie om haar business uit te breiden door organische groei en selectieve portefeuille-acquisities. In die lijn verwelkomt de vastgoedfinancier de Roparco-portefeuille als een solide toevoeging aan haar huidige portefeuille. Het bestaande Roparco-team zal ook overgaan naar RNHB, zodat klanten kunnen blijven communiceren met hun vaste contactpersonen bij het Roparco- team en bij serviceprovider Stater.
De Roparco-klanten ontvangen binnenkort een brief waarin zij geïnformeerd worden over de transactie.
Bitcoin Futures: AFM wijst beleggingsondernemingen op algemene zorgplicht
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) benadrukt bij beleggingsondernemingen dat zij een algemene zorgplicht hebben bij het aanbieden van Bitcoin-futures aan (retail)beleggers in Nederland. De AFM wijst op het risico van voorzienbare teleurstellingen voor beleggers die willen handelen in futures op Bitcoin, terwijl zij niet de benodigde kennis en ervaring hebben.
De AFM waarschuwde in juni en november 2017 al voor de grote risico’s die zijn verbonden aan investeren in cryptocurrencies zoals Bitcoin, onder meer vanwege de zeer volatiele koers. Tegelijkertijd signaleert de AFM dat de huidige hype rondom cryptocurrencies beleggers kan aantrekken die zich onvoldoende bewust zijn van deze risico’s.
Via het platform van de Chicago Futures Exchange en – vanaf 18 december a.s. – de Chicago Mercantile Exchange hebben Nederlandse beleggingsondernemingen de mogelijkheid om Bitcoin-futures te verhandelen. De AFM wijst op het risico dat de huidige hype rondom Bitcoin en andere cryptocurrencies beleggers kan aantrekken die willen handelen in futures op Bitcoin, terwijl zij niet de benodigde kennis en ervaring hebben. De AFM benadrukt daarom dat beleggingsondernemingen een algemene zorgplicht hebben bij het aanbieden van Bitcoin-futures aan retailbeleggers in Nederland. Dit houdt in dat beleggingsondernemingen zich bij het verlenen van beleggingsdiensten op eerlijke, billijke en professionele wijze dienen in te zetten voor de belangen van (potentiële) klanten.
De AFM verwacht dan ook van beleggingsondernemingen dat zij hun wettelijke verplichtingen, waaronder de zorgplichtbepalingen en de bedrijfsvoeringsnormen, adequaat betrekken in de overwegingen om handel in futures op Bitcoin al dan niet te faciliteren. Als uit deze overwegingen blijkt dat de handel in futures op Bitcoin afbreuk doet aan de belangen van beleggers, dan moeten zij afzien van het faciliteren hiervan.
Beleggingsondernemingen moeten per 3 januari 2018 voldoen aan de Product Oversight & Governance (POG)-normen in het kader van de Markets in Financial Instruments Directive II (MiFID II). De eisen die in het kader van POG aan productontwikkeling en distributie worden gesteld zijn proportioneel in verhouding tot de complexiteit van het product. Gelet op de kenmerken van futures op Bitcoin is de AFM van oordeel dat de eisen ten aanzien van dit product zéér hoog zijn.
De AFM waarschuwde in juni en november 2017 al voor de grote risico’s die zijn verbonden aan investeren in cryptocurrencies zoals Bitcoin, onder meer vanwege de zeer volatiele koers. Tegelijkertijd signaleert de AFM dat de huidige hype rondom cryptocurrencies beleggers kan aantrekken die zich onvoldoende bewust zijn van deze risico’s.
Via het platform van de Chicago Futures Exchange en – vanaf 18 december a.s. – de Chicago Mercantile Exchange hebben Nederlandse beleggingsondernemingen de mogelijkheid om Bitcoin-futures te verhandelen. De AFM wijst op het risico dat de huidige hype rondom Bitcoin en andere cryptocurrencies beleggers kan aantrekken die willen handelen in futures op Bitcoin, terwijl zij niet de benodigde kennis en ervaring hebben. De AFM benadrukt daarom dat beleggingsondernemingen een algemene zorgplicht hebben bij het aanbieden van Bitcoin-futures aan retailbeleggers in Nederland. Dit houdt in dat beleggingsondernemingen zich bij het verlenen van beleggingsdiensten op eerlijke, billijke en professionele wijze dienen in te zetten voor de belangen van (potentiële) klanten.
De AFM verwacht dan ook van beleggingsondernemingen dat zij hun wettelijke verplichtingen, waaronder de zorgplichtbepalingen en de bedrijfsvoeringsnormen, adequaat betrekken in de overwegingen om handel in futures op Bitcoin al dan niet te faciliteren. Als uit deze overwegingen blijkt dat de handel in futures op Bitcoin afbreuk doet aan de belangen van beleggers, dan moeten zij afzien van het faciliteren hiervan.
Beleggingsondernemingen moeten per 3 januari 2018 voldoen aan de Product Oversight & Governance (POG)-normen in het kader van de Markets in Financial Instruments Directive II (MiFID II). De eisen die in het kader van POG aan productontwikkeling en distributie worden gesteld zijn proportioneel in verhouding tot de complexiteit van het product. Gelet op de kenmerken van futures op Bitcoin is de AFM van oordeel dat de eisen ten aanzien van dit product zéér hoog zijn.
vrijdag 15 december 2017
Ruim 600 miljoen aan voorschotten rentederivaten voor einde van het jaar
Banken zullen voor het einde van het jaar ruim 600 miljoen euro aan voorschotten hebben aangeboden aan duizenden MKB klanten met een rentederivaat. Op 31 oktober stond dat bedrag op ongeveer 400 miljoen, zo blijkt uit de voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Die voorschotten worden aangeboden omdat een zorgvuldige uitvoering van het uniform herstelkader rentederivaten (UHK) meer tijd vergt dan aanvankelijk gehoopt. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen maar banken realiseren zich dat ondernemers daar niet mee geholpen zijn.
Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van banken (NVB) heeft begrip voor de onvrede over de verdere vertraging van de uitvoering van het herstelkader. Hij vindt het daarom belangrijk dat nu voorschotten worden aangeboden en uitbetaald: ‘Op die manier wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de vertraging leidt tot financiële problemen bij deze groep ondernemers. Ondertussen moeten banken alles op alles blijven zetten om het herstelkader zorgvuldig en zo snel mogelijk uit te voeren.’
De AFM signaleert in haar voortgangsrapportage een aantal knelpunten waardoor uitvoering van het UHK in de praktijk complexer blijkt dan aanvankelijk was voorzien. Zo heeft de Derivatencommissie sinds de publicatie van het herstelkader ter verduidelijking ruim 200 vragen van banken, externe dossierbeoordelaars en belangenorganisaties beantwoord. Verwerking van de antwoorden van de commissie in de processen en systemen van banken waarborgt de correcte uitvoering van het UHK maar heeft ook impact op de voortgang. Daarnaast is gebleken dat het verzamelen van gegevens en documenten die banken nodig hebben om efficiënt de compensatie te kunnen berekenen veel tijd vergt. Bijvoorbeeld omdat voor de berekening informatie nodig is die de bank niet hoefde te bewaren. Het is een tijdrovend en complex proces om alle juiste data te identificeren en de benodigde historische reconstructies te maken.
Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van banken (NVB) heeft begrip voor de onvrede over de verdere vertraging van de uitvoering van het herstelkader. Hij vindt het daarom belangrijk dat nu voorschotten worden aangeboden en uitbetaald: ‘Op die manier wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de vertraging leidt tot financiële problemen bij deze groep ondernemers. Ondertussen moeten banken alles op alles blijven zetten om het herstelkader zorgvuldig en zo snel mogelijk uit te voeren.’
De AFM signaleert in haar voortgangsrapportage een aantal knelpunten waardoor uitvoering van het UHK in de praktijk complexer blijkt dan aanvankelijk was voorzien. Zo heeft de Derivatencommissie sinds de publicatie van het herstelkader ter verduidelijking ruim 200 vragen van banken, externe dossierbeoordelaars en belangenorganisaties beantwoord. Verwerking van de antwoorden van de commissie in de processen en systemen van banken waarborgt de correcte uitvoering van het UHK maar heeft ook impact op de voortgang. Daarnaast is gebleken dat het verzamelen van gegevens en documenten die banken nodig hebben om efficiënt de compensatie te kunnen berekenen veel tijd vergt. Bijvoorbeeld omdat voor de berekening informatie nodig is die de bank niet hoefde te bewaren. Het is een tijdrovend en complex proces om alle juiste data te identificeren en de benodigde historische reconstructies te maken.
Bazels Comité rondt post-crisis hervormingen voor banken af
Het Bazels Comité voor het bankentoezicht heeft vandaag een akkoord bereikt over een nieuw raamwerk voor de berekening van kapitaaleisen voor banken. Hiermee komt er meer eenheid in de manier waarop banken hun kapitaalbuffers berekenen. DNB vindt het belangrijk dat met dit akkoord de herziening van het mondiale raamwerk voor bankenregulering, tien jaar na de crisis, nu is afgerond.
Het akkoord zal de kapitaaleisen voor de Nederlandse grootbanken verhogen. Gezien hun sterke vermogens- en winstpositie zullen zij hier naar verwachting tijdig aan kunnen voldoen. De nieuwe eisen worden geleidelijk van kracht gedurende een ruime transitieperiode. Het akkoord zal wereldwijd bijdragen aan een gelijk speelveld en een verbeterde schokbestendigheid van banken.
Het Bazels Comité is sinds 1974 het internationale forum van bankentoezichthouders dat onderhandelt over de mondiale bancaire kapitaalvereisten. Na de financiële crisis werden in het zogenoemde Bazel III-akkoord van 2010 nieuwe afspraken gemaakt over een algehele verhoging van omvang en kwaliteit van het kapitaal dat banken moeten aanhouden.
Al snel bleek een aanvulling wenselijk omdat tekortkomingen werden geconstateerd in de berekeningsmethode voor de zogenoemde risicogewogen activa. Dit zijn de voor risico gecorrigeerde uitzettingen van banken, waar ze kapitaal voor moeten aanhouden. De tekortkomingen betreffen voornamelijk de interne modellen die grote banken gebruiken om hun risicogewogen activa en kapitaalratio’s te berekenen. Het Comité vindt dat banken tot dusverre teveel ruimte hadden om de berekening van hun ratio’s te beïnvloeden.
Daarnaast is er een zogenoemde standaardbenadering, een door de toezichthouders voorgeschreven model om risicogewogen activa te bepalen dat vooral bij de minder grote banken gebruikt wordt. Het Comité wil dit standaardmodel beter laten aansluiten bij de werkelijke risico’s van banken. Door de regels voor die risicoweging nauwkeuriger te bepalen in zowel de standaardbenadering als de interne modellen, worden de kapitaalratio’s van banken beter onderling vergelijkbaar en ontstaat er internationaal een gelijker speelveld.
Voor de grote Nederlands banken zijn vooral de aangescherpte afspraken voor interne modellen van belang. Het nieuwe akkoord voorziet in strengere regels naarmate de risico’s moeilijker te kwantificeren zijn. Zo zijn interne modellen voor operationele risico’s (verliezen als gevolg van tekortkomingen van interne processen, mensen en systemen, of als gevolg van externe gebeurtenissen) straks niet meer toegestaan. In plaats daarvan zal een standaardbenadering moeten worden gebruikt. Bij het kredietrisico zullen banken gestandaardiseerde faillissementskansen en verliespercentages moeten toepassen als er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om risico’s betrouwbaar te ramen. In andere gevallen zijn ondergrenzen vastgesteld voor de intern geschatte kans op faillissement en het verliespercentage.
Het akkoord gaat nog een stap verder bij de regulering van interne modellen: het introduceert twee aanvullende ‘backstops’ voor de risicogewogen kapitaalvereisten. Voor de allergrootste banken (G-SIBs) gaat een hogere leverage ratio eis gelden, in de vorm van een opslag, bovenop de huidige internationale 3% standaard. Daarnaast komt er een output floor: bij gebruik van interne modellen mogen de kapitaalvereisten van een bank nooit lager zijn dan 72,5% van de kapitaalvereisten volgens de standaardbenaderingen. Hiermee wordt het risico verder beperkt dat banken hun kapitaaleisen te optimistisch inschatten.
Voor de Nederlandse grootbanken leidt het pakket naar verwachting tot een significante verhoging van de kapitaaleis. Om aan de nieuwe eis te voldoen, moeten de Nederlandse grootbanken hun kapitaal versterken. De invoering van de output floorverklaart een belangrijk deel van de hogere eisen. De vloer heeft vooral een groot effect door de omvangrijke hypotheekportefeuilles van Nederlandse banken. De toepassing van de Bazelse standaardbenadering leidt namelijk tot een duidelijk hogere risicoweging dan de toepassing van interne modellen, waarvan de uitkomsten gebaseerd zijn op de structureel lage verliezen op de Nederlandse hypotheekportefeuilles.
Voor de kleinere banken veranderen de kapitaalvereisten gemiddeld nauwelijks, al kan de impact voor individuele banken wel aanzienlijk zijn, zowel opwaarts als neerwaarts. Kleine banken passen doorgaans geen interne modellen toe, maar standaardbenaderingen. De belangrijkste wijzigingen betreffen hier de bepalingen omtrent de risicoweging van hypotheken, waarvoor een systematiek van loan splittingwordt ingevoerd. Deze splitst een hypotheek in een gedekt en een ongedekt deel. Voor het gedekte deel met loan-to-value ratio tot 55% geldt een laag risico-gewicht, terwijl voor het resterende ongedekte deel een hoger risico-gewicht wordt toegepast. Deze systematiek biedt een betere afspiegeling van het onderliggende risico van hypotheken dat sterk afhangt van de verhouding tussen het geleende bedrag en de waarde van het onderliggend onderpand.
De hogere kapitaalvereisten voor Nederlandse grootbanken komen niet onverwacht. In 2015 meldde DNB al dat zij met een aanscherping rekening moesten houden (zie ‘Banken moeten rekening houden met aanscherping kapitaalsvereisten hypotheken’). Ook hebben de banken in 2016 deelgenomen aan een Quantitative Impact Study waarin de gevolgen van de voorstellen voor de banken zijn doorgerekend.
DNB heeft zich in het Bazels Comité ingezet voor een verbeterde schokbestendigheid van banken, met behoud van de risico-sensitiviteit van het kapitaalraamwerk. Ten opzichte van de oorspronkelijke voorstellen die in 2015 in de markt zijn geconsulteerd, is de impact van het nieuwe raamwerk duidelijk verminderd. Daarnaast is een ruime overgangstermijn afgesproken (die loopt tot 2027), die banken de tijd geeft voor de noodzakelijke aanpassingen van hun bedrijfsvoering.
Gezien de sterke kapitalisatie van Nederlandse banken en hun winstgevendheid zullen zij naar verwachting door middel van winstinhouding gedurende de periode tot 2027 aan de nieuwe kapitaalvereisten kunnen voldoen. De effecten op de kredietverlening en de economische groei zijn afhankelijk van de gedragsreactie van de banken. De Bazelse afspraken werken ook door in de minimumeisen voor schuldpapier dat voor een bail-inin aanmerking komt (MREL), omdat deze, net zoals de kapitaaleisen, een percentage van de risicogewogen activa zijn. De Europese discussie hierover loopt nog.
Het bereikte akkoord biedt mondiale standaarden die vervolgens door de wetgever in wet- en regelgeving worden omgezet. Voor Nederland gebeurt dit in de Europese Unie, op basis van een voorstel van de Europese Commissie. Dit proces zal zeker nog enkele jaren duren.
donderdag 14 december 2017
Tot 4 jaar cel geëist in grootschalige geldsmokkel
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft woensdag bij de rechtbank Overijssel gevangenisstraffen tot 4 jaar geëist vanwege witwassen in een grootschalige geldsmokkel vanuit Nederland naar Aruba.
De officier van justitie van het Landelijk Parket eiste de hoogste straf tegen een 76-jarige in België woonachtige Nederlander. Tegen diens ex-vriendin eiste het OM een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk. Zij wordt gezien als een pakezel en is er persoonlijk niet veel wijzer van geworden. De eis tegen een derde verdachte, een 71-jarige man uit Vught, is een gevangenisstraf van twee jaar.
De verdachten verscheepten in 2014 en 2015 in twee containers minimaal 6,8 miljoen euro naar Aruba. De bankbiljetten werden in vacuüm pakketten verstopt in kiprollades. Niemand kon zien dat er geld in de gekookte kip zat. De tweede container werd op Aruba in beslag genomen. De opbrengsten van de geldsmokkel werden door de verdachten gestort op lokale bankrekeningen in Kroatië.
De officier van justitie hield de rechtbank voor dat de verdachten met de geldtransporten de criminele keten van drugssmokkel en –handel in stand hielden. De hoofdverdachte had een spilfunctie als witwasser. Hij is medeverantwoordelijk voor drugscriminaliteit, zoals vermogensmisdrijven, het geweld tussen drugsbendes en het geweld in het uitgaansleven als gevolg van cocaïne gebruik. De man kan bovendien een stevige fiscale afrekening inclusief boetes tegemoet zien.
De officier van justitie van het Landelijk Parket eiste de hoogste straf tegen een 76-jarige in België woonachtige Nederlander. Tegen diens ex-vriendin eiste het OM een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk. Zij wordt gezien als een pakezel en is er persoonlijk niet veel wijzer van geworden. De eis tegen een derde verdachte, een 71-jarige man uit Vught, is een gevangenisstraf van twee jaar.
De verdachten verscheepten in 2014 en 2015 in twee containers minimaal 6,8 miljoen euro naar Aruba. De bankbiljetten werden in vacuüm pakketten verstopt in kiprollades. Niemand kon zien dat er geld in de gekookte kip zat. De tweede container werd op Aruba in beslag genomen. De opbrengsten van de geldsmokkel werden door de verdachten gestort op lokale bankrekeningen in Kroatië.
De officier van justitie hield de rechtbank voor dat de verdachten met de geldtransporten de criminele keten van drugssmokkel en –handel in stand hielden. De hoofdverdachte had een spilfunctie als witwasser. Hij is medeverantwoordelijk voor drugscriminaliteit, zoals vermogensmisdrijven, het geweld tussen drugsbendes en het geweld in het uitgaansleven als gevolg van cocaïne gebruik. De man kan bovendien een stevige fiscale afrekening inclusief boetes tegemoet zien.
Crowdfunding nu ook mogelijk voor bedrijfsovername
Crowdfunding is populair maar ongeschikt voor bedrijfsovernames. Het overnemen van een bedrijf is een vertrouwelijk proces. Terwijl crowdfunding online juist heel zichtbaar moet zijn om zo het publiek te bereiken.
Knab Crowdfunding lanceert daarom een overbruggingsfinanciering. In deze constructie verstrekt Knab de koper in eerste instantie een overbruggingsfinanciering. Daarmee kan de koper formeel zijn bedrijfsovername realiseren door de overeengekomen koopsom te betalen. Daarna start de kopende ondernemer – samen met de Crowdfund Coach – de publieke crowdfunding.
De eerste twee bedrijfsovernames via Knab Crowdfunding zijn inmiddels een feit.
Knab Crowdfunding lanceert daarom een overbruggingsfinanciering. In deze constructie verstrekt Knab de koper in eerste instantie een overbruggingsfinanciering. Daarmee kan de koper formeel zijn bedrijfsovername realiseren door de overeengekomen koopsom te betalen. Daarna start de kopende ondernemer – samen met de Crowdfund Coach – de publieke crowdfunding.
De eerste twee bedrijfsovernames via Knab Crowdfunding zijn inmiddels een feit.
Vertraging en voorschotten voor mkb’ers bij uitvoering herstelkader rentederivaten
Uit de voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die de minister van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, blijkt dat de uitvoering van het herstelkader rentederivaten opnieuw vertraging oploopt. De vertraging wordt grotendeels veroorzaakt door problemen met data en automatiseringssystemen bij een aantal banken. Een groot deel van de mkb’ers krijgt op aandringen van de AFM voor het einde van dit jaar een voorschot aangeboden.
Alle zes banken die zich hebben aangesloten bij het Uniform Herstelkader Rentederivaten (UHK) dat eind 2016 tot stand kwam, rapporteren hun voortgang aan de AFM. Volgens een eerdere planning zouden 4 van de 6 banken hun klanten die voor herstel in aanmerking komen, nog dit jaar een aanbod voor compensatie sturen. Inmiddels blijkt dat 2 van die 4 banken zich aan hun inschatting houden. Dat zijn overigens de banken met de minste gedupeerde mkb’ers in hun bestand. De overige 4 banken hebben laten weten dat zij vertraagd zijn. In totaal hebben 390 mkb’ers tot nu toe een aanbod voor herstel ontvangen van hun bank, waarvan 243 kwetsbare klanten. In totaal komen circa 19.000 mkb’ers in aanmerking voor compensatie.
Eind juni van dit jaar deed de AFM ook verslag van de voortgang. Toen meldden de banken dat de praktische uitwerking van het UHK meer tijd in beslag nam dan gedacht. Inmiddels is het herstelkader, hoewel complex en omvangrijk, meer duidelijk voor de banken en de onafhankelijke beoordelaars. Deze beoordelaars controleren elk aanbod van de bank voordat het wordt gestuurd aan de klant. Toch hebben de banken met de meeste klantdossiers laten weten hun planning niet te halen. Zij hebben problemen met de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de compensatie.
Zo blijken de relevante banksystemen niet te zijn ingericht voor grootschalige historische reconstructies. De verdere vertraging wordt ook veroorzaakt door knelpunten bij de geautomatiseerde verwerking van de herbeoordelingen. De verkochte derivaten zijn bijvoorbeeld vaak niet automatisch gekoppeld aan de betreffende leningen van de ondernemer. Het is onzeker wanneer de problemen zijn opgelost bij de betreffende banken. Dit betekent ook dat de door banken afgegeven planningen onzeker zijn.
De AFM heeft ervoor gezorgd dat alle ondernemers die geen aanbod meer kunnen verwachten voor het einde van dit jaar, een voorschot tot 100% van de coulancevergoeding krijgen. De groep kwetsbare klanten krijgt van die banken, naast een volledig voorschot op de coulancevergoeding, een aanvullend voorschot op de compensatie. De betreffende banken hebben toegezegd voor het einde van 2017 hun klanten een aanvullend voorschot aan te bieden (met uitzondering van één bank die het aanvullende voorschot in het eerste kwartaal van 2018 aanbiedt). Hierdoor kunnen deze klanten ondanks de opgelopen vertraging toch rekenen op een financiële tegemoetkoming. Dat is vooral voor de kwetsbare mkb’ers een belangrijke toezegging. Het voorschot kan bijvoorbeeld worden gebruikt om eventuele betalingsachterstanden bij de bank in te lopen. In de periode tot 31 oktober is er een totaalbedrag van circa €400 miljoen aan voorschotten aangeboden.
Banken moeten hun klanten op de hoogte houden over de uitvoering van het herstelkader en de tijdlijnen. De AFM heeft de banken erop gewezen dat zij de actuele stand van zaken ook op hun website moeten bijhouden en regelmatig hun klanten actief moeten informeren, ook als er vertraging optreedt in het proces. Mkb’ers kunnen bij hun bank vragen stellen over het UHK en de uitvoering daarvan. Onafhankelijke beoordelaars blijven toetsen of het herstelkader op de afgesproken manier wordt uitgevoerd, zodat de ondernemers een gecontroleerd aanbod tegemoet kunnen zien. De AFM controleert tussentijds en achteraf of het gehele proces goed is doorlopen. Medio 2018 rapporteert de AFM opnieuw over de voortgang van de uitvoering van het UHK.
Alle zes banken die zich hebben aangesloten bij het Uniform Herstelkader Rentederivaten (UHK) dat eind 2016 tot stand kwam, rapporteren hun voortgang aan de AFM. Volgens een eerdere planning zouden 4 van de 6 banken hun klanten die voor herstel in aanmerking komen, nog dit jaar een aanbod voor compensatie sturen. Inmiddels blijkt dat 2 van die 4 banken zich aan hun inschatting houden. Dat zijn overigens de banken met de minste gedupeerde mkb’ers in hun bestand. De overige 4 banken hebben laten weten dat zij vertraagd zijn. In totaal hebben 390 mkb’ers tot nu toe een aanbod voor herstel ontvangen van hun bank, waarvan 243 kwetsbare klanten. In totaal komen circa 19.000 mkb’ers in aanmerking voor compensatie.
Eind juni van dit jaar deed de AFM ook verslag van de voortgang. Toen meldden de banken dat de praktische uitwerking van het UHK meer tijd in beslag nam dan gedacht. Inmiddels is het herstelkader, hoewel complex en omvangrijk, meer duidelijk voor de banken en de onafhankelijke beoordelaars. Deze beoordelaars controleren elk aanbod van de bank voordat het wordt gestuurd aan de klant. Toch hebben de banken met de meeste klantdossiers laten weten hun planning niet te halen. Zij hebben problemen met de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de compensatie.
Zo blijken de relevante banksystemen niet te zijn ingericht voor grootschalige historische reconstructies. De verdere vertraging wordt ook veroorzaakt door knelpunten bij de geautomatiseerde verwerking van de herbeoordelingen. De verkochte derivaten zijn bijvoorbeeld vaak niet automatisch gekoppeld aan de betreffende leningen van de ondernemer. Het is onzeker wanneer de problemen zijn opgelost bij de betreffende banken. Dit betekent ook dat de door banken afgegeven planningen onzeker zijn.
De AFM heeft ervoor gezorgd dat alle ondernemers die geen aanbod meer kunnen verwachten voor het einde van dit jaar, een voorschot tot 100% van de coulancevergoeding krijgen. De groep kwetsbare klanten krijgt van die banken, naast een volledig voorschot op de coulancevergoeding, een aanvullend voorschot op de compensatie. De betreffende banken hebben toegezegd voor het einde van 2017 hun klanten een aanvullend voorschot aan te bieden (met uitzondering van één bank die het aanvullende voorschot in het eerste kwartaal van 2018 aanbiedt). Hierdoor kunnen deze klanten ondanks de opgelopen vertraging toch rekenen op een financiële tegemoetkoming. Dat is vooral voor de kwetsbare mkb’ers een belangrijke toezegging. Het voorschot kan bijvoorbeeld worden gebruikt om eventuele betalingsachterstanden bij de bank in te lopen. In de periode tot 31 oktober is er een totaalbedrag van circa €400 miljoen aan voorschotten aangeboden.
Banken moeten hun klanten op de hoogte houden over de uitvoering van het herstelkader en de tijdlijnen. De AFM heeft de banken erop gewezen dat zij de actuele stand van zaken ook op hun website moeten bijhouden en regelmatig hun klanten actief moeten informeren, ook als er vertraging optreedt in het proces. Mkb’ers kunnen bij hun bank vragen stellen over het UHK en de uitvoering daarvan. Onafhankelijke beoordelaars blijven toetsen of het herstelkader op de afgesproken manier wordt uitgevoerd, zodat de ondernemers een gecontroleerd aanbod tegemoet kunnen zien. De AFM controleert tussentijds en achteraf of het gehele proces goed is doorlopen. Medio 2018 rapporteert de AFM opnieuw over de voortgang van de uitvoering van het UHK.
woensdag 13 december 2017
VEB bereikt aangepaste schikking in Fortis-zaak
Beleggersvereniging VEB heeft een aangepaste schikking getroffen met Ageas, de rechtsopvolger van Fortis, over compensatie voor gedupeerde beleggers. Ageas heeft 100 miljoen euro meer ter beschikking gesteld en enkele kernelementen van de schikking zijn gewijzigd. In totaal is ruim 1,3 miljard euro beschikbaar als vergoeding voor de schade die Fortis-beleggers leden in 2007 en 2008.
De nieuwe onderhandelingen waren gestart na de beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2017, dat bepaalde dat enkele onderdelen van de eerder getroffen schikking moesten worden aangepast. Het nieuwe schikkingsvoorstel wordt vandaag voorgelegd aan het Gerechtshof Amsterdam.
VEB-directeur Paul Koster toont zich verheugd met het bereikte resultaat: “Het is voor de beleggers in het voormalige Fortis positief dat deze schikking getekend is. Wij geloven dat met dit aangepaste schikkingsvoorstel voldoende aan de bezwaren van het Hof Amsterdam wordt tegemoet gekomen. Het vandaag gepresenteerde schikkingsvoorstel is het resultaat van moeizame en langdurige onderhandelingen en blijkt het maximaal haalbare. Het is een redelijke vergoeding voor de geleden schade en tien jaar na de gebeurtenissen kan eindelijk het boek gesloten worden.”
De nieuwe onderhandelingen waren gestart na de beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2017, dat bepaalde dat enkele onderdelen van de eerder getroffen schikking moesten worden aangepast. Het nieuwe schikkingsvoorstel wordt vandaag voorgelegd aan het Gerechtshof Amsterdam.
VEB-directeur Paul Koster toont zich verheugd met het bereikte resultaat: “Het is voor de beleggers in het voormalige Fortis positief dat deze schikking getekend is. Wij geloven dat met dit aangepaste schikkingsvoorstel voldoende aan de bezwaren van het Hof Amsterdam wordt tegemoet gekomen. Het vandaag gepresenteerde schikkingsvoorstel is het resultaat van moeizame en langdurige onderhandelingen en blijkt het maximaal haalbare. Het is een redelijke vergoeding voor de geleden schade en tien jaar na de gebeurtenissen kan eindelijk het boek gesloten worden.”
BNG Bank na zesde duurzame obligatie in kopgroep mondiale banken
BNG Bank heeft bij internationale beleggers de afgelopen weken twee duurzame obligaties geplaatst ten behoeve van kredietverlening aan gemeenten en woningcorporaties. In totaal heeft de bank sinds 2014 zes duurzame obligaties ter waarde van 4,1 miljard euro geplaatst, waarmee ze op dit terrein behoort tot de kopgroep van de mondiale banken.
BNG Bank financiert met deze obligaties de meest duurzame gemeenten en woningcorporaties van Nederland. De partijen worden geselecteerd aan de hand van een methodologie die is ontwikkeld door Telos, het centrum voor duurzame ontwikkeling van de Universiteit van Tilburg. De gemeenten of woningcorporaties die in hun categorie het meest duurzaam zijn, komen in aanmerking voor een (euro)lening uit de opbrengst van deze obligatie. Zo wordt de opbrengst van de deze week uitgegeven ‘social housing bond’ van 750 miljoen dollar gebruikt voor (euro)leningen aan 91 duurzame woningcorporaties die in hun categorie (bijvoorbeeld: grootte van de corporatie, type bezit en ouderdom van het bezit) het best scoren op duurzaamheid. Opvallend is dat vooral de middelgrote woningcorporaties gemiddeld hoog scoren op duurzaamheid.
'Duurzaamheid is een cruciaal onderdeel van de strategie van de BNG Bank. De bank wil het bewustzijn over duurzaamheid bij klanten vergroten door kennisoverdracht, innovatieve financiering én de uitgifte van duurzame obligaties. Daarnaast speelt de bank met deze obligaties in op de groeiende behoefte aan duurzame beleggingen bij nationale en internationale kapitaalverschaffers. De bank verbreedt met deze transacties haar beleggersbasis en versterkt daarmee haar toegang tot de kapitaalmarkt in het belang van klanten. Een koppositie bij de uitgifte van duurzame obligaties past bij onze bank. BNG Bank heeft de afgelopen tien jaar meer dan 100 miljard euro aan krediet verstrekt aan haar klanten in de publieke sector en behoort tot de grootste financiers van het Energieakkoord', zegt Olivier Labe, lid van de Raad van Bestuur van BNG Bank.
BNG Bank financiert met deze obligaties de meest duurzame gemeenten en woningcorporaties van Nederland. De partijen worden geselecteerd aan de hand van een methodologie die is ontwikkeld door Telos, het centrum voor duurzame ontwikkeling van de Universiteit van Tilburg. De gemeenten of woningcorporaties die in hun categorie het meest duurzaam zijn, komen in aanmerking voor een (euro)lening uit de opbrengst van deze obligatie. Zo wordt de opbrengst van de deze week uitgegeven ‘social housing bond’ van 750 miljoen dollar gebruikt voor (euro)leningen aan 91 duurzame woningcorporaties die in hun categorie (bijvoorbeeld: grootte van de corporatie, type bezit en ouderdom van het bezit) het best scoren op duurzaamheid. Opvallend is dat vooral de middelgrote woningcorporaties gemiddeld hoog scoren op duurzaamheid.
'Duurzaamheid is een cruciaal onderdeel van de strategie van de BNG Bank. De bank wil het bewustzijn over duurzaamheid bij klanten vergroten door kennisoverdracht, innovatieve financiering én de uitgifte van duurzame obligaties. Daarnaast speelt de bank met deze obligaties in op de groeiende behoefte aan duurzame beleggingen bij nationale en internationale kapitaalverschaffers. De bank verbreedt met deze transacties haar beleggersbasis en versterkt daarmee haar toegang tot de kapitaalmarkt in het belang van klanten. Een koppositie bij de uitgifte van duurzame obligaties past bij onze bank. BNG Bank heeft de afgelopen tien jaar meer dan 100 miljard euro aan krediet verstrekt aan haar klanten in de publieke sector en behoort tot de grootste financiers van het Energieakkoord', zegt Olivier Labe, lid van de Raad van Bestuur van BNG Bank.
Leidde het herverpakken van leningen echt tot de financiële crisis?
Securitisatie, het ‘herverpakken’ van bankleningen, kreeg de schuld van de wereldwijde financiële crisis en werd daarom na de crisis sterk gereguleerd. Maar was dat wel terecht? Promovendus Ahmed Arif vindt in zijn promotieonderzoek geen bewijs voor deze beschuldiging. Hij verdedigt zijn proefschrift op maandag 11 december 2017.
Securitisatie is het bundelen van bankleningen met als doel verhandelbare obligaties te creëren. Door ze te combineren met andere financiële activa ontwikkelt een verstrekker een financieel instrument. Verschillende onderdelen van de herverpakte instrumenten worden door de verstrekker vervolgens aangeboden aan investeerders.
Door hypotheken gedekte effecten zijn een goed voorbeeld van securitisatie. In 2008 raakten veel grote financiële instellingen ernstig in de problemen door deze producten. Drie van de grootste Amerikaanse investeringsbanken gingen failliet (Lehman Brothers) of werden tegen een lage prijs verkocht aan andere banken (Bear Stearns en Merrill Lynch).
Securitisatie werd na de wereldwijde financiële crisis in 2007-2008 sterk gereguleerd, omdat het werd gezien als de veroorzaker van de crisis. Een voorkeursbehandeling viel echter ten deel aan gedekte obligaties, tegenhangers van gesecuritiseerde producten. Toen de storm rond de crisis enigszins was geluwd, wekte dit onderscheid bij marktdeelnemers de nodige zorg.
Het onderzoek van Ahmed Arif voorziet in een vergelijkende analyse van gesecuritiseerde producten en gedekte obligaties. Hij onderzocht de regelgevingen en beoordeelde de geloofwaardigheid van de beschuldiging aan het adres van gesecuritiseerde producten om de feitelijke problemen van deze markt te identificeren. Zijn empirische analyse gaat ook over de vraag of gedekte obligaties de met securitisatie gepaard gaande problemen kunnen helpen voorkomen. Arif verzamelde gegevens van zeven belangrijke Europese markten over de periode 2000-2014.
De belangrijkste beschuldiging aan het adres van securitisatie is dat het banken aanzet tot het nemen van verhoogde kredietrisico's. De empirische bevindingen van het onderzoek steunen deze beschuldiging echter niet. Ook van banken die gedekte obligaties uitgeven is vastgesteld dat ze op de lange termijn een hoger risico nemen. De empirische analyse toont echter ook aan dat securitisatie op zich het risico van banken niet verhoogt, maar dat vooral het volume van de uitgegeven obligaties bepalend is.
Een non-lineaire (U-vormige) relatie is vastgesteld tussen securitisatievolume en systeemrisico. De onderzoeksresultaten suggereren ook dat het uitgeven van gedekte obligaties alleen toegestaan zou moeten zijn aan grotere banken.
Via regelgeving wordt momenteel getracht het risico onder controle te houden en tegelijkertijd de securitisatiemarkt weer op gang te brengen. Op basis van de empirische bevindingen stelt Arif in zijn onderzoek vast dat een rechtlijnige benadering van securitisatie mogelijk niet bijdraagt aan het realiseren van deze doelen. Daarentegen kan een langzame uitgroei van regelgeving toezichthouders mogelijk helpen de bovengenoemde tegenstrijdige doelen te verwezenlijken.
Ahmed Arif, Europees promovendus in Recht en Economie (European Doctorate in Law and Economics, EDLE): Deciphering Securitisation and Covered Bonds: Economic Analysis and Regulations
Securitisatie is het bundelen van bankleningen met als doel verhandelbare obligaties te creëren. Door ze te combineren met andere financiële activa ontwikkelt een verstrekker een financieel instrument. Verschillende onderdelen van de herverpakte instrumenten worden door de verstrekker vervolgens aangeboden aan investeerders.
Door hypotheken gedekte effecten zijn een goed voorbeeld van securitisatie. In 2008 raakten veel grote financiële instellingen ernstig in de problemen door deze producten. Drie van de grootste Amerikaanse investeringsbanken gingen failliet (Lehman Brothers) of werden tegen een lage prijs verkocht aan andere banken (Bear Stearns en Merrill Lynch).
Securitisatie werd na de wereldwijde financiële crisis in 2007-2008 sterk gereguleerd, omdat het werd gezien als de veroorzaker van de crisis. Een voorkeursbehandeling viel echter ten deel aan gedekte obligaties, tegenhangers van gesecuritiseerde producten. Toen de storm rond de crisis enigszins was geluwd, wekte dit onderscheid bij marktdeelnemers de nodige zorg.
Het onderzoek van Ahmed Arif voorziet in een vergelijkende analyse van gesecuritiseerde producten en gedekte obligaties. Hij onderzocht de regelgevingen en beoordeelde de geloofwaardigheid van de beschuldiging aan het adres van gesecuritiseerde producten om de feitelijke problemen van deze markt te identificeren. Zijn empirische analyse gaat ook over de vraag of gedekte obligaties de met securitisatie gepaard gaande problemen kunnen helpen voorkomen. Arif verzamelde gegevens van zeven belangrijke Europese markten over de periode 2000-2014.
De belangrijkste beschuldiging aan het adres van securitisatie is dat het banken aanzet tot het nemen van verhoogde kredietrisico's. De empirische bevindingen van het onderzoek steunen deze beschuldiging echter niet. Ook van banken die gedekte obligaties uitgeven is vastgesteld dat ze op de lange termijn een hoger risico nemen. De empirische analyse toont echter ook aan dat securitisatie op zich het risico van banken niet verhoogt, maar dat vooral het volume van de uitgegeven obligaties bepalend is.
Een non-lineaire (U-vormige) relatie is vastgesteld tussen securitisatievolume en systeemrisico. De onderzoeksresultaten suggereren ook dat het uitgeven van gedekte obligaties alleen toegestaan zou moeten zijn aan grotere banken.
Via regelgeving wordt momenteel getracht het risico onder controle te houden en tegelijkertijd de securitisatiemarkt weer op gang te brengen. Op basis van de empirische bevindingen stelt Arif in zijn onderzoek vast dat een rechtlijnige benadering van securitisatie mogelijk niet bijdraagt aan het realiseren van deze doelen. Daarentegen kan een langzame uitgroei van regelgeving toezichthouders mogelijk helpen de bovengenoemde tegenstrijdige doelen te verwezenlijken.
Ahmed Arif, Europees promovendus in Recht en Economie (European Doctorate in Law and Economics, EDLE): Deciphering Securitisation and Covered Bonds: Economic Analysis and Regulations
dinsdag 12 december 2017
In de blockchain bubble
De bitcoin breekt record na record, maar onder de motorkap van die cryptocurrency zit een techniek die misschien nog veel interessanter is: de blockchain. Enthousiastelingen vergelijken het met internet voordat het in de jaren negentig groot werd. Heeft de blokjesketting echt zoveel potentie? De Kennis van Nu zoekt het uit.
De blockchain maakt het mogelijk om op nieuwe en onvermoede manieren samen te werken, is de belofte. En niet alleen in de digitale wereld, want de blockchain wordt inmiddels ook toegepast in de echte wereld. In de voedingsketen bijvoorbeeld, of om energie uit te wisselen. Diederik Jekel en Elisabeth van Nimwegen onderzoeken wat er mogelijk is met de blockchain.
Ze gaan met Oskar van Deventer, directeur van het blockchainlab van TNO naar een bitcoin-geldautomaat, waar je je euro’s kunt omwisselen voor bitcoins. Van Deventer beperkt zich allerminst tot de bitcoin; hij onderzoekt de mogelijkheden, de veiligheid en de toepassingen van de blockchain.
De duurzame eieren van Kipster staan op het punt om in de blockchain gestopt te worden. Niet alleen kan de consument zo eenvoudig zien of de legkip een beetje een fatsoenlijk leven heeft gehad, ook boer, transporteur en supermarkt kunnen makkelijker hun informatie uitwisselen. Marieke de Ruyter de Wildt, directeur van AgriPlace, vertelt hoe je datastromen moet managen binnen de duurzame voedingsketen. Ze organiseert maandelijks de meet-up Food Integrity Blockchained, waar onderzoekers, ondernemers en andere partijen samenkomen die de blockchain binnen de voedingsketen willen gebruiken.
Bij de Ceuvel, een zelfbenoemde speeltuin voor innovatie en creativiteit in Amsterdam-Noord, wisselen bewoners sinds kort hun met zonnepanelen opgewekte stroom uit met behulp van de blockchain. Dat is trouwens nog maar het begin, want de Ceuvel heeft plannen om met behulp van de blockchain een soort circulaire mini-economie op te zetten. Inclusief eigen ‘token’, waarmee je ook in het lokale café je biertje kunt afrekenen. De Kennis van Nu kijkt mee over de schouder van Gerard Boor, de technische man achter de blockchain die De Ceuvel gebruikt.
Ook Fairfood experimenteert met de blockchain. Een kleinschalig experiment met duurzame kokosnoten trok eerder dit jaar al de aandacht. Boeren kregen een eerlijke prijs voor hun product, en consumenten konden dat in de supermarkt verifiëren, simpelweg door een QR-code op de kokosnoot te scannen. In De Kennis van Nu zie je donderdag hoe Fairfood verder gaat op dit pad, maar dan met koffiebonen uit Afrika.
Donderdag 14 december om 19.20u op NPO 2
De blockchain maakt het mogelijk om op nieuwe en onvermoede manieren samen te werken, is de belofte. En niet alleen in de digitale wereld, want de blockchain wordt inmiddels ook toegepast in de echte wereld. In de voedingsketen bijvoorbeeld, of om energie uit te wisselen. Diederik Jekel en Elisabeth van Nimwegen onderzoeken wat er mogelijk is met de blockchain.
Ze gaan met Oskar van Deventer, directeur van het blockchainlab van TNO naar een bitcoin-geldautomaat, waar je je euro’s kunt omwisselen voor bitcoins. Van Deventer beperkt zich allerminst tot de bitcoin; hij onderzoekt de mogelijkheden, de veiligheid en de toepassingen van de blockchain.
De duurzame eieren van Kipster staan op het punt om in de blockchain gestopt te worden. Niet alleen kan de consument zo eenvoudig zien of de legkip een beetje een fatsoenlijk leven heeft gehad, ook boer, transporteur en supermarkt kunnen makkelijker hun informatie uitwisselen. Marieke de Ruyter de Wildt, directeur van AgriPlace, vertelt hoe je datastromen moet managen binnen de duurzame voedingsketen. Ze organiseert maandelijks de meet-up Food Integrity Blockchained, waar onderzoekers, ondernemers en andere partijen samenkomen die de blockchain binnen de voedingsketen willen gebruiken.
Bij de Ceuvel, een zelfbenoemde speeltuin voor innovatie en creativiteit in Amsterdam-Noord, wisselen bewoners sinds kort hun met zonnepanelen opgewekte stroom uit met behulp van de blockchain. Dat is trouwens nog maar het begin, want de Ceuvel heeft plannen om met behulp van de blockchain een soort circulaire mini-economie op te zetten. Inclusief eigen ‘token’, waarmee je ook in het lokale café je biertje kunt afrekenen. De Kennis van Nu kijkt mee over de schouder van Gerard Boor, de technische man achter de blockchain die De Ceuvel gebruikt.
Ook Fairfood experimenteert met de blockchain. Een kleinschalig experiment met duurzame kokosnoten trok eerder dit jaar al de aandacht. Boeren kregen een eerlijke prijs voor hun product, en consumenten konden dat in de supermarkt verifiëren, simpelweg door een QR-code op de kokosnoot te scannen. In De Kennis van Nu zie je donderdag hoe Fairfood verder gaat op dit pad, maar dan met koffiebonen uit Afrika.
Donderdag 14 december om 19.20u op NPO 2
Afspraken over kapitaaleisen verlagen onzekerheid over banken
Nieuwe kapitaaleisen hangen al lange tijd als een donkere wolk boven de Nederlandse grootbanken. Nu nieuwe internationale eisen blijken mee te vallen en het nieuwe kabinet een soepeler aanpak kiest dan het vorige, verdwijnt een stuk onzekerheid.
Het Basels comité publiceerde deze week de uitkomst van internationale onderhandelingen over aanscherping en harmonisatie van de kapitaaleisen, ook wel Basel IV genoemd. Zoals verwacht is er aanzienlijke impact op Nederlandse banken. Doordat de eisen voor onder meer hypotheken worden aangescherpt moeten ze meer kapitaal gaan aanhouden.
Volgens berekeningen van De Nederlandsche Bank komen Nederlandse banken in totaal 14 miljard euro aan kapitaal tekort. Dat is veel minder dan eerdere ramingen. DNB ging eerder nog uit van 50 miljard euro.
Een rapport van McKinsey kwam dit voorjaar ook op een veel groter tekort voor de Nederlandse grootbanken. De nieuwe regels zouden volgens de consultants 5,8 procentpunt afhalen van de gemiddelde kapitaalratio. Die zou daardoor nog maar een fractie hoger zijn dan die van banken in bijvoorbeeld Italië en Portugal. Om die daling te compenseren zouden de banken tientallen miljarden euro’s aan extra kapitaal nodig hebben.
Het Basels comité publiceerde deze week de uitkomst van internationale onderhandelingen over aanscherping en harmonisatie van de kapitaaleisen, ook wel Basel IV genoemd. Zoals verwacht is er aanzienlijke impact op Nederlandse banken. Doordat de eisen voor onder meer hypotheken worden aangescherpt moeten ze meer kapitaal gaan aanhouden.
Volgens berekeningen van De Nederlandsche Bank komen Nederlandse banken in totaal 14 miljard euro aan kapitaal tekort. Dat is veel minder dan eerdere ramingen. DNB ging eerder nog uit van 50 miljard euro.
Een rapport van McKinsey kwam dit voorjaar ook op een veel groter tekort voor de Nederlandse grootbanken. De nieuwe regels zouden volgens de consultants 5,8 procentpunt afhalen van de gemiddelde kapitaalratio. Die zou daardoor nog maar een fractie hoger zijn dan die van banken in bijvoorbeeld Italië en Portugal. Om die daling te compenseren zouden de banken tientallen miljarden euro’s aan extra kapitaal nodig hebben.
maandag 11 december 2017
Grote termijnhandelaren laten Bitcoin links liggen
JPMorgan, Societe Generale en Citigroup, de belangrijkste makelaars in termijncontracten, hebben gisteren bij de lancering van de futurehandel voor bitcoins in Chicago de munt links laten liggen. Alleen Goldman Sachs had een paar klanten.
In de eerste uren werd er weinig gehandeld, niet meer dan 800 contracten wisselden van eigenaar. Experts vinden de belangstelling echter meevallen. Wel was er zoveel belangstelling voor de site van handelsplatform CBOE dat deze korte tijd overbelast was.
Met futures kan worden gegokt op prijsstijgingen of -dalingen van de Bitcoin. Beleggers hoeven de munt dan zelf niet te bezitten. Een future is eigenlijk gewoon een gestandaardiseerd termijncontract tussen twee partijen.
In de eerste uren werd er weinig gehandeld, niet meer dan 800 contracten wisselden van eigenaar. Experts vinden de belangstelling echter meevallen. Wel was er zoveel belangstelling voor de site van handelsplatform CBOE dat deze korte tijd overbelast was.
Met futures kan worden gegokt op prijsstijgingen of -dalingen van de Bitcoin. Beleggers hoeven de munt dan zelf niet te bezitten. Een future is eigenlijk gewoon een gestandaardiseerd termijncontract tussen twee partijen.
ABN AMRO: Aandelen bieden potentieel én risico’s in 2018
ABN AMRO voorspelt beleggers een goede start van 2018. De bank verwacht dat de meevallende economische groei, de aanhoudend lage inflatie en stabiele financiële omstandigheden een positieve invloed op de financiële markten hebben. Wel waarschuwt ABN AMRO dat de hoge economische groei voor fluctuaties op financiële markten kan zorgen. Daarom adviseert de bank haar klanten om 2018 te starten met een bescheiden overweging in aandelen, alert in te spelen op kansen en liquiditeiten als risicobuffer achter de hand te houden. Dit meldt de bank in de Beleggingsstrategie voor 2018.
Ralph Wessels, Beleggingsstrateeg bij ABN AMRO: “In 2017 was sprake van versnelde economische groei. We verwachten dat de groei aanhoudt voor de wereldeconomie en bedrijfswinsten. Wel kunnen financiële markten dynamischer worden. We achten de kans op een recessie in 2018 klein, maar naarmate het economisch herstel verder doorzet kan volatiliteit terugkeren in de markt. Daarom adviseren we onze klanten om in 2018 een robuuste, internationale beleggingsportefeuille op te bouwen.”
ABN AMRO geeft binnen aandelen de voorkeur aan de sectoren Industrie en Luxegoederen & Diensten, omdat die sterk kunnen profiteren van de forse groeidynamiek. De bank adviseert thematische beleggers om de juiste balans te zoeken tussen aandelen met exposure naar duurzame energie, consumenten in opkomende landen en de innovatieve productindustrie. ABN AMRO verwacht namelijk dat in 2018 de aandacht toeneemt voor bedrijven die bezig zijn met Smart Factories (bedrijven die steeds meer technologisch gedreven zijn).
Door de gunstige groeiverwachtingen geeft de bank de voorkeur aan aandelen uit Aziatische, opkomende markten. Ook verwacht ABN AMRO dat beleggers in 2018 meer plek in hun portefeuille inruimen voor groene obligaties. Dit zijn obligaties waarmee klimaatoplossingen gefinancierd worden. De verwachting is bovendien dat duurzaam beleggen in de komende jaren steeds meer de norm wordt.
In het geval van geopolitieke risico’s kunnen beleggers met grondstoffen spreiding in hun portefeuille aanbrengen. ABN AMRO verwacht dat de wereldwijde vraag naar olie in 2018 sterk blijft groeien en dat de prijs stijgt. De verwachting is dat de gemiddelde prijs per vat (Brent) volgend jaar op 70 dollar uitkomt. ABN AMRO verwacht pas in 2019 een krachtigere euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en in 2018 een lichte verzwakking naar 1,15. De bank gaat ervan uit dat de Amerikaanse Federal Reserve de rente agressiever zal verhogen dan de markt momenteel inprijst. De prognose van ABN AMRO voor 2018 gaat uit van twee renteverhogingen van elk 25 basispunten.
Ralph Wessels, Beleggingsstrateeg bij ABN AMRO: “In 2017 was sprake van versnelde economische groei. We verwachten dat de groei aanhoudt voor de wereldeconomie en bedrijfswinsten. Wel kunnen financiële markten dynamischer worden. We achten de kans op een recessie in 2018 klein, maar naarmate het economisch herstel verder doorzet kan volatiliteit terugkeren in de markt. Daarom adviseren we onze klanten om in 2018 een robuuste, internationale beleggingsportefeuille op te bouwen.”
ABN AMRO geeft binnen aandelen de voorkeur aan de sectoren Industrie en Luxegoederen & Diensten, omdat die sterk kunnen profiteren van de forse groeidynamiek. De bank adviseert thematische beleggers om de juiste balans te zoeken tussen aandelen met exposure naar duurzame energie, consumenten in opkomende landen en de innovatieve productindustrie. ABN AMRO verwacht namelijk dat in 2018 de aandacht toeneemt voor bedrijven die bezig zijn met Smart Factories (bedrijven die steeds meer technologisch gedreven zijn).
Door de gunstige groeiverwachtingen geeft de bank de voorkeur aan aandelen uit Aziatische, opkomende markten. Ook verwacht ABN AMRO dat beleggers in 2018 meer plek in hun portefeuille inruimen voor groene obligaties. Dit zijn obligaties waarmee klimaatoplossingen gefinancierd worden. De verwachting is bovendien dat duurzaam beleggen in de komende jaren steeds meer de norm wordt.
In het geval van geopolitieke risico’s kunnen beleggers met grondstoffen spreiding in hun portefeuille aanbrengen. ABN AMRO verwacht dat de wereldwijde vraag naar olie in 2018 sterk blijft groeien en dat de prijs stijgt. De verwachting is dat de gemiddelde prijs per vat (Brent) volgend jaar op 70 dollar uitkomt. ABN AMRO verwacht pas in 2019 een krachtigere euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en in 2018 een lichte verzwakking naar 1,15. De bank gaat ervan uit dat de Amerikaanse Federal Reserve de rente agressiever zal verhogen dan de markt momenteel inprijst. De prognose van ABN AMRO voor 2018 gaat uit van twee renteverhogingen van elk 25 basispunten.
AFM bespreekt innovatieve toegang tot advies met sector
Roboadvies is laagdrempelig en biedt kansen voor consistente advisering van hoge kwaliteit. Wel is de verwachting dat bepaalde groepen consumenten liever een fysieke adviseur hebben. Dat is ook de verwachting van de aanwezigen bij de eerste AFM ‘ronde tafel’ over innovatie en de toegankelijkheid van advies.
Op vrijdag 24 november organiseerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een ronde tafel met een afvaardiging van innovatieve banken, verzekeraars en tussenpersonen. De hoofdvraag was: kan innovatie de toegankelijkheid van advies vergroten, bijvoorbeeld in termen van lagere kosten en laagdrempeligheid? Na de aftrap van Karina Raaijmakers (hoofd Toezicht Verzekeren en Pensioenen), discussieerden de deelnemers aan de hand van stellingen over roboadvies, waarbij een computer bijvoorbeeld het volledige hypotheekadvies geeft. De consensus was dat door roboadvies als nieuw kanaal naast de fysieke adviseur, de toegankelijkheid van advies zal toenemen. Klanten kunnen kiezen welk advieskanaal hun voorkeur heeft.
Over de kwaliteitskansen waren de deelnemers het eens: goed geprogrameerd roboadvies kan consistente adviezen geven van hoge kwaliteit. De meningen liepen wel uiteen over de vraag of klanten behoefte houden aan de empathie van een mens. Enerzijds werd gewezen op de behoefte aan menselijk contact met een adviseur bij impactvolle financiële beslissingen. Anderzijds werd benoemd dat mensen kunnen wennen aan roboadvies en dat jongere generaties al niet beter weten dan zaken online te regelen. Verder zagen de aanwezigen in de nabije toekomst vooral kansen op het vlak van productadvies. Men stelde dat de complexiteit van integraal advies nog lastig te digitaliseren is.
Tot slot vroeg AFM de aanwezigen om tips rondom omtrent innovatie en toegankelijkheid. Men adviseerde onder andere om de op de ‘oude wereld’ gebaseerde wet- en regelgeving niet te rigide toe te passen op nieuwe initiatieven. Ook werd gevraagd om de deur verder open te zetten voor innovatieve ideeën en experimenten. De AFM wees in dat kader op de al bestaande mogelijkheden van de InnovationHub.
Op vrijdag 24 november organiseerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een ronde tafel met een afvaardiging van innovatieve banken, verzekeraars en tussenpersonen. De hoofdvraag was: kan innovatie de toegankelijkheid van advies vergroten, bijvoorbeeld in termen van lagere kosten en laagdrempeligheid? Na de aftrap van Karina Raaijmakers (hoofd Toezicht Verzekeren en Pensioenen), discussieerden de deelnemers aan de hand van stellingen over roboadvies, waarbij een computer bijvoorbeeld het volledige hypotheekadvies geeft. De consensus was dat door roboadvies als nieuw kanaal naast de fysieke adviseur, de toegankelijkheid van advies zal toenemen. Klanten kunnen kiezen welk advieskanaal hun voorkeur heeft.
Over de kwaliteitskansen waren de deelnemers het eens: goed geprogrameerd roboadvies kan consistente adviezen geven van hoge kwaliteit. De meningen liepen wel uiteen over de vraag of klanten behoefte houden aan de empathie van een mens. Enerzijds werd gewezen op de behoefte aan menselijk contact met een adviseur bij impactvolle financiële beslissingen. Anderzijds werd benoemd dat mensen kunnen wennen aan roboadvies en dat jongere generaties al niet beter weten dan zaken online te regelen. Verder zagen de aanwezigen in de nabije toekomst vooral kansen op het vlak van productadvies. Men stelde dat de complexiteit van integraal advies nog lastig te digitaliseren is.
Tot slot vroeg AFM de aanwezigen om tips rondom omtrent innovatie en toegankelijkheid. Men adviseerde onder andere om de op de ‘oude wereld’ gebaseerde wet- en regelgeving niet te rigide toe te passen op nieuwe initiatieven. Ook werd gevraagd om de deur verder open te zetten voor innovatieve ideeën en experimenten. De AFM wees in dat kader op de al bestaande mogelijkheden van de InnovationHub.
vrijdag 8 december 2017
Consument kan nu ook winkelier met Tikkie betalen
Vanaf vandaag is het voor het eerst mogelijk om een winkelier met Tikkie te betalen. Binnen of buiten de winkel zelf, dat maakt niet uit. Consumenten kunnen - zonder eerst langs een kassa of betaalzuil te lopen – zelf afrekenen met Tikkie. De pilot gaat van start bij Munch Fit Food To Go in Amsterdam.
Sinds eind 2016 heeft retail-adviesbureau Q&A de Beethovenstraat in Amsterdam omgedoopt tot Shoppingstreet Innovation Lab. Verschillende retail-innovaties worden in deze straat getest. ABN AMRO heeft samen met Munch Fit Food To Go een Grab & Go schap gecreëerd waardoor klanten versgeperste sapjes, wraps en maaltijden zelf met Tikkie kunnen afrekenen waar en wanneer zij dit willen. De klant scant met z’n telefoon (Android via QR-app, iOS direct via camera) de QR-code op het product. Automatisch opent dan de iDEAL-betaalpagina in de vertrouwde Tikkie-omgeving. Na de betaling ontvangt de klant het bekende GIFje als bedankje. Het is net als met particuliere betaalverzoeken niet nodig om de Tikkie-app te hebben om de betaling te kunnen doen.
“We vinden het belangrijk dat al onze klanten makkelijker kunnen betalen en dat wij ons in de winkel meer kunnen richten op de shopbeleving. Tikkie biedt ons deze oplossing en heeft daarnaast een sterk track record qua gebruikersaantallen en snelle betalingen, aldus Yorieke Eskes van Munch Fit Food To Go.
Bij deze pilot kijkt men vooral naar het afrekenen met QR-codes in een winkel, waarbij het - doordat betaling buiten de winkel ook mogelijk is - ook draait om de betaalmoraliteit van de Nederlander, voegt Lesley Flohil van ABN AMRO toe. “Uit onderzoek blijkt dat klanten een beter moraal hebben als je ze vertrouwen geeft. Uit deze pilot gaat blijken waar en hoe de klant zijn betaling doet”.
Sinds eind 2016 heeft retail-adviesbureau Q&A de Beethovenstraat in Amsterdam omgedoopt tot Shoppingstreet Innovation Lab. Verschillende retail-innovaties worden in deze straat getest. ABN AMRO heeft samen met Munch Fit Food To Go een Grab & Go schap gecreëerd waardoor klanten versgeperste sapjes, wraps en maaltijden zelf met Tikkie kunnen afrekenen waar en wanneer zij dit willen. De klant scant met z’n telefoon (Android via QR-app, iOS direct via camera) de QR-code op het product. Automatisch opent dan de iDEAL-betaalpagina in de vertrouwde Tikkie-omgeving. Na de betaling ontvangt de klant het bekende GIFje als bedankje. Het is net als met particuliere betaalverzoeken niet nodig om de Tikkie-app te hebben om de betaling te kunnen doen.
“We vinden het belangrijk dat al onze klanten makkelijker kunnen betalen en dat wij ons in de winkel meer kunnen richten op de shopbeleving. Tikkie biedt ons deze oplossing en heeft daarnaast een sterk track record qua gebruikersaantallen en snelle betalingen, aldus Yorieke Eskes van Munch Fit Food To Go.
Bij deze pilot kijkt men vooral naar het afrekenen met QR-codes in een winkel, waarbij het - doordat betaling buiten de winkel ook mogelijk is - ook draait om de betaalmoraliteit van de Nederlander, voegt Lesley Flohil van ABN AMRO toe. “Uit onderzoek blijkt dat klanten een beter moraal hebben als je ze vertrouwen geeft. Uit deze pilot gaat blijken waar en hoe de klant zijn betaling doet”.
Eerste slag bijzonder vijfje op Pampus
Vandaag vond de Eerste Slag van het Stelling van Amsterdam Vijfje plaats. Het is de zesde bijzondere munt in de Nederlands Werelderfgoed-herdenkingsmuntenreeks. De ceremoniële Eerste Slag vond plaats op Forteiland Pampus, dat onderdeel is van de Stelling van Amsterdam. Middels de authentieke hamerslag werd de Eerste Slag verricht door Ronald Plasterk, oud-minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Muntmeester Stephan Satijn was namens de Koninklijke Nederlandse Munt de gastheer van de ceremonie. Het is de eerste herdenkingsmunt met zijn muntmeesterteken ‘Sint Servaasbrug’.
Sinds 2012 slaat de Koninklijke Nederlandse Munt in opdracht van het ministerie van Financiën elk jaar een bijzondere herdenkingsmunt die in het teken staat van het Nederlands Werelderfgoed. Dit jaar is gekozen voor de Stelling van Amsterdam: een bijzondere verdedigingsring die ten tijde van de twee wereldoorlogen bedoeld was om het land rondom de linie onder water te zetten en een invasie in de hoofdstad te voorkomen. De zesde munt in de Werelderfgoed-herdenkingsmuntenreeks is, net als het Van Nelle Vijfje en het Wadden Vijfje, ontworpen door kunstenaar Kianoosh Motallebi die ook bij de ceremoniële Eerste Slag aanwezig was.
Het Stelling van Amsterdam Vijfje is vanaf vandaag in omloop en verkrijgbaar via https://www.knm.nl/ en de Goudwisselkantoren. De munt heeft een nominale waarde van vijf euro en is een wettig betaalmiddel in Nederland.
Consument maakt vaker premiebewuste keuzes bij zorgverzekering
Vanaf 11 november is het mogelijk om een nieuwe zorgverzekering voor 2018 af te sluiten. Opvallend is dat consumenten premiebewuste keuzes maken rondom hun zorgverzekering, meer dan voorgaande jaren. Zo kiezen meer consumenten voor een maximaal eigen risico. Daarnaast nemen ze vaker een naturapolis dan een restitutiepolis. En minder consumenten kiezen voor een aanvullende verzekering. Dat blijkt uit een analyse van Independer onder klanten die een zorgverzekering afsloten voor 2018.
Het aantal consumenten dat kiest voor het maximaal eigen risico is hoger dan voorgaande jaren. Voor 2018 kiest 28 procent voor een maximaal eigen risico van 885 euro. In 2017 deed 25 procent dit en in 2016 was dit 24 procent. De keuze voor een maximaal eigen risico is het meest populair onder consumenten tussen de 25 en 34 jaar. In deze leeftijdscategorie kiest 33 procent voor een maximaal eigen risico. Door een vrijwillig eigen risico te kiezen kunnen consumenten gemiddeld 18 procent korting krijgen op de zorgpremie.
Slechts 15 procent van de consumenten die bij Independer een zorgverzekering voor 2018 afsluit, kiest voor een restitutiepolis. In 2017 was dit nog 25 procent: een daling van 39 procent. Restitutiepolissen zijn over het algemeen duurder omdat consumenten met dit type polis bij elke zorgverlener terechtkunnen, in tegenstelling tot een naturapolis. Gemiddeld ligt de premie van een restitutiepolis 7 procent hoger dan een naturapolis.
Een andere trend waaruit de premiebewustheid van de consument blijkt voor komend jaar is dat aanvullende verzekeringen steeds minder worden afgesloten. 65 procent kiest tot nu toe voor een aanvullende verzekering ten opzichte van 69 procent afgelopen jaar.
Het aantal consumenten dat kiest voor het maximaal eigen risico is hoger dan voorgaande jaren. Voor 2018 kiest 28 procent voor een maximaal eigen risico van 885 euro. In 2017 deed 25 procent dit en in 2016 was dit 24 procent. De keuze voor een maximaal eigen risico is het meest populair onder consumenten tussen de 25 en 34 jaar. In deze leeftijdscategorie kiest 33 procent voor een maximaal eigen risico. Door een vrijwillig eigen risico te kiezen kunnen consumenten gemiddeld 18 procent korting krijgen op de zorgpremie.
Slechts 15 procent van de consumenten die bij Independer een zorgverzekering voor 2018 afsluit, kiest voor een restitutiepolis. In 2017 was dit nog 25 procent: een daling van 39 procent. Restitutiepolissen zijn over het algemeen duurder omdat consumenten met dit type polis bij elke zorgverlener terechtkunnen, in tegenstelling tot een naturapolis. Gemiddeld ligt de premie van een restitutiepolis 7 procent hoger dan een naturapolis.
Een andere trend waaruit de premiebewustheid van de consument blijkt voor komend jaar is dat aanvullende verzekeringen steeds minder worden afgesloten. 65 procent kiest tot nu toe voor een aanvullende verzekering ten opzichte van 69 procent afgelopen jaar.
Eerlijke Bankwijzer: Banken meer open over duurzaamheid
In de afgelopen jaren zijn de meeste banken opener geworden over de uitvoering van hun duurzaamheidsbeleid bij zakelijke leningen. Zo geven banken meer inzicht aan welke bedrijfstakken zij leningen verstrekken. Ook wordt beter gerapporteerd over de wijze waarop bedrijven door de banken worden aangesproken als hun gedrag maatschappelijk gezien ongewenst is. Dit blijkt uit het nieuwe rapport Transparantie en Verantwoording dat vandaag door de Eerlijke Bankwijzer wordt gepubliceerd. Rabobank en Triodos Bank scoren hierin een 7, terwijl ABN Amro, ING en De Volksbank volgen met het rapportcijfer 6. Van Lanschot en NIBC blijven hierbij duidelijk achter. Van Lanschot krijgt een 5, NIBC is hekkensluiter met een 4.
Dat banken meer bereid zijn om inzicht te geven welke sectoren men financiert en hoe zij problemen op het gebied van mensenrechten, milieu en dierenrechten aanpakken, wordt verwelkomd door de Eerlijke Bankwijzer. Projectleider Peter Ras: “Er ligt al langere tijd een heldere oproep vanuit de maatschappij en overheid aan de banken om opener te worden over uitvoering van financieringsbeleid en financieringskeuzes. We zien dat banken vooruitgang boeken sinds de Eerlijke Bankwijzer dit onderzoekt – zo scoorden ABN Amro, ING en Rabobank in ons onderzoek in 2013 nog een 4 op transparantie. Het is te vroeg om de bankensector 'transparant' te noemen, maar we zien nu wel dat de mist wat optrekt.”
Consumenten hechten belang aan transparantie over de investeringskeuzes van banken. In 2015 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin werd gesteld dat spaarders onvoldoende inzicht hebben in de wijze waarop hun spaargeld door de banken wordt geïnvesteerd.
Sindsdien laten vooral ING, De Volksbank (SNS en ASN Bank) en Rabobank beter zien aan welke sectoren ze geld uitlenen. ABN Amro, NIBC en Van Lanschot gaan daarin minder ver. Triodos Bank en ASN Bank zijn hierover verreweg het meest transparant: beide banken publiceren een lijst van bedrijven en instellingen die zij financieren. Andere banken doen dit niet.
Rabobank is het meest transparant over de kritische dialoog die zij voert met bedrijven die betrokken zijn bij misstanden. Andere banken gaan daarin minder ver. NIBC publiceert zelfs helemaal geen informatie over zulke gesprekken met zakelijke klanten. Positief is dat alle banken rapporteren volgens de internationaal breed erkende GRI- richtlijnen voor duurzaamheidsverslaglegging. ABN Amro rapporteert, als eerste bank ter wereld, ten aanzien van mensenrechten volgens de richtlijnen van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Andere banken doen dit nog niet.
Dat banken meer bereid zijn om inzicht te geven welke sectoren men financiert en hoe zij problemen op het gebied van mensenrechten, milieu en dierenrechten aanpakken, wordt verwelkomd door de Eerlijke Bankwijzer. Projectleider Peter Ras: “Er ligt al langere tijd een heldere oproep vanuit de maatschappij en overheid aan de banken om opener te worden over uitvoering van financieringsbeleid en financieringskeuzes. We zien dat banken vooruitgang boeken sinds de Eerlijke Bankwijzer dit onderzoekt – zo scoorden ABN Amro, ING en Rabobank in ons onderzoek in 2013 nog een 4 op transparantie. Het is te vroeg om de bankensector 'transparant' te noemen, maar we zien nu wel dat de mist wat optrekt.”
Consumenten hechten belang aan transparantie over de investeringskeuzes van banken. In 2015 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin werd gesteld dat spaarders onvoldoende inzicht hebben in de wijze waarop hun spaargeld door de banken wordt geïnvesteerd.
Sindsdien laten vooral ING, De Volksbank (SNS en ASN Bank) en Rabobank beter zien aan welke sectoren ze geld uitlenen. ABN Amro, NIBC en Van Lanschot gaan daarin minder ver. Triodos Bank en ASN Bank zijn hierover verreweg het meest transparant: beide banken publiceren een lijst van bedrijven en instellingen die zij financieren. Andere banken doen dit niet.
Rabobank is het meest transparant over de kritische dialoog die zij voert met bedrijven die betrokken zijn bij misstanden. Andere banken gaan daarin minder ver. NIBC publiceert zelfs helemaal geen informatie over zulke gesprekken met zakelijke klanten. Positief is dat alle banken rapporteren volgens de internationaal breed erkende GRI- richtlijnen voor duurzaamheidsverslaglegging. ABN Amro rapporteert, als eerste bank ter wereld, ten aanzien van mensenrechten volgens de richtlijnen van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Andere banken doen dit nog niet.