De Nederlandse koepels van banken, verzekeraars en pensioenfondsen hebben gezamenlijke uitgangspunten opgesteld voor Europees financieel toezicht. Zij doen dit naar aanleiding van voorstellen van de Europese Commissie.
Het toezicht behoort in dienst te staan van het algemeen belang, er moet sprake zijn van effectieve 'checks and balances' en de bekostiging en uitvoering van het toezicht moeten transparant zijn. De financiële sector draait zelf op voor de kosten van toezicht.
De koepels vinden dat ook overheden zouden moeten bijdragen, gezien het algemeen belang. Het Europees toezicht wordt onder andere uitgeoefend door de European Banking Authority (EBA), de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) en de European Securities and Markets Authority (ESMA).
woensdag 28 februari 2018
'Consumenten willen betalen met wearables'
Uit de nieuwste cijfers die MasterCard bekend heeft gemaakt, blijkt dat contactloos betalen met 145 procent is gegroeid in 2017. Daarnaast geeft bijna een kwart van de Europese consumenten aan interesse te hebben om te betalen met een wearable.
In Nederland zijn bijna 80 procent van de betaalterminals geschikt om contactloos mee te betalen. Meer dan 50 procent van de pinbetalingen gebeurt al contactloos.
ABN AMRO kondigde begin dit jaar aan een test - samen met de klant - te doen met betalen met nieuwe wearables. Binnen een week hebben maar liefst 6.000 klanten zich aangemeld. Inmiddels hebben de eerste 250 klanten hun wearable ontvangen in de Foodhallen in Amsterdam.
Volgende week ontvangen de andere 250 klanten hun wearable in Den Haag.
In Nederland zijn bijna 80 procent van de betaalterminals geschikt om contactloos mee te betalen. Meer dan 50 procent van de pinbetalingen gebeurt al contactloos.
ABN AMRO kondigde begin dit jaar aan een test - samen met de klant - te doen met betalen met nieuwe wearables. Binnen een week hebben maar liefst 6.000 klanten zich aangemeld. Inmiddels hebben de eerste 250 klanten hun wearable ontvangen in de Foodhallen in Amsterdam.
Volgende week ontvangen de andere 250 klanten hun wearable in Den Haag.
dinsdag 27 februari 2018
Kosten banken weer flink omhoog
Veel consumenten betalen dit jaar weer meer voor betaaldiensten van hun bank, constateert de Consumentenbond. ING spant daarbij de kroon met een kostenstijging van 7 tot 10 procent voor de betaalpakketten. Ook klanten van de Rabobank zijn vanaf 1 april flink duurder uit.
De kostenstijging komt bovenop een eerdere tariefsverhoging in 2017. Hiermee stijgen de kosten van het BasisPakket in een jaar tijd met 29 procent, die van het BetaalPakket met 23 procent en van het RoyaalPakket met 20 procent.
Ook de Rabobank verhoogt zijn tarieven flink. Klanten met een DirectPakket betalen per 1 april 15,4 procent meer. De kosten voor het BasisPakket en het TotaalPakket stijgen respectievelijk met 3,7 en 2,2 procent.
ASN Bank, Knab en SNS verhoogden hun tarieven voor het tweede jaar op rij niet. Wel verlaagden zij de rente over het positieve saldo op de betaalrekening. SNS is volgens berekeningen van de Consumentenbond vaak de goedkoopste optie.
Terwijl de rente op positief saldo daalt, blijft de rente op rood staan onverminderd hoog, variërend van 9 tot 13,9 procent. Alleen Knab rekent minder: 5 procent. Veel consumenten betalen een hoge rente voor rood staan, terwijl ze bij dezelfde bank spaargeld hebben.
De kostenstijging komt bovenop een eerdere tariefsverhoging in 2017. Hiermee stijgen de kosten van het BasisPakket in een jaar tijd met 29 procent, die van het BetaalPakket met 23 procent en van het RoyaalPakket met 20 procent.
Ook de Rabobank verhoogt zijn tarieven flink. Klanten met een DirectPakket betalen per 1 april 15,4 procent meer. De kosten voor het BasisPakket en het TotaalPakket stijgen respectievelijk met 3,7 en 2,2 procent.
ASN Bank, Knab en SNS verhoogden hun tarieven voor het tweede jaar op rij niet. Wel verlaagden zij de rente over het positieve saldo op de betaalrekening. SNS is volgens berekeningen van de Consumentenbond vaak de goedkoopste optie.
Terwijl de rente op positief saldo daalt, blijft de rente op rood staan onverminderd hoog, variërend van 9 tot 13,9 procent. Alleen Knab rekent minder: 5 procent. Veel consumenten betalen een hoge rente voor rood staan, terwijl ze bij dezelfde bank spaargeld hebben.
FSC: Cyberdreigingen toenemend risico voor de financiële stabiliteit
Het Financieel Stabiliteitscomité heeft in zijn vergadering van 13 februari 2018 gesproken over de cyberdreigingen voor de Nederlandse financiële sector. Naar aanleiding hiervan waarschuwt het comité voor het toenemende risico van geavanceerde cyberaanvallen voor de financiële stabiliteit.
Ook waarschuwt het comité consumenten en financiële instellingen nadrukkelijk voor de risico’s van crypto’s. Daarnaast roept het comité financiële instellingen op de impact van brexit in kaart te brengen en tijdig maatregelen te treffen.
Het comité stelt vast dat de cyberdreiging voor de Nederlandse financiële sector structureel is toegenomen. Financiële instellingen, hun dienstverleners en andere vitale sectoren zijn steeds vaker het doelwit van cyberaanvallen.
Het comité steunt daarom de initiatieven om het recent ingevoerde testraamwerk Threat Intelligence Based Ethical Red-Teaming (TIBER) uit te breiden. Belangrijke stappen zijn het testen van clusters van wederzijds afhankelijke instellingen, internationaal georiënteerde testen, het testen met dienstverleners en het testen met andere vitale sectoren, zoals de telecomsector.
Het comité stelt vast dat de markt voor crypto’s op dit moment geen risico vormt voor de financiële stabiliteit. Tegelijkertijd waarschuwt het comité consumenten en financiële ondernemingen nadrukkelijk voor de risico’s van crypto’s en van zogenoemde Initial Coin Offerings (ICOs).
Consumenten zijn niet beschermd door regelgeving en toezicht wanneer zij crypto’s aanhouden of verhandelen. Financiële instellingen lopen integriteitsrisico’s doordat de identiteit van kopers en verkopers niet of onvoldoende kan worden gekend.
Het comité heeft verder ook gesproken over de risico’s van Brexit voor de financiële stabiliteit. Het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie brengt risico’s met zich mee voor de Nederlandse financiële sector. De mogelijke complicaties met betrekking tot bestaande derivaten- en verzekeringscontracten worden nader bestudeerd. Het comité roept Nederlandse financiële instellingen op de impact van Brexit in verschillende scenario’s in kaart te brengen en tijdig de nodige maatregelen te treffen.
Ook waarschuwt het comité consumenten en financiële instellingen nadrukkelijk voor de risico’s van crypto’s. Daarnaast roept het comité financiële instellingen op de impact van brexit in kaart te brengen en tijdig maatregelen te treffen.
Het comité stelt vast dat de cyberdreiging voor de Nederlandse financiële sector structureel is toegenomen. Financiële instellingen, hun dienstverleners en andere vitale sectoren zijn steeds vaker het doelwit van cyberaanvallen.
Het comité steunt daarom de initiatieven om het recent ingevoerde testraamwerk Threat Intelligence Based Ethical Red-Teaming (TIBER) uit te breiden. Belangrijke stappen zijn het testen van clusters van wederzijds afhankelijke instellingen, internationaal georiënteerde testen, het testen met dienstverleners en het testen met andere vitale sectoren, zoals de telecomsector.
Het comité stelt vast dat de markt voor crypto’s op dit moment geen risico vormt voor de financiële stabiliteit. Tegelijkertijd waarschuwt het comité consumenten en financiële ondernemingen nadrukkelijk voor de risico’s van crypto’s en van zogenoemde Initial Coin Offerings (ICOs).
Consumenten zijn niet beschermd door regelgeving en toezicht wanneer zij crypto’s aanhouden of verhandelen. Financiële instellingen lopen integriteitsrisico’s doordat de identiteit van kopers en verkopers niet of onvoldoende kan worden gekend.
Het comité heeft verder ook gesproken over de risico’s van Brexit voor de financiële stabiliteit. Het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie brengt risico’s met zich mee voor de Nederlandse financiële sector. De mogelijke complicaties met betrekking tot bestaande derivaten- en verzekeringscontracten worden nader bestudeerd. Het comité roept Nederlandse financiële instellingen op de impact van Brexit in verschillende scenario’s in kaart te brengen en tijdig de nodige maatregelen te treffen.
Steeds minder gemeenten heffen hondenbelasting
Gemeenten verwachten dit jaar 58 miljoen euro aan
hondenbelasting te innen. Dit is 4,6 procent minder dan de 61 miljoen
euro die voor 2017 werd begroot. Dat meldt het CBS op basis van de
gemeentelijke begrotingen voor 2018.
Vanaf 2016 dalen de opbrengsten uit hondenbelasting. Begrootten gemeenten in 2015 nog 65 miljoen euro aan hondenbelasting, in 2018 is dit gedaald naar 58 miljoen euro.
De opbrengsten uit hondenbelasting dalen, onder meer omdat een groot aantal gemeenten de hondenbelasting niet meer int. Amsterdam en Rotterdam zijn daarmee gestopt, maar ook veel andere gemeenten innen geen hondenbelasting meer. In 2008 werd nog in 323 van de 443 gemeenten hondenbelasting geheven, in 2018 nog maar in 239 van de 380 gemeenten.
Vanaf 2016 dalen de opbrengsten uit hondenbelasting. Begrootten gemeenten in 2015 nog 65 miljoen euro aan hondenbelasting, in 2018 is dit gedaald naar 58 miljoen euro.
De opbrengsten uit hondenbelasting dalen, onder meer omdat een groot aantal gemeenten de hondenbelasting niet meer int. Amsterdam en Rotterdam zijn daarmee gestopt, maar ook veel andere gemeenten innen geen hondenbelasting meer. In 2008 werd nog in 323 van de 443 gemeenten hondenbelasting geheven, in 2018 nog maar in 239 van de 380 gemeenten.
maandag 26 februari 2018
'Waarborgen in wet moeten recht op privacy garanderen bij uitwisseling fiscale gegevens'
Bij de internationale uitwisseling van fiscale gegevens moeten er (procedurele) waarborgen in de wet komen die het recht op privacy van de belastingplichtige garanderen. Dat is het advies van UHasselt-onderzoeker Niels Diepvens (faculteit Rechten). Hij doctoreerde onlangs op het onderwerp.
Belastingontduiking door mensen met grote vermogens in zonnige paradijzen en belastingontwijking door multinationals hebben de laatste jaren voor de nodige beroering gezorgd. Voorbeelden zijn Luxleaks, de Paradise Papers en Panama Papers.
Samenwerking tussen nationale administraties – in de vorm van gegevensuitwisseling – is nu de nieuwe trend. “Maar de vraag rijst in dat geval hoe het dan zit met het recht op privacy van de belastingplichtige.” De UHasselt-onderzoeker nam voor zijn doctoraat niet alleen nationale en internationale wetgeving onder de loep, maar bestudeerde ook rechtspraak, rechtsleer en rapporten.
Volgens Diepvens is de rechtsbescherming bij die samenwerking verwaarloosd geweest. Onder druk van de OESO en EU hebben landen de internationale fiscale gegevensuitwisseling opgevoerd. Maar ze hebben de waarborgen voor belastingplichtigen in hun nationale wetgeven afgebouwd of zelfs volledig afgeschaft.
Dat alles betekent echter niét dat de strijd tegen belastingontduiking en -ontwijking niet hand in hand kan gaan met respect voor de fundamentele rechten. Diepvens: “De nationale, Europese wetgever en de OESO moeten de huidige rechtsinstrumenten voor die samenwerking tussen fiscale administraties herbekijken.” Volgens de onderzoeker zouden in de wet bepaalde waarborgen opgenomen moeten worden – zoals het recht op kennisgeving van de samenwerking en het recht op beroep voor een onafhankelijke rechter.
Diepvens is nu bezig met vervolgonderzoek rond automatische gegevensuitwisseling – de nieuwe standaard – en de (fiscaal)strafrechtelijke samenwerking tussen staten. “Ook in die vormen van samenwerking is er nood aan een versterkte aandacht voor de rechtsbescherming van de belastingplichtige. Want ook bij dat automatisch uitwisselen van fiscale inlichtingen worden de grenzen van het recht op privacy en het recht op dataprotectie getest.”
Belastingontduiking door mensen met grote vermogens in zonnige paradijzen en belastingontwijking door multinationals hebben de laatste jaren voor de nodige beroering gezorgd. Voorbeelden zijn Luxleaks, de Paradise Papers en Panama Papers.
Samenwerking tussen nationale administraties – in de vorm van gegevensuitwisseling – is nu de nieuwe trend. “Maar de vraag rijst in dat geval hoe het dan zit met het recht op privacy van de belastingplichtige.” De UHasselt-onderzoeker nam voor zijn doctoraat niet alleen nationale en internationale wetgeving onder de loep, maar bestudeerde ook rechtspraak, rechtsleer en rapporten.
Volgens Diepvens is de rechtsbescherming bij die samenwerking verwaarloosd geweest. Onder druk van de OESO en EU hebben landen de internationale fiscale gegevensuitwisseling opgevoerd. Maar ze hebben de waarborgen voor belastingplichtigen in hun nationale wetgeven afgebouwd of zelfs volledig afgeschaft.
Dat alles betekent echter niét dat de strijd tegen belastingontduiking en -ontwijking niet hand in hand kan gaan met respect voor de fundamentele rechten. Diepvens: “De nationale, Europese wetgever en de OESO moeten de huidige rechtsinstrumenten voor die samenwerking tussen fiscale administraties herbekijken.” Volgens de onderzoeker zouden in de wet bepaalde waarborgen opgenomen moeten worden – zoals het recht op kennisgeving van de samenwerking en het recht op beroep voor een onafhankelijke rechter.
Diepvens is nu bezig met vervolgonderzoek rond automatische gegevensuitwisseling – de nieuwe standaard – en de (fiscaal)strafrechtelijke samenwerking tussen staten. “Ook in die vormen van samenwerking is er nood aan een versterkte aandacht voor de rechtsbescherming van de belastingplichtige. Want ook bij dat automatisch uitwisselen van fiscale inlichtingen worden de grenzen van het recht op privacy en het recht op dataprotectie getest.”
Hulp bij woekerpolis op Nationale Ontwoekerdag
Consumenten die willen weten wat ze moeten doen met hun woekerpolis, kunnen woensdag 7 maart terecht op de Nationale Ontwoekerdag in Utrecht. Op deze dag, georganiseerd door de Consumentenbond, ConsumentenClaim, MoneyWise, Plus Magazine en Vereniging Woekerpolis, kunnen consumenten kosteloos een eerste stap zetten bij het ontwoekeren van hun woekerpolis.
Tijdens de Nationale Ontwoekerdag kunnen consumenten een gesprek krijgen met een financieel adviseur over de vraag of het verstandig is om de woekerpolis te laten doorlopen, aan te passen of om te zetten naar een ander product. Ook kunnen consumenten de mogelijkheden bespreken om meer compensatie te bedingen dan ze op grond van de bestaande compensatieregeling van verzekeraars hebben gekregen.
Er zijn door de jaren heen meer dan 7 miljoen woekerpolissen verkocht, waarvan er volgens de laatste opgave van toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM), nog 2,8 miljoen lopen. Het betreft meestal een beleggingsverzekering of spaarpolis, gekoppeld aan een hypotheek, bedoeld voor de aflossing van die hypotheek of als aanvulling op een pensioen.
Consumenten realiseren zich vaak niet goed genoeg dat die polis, onder meer door te hoge kosten, minder zal opleveren dan ze verwachten. Verzekeraars geven consumenten - onder druk van de AFM - een zogenaamd hersteladvies, maar dat heeft te weinig om het lijf. Er wordt bijvoorbeeld niet gemeld dat consumenten vaak recht hebben op meer compensatie.
De Nationale Ontwoekerdag vindt plaats op 7 maart in het Oude Tolhuys in Utrecht van 13.00 tot 21.00 uur Geïnteresseerden dienen zich van te voren aan te melden.
Tijdens de Nationale Ontwoekerdag kunnen consumenten een gesprek krijgen met een financieel adviseur over de vraag of het verstandig is om de woekerpolis te laten doorlopen, aan te passen of om te zetten naar een ander product. Ook kunnen consumenten de mogelijkheden bespreken om meer compensatie te bedingen dan ze op grond van de bestaande compensatieregeling van verzekeraars hebben gekregen.
Er zijn door de jaren heen meer dan 7 miljoen woekerpolissen verkocht, waarvan er volgens de laatste opgave van toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM), nog 2,8 miljoen lopen. Het betreft meestal een beleggingsverzekering of spaarpolis, gekoppeld aan een hypotheek, bedoeld voor de aflossing van die hypotheek of als aanvulling op een pensioen.
Consumenten realiseren zich vaak niet goed genoeg dat die polis, onder meer door te hoge kosten, minder zal opleveren dan ze verwachten. Verzekeraars geven consumenten - onder druk van de AFM - een zogenaamd hersteladvies, maar dat heeft te weinig om het lijf. Er wordt bijvoorbeeld niet gemeld dat consumenten vaak recht hebben op meer compensatie.
De Nationale Ontwoekerdag vindt plaats op 7 maart in het Oude Tolhuys in Utrecht van 13.00 tot 21.00 uur Geïnteresseerden dienen zich van te voren aan te melden.
vrijdag 23 februari 2018
Sterke groei Van Lanschot Kempen
Van Lanschot Kempen kon deze week een positieve set jaarresultaten presenteren. De vermogensbeheeractiviteiten worden steeds belangrijker. Opvallend is wel dat de commissie-inkomsten minder hard groeien dan het beheerde vermogen. Dat komt voor een deel door de samenstelling van dat vermogen, maar er lijkt ook wat druk op de marge te staan.
De bank meldde een groei van de nettowinst met 36 procent tot 94,9 miljoen euro. Lagere rente-inkomsten werden ruim gecompenseerd door hogere commissie-inkomsten op de vermogensbeheeractiviteiten.
Dit was te danken aan de een sterke groei van het totale beheerd vermogen. Dat nam met ruim een kwart toe tot 69,2 miljard euro.
De bank meldde een groei van de nettowinst met 36 procent tot 94,9 miljoen euro. Lagere rente-inkomsten werden ruim gecompenseerd door hogere commissie-inkomsten op de vermogensbeheeractiviteiten.
Dit was te danken aan de een sterke groei van het totale beheerd vermogen. Dat nam met ruim een kwart toe tot 69,2 miljard euro.
Banken gaan graag in gesprek met klanten aardbevingsgebied
De aardbevingen in Groningen hebben voor veel inwoners van deze provincie een grote emotionele impact. Voor veel inwoners zijn er ingrijpende materiele gevolgen, zoals schade aan de woning en een forse waardedaling.
Huiseigenaren met een hypotheek verwachten terecht dat banken zoveel mogelijk rekening houden met hun situatie en waar mogelijk ondersteuning bieden.
Het is volgens de banken spijtig dat uit het rapport-De Kam naar voren komt dat klanten van banken die steun niet altijd ervaren. Banken zeggen toe met deze klanten daarover in gesprek te gaan.
Banken zijn verder voorstander van uitbreiding van de opkoopregeling van de overheid. Ook hebben banken samen met de NAM een project uitgevoerd in Loppersum waarbij een garantie werd verstrekt voor de sloop en herbouw van 43 woningen.
Betalingsproblemen bij klanten zijn zelden het directe gevolg van de aardbevingsschade maar komen dikwijls voort uit persoonlijke omstandigheden zoals echtscheiding en werkloosheid. Ook in die gevallen bieden banken hulp om tot maatwerkoplossingen te komen, zoals ook elders in Nederland.
Huiseigenaren met een hypotheek verwachten terecht dat banken zoveel mogelijk rekening houden met hun situatie en waar mogelijk ondersteuning bieden.
Het is volgens de banken spijtig dat uit het rapport-De Kam naar voren komt dat klanten van banken die steun niet altijd ervaren. Banken zeggen toe met deze klanten daarover in gesprek te gaan.
Banken zijn verder voorstander van uitbreiding van de opkoopregeling van de overheid. Ook hebben banken samen met de NAM een project uitgevoerd in Loppersum waarbij een garantie werd verstrekt voor de sloop en herbouw van 43 woningen.
Betalingsproblemen bij klanten zijn zelden het directe gevolg van de aardbevingsschade maar komen dikwijls voort uit persoonlijke omstandigheden zoals echtscheiding en werkloosheid. Ook in die gevallen bieden banken hulp om tot maatwerkoplossingen te komen, zoals ook elders in Nederland.
Pilot Vroeg Eropaf Breda van start
In Nederland heeft 1 op de 6 huishoudens moeite om iedere maand hun rekeningen te betalen. In Breda zijn dat er ruim 13.000.
Veel mensen met financiële problemen melden zich niet of (veel) te laat voor een betalingsregeling of schuldhulpverlening. En dat terwijl snelle hulp bij betalingsproblemen veel ellende en maatschappelijke kosten kan voorkomen. Daarom starten de Gemeente Breda, de Bredase woningcorporaties AlleeWonen (vanaf 16 april Alwel), Laurentius en WonenBreburg en het Instituut Maatschappelijk Welzijn (IMW) met de pilot Vroeg Eropaf Breda. Deze lokale partners slaan de handen ineen met Ennatuurlijk, Brabant Water, CZ en coöperatie VGZ om mensen met beginnende betalingsachterstanden weer financieel ‘op de rit’ te krijgen.
Wanneer een inwoner van Breda problemen heeft met het betalen van de maandelijkse rekeningen voor huur, energie en zorgverzekering, gaan de uitvoerders van Vroeg Eropaf aan de slag. De inwoner wordt actief benaderd door een schuldhulpverlener of maatschappelijk werker. Samen kijken ze wat er nodig is om de betalingsproblemen zo snel mogelijk aan te pakken. Soms kan iemand aanspraak maken op subsidies of regelingen. Soms kan er in termijnen worden betaald. En soms is er andere hulp nodig. Het is voor het eerst dat er in Breda zoveel partners samenwerken om huishoudens met betalingsachterstanden vroeg in beeld te krijgen en te helpen.
Veel mensen met financiële problemen melden zich niet of (veel) te laat voor een betalingsregeling of schuldhulpverlening. En dat terwijl snelle hulp bij betalingsproblemen veel ellende en maatschappelijke kosten kan voorkomen. Daarom starten de Gemeente Breda, de Bredase woningcorporaties AlleeWonen (vanaf 16 april Alwel), Laurentius en WonenBreburg en het Instituut Maatschappelijk Welzijn (IMW) met de pilot Vroeg Eropaf Breda. Deze lokale partners slaan de handen ineen met Ennatuurlijk, Brabant Water, CZ en coöperatie VGZ om mensen met beginnende betalingsachterstanden weer financieel ‘op de rit’ te krijgen.
Wanneer een inwoner van Breda problemen heeft met het betalen van de maandelijkse rekeningen voor huur, energie en zorgverzekering, gaan de uitvoerders van Vroeg Eropaf aan de slag. De inwoner wordt actief benaderd door een schuldhulpverlener of maatschappelijk werker. Samen kijken ze wat er nodig is om de betalingsproblemen zo snel mogelijk aan te pakken. Soms kan iemand aanspraak maken op subsidies of regelingen. Soms kan er in termijnen worden betaald. En soms is er andere hulp nodig. Het is voor het eerst dat er in Breda zoveel partners samenwerken om huishoudens met betalingsachterstanden vroeg in beeld te krijgen en te helpen.
donderdag 22 februari 2018
Stevig resultaat KBC van 399 miljoen euro
Dankzij een sterkere euro en stabiele lage rentevoeten behaalde KBC in het vierde kwartaal van 2017 een nettowinst van 399 miljoen euro. Het resultaat van het vierde kwartaal werd wel beïnvloed door een eenmalig voorafgaand negatief effect van de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting van 211 miljoen euro.
De kosten bleven onder controle en de kwaliteit van de activa bleef goed zoals bleek uit een terugname van voorzieningen voor waardeverminderingen op kredieten.
Over een heel jaar gemeten heeft KBC het voorbije jaar een winst gerealiseerd van bijna 2,6 miljard euro.
De kosten bleven onder controle en de kwaliteit van de activa bleef goed zoals bleek uit een terugname van voorzieningen voor waardeverminderingen op kredieten.
Over een heel jaar gemeten heeft KBC het voorbije jaar een winst gerealiseerd van bijna 2,6 miljard euro.
Jumbo verwijdert geldautomaten
Jumbo gaat de komende maanden alle geldautomaten uit de eigen filialen weghalen, meldt RTL.
Reden is dat steeds minder mensen contant geld nodig hebben en de automaten doelwit zijn van bijvoorbeeld skimmers. Ook banken halen steeds meer automaten weg.
Het gaat om pinautomaten in 170 van de 400 Jumbo-filialen. Die overige 230 Jumbo's zijn allemaal franchisewinkels en die maken volgens woordvoerder Jeske Bleeker zelf de keuze of ze de automaten behouden of niet.
Reden is dat steeds minder mensen contant geld nodig hebben en de automaten doelwit zijn van bijvoorbeeld skimmers. Ook banken halen steeds meer automaten weg.
Het gaat om pinautomaten in 170 van de 400 Jumbo-filialen. Die overige 230 Jumbo's zijn allemaal franchisewinkels en die maken volgens woordvoerder Jeske Bleeker zelf de keuze of ze de automaten behouden of niet.
Cryptobelegger houdt vertrouwen ondanks crash
Sinds december daalde de koers van cryptomunten aanzienlijk. Ondanks de correctie is het aantal Nederlandse bezitters van cryptovaluta toch gelijk gebleven. Aan het eind van de koersval bezitten nog steeds ongeveer 865.000 Nederlanders één of meerdere munten.
Dit blijkt uit de Cryptovaluta Monitor, een marktonderzoek van Multiscope naar betalen, beleggen en sparen in een nieuwe economie.
Medio januari stond driekwart van de cryptobezitters nog op winst. Medio februari heeft nog maar 51 procent een positief rendement.
Nederlanders, zo blijkt uit het onderzoek, steken geen grote bedragen in cryptomunten. De gemiddelde investering is slechts 200 euro. Men blijkt ook geen grote risico’s te nemen. Zes op de tien kochten bitcoins of andere digitale munten met geld van hun lopende rekening. Minder dan 1 procent investeerde in cryptovaluta met geleend geld.
Ongeveer 71 procent koopt cryptomunten om op de lange termijn rendement te maken. Deze groep staat ook wel bekend als ‘hodlers.’ Het lage investeringsbedrag en het feit dat ze er voor de lange termijn inzitten is een mogelijke verklaring waarom er weinig bezitters uitstapten tijdens de daling.
De cryptovaluta-bezitter heeft nog altijd een zeer hoge verwachting van het toekomstige rendement van de investering. Deze verwachting is door de recente koersdaling wel behoorlijk getemperd.
Dit blijkt uit de Cryptovaluta Monitor, een marktonderzoek van Multiscope naar betalen, beleggen en sparen in een nieuwe economie.
Medio januari stond driekwart van de cryptobezitters nog op winst. Medio februari heeft nog maar 51 procent een positief rendement.
Nederlanders, zo blijkt uit het onderzoek, steken geen grote bedragen in cryptomunten. De gemiddelde investering is slechts 200 euro. Men blijkt ook geen grote risico’s te nemen. Zes op de tien kochten bitcoins of andere digitale munten met geld van hun lopende rekening. Minder dan 1 procent investeerde in cryptovaluta met geleend geld.
Ongeveer 71 procent koopt cryptomunten om op de lange termijn rendement te maken. Deze groep staat ook wel bekend als ‘hodlers.’ Het lage investeringsbedrag en het feit dat ze er voor de lange termijn inzitten is een mogelijke verklaring waarom er weinig bezitters uitstapten tijdens de daling.
De cryptovaluta-bezitter heeft nog altijd een zeer hoge verwachting van het toekomstige rendement van de investering. Deze verwachting is door de recente koersdaling wel behoorlijk getemperd.
AFM wil geen reclame voor snelle hypotheken
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wijst hypotheekverstrekkers erop dat zij geen reclame mogen maken voor de snelheid waarmee een hypotheek kan worden afgesloten. In de huidige marktomstandigheden spelen hypotheekverstrekkers in reclamecampagnes steeds vaker in op snelheid. Een huis kopen is een ingrijpend besluit met financiële gevolgen voor de lange termijn. Het is daarom belangrijk dat consumenten goed geïnformeerd zijn en weloverwogen een besluit kunnen nemen over hun hypotheek. Daarom wijst de AFM hypotheekverstrekkers op de reeds bestaande norm voor reclame-uitingen bij hypothecair krediet.
In een krappere woningmarkt is het goed als consumenten binnen een redelijke termijn duidelijkheid krijgen over de benodigde financiering. De AFM staat dan ook positief tegenover het verkorten van de doorlooptijden bij de aanvraag van hypothecair krediet, zolang dit zorgvuldig gebeurt. Gezien de impact van de aankoop van een woning en het afsluiten van een hypotheek is het echter van belang dat huizenbezitters een weloverwogen beslissing maken.
De AFM ziet een trend ontstaan waarin het belangrijkste element van reclamecampagnes bestaat uit de snelheid en het gemak waarmee een hypotheek te krijgen is. Daarom verduidelijkt de AFM aan marktpartijen dat ook hypothecaire kredieten onder de reclame-regels voor krediet van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft vallen. Dit betekent dat reclames voor hypothecaire kredieten géén verwijzing mogen bevatten naar snelheid en het gemak van het verkrijgen van het krediet.
In een krappere woningmarkt is het goed als consumenten binnen een redelijke termijn duidelijkheid krijgen over de benodigde financiering. De AFM staat dan ook positief tegenover het verkorten van de doorlooptijden bij de aanvraag van hypothecair krediet, zolang dit zorgvuldig gebeurt. Gezien de impact van de aankoop van een woning en het afsluiten van een hypotheek is het echter van belang dat huizenbezitters een weloverwogen beslissing maken.
De AFM ziet een trend ontstaan waarin het belangrijkste element van reclamecampagnes bestaat uit de snelheid en het gemak waarmee een hypotheek te krijgen is. Daarom verduidelijkt de AFM aan marktpartijen dat ook hypothecaire kredieten onder de reclame-regels voor krediet van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft vallen. Dit betekent dat reclames voor hypothecaire kredieten géén verwijzing mogen bevatten naar snelheid en het gemak van het verkrijgen van het krediet.
'Nederlander onvoldoende bewust van eigen verantwoordelijkheid voor financiële toekomst'
Het merendeel van de Nederlanders is niet klaar voor een financieel gezonde toekomst. Slechts 2 op de 5 Nederlanders zet geld opzij voor opleiding & bijscholing, arbeid, pensioen en zorg. Terwijl bijna de helft (48%) aangeeft wel degelijk ongerust te zijn over hun financiële toekomst. Veel Nederlanders die zich financieel wel zouden kunnen voorbereiden op toekomstige uitgaven, doen dit in de praktijk niet. Dit blijkt uit onderzoek van de Rabobank dat is uitgevoerd door het Nibud.
Naast een gezonde financiële reserve voor onverwachte uitgaven, wordt van Nederlanders verwacht dat zij zelf meer kosten dragen voor bijvoorbeeld hun zorg en voor de veranderende arbeidsmarkt. 34% van de Nederlandse huishoudens geeft aan dat zij geen ruimte hebben om geld opzij te zetten. Van de mensen die deze ruimte wél hebben, slaagt slechts 39% erin om, naast een kleine financiële reserve, extra vermogen op te bouwen. Bovendien meent 37% van de Nederlanders dat de verantwoordelijkheid voor de financiële situatie na hun pensioen niet bij hen ligt, maar bij de overheid of financiële dienstverleners (pensioenfondsen, banken en verzekeraars). 48% van de Nederlanders vindt zichzelf het meest verantwoordelijk voor hun financiële toekomst.
Mensen bouwen voornamelijk vermogen op om de studie van hun kinderen te kunnen betalen (46%), de hypotheek af te lossen (34%) of om hun pensioen aan te vullen (32%). Het onderzoek toont aan dat er een kloof bestaat tussen wat mensen verwachten nodig te hebben en wat ze werkelijk nodig hebben. Zo blijkt dat een op de vijf huizenbezitters zich niet realiseert dat ook een aflossingsvrije hypotheek een keer moet worden afgelost. Ook toont het onderzoek dat jongere respondenten (18 - 34 jaar) de verwachte AOW-leeftijd niet juist inschatten. De huidige dertigers krijgen naar verwachting vanaf hun 71ste AOW, twee jaar later dan hun eigen inschatting (69,1).
‘In een periode waarin de overheid meer financiële zelfredzaamheid van haar burgers vraagt, vind ik het zorgwekkend dat minder dan de helft van de respondenten zichzelf het meest verantwoordelijk voelt voor de financiële situatie na pensioen,’ waarschuwt prof. Barbara Baarsma, directeur kennisontwikkeling Rabobank. ‘Zeker als mensen eerder met pensioen willen en nu de AOW-leeftijd omhoog gaat, moeten mensen zich realiseren dat zelf vermogen opbouwen nodig is om dat mogelijk te maken.’
Toekomstige kosten in financiële dode hoek
Toekomstige zorgkosten en kosten voor (bij)scholing of het overbruggen van een periode zonder werk staan bij Nederlanders nauwelijks op de radar. Zo geeft 84% aan niet te sparen voor toekomstige zorgkosten en zet een overgrote meerderheid ook geen geld opzij voor een eigen studie (92%) of om een terugval in het inkomen op te vangen (82%).
‘Dat ruim 9 op de 10 respondenten niet spaart voor (bij)scholing en dat ook niet van plan is, gaat op den duur ten koste van werkzekerheid op de steeds flexibelere en veranderende arbeidsmarkt,’ aldus Baarsma. ‘Wie niet investeert in werkzekerheid, zet de bijl aan de wortel van zijn financiële zelfredzaamheid.’
Naast een gezonde financiële reserve voor onverwachte uitgaven, wordt van Nederlanders verwacht dat zij zelf meer kosten dragen voor bijvoorbeeld hun zorg en voor de veranderende arbeidsmarkt. 34% van de Nederlandse huishoudens geeft aan dat zij geen ruimte hebben om geld opzij te zetten. Van de mensen die deze ruimte wél hebben, slaagt slechts 39% erin om, naast een kleine financiële reserve, extra vermogen op te bouwen. Bovendien meent 37% van de Nederlanders dat de verantwoordelijkheid voor de financiële situatie na hun pensioen niet bij hen ligt, maar bij de overheid of financiële dienstverleners (pensioenfondsen, banken en verzekeraars). 48% van de Nederlanders vindt zichzelf het meest verantwoordelijk voor hun financiële toekomst.
Mensen bouwen voornamelijk vermogen op om de studie van hun kinderen te kunnen betalen (46%), de hypotheek af te lossen (34%) of om hun pensioen aan te vullen (32%). Het onderzoek toont aan dat er een kloof bestaat tussen wat mensen verwachten nodig te hebben en wat ze werkelijk nodig hebben. Zo blijkt dat een op de vijf huizenbezitters zich niet realiseert dat ook een aflossingsvrije hypotheek een keer moet worden afgelost. Ook toont het onderzoek dat jongere respondenten (18 - 34 jaar) de verwachte AOW-leeftijd niet juist inschatten. De huidige dertigers krijgen naar verwachting vanaf hun 71ste AOW, twee jaar later dan hun eigen inschatting (69,1).
‘In een periode waarin de overheid meer financiële zelfredzaamheid van haar burgers vraagt, vind ik het zorgwekkend dat minder dan de helft van de respondenten zichzelf het meest verantwoordelijk voelt voor de financiële situatie na pensioen,’ waarschuwt prof. Barbara Baarsma, directeur kennisontwikkeling Rabobank. ‘Zeker als mensen eerder met pensioen willen en nu de AOW-leeftijd omhoog gaat, moeten mensen zich realiseren dat zelf vermogen opbouwen nodig is om dat mogelijk te maken.’
Toekomstige kosten in financiële dode hoek
Toekomstige zorgkosten en kosten voor (bij)scholing of het overbruggen van een periode zonder werk staan bij Nederlanders nauwelijks op de radar. Zo geeft 84% aan niet te sparen voor toekomstige zorgkosten en zet een overgrote meerderheid ook geen geld opzij voor een eigen studie (92%) of om een terugval in het inkomen op te vangen (82%).
‘Dat ruim 9 op de 10 respondenten niet spaart voor (bij)scholing en dat ook niet van plan is, gaat op den duur ten koste van werkzekerheid op de steeds flexibelere en veranderende arbeidsmarkt,’ aldus Baarsma. ‘Wie niet investeert in werkzekerheid, zet de bijl aan de wortel van zijn financiële zelfredzaamheid.’
woensdag 21 februari 2018
ASR: meer winst geboekt, keert meer dividend uit
Net als veel verzekeraars meldt ook ASR gunstige jaarresultaten. ASR boekte over 2017 een nettowinst van 906 miljoen euro, ruim een derde meer dan in 2016. Het operationeel resultaat ging met ruim een zesde omhoog naar 729 miljoen euro.
De Solvency II ratio van ASR lag eind 2017, rekening houdend met het dividend, op 196 procent, in lijn met de 194 procent die analisten hadden verwacht.
De Solvency II ratio van ASR lag eind 2017, rekening houdend met het dividend, op 196 procent, in lijn met de 194 procent die analisten hadden verwacht.
ABN AMRO sluit nieuw cao-akkoord
ABN AMRO en vakbonden FNV Finance, De Unie en CNV Vakmensen hebben een akkoord bereikt over een nieuwe arbeidsvoorwaarden-cao. De nieuwe cao heeft een looptijd van twee jaar, van 1 januari 2018 tot 1 januari 2020. Met het akkoord heeft ABN AMRO een modern arbeidsvoorwaardenpakket dat past bij de bank van morgen. In het pakket ligt de nadruk op een nieuwe performance management aanpak, duurzame inzetbaarheid en vitaliteit van medewerkers, concrete afspraken over de inzet van mensen met een arbeidsbeperking, en structurele loonsverhoging.
Centraal in het cao-akkoord staat een nieuw performance management: Together & better. We zetten de continue ontwikkeling van medewerkers centraal en stoppen met de jaarlijkse beoordelingscijfers. Hiermee lopen we voorop in de sector. Tevens geeft deze aanpak een impuls aan de cultuuromslag binnen de bank. We willen een wendbare organisatie worden, met de nadruk op agile werken en meer verantwoordelijkheid voor medewerkers. Door te investeren in onze mensen, kunnen we sneller en beter tegemoet komen aan de wensen van onze klanten.
ABN AMRO zet in op het duurzaam inzetbaar houden van medewerkers, binnen of buiten de bank. We willen investeren in een gezonde balans tussen energie op het werk en tijd voor thuis. Het persoonlijk ontwikkelbudget wordt verhoogd en medewerkers krijgen daarnaast een extra studiedag. Om vitaal te blijven, kunnen medewerkers jaarlijks gratis deelnemen aan een persoonlijk gezondheidsonderzoek. Ook kunnen medewerkers eens per drie jaar op kosten van de bank een persoonlijk financieel inzicht ontvangen. De verlofregelingen hebben we aantrekkelijker gemaakt, in het bijzonder het geboorteverlof. Partners krijgen voortaan twee weken betaald geboorteverlof.
Centraal in het cao-akkoord staat een nieuw performance management: Together & better. We zetten de continue ontwikkeling van medewerkers centraal en stoppen met de jaarlijkse beoordelingscijfers. Hiermee lopen we voorop in de sector. Tevens geeft deze aanpak een impuls aan de cultuuromslag binnen de bank. We willen een wendbare organisatie worden, met de nadruk op agile werken en meer verantwoordelijkheid voor medewerkers. Door te investeren in onze mensen, kunnen we sneller en beter tegemoet komen aan de wensen van onze klanten.
ABN AMRO zet in op het duurzaam inzetbaar houden van medewerkers, binnen of buiten de bank. We willen investeren in een gezonde balans tussen energie op het werk en tijd voor thuis. Het persoonlijk ontwikkelbudget wordt verhoogd en medewerkers krijgen daarnaast een extra studiedag. Om vitaal te blijven, kunnen medewerkers jaarlijks gratis deelnemen aan een persoonlijk gezondheidsonderzoek. Ook kunnen medewerkers eens per drie jaar op kosten van de bank een persoonlijk financieel inzicht ontvangen. De verlofregelingen hebben we aantrekkelijker gemaakt, in het bijzonder het geboorteverlof. Partners krijgen voortaan twee weken betaald geboorteverlof.
dinsdag 20 februari 2018
ING investeert in woondiensten door meerderheidsbelang te nemen in Makelaarsland
ING kondigt vandaag de acquisitie aan van een 90 procent-belang in Makelaarsland. Met deze aanwinst geeft ING nadere invulling aan haar ambitie om klanten vooruit te helpen op belangrijke momenten in hun leven, met dienstverlening die verder gaat dan bankieren. De overname past in de strategie van ING om klanten een digitaal platform te bieden voor hun financiële wensen met aanvullend een breed scala aan woondiensten.
Het kopen en verkopen van een huis is een grote stap. ING ondersteunt haar klanten in het realiseren van hun woondromen door een reeks aan ING Woondiensten aan te bieden. Naast een makelaarsservice zijn dat onder meer een notarisservice, taxatieservice, energieservice en een bouwtechnische keuring. ING wil klanten een onderscheidende klantervaring bieden door hen gedurende het hele proces, van het begin van de woonwens tot de aan- of verkoop van het huis, te ondersteunen.
Makelaarsland blijft als zelfstandige en onafhankelijke makelaardij opereren in de markt. ING verkrijgt door de overname een meerderheid (90 procent) van de aandelen. 10 procent blijft in handen van Jeroen Stoop, oprichter en CEO van Makelaarsland.
Makelaarsland heeft sinds haar oprichting in 2005 de makelaardij ingrijpend veranderd. Bij Makelaarsland zijn woningeigenaren zelf actief betrokken, waardoor ze flink besparen op de gebruikelijke makelaarskosten. Met deze onderscheidende propositie is Makelaarsland binnen korte tijd een toonaangevende makelaar in Nederland geworden. Makelaarsland begeleidde het afgelopen jaar de verkoop van bijna 6.000 woningen en behaalde een marktaandeel van circa 2,5 procent. Het marktaandeel binnen de internetmakelaardij bedraagt ongeveer 65 procent. Naast het verkopen van huizen biedt Makelaarsland via haar digitale platform en app allerlei handige informatie en woondiensten, zoals een gratis zoekopdracht voor huizenzoekers. Maandelijks wordt de website van Makelaarsland een kwart miljoen keer bezocht door potentiële huizenverkopers en -kopers.
De transactie heeft geen materiële impact op de financiële positie van ING Nederland. Verdere financiële details worden niet bekendgemaakt.
Het kopen en verkopen van een huis is een grote stap. ING ondersteunt haar klanten in het realiseren van hun woondromen door een reeks aan ING Woondiensten aan te bieden. Naast een makelaarsservice zijn dat onder meer een notarisservice, taxatieservice, energieservice en een bouwtechnische keuring. ING wil klanten een onderscheidende klantervaring bieden door hen gedurende het hele proces, van het begin van de woonwens tot de aan- of verkoop van het huis, te ondersteunen.
Makelaarsland blijft als zelfstandige en onafhankelijke makelaardij opereren in de markt. ING verkrijgt door de overname een meerderheid (90 procent) van de aandelen. 10 procent blijft in handen van Jeroen Stoop, oprichter en CEO van Makelaarsland.
Makelaarsland heeft sinds haar oprichting in 2005 de makelaardij ingrijpend veranderd. Bij Makelaarsland zijn woningeigenaren zelf actief betrokken, waardoor ze flink besparen op de gebruikelijke makelaarskosten. Met deze onderscheidende propositie is Makelaarsland binnen korte tijd een toonaangevende makelaar in Nederland geworden. Makelaarsland begeleidde het afgelopen jaar de verkoop van bijna 6.000 woningen en behaalde een marktaandeel van circa 2,5 procent. Het marktaandeel binnen de internetmakelaardij bedraagt ongeveer 65 procent. Naast het verkopen van huizen biedt Makelaarsland via haar digitale platform en app allerlei handige informatie en woondiensten, zoals een gratis zoekopdracht voor huizenzoekers. Maandelijks wordt de website van Makelaarsland een kwart miljoen keer bezocht door potentiële huizenverkopers en -kopers.
De transactie heeft geen materiële impact op de financiële positie van ING Nederland. Verdere financiële details worden niet bekendgemaakt.
Huizenbezitters en huurders de dupe van te hoge WOZ-waarde
Gemeentes zitten opnieuw fout met de jaarlijkse inschatting van de WOZ-waardes. Dat blijkt uit een eerste peiling van Previcus Vastgoed en Vereniging de Vastelastenbond. ‘Veel gemeentes schatten de WOZ-waarde veel te hoog in’, stelt Dirk-Jan Wolfert van de Vastelastenbond. ‘De consequentie hiervan is een stijging van allerlei belastingen die aan de WOZ-waarde gekoppeld zijn. We verwachten dat een stijgend aantal huizenbezitters en huurders in 2018 bezwaar aantekent tegen de WOZ-beschikking van hun gemeente.’
In de eerste 8 weken van het jaar ontvangen huizenbezitters en huurders een aanslagbiljet van hun gemeente. De eerste miljoen WOZ-beschikkingen vielen de afgelopen weken op de deurmat. Bij deze eerste lichting horen ook de WOZ-beschikkingen van Eindhoven, Nijmegen en Den Haag. Omstreeks 28 februari volgt de rest van Nederland.
De voorspelling is dat de WOZ-waarde in 2018 gemiddeld met 7% stijgt. De verschillen tussen de regio’s zijn groot. In de Randstad is de stijging met gemiddeld 12% het grootst. Noord-Brabant laat een stijging van 5% zien. ‘Huizenbezitters en huurders voelen een toename van de WOZ-waarde in hun portemonnee’, vervolgt Dirk-Jan Wolfert. ‘Zij betalen de rekening in de vorm van allerlei belastingen die aan de WOZ-waarde gekoppeld zijn. Denk daarbij aan gemeentelijke belastingen, OZB, erfbelasting, schenkbelasting, verhuurderheffing en inkomstenbelasting.’
Gemeentes stelden in 2017 van 8,8 miljoen onroerende zaken de WOZ-waarde vast. 7,7 miljoen woningen nemen hiervan het merendeel voor hun rekening. Huizenbezitters en huurders van 1,5% van de woningen tekenden bezwaar aan. De Vastelastenbond voorspelt dat de stijging van de WOZ-waarde leidt tot een groot aantal bezwaren. Twee ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag. ‘Gemeenten bezuinigen al jaren flink op de uitvoering van de WOZ-beschikkingen’, stelt Dirk-Jan Wolfert van Vereniging de Vastelastenbond vast. ‘Aan de andere kant stijgt het aantal belastingen dat aan de WOZ-waarde gekoppeld is. Wij betreuren deze tegenstrijdige ontwikkelingen. Door deze koppeling is het een kwalijke zaak dat de hoogte van de WOZ-waarde steeds vaker afwijkt van de werkelijke situatie.’
Previcus Vastgoed is het eens met de visie van de Vastelastenbond. ‘We pleiten voor een betere borging van de rechtszekerheid van de belastingbetaler’, benadrukt directeur Michel Uijen van Previcus Vastgoed. ‘In onze ogen dient de gemeente te investeren aan de voorkant, in plaats van te bezuinigen aan de achterkant. Op deze manier dalen zowel de bezwaren als de bijbehorende kosten voor de gemeente ook. Tot die tijd sporen wij particulieren en bedrijven aan om alert te zijn op de hoogte van de WOZ-waarde die de gemeente aan de woning koppelt.’
Volgens Dirk-Jan Wolfert zetten consumenten niet veel vraagtekens bij opgelegde belastingen. ‘Ze betalen de belasting en documenteren de aanslag in hun administratie’, vervolgt hij zijn verhaal. ‘Daarom gaat de Vastelastenbond in 2018 actief de bewustwording bij consumenten beïnvloeden. We stimuleren hen om niet klakkeloos te accepteren wat de gemeente communiceert. Onderneem op tijd actie en dien binnen 6 weken een bezwaar in als je het niet eens bent met de WOZ-beschikking.’
In de eerste 8 weken van het jaar ontvangen huizenbezitters en huurders een aanslagbiljet van hun gemeente. De eerste miljoen WOZ-beschikkingen vielen de afgelopen weken op de deurmat. Bij deze eerste lichting horen ook de WOZ-beschikkingen van Eindhoven, Nijmegen en Den Haag. Omstreeks 28 februari volgt de rest van Nederland.
De voorspelling is dat de WOZ-waarde in 2018 gemiddeld met 7% stijgt. De verschillen tussen de regio’s zijn groot. In de Randstad is de stijging met gemiddeld 12% het grootst. Noord-Brabant laat een stijging van 5% zien. ‘Huizenbezitters en huurders voelen een toename van de WOZ-waarde in hun portemonnee’, vervolgt Dirk-Jan Wolfert. ‘Zij betalen de rekening in de vorm van allerlei belastingen die aan de WOZ-waarde gekoppeld zijn. Denk daarbij aan gemeentelijke belastingen, OZB, erfbelasting, schenkbelasting, verhuurderheffing en inkomstenbelasting.’
Gemeentes stelden in 2017 van 8,8 miljoen onroerende zaken de WOZ-waarde vast. 7,7 miljoen woningen nemen hiervan het merendeel voor hun rekening. Huizenbezitters en huurders van 1,5% van de woningen tekenden bezwaar aan. De Vastelastenbond voorspelt dat de stijging van de WOZ-waarde leidt tot een groot aantal bezwaren. Twee ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag. ‘Gemeenten bezuinigen al jaren flink op de uitvoering van de WOZ-beschikkingen’, stelt Dirk-Jan Wolfert van Vereniging de Vastelastenbond vast. ‘Aan de andere kant stijgt het aantal belastingen dat aan de WOZ-waarde gekoppeld is. Wij betreuren deze tegenstrijdige ontwikkelingen. Door deze koppeling is het een kwalijke zaak dat de hoogte van de WOZ-waarde steeds vaker afwijkt van de werkelijke situatie.’
Previcus Vastgoed is het eens met de visie van de Vastelastenbond. ‘We pleiten voor een betere borging van de rechtszekerheid van de belastingbetaler’, benadrukt directeur Michel Uijen van Previcus Vastgoed. ‘In onze ogen dient de gemeente te investeren aan de voorkant, in plaats van te bezuinigen aan de achterkant. Op deze manier dalen zowel de bezwaren als de bijbehorende kosten voor de gemeente ook. Tot die tijd sporen wij particulieren en bedrijven aan om alert te zijn op de hoogte van de WOZ-waarde die de gemeente aan de woning koppelt.’
Volgens Dirk-Jan Wolfert zetten consumenten niet veel vraagtekens bij opgelegde belastingen. ‘Ze betalen de belasting en documenteren de aanslag in hun administratie’, vervolgt hij zijn verhaal. ‘Daarom gaat de Vastelastenbond in 2018 actief de bewustwording bij consumenten beïnvloeden. We stimuleren hen om niet klakkeloos te accepteren wat de gemeente communiceert. Onderneem op tijd actie en dien binnen 6 weken een bezwaar in als je het niet eens bent met de WOZ-beschikking.’
Europese investeringen in fintech stijgen naar recordhoogte
De Europese investeringen in fintech zijn in de laatste drie maanden van vorig jaar naar recordhoogte gestegen. In het laatste kwartaal van 2017 werd voor een bedrag van ruim 2 miljard in Europese fintechbedrijven gestoken.
Dat blijkt uit de Pulse of Fintech, een onderzoek dat KPMG iedere drie maanden uitvoert naar de investeringen die wereldwijd gedaan worden in fintech.
De investeringen door durfkapitalisten in Europese fintechs namen met een bedrag van bijna 1 miljard dollar fors toe. Het Verenigd Koninkrijk was in de laatste drie maanden van vorig jaar goed voor een bedrag van 1,6 miljard dollar, 80 procent van alle fintechinvesteringen in Europa.
Forse investeringen gingen naar bedrijven als Transferwise en Monzo, resp. 280 miljoen en 94 miljoen dollar. Met de overname van Trayport door de TMX group was een bedrag gemoeid van 727 miljoen dollar en Playtech betaalde 150 miljoen voor de overname van Trade Tech Alpha.
De Britse investeringen bleven zeker niet beperkt tot de meer volwassen fintechbedrijven. Het vanuit Londen opererende Salary Finance wist 53 miljoen dollar op te halen.
Vooral de relatief volwassen markt zorgt ervoor dat het Verenigd Koninkrijk haar leidende positie in Europa behoudt en dat steeds meer startups de Britse markt betreden, stelt KPMG vast. Ook de regelgeving en het krachtige ecosysteem zorgen voor een toename van nieuwe startups.
Naast het Verenigd Koninkrijk komen ook andere hubs steeds verder tot ontwikkeling. In Zweden haalde insurtechbedrijf BIMA 107 miljoen op en kon iZettle 47 miljoen tegemoet zien. En in Frankrijk was de buyout van kredietverzekeraar Tinubu Square goed voor 63 miljoen. In Europa zien KPMG de aandacht voor insurtech steeds verder toenemen, vooral in Duitsland. Traditionele verzekeraars in het land herkennen in toenemende mate het belang van een digitale transformatie.
In de afgelopen maanden is in Duitsland bovendien een aantal bijzondere initiatieven op het gebied van insurtech tot stand gekomen, zoals het recente samenwerkingsverband van de Deutsche Bank met Friendsurance.
Dat blijkt uit de Pulse of Fintech, een onderzoek dat KPMG iedere drie maanden uitvoert naar de investeringen die wereldwijd gedaan worden in fintech.
De investeringen door durfkapitalisten in Europese fintechs namen met een bedrag van bijna 1 miljard dollar fors toe. Het Verenigd Koninkrijk was in de laatste drie maanden van vorig jaar goed voor een bedrag van 1,6 miljard dollar, 80 procent van alle fintechinvesteringen in Europa.
Forse investeringen gingen naar bedrijven als Transferwise en Monzo, resp. 280 miljoen en 94 miljoen dollar. Met de overname van Trayport door de TMX group was een bedrag gemoeid van 727 miljoen dollar en Playtech betaalde 150 miljoen voor de overname van Trade Tech Alpha.
De Britse investeringen bleven zeker niet beperkt tot de meer volwassen fintechbedrijven. Het vanuit Londen opererende Salary Finance wist 53 miljoen dollar op te halen.
Vooral de relatief volwassen markt zorgt ervoor dat het Verenigd Koninkrijk haar leidende positie in Europa behoudt en dat steeds meer startups de Britse markt betreden, stelt KPMG vast. Ook de regelgeving en het krachtige ecosysteem zorgen voor een toename van nieuwe startups.
Naast het Verenigd Koninkrijk komen ook andere hubs steeds verder tot ontwikkeling. In Zweden haalde insurtechbedrijf BIMA 107 miljoen op en kon iZettle 47 miljoen tegemoet zien. En in Frankrijk was de buyout van kredietverzekeraar Tinubu Square goed voor 63 miljoen. In Europa zien KPMG de aandacht voor insurtech steeds verder toenemen, vooral in Duitsland. Traditionele verzekeraars in het land herkennen in toenemende mate het belang van een digitale transformatie.
In de afgelopen maanden is in Duitsland bovendien een aantal bijzondere initiatieven op het gebied van insurtech tot stand gekomen, zoals het recente samenwerkingsverband van de Deutsche Bank met Friendsurance.
'MKB-Nederland wil krediet bij staatsbank'
MKB-Nederland wil dat de Volksbank in het financieringsgat voor kleine en middelgrote ondernemers springt. Dat zei directeur Leendert-Jan Visser een dezer dagen in de Telegraaf. De ondernemersorganisatie is verontrust over het nog altijd hoge afwijzingspercentage van kredietaanvragen tot 250.000 euro.
Minister Hoekstra van Financiën zou er goed aan doen om de keuzemogelijkheden voor mkb-ondernemers uit te breiden via de Volksbank, het genationaliseerde moederbedrijf van SNS, ASN en RegioBank, aldus Visser. 'Een nieuwe NMB', zegt hij in de krant, verwijzend naar de in 1991 verdwenen Nederlandse Middenstandsbank. De kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf is sinds de crisis al een probleem. Maar ook nu de economie stevig is aangetrokken, gaat het nog altijd niet beter. Visser wijst op recent onderzoek van de Europese Centrale Bank, waaruit blijkt dat van alle Europese landen alleen in Nederland het percentage afwijzingen van mkb-leningen toeneemt, met 30 procent. Visser begrijpt dat niet. 'Het Nederlandse mkb doet het toch niet slechter dan dat in Italië of Griekenland?'
De Volksbank reageert in de Telegraaf positief op de oproep van MKB-Nederland. De bank, die voor consumenten betalen, sparen en hypotheken aanbiedt, blijkt al te zijn gestart met een pilot voor bedrijfsleningen tot maximaal 50.000 euro. Volgens een woordvoerder ligt het 'in de lijn der verwachtingen' dat de bank na deze test doorgaat met kredietverlening aan het kleinbedrijf. Het mogelijk oprekken van het bedrag naar 250.000 euro, zoals MKB-Nederland voorstelt, noemt de bank 'geen gekke suggestie'. De Volksbank zegt kansen te zien in de financiering van kleine bedrijven en zzp’ers. 'Omdat het niet om al te grote bedragen gaat, willen wij hierop inzetten. Ook omdat we als bank een maatschappelijke behoefte willen invullen.'
MKB-directeur Visser is ervan overtuigd dat er veel rendement te behalen is met mkb-leningen. 'Betere financiering voor het mkb zou de economische groei bovendien sterk verbeteren, durf ik wel te zeggen.'
Minister Hoekstra van Financiën zou er goed aan doen om de keuzemogelijkheden voor mkb-ondernemers uit te breiden via de Volksbank, het genationaliseerde moederbedrijf van SNS, ASN en RegioBank, aldus Visser. 'Een nieuwe NMB', zegt hij in de krant, verwijzend naar de in 1991 verdwenen Nederlandse Middenstandsbank. De kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf is sinds de crisis al een probleem. Maar ook nu de economie stevig is aangetrokken, gaat het nog altijd niet beter. Visser wijst op recent onderzoek van de Europese Centrale Bank, waaruit blijkt dat van alle Europese landen alleen in Nederland het percentage afwijzingen van mkb-leningen toeneemt, met 30 procent. Visser begrijpt dat niet. 'Het Nederlandse mkb doet het toch niet slechter dan dat in Italië of Griekenland?'
De Volksbank reageert in de Telegraaf positief op de oproep van MKB-Nederland. De bank, die voor consumenten betalen, sparen en hypotheken aanbiedt, blijkt al te zijn gestart met een pilot voor bedrijfsleningen tot maximaal 50.000 euro. Volgens een woordvoerder ligt het 'in de lijn der verwachtingen' dat de bank na deze test doorgaat met kredietverlening aan het kleinbedrijf. Het mogelijk oprekken van het bedrag naar 250.000 euro, zoals MKB-Nederland voorstelt, noemt de bank 'geen gekke suggestie'. De Volksbank zegt kansen te zien in de financiering van kleine bedrijven en zzp’ers. 'Omdat het niet om al te grote bedragen gaat, willen wij hierop inzetten. Ook omdat we als bank een maatschappelijke behoefte willen invullen.'
MKB-directeur Visser is ervan overtuigd dat er veel rendement te behalen is met mkb-leningen. 'Betere financiering voor het mkb zou de economische groei bovendien sterk verbeteren, durf ik wel te zeggen.'
maandag 19 februari 2018
ING koopt online kredietverstrekker Lendico
ING Group koopt via zijn Duitse dochter ING-Diba de online kredietverstrekker Lendico en krijgt hiermee een gevestigd label in handen voor kleine en middelgrote ondernemers die snel een lening willen. Dat meldt Emerce.
Eind vorige week zou de transactie aan de Duitse toezichthouder zijn voorgelegd, aldus de Finanz-Szene.de. Hoeveel geld met de overname is gemoeid houden de partijen voor zich.
Lendico werd in 2013 opgericht door bedrijvenbouwer Rocket Internet. Daarbij investeerde ook Holtzbrinck Ventures in de start-up.
Eind vorige week zou de transactie aan de Duitse toezichthouder zijn voorgelegd, aldus de Finanz-Szene.de. Hoeveel geld met de overname is gemoeid houden de partijen voor zich.
Lendico werd in 2013 opgericht door bedrijvenbouwer Rocket Internet. Daarbij investeerde ook Holtzbrinck Ventures in de start-up.
Nederlandse aandelenfondsen scoren slecht op klimaatimpact
Slechts een derde van de Nederlandse aandelenfondsen scoort goed op het vlak van klimaatimpact. Daarmee doet Nederland het slechter dan vier andere Europese landen. Dat blijkt uit een analyse van Climetrics, het eerste wereldwijde systeem om aandelenfondsen te beoordelen op hun klimaatimpact.
Climetrics, een initiatief van CDP en ISS-Ethix Climate Solutions, analyseerde de best presterende fondsen van vermogensbeheerders in zes Europese landen: Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Climetrics geeft fondsen een score op een schaal van één tot vijf op hun klimaatimpact.
Zweden komt in de Climetrics-analyse als koploper uit de bus. Daar heeft 60 procent van de fondsen een score van vier of vijf, wat betekent dat er serieuze aandacht is voor de investeringsrisico’s van de wereldwijde klimaatverandering. Duitsland staat op de tweede plaats: 39 procent van de fondsen scoort er goed op klimaatimpact. Zwitserland en Frankrijk volgen op de voet met respectievelijk 38 en 37 procent. In Nederland ligt het aandeel op 33 procent en in het Verenigd Koninkrijk op 22 procent.
Uit de Climetrics-analyse blijkt ook dat Zweden het hoogste percentage fondsen heeft met een zogeheten ESG-mandaat. Bijna de helft (48 procent) van de fondsen hanteert strikte criteria op het gebied van milieu, maatschappij en governance. Dat vergroot de kans dat factoren die te maken hebben met klimaatverandering worden meegenomen in investeringsbeslissingen. In Nederland hanteert 44 procent van de onderzochte fondsen deze werkwijze.
Hoewel slechts een derde van de Nederlandse aandelenfondsen goed scoort op klimaatimpact, kunnen klimaatbewuste beleggers met behulp van Climetrics de best beoordeelde groene fondsen vinden van de grootste vermogensbeheerders van Nederland.
Uit een analyse van Climetrics onder alle Nederlandse fondsen die wereldwijd beleggen komt Triodos Sustainable Equity Fund als beste naar voren, gevolgd door NN Glbl Eqty Impact Opportunities en ASN Duurzaam Aandelenfonds.
Actiam, Aegon, NN Investment Partners, Robeco en Triodos zijn volgens Climetrics de vermogensbeheerders in Nederland met de hoogste Asset Manager score. Deze score identificeert de activiteiten van het fonds om klimaatverandering te integreren in de governance- en investeringsprocessen en vormt een onderdeel van de totale Climetrics beoordeling.
Climetrics, een initiatief van CDP en ISS-Ethix Climate Solutions, analyseerde de best presterende fondsen van vermogensbeheerders in zes Europese landen: Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Climetrics geeft fondsen een score op een schaal van één tot vijf op hun klimaatimpact.
Zweden komt in de Climetrics-analyse als koploper uit de bus. Daar heeft 60 procent van de fondsen een score van vier of vijf, wat betekent dat er serieuze aandacht is voor de investeringsrisico’s van de wereldwijde klimaatverandering. Duitsland staat op de tweede plaats: 39 procent van de fondsen scoort er goed op klimaatimpact. Zwitserland en Frankrijk volgen op de voet met respectievelijk 38 en 37 procent. In Nederland ligt het aandeel op 33 procent en in het Verenigd Koninkrijk op 22 procent.
Uit de Climetrics-analyse blijkt ook dat Zweden het hoogste percentage fondsen heeft met een zogeheten ESG-mandaat. Bijna de helft (48 procent) van de fondsen hanteert strikte criteria op het gebied van milieu, maatschappij en governance. Dat vergroot de kans dat factoren die te maken hebben met klimaatverandering worden meegenomen in investeringsbeslissingen. In Nederland hanteert 44 procent van de onderzochte fondsen deze werkwijze.
Hoewel slechts een derde van de Nederlandse aandelenfondsen goed scoort op klimaatimpact, kunnen klimaatbewuste beleggers met behulp van Climetrics de best beoordeelde groene fondsen vinden van de grootste vermogensbeheerders van Nederland.
Uit een analyse van Climetrics onder alle Nederlandse fondsen die wereldwijd beleggen komt Triodos Sustainable Equity Fund als beste naar voren, gevolgd door NN Glbl Eqty Impact Opportunities en ASN Duurzaam Aandelenfonds.
Actiam, Aegon, NN Investment Partners, Robeco en Triodos zijn volgens Climetrics de vermogensbeheerders in Nederland met de hoogste Asset Manager score. Deze score identificeert de activiteiten van het fonds om klimaatverandering te integreren in de governance- en investeringsprocessen en vormt een onderdeel van de totale Climetrics beoordeling.
ABN AMRO Clearing Bank ontwikkelt alternatief voor derdengeldrekening
Niet-banken die klantgeld in beheer hebben, houden daarvoor in de regel een derdengeldrekening aan. ABN AMRO Clearing Bank heeft hiervoor in overleg met Nxchange een alternatief ontwikkeld, gestoeld op de blockchaintechnologie.
In deze nieuwe service krijgt elke individuele klant van de niet-bank via de blockchain een bankrekening bij ABN AMRO Clearing Bank (AACB). De geldstromen tussen de niet-bank en haar klanten lopen zo mee in betaalprocessen die onder regulier toezicht vallen. Hierdoor is er automatisch sprake van de benodigde transparantie. De administratieve lasten voor de niet-bank, die specifiek horen bij het beheren van een derdengeldrekening, nemen daardoor sterk af. De fintech Nxchange is de eerste klant die vanaf februari met deze oplossing aan de slag gaat.
Jan Bart de Boer, commercieel verantwoordelijk bij AACB: "Nxchange is bij uitstek de partij om deze innovatie mee te starten. Zij innoveren zelf en zetten in hun business model in op efficiency en transparantie. De komende periode toetsen we gezamenlijk de werking en brengen we daar waar nodig verbeteringen aan. Daarna komt de dienstverlening breed beschikbaar. We zien veel interesse in de markt."
Nxchange is een "next generation" aandelenbeurs, die door bedrijven en financiële instellingen als whitelabel beurs wordt ingezet voor het uitgeven en verhandelen van aandelen en obligaties. Met het platform van Nxchange kunnen bedrijven en financiele instellingen direct vanaf hun eigen website kapitaal ophalen en hun investeerders de mogelijkheid tot verhandelbaarheid van aandelen en obligaties bieden in een gereguleerde omgeving. Marleen Evertsz, CEO Nxchange: "We kijken enorm uit naar de samenwerking. Met deze oplossing versimpelen we de wijze waarop investeerders kunnen beleggen in bedrijven en andere uitgevende instellingen. De blockchaintechnologie zelf biedt naar de toekomst toe ook mogelijkheden voor het faciliteren van transacties in meerdere asset categorieën in gedistribueerde netwerken."
Organisaties die te maken hebben met het beheren van klantgeld zijn onder andere brokers, beurzen, pensioenfondsen, notarissen en product service providers. Deze organisaties hebben geld van klanten in beheer om daar mee te beleggen of betalingen mee te doen. Aangezien deze organisaties geen bank zijn, kunnen zij dit geld alleen beheren op de derdengeldrekening. Tot vandaag. Vanaf nu is het mogelijk dat deze organisaties hun klanten een individuele rekening bieden via de blockchain bij AACB.
In deze nieuwe service krijgt elke individuele klant van de niet-bank via de blockchain een bankrekening bij ABN AMRO Clearing Bank (AACB). De geldstromen tussen de niet-bank en haar klanten lopen zo mee in betaalprocessen die onder regulier toezicht vallen. Hierdoor is er automatisch sprake van de benodigde transparantie. De administratieve lasten voor de niet-bank, die specifiek horen bij het beheren van een derdengeldrekening, nemen daardoor sterk af. De fintech Nxchange is de eerste klant die vanaf februari met deze oplossing aan de slag gaat.
Jan Bart de Boer, commercieel verantwoordelijk bij AACB: "Nxchange is bij uitstek de partij om deze innovatie mee te starten. Zij innoveren zelf en zetten in hun business model in op efficiency en transparantie. De komende periode toetsen we gezamenlijk de werking en brengen we daar waar nodig verbeteringen aan. Daarna komt de dienstverlening breed beschikbaar. We zien veel interesse in de markt."
Nxchange is een "next generation" aandelenbeurs, die door bedrijven en financiële instellingen als whitelabel beurs wordt ingezet voor het uitgeven en verhandelen van aandelen en obligaties. Met het platform van Nxchange kunnen bedrijven en financiele instellingen direct vanaf hun eigen website kapitaal ophalen en hun investeerders de mogelijkheid tot verhandelbaarheid van aandelen en obligaties bieden in een gereguleerde omgeving. Marleen Evertsz, CEO Nxchange: "We kijken enorm uit naar de samenwerking. Met deze oplossing versimpelen we de wijze waarop investeerders kunnen beleggen in bedrijven en andere uitgevende instellingen. De blockchaintechnologie zelf biedt naar de toekomst toe ook mogelijkheden voor het faciliteren van transacties in meerdere asset categorieën in gedistribueerde netwerken."
Organisaties die te maken hebben met het beheren van klantgeld zijn onder andere brokers, beurzen, pensioenfondsen, notarissen en product service providers. Deze organisaties hebben geld van klanten in beheer om daar mee te beleggen of betalingen mee te doen. Aangezien deze organisaties geen bank zijn, kunnen zij dit geld alleen beheren op de derdengeldrekening. Tot vandaag. Vanaf nu is het mogelijk dat deze organisaties hun klanten een individuele rekening bieden via de blockchain bij AACB.
AFM legt Capital Force last onder dwangsom op
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 24 januari 2018 een last onder dwangsom opgelegd aan Capital Force Ltd. Capital Force handelt ook onder de naam Zoomtrader.com via de website zoomtrader.com. Capital Force voldoet niet aan informatieverzoeken van de AFM. De AFM kan daardoor niet vaststellen of de wet wordt overtreden.
De AFM vermoedt dat via Capital Force binaire opties kunnen worden gekocht door Nederlandse consumenten, zonder dat Capital Force van de AFM of een andere Europese toezichthouder een vergunning hiervoor heeft gekregen. Om hier onderzoek naar te doen, heeft de AFM informatie gevorderd bij Capital Force. Capital Force heeft de gevraagde informatie niet binnen de gestelde termijn geleverd. De AFM moet de informatie nog steeds ontvangen. Sinds 12 februari 2018 is Capital Force daarom verplicht de dwangsom te betalen.
Iedere dag dat Capital Force niet aan de opgelegde last voldoet, loopt de dwangsom op met 5.000 tot een maximum van 50.000 euro
vrijdag 16 februari 2018
Groot deel Nederlandse bevolking heeft financiële dode hoek
Het merendeel van de Nederlanders is niet klaar voor een financieel gezonde toekomst. Slechts 2 op de 5 Nederlanders zet geld opzij voor opleiding & bijscholing, arbeid, pensioen en zorg. Terwijl bijna de helft (48%) aangeeft wel degelijk ongerust te zijn over hun financiële toekomst. Veel Nederlanders die zich financieel wel zouden kunnen voorbereiden op toekomstige uitgaven, doen dit in de praktijk niet. Dit blijkt uit onderzoek van de Rabobank dat is uitgevoerd door het Nibud*.
Naast een gezonde financiële reserve voor onverwachte uitgaven, wordt van Nederlanders verwacht dat zij zelf meer kosten dragen voor bijvoorbeeld hun zorg en voor de veranderende arbeidsmarkt. 34% van de Nederlandse huishoudens geeft aan dat zij geen ruimte hebben om geld opzij te zetten. Van de mensen die deze ruimte wél hebben, slaagt slechts 39 procent erin om, naast een kleine financiële reserve, extra vermogen op te bouwen. Bovendien meent 37 procent van de Nederlanders dat de verantwoordelijkheid voor de financiële situatie na hun pensioen niet bij hen ligt, maar bij de overheid of financiële dienstverleners (pensioenfondsen, banken en verzekeraars). 48 procent van de Nederlanders vindt zichzelf het meest verantwoordelijk voor hun financiële toekomst.
Mensen bouwen voornamelijk vermogen op om de studie van hun kinderen te kunnen betalen (46%), de hypotheek af te lossen (34%) of om hun pensioen aan te vullen (32%). Het onderzoek toont aan dat er een kloof bestaat tussen wat mensen verwachten nodig te hebben en wat ze werkelijk nodig hebben. Zo blijkt dat 1 op de 5 huizenbezitters zich niet realiseert dat ook een aflossingsvrije hypotheek een keer moet worden afgelost. Ook toont het onderzoek dat jongere respondenten (18 - 34 jaar) de verwachte AOW-leeftijd niet juist inschatten. De huidige dertigers krijgen naar verwachting vanaf hun 71ste AOW, twee jaar later dan hun eigen inschatting (69,1).
Toekomstige zorgkosten en kosten voor (bij)scholing of het overbruggen van een periode zonder werk staan bij Nederlanders nauwelijks op de radar. Zo geeft 84% aan niet te sparen voor toekomstige zorgkosten en zet een overgrote meerderheid ook geen geld opzij voor een eigen studie (92%) of om een terugval in het inkomen op te vangen (82%).
Naast een gezonde financiële reserve voor onverwachte uitgaven, wordt van Nederlanders verwacht dat zij zelf meer kosten dragen voor bijvoorbeeld hun zorg en voor de veranderende arbeidsmarkt. 34% van de Nederlandse huishoudens geeft aan dat zij geen ruimte hebben om geld opzij te zetten. Van de mensen die deze ruimte wél hebben, slaagt slechts 39 procent erin om, naast een kleine financiële reserve, extra vermogen op te bouwen. Bovendien meent 37 procent van de Nederlanders dat de verantwoordelijkheid voor de financiële situatie na hun pensioen niet bij hen ligt, maar bij de overheid of financiële dienstverleners (pensioenfondsen, banken en verzekeraars). 48 procent van de Nederlanders vindt zichzelf het meest verantwoordelijk voor hun financiële toekomst.
Mensen bouwen voornamelijk vermogen op om de studie van hun kinderen te kunnen betalen (46%), de hypotheek af te lossen (34%) of om hun pensioen aan te vullen (32%). Het onderzoek toont aan dat er een kloof bestaat tussen wat mensen verwachten nodig te hebben en wat ze werkelijk nodig hebben. Zo blijkt dat 1 op de 5 huizenbezitters zich niet realiseert dat ook een aflossingsvrije hypotheek een keer moet worden afgelost. Ook toont het onderzoek dat jongere respondenten (18 - 34 jaar) de verwachte AOW-leeftijd niet juist inschatten. De huidige dertigers krijgen naar verwachting vanaf hun 71ste AOW, twee jaar later dan hun eigen inschatting (69,1).
Toekomstige zorgkosten en kosten voor (bij)scholing of het overbruggen van een periode zonder werk staan bij Nederlanders nauwelijks op de radar. Zo geeft 84% aan niet te sparen voor toekomstige zorgkosten en zet een overgrote meerderheid ook geen geld opzij voor een eigen studie (92%) of om een terugval in het inkomen op te vangen (82%).
Nieuw Europees risicomonitoringraamwerk voor alternatieve beleggingsfondsen op komst
Het Europees Comité voor Systeemrisico’s (European Systemic Risk Board - ESRB) heeft vandaag een set aanbevelingen gepubliceerd om risico’s in beleggingsfondsen aan te pakken. Aanleiding is de sterke groei van de sector en aanwijzingen dat fondsbeheerders meer risico zijn gaan nemen. De ESRB maakt zich zorgen over het gebruik van een ‘hefboom’ in fondsen, wat betekent dat met geleend geld of via derivaten wordt belegd.
Vanwege die zorgen beveelt de ESRB de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (European Markets and Securities Authority - ESMA) aan om een risicomonitoringraamwerk te ontwikkelen voor zogeheten ‘alternatieve’ beleggingsfondsen, waaronder hedgefondsen, private equity fondsen en vastgoedfondsen. Om actief bij te dragen aan de Europese beleidsontwikkeling hebben DNB- en ECB-medewerkers een voorbeeld van zo’n risicomonitoringraamwerk ontwikkeld. Overigens is het hefboomgebruik in alternatieve beleggingsfondsen onder Nederlands beheer beperkt.
Alternatieve beleggingsfondsen zijn in Europa in de afgelopen 10 jaar in omvang verdrievoudigd tot EUR 5723 miljard. Deze sterke groei van beleggingsfondsen brengt nieuwe risico’s met zich mee. Een scenario waarin beleggers in grote aantallen uitstappen (een run), is het voornaamste systeemrisico. Wanneer beleggers uit beleggingsfondsen stappen kan dit fondsbeheerders ertoe dwingen om beleggingen op illiquide markten tegen forse kortingen te verkopen. Dit kan prijsschokken op financiële markten versterken – zeker wanneer fondsen een hefboom gebruiken – en tot verliezen leiden voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Daarbij wijzen nieuwe bevindingen uit dat fondsen met een hefboom, net als minder liquide fondsen, gevoeliger zijn voor onttrekkingen van beleggers bij negatieve rendementen.
Alternatieve beleggingsfondsen zijn niet gebonden aan een wettelijke hefboomlimiet, maar bevoegde autoriteiten in Europa – waaronder DNB – hebben de mogelijkheid om in het belang van de financiële stabiliteit een hefboomlimiet op te leggen. Vooralsnog is dit beleidsinstrument niet ingezet. Daardoor kunnen alternatieve beleggingsfondsen in principe ongelimiteerd gebruik maken van een hefboom via leningen of derivaten om zo hogere rendementen te behalen.
Vanwege die zorgen beveelt de ESRB de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (European Markets and Securities Authority - ESMA) aan om een risicomonitoringraamwerk te ontwikkelen voor zogeheten ‘alternatieve’ beleggingsfondsen, waaronder hedgefondsen, private equity fondsen en vastgoedfondsen. Om actief bij te dragen aan de Europese beleidsontwikkeling hebben DNB- en ECB-medewerkers een voorbeeld van zo’n risicomonitoringraamwerk ontwikkeld. Overigens is het hefboomgebruik in alternatieve beleggingsfondsen onder Nederlands beheer beperkt.
Alternatieve beleggingsfondsen zijn in Europa in de afgelopen 10 jaar in omvang verdrievoudigd tot EUR 5723 miljard. Deze sterke groei van beleggingsfondsen brengt nieuwe risico’s met zich mee. Een scenario waarin beleggers in grote aantallen uitstappen (een run), is het voornaamste systeemrisico. Wanneer beleggers uit beleggingsfondsen stappen kan dit fondsbeheerders ertoe dwingen om beleggingen op illiquide markten tegen forse kortingen te verkopen. Dit kan prijsschokken op financiële markten versterken – zeker wanneer fondsen een hefboom gebruiken – en tot verliezen leiden voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Daarbij wijzen nieuwe bevindingen uit dat fondsen met een hefboom, net als minder liquide fondsen, gevoeliger zijn voor onttrekkingen van beleggers bij negatieve rendementen.
Alternatieve beleggingsfondsen zijn niet gebonden aan een wettelijke hefboomlimiet, maar bevoegde autoriteiten in Europa – waaronder DNB – hebben de mogelijkheid om in het belang van de financiële stabiliteit een hefboomlimiet op te leggen. Vooralsnog is dit beleidsinstrument niet ingezet. Daardoor kunnen alternatieve beleggingsfondsen in principe ongelimiteerd gebruik maken van een hefboom via leningen of derivaten om zo hogere rendementen te behalen.
Regels tegen schulden kunnen beter
De regels om huishoudens te beschermen tegen hoge schulden kunnen effectiever worden vormgegeven, stelt jurist en econoom Arien van ’t Hof in zijn proefschrift. Mensen kunnen naast hun hypotheek nog steeds flinke leningen afsluiten. Ook hebben de onafhankelijke toezichthouders te weinig bevoegdheden. Van ’t Hof onderzocht de hervormingen in het recht na de crisis in de EU, Nederland, Ierland en Duitsland en verdedigt zijn proefschrift donderdag 22 februari 2018 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Nu de huizenprijzen weer stijgen, rijst de vraag wat er gebeurt als er een volgende crisis uitbreekt. Kunnen de hervormingen in de regelgeving van na de crisis onhoudbare schuldniveaus van huishoudens effectief voorkomen? Deze vraag stond centraal in het proefschrift van Van ’t Hof.
Veel regels in Nederland zijn op een goede manier vormgegeven om gezinnen te beschermen tegen hoge schuldniveaus. De regels die de maximale hypotheek van een gezin bepalen zijn gedetailleerd en alomvattend, vergeleken met die in Duitsland en Ierland. Hierdoor zijn de regels die overkreditering moeten voorkomen moeilijker te omzeilen.
Toch is verbetering nodig om de Nederlandse regels effectief te laten zijn. Zo kan niet volledig worden voorkomen dat huishoudens naast hun hypotheek hoge leningen nemen. De normen voor consumptief krediet sluiten namelijk niet overal goed aan op die voor hypothecair krediet. Ook bieden ze een lager beschermingsniveau.
Van ’t Hof beveelt aan onafhankelijke toezichthouders een sterke rol te geven bij het vaststellen van deze regels. In diverse landen, waaronder Ierland, is dit al het geval. In Nederland ligt deze bevoegdheid bij de minister van Financiën, terwijl de rol van DNB en de AFM beperkt is. Hierdoor missen de toezichthouders een belangrijk instrument om de financiële stabiliteit te bevorderen.
Het onderzoek laat verder zien dat er beter aan de voorwaarden voor effectieve regels wordt voldaan als de onafhankelijkheid van toezichthouders toeneemt. Er zijn heldere, richtinggevende kaders nodig waarbinnen toezichthouders hun bevoegdheden kunnen uitoefenen. Dit helpt hen om kordaat op te treden en het verbetert de transparantie en het afleggen van verantwoording. Van ‘t Hof draagt specifieke suggesties aan om verantwoordingsmechanismes voor toezichthouders aan te passen voor nieuwe instrumenten die ze hebben gekregen. Hierbij is voor zowel de minister van Financiën als het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ESRB) een helder afgebakende rol weggelegd. Zo zou de ESRB nationale toezichthouders in noodgevallen moeten kunnen opdragen om op te treden.
Nu de huizenprijzen weer stijgen, rijst de vraag wat er gebeurt als er een volgende crisis uitbreekt. Kunnen de hervormingen in de regelgeving van na de crisis onhoudbare schuldniveaus van huishoudens effectief voorkomen? Deze vraag stond centraal in het proefschrift van Van ’t Hof.
Veel regels in Nederland zijn op een goede manier vormgegeven om gezinnen te beschermen tegen hoge schuldniveaus. De regels die de maximale hypotheek van een gezin bepalen zijn gedetailleerd en alomvattend, vergeleken met die in Duitsland en Ierland. Hierdoor zijn de regels die overkreditering moeten voorkomen moeilijker te omzeilen.
Toch is verbetering nodig om de Nederlandse regels effectief te laten zijn. Zo kan niet volledig worden voorkomen dat huishoudens naast hun hypotheek hoge leningen nemen. De normen voor consumptief krediet sluiten namelijk niet overal goed aan op die voor hypothecair krediet. Ook bieden ze een lager beschermingsniveau.
Van ’t Hof beveelt aan onafhankelijke toezichthouders een sterke rol te geven bij het vaststellen van deze regels. In diverse landen, waaronder Ierland, is dit al het geval. In Nederland ligt deze bevoegdheid bij de minister van Financiën, terwijl de rol van DNB en de AFM beperkt is. Hierdoor missen de toezichthouders een belangrijk instrument om de financiële stabiliteit te bevorderen.
Het onderzoek laat verder zien dat er beter aan de voorwaarden voor effectieve regels wordt voldaan als de onafhankelijkheid van toezichthouders toeneemt. Er zijn heldere, richtinggevende kaders nodig waarbinnen toezichthouders hun bevoegdheden kunnen uitoefenen. Dit helpt hen om kordaat op te treden en het verbetert de transparantie en het afleggen van verantwoording. Van ‘t Hof draagt specifieke suggesties aan om verantwoordingsmechanismes voor toezichthouders aan te passen voor nieuwe instrumenten die ze hebben gekregen. Hierbij is voor zowel de minister van Financiën als het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ESRB) een helder afgebakende rol weggelegd. Zo zou de ESRB nationale toezichthouders in noodgevallen moeten kunnen opdragen om op te treden.
donderdag 15 februari 2018
Belastingmeevaller voor Aegon
Aegon zag de nettowinst in het vierde kwartaal meer dan verdubbelen ten opzichte van vorig jaar naar 986 miljoen dollar. Dat kwam vooral door de de belastingverlaging voor bedrijven die president Trump in de VS heeft doorgevoerd.
Aegons onderliggende resultaat over het vierde kwartaal ging wel met 5 procent omlaag naar 525 miljoen euro, vooral als gevolg van een zwakkere Amerikaanse dollar.
De solvabiliteitsratio verbeterde tot 201 procent, beter dan de 195 procent waar analisten op hadden gerekend.
Aegons onderliggende resultaat over het vierde kwartaal ging wel met 5 procent omlaag naar 525 miljoen euro, vooral als gevolg van een zwakkere Amerikaanse dollar.
De solvabiliteitsratio verbeterde tot 201 procent, beter dan de 195 procent waar analisten op hadden gerekend.
Rabobank boekt 2,674 miljoen euro winst in 2017
Rabobank realiseerde in 2017 een nettowinst van 2.674 miljoen euro, een stijging van 32 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2016 boekte de bank nog een nettowinst van ruim 2 miljard euro.
Naast de positieve economische ontwikkelingen in Nederland, droegen daaraan bij de gunstige markt voor de voedsel- en agrarische sector en lagere bedrijfslasten.
Het bedrag aan spaargeld van particulieren bij de bank bleef stabiel op 142 miljard euro.
Den hypothekenportefeuille daalde met 2,8 miljard euro tot 193,1 miljard euro.
In mei 2017 plaatste Rabobank voor 2,5 miljard euro aan covered bonds en in januari 2018 voor nog eens 1,25 miljard euro. De komende jaren kan in totaal voor een bedrag tot 25 miljard euro aan covered bonds worden uitgegeven.
Wiebe Draijer, voorzitter van de Groepsdirectie, stond ook nog even stil bij de digitale innovaties die de bank afgelopen jaar lanceerde. Peaks is een nieuwe app die kleine aankoopbedragen naar boven afrondt, waarbij het wisselgeld automatisch wordt belegd. Een andere innovatie is Tellow, waarmee de bank zzp’ers de administratie uit handen neemt. In juni trad Rabo als enige Nederlandse bank toe tot het Digital Trade Chain consortium van zeven grote Europese banken, dat gezamenlijk een blockchainplatform voor ondernemers bouwt.
De afdeling van Rabobank die vermogende particulieren verbindt, krijgt een nieuwe directeur: Annemarie van den Berg wordt hoofd van Rabo Schretlen Vermogensmanagement.
Foto: Akhmad Fauzi
Naast de positieve economische ontwikkelingen in Nederland, droegen daaraan bij de gunstige markt voor de voedsel- en agrarische sector en lagere bedrijfslasten.
Het bedrag aan spaargeld van particulieren bij de bank bleef stabiel op 142 miljard euro.
Den hypothekenportefeuille daalde met 2,8 miljard euro tot 193,1 miljard euro.
In mei 2017 plaatste Rabobank voor 2,5 miljard euro aan covered bonds en in januari 2018 voor nog eens 1,25 miljard euro. De komende jaren kan in totaal voor een bedrag tot 25 miljard euro aan covered bonds worden uitgegeven.
Wiebe Draijer, voorzitter van de Groepsdirectie, stond ook nog even stil bij de digitale innovaties die de bank afgelopen jaar lanceerde. Peaks is een nieuwe app die kleine aankoopbedragen naar boven afrondt, waarbij het wisselgeld automatisch wordt belegd. Een andere innovatie is Tellow, waarmee de bank zzp’ers de administratie uit handen neemt. In juni trad Rabo als enige Nederlandse bank toe tot het Digital Trade Chain consortium van zeven grote Europese banken, dat gezamenlijk een blockchainplatform voor ondernemers bouwt.
De afdeling van Rabobank die vermogende particulieren verbindt, krijgt een nieuwe directeur: Annemarie van den Berg wordt hoofd van Rabo Schretlen Vermogensmanagement.
Foto: Akhmad Fauzi
Meer winst voor NN Group
NN Group (Nationale-Nederlanden) heeft in vierde kwartaal van vorig jaar fors meer winst gemaakt. Dat kwam vooral door de overname van branchegenoot Delta Lloyd.
De verzekeraar boekte een nettowinst van 700 miljoen euro, tegen 148 miljoen euro een jaar eerder. Het operationeel resultaat nam met bijna een kwart toe tot 345 miljoen euro.
De kapitaalbuffer verslechterde vijf procentpunten ten opzichte van het derde kwartaal. Die daling heeft volgens het bedrijf te maken met de omvang van het dividend.
De verzekeraar boekte een nettowinst van 700 miljoen euro, tegen 148 miljoen euro een jaar eerder. Het operationeel resultaat nam met bijna een kwart toe tot 345 miljoen euro.
De kapitaalbuffer verslechterde vijf procentpunten ten opzichte van het derde kwartaal. Die daling heeft volgens het bedrijf te maken met de omvang van het dividend.
Aflossingsvrije hypotheek: banken stimuleren klanten op tijd in actie te komen
Klanten met een aflossingsvrije hypotheek kunnen in de toekomst tegen veranderingen aanlopen die van invloed zijn op hun financiële situatie. Dit geldt niet alleen voor het aflopen van de hypotheek waarbij de hypotheek moet worden afgelost of opnieuw moet worden afgesloten.
Ook is het voor hen belangrijk rekening te houden met mogelijk hogere maandlasten bij vervallen van de hypotheekrenteaftrek of bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Banken gaan graag met klanten in gesprek om tijdig te kijken naar de mogelijkheden die een klant heeft om zijn of haar zaken goed te regelen. Banken zoeken allereerst contact met die klanten waarvan zij inschatten dat zij mogelijk weinig tijd hebben om hun situatie te verbeteren of de mogelijkheid hebben om hun situatie juist nu te verbeteren, bijvoorbeeld bij renteherziening.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) ondersteunt van harte de gedragswetenschappelijke experimenten die enkele grotere banken samen met de Autoriteit Financiële Markten uitvoeren. Om van elkaars aanpak te kunnen leren, organiseert de NVB ook werkbijeenkomsten voor haar leden om de best practices met elkaar de delen. ‘Uiteindelijk gaat het erom dat we met elkaar voorkomen dat klanten met een aflossingsvrije hypotheek in de toekomst tegen onverwachte problemen aanlopen,’ aldus NVB-voorzitter Chris Buijink.
Ook is het voor hen belangrijk rekening te houden met mogelijk hogere maandlasten bij vervallen van de hypotheekrenteaftrek of bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Banken gaan graag met klanten in gesprek om tijdig te kijken naar de mogelijkheden die een klant heeft om zijn of haar zaken goed te regelen. Banken zoeken allereerst contact met die klanten waarvan zij inschatten dat zij mogelijk weinig tijd hebben om hun situatie te verbeteren of de mogelijkheid hebben om hun situatie juist nu te verbeteren, bijvoorbeeld bij renteherziening.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) ondersteunt van harte de gedragswetenschappelijke experimenten die enkele grotere banken samen met de Autoriteit Financiële Markten uitvoeren. Om van elkaars aanpak te kunnen leren, organiseert de NVB ook werkbijeenkomsten voor haar leden om de best practices met elkaar de delen. ‘Uiteindelijk gaat het erom dat we met elkaar voorkomen dat klanten met een aflossingsvrije hypotheek in de toekomst tegen onverwachte problemen aanlopen,’ aldus NVB-voorzitter Chris Buijink.
Ondersteuning bij belastingaangifte in bibliotheken en buurthuizen
Voor hulp en ondersteuning bij het doen van belastingaangifte kunnen burgers vanaf 1 maart 2018 weer terecht bij de Belastingdienst en bij veel maatschappelijke organisaties, sociaal werkers, wijkcentra en buurthuizen, formulierenbrigades, belastingwinkels en vak- en ouderenbonden. Ook steeds meer bibliotheken openen hiervoor hun deuren.
Vorig jaar hielden bibliotheken en maatschappelijke organisaties voor het eerst samen spreekuren. Dit gebeurde in 88 bibliotheken, verspreid over het land. Het doel is dit jaar om op 150 locaties spreekuren voor belastingaangifte te hebben, zodat meer burgers dichtbij hun woonplaats ondersteuning ontvangen. De spreekuren kunnen door het hele land verschillende vormen aannemen, van een invulcursus aangifte tot hulp bij het daadwerkelijk doen van aangifte. Via Belastingdienst.nl/aangifte kunnen mensen zien of en waar er een spreekuur is in hun woonplaats. Ook mensen die de BelastingTelefoon bellen voor hulp, wordt verteld waar ze terecht kunnen.
“Bibliotheken zijn voor veel mensen dichtbij, ze zijn laagdrempelig en er zijn computers beschikbaar. Daarom is het ook een goede plek om ondersteuning te bieden aan mensen die dat nodig hebben”, zegt Eline Spros, directeur Particulieren van de Belastingdienst.
“In 2017 is er een basis gelegd, die we dit jaar verder willen uitbouwen. Om het bereik nog verder te vergroten hopen we dat meer maatschappelijk dienstverleners spreekuren houden in bibliotheken”, zegt Spros. Jos Debeij, hoofd afdeling bibliotheekstelsel van de Koninklijke Bibliotheek, vult aan. “Het is de bedoeling dat er dit jaar een landelijk dekkend netwerk van bijna 150 bibliotheken is, waar mensen terecht kunnen voor ondersteuning.”
Vorig jaar hielden bibliotheken en maatschappelijke organisaties voor het eerst samen spreekuren. Dit gebeurde in 88 bibliotheken, verspreid over het land. Het doel is dit jaar om op 150 locaties spreekuren voor belastingaangifte te hebben, zodat meer burgers dichtbij hun woonplaats ondersteuning ontvangen. De spreekuren kunnen door het hele land verschillende vormen aannemen, van een invulcursus aangifte tot hulp bij het daadwerkelijk doen van aangifte. Via Belastingdienst.nl/aangifte kunnen mensen zien of en waar er een spreekuur is in hun woonplaats. Ook mensen die de BelastingTelefoon bellen voor hulp, wordt verteld waar ze terecht kunnen.
“Bibliotheken zijn voor veel mensen dichtbij, ze zijn laagdrempelig en er zijn computers beschikbaar. Daarom is het ook een goede plek om ondersteuning te bieden aan mensen die dat nodig hebben”, zegt Eline Spros, directeur Particulieren van de Belastingdienst.
“In 2017 is er een basis gelegd, die we dit jaar verder willen uitbouwen. Om het bereik nog verder te vergroten hopen we dat meer maatschappelijk dienstverleners spreekuren houden in bibliotheken”, zegt Spros. Jos Debeij, hoofd afdeling bibliotheekstelsel van de Koninklijke Bibliotheek, vult aan. “Het is de bedoeling dat er dit jaar een landelijk dekkend netwerk van bijna 150 bibliotheken is, waar mensen terecht kunnen voor ondersteuning.”
woensdag 14 februari 2018
Nieuw overzicht activering beleggingsverzekeringen
Het Verbond heeft vandaag een nieuw overzicht gepubliceerd van de voortgang die is geboekt in de ondersteuning van consumenten bij het maken van een keuze over hun beleggingsverzekering.
Het nieuwe overzicht betreft de categorie ‘overige polissen’ en de stand van zaken per 30 september 2017.
Het Verbond geeft met regelmaat een update per maatschappij en per productcategorie. Het gaat om de meest actueel beschikbare, door de AFM gevalideerde gegevens. De betrokken verzekeraars publiceren hun gegevens ook op hun eigen websites. Verzekeraars hebben hun activering na 30 september 2017 onverminderd voortgezet, zodat de score op dit moment hoger zal liggen.
Verzekeraars spannen zich in om de betrokken polishouders een actueel inzicht te bieden in hun product, alternatieven in beeld te brengen en te ondersteunen bij het maken van een bewuste keuze. De resultaten zijn hier te vinden.
'Klant komt zelfs met tegoedbon advies niet in beweging'
Het Verbond van Verzekeraars ondersteunt naar eigen zeggen de koers van de AFM om gedragswetenschappelijke experimenten in te zetten om klanten te activeren. De AFM heeft in een experiment – met de banken ING en Florius – onderzocht hoe potentieel kwetsbare huiseigenaren met (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheken geactiveerd kunnen worden.
Door tijdig in actie te komen, kunnen huiseigenaren potentiële toekomstige betaalbaarheidsrisico’s verkleinen. De AFM heeft al eerder geconstateerd dat het activeren van consumenten in de financiële sector lastig is, ook als de actie in het belang van de klant is. In het experiment is gebruik gemaakt van financiële prikkels (vouchers) in combinatie van een opvallende brief om klanten in beweging te krijgen.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de resultaten gedragswetenschappelijk significant zijn, maar in de praktijk is het een druppel op de gloeiende plaat. Zo komt 91,3 procent van de huiseigenaren die een financiële prikkel kreeg alsnog niet in beweging. Het aanbieden van een kansrijke brief plus een financiële prikkel is dus geen zogenoemde silver bullet. De AFM geeft aan dat het zinvol is als partijen verder experimenteren met andere vormen die beter passen binnen het wettelijk kader. Het Verbond is het hiermee eens.
Door tijdig in actie te komen, kunnen huiseigenaren potentiële toekomstige betaalbaarheidsrisico’s verkleinen. De AFM heeft al eerder geconstateerd dat het activeren van consumenten in de financiële sector lastig is, ook als de actie in het belang van de klant is. In het experiment is gebruik gemaakt van financiële prikkels (vouchers) in combinatie van een opvallende brief om klanten in beweging te krijgen.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de resultaten gedragswetenschappelijk significant zijn, maar in de praktijk is het een druppel op de gloeiende plaat. Zo komt 91,3 procent van de huiseigenaren die een financiële prikkel kreeg alsnog niet in beweging. Het aanbieden van een kansrijke brief plus een financiële prikkel is dus geen zogenoemde silver bullet. De AFM geeft aan dat het zinvol is als partijen verder experimenteren met andere vormen die beter passen binnen het wettelijk kader. Het Verbond is het hiermee eens.
dinsdag 13 februari 2018
Consumptief krediet, terug van nooit weggeweest
De laatste jaren is er veel aandacht geweest voor het stimuleren van een klimaat, waarin consumenten op bewuste wijze leningen aangaan én waar aanbieders en intermediairs zich maximaal inspannen om de keuzes voor consumenten zo helder mogelijk te maken. Er ligt nu een gezonde basis om de toekomst in te gaan. Een toekomst waarin consumenten waarschijnlijk meer gaan lenen en waar, ondanks de digitalisering, de rol van intermediairs van grote waarde zal blijven, zegt GfK.
Na de crisis is er langzaam maar zeker een duidelijk andere stemming gaan heersen in financieringsland. Consumenten zijn weer meer bereid om tot grotere aankopen over te gaan (66 procent verwacht het komende half jaar een grote aankoop te gaan doen), hetgeen op het hoogste niveau ligt sinds jaren.
Bovendien zijn consumenten ook steeds meer bereid om deze grote aankoop te gaan financieren via een consumptief krediet. De financieringsbereidheid voor toekomstige grote aankopen steeg het afgelopen kwartaal sterk (met 24 % ten opzichte van het 3e kwartaal 2017).
In het komende jaar 2018 verwachten veel consumenten geld te gaan lenen voor de aanschaf van een auto (16%), een renovatie of verbouwing van hun woning (16 %), voor de aanschaf van een keuken/ meubels (9 %) en grote huishoudelijke apparaten (8 %)(Grafiek 2).
Na de crisis is er langzaam maar zeker een duidelijk andere stemming gaan heersen in financieringsland. Consumenten zijn weer meer bereid om tot grotere aankopen over te gaan (66 procent verwacht het komende half jaar een grote aankoop te gaan doen), hetgeen op het hoogste niveau ligt sinds jaren.
Bovendien zijn consumenten ook steeds meer bereid om deze grote aankoop te gaan financieren via een consumptief krediet. De financieringsbereidheid voor toekomstige grote aankopen steeg het afgelopen kwartaal sterk (met 24 % ten opzichte van het 3e kwartaal 2017).
In het komende jaar 2018 verwachten veel consumenten geld te gaan lenen voor de aanschaf van een auto (16%), een renovatie of verbouwing van hun woning (16 %), voor de aanschaf van een keuken/ meubels (9 %) en grote huishoudelijke apparaten (8 %)(Grafiek 2).
Meer kredietmogelijkheden voor bedrijfsleven
Minister Dekker (voor Rechtsbescherming) wil de kredietverlening aan bedrijven een nieuwe impuls geven. In de praktijk blijkt dat bedrijfsleven en banken last hebben van zogeheten verpandingsverboden die een grote rem zetten op de kredietverlening.
Daarmee haakt hij aan bij een breed gedragen wens bij het bedrijfsleven en het bankwezen. Verpandingsverboden komen met enige regelmaat voor in contracten die bedrijven met elkaar sluiten. Bedrijven willen daarmee voorkomen dat zich onbekende debiteuren melden.
Het gevolg is echter wel dat die vorderingen niet aan banken en factoringmaatschappijen kunnen worden verpand als zekerheid voor krediet. Dat belemmert de kredietverlening aan bedrijven, en kan er zelfs toe leiden dat zij onnodig met liquiditeitsproblemen kampen. Dat geldt met name voor het midden- en kleinbedrijf. In landen als Duitsland en Frankrijk kunnen vorderingen gewoon als dekking in het financieringsverkeer worden gebruikt.
Hij gaat daarom hierover de komende weken in overleg met het bedrijfsleven en komt nog dit voorjaar met een wetsvoorstel.
Daarmee haakt hij aan bij een breed gedragen wens bij het bedrijfsleven en het bankwezen. Verpandingsverboden komen met enige regelmaat voor in contracten die bedrijven met elkaar sluiten. Bedrijven willen daarmee voorkomen dat zich onbekende debiteuren melden.
Het gevolg is echter wel dat die vorderingen niet aan banken en factoringmaatschappijen kunnen worden verpand als zekerheid voor krediet. Dat belemmert de kredietverlening aan bedrijven, en kan er zelfs toe leiden dat zij onnodig met liquiditeitsproblemen kampen. Dat geldt met name voor het midden- en kleinbedrijf. In landen als Duitsland en Frankrijk kunnen vorderingen gewoon als dekking in het financieringsverkeer worden gebruikt.
Hij gaat daarom hierover de komende weken in overleg met het bedrijfsleven en komt nog dit voorjaar met een wetsvoorstel.
maandag 12 februari 2018
ACM pakt incassobureaus aan
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een boete opgelegd aan incassobureau Credit Invest, beter bekend onder de naam De Nederlandse Incassocentrale, en zijn leidinggevende. De ACM heeft dit bedrijf een boete opgelegd van in totaal 415.000 euro voor het onder druk zetten van consumenten om ongeldige rekeningen te betalen. Daarnaast heeft de ACM een toezegging geaccepteerd van incassobureau Intrum Justitia. Het bedrijf zegt toe dat het een consumentgerichte werkwijze zal hanteren.
Bernadette van Buchem, directeur consumentenzaken van de ACM: “Bij incasso gaat het vaak om kwetsbare consumenten. Wij treden op tegen incassobureaus die de regels niet naleven. Hiermee willen wij de problemen van consumenten met incassobureaus verkleinen.”
De ACM heeft Credit Invest, bekend als De Nederlandse Incassocentrale, maar ook handelend als Credit Pay, MKBusiness en Stichting Derdengelden Incasso Service, beboet voor 375.000 euro en zijn feitelijk leidinggever voor 40.000 euro. Het bedrijf eiste dat consumenten rekeningen betaalden voor niet-geldige overeenkomsten. Als consumenten weigerden te betalen of opheldering vroegen over hun rekening bleef het bedrijf hardnekkig aandringen bij de consument om de rekening te betalen. Het bedrijf gaf geen informatie over de rekening, ook niet als de consument de rechtsgeldigheid ervan betwistte. Het ging vaak om rekeningen van ongewenste abonnementen, zoals op kortingsdiensten.
De Nederlandse Incassocentrale dreigde consumenten met gerechtelijke procedures en hoge incasso- en proceskosten. Consumenten voelden zich vaak gedwongen de onterechte vorderingen toch te betalen. Consumenten hebben het recht om te weten welke rekening het incassobureau incasseert en of die vordering wel terecht is. De Nederlandse Incassocentrale heeft inmiddels bezwaar aangetekend tegen het besluit. Het Openbaar Ministerie doet nog onderzoek naar dit bedrijf. De ACM heeft gegevens uit haar onderzoek met het OM gedeeld.
Intrum Justitia heeft aan de ACM toegezegd consumenten niet onder druk te zetten om hun rekening te betalen door te dreigen met bevoegdheden die zij niet heeft. Daarnaast heeft het bedrijf toegezegd consumenten uitvoerig te informeren over de rekening, goed bereikbaar te zullen zijn voor vragen of klachten en maatwerk te zullen leveren, passend bij de persoonlijke financiële omstandigheden van de consument. De ACM was naar aanleiding van klachten van consumenten een onderzoek gestart naar incassobureau Intrum Justitia. Deze toezegging is niet vrijblijvend. Als Intrum Justitia zich niet aan de afspraken houdt, kan de ACM een boete opleggen. De inhoud van de toezegging kan andere incassobureaus inspireren ook een meer consumentgerichte werkwijze te hanteren.
De ACM heeft gekozen voor een brede aanpak van de problemen in de incassobranche. De ACM heeft voorlichting ingezet om consumenten weerbaarder te maken, schuldhulpverleners hulpmiddelen in handen gegeven en opdrachtgevers van incassobureaus op hun verantwoordelijkheid gewezen. Deze brede aanpak wordt ondersteund door de conclusies uit onderzoek dat de ACM heeft laten doen naar de drijfveren van incassobureaus en in hoeverre die een verklaring bieden voor de keuze van hun methode: agressief of faciliterend/sociaal incasseren. De conclusies uit dit onderzoek maken dat de ACM zich vanaf nu met name richt op incassobureaus die de regels bewust negeren.
Bernadette van Buchem, directeur consumentenzaken van de ACM: “Bij incasso gaat het vaak om kwetsbare consumenten. Wij treden op tegen incassobureaus die de regels niet naleven. Hiermee willen wij de problemen van consumenten met incassobureaus verkleinen.”
De ACM heeft Credit Invest, bekend als De Nederlandse Incassocentrale, maar ook handelend als Credit Pay, MKBusiness en Stichting Derdengelden Incasso Service, beboet voor 375.000 euro en zijn feitelijk leidinggever voor 40.000 euro. Het bedrijf eiste dat consumenten rekeningen betaalden voor niet-geldige overeenkomsten. Als consumenten weigerden te betalen of opheldering vroegen over hun rekening bleef het bedrijf hardnekkig aandringen bij de consument om de rekening te betalen. Het bedrijf gaf geen informatie over de rekening, ook niet als de consument de rechtsgeldigheid ervan betwistte. Het ging vaak om rekeningen van ongewenste abonnementen, zoals op kortingsdiensten.
De Nederlandse Incassocentrale dreigde consumenten met gerechtelijke procedures en hoge incasso- en proceskosten. Consumenten voelden zich vaak gedwongen de onterechte vorderingen toch te betalen. Consumenten hebben het recht om te weten welke rekening het incassobureau incasseert en of die vordering wel terecht is. De Nederlandse Incassocentrale heeft inmiddels bezwaar aangetekend tegen het besluit. Het Openbaar Ministerie doet nog onderzoek naar dit bedrijf. De ACM heeft gegevens uit haar onderzoek met het OM gedeeld.
Intrum Justitia heeft aan de ACM toegezegd consumenten niet onder druk te zetten om hun rekening te betalen door te dreigen met bevoegdheden die zij niet heeft. Daarnaast heeft het bedrijf toegezegd consumenten uitvoerig te informeren over de rekening, goed bereikbaar te zullen zijn voor vragen of klachten en maatwerk te zullen leveren, passend bij de persoonlijke financiële omstandigheden van de consument. De ACM was naar aanleiding van klachten van consumenten een onderzoek gestart naar incassobureau Intrum Justitia. Deze toezegging is niet vrijblijvend. Als Intrum Justitia zich niet aan de afspraken houdt, kan de ACM een boete opleggen. De inhoud van de toezegging kan andere incassobureaus inspireren ook een meer consumentgerichte werkwijze te hanteren.
De ACM heeft gekozen voor een brede aanpak van de problemen in de incassobranche. De ACM heeft voorlichting ingezet om consumenten weerbaarder te maken, schuldhulpverleners hulpmiddelen in handen gegeven en opdrachtgevers van incassobureaus op hun verantwoordelijkheid gewezen. Deze brede aanpak wordt ondersteund door de conclusies uit onderzoek dat de ACM heeft laten doen naar de drijfveren van incassobureaus en in hoeverre die een verklaring bieden voor de keuze van hun methode: agressief of faciliterend/sociaal incasseren. De conclusies uit dit onderzoek maken dat de ACM zich vanaf nu met name richt op incassobureaus die de regels bewust negeren.
'ING mobiel bankieren kwetsbaar'
Mobiel bankieren bij de ING bank is kwetsbaar voor fraude. Een extra optie met een bevestigingscode maakt dat ING-klanten makkelijker kunnen worden misleid door oplichters. Dat constateert Michel van Eeten, hoogleraar Internetveiligheid aan de TU Delft, in Kassa.
De extra mogelijkheid die de ING biedt om een mobiele telefoon te koppelen aan een bankrekening wijkt af van de gangbare manier hoe banken hun mobiele betalingsverkeer hebben geregeld. Oplichters gebruiken die afwijkende manier om ING-klanten te misleiden bij de verkoop van producten via bijvoorbeeld Marktplaats. De ING-klanten denken dat het bij het betalingsproces hoort en geven ongewild cruciale informatie door aan de oplichter die daarmee toegang krijgt tot de bankrekening van de ING-klant.
“Elke mogelijkheid die je biedt, is ook een mogelijkheid tot misbruik. Zeker als die mogelijkheid afwijkt van wat mensen herkennen als een normale betalingshandeling”, stelt Van Eeten.
Hij begrijpt dat consumenten mee kunnen gaan in het verhaal van de fraudeurs. “Klanten van ING wordt gevraagd een specifieke bevestigingscode te genereren. Dit vereist niet dezelfde stappen als een normale betaling. Als iemand een goed verhaal heeft waarin het logisch is dat je een bevestigingscode moet maken, dan is het logisch dat je voor de bijl gaat.”
Bij de zogenaamde zakelijke bankrekening-truc worden bankklanten via WhatsApp benaderd, bijvoorbeeld wanneer zij een product proberen te verkopen via Marktplaats. De fraudeur doet zich voor als iemand anders en weet op gewiekste wijze persoonlijke gegevens als bankpas en rijbewijs te verkrijgen. En bij ING dus de bevestigingscode.
ING laat in een schriftelijke reactie aan Kassa weten: “Klanten moeten zorgvuldig en veilig omgaan met o.a. codes en bankpassen. Wij waarschuwen klanten al jaren voor verschillende vormen van oplichting. Dit doen we zowel gezamenlijk met de andere banken via veilig bankieren campagnes als via onze eigen website en op social media.”
De extra mogelijkheid die de ING biedt om een mobiele telefoon te koppelen aan een bankrekening wijkt af van de gangbare manier hoe banken hun mobiele betalingsverkeer hebben geregeld. Oplichters gebruiken die afwijkende manier om ING-klanten te misleiden bij de verkoop van producten via bijvoorbeeld Marktplaats. De ING-klanten denken dat het bij het betalingsproces hoort en geven ongewild cruciale informatie door aan de oplichter die daarmee toegang krijgt tot de bankrekening van de ING-klant.
“Elke mogelijkheid die je biedt, is ook een mogelijkheid tot misbruik. Zeker als die mogelijkheid afwijkt van wat mensen herkennen als een normale betalingshandeling”, stelt Van Eeten.
Hij begrijpt dat consumenten mee kunnen gaan in het verhaal van de fraudeurs. “Klanten van ING wordt gevraagd een specifieke bevestigingscode te genereren. Dit vereist niet dezelfde stappen als een normale betaling. Als iemand een goed verhaal heeft waarin het logisch is dat je een bevestigingscode moet maken, dan is het logisch dat je voor de bijl gaat.”
Bij de zogenaamde zakelijke bankrekening-truc worden bankklanten via WhatsApp benaderd, bijvoorbeeld wanneer zij een product proberen te verkopen via Marktplaats. De fraudeur doet zich voor als iemand anders en weet op gewiekste wijze persoonlijke gegevens als bankpas en rijbewijs te verkrijgen. En bij ING dus de bevestigingscode.
ING laat in een schriftelijke reactie aan Kassa weten: “Klanten moeten zorgvuldig en veilig omgaan met o.a. codes en bankpassen. Wij waarschuwen klanten al jaren voor verschillende vormen van oplichting. Dit doen we zowel gezamenlijk met de andere banken via veilig bankieren campagnes als via onze eigen website en op social media.”
In 2017 verleende BNP Paribas Fortis 25 procent van zijn hypothecaire kredieten aan millennials
Met in totaal meer dan 31 miljard euro aan hypothecaire kredieten (herfinancieringen niet inbegrepen) vestigde de Belgische hypotheekmarkt in 2017 voor het vierde opeenvolgende jaar een record. Volgens BNP Paribas Fortis, dat in België een op de vier woonleningen financiert, is dat goede resultaat vooral te danken aan de aantrekkelijke rentetarieven.
Batibouw staat weer voor de deur en dus maakte BNP Paribas Fortis, de Belgische marktleider in hypothecair krediet, zijn jaarlijkse balans op van de vastgoedsector. Dat er aan het enthousiasme van particulieren en investeerders voor vastgoed maar geen einde lijkt te komen, was daarbij een onvermijdelijke vaststelling.
Een van de trends die BNP Paribas Fortis kon afleiden, is dat de millennials – de min-dertigers– de lage rentetarieven bleven benutten om vastgoedeigenaar te worden. Een kwart van de hypothecaire kredieten bij de bank ging naar jongeren. Opmerkelijk is dat het aantal kredieten aan die groep de voorbije vijf jaar met 26% is toegenomen.
De millennials leenden gemiddeld 205.170 euro om een onroerend goed te kopen, een lichte daling (-1%) tegenover vorig jaar (206.671 euro). Daarentegen is het gemiddelde kredietbedrag voor alle bestemmingen dooreen, van 2016 naar 2017 toegenomen (181.559 euro, +2%). Ten slotte leenden de jongeren, gezien hun beperktere financiële middelen, 86% van de waarde van het pand, wat een meer is dan het gemiddelde van alle kredietnemers (76%).
Batibouw staat weer voor de deur en dus maakte BNP Paribas Fortis, de Belgische marktleider in hypothecair krediet, zijn jaarlijkse balans op van de vastgoedsector. Dat er aan het enthousiasme van particulieren en investeerders voor vastgoed maar geen einde lijkt te komen, was daarbij een onvermijdelijke vaststelling.
Een van de trends die BNP Paribas Fortis kon afleiden, is dat de millennials – de min-dertigers– de lage rentetarieven bleven benutten om vastgoedeigenaar te worden. Een kwart van de hypothecaire kredieten bij de bank ging naar jongeren. Opmerkelijk is dat het aantal kredieten aan die groep de voorbije vijf jaar met 26% is toegenomen.
De millennials leenden gemiddeld 205.170 euro om een onroerend goed te kopen, een lichte daling (-1%) tegenover vorig jaar (206.671 euro). Daarentegen is het gemiddelde kredietbedrag voor alle bestemmingen dooreen, van 2016 naar 2017 toegenomen (181.559 euro, +2%). Ten slotte leenden de jongeren, gezien hun beperktere financiële middelen, 86% van de waarde van het pand, wat een meer is dan het gemiddelde van alle kredietnemers (76%).
vrijdag 9 februari 2018
NHG-hypotheek voor zzp’ers krijgt vervolg
Het initiatief van het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) waarin zzp’ers met behulp van een inkomensverklaring al na 12 maanden een hypotheek kunnen afsluiten, is zeer succesvol gebleken. Inmiddels accepteren 15 geldverstrekkers de inkomensverklaring en hebben ruim 1000 zzp’ers een hypotheek kunnen aanvragen. Het WEW wil nu ook acceptatiekaders voor andere ondernemingsvormen ontwikkelen. Hierdoor kunnen straks nog meer ondernemers al binnen 1 jaar een verantwoorde hypotheek afsluiten.
Het WEW, de organisatie achter de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), zet zich in voor doelgroepen die het moeilijk hebben op de woningmarkt, zoals zelfstandigen, starters of senioren. Het afgelopen jaar heeft het WEW het daarom voor zzp'ers mogelijk gemaakt om al na 1 jaar ondernemerschap een hypotheek met NHG af te sluiten, in plaats van de 3 jaar die hiervoor gebruikelijk was. Met deze NHG-hypotheek kan een woning gefinancierd worden met een koopsom tot €265.000 (vanaf 1 januari 2018). Voor woningen waarin geïnvesteerd wordt in energiebesparende voorzieningen, is de NHG kostengrens maximaal 280.900 euro.
Om zzp’ers al zo snel een veilige hypotheek te kunnen verstrekken is de inkomensverklaring geïntroduceerd. Onafhankelijke experts stellen het ondernemersinkomen vast aan de hand van de jaarcijfers, IB aangiftes, jaaropgaves en andere financiële stukken. Dit mag een combinatie zijn van inkomsten uit dienstbetrekking en zelfstandig ondernemerschap. Hierna kan vervolgens eenvoudig het reguliere hypotheektraject worden gevolgd. Zo wordt het proces voor zzp’er, hypotheekadviseur en geldverstrekker vergemakkelijkt. Bovendien biedt de hypotheek met NHG voor zzp’er én geldverstrekker minder financiële risico’s.
Het WEW, de organisatie achter de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), zet zich in voor doelgroepen die het moeilijk hebben op de woningmarkt, zoals zelfstandigen, starters of senioren. Het afgelopen jaar heeft het WEW het daarom voor zzp'ers mogelijk gemaakt om al na 1 jaar ondernemerschap een hypotheek met NHG af te sluiten, in plaats van de 3 jaar die hiervoor gebruikelijk was. Met deze NHG-hypotheek kan een woning gefinancierd worden met een koopsom tot €265.000 (vanaf 1 januari 2018). Voor woningen waarin geïnvesteerd wordt in energiebesparende voorzieningen, is de NHG kostengrens maximaal 280.900 euro.
Om zzp’ers al zo snel een veilige hypotheek te kunnen verstrekken is de inkomensverklaring geïntroduceerd. Onafhankelijke experts stellen het ondernemersinkomen vast aan de hand van de jaarcijfers, IB aangiftes, jaaropgaves en andere financiële stukken. Dit mag een combinatie zijn van inkomsten uit dienstbetrekking en zelfstandig ondernemerschap. Hierna kan vervolgens eenvoudig het reguliere hypotheektraject worden gevolgd. Zo wordt het proces voor zzp’er, hypotheekadviseur en geldverstrekker vergemakkelijkt. Bovendien biedt de hypotheek met NHG voor zzp’er én geldverstrekker minder financiële risico’s.
Moneyou Go-app biedt spaar- en betaalproduct in één
Moneyou Go, de app die toegang geeft tot het gecombineerde betaal- en spaarproduct van Moneyou, is vanaf nu gratis verkrijgbaar in de Apple Store. De online financiële dienstverlener ontwikkelt het product in samenwerking met haar klanten.
Moneyou Go is bedoeld voor de mobiele generatie en is daarom alleen als mobiele app beschikbaar. Dit betekent dat zowel klant worden als bankieren eenvoudig wordt geregeld via de app. Klanten kunnen bijvoorbeeld hun betaalpas activeren en blokkeren via hun smartphone.
De nieuwe spaar- en betaalrekening is dankzij de betaalpas geschikt voor dagelijks gebruik. Tegelijkertijd zijn er overzichtelijke potjes aan te maken voor bijvoorbeeld de dagelijkse boodschappen en uitgaven, of om geld opzij te zetten voor specifieke doelen, zoals een auto, eigen bedrijf of verre reis. Op elk potje ontvangen klanten rente. Zo zijn zij niet bezig met oversluizen tussen rekeningen, maar simpelweg met het inrichten van betalingen en het realiseren van hun doelen.
Het nieuwe product wordt aangeboden in twee varianten, Go Plus voor dagelijks gebruik en Go Basic zonder betaalpas. Hierdoor is Moneyou Go uitermate geschikt voor moderne en flexibele spaarders die direct betalingen willen doen vanuit hun potjes. Tegelijkertijd wordt rente verstrekt op alle potjes tot maximaal één miljoen euro. Nieuwe klanten die zich nu aanmelden, ontvangen het uitgebreide pakket ter waarde van 35 euro gratis tot 1 januari 2019.
Moneyou Go is bedoeld voor de mobiele generatie en is daarom alleen als mobiele app beschikbaar. Dit betekent dat zowel klant worden als bankieren eenvoudig wordt geregeld via de app. Klanten kunnen bijvoorbeeld hun betaalpas activeren en blokkeren via hun smartphone.
De nieuwe spaar- en betaalrekening is dankzij de betaalpas geschikt voor dagelijks gebruik. Tegelijkertijd zijn er overzichtelijke potjes aan te maken voor bijvoorbeeld de dagelijkse boodschappen en uitgaven, of om geld opzij te zetten voor specifieke doelen, zoals een auto, eigen bedrijf of verre reis. Op elk potje ontvangen klanten rente. Zo zijn zij niet bezig met oversluizen tussen rekeningen, maar simpelweg met het inrichten van betalingen en het realiseren van hun doelen.
Het nieuwe product wordt aangeboden in twee varianten, Go Plus voor dagelijks gebruik en Go Basic zonder betaalpas. Hierdoor is Moneyou Go uitermate geschikt voor moderne en flexibele spaarders die direct betalingen willen doen vanuit hun potjes. Tegelijkertijd wordt rente verstrekt op alle potjes tot maximaal één miljoen euro. Nieuwe klanten die zich nu aanmelden, ontvangen het uitgebreide pakket ter waarde van 35 euro gratis tot 1 januari 2019.
Aantal bankovervallen in 10 jaar tijd drastisch gedaald
De afgelopen 10 jaar is het aantal gewapende overvallen op Belgische bankkantoren met meer dan 90 procent gedaald. Terwijl er in 2007 nog 127 overvallen plaatsvonden, werd dit aantal vorig jaar teruggedrongen tot 11.
Ook het aantal plofkraken bij de banken, waarbij geldautomaten tot ontploffing worden gebracht, bleef beperkt tot twee pogingen. Deze lage cijfers zijn mede te danken aan beveiligingsinspanningen van de financiële instellingen.
De financiële sector levert naar eigen zeggen grote inspanningen om de fysieke veiligheid van zowel zijn klanten als zijn medewerkers te garanderen.
Ook het aantal plofkraken bij de banken, waarbij geldautomaten tot ontploffing worden gebracht, bleef beperkt tot twee pogingen. Deze lage cijfers zijn mede te danken aan beveiligingsinspanningen van de financiële instellingen.
De financiële sector levert naar eigen zeggen grote inspanningen om de fysieke veiligheid van zowel zijn klanten als zijn medewerkers te garanderen.