donderdag 8 februari 2018

Zuinige Nederlander is tevreden met spaargeld

Meer dan de helft van de Nederlanders is tevreden met de hoeveelheid vrij beschikbaar spaargeld van zijn of haar huishouden. Nergens in Europa is die tevredenheid zo hoog. Veel Nederlanders halen meer voldoening uit sparen dan uit geld uitgeven, waarmee het cliché van de zuinige Nederlander bevestigd lijkt. In Frankrijk is dat andersom. Dit en meer blijkt uit de nieuwste ING International Savings Survey.

Nederlanders zijn, vergeleken met burgers in andere Europese landen, zeer tevreden over de hoogte van hun vrij beschikbare spaargeld (spaartegoeden en beleggingen). Meer dan de helft stelt zich comfortabel of zelfs zeer comfortabel te voelen bij het bedrag dat ze opzij hebben gezet. Dat aandeel wordt in geen enkel ander land geëvenaard en ligt flink hoger dan in onze buurlanden Duitsland (40%) en België (34%).

Het totale bedrag aan vrij beschikbaar vermogen in Nederland ligt juist relatief laag vergeleken met andere landen. Dit komt vooral door ons pensioensysteem: de meeste Nederlanders sparen via pensioenfondsen voor de oude dag (niet vrij beschikbaar), terwijl burgers in andere landen dat vaker zelf doen (wel vrij beschikbaar). Hiermee hebben Nederlandse huishoudens mogelijk ook minder spaargeld nodig om zich ‘comfortabel’ te voelen.

Over het algemeen zijn de Europese landen waar mensen tevreden zijn over hun spaargeld ook de landen waar mensen zeggen zich het meest gelukkig te voelen. Voor wat betreft geluk moet Nederland in dit onderzoek alleen Luxemburg voor zich dulden. Italië bungelt onderaan: minder dan 40% geeft aan zich gelukkig te voelen, terwijl nog geen kwart tevreden is met de hoeveelheid spaargeld. De samenhang tussen geluk enerzijds en tevredenheid met spaargeld anderzijds duidt overigens niet automatisch op een oorzakelijk verband.

Samenwonende stellen in Nederland gooien hun geld vaker ‘op één hoop’ dan koppels in naburige landen. Twee op de drie (66%) Nederlandse stellen geven aan de financiën grotendeels of volledig gezamenlijk te doen. In België is dat bij 54%, in Duitsland bij 51% van de koppels. Dit verschil is bijvoorbeeld terug te zien bij gezamenlijke rekeningen. In Nederland heeft 30% van de samenwonende paren zo’n rekening en is nog eens 33% geneigd er in de toekomst één te openen. Vooral in Duitsland ligt dit aandeel een stuk lager:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.