Helft bedrijven slachtoffer van financieel-economische fraude
Wereldwijd wordt de helft van alle bedrijven geconfronteerd met financieel-economisch fraude. In 2016 was dit nog 36 procent. Verduistering van geld en goederen, cybercrime en consumentenbedrog staan in de top-3 van meest voorkomende fraudegevallen. Dat blijkt uit de Global Economic Crime and Fraud Survey 2018 van PwC onder 7.200 respondenten (c-suite) uit 123 landen, waaronder Nederland.
PwC doet elke twee jaar onderzoek naar financieel-economische criminaliteit en de oorzaken en gevolgen hiervan. Volgens Sylvie Bleker, compliance- en integriteitsdeskundige van PwC en tevens als hoogleraar verbonden aan de VU, zijn er enkele verschillen in het Nederlandse bedrijfsleven ten opzichte van het wereldwijde onderzoek. ‘Cybercrime wordt in Nederland als een groter gevaar gezien dan uit de mondiale enquête blijkt. Bijna de helft – 46 procent – ziet cybercrime als de grootste bedreiging voor de komende twee jaar. Wereldwijd is dit maar 26 procent.’
Daarnaast is er een groot verschil op het gebied van regelgeving tussen Nederland en de rest van de wereld. ‘In gereguleerde sectoren, zoals de financiële, is er geen onderscheid. Maar Nederland valt op in sectoren die niet gereguleerd zijn. Daar is veel te weinig aandacht voor een goed anti-fraude beleid en voor integriteitsprotocollen. Je hoort hier vaak; “we kennen ons personeel, dat soort dingen gebeuren bij ons niet.” Uiteindelijk is het maar zeer de vraag of je je personeel en derden echt zo goed kent. We screenen nog steeds veel te weinig. Daarnaast is het belangrijk om de taal van je medewerkers te spreken. Zij kunnen de beste bedoelingen hebben, maar moeite hebben om de juridische protocollen te begrijpen’, zegt Bleker.
De houding van deze bedrijven resulteert erin dat in Nederland twee derde van de bedrijven een anti-fraude beleid heeft en aandacht schenkt aan integriteitsvraagstukken, tegenover ruim driekwart wereldwijd. Meer dan 30 procent van de ondervraagde Nederlandse bedrijven heeft niets op dit gebied. In de rest van de wereld is dat slechts 17 procent.
PwC doet elke twee jaar onderzoek naar financieel-economische criminaliteit en de oorzaken en gevolgen hiervan. Volgens Sylvie Bleker, compliance- en integriteitsdeskundige van PwC en tevens als hoogleraar verbonden aan de VU, zijn er enkele verschillen in het Nederlandse bedrijfsleven ten opzichte van het wereldwijde onderzoek. ‘Cybercrime wordt in Nederland als een groter gevaar gezien dan uit de mondiale enquête blijkt. Bijna de helft – 46 procent – ziet cybercrime als de grootste bedreiging voor de komende twee jaar. Wereldwijd is dit maar 26 procent.’
Daarnaast is er een groot verschil op het gebied van regelgeving tussen Nederland en de rest van de wereld. ‘In gereguleerde sectoren, zoals de financiële, is er geen onderscheid. Maar Nederland valt op in sectoren die niet gereguleerd zijn. Daar is veel te weinig aandacht voor een goed anti-fraude beleid en voor integriteitsprotocollen. Je hoort hier vaak; “we kennen ons personeel, dat soort dingen gebeuren bij ons niet.” Uiteindelijk is het maar zeer de vraag of je je personeel en derden echt zo goed kent. We screenen nog steeds veel te weinig. Daarnaast is het belangrijk om de taal van je medewerkers te spreken. Zij kunnen de beste bedoelingen hebben, maar moeite hebben om de juridische protocollen te begrijpen’, zegt Bleker.
De houding van deze bedrijven resulteert erin dat in Nederland twee derde van de bedrijven een anti-fraude beleid heeft en aandacht schenkt aan integriteitsvraagstukken, tegenover ruim driekwart wereldwijd. Meer dan 30 procent van de ondervraagde Nederlandse bedrijven heeft niets op dit gebied. In de rest van de wereld is dat slechts 17 procent.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.