Lakeman eist voor MKB-bedrijven 7 mln van ABN AMRO wegens swapschade
Directeur Pieter Lakeman van Swapschade B.V. dagvaardt vandaag namens tien MKB-bedrijven ABN AMRO. Hij eist dat de bank alle schade vergoedt die deze bedrijven door het afsluiten van renteswap-contracten hebben geleden. Het schadebedrag bedraagt 7 miljoen euro. In zijn dagvaarding stelt Lakeman dat ABN AMRO onrechtmatig handelde, de zorgplicht schond, de gedupeerde bedrijven onjuist en onvolledig informeerde en hen bewust een speculatief en riskant product verkocht in plaats van een veilige rentecap.
Volgens Swapschade is het financieel risico van renteswaps in principe onbegrensd en door ABN AMRO volledig bij de gedupeerde MKB-bedrijven gelegd. Lakeman: “De bank had ze geen renteswaps, maar rentecaps moeten adviseren en verkopen. Een rentecap is een risicoloos financieel product dat de klant beschermt tegen rentestijgingen, terwijl een renteswap in alle gevallen de financiële risico’s van de klant ernstig vergroot, ten gunste van de bank.” Een cap kostte gemiddeld 2,5% van de hoofdsom terwijl de feitelijke schade voor de ondernemer bij aankoop van een swap gemiddeld meer dan 30% van de hoofdsom bedroeg.
Alle door de bank verkochte swapcontracten hadden voor de ondernemer al bij ondertekening een negatieve waarde. Een deel van het vermogen werd daardoor automatisch - maar onzichtbaar voor de ondernemer – naar de bank overgeheveld. Bij de tien MKB-bedrijven in kwestie ging het om gemiddeld 55.000 euro. Medewerkers van de bank ontvingen voor de verkoop van renteswaps extra bonussen.
De negatieve startwaarde leidde bij de bedrijven tot minder financiële reserves en solvabiliteit en een toegenomen kans op plaatsing door hun bank onder bijzonder beheer. Tevens was er sprake van een negatieve ontwikkeling van de bedrijfsgroei als gevolg van minder kredietmogelijkheden en werd het vervroegd aflossen van leningen bemoeilijkt. Andere negatieve gevolgen: een grotere kans op een faillissement en extra kosten als gevolg van onder meer een hogere renteopslag, nieuwe vastgoedtaxaties en het in moeten schakelen van adviseurs.
De Nederlandse banken hebben met behulp van de negatieve startwaardes naar schatting van Lakeman meer dan één miljard euro naar zichzelf overgeheveld. Swapschade schat de algehele swapschade voor het Nederlandse MKB op minstens 10 miljard euro.
Swapschade heeft er met het oog op de procesefficiency voor gekozen om gedupeerden met identieke grondslagen (zowel juridisch als feitelijk) op één dagvaarding naar voren te brengen. Er zijn, in aansluiting op de nu uitgebrachte dagvaarding, méér procedures in voorbereiding. Lakeman verwacht die binnen enkele maanden te kunnen starten. De rode draad in alle zaken is dat de renteswaps volgens hem nooit verkocht hadden mogen worden: “Men heeft willens en wetens een volstrekt inferieur en niet passend product verkocht. De onwetende klanten zijn niet gewaarschuwd voor de daaraan verbonden risico’s en niet gewezen op de niet riskante rentecaps. Het eigen belang stond voorop en de wettelijk vastgelegde zorgplicht is op een grove wijze geschonden.”
Volgens Swapschade is het financieel risico van renteswaps in principe onbegrensd en door ABN AMRO volledig bij de gedupeerde MKB-bedrijven gelegd. Lakeman: “De bank had ze geen renteswaps, maar rentecaps moeten adviseren en verkopen. Een rentecap is een risicoloos financieel product dat de klant beschermt tegen rentestijgingen, terwijl een renteswap in alle gevallen de financiële risico’s van de klant ernstig vergroot, ten gunste van de bank.” Een cap kostte gemiddeld 2,5% van de hoofdsom terwijl de feitelijke schade voor de ondernemer bij aankoop van een swap gemiddeld meer dan 30% van de hoofdsom bedroeg.
Alle door de bank verkochte swapcontracten hadden voor de ondernemer al bij ondertekening een negatieve waarde. Een deel van het vermogen werd daardoor automatisch - maar onzichtbaar voor de ondernemer – naar de bank overgeheveld. Bij de tien MKB-bedrijven in kwestie ging het om gemiddeld 55.000 euro. Medewerkers van de bank ontvingen voor de verkoop van renteswaps extra bonussen.
De negatieve startwaarde leidde bij de bedrijven tot minder financiële reserves en solvabiliteit en een toegenomen kans op plaatsing door hun bank onder bijzonder beheer. Tevens was er sprake van een negatieve ontwikkeling van de bedrijfsgroei als gevolg van minder kredietmogelijkheden en werd het vervroegd aflossen van leningen bemoeilijkt. Andere negatieve gevolgen: een grotere kans op een faillissement en extra kosten als gevolg van onder meer een hogere renteopslag, nieuwe vastgoedtaxaties en het in moeten schakelen van adviseurs.
De Nederlandse banken hebben met behulp van de negatieve startwaardes naar schatting van Lakeman meer dan één miljard euro naar zichzelf overgeheveld. Swapschade schat de algehele swapschade voor het Nederlandse MKB op minstens 10 miljard euro.
Swapschade heeft er met het oog op de procesefficiency voor gekozen om gedupeerden met identieke grondslagen (zowel juridisch als feitelijk) op één dagvaarding naar voren te brengen. Er zijn, in aansluiting op de nu uitgebrachte dagvaarding, méér procedures in voorbereiding. Lakeman verwacht die binnen enkele maanden te kunnen starten. De rode draad in alle zaken is dat de renteswaps volgens hem nooit verkocht hadden mogen worden: “Men heeft willens en wetens een volstrekt inferieur en niet passend product verkocht. De onwetende klanten zijn niet gewaarschuwd voor de daaraan verbonden risico’s en niet gewezen op de niet riskante rentecaps. Het eigen belang stond voorop en de wettelijk vastgelegde zorgplicht is op een grove wijze geschonden.”
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.