Rabobank: woningen mogelijk duurder door verhuizende Amsterdammers
Verhuizende Amsterdammers maken woningen in de gemeenten waar zij gaan wonen waarschijnlijk duurder. Dat komt door een forse overwaarde op hun oude woning, waardoor zij bij verhuizing veel meer financiële armslag hebben dan andere potentiële kopers. Dit heeft waarschijnlijk een prijsopdrijvend effect op lokale woningmarkten. Dat schrijven economen van de Rabobank in hun vandaag verschenen Kwartaalbericht Woningmarkt.
De Rabobankeconomen vergeleken onder andere de gemiddelde prijzen van tussenwoningen in de regio die zijn gekocht door Amsterdammers en niet-Amsterdammers. Rabobankeconoom Rogier Aalders: “Behalve in Zaanstad betaalden Amsterdammers in elke onderzochte gemeente gemiddeld meer voor hun tussenwoning. In Amstelveen, Haarlem, Hilversum en Utrecht bedraagt dit verschil 50 tot 65 duizend euro, in de Gooise Meren meer dan een ton. Dit kan betekenen dat Amsterdammers in de race met andere potentiële kopers meer bieden voor dezelfde woning, of dat zij sneller kiezen voor de duurdere huizen op de woningmarkt. Zeer waarschijnlijk is het een combinatie van beide. Dit zou betekenen dat verhuizende Amsterdammers een prijsopdrijvend effect hebben in de regio.”
Amsterdammers die een huis kopen buiten de hoofdstad hebben dus mogelijk een forse invloed op andere lokale woningmarkten. Aalders: “In de middelgrote steden Almere en Haarlem wordt bijvoorbeeld 14 respectievelijk 18 procent van de woningen gekocht door Amsterdammers. In de kleinere plaatsen rondom de stad liggen deze percentages nog veel hoger: van rond de 30 procent in Waterland, Weesp, Amstelveen en Oostzaan tot zo’n 40 procent in Ouder-Amstel en Landsmeer en maar liefst 50 procent in Diemen.”
De Rabobankeconomen blijven bij hun eerdere verwachting dat de huizenprijzen in 2018 met 8 procent zullen stijgen. In 2019 zal dat zo’n 7 procent zijn, waardoor een gemiddeld huis over twee jaar meer dan 300.000 euro zal kosten. Wel hebben de economen hun voorspelling voor het aantal transacties bijgesteld vanwege slechtere cijfers in de perifere regio’s dan verwacht. Zij voorzien dat het aantal verkochte huizen in ons land licht zal dalen: tot 235.000 woningen in 2018.
De Rabobankeconomen vergeleken onder andere de gemiddelde prijzen van tussenwoningen in de regio die zijn gekocht door Amsterdammers en niet-Amsterdammers. Rabobankeconoom Rogier Aalders: “Behalve in Zaanstad betaalden Amsterdammers in elke onderzochte gemeente gemiddeld meer voor hun tussenwoning. In Amstelveen, Haarlem, Hilversum en Utrecht bedraagt dit verschil 50 tot 65 duizend euro, in de Gooise Meren meer dan een ton. Dit kan betekenen dat Amsterdammers in de race met andere potentiële kopers meer bieden voor dezelfde woning, of dat zij sneller kiezen voor de duurdere huizen op de woningmarkt. Zeer waarschijnlijk is het een combinatie van beide. Dit zou betekenen dat verhuizende Amsterdammers een prijsopdrijvend effect hebben in de regio.”
Amsterdammers die een huis kopen buiten de hoofdstad hebben dus mogelijk een forse invloed op andere lokale woningmarkten. Aalders: “In de middelgrote steden Almere en Haarlem wordt bijvoorbeeld 14 respectievelijk 18 procent van de woningen gekocht door Amsterdammers. In de kleinere plaatsen rondom de stad liggen deze percentages nog veel hoger: van rond de 30 procent in Waterland, Weesp, Amstelveen en Oostzaan tot zo’n 40 procent in Ouder-Amstel en Landsmeer en maar liefst 50 procent in Diemen.”
De Rabobankeconomen blijven bij hun eerdere verwachting dat de huizenprijzen in 2018 met 8 procent zullen stijgen. In 2019 zal dat zo’n 7 procent zijn, waardoor een gemiddeld huis over twee jaar meer dan 300.000 euro zal kosten. Wel hebben de economen hun voorspelling voor het aantal transacties bijgesteld vanwege slechtere cijfers in de perifere regio’s dan verwacht. Zij voorzien dat het aantal verkochte huizen in ons land licht zal dalen: tot 235.000 woningen in 2018.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.