NVB: Beperk aantal bankbeslagen
Deurwaarders zouden altijd eerst moeten proberen om onder de werkgever loonbeslag te leggen voor dat ze over gaan tot bankbeslag. Dat schrijft de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in reactie op het conceptwetsvoorstel herziening van het beslag- en executierecht dat voorziet in de invoering van een beslagvrij bedrag bij bankbeslag.
De NVB waardeert de intentie van de wetgever om armoede onder schuldenaren te bestrijden maar een beslagvrij bedrag maakt bankbeslagen ingewikkeld, duur en weinig effectief. Het zou daarom, conform de doelstellingen van de wetgever, efficiënter zijn om deurwaarders te verplichten om zo mogelijk eerst loonbeslag te leggen.
Groot voordeel is dat de beslagvrije voet zich bij loonbeslag veel eenvoudiger laat bepalen en separeren dan bij beslag op een bankrekening. Dat hangt samen met het feit dat over de bankrekening in de regel het betalingsverkeer van de beslagene loopt: er vinden op de bankrekening bij- en afschrijvingen plaats. Dat maakt het ingewikkeld het beslagvrije bedrag geïsoleerd te bekijken. De stand van de bankrekening fluctueert door betalingen en automatische afschrijvingen, het bepalen van een ‘beslagvrij bedrag’ op de rekening is daarom betrekkelijk willekeurig. Bovendien zullen er ten laste van het bedrag op de bankrekening als gevolg van de bijschrijving van loon of uitkering betalingen plaatsvinden (bijvoorbeeld hypotheek/huur, gas/water/elektriciteit, etc.) waarvan juist wordt beoogd dat die worden gedaan uit het ‘beslagvrije bedrag’. Anders gezegd: het op eerlijke wijze bepalen en isoleren van een beslagvrij bedrag is voor de banken vrijwel ondoenlijk.
Dat wringt des te meer omdat banken tegen wil en dank worden betrokken bij een geschil tussen twee andere partijen, van wie één haar klant/rekeninghouder is. Uitgangspunt van de wet zou dan ook moeten blijven dat de bank als derde-beslagene niet in een slechtere positie mag komen als gevolg van de beslaglegging waarin zij buiten haar toedoen wordt betrokken. Dat geldt zowel voor de juridische positie van de bank als voor de kosten die zij noodgedwongen maakt voor het uitvoeren van haar wettelijke taken.
De NVB waardeert de intentie van de wetgever om armoede onder schuldenaren te bestrijden maar een beslagvrij bedrag maakt bankbeslagen ingewikkeld, duur en weinig effectief. Het zou daarom, conform de doelstellingen van de wetgever, efficiënter zijn om deurwaarders te verplichten om zo mogelijk eerst loonbeslag te leggen.
Groot voordeel is dat de beslagvrije voet zich bij loonbeslag veel eenvoudiger laat bepalen en separeren dan bij beslag op een bankrekening. Dat hangt samen met het feit dat over de bankrekening in de regel het betalingsverkeer van de beslagene loopt: er vinden op de bankrekening bij- en afschrijvingen plaats. Dat maakt het ingewikkeld het beslagvrije bedrag geïsoleerd te bekijken. De stand van de bankrekening fluctueert door betalingen en automatische afschrijvingen, het bepalen van een ‘beslagvrij bedrag’ op de rekening is daarom betrekkelijk willekeurig. Bovendien zullen er ten laste van het bedrag op de bankrekening als gevolg van de bijschrijving van loon of uitkering betalingen plaatsvinden (bijvoorbeeld hypotheek/huur, gas/water/elektriciteit, etc.) waarvan juist wordt beoogd dat die worden gedaan uit het ‘beslagvrije bedrag’. Anders gezegd: het op eerlijke wijze bepalen en isoleren van een beslagvrij bedrag is voor de banken vrijwel ondoenlijk.
Dat wringt des te meer omdat banken tegen wil en dank worden betrokken bij een geschil tussen twee andere partijen, van wie één haar klant/rekeninghouder is. Uitgangspunt van de wet zou dan ook moeten blijven dat de bank als derde-beslagene niet in een slechtere positie mag komen als gevolg van de beslaglegging waarin zij buiten haar toedoen wordt betrokken. Dat geldt zowel voor de juridische positie van de bank als voor de kosten die zij noodgedwongen maakt voor het uitvoeren van haar wettelijke taken.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.