Ondanks de positieve economische vooruitzichten die het kabinet presenteerde, ervaren veel Nederlanders nog geldzorgen. Hierover praten wordt echter nog niet zo gewoon gevonden. Meer dan een kwart vindt financiële zorgen in zijn of haar omgeving een taboe-onderwerp. Maar liefst 16 procent wacht met het delen van problemen tot het echt niet anders kan. 6 procent vraagt zelfs nooit om hulp. Dit blijkt uit onderzoek van PanelWizard, in opdracht van SNS (onderdeel van de Volksbank).
Uit het onderzoek van SNS blijkt dat 30 procent van de Nederlanders überhaupt niet graag over zijn of haar financiën praat, maar als het financiële zorgen betreft, wordt dit nog lastiger. Bijna 40 procent schaamt zich om hierover te praten. Ruim een derde is bang dat mensen anders naar hen zullen kijken wanneer ze hun financiële zorgen delen. Bovendien negeert bijna een derde zijn of haar financiële zorgen liever dan erover te praten.
En geldzorgen hebben een grote impact op onze gezondheid, blijkt uit het onderzoek. 58 procent van de mensen die financiële zorgen heeft ligt daarvan wakker. 30 procent is door deze zorgen minder geconcentreerd op het werk.
Wat niet besproken wordt, kan ook niet opgelost worden
De maandelijkse Barometer Financiële Onbezorgdheid van de Volksbank, waar SNS onderdeel van is, toonde dit jaar aan dat ongeveer een derde van de Nederlanders zich zorgen maakt. Deze barometer is een wetenschappelijk gefundeerde methode om de mate waarin Nederlanders financiële zorgen hebben in kaart te brengen. Ton Timmerman, directievoorzitter SNS: “Een grote groep blijkt zich zorgen te maken en dit vormde aanleiding om dit verder te onderzoeken. We maken het onderwerp graag bespreekbaar, want we kunnen zorgen alleen bij elkaar wegnemen door erover te praten.”
vrijdag 28 september 2018
Máxima bij viering 40-jarig bestaan en heropening pand Verbond van Verzekeraars
Koningin Máxima is op 17 oktober eregast bij het 40-jarig bestaan en de heropening van het gemoderniseerde kantoor van het Verbond van Verzekeraars in Den Haag.
Het jubileum en de heropening worden gevierd met een symposium dat grotendeels in het teken staat van de impact van technologie op de toekomst van de verzekeringssector. Na het inhoudelijk programma zal Koningin Máxima een plaquette onthullen waarmee het kantoor van de brancheorganisatie officieel aan een tweede jeugd begint.
Het veertigjarig bestaan en de heropening worden gevierd met bestuurders van aangesloten verzekeraars, stakeholders en het eigen personeel. Tijdens het ochtendprogramma verzorgt technologie-ondernemer en auteur Peter Hinssen een lezing en komen onder andere Willem van Duin, voorzitter van het Verbond en bestuursvoorzitter van Achmea, en minister van Financiën Wopke Hoekstra aan het woord.
Het Verbond van Verzekeraars is op 10 mei 1978 opgericht, toen de Nederlandse Vereniging ter Bevordering van het Levensverzekeringswezen en de Unie van Schadeverzekeraars de krachten bundelden. Sindsdien zijn nagenoeg alle in Nederland werkzame levens- en schadeverzekeraars bij het Verbond aangesloten. In 1996 betrok het Verbond de huidige locatie aan de Bordewijklaan in Den Haag. Dat kantoor werd op 8 november dat jaar officieel geopend door de toenmalige Koningin Beatrix.
Het jubileum en de heropening worden gevierd met een symposium dat grotendeels in het teken staat van de impact van technologie op de toekomst van de verzekeringssector. Na het inhoudelijk programma zal Koningin Máxima een plaquette onthullen waarmee het kantoor van de brancheorganisatie officieel aan een tweede jeugd begint.
Het veertigjarig bestaan en de heropening worden gevierd met bestuurders van aangesloten verzekeraars, stakeholders en het eigen personeel. Tijdens het ochtendprogramma verzorgt technologie-ondernemer en auteur Peter Hinssen een lezing en komen onder andere Willem van Duin, voorzitter van het Verbond en bestuursvoorzitter van Achmea, en minister van Financiën Wopke Hoekstra aan het woord.
Het Verbond van Verzekeraars is op 10 mei 1978 opgericht, toen de Nederlandse Vereniging ter Bevordering van het Levensverzekeringswezen en de Unie van Schadeverzekeraars de krachten bundelden. Sindsdien zijn nagenoeg alle in Nederland werkzame levens- en schadeverzekeraars bij het Verbond aangesloten. In 1996 betrok het Verbond de huidige locatie aan de Bordewijklaan in Den Haag. Dat kantoor werd op 8 november dat jaar officieel geopend door de toenmalige Koningin Beatrix.
donderdag 27 september 2018
Onderzoek AFM naar keuzevrijheid pensioendeelnemers biedt inzichten voor discussie over pensioenstelsel
Pensioendeelnemers met keuzevrijheid over hun premie-inleg nemen niet altijd financieel verstandige beslissingen. Zorgvuldige keuzebegeleiding en doelgroepbepaling zijn daarom belangrijk bij het aanbieden van keuzevrijheid. Dat constateert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van nieuw onderzoek. Met het onderzoek wil de AFM een objectieve bijdrage leveren aan de discussie over een nieuw pensioenstelsel.
Bij de discussie over een nieuw pensioenstelsel is keuzevrijheid een belangrijk thema. De AFM deed onderzoek onder 3.150 pensioendeelnemers over differentiatie in premie-inleg om inzichten te vergaren over de behoeftes van deelnemers en de mogelijke gevolgen van keuzevrijheid in de praktijk.
In het onderzoek kiest 40 procent van de respondenten voor een tijdelijke premiestop van één tot vijf jaar. Zij kiezen voor een hoger besteedbaar inkomen nu, ten koste van inkomen na pensionering. Daar zitten ook mensen bij voor wie dat onverstandig lijkt, omdat zij nu al een ontoereikend pensioen hebben. In dit onderzoek lijkt bij keuzevrijheid geen verband tussen wat financieel verstandiger zou zijn en de keuze die mensen maken.
Differentiatie in premie-inleg kan door keuzevrijheid door de individuele pensioendeelnemer, maatwerk door de pensioenuitvoerder of een combinatie van die twee. Zo zou er tijdelijk meer of minder premie ingelegd kunnen worden tijdens de opbouwfase. Uit economische modellen blijkt dat zulke differentiatie welvaartswinst kan opleveren; voor pensioendeelnemers met een pensioenoverschot én voor deelnemers met een pensioengat. Zowel keuzevrijheid als maatwerk kunnen een betere spreiding van inkomen over de levenscyclus opleveren.
Bij keuzevrijheid neemt het risico op individuele fouten echter ook toe. Zo kunnen deelnemers een pensioengat groter maken als zij voor een tijdelijke premiestop kunnen kiezen. Er zijn ook deelnemers die nu afstevenen op een hoger pensioeninkomen dan hun huidige inkomen. Een tijdelijke premiestop zou voor deze deelnemers economisch voordelig kunnen zijn. Toch kiest deze groep niet altijd voor een tijdelijke stop.
De AFM keek ook met een literatuurstudie naar de risico’s die volgen uit differentiatie in premie-inleg en hoe deze beperkt kunnen worden. Die inventarisatie wijst uit dat voor bepaalde doelgroepen keuzebegeleiding met een vorm van (bindend) maatwerk de enige werkende optie is die het risico op individuele fouten in sterke mate kan verkleinen. Daarbij tekent de AFM wel aan dat het aanbieden van keuzemogelijkheden en maatwerk kostbaarder is dan gestandaardiseerde oplossingen. Uitvoeringskosten zijn dan ook een belangrijk aspect om mee te nemen in de discussie over keuzevrijheid.
Differentiatiemogelijkheden hebben invloed op de balans tussen deelnemersbescherming en de verantwoordelijkheid die deelnemers zelf dragen voor hun pensioeninkomen. Met haar onderzoeksresultaten maakt de AFM inzichtelijk wat de introductie van keuzevrijheid in premie-inleg betekent voor pensioendeelnemers. Dit is vergelijkbaar met wat Netspar en het Centraal Planbureau vorige week deden met hun onderzoek naar de macro-economische doelmatigheid van keuzevrijheid in de uitkeringsfase. Beide onderzoeken vullen elkaar aan en beleidsmakers kunnen de inzichten gebruiken als onderbouwing bij de discussie over een nieuw pensioenstelsel. De AFM neemt met dit onderzoek geen standpunt in.
Bij de discussie over een nieuw pensioenstelsel is keuzevrijheid een belangrijk thema. De AFM deed onderzoek onder 3.150 pensioendeelnemers over differentiatie in premie-inleg om inzichten te vergaren over de behoeftes van deelnemers en de mogelijke gevolgen van keuzevrijheid in de praktijk.
In het onderzoek kiest 40 procent van de respondenten voor een tijdelijke premiestop van één tot vijf jaar. Zij kiezen voor een hoger besteedbaar inkomen nu, ten koste van inkomen na pensionering. Daar zitten ook mensen bij voor wie dat onverstandig lijkt, omdat zij nu al een ontoereikend pensioen hebben. In dit onderzoek lijkt bij keuzevrijheid geen verband tussen wat financieel verstandiger zou zijn en de keuze die mensen maken.
Differentiatie in premie-inleg kan door keuzevrijheid door de individuele pensioendeelnemer, maatwerk door de pensioenuitvoerder of een combinatie van die twee. Zo zou er tijdelijk meer of minder premie ingelegd kunnen worden tijdens de opbouwfase. Uit economische modellen blijkt dat zulke differentiatie welvaartswinst kan opleveren; voor pensioendeelnemers met een pensioenoverschot én voor deelnemers met een pensioengat. Zowel keuzevrijheid als maatwerk kunnen een betere spreiding van inkomen over de levenscyclus opleveren.
Bij keuzevrijheid neemt het risico op individuele fouten echter ook toe. Zo kunnen deelnemers een pensioengat groter maken als zij voor een tijdelijke premiestop kunnen kiezen. Er zijn ook deelnemers die nu afstevenen op een hoger pensioeninkomen dan hun huidige inkomen. Een tijdelijke premiestop zou voor deze deelnemers economisch voordelig kunnen zijn. Toch kiest deze groep niet altijd voor een tijdelijke stop.
De AFM keek ook met een literatuurstudie naar de risico’s die volgen uit differentiatie in premie-inleg en hoe deze beperkt kunnen worden. Die inventarisatie wijst uit dat voor bepaalde doelgroepen keuzebegeleiding met een vorm van (bindend) maatwerk de enige werkende optie is die het risico op individuele fouten in sterke mate kan verkleinen. Daarbij tekent de AFM wel aan dat het aanbieden van keuzemogelijkheden en maatwerk kostbaarder is dan gestandaardiseerde oplossingen. Uitvoeringskosten zijn dan ook een belangrijk aspect om mee te nemen in de discussie over keuzevrijheid.
Differentiatiemogelijkheden hebben invloed op de balans tussen deelnemersbescherming en de verantwoordelijkheid die deelnemers zelf dragen voor hun pensioeninkomen. Met haar onderzoeksresultaten maakt de AFM inzichtelijk wat de introductie van keuzevrijheid in premie-inleg betekent voor pensioendeelnemers. Dit is vergelijkbaar met wat Netspar en het Centraal Planbureau vorige week deden met hun onderzoek naar de macro-economische doelmatigheid van keuzevrijheid in de uitkeringsfase. Beide onderzoeken vullen elkaar aan en beleidsmakers kunnen de inzichten gebruiken als onderbouwing bij de discussie over een nieuw pensioenstelsel. De AFM neemt met dit onderzoek geen standpunt in.
Tien jaar na Lehman: dankzij centrale afwikkeling van derivaten een transparanter en veiliger financieel systeem
Deze maand is het tien jaar geleden dat het Amerikaanse Lehman Brothers failliet ging. Via de derivatenmarkten was Lehman Brothers verweven met de rest van het financieel systeem en haar faillissement leidde om die reden tot onrust in de markten. Derivatencontracten die via een centrale tegenpartij (central counterparty of CCP) waren afgewikkeld vormden daarop een uitzondering omdat de CCP optrad als schokbreker. Sindsdien worden steeds meer derivatentransacties centraal afgewikkeld via een CCP. Dat maakt het financieel systeem als geheel veiliger. Tegelijkertijd is de CCP zo’n belangrijke schakel dat deze systeemrelevant is geworden en onder toezicht staat.
CCP’s hebben een belangrijke functie ‘achter de schermen’ van de aandelen- en derivatenmarkten. Na een transactie tussen twee handelende partijen plaatst de CCP zich tussen koper en verkoper. Op die manier krijgen de twee handelende partijen slechts te maken met één tegenpartij, die er speciaal op ingericht is risico’s beter te beheersen dan de oorspronkelijke tegenpartij. De CCP vraagt hiervoor zekerheden in de vorm van onderpand.
ls reactie op de crisis riep de G-20 op om de derivatenmarkt transparanter en veiliger te maken en zag hiervoor een grote rol voor CCP’s weggelegd. Gestandaardiseerde derivatencontracten moesten waar mogelijk verhandeld worden op een handelsplatform en afgewikkeld via een CCP. Ook werd opgeroepen voortaan alle derivatencontracten in transactieregisters vast te leggen en kapitaaleisen voor niet-centraal-geclearde derivatencontracten te verhogen. Het doel van dit pakket van maatregelen was te voorkomen dat risico's zich nogmaals konden concentreren bij partijen die ze niet kunnen dragen.
Aan de oproep van de G-20 is gehoor gegeven: steeds meer derivatencontracten worden centraal afgewikkeld via een CCP. Volgens de laatste cijfers van de Bank for Internationale Settlements (BIS) is vooral het aandeel van centraal geclearde rente- en kredietderivaten aanzienlijk toegenomen. De zogenoemde over the counter (OTC) derivatenmarkt had eind 2017 een omvang van USD 532 biljoen in termen van onderliggende waarde. Ongeveer drie kwart daarvan wordt via een CCP afgewikkeld, twee keer zo veel vergeleken met tien jaar eerder.
CCP’s hebben een belangrijke functie ‘achter de schermen’ van de aandelen- en derivatenmarkten. Na een transactie tussen twee handelende partijen plaatst de CCP zich tussen koper en verkoper. Op die manier krijgen de twee handelende partijen slechts te maken met één tegenpartij, die er speciaal op ingericht is risico’s beter te beheersen dan de oorspronkelijke tegenpartij. De CCP vraagt hiervoor zekerheden in de vorm van onderpand.
ls reactie op de crisis riep de G-20 op om de derivatenmarkt transparanter en veiliger te maken en zag hiervoor een grote rol voor CCP’s weggelegd. Gestandaardiseerde derivatencontracten moesten waar mogelijk verhandeld worden op een handelsplatform en afgewikkeld via een CCP. Ook werd opgeroepen voortaan alle derivatencontracten in transactieregisters vast te leggen en kapitaaleisen voor niet-centraal-geclearde derivatencontracten te verhogen. Het doel van dit pakket van maatregelen was te voorkomen dat risico's zich nogmaals konden concentreren bij partijen die ze niet kunnen dragen.
Aan de oproep van de G-20 is gehoor gegeven: steeds meer derivatencontracten worden centraal afgewikkeld via een CCP. Volgens de laatste cijfers van de Bank for Internationale Settlements (BIS) is vooral het aandeel van centraal geclearde rente- en kredietderivaten aanzienlijk toegenomen. De zogenoemde over the counter (OTC) derivatenmarkt had eind 2017 een omvang van USD 532 biljoen in termen van onderliggende waarde. Ongeveer drie kwart daarvan wordt via een CCP afgewikkeld, twee keer zo veel vergeleken met tien jaar eerder.
woensdag 26 september 2018
Radar waarschuwt voor ‘financieel adviseur’ Activa Finance
Consumentenprogramma Radar waarschuwt voor ‘financieel adviseur’ Activa Finance. Medewerkers van dat bedrijf bellen consumenten met het verhaal dat zij ooit via telemarketing ‘activatiecodes’ zouden hebben gekocht, voor een weekendje naar een hotel en een avond uit eten.
Omdat de benaderde consumenten – ondanks diverse herinneringen – niet binnen twee weken zouden hebben gereageerd, moeten zij nu een bedrag van tussen de 90 en 225 euro betalen. De consument weet echter van niets.
Volgens Radar heeft Activa Finance dezelfde eigenaar als incassobemiddelaar Direct Solutions, het bedrijf dat vervolgens het bedrag probeert te innen. Daarbij zou dreigende taal gebruikt worden.
Omdat de benaderde consumenten – ondanks diverse herinneringen – niet binnen twee weken zouden hebben gereageerd, moeten zij nu een bedrag van tussen de 90 en 225 euro betalen. De consument weet echter van niets.
Volgens Radar heeft Activa Finance dezelfde eigenaar als incassobemiddelaar Direct Solutions, het bedrijf dat vervolgens het bedrag probeert te innen. Daarbij zou dreigende taal gebruikt worden.
Rabobank financiert Energietransitie
Rabobank wil naar eigen zeggen financier zijn van de Energietransitie in Nederland. Passend bij de klimaatdoelen van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord is Rabobank reeds financier van vele projecten op het gebied van duurzame energie-opwekking. Het gaat hierbij om windmolenparken, zonne-energie- en biomassaprojecten.
De trend van verduurzaming van energie-opwekking en andere maatregelen die verstoringen in het klimaat moeten tegengaan zet door. Rabobank hecht grote waarde aan verduurzaming en is vastbesloten haar maatschappelijke bijdrage aan verduurzaming van energie-opwekking te intensiveren. Rabobank is in Nederland de grootste financier van windparken en een top 5-speler wereldwijd. Rabobank is ook financier van alternatieven zoals projecten op het gebied van zonne-energie en biomassa.
Naast windparken op zee bestaan ook initiatieven voor de bouw van windturbineparken op land. Rabobank staat open om hierbij als financier op te treden. Gezien de omvang van de investeringen die gemoeid zijn met de bouw van windturbineparken zal Rabobank hierbij waar nodig samenwerken met andere (bancaire) partners. De plaatsing van windturbineparken op land plaatst alle betrokkenen voor dilemma’s. Het is vanzelfsprekend dat Rabobank bij de beoordeling van financieringsaanvragen de maatschappelijke effecten in haar afweging betrekt. Onze stakeholders kunnen erop rekenen dat Rabobank bij haar beslissingen zo goed mogelijk rekening houdt met de belangen van alle betrokken partijen. Rabobank is mede-ondertekenaar van de Green Deal ‘Participatie van de omgeving bij duurzame energieprojecten’. De bancaire sector voert nauw overleg met de Nederlandse Vereniging van Omwonenden van Windturbines, die ook in “Green Deal” participeert.
De trend van verduurzaming van energie-opwekking en andere maatregelen die verstoringen in het klimaat moeten tegengaan zet door. Rabobank hecht grote waarde aan verduurzaming en is vastbesloten haar maatschappelijke bijdrage aan verduurzaming van energie-opwekking te intensiveren. Rabobank is in Nederland de grootste financier van windparken en een top 5-speler wereldwijd. Rabobank is ook financier van alternatieven zoals projecten op het gebied van zonne-energie en biomassa.
Naast windparken op zee bestaan ook initiatieven voor de bouw van windturbineparken op land. Rabobank staat open om hierbij als financier op te treden. Gezien de omvang van de investeringen die gemoeid zijn met de bouw van windturbineparken zal Rabobank hierbij waar nodig samenwerken met andere (bancaire) partners. De plaatsing van windturbineparken op land plaatst alle betrokkenen voor dilemma’s. Het is vanzelfsprekend dat Rabobank bij de beoordeling van financieringsaanvragen de maatschappelijke effecten in haar afweging betrekt. Onze stakeholders kunnen erop rekenen dat Rabobank bij haar beslissingen zo goed mogelijk rekening houdt met de belangen van alle betrokken partijen. Rabobank is mede-ondertekenaar van de Green Deal ‘Participatie van de omgeving bij duurzame energieprojecten’. De bancaire sector voert nauw overleg met de Nederlandse Vereniging van Omwonenden van Windturbines, die ook in “Green Deal” participeert.
dinsdag 25 september 2018
Trade & commodities partijen en banken bundelen krachten voor financieringsplatform
Vijftien van de grootste bedrijven ter wereld, waaronder banken, handelshuizen, inspectiebedrijven en een energiegigant, hebben samen komgo SA opgericht. De activiteiten van dit nieuwe bedrijf zijn onder andere het digitaliseren van het financieringsproces binnen de trade & commodities sector. Dit gebeurt door middel van een open platform dat functioneert op basis van blockchain technologie.
De oprichters van komgo SA, dat zelfstandig zal gaan opereren, zijn onder andere ABN AMRO, BNP Paribas, Citi, Crédit Agricole Group, Gunvor, ING, Koch Supply & Trading, Macquarie, Mercuria, MUFG Bank, Natixis, Rabobank, Shell, SGS en Societe Generale.
Het kernteam van de twee succesvolle blockchain pilots op het gebied van energie en agrarische commodities zijn overgestapt naar komgo SA om een gedecentraliseerd platform te ontwikkelen op basis van de Ethereum blockchain.
Het platform zal worden ontwikkeld in samenwerking met ConsenSys; het grootste collectief van technologen en ondernemers op het gebied van het ontwikkelen van applicaties, infrastructuur en oplossingen binnen het Ethereum netwerk.
komgo SA zal starten met twee producten die waarschijnlijk voor het einde van het jaar worden gelanceerd. Het eerste product zal het KYC proces standaardiseren en faciliteren, zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van een centrale database; de uitwisseling van versleutelde documenten wordt gerealiseerd via de blochain op een need to know basis. Het tweede product zal bestaan uit een digitale letter of credit, die het mogelijk maakt voor handelshuizen en andere platforms om digitale handelsgegevens en documenten aan te leveren bij hun desbetreffende komgo SA bank. VAKT is opgericht in 2017 met als doel een post-trade verwerkingsplatform voor commodities te ontwikkelen.
De oprichters van komgo SA, dat zelfstandig zal gaan opereren, zijn onder andere ABN AMRO, BNP Paribas, Citi, Crédit Agricole Group, Gunvor, ING, Koch Supply & Trading, Macquarie, Mercuria, MUFG Bank, Natixis, Rabobank, Shell, SGS en Societe Generale.
Het kernteam van de twee succesvolle blockchain pilots op het gebied van energie en agrarische commodities zijn overgestapt naar komgo SA om een gedecentraliseerd platform te ontwikkelen op basis van de Ethereum blockchain.
Het platform zal worden ontwikkeld in samenwerking met ConsenSys; het grootste collectief van technologen en ondernemers op het gebied van het ontwikkelen van applicaties, infrastructuur en oplossingen binnen het Ethereum netwerk.
komgo SA zal starten met twee producten die waarschijnlijk voor het einde van het jaar worden gelanceerd. Het eerste product zal het KYC proces standaardiseren en faciliteren, zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van een centrale database; de uitwisseling van versleutelde documenten wordt gerealiseerd via de blochain op een need to know basis. Het tweede product zal bestaan uit een digitale letter of credit, die het mogelijk maakt voor handelshuizen en andere platforms om digitale handelsgegevens en documenten aan te leveren bij hun desbetreffende komgo SA bank. VAKT is opgericht in 2017 met als doel een post-trade verwerkingsplatform voor commodities te ontwikkelen.
ING neemt belang in Brits fintechplatform voor MKB-financieringen
ING heeft 5 miljoen pond geïnvesteerd in Funding Options, het Britse fintechbedrijf dat een marktplaats biedt voor financiering van het Midden- en Kleinbedrijf. Met de investering krijgt ING een minderheidsaandeel in het platform.
ING Ventures, de investeringstak van ING die investeert in fintech bedrijven, doet de investering. Met het nieuwe kapitaal wil Funding Options het platform verder ontwikkelen, het aantal verkoopmedewerkers uitbreiden en internationaal verder uitbreiden. Funding Options werd in 2012 opgericht in het Verenigd Koninkrijk. In juni kondigden ING en Funding Options aan het platform te introduceren in Nederland als nieuw platform voor financiering van het Nederlandse MKB.
Funding Options is een van de eerste platformen in Nederland waar MKB-ondernemers financieringen van verschillende aanbieders kunnen vergelijken. ING vindt het belangrijk dat een MKB-ondernemer met een goed plan uit een ruime keuze van mogelijkheden de best passende financieringsoptie geboden wordt. Met het opzetten van het platform met Funding Options realiseert ING ook een belangrijke stap in haar innovatiestrategie om een open platform in financiële dienstverlening te creëren.
ING Ventures, de investeringstak van ING die investeert in fintech bedrijven, doet de investering. Met het nieuwe kapitaal wil Funding Options het platform verder ontwikkelen, het aantal verkoopmedewerkers uitbreiden en internationaal verder uitbreiden. Funding Options werd in 2012 opgericht in het Verenigd Koninkrijk. In juni kondigden ING en Funding Options aan het platform te introduceren in Nederland als nieuw platform voor financiering van het Nederlandse MKB.
Funding Options is een van de eerste platformen in Nederland waar MKB-ondernemers financieringen van verschillende aanbieders kunnen vergelijken. ING vindt het belangrijk dat een MKB-ondernemer met een goed plan uit een ruime keuze van mogelijkheden de best passende financieringsoptie geboden wordt. Met het opzetten van het platform met Funding Options realiseert ING ook een belangrijke stap in haar innovatiestrategie om een open platform in financiële dienstverlening te creëren.
maandag 24 september 2018
Crowdfundscout start samenwerking met landelijk dekkend adviseursnetwerk
Vorige week was officiële kick-off van de samenwerking tussen Crowdfundscout en Credion. Crowdfundscout, een onderdeel van Crowdfundmarkt, wil met deze samenwerking ondernemers op zoek naar financiering nog beter van dienst zijn. Door middel van het landelijk dekkend netwerk van adviseurs van Credion kan een financieringsaanvraag nu op maat ingevuld worden.
Jeroen van der Beek, co-founder van Crowdfundscout: "Sinds de livegang van Crowdfundscout eind 2017 hebben we al meer dan 400 ondernemers kunnen helpen in hun zoektocht naar bedrijfsfinanciering. Vanuit onze rol met Crowdfundmarkt richtten wij ons van nature alleen op crowdfunding. We merkten echter dat er bij onze klanten een grote behoefte is aan een breder pallet aan financieringsmogelijkheden. Met Credion hebben we nu een zeer ervaren en betrouwbare partner gevonden."
Crowdfundscout en Credion zijn de samenwerking aangegaan voor het doorverwijzen van ondernemers op zoek naar financiering van hun plannen. Na toestemming van de ondernemer worden de gegevens gedeeld en wordt hij/zij gekoppeld aan één van de lokale Credion adviseurs.
Jeroen van der Beek, co-founder van Crowdfundscout: "Sinds de livegang van Crowdfundscout eind 2017 hebben we al meer dan 400 ondernemers kunnen helpen in hun zoektocht naar bedrijfsfinanciering. Vanuit onze rol met Crowdfundmarkt richtten wij ons van nature alleen op crowdfunding. We merkten echter dat er bij onze klanten een grote behoefte is aan een breder pallet aan financieringsmogelijkheden. Met Credion hebben we nu een zeer ervaren en betrouwbare partner gevonden."
Crowdfundscout en Credion zijn de samenwerking aangegaan voor het doorverwijzen van ondernemers op zoek naar financiering van hun plannen. Na toestemming van de ondernemer worden de gegevens gedeeld en wordt hij/zij gekoppeld aan één van de lokale Credion adviseurs.
ING investeert in Nederlandse fintech Cobase
ING Ventures heeft 7,5 miljoen euro geinvesteerd in Cobase. De Nederlandse fintech lanceert deze week een multibank-platform dat het voor bedrijven in de grootzakelijke markt mogelijk maakt om vanaf één centraal platform toegang te krijgen tot bankrekeningen en andere financiële producten en diensten bij veel verschillende banken en financiële instellingen.
In 2016 heeft Cobase het accelerator programma van ING Wholesale Bank doorlopen, waarin het concept is getest middels prototyping, klantengesprekken en marktonderzoek. Vervolgens heeft Cobase op basis van co-creatie en de lean startup-filosofie een proef gedraaid met een groep pilotklanten, wat betekent dat gedurende de ontwikkeling van het platform de wensen en feedback van de klant continue werden gemeten en meegewogen. Klanten in deze fase kwamen uit de grootzakelijke markt en uit diverse industrieën en landen. Vanaf heden gaat het bedrijf actief sales en marketing voeren.
In 2016 heeft Cobase het accelerator programma van ING Wholesale Bank doorlopen, waarin het concept is getest middels prototyping, klantengesprekken en marktonderzoek. Vervolgens heeft Cobase op basis van co-creatie en de lean startup-filosofie een proef gedraaid met een groep pilotklanten, wat betekent dat gedurende de ontwikkeling van het platform de wensen en feedback van de klant continue werden gemeten en meegewogen. Klanten in deze fase kwamen uit de grootzakelijke markt en uit diverse industrieën en landen. Vanaf heden gaat het bedrijf actief sales en marketing voeren.
vrijdag 21 september 2018
Prinsjesdag: povere pensioenparagraaf
Het kabinet-Rutte presenteert dit jaar een miljoenennota die optimisme ademt en burgers meer koopkracht in het vooruitzicht stelt. De pensioenparagraaf is echter pover. Voor noodzakelijke hervormingen van het stelsel wacht het kabinet op de voorstellen van sociale partners.
Het Verbond van Verzekeraars heeft begrip voor het uitstel van noodzakelijke hervormingen, maar maakt zich wel zorgen over het verder afkalvend vertrouwen in het pensioenstelsel. Algemeen directeur Richard Weurding: "Het pensioen is een arbeidsvoorwaarde, dus het is begrijpelijk dat het kabinet werkgevers en werknemers aan boord wil hebben. Maar over noodzakelijke hervormingen wordt in de polder al jarenlang gesoebat. Intussen hebben zowel jong als oud het gevoel dat ze niet krijgen waar ze recht op hebben".
In de troonrede constateert het kabinet dat het huidige pensioenstelsel collectieve verwachtingen van mensen steeds minder waar maakt. "De stijgende levensverwachting, veranderingen op de arbeidsmarkt en de aanhoudend lage rente hebben kwetsbaarheden aan het licht gebracht." De regering zegt samen met sociale partners te willen werken aan een pensioenstelsel dat deze kwetsbaarheden niet kent en dat tegelijkertijd sterke elementen als de collectieve uitvoering en risicodeling handhaaft.
Volgens Weurding biedt het regeerakkoord hiervoor al goede bouwstenen. Zo zou de ingelegde premie ten goede moeten komen aan de premiebetaler zelf, in plaats van in een anonieme pot te worden gestort. En het kabinet wil een eind maken aan de herverdeling van pensioenaanspraken tussen jong en oud via de zogeheten doorsneepremie. "Dat zijn belangrijke zaken die wat ons betreft goed moeten worden geregeld", aldus Weurding.
Als uitvoerder van circa 45.000 pensioenregelingen van ruim een miljoen Nederlanders en tienduizenden werkgevers, voelen verzekeraars een sterke verantwoordelijkheid voor het creëren van een toekomstbestendig, transparant en begrijpelijk pensioenstelsel. Dit vraagt volgens Weurding om een persoonlijk stelsel, met behoud van risicosolidariteit, waarbij tekorten niet kunnen worden doorgeschoven naar toekomstige generaties.
Het Verbond van Verzekeraars heeft begrip voor het uitstel van noodzakelijke hervormingen, maar maakt zich wel zorgen over het verder afkalvend vertrouwen in het pensioenstelsel. Algemeen directeur Richard Weurding: "Het pensioen is een arbeidsvoorwaarde, dus het is begrijpelijk dat het kabinet werkgevers en werknemers aan boord wil hebben. Maar over noodzakelijke hervormingen wordt in de polder al jarenlang gesoebat. Intussen hebben zowel jong als oud het gevoel dat ze niet krijgen waar ze recht op hebben".
In de troonrede constateert het kabinet dat het huidige pensioenstelsel collectieve verwachtingen van mensen steeds minder waar maakt. "De stijgende levensverwachting, veranderingen op de arbeidsmarkt en de aanhoudend lage rente hebben kwetsbaarheden aan het licht gebracht." De regering zegt samen met sociale partners te willen werken aan een pensioenstelsel dat deze kwetsbaarheden niet kent en dat tegelijkertijd sterke elementen als de collectieve uitvoering en risicodeling handhaaft.
Volgens Weurding biedt het regeerakkoord hiervoor al goede bouwstenen. Zo zou de ingelegde premie ten goede moeten komen aan de premiebetaler zelf, in plaats van in een anonieme pot te worden gestort. En het kabinet wil een eind maken aan de herverdeling van pensioenaanspraken tussen jong en oud via de zogeheten doorsneepremie. "Dat zijn belangrijke zaken die wat ons betreft goed moeten worden geregeld", aldus Weurding.
Als uitvoerder van circa 45.000 pensioenregelingen van ruim een miljoen Nederlanders en tienduizenden werkgevers, voelen verzekeraars een sterke verantwoordelijkheid voor het creëren van een toekomstbestendig, transparant en begrijpelijk pensioenstelsel. Dit vraagt volgens Weurding om een persoonlijk stelsel, met behoud van risicosolidariteit, waarbij tekorten niet kunnen worden doorgeschoven naar toekomstige generaties.
'De regering wijzigt fiscale wetten op belangrijke onderdelen soms te vaak'
De regering wijzigt fiscale wetten op belangrijke onderdelen soms zo vaak en snel achter elkaar dat dit de voorspelbaarheid van de fiscale wetgeving aantast en tot complexe wetgeving leidt. De fiscale behandeling van de eigen woning is daar een voorbeeld van. Bovendien komt in de wetsvoorstellen niet of slechts summier aan de orde wat al die wijzigingen betekenen voor burgers. Verder is het van alle fiscale wetsvoorstellen de bedoeling om de parlementaire behandeling nog dit jaar af te ronden. Dit doet geen recht aan een zorgvuldige behandeling van de wetsvoorstellen.
Dit is te lezen in de adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State over zeven wetsvoorstellen die samen het pakket Belastingplan 2019 vormen. De wetsvoorstellen zijn vandaag (18 september 2018) bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee zijn ook de adviezen van de Afdeling advisering openbaar geworden. In de adviezen gaat de Afdeling advisering in op de belastingmaatregelen die de regering wil doorvoeren.
Daarnaast maakt de Afdeling advisering een opmerking over het tijdstip waarop de regering het pakket wetsvoorstellen dit jaar aan haar heeft voorgelegd. Haar is in eerste instantie een incompleet pakket wetsvoorstellen voorgelegd, terwijl zij als adviseur in laatste instantie moet beschikken over complete wetsvoorstellen. Dit moet in de toekomst worden voorkomen. Als de regering de wetsvoorstellen in de toekomst te laat of niet compleet aan de Afdeling advisering voorlegt, zou dat kunnen betekenen dat zij pas na Prinsjesdag advies kan uitbrengen.
De afschaffing van de dividendbelasting is onderdeel van het pakket Belastingplan 2019. Deze maatregel leidt tot een forse derving van belastinginkomsten. Het is daarom belangrijk dat de regering een zo compleet mogelijk beeld schetst van de gemaakte afwegingen. Op die manier kan een meer politiek afgewogen oordeel over de afschaffing van de dividendbelasting worden gegeven. Het is aan de wetgever, dus aan regering en parlement samen, om dat politieke oordeel te geven.
Dit is te lezen in de adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State over zeven wetsvoorstellen die samen het pakket Belastingplan 2019 vormen. De wetsvoorstellen zijn vandaag (18 september 2018) bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee zijn ook de adviezen van de Afdeling advisering openbaar geworden. In de adviezen gaat de Afdeling advisering in op de belastingmaatregelen die de regering wil doorvoeren.
Daarnaast maakt de Afdeling advisering een opmerking over het tijdstip waarop de regering het pakket wetsvoorstellen dit jaar aan haar heeft voorgelegd. Haar is in eerste instantie een incompleet pakket wetsvoorstellen voorgelegd, terwijl zij als adviseur in laatste instantie moet beschikken over complete wetsvoorstellen. Dit moet in de toekomst worden voorkomen. Als de regering de wetsvoorstellen in de toekomst te laat of niet compleet aan de Afdeling advisering voorlegt, zou dat kunnen betekenen dat zij pas na Prinsjesdag advies kan uitbrengen.
De afschaffing van de dividendbelasting is onderdeel van het pakket Belastingplan 2019. Deze maatregel leidt tot een forse derving van belastinginkomsten. Het is daarom belangrijk dat de regering een zo compleet mogelijk beeld schetst van de gemaakte afwegingen. Op die manier kan een meer politiek afgewogen oordeel over de afschaffing van de dividendbelasting worden gegeven. Het is aan de wetgever, dus aan regering en parlement samen, om dat politieke oordeel te geven.
donderdag 20 september 2018
Minister wil ander beleid consumptieve leningen
Minister Hoekstra (financiën) wil dat de internetbranche voorzichtiger wordt met het verstrekken van leningen bij aankopen. Geld lenen voor consumptieve uitgaven zoals voor een tv, laptop of wasmachine is geen vanzelfsprekendheid.
Een jaar geleden bleek uit een rapport van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat veel consumenten moeite hebben om hun lening bij webwinkels af te lossen.
Volgens de AFM staat er voor 1,2 miljard euro aan ‘verzendhuiskredieten’ bij het BKR geregistreerd, wat nog bescheiden is vergeleken met bijvoorbeeld persoonlijke leningen.
Een jaar geleden bleek uit een rapport van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat veel consumenten moeite hebben om hun lening bij webwinkels af te lossen.
Volgens de AFM staat er voor 1,2 miljard euro aan ‘verzendhuiskredieten’ bij het BKR geregistreerd, wat nog bescheiden is vergeleken met bijvoorbeeld persoonlijke leningen.
'Gesprek banken en politiek belangrijk'
De bankensector wil zich het komend jaar inzetten om samen met het kabinet maatschappelijk-economische uitdagingen aan te pakken. Naast de financiering van de transitie naar een meer duurzame economie valt hierbij te denken aan kredietverlening aan het MKB, de digitale weerbaarheid van burgers en bedrijven, en de financiële weerbaarheid van ouderen.
Bovendien, op tal van terreinen werken banken nauw samen met ministeries (ondernemerschap, cybersecurity, criminaliteitsbestrijding, educatie). Banken blijven de samenwerking zoeken en gaan hierover graag in gesprek. In dat kader is de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) benieuwd naar de agenda voor de financiële sector die het kabinet later dit jaar presenteert.
Banken steunen en delen de ambities van het kabinet rond het Klimaatakkoord toe. Zij dragen graag bij aan nieuwe vormen van financiering van de energietransitie. Vermindering van CO2-uitstoot vraagt een intensieve publiek-private samenwerking. Banken zijn daartoe van harte bereid, zo blijkt ook uit hun inzet in de Taakgroep Financiering van het Klimaatakkoord. De Nederlandse Vereniging van Banken steunt de ambitieuze doelstellingen van de aankomende Klimaatwet en ziet ruimte voor versnelling. De NVB zou het een goede zaak vinden als de ‘gebouwgebonden financiering’ snel een wettelijke grondslag krijgt zodat verduurzaming van de eigen woning voor iedereen mogelijk wordt.
Tegelijk blijkt uit de Miljoenennota 2019 dat de lastendruk op banken deze kabinetsperiode aanzienlijk toeneemt. “Terwijl Nederland juist nu een sterke en diverse bankensector nodig heeft om te kunnen innoveren en om een belangrijke rol te vervullen bij de financiering van een groot aantal maatschappelijke opgaven,” zegt NVB-voorzitter Chris Buijink.
Banken hebben te maken met een optelsom van maatregelen. Banken worden als gevolg van enkele maatregelen die specifiek voor hen gelden zwaarder belast dan het overige bedrijfsleven.
Ze betalen al ieder jaar circa € 475 miljoen aan Nederlandse bankenbelasting, terwijl in bijvoorbeeld Duitsland deze belasting is afgeschaft.
In het Regeerakkoord is daarnaast aangekondigd dat voor banken een minimumkapitaalregeling wordt ingevoerd die jaarlijks € 290 miljoen moet opleveren. Daarbovenop kondigde het kabinet in juni onverwacht aan om de vergoeding die banken betalen over converteerbare obligaties vanaf 1 januari 2019 niet meer fiscaal aftrekbaar te maken. De daarmee gepaard gaande lastenverhoging is met ingang van 2019 jaarlijks zo’n € 160 miljoen. In al deze drie opzichten voert Nederland ten aanzien van banken een beleid dat afwijkt van de rest van Europa, waardoor Nederlandse banken sterk in het nadeel zijn ten opzichte van de Europese concurrentie.
Hoewel de effecten voor individuele banken uiteen kunnen lopen, leiden al deze maatregelen tot een opeenstapeling van lastenverzwaringen voor de banken waardoor de effectieve lastendruk op het Nederlandse bankbedrijf ver boven het door kabinet nagestreefde tarief van 22% uitkomt en ver boven het Europese niveau.
De indruk bestaat dat banken die in het kader van Brexit in beginsel interesse hebben zich in Nederland te vestigen, daarvan af zien. ‘Het kabinet zegt het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven te willen verbeteren - zie de discussie over de dividendbelasting. Maar dat geldt blijkbaar niet voor de financiële sector. Daar kiest het kabinet voor verslechtering,’ aldus NVB-voorzitter Buijink.
Bovendien, op tal van terreinen werken banken nauw samen met ministeries (ondernemerschap, cybersecurity, criminaliteitsbestrijding, educatie). Banken blijven de samenwerking zoeken en gaan hierover graag in gesprek. In dat kader is de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) benieuwd naar de agenda voor de financiële sector die het kabinet later dit jaar presenteert.
Banken steunen en delen de ambities van het kabinet rond het Klimaatakkoord toe. Zij dragen graag bij aan nieuwe vormen van financiering van de energietransitie. Vermindering van CO2-uitstoot vraagt een intensieve publiek-private samenwerking. Banken zijn daartoe van harte bereid, zo blijkt ook uit hun inzet in de Taakgroep Financiering van het Klimaatakkoord. De Nederlandse Vereniging van Banken steunt de ambitieuze doelstellingen van de aankomende Klimaatwet en ziet ruimte voor versnelling. De NVB zou het een goede zaak vinden als de ‘gebouwgebonden financiering’ snel een wettelijke grondslag krijgt zodat verduurzaming van de eigen woning voor iedereen mogelijk wordt.
Tegelijk blijkt uit de Miljoenennota 2019 dat de lastendruk op banken deze kabinetsperiode aanzienlijk toeneemt. “Terwijl Nederland juist nu een sterke en diverse bankensector nodig heeft om te kunnen innoveren en om een belangrijke rol te vervullen bij de financiering van een groot aantal maatschappelijke opgaven,” zegt NVB-voorzitter Chris Buijink.
Banken hebben te maken met een optelsom van maatregelen. Banken worden als gevolg van enkele maatregelen die specifiek voor hen gelden zwaarder belast dan het overige bedrijfsleven.
Ze betalen al ieder jaar circa € 475 miljoen aan Nederlandse bankenbelasting, terwijl in bijvoorbeeld Duitsland deze belasting is afgeschaft.
In het Regeerakkoord is daarnaast aangekondigd dat voor banken een minimumkapitaalregeling wordt ingevoerd die jaarlijks € 290 miljoen moet opleveren. Daarbovenop kondigde het kabinet in juni onverwacht aan om de vergoeding die banken betalen over converteerbare obligaties vanaf 1 januari 2019 niet meer fiscaal aftrekbaar te maken. De daarmee gepaard gaande lastenverhoging is met ingang van 2019 jaarlijks zo’n € 160 miljoen. In al deze drie opzichten voert Nederland ten aanzien van banken een beleid dat afwijkt van de rest van Europa, waardoor Nederlandse banken sterk in het nadeel zijn ten opzichte van de Europese concurrentie.
Hoewel de effecten voor individuele banken uiteen kunnen lopen, leiden al deze maatregelen tot een opeenstapeling van lastenverzwaringen voor de banken waardoor de effectieve lastendruk op het Nederlandse bankbedrijf ver boven het door kabinet nagestreefde tarief van 22% uitkomt en ver boven het Europese niveau.
De indruk bestaat dat banken die in het kader van Brexit in beginsel interesse hebben zich in Nederland te vestigen, daarvan af zien. ‘Het kabinet zegt het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven te willen verbeteren - zie de discussie over de dividendbelasting. Maar dat geldt blijkbaar niet voor de financiële sector. Daar kiest het kabinet voor verslechtering,’ aldus NVB-voorzitter Buijink.
woensdag 19 september 2018
Barbara Baarsma nieuwe directeur Rabobank Amsterdam
Barbara Baarsma wordt de nieuwe directievoorzitter van Rabobank Amsterdam. Zij volgt per 1 januari 2019 Alphons Kurstjens. Baarsma is momenteel directeur Kennisontwikkeling bij Rabobank, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en kroonlid van de Sociaal-Economische Raad. Daarnaast treedt ze vaak op als expert in televisieprogramma's. De econoom ziet de benoeming als een fantastische volgende stap, meldt ze via een persbericht van de Rabobank. "De lokale bank is de belangrijkste pijler onder de coöperatie. Dichtbij mensen, midden in gemeenschappen. En ook de plek waar klanten financieel advies krijgen. De lokale bank is het kloppend hart van Rabobank." (Foto: Rene van der Hulst)
Helft bankpasbetalingen contactloos
Sinds juni 2018 is meer dan de helft van alle bankpasbetalingen in Nederland contactloos en ten opzichte van 2017 is er in ons land een toename van 77 procent in contactloze betalingen.
Het gros van de Nederlanders betaalt met een Maestro pas en 90 procent van alle bankpassen in Nederland zijn geschikt voor contactloos betalen, waarvan bijna de helft minimaal een keer per maand wordt gebruikt.
Het aantal contactloze transacties in de periode januari tot augustus dit jaar steeg in heel Europa met gemiddeld 97 procent ten opzichte van het aantal transacties in dezelfde periode vorig jaar. In meer dan 15 landen op het Europese continent, waaronder Denemarken, Kroatië, Griekenland, Hongarije, Nederland, Polen en Rusland, is meer dan de helft van alle winkeltransacties contactloos.
Het gros van de Nederlanders betaalt met een Maestro pas en 90 procent van alle bankpassen in Nederland zijn geschikt voor contactloos betalen, waarvan bijna de helft minimaal een keer per maand wordt gebruikt.
Het aantal contactloze transacties in de periode januari tot augustus dit jaar steeg in heel Europa met gemiddeld 97 procent ten opzichte van het aantal transacties in dezelfde periode vorig jaar. In meer dan 15 landen op het Europese continent, waaronder Denemarken, Kroatië, Griekenland, Hongarije, Nederland, Polen en Rusland, is meer dan de helft van alle winkeltransacties contactloos.
Boekhoudtool Tellow binnenkort beschikbaar voor alle zzp’ers
Na een interne start bij Rabobank gaat boekhoudtool Tellow als zelfstandige organisatie verder om naast klanten van Rabobank alle zzp’ers in Nederland te ondersteunen bij hun online boekhouding. Tellow is een geautomatiseerde boekhoud-app die direct is gekoppeld aan de zakelijke bankrekening.
Inmiddels zijn er ruim 15.000 aanmeldingen voor Tellow en breekt het moment aan om zzp’ers die elders bankieren dan bij Rabobank ook toegang te bieden tot de app. Dit is mogelijk vanaf eind oktober.
Tellow is in 2016 voortgekomen uit het Moonshot-innovatieprogramma van Rabobank, waarin innovatieve ideeën van eigen medewerkers intern ontwikkeld en begeleid worden voor lancering op de markt.
Inmiddels zijn er ruim 15.000 aanmeldingen voor Tellow en breekt het moment aan om zzp’ers die elders bankieren dan bij Rabobank ook toegang te bieden tot de app. Dit is mogelijk vanaf eind oktober.
Tellow is in 2016 voortgekomen uit het Moonshot-innovatieprogramma van Rabobank, waarin innovatieve ideeën van eigen medewerkers intern ontwikkeld en begeleid worden voor lancering op de markt.
dinsdag 18 september 2018
Europese Centrale Bank: geen plannen voor digitale valuta
De voorzitter van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, zegt dat de bank geen plannen heeft om een digitale munt uit te geven. Daaraan zou geen behoefte zijn. Ook zou de onderliggende techniek niet voldoende zijn getest. Bovendien zou er nog aanzienlijk meer ontwikkeling nodig zijn voordat deze door een centrale bank gebruikt kan worden. Er zijn wel banken die overwegen een digitale munt in te voeren, bijvoorbeeld de Zweedse Riksbank. Die bank wil in 2019 een onderzoek afsluiten naar de vraag of de zogenaamde e-krona als aanvulling op contant geld kan dienen.
'Farmaceuten verschuiven winsten massaal naar belastingparadijzen'
De grootste farmaceutische bedrijven ter wereld rapporteren opvallend veel winst in belastingparadijzen, zo blijkt uit nieuw onderzoek van Oxfam Novib vandaag. Terwijl Abbott, Johnsson & Johnson, Merck en Pfizer tussen 2013 en 2015 een winstmarge van zo’n 5% lijken te hebben in ontwikkelingslanden en zo’n 7% in ontwikkelde economieën, is de winstmarge met 31% opvallend veel hoger in notoire belastingparadijzen, waaronder Nederland. De vier bedrijven hebben samen zo’n 135 dochterondernemingen in Nederland. Door winstverschuiving lopen veel landen belastinginkomsten mis, die vaak hoognodig zijn voor het verbeteren van de toegang tot gezondheidszorg.
Uit het nieuwe Oxfam-onderzoek blijkt ook hoe weinig transparant deze bedrijven zijn over waar ze hun winsten maken en waar ze belasting betalen. Door dit gebrek aan data is het slechts mogelijk een zeer grove schatting te maken van de winstverschuiving en de gerelateerde belastingontwijking.
In het Oxfam Novib beleidspaper ' Medicijn voor armoede' is de publiek beschikbare financiële data van de farmaceutische bedrijven Pfizer, Merck, Johnson & Johnson en Abbott tussen 2013 en 2015 geanalyseerd. Op basis van deze data schat Oxfam in dat deze bedrijven naar schatting $ 3,8 miljard te weinig aan belasting lijken te betalen in Australië, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nieuw-Zeeland, het VK, de VS, Thailand, India, Ecuador, Colombia, Pakistan en Chili.
Pfizer, Merck, Johnson & Johnson en Abbot zijn de bedrijven achter bekende geneesmiddelenmerken zoals Neutrogena, Anadin en Tylenol. Ze behoren tot 's werelds grootste farmaceutische bedrijven met een wereldwijde, gezamenlijke omzet van $ 1,8 biljoen in de periode van 2006 tot 2015.
Het Oxfam Novib-beleidspaper ' Medicijn voor armoede ' beschrijft ook hoe deze Farma-reuzen de gezondheid van arme mensen ondermijnen door te hoge prijzen te hanteren voor medicijnen. Deze zijn vaak onbetaalbaar zijn voor openbare gezondheidsdiensten. Bijvoorbeeld, een standaard 12-weekse kuur met Pfizer's borstkankergeneesmiddel Paclitaxel, kan worden geproduceerd voor $ 1,16 maar wordt verkocht voor $ 276 in de VS en $ 912 in het VK. Het rapport beschrijft ook hoe de farmaceutische industrie haar economische en politieke macht gebruikt om het overheidsbeleid inzake belastingen, handel en gezondheid in hun voordeel te laten uitvallen - met name in de VS, waar de industrie elk jaar meer dan $ 200 miljoen besteedt aan lobbyisten en politieke donaties.
Nederland heeft al een aantal zinvolle maatregelen aangekondigd tegen belastingontwijking, maar om echt een einde te maken aan Nederland als belastingparadijs zijn er aanvullende stappen nodig. Zo zou Nederland er op moeten aandringen dat bedrijven transparant zijn over waar ze actief zijn en waar ze belasting betalen; Nederland moet zelf ook veel transparanter zijn over de belastingafspraken met grote bedrijven; en sterkere maatregelen nemen tegen de doorstroom van winsten via Nederland naar andere belastingparadijzen" zo stelt Berkhout.
Uit het nieuwe Oxfam-onderzoek blijkt ook hoe weinig transparant deze bedrijven zijn over waar ze hun winsten maken en waar ze belasting betalen. Door dit gebrek aan data is het slechts mogelijk een zeer grove schatting te maken van de winstverschuiving en de gerelateerde belastingontwijking.
In het Oxfam Novib beleidspaper ' Medicijn voor armoede' is de publiek beschikbare financiële data van de farmaceutische bedrijven Pfizer, Merck, Johnson & Johnson en Abbott tussen 2013 en 2015 geanalyseerd. Op basis van deze data schat Oxfam in dat deze bedrijven naar schatting $ 3,8 miljard te weinig aan belasting lijken te betalen in Australië, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nieuw-Zeeland, het VK, de VS, Thailand, India, Ecuador, Colombia, Pakistan en Chili.
Pfizer, Merck, Johnson & Johnson en Abbot zijn de bedrijven achter bekende geneesmiddelenmerken zoals Neutrogena, Anadin en Tylenol. Ze behoren tot 's werelds grootste farmaceutische bedrijven met een wereldwijde, gezamenlijke omzet van $ 1,8 biljoen in de periode van 2006 tot 2015.
Het Oxfam Novib-beleidspaper ' Medicijn voor armoede ' beschrijft ook hoe deze Farma-reuzen de gezondheid van arme mensen ondermijnen door te hoge prijzen te hanteren voor medicijnen. Deze zijn vaak onbetaalbaar zijn voor openbare gezondheidsdiensten. Bijvoorbeeld, een standaard 12-weekse kuur met Pfizer's borstkankergeneesmiddel Paclitaxel, kan worden geproduceerd voor $ 1,16 maar wordt verkocht voor $ 276 in de VS en $ 912 in het VK. Het rapport beschrijft ook hoe de farmaceutische industrie haar economische en politieke macht gebruikt om het overheidsbeleid inzake belastingen, handel en gezondheid in hun voordeel te laten uitvallen - met name in de VS, waar de industrie elk jaar meer dan $ 200 miljoen besteedt aan lobbyisten en politieke donaties.
Nederland heeft al een aantal zinvolle maatregelen aangekondigd tegen belastingontwijking, maar om echt een einde te maken aan Nederland als belastingparadijs zijn er aanvullende stappen nodig. Zo zou Nederland er op moeten aandringen dat bedrijven transparant zijn over waar ze actief zijn en waar ze belasting betalen; Nederland moet zelf ook veel transparanter zijn over de belastingafspraken met grote bedrijven; en sterkere maatregelen nemen tegen de doorstroom van winsten via Nederland naar andere belastingparadijzen" zo stelt Berkhout.
Toetsrente hypotheken voor vierde kwartaal 5 procent
De AFM heeft de toetsrente voor het vierde kwartaal van 2018 vastgesteld op 5 procent. Elk kwartaal bepaalt de AFM de toetsrente voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan tien jaar. Voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan tien jaar moet worden gerekend met een toetsrente om te bepalen of een hypotheek verantwoord is.
Voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan 10 jaar geldt de verplichting dat voor het bepalen of de hypotheek verantwoord is, wordt gerekend met de toetsrente. Als de werkelijke rente hoger is dan de toetsrente, dan moet er gerekend worden met de werkelijke rente. Door gebruik te maken van de toetsrente wordt voorkomen dat stijgingen van de rente na afloop van de rentevastperiode consumenten in de financiële problemen brengt.
Voor hypotheken met een rentevastperiode korter dan 10 jaar geldt de verplichting dat voor het bepalen of de hypotheek verantwoord is, wordt gerekend met de toetsrente. Als de werkelijke rente hoger is dan de toetsrente, dan moet er gerekend worden met de werkelijke rente. Door gebruik te maken van de toetsrente wordt voorkomen dat stijgingen van de rente na afloop van de rentevastperiode consumenten in de financiële problemen brengt.
maandag 17 september 2018
Nieuwe biljetten iets kleiner
De Europese Centrale Bank heeft nieuwe biljetten van 100 en 200 euro gepresenteerd. Ze zijn iets kleiner dan hun voorgangers, even hoog als het vijftigje, maar iets breder. Daardoor passen ze beter in de portemonnee.
Voor de biljetten van 100 en 200 euro worden nieuwe, geavanceerde echtheidskenmerken gebruikt. Net als de andere coupures zijn ook de nieuwe biljetten van 100 en 200 gemakkelijk op echtheid te controleren met behulp van de "voel-kijk-kantel"-methode.
Bovenaan in de zilverkleurige band bevindt zich een satelliethologram, waarin kleine €-tekens rond het waardecijfer bewegen. De €-tekens worden duidelijker onder direct licht. In de zilverkleurige band zijn ook het portret van Europa, het stijlmotief en een groot €-teken te zien. De nieuwe bankbiljetten van €100 en €200 bevatten verder een speciaal smaragdgroen cijfer. Alle andere coupures van de Europa-serie hebben ook een smaragdgroen cijfer, maar bij deze speciale versie zijn er bovendien €-tekens in de waardecijfers te zien.
Behalve echtheidskenmerken die met het blote oog te zien zijn, bevatten de eurobankbiljetten ook echtheidskenmerken die alleen met speciale apparatuur gecontroleerd kunnen worden. Om de biljetten snel te kunnen verwerken en op echtheid te kunnen controleren, zijn die kenmerken op de nieuwe biljetten van €100 en €200 verder uitgewerkt en zijn er nieuwe aan toegevoegd. Zoals Yves Mersch, Lid van de Directie, in zijn toespraak bij de onthulling van de nieuwe bankbiljetten benadrukte, zal de gehele serie eurobankbiljetten met de overgang op de nieuwe bankbiljetten van €100 en €200 gedegen bescherming tegen vervalsing blijven bieden. Hierdoor zijn de eurobankbiljetten nóg veiliger, maar ook gemakkelijker te controleren en te verwerken.
Voor de biljetten van 100 en 200 euro worden nieuwe, geavanceerde echtheidskenmerken gebruikt. Net als de andere coupures zijn ook de nieuwe biljetten van 100 en 200 gemakkelijk op echtheid te controleren met behulp van de "voel-kijk-kantel"-methode.
Bovenaan in de zilverkleurige band bevindt zich een satelliethologram, waarin kleine €-tekens rond het waardecijfer bewegen. De €-tekens worden duidelijker onder direct licht. In de zilverkleurige band zijn ook het portret van Europa, het stijlmotief en een groot €-teken te zien. De nieuwe bankbiljetten van €100 en €200 bevatten verder een speciaal smaragdgroen cijfer. Alle andere coupures van de Europa-serie hebben ook een smaragdgroen cijfer, maar bij deze speciale versie zijn er bovendien €-tekens in de waardecijfers te zien.
Behalve echtheidskenmerken die met het blote oog te zien zijn, bevatten de eurobankbiljetten ook echtheidskenmerken die alleen met speciale apparatuur gecontroleerd kunnen worden. Om de biljetten snel te kunnen verwerken en op echtheid te kunnen controleren, zijn die kenmerken op de nieuwe biljetten van €100 en €200 verder uitgewerkt en zijn er nieuwe aan toegevoegd. Zoals Yves Mersch, Lid van de Directie, in zijn toespraak bij de onthulling van de nieuwe bankbiljetten benadrukte, zal de gehele serie eurobankbiljetten met de overgang op de nieuwe bankbiljetten van €100 en €200 gedegen bescherming tegen vervalsing blijven bieden. Hierdoor zijn de eurobankbiljetten nóg veiliger, maar ook gemakkelijker te controleren en te verwerken.
Beleggingsbeleid grote zorgverzekeraars verre van duurzaam
De grote zorgverzekeraars CZ, Menzis en VGZ blijken op veel onderdelen nog weinig of geen beleid ontwikkeld te hebben voor hun beleggingen. Zo hebben de drie verzekeringsgroepen voor belangrijke thema’s als klimaatverandering, natuur en dierenwelzijn of voor risicosectoren zoals de olie- en gassector helemaal geen beleid. Beleid dat er bij alle drie wel is, ligt vooral op het gebied van arbeidsrechten en wapens, maar dit is verre van toereikend. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer.
De Eerlijke Verzekeringswijzer beoordeelt jaarlijks het beleggingsbeleid van grote verzekeraars in Nederland aan de hand van 21 maatschappelijke thema’s, en richtte zich daarbij in de afgelopen vijf jaar op de concerns van de tien grootste levensverzekeraars. Het beleggingsbeleid van de drie zorgverzekeraars CZ, Menzis en VGZ is nu voor het eerst onder de loep genomen.
De scores van de drie zorgverzekeraars zijn erg laag. Op 21 thema’s scoren ze alle drie ten minste 15 keer het rapportcijfer 1 (‘zeer slecht’, de laagste score op een schaal van 1 tot 10). Alleen VGZ slaagt er in om twee keer het rapportcijfer 5 (‘twijfelachtig’) te scoren, nl. voor het beleid op het gebied van arbeidsrechten en corruptie. Ook voor het beleggingsbeleid t.a.v. gezondheid haalt VGZ een hogere score (een 3, ‘ruim onvoldoende’) dan CZ en Menzis (score: 1), terwijl CZ en Menzis voor het mensenrechtenbeleid hogere cijfers halen (3) dan VGZ (1).
Opvallend is dat alle drie zorgverzekeraars 10-en halen (‘uitstekend’, de hoogste score) voor het bonusbeleid. Dit valt te verklaren door het feit dat overheidsregulering voor zorgverzekeraars het vaste salaris maximeert en bonussen verbiedt.
De Eerlijke Verzekeringswijzer beoordeelt jaarlijks het beleggingsbeleid van grote verzekeraars in Nederland aan de hand van 21 maatschappelijke thema’s, en richtte zich daarbij in de afgelopen vijf jaar op de concerns van de tien grootste levensverzekeraars. Het beleggingsbeleid van de drie zorgverzekeraars CZ, Menzis en VGZ is nu voor het eerst onder de loep genomen.
De scores van de drie zorgverzekeraars zijn erg laag. Op 21 thema’s scoren ze alle drie ten minste 15 keer het rapportcijfer 1 (‘zeer slecht’, de laagste score op een schaal van 1 tot 10). Alleen VGZ slaagt er in om twee keer het rapportcijfer 5 (‘twijfelachtig’) te scoren, nl. voor het beleid op het gebied van arbeidsrechten en corruptie. Ook voor het beleggingsbeleid t.a.v. gezondheid haalt VGZ een hogere score (een 3, ‘ruim onvoldoende’) dan CZ en Menzis (score: 1), terwijl CZ en Menzis voor het mensenrechtenbeleid hogere cijfers halen (3) dan VGZ (1).
Opvallend is dat alle drie zorgverzekeraars 10-en halen (‘uitstekend’, de hoogste score) voor het bonusbeleid. Dit valt te verklaren door het feit dat overheidsregulering voor zorgverzekeraars het vaste salaris maximeert en bonussen verbiedt.
Fraude via internetbankieren België stijgt tijdens eerste zes maanden van 2018
In de eerste zes maanden van 2018 vonden in België 2.650 fraudes via internetbankieren plaats. Bijna altijd maakten de fraudeurs gebruik van phishing: ze “visten” naar de bancaire codes van de consument om geld te kunnen stelen van diens rekening.
Belangenorganisatie Febelfin roept burgers op om hun bancaire codes nooit mee te delen via e-mail, telefoon of sociale media. Zo hebben zij zélf de sleutels in handen om zich te beschermen tegen phishing.
Febelfin wijst erop dat de Belgische financiële sector op permanente basis investeert om de veiligheid van het betaalverkeer te garanderen en phishing een halt toe te roepen. Zo hebben de banken detectiesystemen om phishingpogingen tijdig op te sporen en laten ze phishingwebsites blokkeren van zodra ze het bestaan ervan kennen.
Tijdens de eerste zes maanden van 2018 vonden in totaal 2.650 gevallen van fraude via internetbankieren plaats. Deze fraudegevallen hebben geleid tot een verlies van ongeveer 3,8 miljoen euro.
Deze fraudegevallen blijven hoofdzakelijk toe te schrijven aan phishing. De voorbije maanden laat zich een verhoogde intensiteit opmerken van phishingaanvallen, en dit gericht naar klanten van meerdere banken. Hierdoor worden de mailboxen van consumenten vaak dagelijks overspoeld door phishingberichten.
Belangenorganisatie Febelfin roept burgers op om hun bancaire codes nooit mee te delen via e-mail, telefoon of sociale media. Zo hebben zij zélf de sleutels in handen om zich te beschermen tegen phishing.
Febelfin wijst erop dat de Belgische financiële sector op permanente basis investeert om de veiligheid van het betaalverkeer te garanderen en phishing een halt toe te roepen. Zo hebben de banken detectiesystemen om phishingpogingen tijdig op te sporen en laten ze phishingwebsites blokkeren van zodra ze het bestaan ervan kennen.
Tijdens de eerste zes maanden van 2018 vonden in totaal 2.650 gevallen van fraude via internetbankieren plaats. Deze fraudegevallen hebben geleid tot een verlies van ongeveer 3,8 miljoen euro.
Deze fraudegevallen blijven hoofdzakelijk toe te schrijven aan phishing. De voorbije maanden laat zich een verhoogde intensiteit opmerken van phishingaanvallen, en dit gericht naar klanten van meerdere banken. Hierdoor worden de mailboxen van consumenten vaak dagelijks overspoeld door phishingberichten.
vrijdag 14 september 2018
Twijfels en scepsis over pensioen niet alleen iets voor jongeren
Scepsis over het eigen pensioen en afgunst richting babyboomers zijn niet voorbehouden aan de jongere generatie. Ook Nederlanders die richting de pensioenleeftijd gaan, verwachten het straks niet zo goed te krijgen als de generaties boven hen. Dit blijkt uit representatief onderzoek onder Nederlandse vijftigplussers door Bureauvijftig in opdracht van Startpagina.nl.
De meerderheid van de vijftigers (54 procent) is van mening dat de gepensioneerden van nu het beter voor elkaar hebben dan zijzelf straks tijdens hun pensioen. Dat is een significant verschil met de zeventigplussers, van wie slechts 23 procent vindt dat de generatie boven hen het beter had dan zijzelf. “Het is interessant om te zien dat scepsis over het pensioen niet alleen onder jongeren leeft”, zegt Leon Dekker, woordvoerder van Startpagina.nl. “Vijftigers hebben net zo goed hun twijfels.”
Van alle vijftigplussers verwacht bovendien 40 procent dat de generaties na hun een minder goed pensioen zullen ontvangen dan zijzelf. Slechts 12 procent is het daar niet mee eens. Dekker: “Ondanks de twijfels over het eigen pensioen, vinden ouderen tegelijkertijd wel dat zij nog in een relatief comfortabele positie verkeren, vergeleken met jongeren.”
Desondanks zijn de meeste ouderen (56 procent) tevreden over hun huidige financiële situatie, aldus het onderzoek. Wel zijn er opvallende verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden. Hoewel 64 procent van de hoogopgeleide ouderen tevreden zegt te zijn over hun financiële situatie, ligt dit bij laagopgeleiden op 52 procent. Ook komt 19 procent van de laagopgeleiden aan het eind van de maand regelmatig geld tekort, tegenover slechts 9 procent van de hoogopgeleiden.
Dit kan te maken hebben met hun financiële reserves. Vier op de tien hoogopgeleide ouderen hebben meer dan 25.000 euro spaargeld tot hun beschikking, terwijl dit bij slechts 14 procent van de laagopgeleide ouderen het geval is. Van alle vijftigplussers heeft 11 procent helemaal geen spaargeld en een kwart bezit minder dan 10.000 euro. De financiële situatie van Nederlandse ouderen is mede resultaat van de spaarzaamheid tijdens hun werkzame leven. 34 procent van de ouderen zegt tijdens hun carrière nooit geld opzij te hebben gezet voor later (bij laagopgeleiden is dit 44 procent).
Van de ouderen zegt 64 procent eens per maand of vaker geld opzij te zetten. Dit geld gaat massaal naar de spaarrekening, al stoppen met name hoogopgeleide ouderen hun spaargeld daarnaast ook in beleggen, een levensverzekering of vastgoed. “Ook op gevorderde leeftijd blijft de Nederlander spaarzaam”, concludeert Dekker.
Ondanks de grote verschillen in financiële situaties leidt geld maar zelden tot ruzies in relaties. De overgrote meerderheid (65 procent) zegt nooit ruzie te hebben over de financiën met hun partner. De zaken worden dan ook regelmatig besproken; 49 procent van de ouderen bespreekt de financiën minstens een keer per week.
De meerderheid van de vijftigers (54 procent) is van mening dat de gepensioneerden van nu het beter voor elkaar hebben dan zijzelf straks tijdens hun pensioen. Dat is een significant verschil met de zeventigplussers, van wie slechts 23 procent vindt dat de generatie boven hen het beter had dan zijzelf. “Het is interessant om te zien dat scepsis over het pensioen niet alleen onder jongeren leeft”, zegt Leon Dekker, woordvoerder van Startpagina.nl. “Vijftigers hebben net zo goed hun twijfels.”
Van alle vijftigplussers verwacht bovendien 40 procent dat de generaties na hun een minder goed pensioen zullen ontvangen dan zijzelf. Slechts 12 procent is het daar niet mee eens. Dekker: “Ondanks de twijfels over het eigen pensioen, vinden ouderen tegelijkertijd wel dat zij nog in een relatief comfortabele positie verkeren, vergeleken met jongeren.”
Desondanks zijn de meeste ouderen (56 procent) tevreden over hun huidige financiële situatie, aldus het onderzoek. Wel zijn er opvallende verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden. Hoewel 64 procent van de hoogopgeleide ouderen tevreden zegt te zijn over hun financiële situatie, ligt dit bij laagopgeleiden op 52 procent. Ook komt 19 procent van de laagopgeleiden aan het eind van de maand regelmatig geld tekort, tegenover slechts 9 procent van de hoogopgeleiden.
Dit kan te maken hebben met hun financiële reserves. Vier op de tien hoogopgeleide ouderen hebben meer dan 25.000 euro spaargeld tot hun beschikking, terwijl dit bij slechts 14 procent van de laagopgeleide ouderen het geval is. Van alle vijftigplussers heeft 11 procent helemaal geen spaargeld en een kwart bezit minder dan 10.000 euro. De financiële situatie van Nederlandse ouderen is mede resultaat van de spaarzaamheid tijdens hun werkzame leven. 34 procent van de ouderen zegt tijdens hun carrière nooit geld opzij te hebben gezet voor later (bij laagopgeleiden is dit 44 procent).
Van de ouderen zegt 64 procent eens per maand of vaker geld opzij te zetten. Dit geld gaat massaal naar de spaarrekening, al stoppen met name hoogopgeleide ouderen hun spaargeld daarnaast ook in beleggen, een levensverzekering of vastgoed. “Ook op gevorderde leeftijd blijft de Nederlander spaarzaam”, concludeert Dekker.
Ondanks de grote verschillen in financiële situaties leidt geld maar zelden tot ruzies in relaties. De overgrote meerderheid (65 procent) zegt nooit ruzie te hebben over de financiën met hun partner. De zaken worden dan ook regelmatig besproken; 49 procent van de ouderen bespreekt de financiën minstens een keer per week.
Opnieuw hoge score ABN AMRO in Dow Jones Sustainability Index
ABN AMRO komt opnieuw naar voren als een van de best presterende banken ter wereld op het gebied van duurzaamheid. In het onderzoek dat RobecoSAM jaarlijks uitvoert onder ruim 3.500 internationale bedrijven, heeft de bank 86 van maximaal 100 punten behaald. Daarmee is het verschil tussen ABN AMRO en de industry leader nog slechts één punt. De beoordeling door RobecoSAM vormt de basis voor de wereldwijde Dow Jones Sustainability Index (DJSI) die begin 2019 wordt gepubliceerd.
Jaarlijks beoordeelt RobecoSAM ruim 3.500 beursgenoteerde ondernemingen op economisch en sociaal gebied en op milieubeleid voor de DJSI. De resultaten hiervan worden op twee momenten naar buiten gebracht. In september krijgen ondernemingen te horen wat hun individuele score is. In januari volgt de volledige ranglijst, zodat de precieze positie ten opzichte van andere ondernemingen bekend wordt. RobecoSAM heeft voor het onderzoek van dit jaar haar methodologie aangepast. ABN AMRO komt aan de hand van die aangepaste methodologie dit jaar uit op 86 punten van de 100 maximaal te behalen punten. Gecorrigeerd voor de aangepaste methodologie is dat gelijk aan de score van vorig jaar.
Jaarlijks beoordeelt RobecoSAM ruim 3.500 beursgenoteerde ondernemingen op economisch en sociaal gebied en op milieubeleid voor de DJSI. De resultaten hiervan worden op twee momenten naar buiten gebracht. In september krijgen ondernemingen te horen wat hun individuele score is. In januari volgt de volledige ranglijst, zodat de precieze positie ten opzichte van andere ondernemingen bekend wordt. RobecoSAM heeft voor het onderzoek van dit jaar haar methodologie aangepast. ABN AMRO komt aan de hand van die aangepaste methodologie dit jaar uit op 86 punten van de 100 maximaal te behalen punten. Gecorrigeerd voor de aangepaste methodologie is dat gelijk aan de score van vorig jaar.
donderdag 13 september 2018
Rabobank: tweede bestuurstermijn voor Wiebe Draijer
Ron Teerlink, voorzitter van de raad van commissarissen: “De raad van commissarissen is zeer tevreden over de resultaten die Rabobank in de eerste bestuurstermijn van Wiebe Draijer heeft behaald. Rabobank maakt met succes een ingrijpende transitie door en we zien graag dat Wiebe nog eens vier jaar leiding aan de bank geeft.”
Wiebe Draijer trad op 1 oktober 2014 toe tot de raad van bestuur van Rabobank. Hij is geboren in 1965 en studeerde werktuigbouwkunde in Delft. In 1992 haalde hij zijn MBA aan de Insead Business School. Van 1990 tot 2003 was hij consultant bij adviesbureau McKinsey. In 2004 werd hij managing partner Nederland en in 2006 managing partner Benelux bij deze organisatie. Wiebe Draijer werd op 1 september 2012 voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. In deze functie speelde hij onder andere een bepalende rol bij de totstandkoming van het Energieakkoord voor duurzame groei. Wiebe Draijer is getrouwd en heeft vier kinderen.
Spotcap verstrekt kwart miljard aan kredieten
Spotcap, een online zakelijk kredietverstrekker voor ondernemers, zet groei door en verstrekt sinds de introductie in 2014 een kwart miljard aan kredieten. De fintech zag in de afgelopen 12 maanden meer dan 100 procent groei in het verstrekte kredietvolume. De Nederlandse tak verzorgt voor wat betreft hierin het leeuwendeel voor de organisatie. Hiermee groeit Spotcap sneller dan de Europese alternatieve financiële sector, die onlangs 41 procent jaar-op-jaar groei zag.
De fintech-kredietverstrekker combineert traditionele principes in kredietanalyse met innovatieve technologie voor een snel en eenvoudig aanvraagproces. Spotcap is in 2014 in Duitsland gelanceerd waarna het in 2015 de Nederlandse markt betrad onder leiding van oud-bankier Niels Turfboer. Ruim een jaar later opende Turfboer ook een kantoor in Londen. Inmiddels zijn er wereldwijd bijna 150 man in dienst.
De fintech-kredietverstrekker combineert traditionele principes in kredietanalyse met innovatieve technologie voor een snel en eenvoudig aanvraagproces. Spotcap is in 2014 in Duitsland gelanceerd waarna het in 2015 de Nederlandse markt betrad onder leiding van oud-bankier Niels Turfboer. Ruim een jaar later opende Turfboer ook een kantoor in Londen. Inmiddels zijn er wereldwijd bijna 150 man in dienst.
Bestaat er naast een armoedegrens een rijkdomsgrens?
De economische ongelijkheid in Nederland is aanzienlijk: 27,3 procent van het vermogen is in handen van de één procent rijkste huishoudens. En het CBS laat weten dat Nederland het grootste aantal miljonairs sinds 2006 heeft. Dat brengt ons tot de vraag: zijn er grenzen aan rijkdom? En zo ja, wordt rijkdom als een probleem gezien door Nederlanders?
Hoogleraar Ethiek van Instituties Ingrid Robeyns onderzocht met sociologen prof. dr. Tanja van der Lippe, prof. dr. Vincent Buskens en Nina Vergeldt de mate waarin extreme rijkdom aanvaard wordt door de Nederlandse bevolking.
Er blijkt wel degelijk een ‘rijkdomsgrens’ te zijn. “Er kan net als een armoedegrens, een rijkdomsgrens getrokken worden, maar extreme rijkdom wordt zelf niet als een probleem gezien, wel de negatieve gevolgen ervan” volgens Robeyns. “Binnen het Fair Limits project dat in het Ethiek Instituut loopt, hebben we al eerder theoretisch beargumenteerd dat zo’n rijkdomsgrens een coherent idee is, maar we vroegen ons af of die ook empirische vast te stellen zou zijn.”
Uit het onderzoek blijkt dat bijna alle Nederlanders een grens trekken tussen een gezin dat ‘rijk’ is en een gezin dat ‘extreem rijk’ is. Wanneer een respondent uit het onderzoek een huishouden als ‘extreem rijk’ omschrijft, vindt men dat een mens zo veel luxe niet nodig heeft. Bijna de helft van de mensen beschouwt een gezin als extreem rijk als zij in een villa wonen, een tweede huis in Frankrijk hebben, het gezin twee luxueuze auto’s heeft, drie keer per jaar op vakantie gaat en twee ton spaargeld heeft.
Hoogleraar Ethiek van Instituties Ingrid Robeyns onderzocht met sociologen prof. dr. Tanja van der Lippe, prof. dr. Vincent Buskens en Nina Vergeldt de mate waarin extreme rijkdom aanvaard wordt door de Nederlandse bevolking.
Er blijkt wel degelijk een ‘rijkdomsgrens’ te zijn. “Er kan net als een armoedegrens, een rijkdomsgrens getrokken worden, maar extreme rijkdom wordt zelf niet als een probleem gezien, wel de negatieve gevolgen ervan” volgens Robeyns. “Binnen het Fair Limits project dat in het Ethiek Instituut loopt, hebben we al eerder theoretisch beargumenteerd dat zo’n rijkdomsgrens een coherent idee is, maar we vroegen ons af of die ook empirische vast te stellen zou zijn.”
Uit het onderzoek blijkt dat bijna alle Nederlanders een grens trekken tussen een gezin dat ‘rijk’ is en een gezin dat ‘extreem rijk’ is. Wanneer een respondent uit het onderzoek een huishouden als ‘extreem rijk’ omschrijft, vindt men dat een mens zo veel luxe niet nodig heeft. Bijna de helft van de mensen beschouwt een gezin als extreem rijk als zij in een villa wonen, een tweede huis in Frankrijk hebben, het gezin twee luxueuze auto’s heeft, drie keer per jaar op vakantie gaat en twee ton spaargeld heeft.
woensdag 12 september 2018
Consumentenbond verkoopt aandelen Advieskeuze
Advieskeuze.nl, het onafhankelijk platform waar consumenten financieel adviseurs met elkaar kunnen vergelijken, gaat verder zonder de Consumentenbond. De Consumentenbond verkoopt haar aandelen terug aan de initiatiefnemers. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Advieskeuze.nl is nu sterk genoeg om op eigen benen te staan.’
Advieskeuze.nl is een vergelijkingssite dat consumenten helpt door de bomen het bos te zien bij hun zoektocht naar een financieel adviseur, makelaar of notaris. Sinds 2013 was de Consumentenbond aandeelhouder van Advieskeuze.nl. In 2016 nam het een meerderheidsbelang. Combée: ‘De reden voor het nemen van een meerderheidsbelang destijds was om te borgen dat het platform onafhankelijk zou zijn en blijven. En ook dat het echt een meerwaarde zou bieden voor consumenten. Inmiddels heeft Advieskeuze zijn bestaansrecht bewezen en is onze bemoeienis overbodig.’
Maandelijks bezoeken bijna 55.000 consumenten Advieskeuze.nl. Daar vinden ze ruim 16.000 advieskantoren met uitgebreide en gecontroleerde informatie over de geboden dienstverlening, over welke voorwaarden de adviseurs hanteren en of ze zijn aangesloten bij een klachteninstituut. Daarnaast staat bij elk advieskantoor een reviewcijfer dat is afgegeven door eerdere klanten. Combée: ‘Daarmee is Advieskeuze echt uniek. Er is geen ander die zo’n compleet overzicht biedt aan consumenten. Daar zijn we best trots op.’
Advieskeuze.nl is een vergelijkingssite dat consumenten helpt door de bomen het bos te zien bij hun zoektocht naar een financieel adviseur, makelaar of notaris. Sinds 2013 was de Consumentenbond aandeelhouder van Advieskeuze.nl. In 2016 nam het een meerderheidsbelang. Combée: ‘De reden voor het nemen van een meerderheidsbelang destijds was om te borgen dat het platform onafhankelijk zou zijn en blijven. En ook dat het echt een meerwaarde zou bieden voor consumenten. Inmiddels heeft Advieskeuze zijn bestaansrecht bewezen en is onze bemoeienis overbodig.’
Maandelijks bezoeken bijna 55.000 consumenten Advieskeuze.nl. Daar vinden ze ruim 16.000 advieskantoren met uitgebreide en gecontroleerde informatie over de geboden dienstverlening, over welke voorwaarden de adviseurs hanteren en of ze zijn aangesloten bij een klachteninstituut. Daarnaast staat bij elk advieskantoor een reviewcijfer dat is afgegeven door eerdere klanten. Combée: ‘Daarmee is Advieskeuze echt uniek. Er is geen ander die zo’n compleet overzicht biedt aan consumenten. Daar zijn we best trots op.’
Consumenten onvoldoende beschermd door ‘financiële bijsluiters’
Informatiedocumenten bij complexe financiële producten schieten hun doel voorbij, waardoor mensen nog steeds veel risico lopen op financiële verliezen. Dat concludeert Carien de Jager op basis van haar onderzoek waarop ze 20 september promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens De Jager zijn ‘financiële bijsluiters’ ongeschikt om consumenten te beschermen en verwacht de overheid er te veel van.
Complexe financiële producten zijn combinatieproducten waarbij belegd wordt, zoals beleggingsfondsen en levensverzekeringsovereenkomsten met een beleggingscomponent. Een groot deel daarvan is ongeschikt voor consumenten. Ook het leveren van informatie helpt daar weinig aan, volgens De Jager. Ze onderzocht tien verschillende Nederlandse, Duitse, Engelse en Europese informatiedocumenten.
De Woekerpolis- en Effectenleaseaffaires zijn spraakmakende voorbeelden waarbij veel mensen geld verloren door financiële producten die ze niet begrepen. De overheid wil consumenten beter beschermen tegen zulke situaties en heeft informatiedocumenten verplicht gesteld bij financiële producten. In Nederland is bijvoorbeeld in 2001 De Financiële Bijsluiter geïntroduceerd, in 2018 vervangen door het Key Information Document. Carien de Jager onderzocht of zulke bijsluiters consumenten daadwerkelijk helpen om de producten beter te begrijpen en betere beslissingen te nemen. Haar conclusie: informatie verstrekken over financiële producten helpt maar weinig.
Volgens De Jager worden consumenten niet op een juiste manier aangesproken. ‘De informatie past niet bij de hedendaagse inzichten over consumenten. Een consument is namelijk geen computer waar informatie in gaat en waar automatisch een goede beslissing uit komt. Consumenten kunnen irrationeel zijn en fouten maken. Informatie geven past niet bij zulk gedrag: voor het begrijpen van informatie is namelijk rationaliteit vereist.’
Complexe financiële producten zijn combinatieproducten waarbij belegd wordt, zoals beleggingsfondsen en levensverzekeringsovereenkomsten met een beleggingscomponent. Een groot deel daarvan is ongeschikt voor consumenten. Ook het leveren van informatie helpt daar weinig aan, volgens De Jager. Ze onderzocht tien verschillende Nederlandse, Duitse, Engelse en Europese informatiedocumenten.
De Woekerpolis- en Effectenleaseaffaires zijn spraakmakende voorbeelden waarbij veel mensen geld verloren door financiële producten die ze niet begrepen. De overheid wil consumenten beter beschermen tegen zulke situaties en heeft informatiedocumenten verplicht gesteld bij financiële producten. In Nederland is bijvoorbeeld in 2001 De Financiële Bijsluiter geïntroduceerd, in 2018 vervangen door het Key Information Document. Carien de Jager onderzocht of zulke bijsluiters consumenten daadwerkelijk helpen om de producten beter te begrijpen en betere beslissingen te nemen. Haar conclusie: informatie verstrekken over financiële producten helpt maar weinig.
Volgens De Jager worden consumenten niet op een juiste manier aangesproken. ‘De informatie past niet bij de hedendaagse inzichten over consumenten. Een consument is namelijk geen computer waar informatie in gaat en waar automatisch een goede beslissing uit komt. Consumenten kunnen irrationeel zijn en fouten maken. Informatie geven past niet bij zulk gedrag: voor het begrijpen van informatie is namelijk rationaliteit vereist.’
Moneyou ook naar Duitsland
Online financiële dienstverlener Moneyou, een dochter van ABN, introduceert zijn Moneyou Go app voor sparen en betalen nu ook voor de Duitse markt. De introductie valt samen met een nieuwe campagne die de bank tegelijkertijd in Nederland en Duitsland lanceert met als titel De bank, dat ben ik – in Duitsland Die Bank, das bin ich.
De Moneyou Go app biedt in Duitsland – net als in Nederland – de mogelijkheid om eenvoudig potjes te maken voor verschillende spaar- en betaaldoelen. Bovendien kunnen gebruikers deze potjes voorzien van eigen foto’s.
De Moneyou Go app biedt in Duitsland – net als in Nederland – de mogelijkheid om eenvoudig potjes te maken voor verschillende spaar- en betaaldoelen. Bovendien kunnen gebruikers deze potjes voorzien van eigen foto’s.
dinsdag 11 september 2018
Aandeelhouders willen top ING opnieuw doorlichten
De hele Raad van Bestuur van ING moet opnieuw gescreend worden door de Nederlandsche Bank (DNB). Deze oproep doet de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Dit uitgebreide onderzoek moet uitwijzen of topman Ralph Hamers en zijn medebestuurders nog wel geschikt zijn om de bank te leiden na de grote witwasaffaire van vorige week.
Paul Koster, directeur van de VEB: “De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de bevoegdheid om leden van de Raad van Bestuur van een bank te hertoetsen, indien daar voldoende aanleiding toe is. Wij vinden dat hier in dit geval zeker sprake van is. Wij roepen de DNB op dit onderzoek in gang te zetten.”
Koster maant de DNB om haast te maken met het onderzoek en de uitkomst openbaar te maken. Zo’n controle kan soms namelijk wel een jaar duren. “Het is belangrijk voor de toekomst en de geloofwaardigheid van de bank dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt. Dit kan echt geen jaar gaan duren”,
Paul Koster, directeur van de VEB: “De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de bevoegdheid om leden van de Raad van Bestuur van een bank te hertoetsen, indien daar voldoende aanleiding toe is. Wij vinden dat hier in dit geval zeker sprake van is. Wij roepen de DNB op dit onderzoek in gang te zetten.”
Koster maant de DNB om haast te maken met het onderzoek en de uitkomst openbaar te maken. Zo’n controle kan soms namelijk wel een jaar duren. “Het is belangrijk voor de toekomst en de geloofwaardigheid van de bank dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt. Dit kan echt geen jaar gaan duren”,
Financieel directeur ING stapt op
Financieel directeur Koos Timmermans verlaat ING. Zijn vertrek houdt verband met de schikking die de bank onlangs sloot vanwege witwaspraktijken. Hij was lid van het zogeheten Management Board Banking en eindverantwoordelijke voor ING Nederland. In het licht van deze omstandigheden en na overleg met de raad van commissarissen heeft hij besloten af te treden. Timmermans blijft aan totdat er een opvolger voor hem is gevonden.
Meldpunt onbegrijpelijke namen op bankafschrift
Consumenten die vage afboekingen als MAB Amsterdam of C&M*VOF ARMOTA op hun bankafschriften vinden, kunnen daarvan melding maken op het Meldpunt onbegrijpelijke namen op je bankafschrift van de Consumentenbond. Met enige regelmaat krijgt de Consumentenbond klachten van consumenten die afschrijvingen van hen totaal onbekende bedrijven terugvinden op hun bankafschrift. Achterhalen om welk bedrijf het gaat, blijkt vaak onmogelijk. Consumenten kunnen daardoor niet goed hun bankrekening controleren en dat maakt het moeilijk om grip op de uitgaven te houden. De Consumentenbond is een Meldpunt gestart om inzicht te krijgen in hoe groot het probleem is. We willen graag weten welke bedrijven zich er schuldig aan maken en welke vreemde namen ze gebruiken.
Verzekeraars voldoende voorbereid op IDD
Verzekeraars zijn over het algemeen goed voorbereid op de nieuwe Europese richtlijn voor verzekeringsdistributie. Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in het ‘Klantbelang Dashboard’. De Insurance Distribution Directive (IDD) treedt op 1 oktober 2018 in werking.
In het jaarlijkse ‘Klantbelang Dashboard’ onderzoek van de AFM is ook gekeken of verzekeraars de geldende wettelijke normen uit de Wet financieel toezicht (Wft) naleven ten aanzien van vakbekwaamheid, productontwikkelings- en reviewproces en beloningsbeleid. Dit onderzoek richtte zich specifiek op de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering. De verzekeraars scoren gemiddeld een voldoende. De AFM ziet nog wel ruimte voor verbeteringen, vooral op het gebied van samenwerking met intermediairs. De AFM verwacht dat de onderzochte verzekeraars de verbeterpunten voor 1 oktober 2018 hebben doorgevoerd.
Uit het ‘Klantbelang Dashboard 2018’ onderzoek blijkt dat verzekeraars over het algemeen goed op weg zijn met de aanpassing van hun dagelijkse praktijk aan de IDD. Op het gebied van vakbekwaamheid voldoen de meeste verzekeraars al aan de aangescherpte nieuwe regelgeving, zoals bijvoorbeeld op het gebied van tijdige bijscholing van leidinggevenden.
De AFM ziet ook mogelijkheden tot verbetering op het gebied van verstrekking van het verplichte Insurance Product Information Document (IPID). Over het algemeen hebben verzekeraars dit informatiedocument al beschikbaar. De AFM verwacht dat verzekeraars het intermediair waarmee zij samenwerken, goed informeren over de juiste wijze van verstrekking van het IPID. ?
Wat is de Insurance Distribution Directive (IDD)?
© Copyright AFM 2018 - alle rechten voorbehouden
In het jaarlijkse ‘Klantbelang Dashboard’ onderzoek van de AFM is ook gekeken of verzekeraars de geldende wettelijke normen uit de Wet financieel toezicht (Wft) naleven ten aanzien van vakbekwaamheid, productontwikkelings- en reviewproces en beloningsbeleid. Dit onderzoek richtte zich specifiek op de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering. De verzekeraars scoren gemiddeld een voldoende. De AFM ziet nog wel ruimte voor verbeteringen, vooral op het gebied van samenwerking met intermediairs. De AFM verwacht dat de onderzochte verzekeraars de verbeterpunten voor 1 oktober 2018 hebben doorgevoerd.
Uit het ‘Klantbelang Dashboard 2018’ onderzoek blijkt dat verzekeraars over het algemeen goed op weg zijn met de aanpassing van hun dagelijkse praktijk aan de IDD. Op het gebied van vakbekwaamheid voldoen de meeste verzekeraars al aan de aangescherpte nieuwe regelgeving, zoals bijvoorbeeld op het gebied van tijdige bijscholing van leidinggevenden.
De AFM ziet ook mogelijkheden tot verbetering op het gebied van verstrekking van het verplichte Insurance Product Information Document (IPID). Over het algemeen hebben verzekeraars dit informatiedocument al beschikbaar. De AFM verwacht dat verzekeraars het intermediair waarmee zij samenwerken, goed informeren over de juiste wijze van verstrekking van het IPID. ?
Wat is de Insurance Distribution Directive (IDD)?
© Copyright AFM 2018 - alle rechten voorbehouden
Grootste aantal miljonairs sinds 2006
Op 1 januari 2016 waren er in Nederland 112 duizend miljonairshuishoudens, het grootste aantal sinds 2006. Het Noord-Hollandse Laren telde naar verhouding de meeste miljonairs, van de provincies was dat Zeeland. Dat meldt het CBS op basis van vermogenscijfers over de periode 2006 tot en met 2016. Het onderzoek naar miljonairshuishoudens is uitgevoerd op verzoek van Van Lanschot.
Een miljonairshuishouden heeft een vermogen van 1 miljoen euro of meer, waarbij de waarde van de eigen woning en de eventuele hypotheekschuld niet zijn meegeteld. Vanaf de start van dit onderzoek in 2006 is het aantal miljonairs elk jaar toegenomen, met uitzondering van 2009. Op 1 januari 2006 waren er 72 duizend miljonairshuishoudens, in 2016 waren dat er ruim anderhalf keer zoveel (112 duizend).
Een miljoen euro had in 2016 een andere waarde dan in 2006. Als het vermogen wordt gecorrigeerd voor de algemene prijsontwikkeling (consumentenprijsindex of CPI), dan waren er in 2016 bijna 91 duizend miljonairs. Dat is ongeveer een kwart meer dan in 2006. Gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling is het aantal miljonairs sinds 2010 nagenoeg gelijk.
Miljonairs zijn gemiddeld ouder dan niet-miljonairs. In 2016 waren de hoofdkostwinners van miljonairshuishoudens gemiddeld bijna 7,5 jaar ouder dan die van de overige huishoudens. Minder dan 5 procent van de miljonairs is jonger dan 40 jaar, ruim drie kwart is 50 jaar of ouder. Van de niet-miljonairs is ruim een kwart jonger dan 40 jaar en ruim de helft 50-plus. De gemiddelde leeftijd van miljonairs varieert tussen 2006 en 2016 van 57,9 jaar tot 59,4 jaar.
maandag 10 september 2018
Belfius blijft in staatshanden
De Belgische overheid heeft de beursgang van Belfius op de lange baan geschoven. Premier Charles Michel acht de tijd nog niet rijp voor de verzelfstandiging van de Belgische bank, die nog volledig in overheidshanden is.
Belfius is in 2011 voortgekomen uit de ontmanteling van de oude Dexia-groep, die in de problemen raakte tijdens de financiële crisis. De Belgische staat kocht de bank toen voor 4 miljard euro.
Belfius is in 2011 voortgekomen uit de ontmanteling van de oude Dexia-groep, die in de problemen raakte tijdens de financiële crisis. De Belgische staat kocht de bank toen voor 4 miljard euro.
ING dreigt Amsterdam als klant te verliezen
Het witwasschandaal bij ING is voor de Amsterdamse wethouder Udo Kock aanleiding om de aanbestedingen voor huisbank van de gemeente Amsterdam te vervroegen. De gemeente wil samenwerken met een bank die zich netjes aan alle regels houdt, meldt onder meer de NOS.
Amsterdam wil kijken of men de bankiersdiensten volgend jaar kan aanbesteden.
De wethouder wil compliance dan toevoegen als extra toets.
Amsterdam wil kijken of men de bankiersdiensten volgend jaar kan aanbesteden.
De wethouder wil compliance dan toevoegen als extra toets.
Lakeman wil dat Openbaar Ministerie ING-topman Hamers vervolgt
Voorzitter Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie SOBI wil dat het Openbaar Ministerie ING-topman Ralph Hamers strafrechtelijk gaat vervolgen. Het OM besloot om ING een boete van 775 miljoen euro op te leggen en af te zien van vervolging van leidinggevenden. Lakeman noemt dat besluit onjuist en onbegrijpelijk en voorziet ‘een gevaarlijke verstoring van het maatschappelijk leven, het publieke debat en het financiële stelsel’ als verantwoordelijke leidinggevenden vrijuit gaan. Hij vraagt het Gerechtshof in Amsterdam het OM te bevelen Hamers alsnog te vervolgen.
In een brief aan het Amsterdamse gerechtshof stelt SOBI-voorzitter Lakeman dat hij Hamers beschouwt als ‘feitelijke leidinggever aan de door ING Bank verrichte verboden gedragingen’, ook volgens de normen van de Hoge Raad die het OM blijkens haar eigen verslag kent. De verboden gedragingen betroffen onder meer het niet op orde brengen van het compliance-apparaat, het negeren van waarschuwingen van de Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank en het niet onderzoeken van verdachte transacties. Het systeem dat ING hanteerde om mogelijke misstanden te monitoren was bewust ingesteld op maximaal drie gevallen per dag.
ING investeerde willens en wetens onvoldoende in compliance-deskundigen. De vennootschap maakte mede daardoor jaarlijks 100 miljoen euro extra winst. De SOBI-voorzitter vindt het onacceptabel dat het OM de in de periode 2010-2016 gepleegde strafbare feiten nu alleen toerekent aan ING als geheel: “Het OM voert als rechtvaardiging voor dit besluit aan dat het compliance-systeem binnen ING over drie niet of nauwelijks met elkaar samenwerkende deel-organisaties verdeeld zou zijn geweest en dat géén van die deel-organisaties verantwoordelijk was voor het geheel. Als dat al zo is, vind ik het juist een extra argument om Hamers te vervolgen. Want het is de primaire taak van een fatsoenlijke Raad van Bestuur om de organisatie op het gebied van compliance zodanig in te richten dat die goed functioneert. Hamers heeft dat blijkbaar jarenlang achterwege gelaten.”
De SOBI-voorzitter rekent het de ING-topman zwaar aan dat hij waarschuwingen van toezichthouders stelselmatig in de wind heeft geslagen: “Je denkt toch niet dat als nota bene de Europese Centrale Bank en de Nederlandse Bank herhaaldelijk hun zorgen uitspreken dat in een mail aan de koffiejuffrouw gebeurt? Zulke zaken worden op het hoogste niveau gedeeld dus daar heeft Hamers van geweten.”
SOBI vreest dat wanneer Hamers niet strafrechtelijk wordt vervolgd het in de toekomst vaker gaat gebeuren dat bestuurders die in de fout zijn gegaan ‘zich als het ware op kosten van de aandeelhouders vrijkopen door akkoord te gaan met zeer hoge boetes voor de vennootschap waardoor het OM eerder bereid zal zijn af te zien van vervolging van de feitelijke leidinggevenden. Het zijn ook nu weer de onschuldige aandeelhouders die het gelag betalen, terwijl de leidinggevende daders volledig vrijuit gaan.” SOBI en Lakeman zijn belanghebbenden bij strafvervolging omdat hun betalingsverkeer al jarenlang via ING Bank loopt.
In een brief aan het Amsterdamse gerechtshof stelt SOBI-voorzitter Lakeman dat hij Hamers beschouwt als ‘feitelijke leidinggever aan de door ING Bank verrichte verboden gedragingen’, ook volgens de normen van de Hoge Raad die het OM blijkens haar eigen verslag kent. De verboden gedragingen betroffen onder meer het niet op orde brengen van het compliance-apparaat, het negeren van waarschuwingen van de Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank en het niet onderzoeken van verdachte transacties. Het systeem dat ING hanteerde om mogelijke misstanden te monitoren was bewust ingesteld op maximaal drie gevallen per dag.
ING investeerde willens en wetens onvoldoende in compliance-deskundigen. De vennootschap maakte mede daardoor jaarlijks 100 miljoen euro extra winst. De SOBI-voorzitter vindt het onacceptabel dat het OM de in de periode 2010-2016 gepleegde strafbare feiten nu alleen toerekent aan ING als geheel: “Het OM voert als rechtvaardiging voor dit besluit aan dat het compliance-systeem binnen ING over drie niet of nauwelijks met elkaar samenwerkende deel-organisaties verdeeld zou zijn geweest en dat géén van die deel-organisaties verantwoordelijk was voor het geheel. Als dat al zo is, vind ik het juist een extra argument om Hamers te vervolgen. Want het is de primaire taak van een fatsoenlijke Raad van Bestuur om de organisatie op het gebied van compliance zodanig in te richten dat die goed functioneert. Hamers heeft dat blijkbaar jarenlang achterwege gelaten.”
De SOBI-voorzitter rekent het de ING-topman zwaar aan dat hij waarschuwingen van toezichthouders stelselmatig in de wind heeft geslagen: “Je denkt toch niet dat als nota bene de Europese Centrale Bank en de Nederlandse Bank herhaaldelijk hun zorgen uitspreken dat in een mail aan de koffiejuffrouw gebeurt? Zulke zaken worden op het hoogste niveau gedeeld dus daar heeft Hamers van geweten.”
SOBI vreest dat wanneer Hamers niet strafrechtelijk wordt vervolgd het in de toekomst vaker gaat gebeuren dat bestuurders die in de fout zijn gegaan ‘zich als het ware op kosten van de aandeelhouders vrijkopen door akkoord te gaan met zeer hoge boetes voor de vennootschap waardoor het OM eerder bereid zal zijn af te zien van vervolging van de feitelijke leidinggevenden. Het zijn ook nu weer de onschuldige aandeelhouders die het gelag betalen, terwijl de leidinggevende daders volledig vrijuit gaan.” SOBI en Lakeman zijn belanghebbenden bij strafvervolging omdat hun betalingsverkeer al jarenlang via ING Bank loopt.
SnelZekerCheck.nl biedt jongeren inzicht in hun risico’s
Jongeren die op zichzelf gaan wonen kunnen met de online tool SnelZekerCheck.nl controleren of ze voldoende verzekerd zijn. De tool is bedacht door jonge professionals in de verzekeringssector en ontwikkeld in opdracht van het Verbond van Verzekeraars om het bewustzijn over verzekeringen en risico’s onder jongeren te vergroten. Door vragen te beantwoorden, wordt duidelijk voor welke risico’s ze gedekt zijn en welke risico’s om aandacht vragen.
“Met de start van het nieuwe academisch jaar verruilen een hoop jongeren het ouderlijk huis voor een studentenkamer, wat natuurlijk ook invloed heeft op hun verzekeringen”, vertelt Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars. “Uit eigen onderzoek weten wij echter dat jongeren niet altijd goed op de hoogte zijn van wat wel en niet verzekerd is’’. Met de online tool willen verzekeraars jongeren aansporen om goed na te denken over risico’s en waarvoor je je wel en niet wil verzekeren. “Je moet natuurlijk al een hoop dingen regelen als je op kamers gaat”, aldus Weurding. “Kijk dan ook naar je verzekeringen zodat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan als er bij je wordt ingebroken of je hebt schade die je niet zelf kunt betalen”. SnelZekerCheck.nl is niet alleen handig voor op kamergaande studenten, maar ook voor jongvolwassenen die hun eerste huur- of koopwoning intrekken.
Met behulp van de tool beantwoordt de gebruiker per thema, bijvoorbeeld wonen of reizen, een aantal ja/nee vragen over zijn situatie. Hierdoor worden de relevante risico’s en verzekeringen van de gebruiker in kaart gebracht. Na beantwoording van de vragen geeft de tool per thema weer weer wat in orde is en waar nog aandachtspunten zijn. Op basis daarvan kan de gebruiker zelf besluiten of hij actie wil ondernemen. De website waarschuwt niet alleen voor risico’s waarvoor je niet verzekerd bent, maar besteedt ook aandacht aan het mogelijk dubbel verzekerd zijn. Weurding: “Voor sommige risico’s kan je meeliften op de verzekering van je ouders, dan is het afsluiten van een eigen verzekering niet nodig”.
Het idee voor SnelZekerCheck.nl komt voort uit het Jongeren Innovatie Programma (JIP) van het Verbond van Verzekeraars, waarin jonge professionals van verschillende verzekeraars innovatieve ideeën leren te ontwikkelen voor de verzekeringssector. Naast SnelZekerCheck.nl zijn er meer gezamenlijke initiatieven van verzekeraars om de positie van de klant te versterken, zoals de verzekeringskaarten en VerzekeraarsInBeeld. Kijk voor een overzicht van alle initiatieven op de themapagina Klantbelang & Reputatie.
“Met de start van het nieuwe academisch jaar verruilen een hoop jongeren het ouderlijk huis voor een studentenkamer, wat natuurlijk ook invloed heeft op hun verzekeringen”, vertelt Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars. “Uit eigen onderzoek weten wij echter dat jongeren niet altijd goed op de hoogte zijn van wat wel en niet verzekerd is’’. Met de online tool willen verzekeraars jongeren aansporen om goed na te denken over risico’s en waarvoor je je wel en niet wil verzekeren. “Je moet natuurlijk al een hoop dingen regelen als je op kamers gaat”, aldus Weurding. “Kijk dan ook naar je verzekeringen zodat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan als er bij je wordt ingebroken of je hebt schade die je niet zelf kunt betalen”. SnelZekerCheck.nl is niet alleen handig voor op kamergaande studenten, maar ook voor jongvolwassenen die hun eerste huur- of koopwoning intrekken.
Met behulp van de tool beantwoordt de gebruiker per thema, bijvoorbeeld wonen of reizen, een aantal ja/nee vragen over zijn situatie. Hierdoor worden de relevante risico’s en verzekeringen van de gebruiker in kaart gebracht. Na beantwoording van de vragen geeft de tool per thema weer weer wat in orde is en waar nog aandachtspunten zijn. Op basis daarvan kan de gebruiker zelf besluiten of hij actie wil ondernemen. De website waarschuwt niet alleen voor risico’s waarvoor je niet verzekerd bent, maar besteedt ook aandacht aan het mogelijk dubbel verzekerd zijn. Weurding: “Voor sommige risico’s kan je meeliften op de verzekering van je ouders, dan is het afsluiten van een eigen verzekering niet nodig”.
Het idee voor SnelZekerCheck.nl komt voort uit het Jongeren Innovatie Programma (JIP) van het Verbond van Verzekeraars, waarin jonge professionals van verschillende verzekeraars innovatieve ideeën leren te ontwikkelen voor de verzekeringssector. Naast SnelZekerCheck.nl zijn er meer gezamenlijke initiatieven van verzekeraars om de positie van de klant te versterken, zoals de verzekeringskaarten en VerzekeraarsInBeeld. Kijk voor een overzicht van alle initiatieven op de themapagina Klantbelang & Reputatie.
ABN AMRO Digital Impact Fund investeert in leningenmarktplaats CrossLend
Het Digital Impact Fund (DIF) van ABN AMRO investeert samen met Earlybird en solarisBank 14 miljoen euro in het Duitse CrossLend. ABN AMRO gaat tegelijkertijd ook een strategische samenwerking aan met de digitale leningenmarktplaats. Door de samenwerking zal er beter internationaal kapitaal beschikbaar worden gesteld voor ondernemend Nederland.
Met behulp van een digitaal platform maakt CrossLend het enerzijds mogelijk om op Europees niveau te investeren in kredieten en anderzijds dat kapitaal direct en digitaal beschikbaar te stellen. De marktplaats maakt het voor beleggers mogelijk om flexibel een gediversifieerde portefeuille van leningen op te bouwen. De nadruk ligt hierbij op de transparantie van de risico's. Voor leningverstrekkers levert CrossLend aanvullende mogelijkheden om hun kredietverstrekking uit te breiden. Hierdoor krijgt ondernemers vervolgens weer meer kredietmogelijkheden.
Het ABN AMRO DIF is het corporate venture capital fonds specifiek voor fintech waarmee ABN AMRO strategisch investeert in innovatieve start- en scale ups die zich bezighouden met digitalisering van financiële producten en diensten. Het fonds heeft naast CrossLend nog 6 andere portfolio bedrijven: het Nederlandse Ockto, het Duitse solarisBank, het Amerikaanse Cloud Lending Solutions en BehavioSec, het Zweedse Tink, en een blockchain initiatief in trade & commodity finance.
Met behulp van een digitaal platform maakt CrossLend het enerzijds mogelijk om op Europees niveau te investeren in kredieten en anderzijds dat kapitaal direct en digitaal beschikbaar te stellen. De marktplaats maakt het voor beleggers mogelijk om flexibel een gediversifieerde portefeuille van leningen op te bouwen. De nadruk ligt hierbij op de transparantie van de risico's. Voor leningverstrekkers levert CrossLend aanvullende mogelijkheden om hun kredietverstrekking uit te breiden. Hierdoor krijgt ondernemers vervolgens weer meer kredietmogelijkheden.
Het ABN AMRO DIF is het corporate venture capital fonds specifiek voor fintech waarmee ABN AMRO strategisch investeert in innovatieve start- en scale ups die zich bezighouden met digitalisering van financiële producten en diensten. Het fonds heeft naast CrossLend nog 6 andere portfolio bedrijven: het Nederlandse Ockto, het Duitse solarisBank, het Amerikaanse Cloud Lending Solutions en BehavioSec, het Zweedse Tink, en een blockchain initiatief in trade & commodity finance.
vrijdag 7 september 2018
Roger Dassen in raad van commissarissen DNB
Roger Dassen is per 1 oktober 2018 benoemd tot lid van de raad van commissarissen van de Nederlandsche Bank. Per diezelfde datum treedt Jaap van Manen terug.
Dassen RA (1965), bedrijfseconoom en accountant, is thans werkzaam als chief financial officer bij ASML. Hij heeft als voormalig partner bij Deloitte een brede ervaring op het gebied van accountancy zowel nationaal als internationaal.
Dassen RA (1965), bedrijfseconoom en accountant, is thans werkzaam als chief financial officer bij ASML. Hij heeft als voormalig partner bij Deloitte een brede ervaring op het gebied van accountancy zowel nationaal als internationaal.
Samenwerking ABN AMRO en Northern Trust Asset Management voor verdere verduurzaming beleggingsfondsen
Met ingang van 31 augustus 2018 past Northern Trust Asset Management duurzaamheidscriteria (ook wel ‘environmental, social en governance’ = ESG) toe op twee beleggingsfondsen die voor beleggers worden beheerd. ABN AMRO stimuleert klanten om in duurzame beleggingsproducten en -diensten te investeren. Aan het einde van 2017 waren de duurzame beleggingen van ABN AMRO-klanten goed voor EUR 10,2 miljard in het totaal. ABN AMRO streeft ernaar om dit bedrag in 2020 te hebben verhoogd tot EUR 16 miljard.
De ESG-criteria gaan gelden voor het Northern Trust North America Equity Index UCITS FGR Fund en het Northern Trust Europe Equity Index UCITS FGR Fund. De nieuwe namen van de fondsen worden Northern Trust North America Custom ESG Index FGR Fund en het Northern Trust Europe Custom ESG Index FGR Fund. Het beheerd vermogen van de betrokken fondsen bedroeg per 31 juli 2018 in totaal respectievelijk EUR 1,21 miljard en EUR 1,41 miljard.
Met de introductie van de ESG-criteria zullen de twee fondsen niet meer beleggen in ondernemingen die niet aan bepaalde criteria voldoen. Dat geldt onder andere voor ondernemingen die ‘sterk controversiële’ activiteiten ontplooien, ondernemingen die omzet realiseren met de productie van tabak of ondernemingen die controversiële wapens vervaardigen. De lijst van uitgesloten ondernemingen is niet-uitputtend en aan verandering onderhevig.
Als huidige beleggingsdoelstelling wordt er met de bestaande fondsen naar gestreefd om de risico- en rendementskenmerken van de MSCI North America Index en de MSCI Europe Index (met het netto-dividend geherinvesteerd) zo dicht mogelijk te benaderen. Per 31 augustus 2018 is die beleggingsdoelstelling geactualiseerd: de fondsen zullen nu de risico- en rendementskenmerken van respectievelijk de MSCI North America Custom ESG Index en de MSCI Europe Custom ESG Index zo nauw mogelijk nastreven. Deze maatwerkindices zijn ontwikkeld en worden gescreend door MSCI, op basis van de ESG-criteria die door Northern Trust Asset Management zijn geselecteerd.
De ESG-criteria gaan gelden voor het Northern Trust North America Equity Index UCITS FGR Fund en het Northern Trust Europe Equity Index UCITS FGR Fund. De nieuwe namen van de fondsen worden Northern Trust North America Custom ESG Index FGR Fund en het Northern Trust Europe Custom ESG Index FGR Fund. Het beheerd vermogen van de betrokken fondsen bedroeg per 31 juli 2018 in totaal respectievelijk EUR 1,21 miljard en EUR 1,41 miljard.
Met de introductie van de ESG-criteria zullen de twee fondsen niet meer beleggen in ondernemingen die niet aan bepaalde criteria voldoen. Dat geldt onder andere voor ondernemingen die ‘sterk controversiële’ activiteiten ontplooien, ondernemingen die omzet realiseren met de productie van tabak of ondernemingen die controversiële wapens vervaardigen. De lijst van uitgesloten ondernemingen is niet-uitputtend en aan verandering onderhevig.
Als huidige beleggingsdoelstelling wordt er met de bestaande fondsen naar gestreefd om de risico- en rendementskenmerken van de MSCI North America Index en de MSCI Europe Index (met het netto-dividend geherinvesteerd) zo dicht mogelijk te benaderen. Per 31 augustus 2018 is die beleggingsdoelstelling geactualiseerd: de fondsen zullen nu de risico- en rendementskenmerken van respectievelijk de MSCI North America Custom ESG Index en de MSCI Europe Custom ESG Index zo nauw mogelijk nastreven. Deze maatwerkindices zijn ontwikkeld en worden gescreend door MSCI, op basis van de ESG-criteria die door Northern Trust Asset Management zijn geselecteerd.
Tulp Hypotheken kiest ook voor de startende ondernemer
Een ondernemer die één jaar actief is, kan nu ook een hypotheek zonder NHG aanvragen bij Tulp Hypotheken.Voor startende ondernemers zijn er weinig mogelijkheden om een hypotheek zonder NHG te krijgen. Tulp Hypotheken brengt hier verandering in. Vanaf vandaag kunnen startende ondernemers een Tulp hypotheek aanvragen. Tulp Hypotheken berekent hiervoor géén renteopslag.
Het gaat hierbij om hypotheken zonder NHG garantie. De ondernemer moet gestart zijn met zijn onderneming vóór 1 april van het voorgaande kalenderjaar. Van de ondernemer die minimaal negen maanden bezig is, gebruikt Tulp voor haar beoordeling de resultaten van het eerste jaar ondernemen en de twee voorafgaande jaren in loondienst. Met als voorwaarde dat het ondernemerschap in dezelfde branche is als de loondienst. Van deze drie jaar neemt Tulp het laagste inkomen als leidraad voor de berekening van de hypotheek.
Voor de exacte vaststelling van het toetsinkomen kan de ondernemer bij het onafhankelijk instituut VIIZ – Validatie Instituut Inkomensvaststelling Zelfstandigen (www.viiz.nl) - een inkomenscertificaat laten opstellen. Tulp Hypotheken volgt het toetsinkomen op het certificaat. Dat biedt zekerheid aan de ondernemer. Het certificaat is aan te vragen bij de serviceproviders DAK, De Financiële Makelaar en VCN United Capital of rechtstreeks bij de ViiZ-Centrale. De geldigheidsduur van dit certificaat is een half jaar.
Het gaat hierbij om hypotheken zonder NHG garantie. De ondernemer moet gestart zijn met zijn onderneming vóór 1 april van het voorgaande kalenderjaar. Van de ondernemer die minimaal negen maanden bezig is, gebruikt Tulp voor haar beoordeling de resultaten van het eerste jaar ondernemen en de twee voorafgaande jaren in loondienst. Met als voorwaarde dat het ondernemerschap in dezelfde branche is als de loondienst. Van deze drie jaar neemt Tulp het laagste inkomen als leidraad voor de berekening van de hypotheek.
Voor de exacte vaststelling van het toetsinkomen kan de ondernemer bij het onafhankelijk instituut VIIZ – Validatie Instituut Inkomensvaststelling Zelfstandigen (www.viiz.nl) - een inkomenscertificaat laten opstellen. Tulp Hypotheken volgt het toetsinkomen op het certificaat. Dat biedt zekerheid aan de ondernemer. Het certificaat is aan te vragen bij de serviceproviders DAK, De Financiële Makelaar en VCN United Capital of rechtstreeks bij de ViiZ-Centrale. De geldigheidsduur van dit certificaat is een half jaar.
donderdag 6 september 2018
Fraudeopsporing bespaart verzekeraars 101 miljoen euro
Verzekeraars hebben vorig jaar 101 miljoen euro bespaard door het opsporen van fraudeplegers. Daarmee is het de hoogste besparing door fraudeaanpak in de afgelopen vijf jaar. In totaal liepen vorig jaar iets meer dan 11.500 fraudeurs tegen de lamp, zo’n 15 procent meer dan in 2016 toen nog 10.001 fraudeplegers opgespoord werden.
“Wij accepteren niet dat onze klanten onnodig extra premie betalen door verzekeringsfraude”, aldus algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars. “Fraudeopsporing blijft daarom voor ons een topprioriteit, want aan fraude betaalt elk huishouden tientallen euro’s per jaar mee.” Uit de jaarcijfers van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) van het Verbond van Verzekeraars blijkt verder dat de verhouding tussen het aantal opgespoorde fraudeurs en het aantal onderzochte incidenten nog nooit zo gunstig is geweest. Waar in 2016 één op de drie (gerichte) onderzoeken tot opsporing van een fraudegeval leidde, was de verhouding in 2017 één op tweeënhalf. “Dit laat zien dat we alsmaar beter worden in het opsporen van fraude, waardoor ik hoop dat mensen twee keer nadenken als ze overwegen de verzekeraar op te lichten”.
Verzekeraars maken kosten om fraude op te sporen en aan te pakken. Sinds 2016 hebben verzekeraars de mogelijkheid om een deel van hun interne onderzoekskosten via een vaste schadevergoeding ter hoogte van 532 euro te verhalen op de daders. Hierdoor hebben fraudeurs in anderhalf jaar tijd 550.000 euro aan onderzoekskosten terugbetaald. Met deze ‘lik-op-stuk’-aanpak proberen verzekeraars verzekeringsfraude te ontmoedigen. Daarnaast helpt de aanpak om de onderzoekskosten van verzekeringsfraude terug te dringen.
Een belangrijk hulpmiddel bij de opsporing van fraude is de Referentietool van Stichting CIS. Fraudeonderzoekers van verzekeraars kunnen sinds vorig jaar via het CBV uitvragen bij welke verzekeraar een persoon of object verzekerd is. Heeft een fraudeur bijvoorbeeld bij meerdere verzekeraars vergelijkbare polissen afgesloten om fraude te plegen, kunnen de getroffen verzekeraars hun onderzoek combineren. De Referentietool biedt ook uitkomst bij calamiteiten om snel de juiste verzekeraar te vinden zodat deze direct zijn verzekerden van dienst kan zijn.
“Wij accepteren niet dat onze klanten onnodig extra premie betalen door verzekeringsfraude”, aldus algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars. “Fraudeopsporing blijft daarom voor ons een topprioriteit, want aan fraude betaalt elk huishouden tientallen euro’s per jaar mee.” Uit de jaarcijfers van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) van het Verbond van Verzekeraars blijkt verder dat de verhouding tussen het aantal opgespoorde fraudeurs en het aantal onderzochte incidenten nog nooit zo gunstig is geweest. Waar in 2016 één op de drie (gerichte) onderzoeken tot opsporing van een fraudegeval leidde, was de verhouding in 2017 één op tweeënhalf. “Dit laat zien dat we alsmaar beter worden in het opsporen van fraude, waardoor ik hoop dat mensen twee keer nadenken als ze overwegen de verzekeraar op te lichten”.
Verzekeraars maken kosten om fraude op te sporen en aan te pakken. Sinds 2016 hebben verzekeraars de mogelijkheid om een deel van hun interne onderzoekskosten via een vaste schadevergoeding ter hoogte van 532 euro te verhalen op de daders. Hierdoor hebben fraudeurs in anderhalf jaar tijd 550.000 euro aan onderzoekskosten terugbetaald. Met deze ‘lik-op-stuk’-aanpak proberen verzekeraars verzekeringsfraude te ontmoedigen. Daarnaast helpt de aanpak om de onderzoekskosten van verzekeringsfraude terug te dringen.
Een belangrijk hulpmiddel bij de opsporing van fraude is de Referentietool van Stichting CIS. Fraudeonderzoekers van verzekeraars kunnen sinds vorig jaar via het CBV uitvragen bij welke verzekeraar een persoon of object verzekerd is. Heeft een fraudeur bijvoorbeeld bij meerdere verzekeraars vergelijkbare polissen afgesloten om fraude te plegen, kunnen de getroffen verzekeraars hun onderzoek combineren. De Referentietool biedt ook uitkomst bij calamiteiten om snel de juiste verzekeraar te vinden zodat deze direct zijn verzekerden van dienst kan zijn.