Op naar een passend pensioenadvies in vijftien minuten
De helft van de Nederlanders maakt zich zorgen over een te laag pensioen. Digitale tools, ondersteund door data science, kunnen helpen om goede keuzes te maken. Marike Knoef, hoogleraar Empirische Micro-Economie aan de Universiteit Leiden, legde in haar oratie op 5 oktober uit hoe dat kan.
Wie zich zorgen maakt over zijn of haar latere pensioen kan aankloppen bij een financieel adviseur, maar er hangt een prijskaartje aan zo’n advies op maat. Veel Nederlanders hebben dan ook geen flauw idee of hun pensioenvrees terecht is. Zo’n 20 tot 30 procent bouwt daadwerkelijk te weinig op.
Op basis van Knoefs onderzoek kunnen pensioentools verbeterd worden met wetenschappelijke inzichten. Zo’n tool kan pensioenzorgen verlichten omdat mensen in een kwartier weten hoe ze ervoor staan en of ze actie moeten ondernemen. Knoefs onderzoek toont aan dat de algemene kennis over ons pensioenstelsel laag is. ‘Die gebrekkige kennis kan problematisch zijn om voldoende draagvlak te creëren voor duurzame pensioenhervormingen die in Nederland nodig zijn.’
Een goede digitale tool kan advies geven op basis van data over inkomen, vermogen en gezondheid. Daarnaast moet de tool vragen stellen om de voorkeuren van mensen te meten. Die vragen zouden verpakt kunnen worden in een eenvoudig digitaal spel. Een digitaal kasboekje kan mensen vervolgens helpen om keuzes te maken voor besparingen als die nodig zijn, aldus Knoef.
Samen met andere Netspar-onderzoekers maakte Knoef een simulatie van toekomstige pensioeninkomens in Nederland. De resultaten laten zien dat de eigen woning en spaartegoeden substantieel - ongeveer een kwart - kunnen bijdragen aan de financiering van de oude dag. Ook bleek hoe groot de verschillen zijn in de pensioenopbouw die Nederlanders nodig hebben. Mensen met een laag inkomen hebben na hun pensionering vaak 100% van hun inkomen nodig om in hun basisbehoeften te kunnen voorzien. Middengroepen komen uit op zo’n 70 tot 80% en welgestelde gepensioneerden kunnen goed leven van ongeveer 60%.
Knoef denkt dat sociale beloningen motiverend werken. ‘Misschien kunnen we op een slimme manier een sociaal element in digitale financiële tools bouwen zodat gebruikers elkaar adviezen kunnen geven. Dat blijkt al goed te werken in apps die mensen gebruiken om gezond te eten en te bewegen.’
Er zijn nog veel vragen waarop een antwoord nodig is, benadrukt Knoef. Zoals de ethische dilemma’s: gezondheid speelt een belangrijk rol in financiële planning en er komen steeds meer mogelijkheden om een goede inschatting te maken van de levensverwachting. ‘Je zou die informatie kunnen gebruiken in een tool, maar wie wil de eigen levensverwachting weten? En als we het weten, wat doet dit dan met de solidariteit in ons pensioenstelsel?’
Wie zich zorgen maakt over zijn of haar latere pensioen kan aankloppen bij een financieel adviseur, maar er hangt een prijskaartje aan zo’n advies op maat. Veel Nederlanders hebben dan ook geen flauw idee of hun pensioenvrees terecht is. Zo’n 20 tot 30 procent bouwt daadwerkelijk te weinig op.
Op basis van Knoefs onderzoek kunnen pensioentools verbeterd worden met wetenschappelijke inzichten. Zo’n tool kan pensioenzorgen verlichten omdat mensen in een kwartier weten hoe ze ervoor staan en of ze actie moeten ondernemen. Knoefs onderzoek toont aan dat de algemene kennis over ons pensioenstelsel laag is. ‘Die gebrekkige kennis kan problematisch zijn om voldoende draagvlak te creëren voor duurzame pensioenhervormingen die in Nederland nodig zijn.’
Een goede digitale tool kan advies geven op basis van data over inkomen, vermogen en gezondheid. Daarnaast moet de tool vragen stellen om de voorkeuren van mensen te meten. Die vragen zouden verpakt kunnen worden in een eenvoudig digitaal spel. Een digitaal kasboekje kan mensen vervolgens helpen om keuzes te maken voor besparingen als die nodig zijn, aldus Knoef.
Samen met andere Netspar-onderzoekers maakte Knoef een simulatie van toekomstige pensioeninkomens in Nederland. De resultaten laten zien dat de eigen woning en spaartegoeden substantieel - ongeveer een kwart - kunnen bijdragen aan de financiering van de oude dag. Ook bleek hoe groot de verschillen zijn in de pensioenopbouw die Nederlanders nodig hebben. Mensen met een laag inkomen hebben na hun pensionering vaak 100% van hun inkomen nodig om in hun basisbehoeften te kunnen voorzien. Middengroepen komen uit op zo’n 70 tot 80% en welgestelde gepensioneerden kunnen goed leven van ongeveer 60%.
Knoef denkt dat sociale beloningen motiverend werken. ‘Misschien kunnen we op een slimme manier een sociaal element in digitale financiële tools bouwen zodat gebruikers elkaar adviezen kunnen geven. Dat blijkt al goed te werken in apps die mensen gebruiken om gezond te eten en te bewegen.’
Er zijn nog veel vragen waarop een antwoord nodig is, benadrukt Knoef. Zoals de ethische dilemma’s: gezondheid speelt een belangrijk rol in financiële planning en er komen steeds meer mogelijkheden om een goede inschatting te maken van de levensverwachting. ‘Je zou die informatie kunnen gebruiken in een tool, maar wie wil de eigen levensverwachting weten? En als we het weten, wat doet dit dan met de solidariteit in ons pensioenstelsel?’
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.