Zorgverzekeraars gebruiken steeds meer hun winsten en reserves uit eerdere jaren om premiestijgingen te beperken. Maar in welke mate ze dat doen, verschilt per verzekeraar. Dit blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
De Consumentenbond deed, net als voor 2013, 2014 en 2015, onderzoek naar de financiƫle situatie van zorgverzekeraars. De 5 grootste verzekeraars hadden in 2015 3,3 miljard euro meer aan reserves dan verplicht is volgens de wet. In 2017 daalden die reserves naar bijna 2,4 miljard.
Achmea heeft nog altijd de grootste pot met geld over: bijna 700 miljoen euro. CZ en VGZ volgen met overschotten van rond de 660 miljoen. Menzis heeft 256 miljoen meer in kas dan nodig en DSW 82 miljoen euro. In 2013 hadden de verzekeraars gemiddeld 300 teveel reserve per verzekerde, in 2017 lag dat tussen de 169 en 229 euro.
Een 'ideale' verzekeraar pot geen onnodig hoge reserves op, heeft een lage premie en een efficiƫnte bedrijfsvoering. Vooral Anderzorg, dat onder het Menzis concern valt, scoort op alle 3 de criteria goed. Avero Achmea presteert hierop gemiddeld genomen het slechtst. Deze verzekeraar doet weinig om de premies te verlagen, heeft veel reserves, bijna de hoogte premie per verzekerde en maakt hoge kosten voor personeel, huisvesting en reclame.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.