Nederlandse beleggers blijken beleggers te zijn met redelijk stalen zenuwen. Ze hebben in vergelijking met beleggers in andere landen de neiging om risicovoller te beleggen, zitten meer in aandelen en raken bij een beursdaling niet snel in paniek en verwachten dat de storm overwaait. Dit blijkt uit onderzoek dat asset manager Schroders heeft gehouden onder ruim 22.000* beleggers wereldwijd.
In het onderzoek werd de belegger gevraagd hoe zijn beleggingen zijn verdeeld over verschillende risicocategorieën. Nederlandse beleggers blijken een voorliefde te hebben voor meer risicovoller beleggingen dan beleggers elders in Europa, en zijn juist minder geneigd om te gaan voor beleggingen met een laag risico. De wens om die risico-koers ook de komende jaren vast te houden, is onder Nederlandse beleggers duidelijk overheersend. Nederlandse beleggers hebben 21% van hun portefeuille belegd met een hoog risico en 34% met een duidelijk laag risico, terwijl de overige 45% met een gemiddeld risico is weggezet. In Europa liggen die percentages aanmerkelijk anders met 17% (hoog) en 45% (laag).
Het hogere risico dat Nederlandse beleggers ten opzichte van hun Europese tegenvoeters bereid zijn te lopen is ook te zien in de voorkeur voor aandelenbeleggingen. Bij Nederlandse beleggers bestaat gemiddeld 42% van de portefeuille uit aandelen, terwijl dit in Europa slechts 34% is. Bij Nederlandse beleggers is het percentage vastgoedbeleggingen en alternatives (hedgefunds, commodities) met elk 8% veel kleiner dan in Europa (11%).
In het geval van een beursdaling is de Nederlandse belegger veel meer geneigd dan de Europese belegger om rustig te blijven zitten en de storm te laten overwaaien. Dit geldt voor 43% van de beleggers.
Hein Kuijpers, directeur particulieren bij Schroders in Nederland, is blij met de nuchtere benadering van Nederlandse beleggers: “Het is uit onderzoek bekend dat particuliere beleggers die bang worden, op het verkeerde moment verkopen. Daarom is het goed dat voor Nederlandse beleggers een veelheid aan advies beschikbaar is bij banken en commissionairs. En ook nieuwe technologie kan beleggers die zelf aan de knoppen willen zitten, helpen met allerlei adviesfuncties. Kennelijk is de Nederlandse belegger op de goede weg.”
Uit de uitkomsten van het onderzoek blijkt verder dat de Nederlandse belegger zich qua risicoprofiel per leeftijdscategorie precies gedraagt volgens het boekje: hoe jonger de belegger, des te meer geneigd is hij om risico te nemen. Bij de groep 18-24 jaar is het percentage dat met risicovol is belegd bijna 30%, terwijl bij de gepensioneerden nog geen 18% risicovol belegt.
Onder beleggers die ook passieve beleggingen als ETF’s in hun portefeuille hebben (naast aandelen, obligaties en beleggingsfondsen) blijkt de risicobereidheid groter te zijn dan gemiddeld, met ruim 27% van de totale portefeuille belegd met een hoger risico. Dit sluit aan bij de mening van beleggers die zichzelf qua kennisniveau zien als ervaren of expert: zij beleggen relatief risicovoller door 25% van de portefeuille als zodanig te beleggen. Bij beginners is dit slechts 15%.
Een ander opvallend verschil tussen Nederlandse beleggers en andere beleggers in Europa en wereldwijd is dat Nederlanders veel minder interesse lijken te hebben in themafondsen zoals beleggingsfondsen die zich speciaal richten op gezondsheidszorg, duurzaamheid, dataeconomie, disruptive technology of urbanisatie. Dat lagere enthousiasme is iets dat ook spreekt uit het feit dat Nederlandse beleggers niet grootschalig bereid zijn langer te blijven zitten in dergelijke themafondsen met een oog op mogelijk langetermijnvoordeel.
Beleggers is ook gevraagd welk beleggingsadvies zij het meest waarderen. Daaruit blijkt dat bij bijna 40% het antwoord ‘Het belangrijkste is voor mij betrouwbaar advies, waar mijn belang voorop staat (en dat mag dan geld kosten’ als eerste noemt. Qua zwaarte staat op een gedeelde tweede plaats het belang van goedkoop of gratis advies en het behalen van gegarandeerd positief resultaat.
Overigens blijkt van de Nederlandse beleggers ruim een derde helemaal zelfstandig te beleggen, zonder enige vorm van advies of begeleiding. Nog geen een op de vijf (18%) besteedt zijn beleggingen helemaal uit. Een kwart ziet zijn bank of adviseur als een nuttige informatiebron en kiest zelfstandig hoe te beleggen, terwijl 21% het advies meestal ter harte neemt maar toch af en toe een eigen koers vaart, soms tegen de wil van zijn adviseur.
In het onderzoek werd de belegger gevraagd hoe zijn beleggingen zijn verdeeld over verschillende risicocategorieën. Nederlandse beleggers blijken een voorliefde te hebben voor meer risicovoller beleggingen dan beleggers elders in Europa, en zijn juist minder geneigd om te gaan voor beleggingen met een laag risico. De wens om die risico-koers ook de komende jaren vast te houden, is onder Nederlandse beleggers duidelijk overheersend. Nederlandse beleggers hebben 21% van hun portefeuille belegd met een hoog risico en 34% met een duidelijk laag risico, terwijl de overige 45% met een gemiddeld risico is weggezet. In Europa liggen die percentages aanmerkelijk anders met 17% (hoog) en 45% (laag).
Het hogere risico dat Nederlandse beleggers ten opzichte van hun Europese tegenvoeters bereid zijn te lopen is ook te zien in de voorkeur voor aandelenbeleggingen. Bij Nederlandse beleggers bestaat gemiddeld 42% van de portefeuille uit aandelen, terwijl dit in Europa slechts 34% is. Bij Nederlandse beleggers is het percentage vastgoedbeleggingen en alternatives (hedgefunds, commodities) met elk 8% veel kleiner dan in Europa (11%).
In het geval van een beursdaling is de Nederlandse belegger veel meer geneigd dan de Europese belegger om rustig te blijven zitten en de storm te laten overwaaien. Dit geldt voor 43% van de beleggers.
Hein Kuijpers, directeur particulieren bij Schroders in Nederland, is blij met de nuchtere benadering van Nederlandse beleggers: “Het is uit onderzoek bekend dat particuliere beleggers die bang worden, op het verkeerde moment verkopen. Daarom is het goed dat voor Nederlandse beleggers een veelheid aan advies beschikbaar is bij banken en commissionairs. En ook nieuwe technologie kan beleggers die zelf aan de knoppen willen zitten, helpen met allerlei adviesfuncties. Kennelijk is de Nederlandse belegger op de goede weg.”
Uit de uitkomsten van het onderzoek blijkt verder dat de Nederlandse belegger zich qua risicoprofiel per leeftijdscategorie precies gedraagt volgens het boekje: hoe jonger de belegger, des te meer geneigd is hij om risico te nemen. Bij de groep 18-24 jaar is het percentage dat met risicovol is belegd bijna 30%, terwijl bij de gepensioneerden nog geen 18% risicovol belegt.
Onder beleggers die ook passieve beleggingen als ETF’s in hun portefeuille hebben (naast aandelen, obligaties en beleggingsfondsen) blijkt de risicobereidheid groter te zijn dan gemiddeld, met ruim 27% van de totale portefeuille belegd met een hoger risico. Dit sluit aan bij de mening van beleggers die zichzelf qua kennisniveau zien als ervaren of expert: zij beleggen relatief risicovoller door 25% van de portefeuille als zodanig te beleggen. Bij beginners is dit slechts 15%.
Een ander opvallend verschil tussen Nederlandse beleggers en andere beleggers in Europa en wereldwijd is dat Nederlanders veel minder interesse lijken te hebben in themafondsen zoals beleggingsfondsen die zich speciaal richten op gezondsheidszorg, duurzaamheid, dataeconomie, disruptive technology of urbanisatie. Dat lagere enthousiasme is iets dat ook spreekt uit het feit dat Nederlandse beleggers niet grootschalig bereid zijn langer te blijven zitten in dergelijke themafondsen met een oog op mogelijk langetermijnvoordeel.
Beleggers is ook gevraagd welk beleggingsadvies zij het meest waarderen. Daaruit blijkt dat bij bijna 40% het antwoord ‘Het belangrijkste is voor mij betrouwbaar advies, waar mijn belang voorop staat (en dat mag dan geld kosten’ als eerste noemt. Qua zwaarte staat op een gedeelde tweede plaats het belang van goedkoop of gratis advies en het behalen van gegarandeerd positief resultaat.
Overigens blijkt van de Nederlandse beleggers ruim een derde helemaal zelfstandig te beleggen, zonder enige vorm van advies of begeleiding. Nog geen een op de vijf (18%) besteedt zijn beleggingen helemaal uit. Een kwart ziet zijn bank of adviseur als een nuttige informatiebron en kiest zelfstandig hoe te beleggen, terwijl 21% het advies meestal ter harte neemt maar toch af en toe een eigen koers vaart, soms tegen de wil van zijn adviseur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.