In 2018 betaalden Nederlanders voor het eerst vaker met een mobiele bankapp dan via internetbankieren en vaker contactloos dan door het insteken van hun betaalkaart. Minder dan 2 procent van alle overboekingen wordt nog op papier gedaan, zo blijkt uit gegevens van de Betaalvereniging.
Het gebruik van mobiele bankapps op smartphones en tablets heeft in het derde kwartaal van 2018 voor het eerst het gebruik van internetbankieren op laptops en desktops overtroffen, met een aandeel van 52 procent.
Afgelopen jaar werden in totaal naar schatting 1,03 miljard enkelvoudige elektronische overboekingen via mobiel bankieren en internetbankieren uitgevoerd, voor ongeveer 1,95 biljoen euro. Een jaar eerder deden Nederlanders nog 952 miljoen elektronische overboekingen. Het aandeel via mobiele bankapps was 43 procent in het laatste kwartaal van 2017.
Afgelopen jaar werden 4,37 miljard pin- en creditkaartbetalingen verwerkt, 12,9 procent meer dan in 2017, voor een totaalbedrag van 115 miljard euro. Het aandeel contactloze betalingen, met pinpassen, creditkaarten, smartphones en wearables (sieraden en horloges met ingebouwde contactloze betaalchip) bedroeg eind vorig jaar 56 procent. Een jaar eerder was dat aandeel nog net iets minder dan de helft (49 procent).
donderdag 31 januari 2019
Nederland Europees kampioen ‘slim sparen’
Nergens is Europa is de waarde van het spaartegoed de afgelopen 15 jaar zo hard gestegen als in Nederland. Niet omdat we het meeste geld opzijzetten (dat doen de Duitsers). Nederlanders zijn vooral ‘slimme spaarders’. Dat blijkt uit onderzoek van kredietverzekeraar Euler Hermes naar Europees spaargedrag.
Spaarders in Europa zitten gevangen in een situatie met een minimale rente-opbrengst en stijgende inflatie. Geld wordt eerder minder dan meer waard. Om het spaartegoed op peil te houden moet er jaarlijks geld bij. Tenminste, als je het alleen op de bank zet.
Om uit de greep van deze negatieve spiraal te blijven, moeten spaarders op zoek naar een alternatieve investeringsstrategie. Euler Hermes onderzocht hoe Europeanen hiermee omgaan. ‘Waar wonen de slimme spaarders?’ luidt de titel van het onderzoek. Hierbij is gekeken hoeveel het spaartegoed (per hoofd van de bevolking per land) is gestegen van 2003 (dus voor de financiële crisis) tot 2018. Ook is gekeken waar de groei vandaan komt.
Johan Geeroms, Hoofd Risk Underwriting Euler Hermes Nederland: “Iemand kan extra hard werken en daardoor meer geld opzijzetten of iemand belegt slim en laat het geld het werk doen. Uit ons onderzoek blijkt dat het gemiddelde spaartegoed in Nederland niet alleen het hoogst is maar ook het meest gestegen is de afgelopen 15 jaar. Met €142.560 steken we met kop en schouders boven de rest uit in Europa.” Op 2 en 3 staan België en Ierland met respectievelijk €106.790 en €78.790. In Nederland steeg het gemiddelde spaartegoed met ongeveer +€70.000 (in België +€40.000 en Ierland +€30.000).
Om te beoordelen hoe slim er wordt gespaard keken de onderzoekers naar de yield. Dat is kortgezegd het percentage dat het rendement op sparen en beleggen uitdrukt. Geeroms: “Op basis daarvan kun je zeggen dat de Duitsers de minst slimme beleggers zijn. Van alle Europeanen zijn zij de meest traditionele spaarders. Ze nemen het minste risico. Om hun spaartegoed op peil te houden zetten zij relatief gezien het meeste spaargeld opzij.” Geeroms vergelijkt de Duitsers met de Ieren. “In Ierland komt de stijging van het spaartegoed voor 90% uit rendement op sparen en beleggen. In Duitsland is dat maar 7%. In Duitsland komt er vooral veel vers spaargeld (93%) bij.”
“De Ieren lopen van alle Europeanen het meeste risico. Gaat het mis op de beurs of de woningmarkt dan krijgen zij de hardste klappen. Nederlanders doen dat uitgebalanceerder. Gemiddeld steeg het spaartegoed in ons land door 28% vers spaargeld en 72% rendement. Kijken we naar het absolute spaartegoed uitgedrukt in euro’s dan staan we per hoofd van de bevolking majestueus bovenaan.”
Spaarders in Europa zitten gevangen in een situatie met een minimale rente-opbrengst en stijgende inflatie. Geld wordt eerder minder dan meer waard. Om het spaartegoed op peil te houden moet er jaarlijks geld bij. Tenminste, als je het alleen op de bank zet.
Om uit de greep van deze negatieve spiraal te blijven, moeten spaarders op zoek naar een alternatieve investeringsstrategie. Euler Hermes onderzocht hoe Europeanen hiermee omgaan. ‘Waar wonen de slimme spaarders?’ luidt de titel van het onderzoek. Hierbij is gekeken hoeveel het spaartegoed (per hoofd van de bevolking per land) is gestegen van 2003 (dus voor de financiële crisis) tot 2018. Ook is gekeken waar de groei vandaan komt.
Johan Geeroms, Hoofd Risk Underwriting Euler Hermes Nederland: “Iemand kan extra hard werken en daardoor meer geld opzijzetten of iemand belegt slim en laat het geld het werk doen. Uit ons onderzoek blijkt dat het gemiddelde spaartegoed in Nederland niet alleen het hoogst is maar ook het meest gestegen is de afgelopen 15 jaar. Met €142.560 steken we met kop en schouders boven de rest uit in Europa.” Op 2 en 3 staan België en Ierland met respectievelijk €106.790 en €78.790. In Nederland steeg het gemiddelde spaartegoed met ongeveer +€70.000 (in België +€40.000 en Ierland +€30.000).
Om te beoordelen hoe slim er wordt gespaard keken de onderzoekers naar de yield. Dat is kortgezegd het percentage dat het rendement op sparen en beleggen uitdrukt. Geeroms: “Op basis daarvan kun je zeggen dat de Duitsers de minst slimme beleggers zijn. Van alle Europeanen zijn zij de meest traditionele spaarders. Ze nemen het minste risico. Om hun spaartegoed op peil te houden zetten zij relatief gezien het meeste spaargeld opzij.” Geeroms vergelijkt de Duitsers met de Ieren. “In Ierland komt de stijging van het spaartegoed voor 90% uit rendement op sparen en beleggen. In Duitsland is dat maar 7%. In Duitsland komt er vooral veel vers spaargeld (93%) bij.”
“De Ieren lopen van alle Europeanen het meeste risico. Gaat het mis op de beurs of de woningmarkt dan krijgen zij de hardste klappen. Nederlanders doen dat uitgebalanceerder. Gemiddeld steeg het spaartegoed in ons land door 28% vers spaargeld en 72% rendement. Kijken we naar het absolute spaartegoed uitgedrukt in euro’s dan staan we per hoofd van de bevolking majestueus bovenaan.”
Contactloos betalen met Fitbit Pay & Rabobank
Fitbit en Mastercard lanceren Fitbit Pay in Nederland. In aanmerking komende klanten van Rabobank, ABN AMRO en ICS met een Maestro betaalpas of Mastercard creditcard kunnen vanaf nu hun portemonnee thuislaten en veilig contactloos betalen met hun Fitbit smartwatch.
Fitbit Pay kan in de Fitbit app van de Fitbit Charge 3 Special Edition, Versa of Ionic worden geïnstalleerd door de eenvoudige stappen te volgen om een digitale betaalpas toe te voegen aan de Fitbit Wallet.
Betalen in winkels die contactloze betalingen accepteren gaat gemakkelijk: houd de linkerknop ingedrukt totdat de digitale betaalpas zichtbaar is op het scherm, voer desgevraagd de 4-cijferige pincode in en houd vervolgens de Fitbit in de buurt van de lezer van de betaalterminal totdat een bevestiging van de betaling verschijnt.
Transacties met Fitbit Pay maken gebruik van tokenisatie, een technologie voor betalingsbeveiliging die de accountgegevens van kaarthouders vervangt door een unieke digitale id (een ‘token’). Dit zorgt ervoor dat kaartgegevens van gebruikers niet kunnen worden gedeeld. Bovendien moeten gebruikers – voor extra veiligheid – een pincode instellen tijdens het installeren.
Fitbit Pay kan in de Fitbit app van de Fitbit Charge 3 Special Edition, Versa of Ionic worden geïnstalleerd door de eenvoudige stappen te volgen om een digitale betaalpas toe te voegen aan de Fitbit Wallet.
Betalen in winkels die contactloze betalingen accepteren gaat gemakkelijk: houd de linkerknop ingedrukt totdat de digitale betaalpas zichtbaar is op het scherm, voer desgevraagd de 4-cijferige pincode in en houd vervolgens de Fitbit in de buurt van de lezer van de betaalterminal totdat een bevestiging van de betaling verschijnt.
Transacties met Fitbit Pay maken gebruik van tokenisatie, een technologie voor betalingsbeveiliging die de accountgegevens van kaarthouders vervangt door een unieke digitale id (een ‘token’). Dit zorgt ervoor dat kaartgegevens van gebruikers niet kunnen worden gedeeld. Bovendien moeten gebruikers – voor extra veiligheid – een pincode instellen tijdens het installeren.
woensdag 30 januari 2019
Verdachten aangehouden in groot onderzoek naar vals geld
In een groot rechercheonderzoek naar de productie, handel en distributie van valse bankbiljetten zijn woensdagmorgen 30 januari zes verdachten aangehouden. De recherche zet het onderzoek voort.
In het onderzoek dat sinds juni 2018 gaande is, werkt de recherche nauw samen met Europol, de Marechaussee en de Nederlandse Bank. Het gaat hier specifiek om de vervaardiging van valse bankbiljetten van onder andere 20 en 50 euro. Het onderzoek leidde naar deze zes verdachten uit Almere die woensdag in de vroege ochtend werden aangehouden.
De recherche viel in totaal acht woningen in Almere binnen. Bij de invallen werden er valse biljetten aangetroffen en middelen ten behoeve van de productie en distributie ervan. Bij het onderzoek werd ook een geldhond ingezet die speciaal getraind is om echt en vals geld te onderscheiden.
In het onderzoek dat sinds juni 2018 gaande is, werkt de recherche nauw samen met Europol, de Marechaussee en de Nederlandse Bank. Het gaat hier specifiek om de vervaardiging van valse bankbiljetten van onder andere 20 en 50 euro. Het onderzoek leidde naar deze zes verdachten uit Almere die woensdag in de vroege ochtend werden aangehouden.
De recherche viel in totaal acht woningen in Almere binnen. Bij de invallen werden er valse biljetten aangetroffen en middelen ten behoeve van de productie en distributie ervan. Bij het onderzoek werd ook een geldhond ingezet die speciaal getraind is om echt en vals geld te onderscheiden.
’46 procent van Nederlanders staat open voor nieuwe betaaldiensten’
De nieuwe Europese betaalrichtlijn PSD2 is bij 82 procent van de Nederlanders nog onbekend. Na uitleg van wat PSD2 is, verwacht echter bijna de helft van de Nederlanders nieuwe betaaldiensten te gaan gebruiken. Dat blijkt uit de ING Digitale Monitor, een halfjaarlijks onderzoek onder ruim 1500 Nederlanders.
Dankzij PSD2 kunnen consumenten andere bedrijven toegang geven tot hun betaalrekeningen en zo gebruik maken van nieuwe online diensten. Wel alleen nadat ze hiervoor zelf expliciet toestemming hebben gegeven.
Nederlanders staan vooral open voor de mogelijkheid om te kunnen betalen vanuit één omgeving met iedere betaalrekening (29 procent) en om al hun betaalrekeningen in één overzicht te kunnen zien (28 procent).
Meer dan de helft van de Nederlanders heeft echter ook een negatief of zeer negatief gevoel bij PSD2, slechts 12 procent heeft een positief gevoel. Zij maken zich zorgen om hun privacy en de veiligheid van hun betaalgegevens.
Dankzij PSD2 kunnen consumenten andere bedrijven toegang geven tot hun betaalrekeningen en zo gebruik maken van nieuwe online diensten. Wel alleen nadat ze hiervoor zelf expliciet toestemming hebben gegeven.
Nederlanders staan vooral open voor de mogelijkheid om te kunnen betalen vanuit één omgeving met iedere betaalrekening (29 procent) en om al hun betaalrekeningen in één overzicht te kunnen zien (28 procent).
Meer dan de helft van de Nederlanders heeft echter ook een negatief of zeer negatief gevoel bij PSD2, slechts 12 procent heeft een positief gevoel. Zij maken zich zorgen om hun privacy en de veiligheid van hun betaalgegevens.
Adviseur verzuimt massaal klant te informeren over premiedaling
Financieel adviseurs overtreden massaal de Wet op het financieel toezicht (Wft) door klanten niet of onvoldoende te wijzen op tussentijdse premiedalingen van afgesloten financiële producten, zoals overlijdensrisicoverzekeringen. Dat blijkt uit een enquête van Kassa onder zowel consumenten als adviseurs.
Maar liefst 78 procent van de consumenten heeft nooit meer wat zijn adviseur gehoord na het afsluiten van een financieel product. Het overgrote merendeel van klanten met een overlijdensrisicoverzekering is bovendien niet geïnformeerd over de enorme premiedalingen van hun overlijdensrisicoverzekering (orv) en de mogelijkheid om te besparen door over te sluiten. Sinds 2002 zijn die gedaald met maar liefst 60 procent. Daarmee voldoen adviseurs volgens advocaat financieel recht Harm Jan Tulp niet aan hun zorgplicht zoals omschreven in artikel 4:20 en 4:21 van de Wft. ,,De zorgplicht voor tussenpersonen is al meer dan vijftien jaar geleden door de Hoge Raad aangenomen”, aldus Tulp.
Martin Koot van financieel onderzoekbureau MoneyView is hierover niet verrast: ,,Adviseurs zitten al jaren op hun handen, het is de hoogste tijd dat zij beter hun werk gaan doen.”
Adviseurs die aangeven wel aan hun zorgplicht te voldoen, communiceren veelvuldig via nieuwbrieven en algemene mails. Maar volgens Tulp is het de vraag of dat voldoende is. ,,Daarvoor moet de klant expliciet toestemming hebben gegeven. Zo niet dan zou de adviseur schriftelijk moeten informeren over bijvoorbeeld premiedalingen.”
Maar liefst 78 procent van de consumenten heeft nooit meer wat zijn adviseur gehoord na het afsluiten van een financieel product. Het overgrote merendeel van klanten met een overlijdensrisicoverzekering is bovendien niet geïnformeerd over de enorme premiedalingen van hun overlijdensrisicoverzekering (orv) en de mogelijkheid om te besparen door over te sluiten. Sinds 2002 zijn die gedaald met maar liefst 60 procent. Daarmee voldoen adviseurs volgens advocaat financieel recht Harm Jan Tulp niet aan hun zorgplicht zoals omschreven in artikel 4:20 en 4:21 van de Wft. ,,De zorgplicht voor tussenpersonen is al meer dan vijftien jaar geleden door de Hoge Raad aangenomen”, aldus Tulp.
Martin Koot van financieel onderzoekbureau MoneyView is hierover niet verrast: ,,Adviseurs zitten al jaren op hun handen, het is de hoogste tijd dat zij beter hun werk gaan doen.”
Adviseurs die aangeven wel aan hun zorgplicht te voldoen, communiceren veelvuldig via nieuwbrieven en algemene mails. Maar volgens Tulp is het de vraag of dat voldoende is. ,,Daarvoor moet de klant expliciet toestemming hebben gegeven. Zo niet dan zou de adviseur schriftelijk moeten informeren over bijvoorbeeld premiedalingen.”
Koersdalingen schrikken belegger niet af in 2019
Het beleggersvertrouwen heeft zich in de eerste maand van 2019 nog niet hersteld ten opzichte van de dip van vorig jaar toen de ING BeleggersBarometer sloot op 105. De barometer komt in januari uit op een stand van 104 punten. Meer dan de helft van de beleggers (57%) zag de waarde van de eigen beleggersportefeuille dalen in de afgelopen drie maanden. Toch zijn beleggers niet heel negatief. 42% verwacht dat de waarde van de eigen portefeuille weer aantrekt in de komende drie maanden en nog eens 36% verwacht dat deze waarde ongeveer gelijk blijft. En derde verwacht dat ook de persoonlijke financiële situatie verbetert in de komende maanden.
De koersdalingen van de afgelopen maand hebben het vertrouwen van beleggers een knauw gegeven, toch schrikt het de meeste beleggers niet af in het nieuwe jaar. De overgrote meerderheid van de beleggers (79%) heeft dit al een keer meegemaakt. De huidige gemoedstoestand van de beurs doet twee derde van de beleggers dan ook niks. Van de beleggers die wel onrustig worden (34%) heeft bijna de helft (47%) geen ervaring met dergelijke dalingen. Bob Homan, hoofd ING Investment Office: “Het afgelopen jaar is het eerste negatieve beursjaar sinds 2011, maar ondanks dat de AEX ruim 10% daalde is het echt geen extreem jaar. Ook nieuwe beleggers weten nu uit de praktijk dat koersen niet in een rechte lijn stijgen.”
De koersdalingen van de afgelopen maand hebben het vertrouwen van beleggers een knauw gegeven, toch schrikt het de meeste beleggers niet af in het nieuwe jaar. De overgrote meerderheid van de beleggers (79%) heeft dit al een keer meegemaakt. De huidige gemoedstoestand van de beurs doet twee derde van de beleggers dan ook niks. Van de beleggers die wel onrustig worden (34%) heeft bijna de helft (47%) geen ervaring met dergelijke dalingen. Bob Homan, hoofd ING Investment Office: “Het afgelopen jaar is het eerste negatieve beursjaar sinds 2011, maar ondanks dat de AEX ruim 10% daalde is het echt geen extreem jaar. Ook nieuwe beleggers weten nu uit de praktijk dat koersen niet in een rechte lijn stijgen.”
dinsdag 29 januari 2019
Financiële positie pensioenfondsen verslechterd
Vrijwel alle pensioenfondsen zagen hun financiële positie in het vierde kwartaal van 2018 verslechteren. Dat kwam door wereldwijd forse dalingen op aandelenmarkten en dalende rentes. Het vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen nam daardoor af met 46 miljard naar 1.328 miljard, terwijl de verplichtingen toenamen met 40 miljard tot 1.286 miljard. Dat blijkt uit cijfers die pensioenfondsen aan toezichthouder De Nederlandsche Bank hebben verstrekt.
De dekkingsgraad, de graadmeter voor de actuele financiële positie van pensioenfondsen, daalde door al deze ontwikkelingen van 110,3 procent aan het einde van het derde kwartaal naar 103,3 procent aan het einde van het vierde kwartaal.
De voor kortingen op pensioenen relevante beleidsdekkingsgraad (het gemiddelde van de laatste twaalf maanddekkingsgraden) daalde voor de sector als geheel met 0,6 procentpunt naar 108,4 procent. Dat ligt weliswaar boven de wettelijk vereiste minimum beleidsdekkingsgraad van 104,2 procent, maar verhult dat het merendeel van de deelnemers pensioenaanspraken heeft bij een fonds met een aanzienlijk lagere beleidsdekkingsgraad.
De dekkingsgraad, de graadmeter voor de actuele financiële positie van pensioenfondsen, daalde door al deze ontwikkelingen van 110,3 procent aan het einde van het derde kwartaal naar 103,3 procent aan het einde van het vierde kwartaal.
De voor kortingen op pensioenen relevante beleidsdekkingsgraad (het gemiddelde van de laatste twaalf maanddekkingsgraden) daalde voor de sector als geheel met 0,6 procentpunt naar 108,4 procent. Dat ligt weliswaar boven de wettelijk vereiste minimum beleidsdekkingsgraad van 104,2 procent, maar verhult dat het merendeel van de deelnemers pensioenaanspraken heeft bij een fonds met een aanzienlijk lagere beleidsdekkingsgraad.
‘Commitment banken om klimaatimpact van financieringen terug te brengen blijft staan'
Het commitment van banken om de impact van hun financieringen en beleggingen op het klimaat te beperken staat, ook als er onverhoopt geen klimaatakkoord komt. Dat zei Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken tijdens de Werkconferentie klimaatimpact financiële sector in Amsterdam.
Eerder lieten banken al weten dat ze vanaf 2020 rapporteren over de klimaatimpact van hun financieringen en beleggingen en hebben ze uiterlijk in 2022 actieplannen opgesteld om deze te beperken. Buijink: ‘ Dat doen we niet alleen omdat het simpelweg good business is. Denk aan de economische kansen die deze transitie biedt. Dat doen we niet alleen omdat het verstandig risicobeleid is om klimaatrisico’s heel serieus te nemen. Dat doen we vooral ook omdat we het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid zien. Onze missie is het dienen van de economie en zakelijke en particuliere klanten, nu en in de toekomst. Dan kun je niet, dat mag je niet voorbij gaan aan de klimaatopgave.’
Eerder lieten banken al weten dat ze vanaf 2020 rapporteren over de klimaatimpact van hun financieringen en beleggingen en hebben ze uiterlijk in 2022 actieplannen opgesteld om deze te beperken. Buijink: ‘ Dat doen we niet alleen omdat het simpelweg good business is. Denk aan de economische kansen die deze transitie biedt. Dat doen we niet alleen omdat het verstandig risicobeleid is om klimaatrisico’s heel serieus te nemen. Dat doen we vooral ook omdat we het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid zien. Onze missie is het dienen van de economie en zakelijke en particuliere klanten, nu en in de toekomst. Dan kun je niet, dat mag je niet voorbij gaan aan de klimaatopgave.’
Bijna kwart mkb heeft behoefte aan externe financiering
Van het midden- en kleinbedrijf (mkb) gaf 24 procent in een enquête aan behoefte te hebben aan externe financiering. De enquête had betrekking op de periode van juli 2017 tot juli 2018. Van de mkb-bedrijven die in deze periode behoefte hadden aan financiering en hiertoe daadwerkelijk een aanvraag deden, kreeg 84 procent de financiering ook rond. Dat meldt het CBS op basis van de Financieringsmonitor.
De Financieringsmonitor toont de resultaten van een digitale enquête die is uitgezet bij het mkb in de business economy. Met de resultaten van de enquête wordt de zoektocht van het mkb naar externe financiering van begin tot eind in kaart gebracht.
De financieringsbehoefte binnen het midden- en kleinbedrijf neemt toe met de bedrijfsgrootte. Bij het microbedrijf (minder dan 10 werkzame personen) heeft 23 procent behoefte aan externe middelen. Bij het kleinbedrijf (tussen de 10 en 50 werkzame personen) en het middenbedrijf (50 tot 250) ligt dat, met respectievelijk 27 procent en 31 procent, hoger.
De lijn kan niet worden doorgetrokken naar het grootbedrijf (meer dan 250 werkzame personen). Hier ligt de financieringsbehoefte met 17 procent lager dan bij het mkb. Het zijn vooral de jonge, snelgroeiende bedrijven en startups die behoefte hebben aan financiering, om een uitbreiding te kunnen bekostigen.
Van de bedrijven die aangeven een financieringsbehoefte te hebben, verkent 81 procent de mogelijkheden. Twee derde van deze laatste groep doet daadwerkelijk een aanvraag voor financiering. Bij de startups zijn de meeste afvallers: meer dan de helft doet geen aanvraag nadat zij zich georiënteerd hebben, veelal omdat zij hun slaagkans laag inschatten.
De Financieringsmonitor toont de resultaten van een digitale enquête die is uitgezet bij het mkb in de business economy. Met de resultaten van de enquête wordt de zoektocht van het mkb naar externe financiering van begin tot eind in kaart gebracht.
De financieringsbehoefte binnen het midden- en kleinbedrijf neemt toe met de bedrijfsgrootte. Bij het microbedrijf (minder dan 10 werkzame personen) heeft 23 procent behoefte aan externe middelen. Bij het kleinbedrijf (tussen de 10 en 50 werkzame personen) en het middenbedrijf (50 tot 250) ligt dat, met respectievelijk 27 procent en 31 procent, hoger.
De lijn kan niet worden doorgetrokken naar het grootbedrijf (meer dan 250 werkzame personen). Hier ligt de financieringsbehoefte met 17 procent lager dan bij het mkb. Het zijn vooral de jonge, snelgroeiende bedrijven en startups die behoefte hebben aan financiering, om een uitbreiding te kunnen bekostigen.
Van de bedrijven die aangeven een financieringsbehoefte te hebben, verkent 81 procent de mogelijkheden. Twee derde van deze laatste groep doet daadwerkelijk een aanvraag voor financiering. Bij de startups zijn de meeste afvallers: meer dan de helft doet geen aanvraag nadat zij zich georiënteerd hebben, veelal omdat zij hun slaagkans laag inschatten.
Smartphone steeds vaker portemonnee
Nederlanders gebruiken hun smartphone steeds meer als een digitale portemonnee. We pakken we onze telefoon vaker voor online bankieren, online winkelen en als toegangskaart. Dat blijkt uit het onderzoek 'Trends in Digitale Media' dat onderzoeksbureau GfK jaarlijks uitvoert onder Nederlandse internetgebruikers.
Nederlanders regelen steeds meer praktische en financiële zaken met hun smartphone. Zo gebruikt 27 procent van de respondenten de smartphone als toegangskaart voor bijvoorbeeld musea en concerten of als instapkaart in het vliegtuig. Vorig jaar was dat nog 21 procent.
Ook worden smartphones in 2018 vaker gebruikt om online aankopen te doen dan het jaar ervoor: 36 tegenover 30 procent in 2017. Daarnaast bankieren we vaker dan voorheen op de smartphone. 58 procent geeft aan hun smartphone daarvoor te gebruiken.
Nederlanders regelen steeds meer praktische en financiële zaken met hun smartphone. Zo gebruikt 27 procent van de respondenten de smartphone als toegangskaart voor bijvoorbeeld musea en concerten of als instapkaart in het vliegtuig. Vorig jaar was dat nog 21 procent.
Ook worden smartphones in 2018 vaker gebruikt om online aankopen te doen dan het jaar ervoor: 36 tegenover 30 procent in 2017. Daarnaast bankieren we vaker dan voorheen op de smartphone. 58 procent geeft aan hun smartphone daarvoor te gebruiken.
maandag 28 januari 2019
Daling aantal valse eurobiljetten in Nederland
In 2018 is het aantal aangetroffen valse eurobiljetten in Nederland gedaald met 10% tot 38.900. Hoewel voor deze daling geen exacte verklaring is te geven, dragen oplettende retailers en de aandacht van politie en justitie bij aan de strijd tegen deze vorm van criminaliteit.
Niet alleen in Nederland maar ook wereldwijd nam het aantal valse eurobiljetten af, Wereldwijd werden het afgelopen jaar 563.000 stuks uit omloop genomen; 19% minder dan in 2017. Vergeleken met de 22 miljard echte eurobiljetten die wereldwijd in omloop zijn, blijft het aantal aangetroffen valse eurobiljetten gering. In Nederland wordt vooral de €50 vervalst, in andere eurolanden daarnaast ook de €20.
De echtheid van een eurobiljet is in slechts enkele seconden te controleren. Winkeliers maken daarbij steeds meer gebruik van door de ECB gecertificeerde detectieapparaten. Vanaf 28 mei 2019 komen de nieuwe biljetten van €100 en €200 in omloop. Hiervoor is een software-update nodig, vragen hierover kan de winkelier stellen bij de leverancier van het detectieapparaat.
Niet alleen in Nederland maar ook wereldwijd nam het aantal valse eurobiljetten af, Wereldwijd werden het afgelopen jaar 563.000 stuks uit omloop genomen; 19% minder dan in 2017. Vergeleken met de 22 miljard echte eurobiljetten die wereldwijd in omloop zijn, blijft het aantal aangetroffen valse eurobiljetten gering. In Nederland wordt vooral de €50 vervalst, in andere eurolanden daarnaast ook de €20.
De echtheid van een eurobiljet is in slechts enkele seconden te controleren. Winkeliers maken daarbij steeds meer gebruik van door de ECB gecertificeerde detectieapparaten. Vanaf 28 mei 2019 komen de nieuwe biljetten van €100 en €200 in omloop. Hiervoor is een software-update nodig, vragen hierover kan de winkelier stellen bij de leverancier van het detectieapparaat.
Van Wingerde over verdachte geldstromen: ‘(Inter)nationale justitiële samenwerking kan veel beter’
Het afpakken van geld van criminelen heeft vorig jaar weinig opgeleverd, mede omdat het terughalen van crimineel geld erg moeilijk is. Het Openbaar Ministerie (OM) kiest daarom voor een nieuwe strategie en wil meer energie steken in het volgen van verdachte geldstromen en zo criminelen opsporen. Tijdens een interview met de NOS en op Radio 1 sprak criminoloog dr. Karin van Wingerde over waarom het afpakken van crimineel geld zo lastig is.
Wat het volgens Van Wingerde zo lastig maakt, is “dat dat geld zich lang niet altijd meer in Nederland bevindt. Crimineel geld wordt vaak via speciaal daarvoor opgerichte bv-structuren met veel tussenschakels in verschillende landen weggesluisd. Dat maakt dat de opsporing en het uiteindelijke afpakken van het geld vooral heel erg arbeidsintensief is.”
Van Wingerde noemt het goed dat er meer aandacht wordt besteed aan deze problematiek: “maar daarmee ben je er nog niet. We weten uit eerder onderzoek dat de samenwerking tussen verschillende diensten verbeterd kan worden: “Er zijn weinig integrale afpakteams in Nederland waarbij de politie samenwerkt met justitie en de Belastingdienst. Dat zou veel beter georganiseerd kunnen worden.”
Daarnaast stelt zij dat op internationaal vlak veel verbeterd kan worden: “Nederland heeft ontzettend veel moeite om met andere landen samen te werken om informatie hier heen te halen als dat geld in het buitenland is.”
Wat het volgens Van Wingerde zo lastig maakt, is “dat dat geld zich lang niet altijd meer in Nederland bevindt. Crimineel geld wordt vaak via speciaal daarvoor opgerichte bv-structuren met veel tussenschakels in verschillende landen weggesluisd. Dat maakt dat de opsporing en het uiteindelijke afpakken van het geld vooral heel erg arbeidsintensief is.”
Van Wingerde noemt het goed dat er meer aandacht wordt besteed aan deze problematiek: “maar daarmee ben je er nog niet. We weten uit eerder onderzoek dat de samenwerking tussen verschillende diensten verbeterd kan worden: “Er zijn weinig integrale afpakteams in Nederland waarbij de politie samenwerkt met justitie en de Belastingdienst. Dat zou veel beter georganiseerd kunnen worden.”
Daarnaast stelt zij dat op internationaal vlak veel verbeterd kan worden: “Nederland heeft ontzettend veel moeite om met andere landen samen te werken om informatie hier heen te halen als dat geld in het buitenland is.”
vrijdag 25 januari 2019
'Financiële sector staat ook voor maatschappelijke en ecologische risico’s '
Nieuw DNB-onderzoek laat zien dat de financiële sector niet alleen geconfronteerd wordt met klimaatgerelateerde risico’s, maar ook met andere ecologische en maatschappelijke uitdagingen. Water- en grondstoffenschaarste, verlies aan biodiversiteit en mensenrechtencontroverses vormen ook risico’s voor de financiële sector. Daarnaast tonen financiële instellingen ambities op het gebied van duurzaamheid, maar kunnen er nog verdere stappen worden genomen om deze te integreren in de bedrijfsvoering.
Eerder DNB onderzoek naar klimaatgerelateerde financiële risico’s laat bijvoorbeeld zien dat extremere weersomstandigheden leiden tot hogere claims bij verzekeraars en dat kredietverschaffers rekening moeten houden met de gevolgen van striktere regelgeving, zoals verplichte verduurzaming van kantoorpanden en ander vastgoed. In het huidige onderzoek heeft DNB in samenwerking met een aantal onderzoeksbureaus onderzocht of financiële instellingen blootgesteld zijn aan andere maatschappelijke en ecologische risico’s. Ook is onder 25 grote- en middelgrote financiële instellingen nagegaan op welke wijze zij duurzaamheidsambities integreren in de bedrijfsvoering.
In de eerste plaats is de wereldwijd afnemende beschikbaarheid van zoet water onder de loep genomen. Door bevolkingstoename en economische groei zal een groot deel van de aarde en bevolking te kampen krijgen met schaarste. Nederlandse financiële instellingen hebben minimaal 97 miljard euro geïnvesteerd in bedrijven die actief zijn in gebieden met extreem hoge waterschaarste. Wanneer die schaarste omslaat in tekorten, kunnen bedrijfsfaciliteiten niet of beperkt functioneren. Ook bestaat er de kans dat overheden watergebruik strenger gaan reguleren. Hierdoor lopen de uitzettingen van instellingen verhoogd risico.
Eerder DNB onderzoek naar klimaatgerelateerde financiële risico’s laat bijvoorbeeld zien dat extremere weersomstandigheden leiden tot hogere claims bij verzekeraars en dat kredietverschaffers rekening moeten houden met de gevolgen van striktere regelgeving, zoals verplichte verduurzaming van kantoorpanden en ander vastgoed. In het huidige onderzoek heeft DNB in samenwerking met een aantal onderzoeksbureaus onderzocht of financiële instellingen blootgesteld zijn aan andere maatschappelijke en ecologische risico’s. Ook is onder 25 grote- en middelgrote financiële instellingen nagegaan op welke wijze zij duurzaamheidsambities integreren in de bedrijfsvoering.
In de eerste plaats is de wereldwijd afnemende beschikbaarheid van zoet water onder de loep genomen. Door bevolkingstoename en economische groei zal een groot deel van de aarde en bevolking te kampen krijgen met schaarste. Nederlandse financiële instellingen hebben minimaal 97 miljard euro geïnvesteerd in bedrijven die actief zijn in gebieden met extreem hoge waterschaarste. Wanneer die schaarste omslaat in tekorten, kunnen bedrijfsfaciliteiten niet of beperkt functioneren. Ook bestaat er de kans dat overheden watergebruik strenger gaan reguleren. Hierdoor lopen de uitzettingen van instellingen verhoogd risico.
ABN AMRO verlengt samenwerking met Social Enterprise NL
ABN AMRO heeft vandaag de samenwerking met Social Enterprise NL met 2 jaar verlengd. De samenwerking is in 2012 gestart. Social Enterprise NL is aanjager van de beweging van sociaal ondernemers: ondernemers die kiezen voor maatschappelijke waarde. ABN AMRO ondersteunt dit landelijke platform met expertise in financieren en ondernemen, het doen van investeringen en coaching.
Sociale ondernemingen stellen de maatschappelijke missie van hun bedrijf voorop. Geld verdienen is niet het hoofddoel maar een middel om de missie te bereiken. Sociale ondernemingen groeien in aantal en zijn in alle sectoren van het bedrijfsleven te vinden waar ze grote maatschappelijke waarde creëren voor mens en milieu. Social Enterprise NL helpt deze ondernemingen met trainingen en workshops, met het zoeken naar kapitaal en met de lobby voor betere wet- en regelgeving voor sociaal ondernemen.
Sociale ondernemingen stellen de maatschappelijke missie van hun bedrijf voorop. Geld verdienen is niet het hoofddoel maar een middel om de missie te bereiken. Sociale ondernemingen groeien in aantal en zijn in alle sectoren van het bedrijfsleven te vinden waar ze grote maatschappelijke waarde creëren voor mens en milieu. Social Enterprise NL helpt deze ondernemingen met trainingen en workshops, met het zoeken naar kapitaal en met de lobby voor betere wet- en regelgeving voor sociaal ondernemen.
donderdag 24 januari 2019
Rabobank: Betaalverzoek meer gebruikt dan Tikkie
Klanten van Rabobank gebruiken de optie Betaalverzoek in de bankapp vaker dan Tikkie, aldus de bank. Exacte cijfers geeft de bank daarbij niet al klinkt het niet onlogisch. Sinds de introductie van Tikkie, als spin-off uit ABN AMRO, in 2016 hebben miljoenen Nederlanders de app gedownload. Banken reageerden daarop met een vergelijkbare functie in hun eigen app. In een korte update over de PSD2-ontwikkelingen bij de bank zegt Rabobank zijdelings dat het ook werkt aan ‘extra mogelijkheden om betaalverzoek te benutten – bijvoorbeeld voor de zakelijke markt’. Latere aankondigingen daarover volgen in 2019.
Bancontact en Payconiq samengevoegd tot één betaal-app
De betaal-apps Bancontact en Payconiq zijn vanaf heden samengevoegd onder de noemer Payconiq by Bancontact. Beide apps hadden in feite hetzelfde doel: snel en makkelijk betalingen uitvoeren met je smartphone in plaats van met je fysieke bankkaart. In de praktijk is de app vervolgens heel makkelijk in gebruik. Scan simpelweg de QR-code in de winkel of online, bevestig het bedrag, voer je pincode in en je betaling is voltooid.
woensdag 23 januari 2019
ABN AMRO MeesPierson minder positief over aandelen
ABN AMRO MeesPierson verlaagt de weging van aandelen van gematigd overwogen naar neutraal. De private bank is minder positief over aandelen omdat de groei van de economie, de verwachte afname van de bedrijfswinsten en verschillende geopolitieke onzekerheden. ABN AMRO MeesPierson gaat desondanks niet uit van een recessie in 2019.
Ralph Wessels, Hoofd Beleggingsstrategie ABN AMRO MeesPierson: "De bedrijfswinsten die analisten verwachten, kunnen wel eens te optimistisch zijn. We verwachten geen recessie, maar de economie staat momenteel onder druk. Het groeitempo van de wereldeconomie neemt in 2019 waarschijnlijk af. Daardoor vertraagt de winstgroei van bedrijven. Bovendien is er de politieke onzekerheid rond Brexit en de politieke partijen in de Verenigde Staten hebben een moeizame relatie. De lagere groeiverwachtingen en de politieke onzekerheden vragen om een voorzichtigere houding ten opzichte van aandelen. Daarom doen we beleggers de suggestie om hun aandelenpositie wat te verkleinen. Binnen de aandelenportefeuille hebben we een duidelijke voorkeur voor opkomende markten, zijn we licht positief over Amerikaanse en terughoudend op Europese aandelen."
Financiële markten kijken terug op één van de slechtste decembermaanden ooit. Debet hieraan waren de onzekere groeiverwachtingen, de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, en de onduidelijkheid over wat de Amerikaanse Fed met de rentetarieven wilde doen. Sinds de kerstperiode zijn de aandelenmarken met 8 tot 10 procent gestegen. Wessels: "Maar de onzekerheden blijven en kunnen de komende maanden opnieuw tot marktdalingen leiden. Bovendien moeten beleggers nog wennen aan het vooruitzicht van lagere bedrijfswinsten. Al met al is de risico/rendementsverhouding van (een overwogen positie in) aandelen minder aantrekkelijk geworden. Dit wordt ook bevestigd door onze kwantitatieve modellen."
ABN AMRO MeesPierson verwacht dat er in de komende maanden meer duidelijk wordt over de impact van lagere groei op de bedrijfswinsten. Wessels: "Het bedrijfscijferseizoen is in aantocht en dat kan interessante inzichten opleveren over de verwachtingen die bedrijven afgeven voor 2019. Voor nu denken wij dat een voorzichtigere beleggingshouding ten opzichte van aandelen gerechtvaardigd is. Ons overige beleid is ongewijzigd: we blijven terughoudend ten aanzien van obligaties en positief over grondstoffen."
Ralph Wessels, Hoofd Beleggingsstrategie ABN AMRO MeesPierson: "De bedrijfswinsten die analisten verwachten, kunnen wel eens te optimistisch zijn. We verwachten geen recessie, maar de economie staat momenteel onder druk. Het groeitempo van de wereldeconomie neemt in 2019 waarschijnlijk af. Daardoor vertraagt de winstgroei van bedrijven. Bovendien is er de politieke onzekerheid rond Brexit en de politieke partijen in de Verenigde Staten hebben een moeizame relatie. De lagere groeiverwachtingen en de politieke onzekerheden vragen om een voorzichtigere houding ten opzichte van aandelen. Daarom doen we beleggers de suggestie om hun aandelenpositie wat te verkleinen. Binnen de aandelenportefeuille hebben we een duidelijke voorkeur voor opkomende markten, zijn we licht positief over Amerikaanse en terughoudend op Europese aandelen."
Financiële markten kijken terug op één van de slechtste decembermaanden ooit. Debet hieraan waren de onzekere groeiverwachtingen, de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, en de onduidelijkheid over wat de Amerikaanse Fed met de rentetarieven wilde doen. Sinds de kerstperiode zijn de aandelenmarken met 8 tot 10 procent gestegen. Wessels: "Maar de onzekerheden blijven en kunnen de komende maanden opnieuw tot marktdalingen leiden. Bovendien moeten beleggers nog wennen aan het vooruitzicht van lagere bedrijfswinsten. Al met al is de risico/rendementsverhouding van (een overwogen positie in) aandelen minder aantrekkelijk geworden. Dit wordt ook bevestigd door onze kwantitatieve modellen."
ABN AMRO MeesPierson verwacht dat er in de komende maanden meer duidelijk wordt over de impact van lagere groei op de bedrijfswinsten. Wessels: "Het bedrijfscijferseizoen is in aantocht en dat kan interessante inzichten opleveren over de verwachtingen die bedrijven afgeven voor 2019. Voor nu denken wij dat een voorzichtigere beleggingshouding ten opzichte van aandelen gerechtvaardigd is. Ons overige beleid is ongewijzigd: we blijven terughoudend ten aanzien van obligaties en positief over grondstoffen."
Sijbrand Tieleman (Peaks): 'Beleggen met je wisselgeld'
Iedereen van 18 jaar en ouder kan zijn geld beleggen. In praktijk is het aantal Nederlanders dat dat daadwerkelijk doet beperkt. “Twintog tot 25% van de Nederlander belegt wel eens of heeft belegd. 2% belegt actief. Er is nog een wereld te winnen”, aldus Sijbrand Tieleman. Hij bedacht Peaks: een app waarmee je kunt beleggen met je wisselgeld. “Wanneer je ergens met je pasje betaalt dan ronden wij dat bedrag af tot de volgende hele euro en al die kwartjes en dubbeltjes die beleggen wij automatisch voor jou.” Inmiddels zijn meer dan 25.000 Nederlanders ingestapt.
dinsdag 22 januari 2019
Jongeren hebben steeds meer ‘geldregelhekel’
Jongeren houden niet van het regelen van geldzaken. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Aegon. Die ‘geldregelhekel’ is het sterkst toegenomen onder 25- tot en met 34-jarigen. Geldregelhekel is één van de vijf factoren die financieel bewustzijn bepalen. Het financieel bewustzijn is in deze leeftijdscategorie óók het sterkste afgenomen. 65-plussers hebben de minste hekel aan het regelen van hun geldzaken en het hoogste financieel bewustzijn.
Jongeren lijken niet geconfronteerd te willen worden met hun geldzaken en steken hun kop in het zand. Als redenen worden vaak genoemd “dan zie je meteen wat er over is van je inkomsten en daar krijg ik stress van”, “het is zelden goed nieuws”, “je wordt met de neus op de feiten gedrukt”. Dit is een opvallende ontwikkeling omdat juist de groep 25- tot 34-jarigen met grote life-events bezig is -zoals trouwen, een gezin en een hypotheek - en de opbouw van pensioen aandacht zou moeten hebben. Daarnaast worden als redenen genoemd “ik heb er geen tijd voor”, “ik kan wel leukere dingen doen in die tijd” en “ik vind het een rotklus”.
Uit het Aegon-onderzoek blijkt bovendien dat Nederlanders die een grote geldregelhekel hebben, minder financieel bewust zijn en daardoor minder gelukkig zijn. Financieel bewustzijn blijkt een betere voorspeller voor gevoel van gelukkig zijn dan andere eigenschappen, zoals opleiding of inkomen of waar je woont, aldus Motivaction. Nederlanders met een hoog financieel bewustzijn voelen zich gelukkiger in de liefde én voelen zich gezonder en fitter. Daarnaast hebben zij meer sociale contacten. Uit het onderzoek blijkt verder dat klanten van Aegon een hoger financieel bewustzijn hebben dan gemiddeld.
Jongeren lijken niet geconfronteerd te willen worden met hun geldzaken en steken hun kop in het zand. Als redenen worden vaak genoemd “dan zie je meteen wat er over is van je inkomsten en daar krijg ik stress van”, “het is zelden goed nieuws”, “je wordt met de neus op de feiten gedrukt”. Dit is een opvallende ontwikkeling omdat juist de groep 25- tot 34-jarigen met grote life-events bezig is -zoals trouwen, een gezin en een hypotheek - en de opbouw van pensioen aandacht zou moeten hebben. Daarnaast worden als redenen genoemd “ik heb er geen tijd voor”, “ik kan wel leukere dingen doen in die tijd” en “ik vind het een rotklus”.
Uit het Aegon-onderzoek blijkt bovendien dat Nederlanders die een grote geldregelhekel hebben, minder financieel bewust zijn en daardoor minder gelukkig zijn. Financieel bewustzijn blijkt een betere voorspeller voor gevoel van gelukkig zijn dan andere eigenschappen, zoals opleiding of inkomen of waar je woont, aldus Motivaction. Nederlanders met een hoog financieel bewustzijn voelen zich gelukkiger in de liefde én voelen zich gezonder en fitter. Daarnaast hebben zij meer sociale contacten. Uit het onderzoek blijkt verder dat klanten van Aegon een hoger financieel bewustzijn hebben dan gemiddeld.
Delta Lloyd APF draagt haar verplichtingen over aan Centraal Beheer APF
Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds (APF) neemt per 31 december 2018 de verplichtingen en het vermogen van Delta Lloyd APF over. Delta Lloyd heeft twee werkgevers binnen haar APF, Yarden en ATM, met in totaal 1.400 deelnemers.
In oktober werd bekend dat Delta Lloyd APF zou stoppen. Het bestuur van Delta Lloyd APF zag te weinig toekomst voor het APF. “We hadden een te grote achterstand opgelopen”, zegt Ruud Hagendijk, bestuursvoorzitter van Delta Lloyd APF. Na afweging van meerdere scenario’s komt het bestuur uit op overdracht van haar verplichtingen en het vermogen aan een passende partner. De opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers van Yarden en ATM worden per 31 december 2018 overgedragen aan Centraal Beheer APF.
“We zochten een toekomstbestendige, lange termijn oplossing bij een partij aan wie we met een gerust hart de opgebouwde pensioenen van de deelnemers van onze aangesloten werkgevers konden overdragen. Beide werkgevers staan volledig achter de keuze voor Centraal Beheer APF. Dat heeft ons besluit nog makkelijker gemaakt”, zegt Hagendijk. “De inrichting in de kringen binnen Centraal Beheer APF sluit goed aan op ons gedachtegoed. Bovendien biedt Centraal Beheer APF flexibiliteit. We krijgen een passende oplossing én aansluiting binnen de termijn die wij voor ogen hadden. Alle betrokken partijen die dit in zo een kort tijdsbestek mogelijk hebben gemaakt, willen wij bij deze bedanken.”
In oktober werd bekend dat Delta Lloyd APF zou stoppen. Het bestuur van Delta Lloyd APF zag te weinig toekomst voor het APF. “We hadden een te grote achterstand opgelopen”, zegt Ruud Hagendijk, bestuursvoorzitter van Delta Lloyd APF. Na afweging van meerdere scenario’s komt het bestuur uit op overdracht van haar verplichtingen en het vermogen aan een passende partner. De opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers van Yarden en ATM worden per 31 december 2018 overgedragen aan Centraal Beheer APF.
“We zochten een toekomstbestendige, lange termijn oplossing bij een partij aan wie we met een gerust hart de opgebouwde pensioenen van de deelnemers van onze aangesloten werkgevers konden overdragen. Beide werkgevers staan volledig achter de keuze voor Centraal Beheer APF. Dat heeft ons besluit nog makkelijker gemaakt”, zegt Hagendijk. “De inrichting in de kringen binnen Centraal Beheer APF sluit goed aan op ons gedachtegoed. Bovendien biedt Centraal Beheer APF flexibiliteit. We krijgen een passende oplossing én aansluiting binnen de termijn die wij voor ogen hadden. Alle betrokken partijen die dit in zo een kort tijdsbestek mogelijk hebben gemaakt, willen wij bij deze bedanken.”
maandag 21 januari 2019
Focus AFM-toezicht op brexit, onverantwoord gebruik van technologie en data
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) richt zich in 2019 voor een belangrijk deel op het beheersen van de gevolgen van brexit voor de Nederlandse kapitaalmarkten. Mogelijk komt 30 tot 40% van de Europese handel in aandelen en obligaties naar Nederland. Een ander belangrijk speerpunt is het voorkomen van onverantwoord gebruik van technologie en data als gevolg van de voortschrijdende digitalisering van financiële dienstverlening. Ook gaat in 2019 extra aandacht uit naar het tegengaan van witwassen en andere financieel-economische criminaliteit.
Deze keuze van activiteiten is onder meer gebaseerd op de belangrijkste trends en bijbehorende risico’s. Een verkenning van deze trends is eind oktober 2018 gepubliceerd in AFM Trendzicht 2019. Naast politieke onzekerheid (met name brexit) zijn dat de voortschrijdende digitalisering van financiële dienstverlening, en de rol van de financiële sector in de transitie naar een duurzame samenleving en economie.
Het toezicht op nieuwe partijen en markten als gevolg van brexit is het meest in het oog springende speerpunt. De AFM bereidt zich voor op verschillende brexit-scenario’s. Mogelijk komt 30 tot 40 procent van de Europese kapitaalmarkt naar Nederland. Dit geldt zowel voor de aandelen- als obligatiemarkt. Dit vraagt niet alleen meer capaciteit voor het verlenen van nieuwe vergunningen. Er zal ook meer doorlopend toezicht nodig zijn en het vraagt forse investeringen in IT. Voor de AFM zal dit significante financiële en operationele gevolgen hebben, waarvoor door de minister van Financiën financiële ruimte is gecreëerd om extra capaciteit te werven en de benodigde investeringen te doen.
Het is zorgwekkend dat tien weken voordat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie beoogt te verlaten, er nog steeds grote onzekerheid is over de voorwaarden. In combinatie met de verdeeldheid in het Britse parlement, vergroot dit de kans op een no deal brexit. In dat geval kunnen ondernemingen hun toegang tot de Britse financiële markten verliezen, is de continuïteit van de effectenhandel en internationale bank- en verzekeringsdiensten onzeker, en blijft de uitbesteding naar Britse partijen niet zonder meer mogelijk. Het is daarom belangrijk dat financiële instellingen zich actief voorbereiden op een no deal brexit en waar nodig hun voorbereidingen opschalen.
Het toenemend gebruik van (nieuwe) technologie en data biedt kansen voor financiële ondernemingen en voordelen voor consumenten, maar brengt ook risico’s met zich mee. De AFM wil voorkomen dat marktpartijen onverantwoord gebruikmaken van technologie en data. Zo worden in 2019 de online beslisomgevingen van verschillende aanbieders van beleggingsproducten onderzocht. Ook wordt een verkenning gedaan naar het toenemend gebruik van (klant)data en de risico’s voor de solidariteit binnen de verzekeringssector.
Deze keuze van activiteiten is onder meer gebaseerd op de belangrijkste trends en bijbehorende risico’s. Een verkenning van deze trends is eind oktober 2018 gepubliceerd in AFM Trendzicht 2019. Naast politieke onzekerheid (met name brexit) zijn dat de voortschrijdende digitalisering van financiële dienstverlening, en de rol van de financiële sector in de transitie naar een duurzame samenleving en economie.
Het toezicht op nieuwe partijen en markten als gevolg van brexit is het meest in het oog springende speerpunt. De AFM bereidt zich voor op verschillende brexit-scenario’s. Mogelijk komt 30 tot 40 procent van de Europese kapitaalmarkt naar Nederland. Dit geldt zowel voor de aandelen- als obligatiemarkt. Dit vraagt niet alleen meer capaciteit voor het verlenen van nieuwe vergunningen. Er zal ook meer doorlopend toezicht nodig zijn en het vraagt forse investeringen in IT. Voor de AFM zal dit significante financiële en operationele gevolgen hebben, waarvoor door de minister van Financiën financiële ruimte is gecreëerd om extra capaciteit te werven en de benodigde investeringen te doen.
Het is zorgwekkend dat tien weken voordat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie beoogt te verlaten, er nog steeds grote onzekerheid is over de voorwaarden. In combinatie met de verdeeldheid in het Britse parlement, vergroot dit de kans op een no deal brexit. In dat geval kunnen ondernemingen hun toegang tot de Britse financiële markten verliezen, is de continuïteit van de effectenhandel en internationale bank- en verzekeringsdiensten onzeker, en blijft de uitbesteding naar Britse partijen niet zonder meer mogelijk. Het is daarom belangrijk dat financiële instellingen zich actief voorbereiden op een no deal brexit en waar nodig hun voorbereidingen opschalen.
Het toenemend gebruik van (nieuwe) technologie en data biedt kansen voor financiële ondernemingen en voordelen voor consumenten, maar brengt ook risico’s met zich mee. De AFM wil voorkomen dat marktpartijen onverantwoord gebruikmaken van technologie en data. Zo worden in 2019 de online beslisomgevingen van verschillende aanbieders van beleggingsproducten onderzocht. Ook wordt een verkenning gedaan naar het toenemend gebruik van (klant)data en de risico’s voor de solidariteit binnen de verzekeringssector.
Verbond van Verzekeraars herkent vervolgstappen op evaluatie provisieverbod
Minister Hoekstra heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn vervolgstappen in het kader van de wettelijke evaluatie van het provisieverbod voor complexe- en impactvolle producten. In zijn brief komt de minister terug op de motie van Kamerleden Paternotte en Leijten en een aantal deelonderwerpen.
In zijn agenda voor de financiële sector heeft de minister medio december al aangegeven stappen te willen zetten om consumenten inzicht te geven in provisies en dienstverlening bij schadeverzekeringen. Het Verbond steunt deze ambitie van het kabinet om de provisie op schadeverzekeringen actief transparant te maken. De minister geeft nu ook aan dat het in ieder geval voor de hand ligt dat klanten precontractueel worden geïnformeerd over de dienstverlening en provisie. Hij geeft aan dat vanuit het oogpunt van de klant concrete bedragen het meest informatief zijn.
De minister staat ook stil bij de frequentie van de accountantscontrole van het kostprijsmodel voor directe aanbieders. De minister onderzoekt een variant waarbij de controle van het kostprijsmodel niet jaarlijks door de externe accountant hoeft te worden gecontroleerd, maar ten minste eens in de drie jaar. Dit is een belangrijke verlichting van de administratieve lasten. De minister doet geen uitspraken over het kostprijsmodel in relatie tot innovatie en introductie van nieuwe producten. Het is immers belangrijk dat het kostprijsmodel innovatie niet in de weg moet zitten.
De minister geeft aan voornemens te zijn in gesprek te gaan op andere deelaspecten ten aanzien van financieel advies. Het Verbond herkent de in de brief genoemde onderwerpen en gaat hierover graag het overleg met de minister aan.
In zijn agenda voor de financiële sector heeft de minister medio december al aangegeven stappen te willen zetten om consumenten inzicht te geven in provisies en dienstverlening bij schadeverzekeringen. Het Verbond steunt deze ambitie van het kabinet om de provisie op schadeverzekeringen actief transparant te maken. De minister geeft nu ook aan dat het in ieder geval voor de hand ligt dat klanten precontractueel worden geïnformeerd over de dienstverlening en provisie. Hij geeft aan dat vanuit het oogpunt van de klant concrete bedragen het meest informatief zijn.
De minister staat ook stil bij de frequentie van de accountantscontrole van het kostprijsmodel voor directe aanbieders. De minister onderzoekt een variant waarbij de controle van het kostprijsmodel niet jaarlijks door de externe accountant hoeft te worden gecontroleerd, maar ten minste eens in de drie jaar. Dit is een belangrijke verlichting van de administratieve lasten. De minister doet geen uitspraken over het kostprijsmodel in relatie tot innovatie en introductie van nieuwe producten. Het is immers belangrijk dat het kostprijsmodel innovatie niet in de weg moet zitten.
De minister geeft aan voornemens te zijn in gesprek te gaan op andere deelaspecten ten aanzien van financieel advies. Het Verbond herkent de in de brief genoemde onderwerpen en gaat hierover graag het overleg met de minister aan.
Vermogen miljardairs nam vorig jaar toe met $ 2,5 miljard per dag
Miljardairs zagen hun vermogens dagelijks met 2,5 miljard dollar groeien vorig jaar, een stijging van 12 procent. Het vermogen van de 3,8 miljard armsten nam in dezelfde periode met 11 procent af. Dat blijkt uit het nieuwe rapport over economische ongelijkheid dat Oxfam Novib vandaag lanceert, aan de vooravond van het World Economic Forum in Davos, de jaarlijkse top van politici, wereldleiders en zakelijke elite.
Uit het jaarlijkse Oxfam Novib-rapport 'Public Good or Private Wealth' over mondiale economische ongelijkheid blijkt dat de groeiende kloof tussen arm en rijk slecht is voor armoedebestrijding, schadelijk is voor de economie, en leidt tot toenemende maatschappelijke onrust over de hele wereld. Het rapport stelt vast dat de belastingtarieven voor rijke individuen en bedrijven steeds verder zijn gedaald terwijl het aantal miljardairs sinds de financiële crisis is verdubbeld. Tussen 2017 en 2018 kwam er iedere 48 uur een nieuwe miljardair bij.
Michiel Servaes, algemeen directeur Oxfam Novib: "Mondiale ongelijkheid neemt in een schrikbarend tempo toe en Nederland speelt hier als doorsluisland een zeer kwalijke rol in. We moeten belastingontwijking uitbannen. Uit internationaal onderzoek bleek vorig jaar nog dat een kleine 10% van de winst die multinationals wereldwijd wegsluizen om belasting te ontlopen in Nederland terecht komt. Nederland kwam daarmee in de top 5 van belastingparadijzen. Ons rapport laat zien wat de gevolgen zijn van extreme ongelijkheid en onrechtvaardige belastingregels. Terwijl grote bedrijven en de superrijken steeds minder belasting betalen, kunnen miljoenen meisjes niet naar school en sterven vrouwen wegens gebrek aan goede kraamzorg. Dáár moet het in Davos over gaan.”
Conclusies rapport
• Uit data van Credit Suisse blijkt dat vorig jaar 26 mensen over hetzelfde vermogen beschikken als de armste helft van de wereldbevolking (3.8 miljard mensen).
• Slechts vier cent van elke dollar aan belastinginkomsten die in 2015 wereldwijd werd geïnd, was afkomstig uit belastingen op vermogen, zoals erfenissen of eigendom. Deze soorten belastingen zijn in veel rijke landen de laatste decennia verlaagd of verdwenen en bestaan nauwelijks in ontwikkelingslanden.
• Belastingtarieven voor vermogende personen en bedrijven zijn ook drastisch verlaagd. Zo daalde het hoogste tarief van de inkomstenbelasting in rijke landen van 62 procent in 1970 tot slechts 38 procent in 2013. Het gemiddelde tarief in armere landen is slechts 28 procent. Het gemiddelde tarief voor de winstbelasting daalde van 38% in 2003 naar 24% in 2018 wereldwijd. Ook Nederland besloot recent het winstbelastingtarief verder te verlagen, van 25% naar 20,5%.
• In sommige landen, zoals Brazilië, betaalt de armste 10 procent van de bevolking nu een groter deel van hun inkomsten aan belasting dan de rijkste 10 procent.
• Ondertussen worden publieke diensten in veel landen zwaar onder-gefinancierd of geprivatiseerd waardoor de toegang voor de armste burgers in gevaar komt.
• Elke dag sterven circa 10.000 mensen omdat ze geen toegang hebben tot betaalbare gezondheidszorg.
Uit het jaarlijkse Oxfam Novib-rapport 'Public Good or Private Wealth' over mondiale economische ongelijkheid blijkt dat de groeiende kloof tussen arm en rijk slecht is voor armoedebestrijding, schadelijk is voor de economie, en leidt tot toenemende maatschappelijke onrust over de hele wereld. Het rapport stelt vast dat de belastingtarieven voor rijke individuen en bedrijven steeds verder zijn gedaald terwijl het aantal miljardairs sinds de financiële crisis is verdubbeld. Tussen 2017 en 2018 kwam er iedere 48 uur een nieuwe miljardair bij.
Michiel Servaes, algemeen directeur Oxfam Novib: "Mondiale ongelijkheid neemt in een schrikbarend tempo toe en Nederland speelt hier als doorsluisland een zeer kwalijke rol in. We moeten belastingontwijking uitbannen. Uit internationaal onderzoek bleek vorig jaar nog dat een kleine 10% van de winst die multinationals wereldwijd wegsluizen om belasting te ontlopen in Nederland terecht komt. Nederland kwam daarmee in de top 5 van belastingparadijzen. Ons rapport laat zien wat de gevolgen zijn van extreme ongelijkheid en onrechtvaardige belastingregels. Terwijl grote bedrijven en de superrijken steeds minder belasting betalen, kunnen miljoenen meisjes niet naar school en sterven vrouwen wegens gebrek aan goede kraamzorg. Dáár moet het in Davos over gaan.”
Conclusies rapport
• Uit data van Credit Suisse blijkt dat vorig jaar 26 mensen over hetzelfde vermogen beschikken als de armste helft van de wereldbevolking (3.8 miljard mensen).
• Slechts vier cent van elke dollar aan belastinginkomsten die in 2015 wereldwijd werd geïnd, was afkomstig uit belastingen op vermogen, zoals erfenissen of eigendom. Deze soorten belastingen zijn in veel rijke landen de laatste decennia verlaagd of verdwenen en bestaan nauwelijks in ontwikkelingslanden.
• Belastingtarieven voor vermogende personen en bedrijven zijn ook drastisch verlaagd. Zo daalde het hoogste tarief van de inkomstenbelasting in rijke landen van 62 procent in 1970 tot slechts 38 procent in 2013. Het gemiddelde tarief in armere landen is slechts 28 procent. Het gemiddelde tarief voor de winstbelasting daalde van 38% in 2003 naar 24% in 2018 wereldwijd. Ook Nederland besloot recent het winstbelastingtarief verder te verlagen, van 25% naar 20,5%.
• In sommige landen, zoals Brazilië, betaalt de armste 10 procent van de bevolking nu een groter deel van hun inkomsten aan belasting dan de rijkste 10 procent.
• Ondertussen worden publieke diensten in veel landen zwaar onder-gefinancierd of geprivatiseerd waardoor de toegang voor de armste burgers in gevaar komt.
• Elke dag sterven circa 10.000 mensen omdat ze geen toegang hebben tot betaalbare gezondheidszorg.
vrijdag 18 januari 2019
AFM en DNB pleiten voor cryptoregulering op internationaal niveau
Er moet een nationaal vergunningsstelsel voor crypto-omwisselplatforms en aanbieders van cryptobewaarportemonnees komen. Hiermee kunnen witwassen en terrorismefinanciering effectiever worden tegengaan. Dat stellen AFM en DNB in een gezamenlijk advies, dat de minister van Financiën vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het internationale karakter van crypto’s vergt internationale afstemming om Nederlandse consumenten effectief tegen de grootste risico’s te beschermen, stellen beide toezichthouders.
Crypto’s zijn kwetsbaar voor financieel economische criminaliteit. De AFM en DNB pleiten daarom voor een nationaal vergunningsstelsel in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). In Europees verband is de vierde anti-witwasrichtlijn herzien om dit risico aan te pakken.
Hierdoor gaan de normen van deze richtlijn ook gelden voor platformen voor de omwisseling van crypto’s naar fiat geld en voor aanbieders van cryptobewaarportemonnees. Door een vergunningstelsel wordt het mogelijk om partijen al aan de poort te toetsen, en indien nodig op voorhand te weren van de markt.
Het internationale karakter van crypto’s vergt internationale afstemming om Nederlandse consumenten effectief tegen de grootste risico’s te beschermen, stellen beide toezichthouders.
Crypto’s zijn kwetsbaar voor financieel economische criminaliteit. De AFM en DNB pleiten daarom voor een nationaal vergunningsstelsel in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). In Europees verband is de vierde anti-witwasrichtlijn herzien om dit risico aan te pakken.
Hierdoor gaan de normen van deze richtlijn ook gelden voor platformen voor de omwisseling van crypto’s naar fiat geld en voor aanbieders van cryptobewaarportemonnees. Door een vergunningstelsel wordt het mogelijk om partijen al aan de poort te toetsen, en indien nodig op voorhand te weren van de markt.
Rabobank ondersteunt ondernemers met de Rabo Circulair Ondernemen Desk
De circulaire economie rukt op. Steeds meer bedrijven besteden bij het ontwerpen van hun producten en in hun bedrijfsvoering aandacht aan het terugwinnen en efficiënt gebruik van grondstoffen en materialen. Rabobank gaat ondernemers hierin ondersteunen met haar nieuwe Rabo Circulair Ondernemen Desk.
De overgang naar een circulaire economie vraagt van ondernemers een omschakeling van een lineair naar een circulair business model. Rabobank ziet circulair ondernemen als een van de pijlers waarop de Nederlandse economie steunt. Er komen steeds vaker vragen van klanten over circulaire businessmodellen en de financiering daarvan.
De desk bestaat uit een multidisciplinair team van circulair specialisten die ondernemers ondersteunen rondom circulaire vraagstukken. De circulair specialisten denken met de ondernemer mee over strategische vraagstukken rondom circulaire businessmodellen, de financiering daarvan en leggen, door middel van hun netwerk, verbindingen met relevante partijen. Op deze manier begeleiden zij klanten naar bestaande en/of nieuwe oplossingen.
De overgang naar een circulaire economie vraagt van ondernemers een omschakeling van een lineair naar een circulair business model. Rabobank ziet circulair ondernemen als een van de pijlers waarop de Nederlandse economie steunt. Er komen steeds vaker vragen van klanten over circulaire businessmodellen en de financiering daarvan.
De desk bestaat uit een multidisciplinair team van circulair specialisten die ondernemers ondersteunen rondom circulaire vraagstukken. De circulair specialisten denken met de ondernemer mee over strategische vraagstukken rondom circulaire businessmodellen, de financiering daarvan en leggen, door middel van hun netwerk, verbindingen met relevante partijen. Op deze manier begeleiden zij klanten naar bestaande en/of nieuwe oplossingen.
Banken en verzekeraars voldoen aan FG-verplichtingen na controle AP
Alle gecontroleerde Nederlandse banken en verzekeraars waarvoor de verplichtingen gelden, hebben een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aangesteld en aangemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Zij hebben ook de contactgegevens van hun FG op een juiste manier gepubliceerd op hun website. Dit is het resultaat van een onderzoek onder 45 banken en 93 verzekeraars. Het onderzoek maakte deel uit van een serie onderzoeken door de AP bij verschillende soorten organisaties naar de naleving van vereisten uit de privacywetgeving.
Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese privacywetgeving, de AVG. Onderdeel hiervan is dat sommige organisaties, zoals banken en verzekeraars, die op grote schaal de persoonsgegevens van hun klanten observeren en/of op grote schaal bijzondere persoonsgegevens verwerken, een FG moeten aanstellen en hun contactgegevens moeten publiceren.
Uit een eerste controle bleek dat 6 banken en 9 verzekeraars nog geen FG hadden aangemeld bij de AP. 2 banken en 2 verzekeraars bleken na ontvangst van nadere informatie van de organisaties niet verplicht om een FG aan te stellen, omdat zij niet grootschalig persoonsgegevens verwerken. In alle overige gevallen hadden de banken en verzekeraars wel een FG aangesteld, maar deze niet bij de AP aangemeld. Zij hebben dit alsnog gedaan.
Banken en verzekeraars verwerken veel persoonsgegevens van hun klanten, zoals identificatiegegevens, financiële gegevens, transactiegegevens en medische gegevens. De FG’s vervullen daarom bij deze organisaties een belangrijke functie om die gegevens te beschermen en om de privacywetgeving na te leven. De FG kan vanuit een onafhankelijke positie adviseren over hoe de privacywetgeving moet worden toegepast in zijn organisatie.
Alle gecontroleerde banken en verzekeraars vermelden inmiddels op een goede manier de contactgegevens van hun FG’s. Na een eerste controle was dit nog bij 7 banken en 14 verzekeraars ontoereikend. Klanten en medewerkers moeten privacy-issues snel en in vertrouwen kunnen melden bij de FG. Het moet daarom voor iedereen die dat wil makkelijk zijn om contact op te nemen met de FG zonder dat daar iemand tussen zit. Het is verplicht een direct telefoonnummer, e-mailadres, postadres en/of direct contactformulier te vermelden waarmee de FG te bereiken is. De naam van de FG is niet noodzakelijk.
Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese privacywetgeving, de AVG. Onderdeel hiervan is dat sommige organisaties, zoals banken en verzekeraars, die op grote schaal de persoonsgegevens van hun klanten observeren en/of op grote schaal bijzondere persoonsgegevens verwerken, een FG moeten aanstellen en hun contactgegevens moeten publiceren.
Uit een eerste controle bleek dat 6 banken en 9 verzekeraars nog geen FG hadden aangemeld bij de AP. 2 banken en 2 verzekeraars bleken na ontvangst van nadere informatie van de organisaties niet verplicht om een FG aan te stellen, omdat zij niet grootschalig persoonsgegevens verwerken. In alle overige gevallen hadden de banken en verzekeraars wel een FG aangesteld, maar deze niet bij de AP aangemeld. Zij hebben dit alsnog gedaan.
Banken en verzekeraars verwerken veel persoonsgegevens van hun klanten, zoals identificatiegegevens, financiële gegevens, transactiegegevens en medische gegevens. De FG’s vervullen daarom bij deze organisaties een belangrijke functie om die gegevens te beschermen en om de privacywetgeving na te leven. De FG kan vanuit een onafhankelijke positie adviseren over hoe de privacywetgeving moet worden toegepast in zijn organisatie.
Alle gecontroleerde banken en verzekeraars vermelden inmiddels op een goede manier de contactgegevens van hun FG’s. Na een eerste controle was dit nog bij 7 banken en 14 verzekeraars ontoereikend. Klanten en medewerkers moeten privacy-issues snel en in vertrouwen kunnen melden bij de FG. Het moet daarom voor iedereen die dat wil makkelijk zijn om contact op te nemen met de FG zonder dat daar iemand tussen zit. Het is verplicht een direct telefoonnummer, e-mailadres, postadres en/of direct contactformulier te vermelden waarmee de FG te bereiken is. De naam van de FG is niet noodzakelijk.
Knab Crowdfunding bereikt mijlpaal met 100 gefinancierde projecten
Klanten van Knab hebben via het crowdfundplatform van de online bank de honderdste bedrijfslening gefinancierd. Op het platform zijn ruim 5.000 investeerders actief. Zij hebben in tweeënhalf jaar tijd samen bijna 20 miljoen euro geïnvesteerd in Nederlandse mkb-bedrijven.
Knab was in 2016 de eerste bank die een crowdfundplatform lanceerde. “Wereldwijd kelderden de spaarrentes en tegelijkertijd werd het voor mkb’ers steeds moeilijker om een traditionele lening te krijgen via de bank. We zagen Knab Crowdfunding als de ideale oplossing voor beide problemen; de klanten van Knab krijgen mogelijk een beter rendement over hun geld in ruil voor de financiering van ondernemers”, aldus Remko Jansen van Knab.
De gepubliceerde leningverzoeken op het platform zijn gevarieerd. Van een bedrijf dat geavanceerde racefietsen produceert tot aan een gastrobar en van een offshore trainingscentrum tot hypotheekadviseur. Een gemiddelde gewenste lening op het platform bedraagt € 176.925 en is binnen 53 uur volgeschreven.
Het is nog lastig om de rendementen van crowdfunding te vergelijken met sparen. Jansen: “Crowdfunding van bedrijfsleningen is nog steeds relatief nieuw en brengt natuurlijk ook risico’s met zich mee, je kunt je inleg immers kwijtraken. Het is daardoor nog lastig om nu iets definitiefs te zeggen over de behaalde rendementen. De looptijd van de meeste leningen is immers nog niet voorbij. Op onze statistiekenpagina houden we het gemiddelde netto rendement van de totale leningportefeuille wel continu bij. Op basis daarvan lijkt het een veilige conclusie dat investeren via crowdfunding je op dit moment meer oplevert dan sparen.”
Knab was in 2016 de eerste bank die een crowdfundplatform lanceerde. “Wereldwijd kelderden de spaarrentes en tegelijkertijd werd het voor mkb’ers steeds moeilijker om een traditionele lening te krijgen via de bank. We zagen Knab Crowdfunding als de ideale oplossing voor beide problemen; de klanten van Knab krijgen mogelijk een beter rendement over hun geld in ruil voor de financiering van ondernemers”, aldus Remko Jansen van Knab.
De gepubliceerde leningverzoeken op het platform zijn gevarieerd. Van een bedrijf dat geavanceerde racefietsen produceert tot aan een gastrobar en van een offshore trainingscentrum tot hypotheekadviseur. Een gemiddelde gewenste lening op het platform bedraagt € 176.925 en is binnen 53 uur volgeschreven.
Het is nog lastig om de rendementen van crowdfunding te vergelijken met sparen. Jansen: “Crowdfunding van bedrijfsleningen is nog steeds relatief nieuw en brengt natuurlijk ook risico’s met zich mee, je kunt je inleg immers kwijtraken. Het is daardoor nog lastig om nu iets definitiefs te zeggen over de behaalde rendementen. De looptijd van de meeste leningen is immers nog niet voorbij. Op onze statistiekenpagina houden we het gemiddelde netto rendement van de totale leningportefeuille wel continu bij. Op basis daarvan lijkt het een veilige conclusie dat investeren via crowdfunding je op dit moment meer oplevert dan sparen.”
donderdag 17 januari 2019
WRR pleit voor structurele aanpassingen binnen ons geldstelsel
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid pleit voor structurele aanpassingen binnen ons geldstelsel. Giraal geld is steeds belangrijker geworden in onze samenleving, de publieke betaal- en spaaropties zijn verdwenen en het bankwezen is geconcentreerder en uniformer geworden. Hierdoor is het evenwicht in het geldstelsel verstoord geraakt.
Er zijn te weinig remmen op geldschepping en kredietverlening, met een ongewenst hoog schuldniveau als gevolg. Ook is het publieke karakter van het bankwezen nu onvoldoende verankerd.
Een van de aanbevelingen is het mogelijk maken van een bank die zich enkel met betalen en sparen bezighoudt.
Het rapport ‘Geld en schuld’ is het resultaat van een adviesaanvraag van de regering over de werking van het geldstelsel. Over dit onderwerp is naar aanleiding van het burgerinitiatief ‘Ons Geld’ in de Tweede Kamer een debat gevoerd. Tijdens dit debat werd een motie aangenomen met het verzoek aan de WRR het geldstelsel nader te bestuderen, en de voor- en nadelen van verschillende vormen van geldschepping te onderzoeken.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zet in haar rapport vraagtekens bij de invoering van een publiekgeldsysteem. Volgens de Raad zou een overgang naar zo’n systeem feitelijk neer komen op een ‘grootschalig experiment met de ruggengraat van de economie.’ Daarnaast vraagt de WRR zich af of zo’n overgang haalbaar is omdat een nieuw systeem alleen op Europees niveau kan worden ingevoerd. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is dan ook geen voorstander van zo’n experiment.
De NVB onderstreept het belang van diversiteit in de sector en is benieuwd hoe een volksbank er in de praktijk uit zou kunnen zien. Overigens zal diversiteit van de sector in de komende jaren vooral ook in Europees licht moeten worden bezien nu de Europese bankenunie verder moet worden voltooid. Door de belemmeringen voor grensoverschrijdend bankieren in Europa weg te nemen worden de drempels voor buitenlandse banken om hun producten in ons land aan te bieden, weggenomen. Tegelijkertijd schept dat kansen voor Nederlandse banken in het buitenland.
Er zijn te weinig remmen op geldschepping en kredietverlening, met een ongewenst hoog schuldniveau als gevolg. Ook is het publieke karakter van het bankwezen nu onvoldoende verankerd.
Een van de aanbevelingen is het mogelijk maken van een bank die zich enkel met betalen en sparen bezighoudt.
Het rapport ‘Geld en schuld’ is het resultaat van een adviesaanvraag van de regering over de werking van het geldstelsel. Over dit onderwerp is naar aanleiding van het burgerinitiatief ‘Ons Geld’ in de Tweede Kamer een debat gevoerd. Tijdens dit debat werd een motie aangenomen met het verzoek aan de WRR het geldstelsel nader te bestuderen, en de voor- en nadelen van verschillende vormen van geldschepping te onderzoeken.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zet in haar rapport vraagtekens bij de invoering van een publiekgeldsysteem. Volgens de Raad zou een overgang naar zo’n systeem feitelijk neer komen op een ‘grootschalig experiment met de ruggengraat van de economie.’ Daarnaast vraagt de WRR zich af of zo’n overgang haalbaar is omdat een nieuw systeem alleen op Europees niveau kan worden ingevoerd. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is dan ook geen voorstander van zo’n experiment.
De NVB onderstreept het belang van diversiteit in de sector en is benieuwd hoe een volksbank er in de praktijk uit zou kunnen zien. Overigens zal diversiteit van de sector in de komende jaren vooral ook in Europees licht moeten worden bezien nu de Europese bankenunie verder moet worden voltooid. Door de belemmeringen voor grensoverschrijdend bankieren in Europa weg te nemen worden de drempels voor buitenlandse banken om hun producten in ons land aan te bieden, weggenomen. Tegelijkertijd schept dat kansen voor Nederlandse banken in het buitenland.
ING introduceert duurzame bedrijfslening met EcoVadis-rating
ING introduceert duurzame bedrijfsleningen voor de brede groep niet-beursgenoteerde ondernemingen. Bij deze leningen stijgt of daalt het renteniveau mee met het wel of niet behalen van duurzaamheidscriteria, wat wordt beoordeeld door extern ratingbureau EcoVadiBij het verstrekken van de lening worden door ING en het bedrijf duurzame prestaties afgesproken waarvan de voortgang wordt beoordeeld door EcoVadis, een onafhankelijk ratingbureau gespecialiseerd in het beoordelen van duurzaamheidsprestaties door bedrijven. Als de prestatie verbetert betaalt de klant een lagere rente aan de bank, als deze verslechtert, gaat de rente omhoog.
“Deze leningen gaan een stap verder dan de traditionele groene lening, waarmee groene projecten worden gefinancierd. Sociale en ethische overwegingen zijn bij deze lening net zo belangrijk als milieu aspecten. Een ander verschil met groene leningen is dat deze lening is bedoeld voor de algemene bedrijfsvoering in plaats van alleen specifieke groene projecten,” aldus Annemein Kolk, directeur Grootzakelijke klanten bij ING Nederland. “Er moet nog veel gebeuren om de doelen van het Akkoord van Parijs te halen. Met de overeenkomst met EcoVadis willen wij onze zakelijke klanten helpen, motiveren en belonen om verder te gaan met hun duurzaamheidsagenda. Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven die ambitieuze duurzaamheidsprestaties leveren de winnaars zijn in de economie van morgen. Daarom is duurzaamheid een belangrijk onderwerp in ieder gesprek dat wij hebben met klanten.”
In 2017 introduceerde ING voor het eerst een lening waarbij de rentemarge is gekoppeld aan de duurzaamheidsprestatie van de onderneming. De eerste transacties waren met Philips en DSM, beursgenoteerde bedrijven waarover veel informatie publiek beschikbaar is. Het partnerschap met EcoVadis is een volgende stap in het helpen van zakelijke klanten, bedrijven die niet-beursgenoteerd zijn. De eerste transactie die ING heeft gearrangeerd is een gesyndiceerde financiering voor Dura Vermeer Groep. Dura Vermeer heeft er daarbij zelf voor gekozen om zijn duurzaamheidsprestaties te laten beoordelen door EcoVadis. ING heeft de financiering vervolgens gearrangeerd samen met in dit geval ABN Amro en Rabobank.
“Deze leningen gaan een stap verder dan de traditionele groene lening, waarmee groene projecten worden gefinancierd. Sociale en ethische overwegingen zijn bij deze lening net zo belangrijk als milieu aspecten. Een ander verschil met groene leningen is dat deze lening is bedoeld voor de algemene bedrijfsvoering in plaats van alleen specifieke groene projecten,” aldus Annemein Kolk, directeur Grootzakelijke klanten bij ING Nederland. “Er moet nog veel gebeuren om de doelen van het Akkoord van Parijs te halen. Met de overeenkomst met EcoVadis willen wij onze zakelijke klanten helpen, motiveren en belonen om verder te gaan met hun duurzaamheidsagenda. Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven die ambitieuze duurzaamheidsprestaties leveren de winnaars zijn in de economie van morgen. Daarom is duurzaamheid een belangrijk onderwerp in ieder gesprek dat wij hebben met klanten.”
In 2017 introduceerde ING voor het eerst een lening waarbij de rentemarge is gekoppeld aan de duurzaamheidsprestatie van de onderneming. De eerste transacties waren met Philips en DSM, beursgenoteerde bedrijven waarover veel informatie publiek beschikbaar is. Het partnerschap met EcoVadis is een volgende stap in het helpen van zakelijke klanten, bedrijven die niet-beursgenoteerd zijn. De eerste transactie die ING heeft gearrangeerd is een gesyndiceerde financiering voor Dura Vermeer Groep. Dura Vermeer heeft er daarbij zelf voor gekozen om zijn duurzaamheidsprestaties te laten beoordelen door EcoVadis. ING heeft de financiering vervolgens gearrangeerd samen met in dit geval ABN Amro en Rabobank.
Verplichte waarschuwing voor beleggen in vakantiewoningen buiten AFM-toezicht
In reclame-uitingen voor beleggen in recreatief vastgoed zoals vakantiewoningen, moet de waarschuwingszin ‘Let op! U belegt buiten AFM-toezicht. Geen vergunningplicht voor deze activiteit’ zichtbaar zijn. Doet de aanbieder dat niet, dan is er sprake van een illegale aanbieding en kan de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een maatregel opleggen.
In de afgelopen jaren is beleggen door consumenten in een vakantiewoning populairder geworden. Zowel het aantal transacties als de gemiddelde verkoopprijs nam toe. Aanbieders van vakantiehuisjes als beleggingsobject adverteren veel voor dit recreatief vastgoed. In reclame-uitingen moet aangegeven worden dat er hierbij geen sprake is van toezicht door de AFM, zodat dit duidelijk is voor potentiële kopers. Door de lage spaarrente investeren consumenten hun geld steeds meer in beleggingen met een hoger risicoprofiel en vergroten zij hun schuldenlast. De beslissing om te investeren in een vakantiewoning kan een grote impact hebben op de financiële positie van consumenten.
Veel aanbieders van recreatief vastgoed vallen buiten het toezicht van de AFM, omdat zij zijn vrijgesteld van de vergunningplicht, bijvoorbeeld omdat de verkoopprijs van de woningen boven de vrijstellingsgrens van €100.000 ligt. Om gebruik te kunnen maken van de vrijstelling, is het noodzakelijk dat de aanbieders in reclame-uitingen gericht aan consumenten de wettelijk verplichte vrijstellingsvermelding correct opnemen. Dat geldt bijvoorbeeld voor websites, krantenadvertenties, banners, Google ads en televisiecommercials. Wanneer de vrijstellingsvermelding niet juist is opgenomen, is er sprake van een illegale aanbieding.
In de afgelopen jaren is beleggen door consumenten in een vakantiewoning populairder geworden. Zowel het aantal transacties als de gemiddelde verkoopprijs nam toe. Aanbieders van vakantiehuisjes als beleggingsobject adverteren veel voor dit recreatief vastgoed. In reclame-uitingen moet aangegeven worden dat er hierbij geen sprake is van toezicht door de AFM, zodat dit duidelijk is voor potentiële kopers. Door de lage spaarrente investeren consumenten hun geld steeds meer in beleggingen met een hoger risicoprofiel en vergroten zij hun schuldenlast. De beslissing om te investeren in een vakantiewoning kan een grote impact hebben op de financiële positie van consumenten.
Veel aanbieders van recreatief vastgoed vallen buiten het toezicht van de AFM, omdat zij zijn vrijgesteld van de vergunningplicht, bijvoorbeeld omdat de verkoopprijs van de woningen boven de vrijstellingsgrens van €100.000 ligt. Om gebruik te kunnen maken van de vrijstelling, is het noodzakelijk dat de aanbieders in reclame-uitingen gericht aan consumenten de wettelijk verplichte vrijstellingsvermelding correct opnemen. Dat geldt bijvoorbeeld voor websites, krantenadvertenties, banners, Google ads en televisiecommercials. Wanneer de vrijstellingsvermelding niet juist is opgenomen, is er sprake van een illegale aanbieding.
woensdag 16 januari 2019
Boots apotheken moeten contant geld accepteren
Boots apotheken mogen betalingen met cash geld niet weigeren, vindt de Consumentenbond. Sinds 10 januari accepteren de 60 aangesloten apotheken alleen nog pinbetalingen. Zij zetten daarmee groepen consumenten buiten spel, aldus de Consumentenbond.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Vaak zijn juist kwetsbare groepen de dupe van dit soort maatregelen. Bijvoorbeeld sommige ouderen die niet goed overweg kunnen met een pinpas, en ook consumenten die met contant betalen grip op hun uitgaven willen houden. Deze mensen kan en mag je niet uitsluiten.’ De Consumentenbond stelt dat medicijnverstrekking een basisvoorziening is die voor een ieder gemakkelijk toegankelijk moet zijn.
Boots zegt de maatregel in te voeren omwille van de veiligheid van hun klanten en hun medewerkers. De Consumentenbond gaat daar niet in mee. Combée: ‘De medicijnen die een apotheek in huis heeft, vormen een veel groter risico dan de beperkte hoeveelheid geld in kas.’
De Consumentenbond vindt dat consumenten altijd moeten kunnen kiezen hoe ze betalen. Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), waar de Consumentenbond aan deelneemt, heeft dat ook in een standpunt Contant geld vastgelegd.
Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Vaak zijn juist kwetsbare groepen de dupe van dit soort maatregelen. Bijvoorbeeld sommige ouderen die niet goed overweg kunnen met een pinpas, en ook consumenten die met contant betalen grip op hun uitgaven willen houden. Deze mensen kan en mag je niet uitsluiten.’ De Consumentenbond stelt dat medicijnverstrekking een basisvoorziening is die voor een ieder gemakkelijk toegankelijk moet zijn.
Boots zegt de maatregel in te voeren omwille van de veiligheid van hun klanten en hun medewerkers. De Consumentenbond gaat daar niet in mee. Combée: ‘De medicijnen die een apotheek in huis heeft, vormen een veel groter risico dan de beperkte hoeveelheid geld in kas.’
De Consumentenbond vindt dat consumenten altijd moeten kunnen kiezen hoe ze betalen. Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), waar de Consumentenbond aan deelneemt, heeft dat ook in een standpunt Contant geld vastgelegd.
PPI's van Aegon fuseren
De fusie van de twee premiepensioeninstellingen van Aegon is een feit. Aegon PPI en Cappital zijn begin januari opgegaan in Aegon Cappital. Met eenvoud voor de werkgever en keuzevrijheid voor de werknemer. Inmiddels is ook een app voor werknemers beschikbaar, net als een vernieuwd portaal.
Aegon Cappital is nu het grootste PPI-platform van Nederland met meer dan 4700 werkgevers en 215.000 deelnemers. Aegon wil met de fusie de ontwikkeling van de digitale dienstverlening versnellen en klanten meer keuzemogelijkheden bieden.
Frits Bart, directeur Aegon Cappital: “We zijn er trots op dat we onze ambities hebben waargemaakt en dat we onze huidige én nieuwe klanten een hoge mate van service bieden. Aegon Cappital verbindt eenvoud met keuzevrijheid. Het is voor de werkgever een eenvoudige opbouwregeling, met een heel inzichtelijke kostenstructuur. De werknemers kunnen zelf kiezen op wat voor manier hun premiegeld belegd wordt, met meer of minder risico. En het is heel persoonlijk omdat ze op elk moment kunnen zien wat hún eigen opgebouwde pensioenkapitaal is.”
Aegon Cappital heeft nu circa 2,5 miljard euro aan beheerd pensioenvermogen en jaarlijks komt er half miljard euro binnen aan pensioenpremie. Dat is ongeveer een derde van de Nederlandse PPI-markt.
Aegon Cappital is nu het grootste PPI-platform van Nederland met meer dan 4700 werkgevers en 215.000 deelnemers. Aegon wil met de fusie de ontwikkeling van de digitale dienstverlening versnellen en klanten meer keuzemogelijkheden bieden.
Frits Bart, directeur Aegon Cappital: “We zijn er trots op dat we onze ambities hebben waargemaakt en dat we onze huidige én nieuwe klanten een hoge mate van service bieden. Aegon Cappital verbindt eenvoud met keuzevrijheid. Het is voor de werkgever een eenvoudige opbouwregeling, met een heel inzichtelijke kostenstructuur. De werknemers kunnen zelf kiezen op wat voor manier hun premiegeld belegd wordt, met meer of minder risico. En het is heel persoonlijk omdat ze op elk moment kunnen zien wat hún eigen opgebouwde pensioenkapitaal is.”
Aegon Cappital heeft nu circa 2,5 miljard euro aan beheerd pensioenvermogen en jaarlijks komt er half miljard euro binnen aan pensioenpremie. Dat is ongeveer een derde van de Nederlandse PPI-markt.
Lukoil en Belfius introduceren tanken met bank-app in België
Klanten van de Belgische bank Belfius kunnen vanaf 15 januari een tankbeurt afrekenen met hun smartphone. Betalen via de Belfius-app kan voorlopig alleen bij Lukoil-tankstations. Via geolocalisatie verschijnt het Lukoil-benzinestation waar hij zich bevindt automatisch op het scherm. De chauffeur hoeft vervolgens alleen nog het nummer van de gewenste pomp te selecteren. De app toont olok het transactiebewijs.
dinsdag 15 januari 2019
Jeroen van der Put bestuurslid bij Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds
Jeroen van der Put (51) is per 1 januari 2019 benoemd tot bestuurslid Beleggingen en Klantrelaties voor Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds (APF).
De komst van Jeroen van der Put past bij de keuze van het bestuur van Centraal Beheer APF om vermogensbeheer en relatiemanagement als aandachtsgebied verder te versterken. En het past ook bij de sterke groei van meer dan 500 nieuwe relaties per 1 januari 2019. Jeroen heeft een regiefunctie op het relatiemanagement van Centraal Beheer APF. Deze rol combineert hij met inhoudelijke deskundigheid op het gebied van beleggingen en zijn kennis van pensioenen en relevante wet- en regelgeving.
Jeroen: “Bij Centraal Beheer APF wordt samen gewerkt aan een persoonlijk pensioen. Dat draag ik een warm hart toe. Iedereen heeft recht op een pensioen dat bij hem of haar past en het APF is hiervoor een goede, toekomstbestendige oplossing. Ik zie er naar uit om onze relaties daarin te begeleiden.” Naast Centraal Beheer APF is Jeroen ook bestuurder bij andere pensioenfondsen en hij is actief bij de Pensioenfederatie als voorzitter van de risicomanagementcommissie. Eerder heeft hij diverse directierollen bekleed met vermogensbeheer als primair aandachtsgebied onder andere bij Media Pensioendiensten, PNO Zorg, Robeco en Iris BV.
Huub Hannen, voorzitter van het bestuur van het Centraal Beheer Algemeen Pensioen Fonds: “Met Jeroen hebben we een zeer ervaren bestuurslid aangetrokken. We zijn blij met zijn komst en met zijn uitgebreide kennis en ervaring. We wensen hem veel succes toe in zijn nieuwe rol.”
De komst van Jeroen van der Put past bij de keuze van het bestuur van Centraal Beheer APF om vermogensbeheer en relatiemanagement als aandachtsgebied verder te versterken. En het past ook bij de sterke groei van meer dan 500 nieuwe relaties per 1 januari 2019. Jeroen heeft een regiefunctie op het relatiemanagement van Centraal Beheer APF. Deze rol combineert hij met inhoudelijke deskundigheid op het gebied van beleggingen en zijn kennis van pensioenen en relevante wet- en regelgeving.
Jeroen: “Bij Centraal Beheer APF wordt samen gewerkt aan een persoonlijk pensioen. Dat draag ik een warm hart toe. Iedereen heeft recht op een pensioen dat bij hem of haar past en het APF is hiervoor een goede, toekomstbestendige oplossing. Ik zie er naar uit om onze relaties daarin te begeleiden.” Naast Centraal Beheer APF is Jeroen ook bestuurder bij andere pensioenfondsen en hij is actief bij de Pensioenfederatie als voorzitter van de risicomanagementcommissie. Eerder heeft hij diverse directierollen bekleed met vermogensbeheer als primair aandachtsgebied onder andere bij Media Pensioendiensten, PNO Zorg, Robeco en Iris BV.
Huub Hannen, voorzitter van het bestuur van het Centraal Beheer Algemeen Pensioen Fonds: “Met Jeroen hebben we een zeer ervaren bestuurslid aangetrokken. We zijn blij met zijn komst en met zijn uitgebreide kennis en ervaring. We wensen hem veel succes toe in zijn nieuwe rol.”
Eerste crypto-platform met iDeal-certificaat
De Nederlandse startup Nocks, dat betalingen accepteren voor bedrijven én handelen in crypto-valuta Gulden handig combineert breidt uit met een vergunning als cPSP. Het is de eerste keer dat een op cryptocurrency gefocust bedrijf naar buiten kan treden als iDeal partner.
Recentelijk werd ook een vergunningplicht voor cryptocurrency bedrijven aangekondigd. De eisen van klantidentificatie worden al langer nageleefd door diverse bedrijven in de branche, maar een daadwerkelijke wet zou ook ruimte geven aan verdere professionalisering.
Vooralsnog is het handelsplatform van Nocks, waarop men Gulden met euro’s kan verhandelen, het belangrijkste onderdeel van de onderneming. Gebruikers kunnen daar Gulden omzetten naar euro’s.
Recentelijk werd ook een vergunningplicht voor cryptocurrency bedrijven aangekondigd. De eisen van klantidentificatie worden al langer nageleefd door diverse bedrijven in de branche, maar een daadwerkelijke wet zou ook ruimte geven aan verdere professionalisering.
Vooralsnog is het handelsplatform van Nocks, waarop men Gulden met euro’s kan verhandelen, het belangrijkste onderdeel van de onderneming. Gebruikers kunnen daar Gulden omzetten naar euro’s.
ABN AMRO introduceert contactloos betalen met een 'wearable'
ABN AMRO introduceert contactloos betalen met een 'wearable' voor al haar klanten. ABN AMRO is daarnaast de eerste bank ter wereld die wearables aanbiedt waarmee met een pintransactie hogere bedragen op de betaalautomaat afgerekend kunnen worden. Klanten kunnen een wearable kopen en koppelen aan hun privérekening. Op die manier kan de klant contactloze betalingen verrichten.
Op de website van ABN AMRO staan de producten en links naar de webshops waar de geschikte wearables te koop zijn. Deze wearables hebben een door Mastercard gecertificeerde betaalchip. Klanten krijgen de wearable thuisbezorgd en na activatie via mobiel bankieren of internet bankieren kan de klant meteen contactloos betalen.
Betalen met een wearable gaat hetzelfde als contactloos betalen met een bankpas. Je houdt de wearable tegen de betaalautomaat en bij bedragen boven de 25 euro wordt de klant gevraagd zijn pincode in te toetsen. Per dag is er een limiet van 250 euro die je met pincode met de wearable kunt betalen. ABN AMRO is de eerste bank wereldwijd die dit type wearables met hoge bedragen ondersteunt.
Het afgelopen jaar hebben 500 klanten van ABN AMRO geëxperimenteerd met de wearables. De reacties waren buitengewoon positief: 80% van de testgebruikers gebruikte liever een wearable dan een 'normale' bankpas.
Betalen met wearables is alleen mogelijk voor particuliere klanten van ABN AMRO. De wearables worden verkocht door bedrijven die door Mastercard gecertificeerde betaalchips in hun producten hebben geplaatst. Op abnamro.nl/wearables kunnen klanten een overzicht vinden van de wearables en links naar de webshops voor aanschaffen en koppelen aan hun rekening.
Op de website van ABN AMRO staan de producten en links naar de webshops waar de geschikte wearables te koop zijn. Deze wearables hebben een door Mastercard gecertificeerde betaalchip. Klanten krijgen de wearable thuisbezorgd en na activatie via mobiel bankieren of internet bankieren kan de klant meteen contactloos betalen.
Betalen met een wearable gaat hetzelfde als contactloos betalen met een bankpas. Je houdt de wearable tegen de betaalautomaat en bij bedragen boven de 25 euro wordt de klant gevraagd zijn pincode in te toetsen. Per dag is er een limiet van 250 euro die je met pincode met de wearable kunt betalen. ABN AMRO is de eerste bank wereldwijd die dit type wearables met hoge bedragen ondersteunt.
Het afgelopen jaar hebben 500 klanten van ABN AMRO geëxperimenteerd met de wearables. De reacties waren buitengewoon positief: 80% van de testgebruikers gebruikte liever een wearable dan een 'normale' bankpas.
Betalen met wearables is alleen mogelijk voor particuliere klanten van ABN AMRO. De wearables worden verkocht door bedrijven die door Mastercard gecertificeerde betaalchips in hun producten hebben geplaatst. Op abnamro.nl/wearables kunnen klanten een overzicht vinden van de wearables en links naar de webshops voor aanschaffen en koppelen aan hun rekening.
maandag 14 januari 2019
Voorlopig nog geen hogere spaarrente, beurspaniek drukt rente
Het leek er vorig jaar op dat aan de extreem lage spaarrente geleidelijk een einde zou gaan komen. De paniek op de financiële markten heeft de rente echter gedrukt en de verwachtingen over de eerste renteverhoging van de ECB uitgesteld. Dat betekent dat het nog weer langer gaat duren voor een eind komt aan de extreem lage spaarrentes.
Voordat de beurs achteruit kachelde was het heersende idee nog dat de eerste verhoging door de ECB na komende zomer zou plaatsvinden. Terwijl de aandelenkoersen zakten zijn de obligatiekoersen echter weer wat opgelopen en de rente gedaald.
Het rendement op Nederlandse staatsobligaties die nog tien jaar lopen staat nu rond de 0,35 procent. Dat is het laagste niveau sinds eind 2016. Voor Duitse staatsobligaties geldt hetzelfde. De Duitse tienjaarsrente is gezakt naar 0,25 procent.
Op de obligatiemarkt wordt nu ingeschat dat de eerste renteverhoging sinds 2011 nog wat langer op zich zal laten wachten. De kans dat het nog dit jaar komt tot een ‘lift-off’, zoals de ECB het zelf noemt, is nog maar 45 procent.
Voordat de beurs achteruit kachelde was het heersende idee nog dat de eerste verhoging door de ECB na komende zomer zou plaatsvinden. Terwijl de aandelenkoersen zakten zijn de obligatiekoersen echter weer wat opgelopen en de rente gedaald.
Het rendement op Nederlandse staatsobligaties die nog tien jaar lopen staat nu rond de 0,35 procent. Dat is het laagste niveau sinds eind 2016. Voor Duitse staatsobligaties geldt hetzelfde. De Duitse tienjaarsrente is gezakt naar 0,25 procent.
Op de obligatiemarkt wordt nu ingeschat dat de eerste renteverhoging sinds 2011 nog wat langer op zich zal laten wachten. De kans dat het nog dit jaar komt tot een ‘lift-off’, zoals de ECB het zelf noemt, is nog maar 45 procent.
Mobiele bank N26 haalt 300 miljoen dollar op in vierde investeringsronde
N26 heeft 300 miljoen dollar opgehaald in een vierde investeringsronde bij de in New York gevestigde venture capital en private equity-firma Insight Venture Partners. Andere deelnemers aan de investeringsronde waren het Singaporese investeringsfonds GIC en een aantal bestaande investeerders. De waarde van N26 wordt momenteel geschat op 2.7 miljard dollar.
De investering van 300 miljoen dollar is de grootste private equity financieringsronde voor een Europees fintech-bedrijf van de afgelopen jaren. Tot op heden heeft N26 meer dan 500 miljoen dollar ontvangen van ‘s werelds meest toonaangevende investeerders, waaronder Tencent, Allianz X, Peter Thiel’s Valar Ventures, Li Ka-Shing’s Horizons Ventures, Earlybird Ventures, Redalpine Ventures en Greyhound Capital.
N26 bouwt aan de eerste wereldwijde mobiele bank. Het bedrijf is momenteel actief in 24 Europese markten en heeft in de afgelopen 12 maanden zijn klantenbestand meer dan verdrievoudigd tot ruim 2.3 miljoen klanten. N26 zal de opbrengsten inzetten om wereldwijd uit te breiden, te beginnen met een lancering in de VS in de eerste helft van 2019. Het bedrijf streeft ernaar de komende jaren meer dan 100 miljoen klanten over de hele wereld te bereiken.
N26 maakt bankieren naar eigen zeggen flexibeler en transparanter voor consumenten. Of het nu gaat om bestaande functies zoals realtime notificaties en kosteloze, wereldwijde kaartbetalingen of toekomstige functies zoals het delen van een account door middel van een enkele klik - N26 blijft uitdagingen op het gebied van bankieren oplossen waar digitale consumenten over de hele wereld mee te maken hebben.
Sinds het eerste product in 2015 werd gelanceerd, heeft N26 meer dan 2.3 miljoen klanten in 24 Europese markten verwelkomd en meer dan 20 miljard dollar aan transacties verwerkt. Klanten beheren momenteel meer dan 1 miljard dollar via een N26-account.
De investering van 300 miljoen dollar is de grootste private equity financieringsronde voor een Europees fintech-bedrijf van de afgelopen jaren. Tot op heden heeft N26 meer dan 500 miljoen dollar ontvangen van ‘s werelds meest toonaangevende investeerders, waaronder Tencent, Allianz X, Peter Thiel’s Valar Ventures, Li Ka-Shing’s Horizons Ventures, Earlybird Ventures, Redalpine Ventures en Greyhound Capital.
N26 bouwt aan de eerste wereldwijde mobiele bank. Het bedrijf is momenteel actief in 24 Europese markten en heeft in de afgelopen 12 maanden zijn klantenbestand meer dan verdrievoudigd tot ruim 2.3 miljoen klanten. N26 zal de opbrengsten inzetten om wereldwijd uit te breiden, te beginnen met een lancering in de VS in de eerste helft van 2019. Het bedrijf streeft ernaar de komende jaren meer dan 100 miljoen klanten over de hele wereld te bereiken.
N26 maakt bankieren naar eigen zeggen flexibeler en transparanter voor consumenten. Of het nu gaat om bestaande functies zoals realtime notificaties en kosteloze, wereldwijde kaartbetalingen of toekomstige functies zoals het delen van een account door middel van een enkele klik - N26 blijft uitdagingen op het gebied van bankieren oplossen waar digitale consumenten over de hele wereld mee te maken hebben.
Sinds het eerste product in 2015 werd gelanceerd, heeft N26 meer dan 2.3 miljoen klanten in 24 Europese markten verwelkomd en meer dan 20 miljard dollar aan transacties verwerkt. Klanten beheren momenteel meer dan 1 miljard dollar via een N26-account.
vrijdag 11 januari 2019
Zes ton cash onder keukenblok
Het tegengaan van spookbewoning in Rotterdam, leverde dinsdagmiddag twee mooie resultaten op. Agenten die een onderzoek instelden in een woning aan het Zuiderterras in Rotterdam-Zuid troffen daar grote sommen geld aan. Ruim zeshonderdduizend euro aan contanten lag in dikke bundels verstopt onder een keukenblok. In een tweede woning aan de Strevelsweg trof de politie twee vuurwapens en 22 kilo harddrugs aan. Een 36-jarige man en een 33-jarige vrouw zijn aangehouden op verdenking van witwassen.
Kort voor het middaguur bezochten agenten de woning aan het Zuiderterras. Want hoewel er ‘op papier’ niemand ingeschreven stond, had de politie sterke vermoedens dat mensen regelmatig de woning in- en uitgingen. Er bleken inderdaad een man en een vrouw aanwezig te zijn. Toen de agenten in een televisiekastje stapels geld aantroffen, wisten ze dat ze op het juiste spoor zaten.
In de keuken lagen er diverse spullen die over het algemeen gebruikt worden bij het verpakken van verdovende middelen. Achter een plint onder het keukenblok lag ruim 600.000 euro verstopt. Ook zijn er cryptotelefoons in beslag genomen. Hiermee kunnen criminelen met elkaar communiceren zonder dat de politie meeluistert.
Spookbewoning is de verzamelnaam voor het feit dat personen niet ingeschreven staan in het bevolkingsregister, maar wel in een woning verblijven. Deze mensen schrijven zich niet in of gebruiken valse papieren om uit beeld te blijven van de overheid. Ze misbruiken de panden vaak voor criminele doeleinden, safehouses en slaan er soms grote partijen cash geld, vuurwapens of drugs in op.
Kort voor het middaguur bezochten agenten de woning aan het Zuiderterras. Want hoewel er ‘op papier’ niemand ingeschreven stond, had de politie sterke vermoedens dat mensen regelmatig de woning in- en uitgingen. Er bleken inderdaad een man en een vrouw aanwezig te zijn. Toen de agenten in een televisiekastje stapels geld aantroffen, wisten ze dat ze op het juiste spoor zaten.
In de keuken lagen er diverse spullen die over het algemeen gebruikt worden bij het verpakken van verdovende middelen. Achter een plint onder het keukenblok lag ruim 600.000 euro verstopt. Ook zijn er cryptotelefoons in beslag genomen. Hiermee kunnen criminelen met elkaar communiceren zonder dat de politie meeluistert.
Spookbewoning is de verzamelnaam voor het feit dat personen niet ingeschreven staan in het bevolkingsregister, maar wel in een woning verblijven. Deze mensen schrijven zich niet in of gebruiken valse papieren om uit beeld te blijven van de overheid. Ze misbruiken de panden vaak voor criminele doeleinden, safehouses en slaan er soms grote partijen cash geld, vuurwapens of drugs in op.
Eerste bitcointransactie precies tien jaar geleden
Tien jaar geleden werd de allereerste bitcointransactie verstuurd. Op 12 januari 2009 ontving programmeur Hal Finney tien bitcoin van Satoshi Nakamoto, de bedenker van de digitale munt.
Saillant detail, niemand weet wie Satoshi Nakamoto echt is. Hal Finney misschien, maar hij is inmiddels overleden aan de spierziekte ALS.
De transactie is opgeslagen in blok 170 van de blockchain. Een van de eigenschappen van blockchain is dat deze decentraal is, en ook transparant. Alle blokken van een blockchain zijn via internet inzichtelijk.
Waar staat bitcoin nu?
• Tien jaar later zijn er 370 miljoen bitcoin transacties verstuurd
• Er zijn 17,5 miljoen vrijgegeven door minen. In totaal komen er 21 miljoen coins vrij.
• Een bitcoin kostte begin 2017 950 euro. In januari 2018 was de prijs voor één bitcoin 10.000 euro. Inmiddels is bitcoin ongeveer 3.400 euro waard.
• Dat betekent dat alle bitcoin ter wereld gezamenlijk nu 60 miljard euro waard is.
• Bitcoin wordt niet alleen gekocht om op de prijs te speculeren. In Amsterdam kan je al bij 50 winkels en horecagelegenheden betalen met bitcoin. In Arnhem kan dat zelfs al bij 150 ondernemers. Daarmee is de hoofdstad van Gelderland wereldwijd koploper!
Saillant detail, niemand weet wie Satoshi Nakamoto echt is. Hal Finney misschien, maar hij is inmiddels overleden aan de spierziekte ALS.
De transactie is opgeslagen in blok 170 van de blockchain. Een van de eigenschappen van blockchain is dat deze decentraal is, en ook transparant. Alle blokken van een blockchain zijn via internet inzichtelijk.
Waar staat bitcoin nu?
• Tien jaar later zijn er 370 miljoen bitcoin transacties verstuurd
• Er zijn 17,5 miljoen vrijgegeven door minen. In totaal komen er 21 miljoen coins vrij.
• Een bitcoin kostte begin 2017 950 euro. In januari 2018 was de prijs voor één bitcoin 10.000 euro. Inmiddels is bitcoin ongeveer 3.400 euro waard.
• Dat betekent dat alle bitcoin ter wereld gezamenlijk nu 60 miljard euro waard is.
• Bitcoin wordt niet alleen gekocht om op de prijs te speculeren. In Amsterdam kan je al bij 50 winkels en horecagelegenheden betalen met bitcoin. In Arnhem kan dat zelfs al bij 150 ondernemers. Daarmee is de hoofdstad van Gelderland wereldwijd koploper!
donderdag 10 januari 2019
Garantieregeling Vermogensversterkende Kredieten geeft toekomst aan jonge boeren
Om ervoor te zorgen dat onze voedselproductie ook voor de toekomst gegarandeerd blijft, investeert het kabinet in jonge boeren die een agrarisch bedrijf willen starten of overnemen. Hiervoor is in totaal 75 miljoen euro uitgetrokken. Er wordt een Garantieregeling Vermogensversterkende Kredieten (VVK) in het leven geroepen waardoor het voor financiers aantrekkelijker wordt leningen te verstrekken aan jonge boeren die een bedrijf starten of overnemen en willen investeren in innovatie of duurzame bedrijfsontwikkeling.
De garantieregeling werkt drempelverlagend voor financiers omdat het Rijk garant staat. €11 miljoen van dit bedrag wordt – op verzoek van de boeren zelf – bestemd voor het opzetten van een opleiding- en coachingstraject bij het proces van overname. Dit schrijft minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Minister Schouten: ‘Veel jonge mensen die graag een boerenbedrijf willen beginnen of overnemen staan voor grote beslissingen. Naast de vraag ‘kan ik dit opbrengen en een redelijk pensioen voor mijn ouders betalen’ ligt ook de vraag over de nodige investeringen om een bedrijf klaar te maken voor de toekomst op tafel. Dat zijn besluiten die niet lichtvaardig genomen worden. Het kabinet wil mensen bijstaan in het maken van de voor hen juiste keuzes en daarbij tegelijkertijd bijdragen aan innovatie en aan duurzame bedrijfsvoering. Met de Garantieregeling VVK kunnen zoveel mogelijk jonge boeren voor een langere tijd gebruik maken van deze regeling.’
Van het totaal aantal land- en tuinbouwbedrijven is ruim 92% een gezinsbedrijf. Ten opzichte van het jaar 2000 is het aantal land- en tuinbouwbedrijven in 2017 met bijna 56% afgenomen tot 54.840. Belangrijkste oorzaak: bedrijfsbeëindiging bij generatiewisseling. Van gezinsbedrijven met een bedrijfshoofd van 51 jaar of ouder heeft maar liefst 61% geen opvolger. Dit betekent dat de komende 15 jaar circa 20.000 land- en tuinbouwbedrijven dreigen te verdwijnen.
Het overnameproces van gezinsbedrijven binnen de familie kan gevoelig liggen. Zowel familie- en bedrijfsbelangen spelen mee. Het belangrijkste besluit is de bepaling van de overnamewaarde van het bedrijf. Vragen als ‘wat krijgen eventuele broers en/of zussen mee? Is er vertrouwen in de bedrijfsopvolger? Is de overnameprijs voldoende voor de oudedagvoorziening van de ouders? En wordt hem/haar wat gegund?’ De overnameprijs ligt namelijk vaak onder de marktwaarde. Coaching kan helpen bij het beantwoorden van deze vragen.
De garantieregeling werkt drempelverlagend voor financiers omdat het Rijk garant staat. €11 miljoen van dit bedrag wordt – op verzoek van de boeren zelf – bestemd voor het opzetten van een opleiding- en coachingstraject bij het proces van overname. Dit schrijft minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Minister Schouten: ‘Veel jonge mensen die graag een boerenbedrijf willen beginnen of overnemen staan voor grote beslissingen. Naast de vraag ‘kan ik dit opbrengen en een redelijk pensioen voor mijn ouders betalen’ ligt ook de vraag over de nodige investeringen om een bedrijf klaar te maken voor de toekomst op tafel. Dat zijn besluiten die niet lichtvaardig genomen worden. Het kabinet wil mensen bijstaan in het maken van de voor hen juiste keuzes en daarbij tegelijkertijd bijdragen aan innovatie en aan duurzame bedrijfsvoering. Met de Garantieregeling VVK kunnen zoveel mogelijk jonge boeren voor een langere tijd gebruik maken van deze regeling.’
Van het totaal aantal land- en tuinbouwbedrijven is ruim 92% een gezinsbedrijf. Ten opzichte van het jaar 2000 is het aantal land- en tuinbouwbedrijven in 2017 met bijna 56% afgenomen tot 54.840. Belangrijkste oorzaak: bedrijfsbeëindiging bij generatiewisseling. Van gezinsbedrijven met een bedrijfshoofd van 51 jaar of ouder heeft maar liefst 61% geen opvolger. Dit betekent dat de komende 15 jaar circa 20.000 land- en tuinbouwbedrijven dreigen te verdwijnen.
Het overnameproces van gezinsbedrijven binnen de familie kan gevoelig liggen. Zowel familie- en bedrijfsbelangen spelen mee. Het belangrijkste besluit is de bepaling van de overnamewaarde van het bedrijf. Vragen als ‘wat krijgen eventuele broers en/of zussen mee? Is er vertrouwen in de bedrijfsopvolger? Is de overnameprijs voldoende voor de oudedagvoorziening van de ouders? En wordt hem/haar wat gegund?’ De overnameprijs ligt namelijk vaak onder de marktwaarde. Coaching kan helpen bij het beantwoorden van deze vragen.
Nieuwe versie simulatieprogramma DELFI-tool
DNB vernieuwt de inhoud van de DELFI-tool, de applicatie waarmee iedereen simulaties kan maken voor de toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse economie. De simulaties geven inzicht in de gevolgen van zelfgekozen economische ontwikkelingen en beleidsmaatregelen. Reden voor de vernieuwing van de DELFI-tool is dat het onderliggende model van de Nederlandse economie is herzien.
De belangrijkste verandering betreft de uitbreiding van het model met een module die het gedrag van de bankensector beschrijft. Dit maakt het mogelijk om de samenhang tussen de bankensector en de rest van de economie beter te analyseren. Zo kan in kaart worden gebracht wat de invloed is van strengere kapitaalseisen voor banken op de bredere economie, bijvoorbeeld op de productie, bestedingen, prijzen en kredietrentes en -volumes. Naast de toevoeging van een bankensector is de module van de pensioensector aangepast, en is de invloed van vertrouwen op de bestedingen in het model opgenomen. Bovendien is het volledige model herschat op basis van recente cijfers. Een uitgebreide documentatie van het nieuwe model, genaamd DELFI 2.0, is beschikbaar op de website van DNB.
De belangrijkste verandering betreft de uitbreiding van het model met een module die het gedrag van de bankensector beschrijft. Dit maakt het mogelijk om de samenhang tussen de bankensector en de rest van de economie beter te analyseren. Zo kan in kaart worden gebracht wat de invloed is van strengere kapitaalseisen voor banken op de bredere economie, bijvoorbeeld op de productie, bestedingen, prijzen en kredietrentes en -volumes. Naast de toevoeging van een bankensector is de module van de pensioensector aangepast, en is de invloed van vertrouwen op de bestedingen in het model opgenomen. Bovendien is het volledige model herschat op basis van recente cijfers. Een uitgebreide documentatie van het nieuwe model, genaamd DELFI 2.0, is beschikbaar op de website van DNB.
woensdag 9 januari 2019
Eerste op locatie gebaseerde reisverzekering in Nederland
On demand-verzekeraar Vigi lanceert de eerste op locatie gebaseerde reisverzekering van Nederland. Hiermee wordt automatisch, via de mobiele telefoon, de reisverzekering geactiveerd als je de grens over gaat. De app van Vigi maakt hiervoor gebruik van je locatie. Zo betaal je alleen voor de dagen dat je echt op reis bent en wordt verzekeren een stuk makkelijker.
Met Vigi was het al mogelijk om met één swipe je smartphone, camera, tablet of laptop te verzekeren, op de momenten dat jij dat nodig vindt. Voor de één is dat zodra je de deur uit stapt, voor de ander is het alleen nodig tijdens bepaalde evenementen of bijvoorbeeld festivals.
Met de Vigi-app kun je al je verzekeringen op één plek bekijken en wijzigen, 24/7. Zo weet je precies wat je hebt. Ook alle communicatie verloopt via de app. Je bent dus altijd en overal up to date.
Naast het gebruikersgemak kent de reisverzekering een geheel geautomatiseerd claimproces, waardoor de afhandeling snel afgehandeld kan worden. Met de Vigi Reisverzekering zijn gebruikers standaard verzekerd voor de volgende onderdelen: hulpverlening, buitengewone kosten, bagage, schade aan je vakantieverblijf, medische kosten en ongevallen.
Met Vigi was het al mogelijk om met één swipe je smartphone, camera, tablet of laptop te verzekeren, op de momenten dat jij dat nodig vindt. Voor de één is dat zodra je de deur uit stapt, voor de ander is het alleen nodig tijdens bepaalde evenementen of bijvoorbeeld festivals.
Met de Vigi-app kun je al je verzekeringen op één plek bekijken en wijzigen, 24/7. Zo weet je precies wat je hebt. Ook alle communicatie verloopt via de app. Je bent dus altijd en overal up to date.
Naast het gebruikersgemak kent de reisverzekering een geheel geautomatiseerd claimproces, waardoor de afhandeling snel afgehandeld kan worden. Met de Vigi Reisverzekering zijn gebruikers standaard verzekerd voor de volgende onderdelen: hulpverlening, buitengewone kosten, bagage, schade aan je vakantieverblijf, medische kosten en ongevallen.
Grote regionale verschillen crowdfunding Nederland
De markt van financieringen via crowdfunding groeide in 2018 tot 243 miljoen euro (+35%). Investeerders staken geld in 2.414 Nederlandse projecten (+65%). De verschillen per regio zijn echter groot. Crowdfundmarkt.nl zette de kenmerken per provincie op een rij.
1. Noord-Holland (66 miljoen euro, +92%)
Noord-Holland is koploper en grootste stijger in 2018. In deze provincie is veruit de meeste financiering opgehaald via crowdfunding. Bijna 30% van het opgehaalde kapitaal is besteed aan duurzame energieprojecten. Met 68.000 euro per financiering zijn de projecten in Noord-Holland relatief klein ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro).
2. Zuid-Holland (42 miljoen euro, +9%)
De groei van crowdfunding in Zuid-Holland blijft achter op de landelijke trend. In Zuid-Holland wordt crowdfunding veel gebruikt door horecagelegenheden (18% van de markt). Het crowdfundingplatform Funding Circle is marktleider in deze provincie (26% van de markt).
3. Noord-Brabant (32 miljoen euro, +41%)
Net als in heel Nederland wordt in Noord-Brabant crowdfunding steeds vaker gebruikt voor duurzame energieprojecten (21% van de markt). Met 130.000 euro per financiering zijn de projecten in Noord-Brabant relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro). Het crowdfundingplatform Collin Crowdfund is marktleider in deze provincie (33% van de markt).
4. Utrecht (27 miljoen euro, +70%)
De provincie Utrecht is één van de grote stijgers in 2018 met maar liefst 70% marktgroei. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Utrecht laag (7,1%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%). Met 180.000 euro per financiering zijn de projecten in Utrecht relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro).
5. Gelderland (17 miljoen euro, +6%)
Net als in Zuid-Holland blijft de groei van crowdfunding in Gelderland achter. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Gelderland wel hoog (8,8%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%). Het crowdfundingplatform Geldvoorelkaar is marktleider in deze provincie (32% van de markt).
6. Zeeland (16 miljoen euro, -5%)
Zeeland is de eerste provincie in deze lijst waar de crowdfundingmarkt in 2018 kleiner is geworden. Het aantal project is wel toegenomen. Met 300.000 euro per financiering zijn de projecten in Zeeland relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro).
7. Limburg (9 miljoen euro, +39%)
In Limburg is het aantal crowdfundingprojecten verdubbeld in 2018. Deze verdubbelin in combinatie met een gemiddelde groei van de marktomvang geeft aan dat de projecten in Limburg een stuk kleiner zijn geworden. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Limburg hoog (8,4%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
8. Overijssel (8 miljoen euro, +48%)
Op plaats 8 van deze lijst staat de provincie Overijssel. De crowdfundingmarkt in deze provincie is fors gegroeid in 2018. Het crowdfundingplatform Collin Crowdfund is marktleider in deze provincie (27% van de markt).
9. Groningen (7 miljoen euro, +75%)
De provincie Groningen is na Noord-Holland de grootste stijger in 2018 met maar liefst 75% marktgroei. Met 140.000 euro per financiering zijn de projecten in Groningen relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro). Het crowdfundingplatform Duurzaaminvesteren is marktleider in deze provincie (30% van de markt).
10. Friesland (4 miljoen euro, +30%)
Friesland is één van de kleinere provincies wat betreft financieringen via crowdfunding. De markt groeit in Friesland, in lijn met het landelijk gemiddelde, met 30%. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in deze provincie hoog (8,4%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
11. Flevoland (3 miljoen euro, -17%)
Crowdfunding in Flevoland is nog niet populair. Qua marktomvang staat de provincie nog boven Drenthe maar Flevoland is wel de grootste daler in de lijst van 2018. Het crowdfundingplatform Oneplanetcrowd is marktleider in de provincie (35% van de markt). De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Flevoland hoog (8,5%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
12. Drenthe (2 miljoen euro, -8%)
Drenthe is de kleinste crowdfundingprovincie van Nederland. Net als in Zeeland en Flevoland is de crowdfundmarkt in deze provincie tevens gekrompen. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Drenthe wel hoog (9,1%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
1. Noord-Holland (66 miljoen euro, +92%)
Noord-Holland is koploper en grootste stijger in 2018. In deze provincie is veruit de meeste financiering opgehaald via crowdfunding. Bijna 30% van het opgehaalde kapitaal is besteed aan duurzame energieprojecten. Met 68.000 euro per financiering zijn de projecten in Noord-Holland relatief klein ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro).
2. Zuid-Holland (42 miljoen euro, +9%)
De groei van crowdfunding in Zuid-Holland blijft achter op de landelijke trend. In Zuid-Holland wordt crowdfunding veel gebruikt door horecagelegenheden (18% van de markt). Het crowdfundingplatform Funding Circle is marktleider in deze provincie (26% van de markt).
3. Noord-Brabant (32 miljoen euro, +41%)
Net als in heel Nederland wordt in Noord-Brabant crowdfunding steeds vaker gebruikt voor duurzame energieprojecten (21% van de markt). Met 130.000 euro per financiering zijn de projecten in Noord-Brabant relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro). Het crowdfundingplatform Collin Crowdfund is marktleider in deze provincie (33% van de markt).
4. Utrecht (27 miljoen euro, +70%)
De provincie Utrecht is één van de grote stijgers in 2018 met maar liefst 70% marktgroei. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Utrecht laag (7,1%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%). Met 180.000 euro per financiering zijn de projecten in Utrecht relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro).
5. Gelderland (17 miljoen euro, +6%)
Net als in Zuid-Holland blijft de groei van crowdfunding in Gelderland achter. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Gelderland wel hoog (8,8%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%). Het crowdfundingplatform Geldvoorelkaar is marktleider in deze provincie (32% van de markt).
6. Zeeland (16 miljoen euro, -5%)
Zeeland is de eerste provincie in deze lijst waar de crowdfundingmarkt in 2018 kleiner is geworden. Het aantal project is wel toegenomen. Met 300.000 euro per financiering zijn de projecten in Zeeland relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro).
7. Limburg (9 miljoen euro, +39%)
In Limburg is het aantal crowdfundingprojecten verdubbeld in 2018. Deze verdubbelin in combinatie met een gemiddelde groei van de marktomvang geeft aan dat de projecten in Limburg een stuk kleiner zijn geworden. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Limburg hoog (8,4%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
8. Overijssel (8 miljoen euro, +48%)
Op plaats 8 van deze lijst staat de provincie Overijssel. De crowdfundingmarkt in deze provincie is fors gegroeid in 2018. Het crowdfundingplatform Collin Crowdfund is marktleider in deze provincie (27% van de markt).
9. Groningen (7 miljoen euro, +75%)
De provincie Groningen is na Noord-Holland de grootste stijger in 2018 met maar liefst 75% marktgroei. Met 140.000 euro per financiering zijn de projecten in Groningen relatief groot ten opzichte van het landelijk gemiddelde (100.000 euro). Het crowdfundingplatform Duurzaaminvesteren is marktleider in deze provincie (30% van de markt).
10. Friesland (4 miljoen euro, +30%)
Friesland is één van de kleinere provincies wat betreft financieringen via crowdfunding. De markt groeit in Friesland, in lijn met het landelijk gemiddelde, met 30%. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in deze provincie hoog (8,4%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
11. Flevoland (3 miljoen euro, -17%)
Crowdfunding in Flevoland is nog niet populair. Qua marktomvang staat de provincie nog boven Drenthe maar Flevoland is wel de grootste daler in de lijst van 2018. Het crowdfundingplatform Oneplanetcrowd is marktleider in de provincie (35% van de markt). De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Flevoland hoog (8,5%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).
12. Drenthe (2 miljoen euro, -8%)
Drenthe is de kleinste crowdfundingprovincie van Nederland. Net als in Zeeland en Flevoland is de crowdfundmarkt in deze provincie tevens gekrompen. De aangeboden rente op crowdfundingleningen is in Drenthe wel hoog (9,1%) ten opzichte van het landelijke gemiddelde (7,7%).