Vanaf vrijdag 1 maart kunnen 8 miljoen mensen hun belastingaangifte over 2018 doen, waarvan 6,7 miljoen particulieren. Zij kunnen tot 1 mei aangifte doen. De meesten willen echter niet tot het laatste moment wachten. Twee derde van de Nederlanders is van plan vóór 1 april aangifte te doen. Wie de belastingaangifte voor 1 april indient, ontvangt voor 1 juli bericht van de Belastingdienst. Wanneer iemand geld terugkrijgt, staat het bedrag meestal een week nadat het bericht ontvangen is op de rekening.
Om het aangifte doen zo makkelijk mogelijk te maken, heeft de Belastingdienst veel gegevens vooraf ingevuld. Hierdoor kost aangifte doen steeds minder tijd. 65 procent van de Nederlanders heeft minder dan een uur nodig om zijn aangifte te controleren en indien nodig aan te vullen, blijkt uit een flitspeiling in opdracht van de Belastingdienst.
Wie in 2018 kosten heeft gemaakt die aftrekbaar zijn, moet deze zelf toevoegen in de aangifte. Dat dit veelvuldig wordt gedaan blijkt ook uit een recente peiling onder 1.069 particulieren. Meer dan de helft van de respondenten (56,5%) heeft weleens aftrekbare kosten opgevoerd. Het vaakst gaat het om zorgkosten. Ook kosten met betrekking tot de aankoop van een eerste huis (13,3%) en het oversluiten van een hypotheek (12,4%) worden vaak opgegeven.
Het merendeel van de mensen dat particulier aangifte doet, geeft aan dit geheel zelfstandig te doen. Opvallend hierbij is het verschil tussen mannen (71,1%) en vrouwen (46%). Bijna 1 op de 3 mannen zegt het doen van aangifte zelfs te verkiezen boven huishoudelijke klusjes. Iets minder dan een kwart van de Nederlanders laat zijn partner, een vriend of familielid meekijken. Wie geen beroep kan doen op bekenden vindt alle benodigde informatie op Belastingdienst.nl/aangifte en kan de Belastingdienst vragen stellen via Twitter of Facebook. Daarnaast bieden maatschappelijke organisaties zoals vakbonden, ouderenbonden, belastingwinkels, sociaal werkers en fiscaal dienstverleners hulp bij aangifte.
donderdag 28 februari 2019
Bijna 40% besteedt belastingaangifte uit
Bijna 4 op de 10 mensen besteedt het invullen van hun belastingaangifte weleens uit aan een expert, blijkt uit een enquête van de Consumentenbond. Ook als de aangifte zo eenvoudig is dat dat eigenlijk niet nodig is. Door de aangifte zelf in te vullen kunnen consumenten geld besparen.
De Consumentenbond vroeg aan 10.000 panelleden hoe zij hun jaarlijkse belastingaangifte doen. Bijna 40 procent gaf aan dit de afgelopen jaren 1 of meerdere keren te hebben uitbesteed. 20 procent van hen zegt dit te doen, omdat ze geen zin hebben om zich erin te verdiepen.
Eenzelfde percentage zegt het zelf niet te kunnen. Omdat ze bijvoorbeeld ‘financieel heel ondeskundig’ zijn of vinden dat zelf invullen niet te doen is wegens de ‘slechte bereikbaarheid van de Belastingdienst’. Meer dan de helft was bang belastingvoordeel te laten liggen of een boete te krijgen.
Toch is het zelf invullen vaak makkelijker dan consumenten denken, stelt de Consumentenbond. Zeker wanneer mensen alleen een inkomen hebben uit loondienst of pensioen en eventueel een koophuis en spaargeld.
Een adviseur de aangifte laten invullen is geen garantie voor succes, zo blijkt uit de enquête. Bijna 10 procent van de mensen die de aangifte uitbesteedden kwam daarna weleens in de problemen door een fout van de adviseur. Consumenten blijven altijd zelf verantwoordelijk voor hun aangifte, ook als de adviseur een fout maakt.
De Consumentenbond vroeg aan 10.000 panelleden hoe zij hun jaarlijkse belastingaangifte doen. Bijna 40 procent gaf aan dit de afgelopen jaren 1 of meerdere keren te hebben uitbesteed. 20 procent van hen zegt dit te doen, omdat ze geen zin hebben om zich erin te verdiepen.
Eenzelfde percentage zegt het zelf niet te kunnen. Omdat ze bijvoorbeeld ‘financieel heel ondeskundig’ zijn of vinden dat zelf invullen niet te doen is wegens de ‘slechte bereikbaarheid van de Belastingdienst’. Meer dan de helft was bang belastingvoordeel te laten liggen of een boete te krijgen.
Toch is het zelf invullen vaak makkelijker dan consumenten denken, stelt de Consumentenbond. Zeker wanneer mensen alleen een inkomen hebben uit loondienst of pensioen en eventueel een koophuis en spaargeld.
Een adviseur de aangifte laten invullen is geen garantie voor succes, zo blijkt uit de enquête. Bijna 10 procent van de mensen die de aangifte uitbesteedden kwam daarna weleens in de problemen door een fout van de adviseur. Consumenten blijven altijd zelf verantwoordelijk voor hun aangifte, ook als de adviseur een fout maakt.
Amazon in zee met WesternUnion voor online betalingen
Amazon gaat samenwerken met WesternUnion voor een nieuwe betaaldienst PayCode, waarbij inwoners van Chili, Hong Kong, Kenia, Peru, Taiwan en Thailand in hun eigen valuta bij Amazon kunnen betalen. Ze moeten daarvoor wel naar een lokale vestiging van het geldwisselkantoor. De samenwerking was al in oktober aangekondigd, zonder al te veel details. Er is een test geweest in India.
Meer Belgische banken ondersteunen Apple Pay
Meer Belgische banken gaan Apple Pay ondersteunen. Er komen er nog vier bij, waaronder het Nederlandse bunq.
Eind vorig jaar startte Apple Pay in België met BNP Paribas Fortis. Op dit moment is deze bank, samen met de dochterbanken Fintro en Hello bank, de enige bank die Apple Pay in Belgie aanbiedt.
Op de bijgewerkte Belgische Apple website van de betaaldienst worden nu ook bunq, N26, Revolut en Buy Way, een Belgische kredietverstrekker, genoemd.
Eind vorig jaar startte Apple Pay in België met BNP Paribas Fortis. Op dit moment is deze bank, samen met de dochterbanken Fintro en Hello bank, de enige bank die Apple Pay in Belgie aanbiedt.
Op de bijgewerkte Belgische Apple website van de betaaldienst worden nu ook bunq, N26, Revolut en Buy Way, een Belgische kredietverstrekker, genoemd.
woensdag 27 februari 2019
NIBC benoemt Dick Sluimers tot voorzitter van de Raad van Commissarissen
Dick Sluimers is benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen van NIBC Holding N.V. en NIBC Bank N.V. per 27 april 2019. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft haar instemming verleend aan de benoeming.
Wim van den Goorbergh, de huidige voorzitter van de Raad van Commissarissen, treedt af na de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) op 26 april 2019. Van den Goorbergh is sinds 2005 lid van de Raad van Commissarissen en sinds 2010 voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Sluimers is in 2016 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen en is nu vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen en voorzitter van het Audit Committee. Hij is voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Algemene Pensioen Groep N.V. (APG N.V.).
NIBC is de zoektocht gestart naar een nieuw lid van de Raad van Commissarissen die onder andere de functie van voorzitter van het Audit Committee zal bekleden.
Wim van den Goorbergh, de huidige voorzitter van de Raad van Commissarissen, treedt af na de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) op 26 april 2019. Van den Goorbergh is sinds 2005 lid van de Raad van Commissarissen en sinds 2010 voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Sluimers is in 2016 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen en is nu vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen en voorzitter van het Audit Committee. Hij is voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Algemene Pensioen Groep N.V. (APG N.V.).
NIBC is de zoektocht gestart naar een nieuw lid van de Raad van Commissarissen die onder andere de functie van voorzitter van het Audit Committee zal bekleden.
44 vastgoedleningen ABN naar Attestor
ABN AMRO heeft een overeenkomst gesloten met investeerder Cumberland voor de verkoop van 44 vastgoedleningen met een gezamenlijke nominale waarde van ruim EUR 100 miljoen. Cumberland heeft Attestor Capital LLP (Attestor) aangewezen als beheerder van de leningen.
Het gaat om een vervolgtransactie op een eerdere transactie met dezelfde koper. Net als toen betreft het vastgoedleningen onder bijzonder beheer. Gemiddeld zijn deze leningen 5 jaar onder bijzonder beheer geweest. Er wordt voor klanten onder bijzonder beheer gezocht naar permanente oplossingen voor de betreffende klantsituaties. Helaas is dat voor deze klanten niet gelukt.
Van de leningen was 90 procent ondergebracht bij het team dat zich bezighoudt met het afwikkelen van leningen. In driekwart van de gevallen was het krediet opgezegd. ABN AMRO heeft de keuze gemaakt om niet verder te gaan met afwikkeling van deze leningen en eventuele uitwinning van de zekerheden maar deze leningen onder te brengen in een aparte vennootschap en deze te verkopen.
Het gaat om een vervolgtransactie op een eerdere transactie met dezelfde koper. Net als toen betreft het vastgoedleningen onder bijzonder beheer. Gemiddeld zijn deze leningen 5 jaar onder bijzonder beheer geweest. Er wordt voor klanten onder bijzonder beheer gezocht naar permanente oplossingen voor de betreffende klantsituaties. Helaas is dat voor deze klanten niet gelukt.
Van de leningen was 90 procent ondergebracht bij het team dat zich bezighoudt met het afwikkelen van leningen. In driekwart van de gevallen was het krediet opgezegd. ABN AMRO heeft de keuze gemaakt om niet verder te gaan met afwikkeling van deze leningen en eventuele uitwinning van de zekerheden maar deze leningen onder te brengen in een aparte vennootschap en deze te verkopen.
dinsdag 26 februari 2019
Bunq opent jacht op spaarders
Internetbank bunq lanceert een spaarrente die negen keer hoger is dan de actuele marktrente. De bank keert de rente uit op alle rekeningen en maakt daarmee een einde aan het traditionele onderscheid tussen betaal- en spaarrekeningen.
De spaarrente van bun bedraagt 0.27%. ABN AMRO, ING en Rabobank zitten daar ver onder en bieden allen rengte op spaarrekeningen.
“Omdat we vele malen efficiënter zijn dan welke traditionele bank dan ook, hebben we gekeken naar hoe we sparen revolutionair kunnen veranderen. Onze gebruikers hebben nu de vrijheid om te profiteren van een 9 keer hogere rente, zonder dat ze daar een speciale spaarrekening voor nodig hebben”, zegt oprichter en CEO Ali Niknam.
Verder lanceert bunq ondersteuning voor Google Pay in Duitsland, België, Frankrijk, Italië en Spanje.
De spaarrente van bun bedraagt 0.27%. ABN AMRO, ING en Rabobank zitten daar ver onder en bieden allen rengte op spaarrekeningen.
“Omdat we vele malen efficiënter zijn dan welke traditionele bank dan ook, hebben we gekeken naar hoe we sparen revolutionair kunnen veranderen. Onze gebruikers hebben nu de vrijheid om te profiteren van een 9 keer hogere rente, zonder dat ze daar een speciale spaarrekening voor nodig hebben”, zegt oprichter en CEO Ali Niknam.
Verder lanceert bunq ondersteuning voor Google Pay in Duitsland, België, Frankrijk, Italië en Spanje.
1,1 miljoen euro voor Financieringstafels MKB en startups
Het aanbod van financiering aan mkb-ondernemers en startups wordt steeds diverser. Naast banken zijn er alternatieven zoals leasing en factoring, crowdfunding, business angels en kredietunies. Dit geeft ondernemers meer mogelijkheden, maar maakt de toegang tot investeringskapitaal niet altijd makkelijk. Daarom stelt staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) 1,1 miljoen euro beschikbaar uit het MKB-actieplan om de zogenoemde regionale Financieringstafels op te zetten, samen met de NVB, de SRA, MKB Nederland en de stichting MKB Financiering.
Deze Financieringstafels faciliteren samenwerkingen tussen partijen in regionale financieringsnetwerken. Aan deze netwerken nemen onder meer ROM’s, accountants en alternatieve financiers deel. Het doel hiervan is om te komen tot een optimalisering van de beschikbaarheid van kapitaal en alternatieve financiering.
Staatssecretaris Keijzer (EZK): “Een belangrijke uitdaging van het kabinet is het extra ondersteunen van vooral MKB-ondernemers bij het aantrekken van financiering zoals risicokapitaal. Juist in de regionaal verband kunnen we daarmee een grote slag slaan door bijvoorbeeld samenwerking te stimuleren en zo de drempel voor ondernemers te verlagen. De regionale Financieringstafels brengen de vraag van MKB-ondernemers en het aanbod van financiering bij elkaar.”
Er is al een aantal Financieringstafels actief. De Financieringstafel Brainport in de regio Eindhoven is daarvan de bekendste. Elke maand brengen drie banken onder leiding van een voorzitter een casus in en houdt een ondernemer een pitch. Deze kredietaanvragen worden aan deze tafel besproken. Het gaat om (bijna) levensvatbare plannen, die niet bij de juiste financier zijn ingediend of niet door één financier zelfstandig kunnen worden gefinancierd. Er zijn in de Brainport inmiddels meer dan 100 ondernemers geholpen aan kapitaal, netwerk en/of kennis via de tafels.
Deze Financieringstafels faciliteren samenwerkingen tussen partijen in regionale financieringsnetwerken. Aan deze netwerken nemen onder meer ROM’s, accountants en alternatieve financiers deel. Het doel hiervan is om te komen tot een optimalisering van de beschikbaarheid van kapitaal en alternatieve financiering.
Staatssecretaris Keijzer (EZK): “Een belangrijke uitdaging van het kabinet is het extra ondersteunen van vooral MKB-ondernemers bij het aantrekken van financiering zoals risicokapitaal. Juist in de regionaal verband kunnen we daarmee een grote slag slaan door bijvoorbeeld samenwerking te stimuleren en zo de drempel voor ondernemers te verlagen. De regionale Financieringstafels brengen de vraag van MKB-ondernemers en het aanbod van financiering bij elkaar.”
Er is al een aantal Financieringstafels actief. De Financieringstafel Brainport in de regio Eindhoven is daarvan de bekendste. Elke maand brengen drie banken onder leiding van een voorzitter een casus in en houdt een ondernemer een pitch. Deze kredietaanvragen worden aan deze tafel besproken. Het gaat om (bijna) levensvatbare plannen, die niet bij de juiste financier zijn ingediend of niet door één financier zelfstandig kunnen worden gefinancierd. Er zijn in de Brainport inmiddels meer dan 100 ondernemers geholpen aan kapitaal, netwerk en/of kennis via de tafels.
'ABN AMRO MeesPierson Beste Private Bank in Nederland'
ABN AMRO MeesPierson is voor de 15e keer door Euromoney uitgeroepen tot Beste Private Bank van Nederland. Jaarlijks worden er door Euromoney wereldwijd prijzen uitgereikt aan de beste private banks en vermogensbeheerders. Donderdag 21 februari 2019 werd de prijs overhandigd in Londen.
ABN AMRO MeesPierson scoort hoog op het gebied van de aangeboden dienstverlening. De bank kwam in 7 categorieën als beste uit de bus. Zo steeg ABN AMRO MeesPierson van de 4de naar de 1ste plaats op het gebied van internationale klanten. Ook op het gebied van filantropieadvies, technologie en klanten met de hoogste nettowaarde komt de bank als beste uit de bus.
Op het gebied van ESG/Social Impact Investing ziet ABN AMRO MeesPierson ook een stijging in de ranglijsten, van de 3e naar de 2e plaats. Duurzaam beleggen bij ABN AMRO MeesPierson richt zich naast het rendement, ook op de gevolgen van een belegging op onze samenleving. Daarbij kijkt de bank naar investeringen in ondernemingen die voorop lopen bij het vinden en behouden van de balans tussen mens, milieu en maatschappij.
ABN AMRO MeesPierson scoort hoog op het gebied van de aangeboden dienstverlening. De bank kwam in 7 categorieën als beste uit de bus. Zo steeg ABN AMRO MeesPierson van de 4de naar de 1ste plaats op het gebied van internationale klanten. Ook op het gebied van filantropieadvies, technologie en klanten met de hoogste nettowaarde komt de bank als beste uit de bus.
Op het gebied van ESG/Social Impact Investing ziet ABN AMRO MeesPierson ook een stijging in de ranglijsten, van de 3e naar de 2e plaats. Duurzaam beleggen bij ABN AMRO MeesPierson richt zich naast het rendement, ook op de gevolgen van een belegging op onze samenleving. Daarbij kijkt de bank naar investeringen in ondernemingen die voorop lopen bij het vinden en behouden van de balans tussen mens, milieu en maatschappij.
maandag 25 februari 2019
Bankklanten ontevreden over kosten en beleid
Banken verhogen keer op keer hun tarieven voor betaalpakketten, tot onvrede van hun klanten.
Consumenten vinden de kosten niet in verhouding met de teruglopende dienstverlening, de lage (spaar)rente en het bonusbeleid. Toch stapt bijna niemand over, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
De afgelopen maanden stegen de vaste kosten voor betaalpakketten bij ASN Bank en SNS met 10 procent en bij Triodos Bank met 20 procent. Triodos Bank-klanten zijn bovendien het dubbele gaan betalen voor het maandelijks ontvangen van papieren afschriften.
Ook de ABN Amro voert verhogingen door, onder andere voor papieren afschriften en verzendenveloppen. De Rabobank verhoogt per 1 april de tarieven voor onder meer betaalpakketten, papieren afschriften en het overschrijven met een formulier.
Overstappen naar andere bank
Uit een jaarlijkse enquête van de Consumentenbond onder 12.000 panelleden, blijkt dat veel consumenten niet begrijpen dat zij steeds méér moeten betalen. Terwijl de bank, in hun ogen, steeds mínder levert. Een vijfde geeft aan over te willen stappen naar een andere bank.
Toch wisselde de afgelopen 2 jaar slechts 4 procent van de ondervraagden van bank. Veel consumenten verwachten dat overstappen niet uitmaakt, omdat “alle banken hetzelfde zijn”. Anderen kunnen niet overstappen, omdat zij gebonden zijn aan hun bank door de hypotheek. 58% is bang dat overstappen teveel gedoe is.
Als consumenten wél (willen) overstappen, is dat vaak naar een duurzame bank als Triodos Bank en ASN Bank of naar SNS. Vaak uit onvrede over het bonus- en/of investeringsbeleid van hun oude bank. Consumenten kunnen gebruik maken van de Overstapservice; een gezamenlijke dienst van de Nederlandse banken. Maar een nieuw bankrekeningnummer is voor velen een (te) hoge drempel.
De Consumentenbond pleit daarom al jaren voor nummerbehoud bij betaalrekeningen. Als consumenten en bedrijven een uniek nummer - zoals een telefoonnummer – krijgen om mee te betalen, kunnen ze dat nummer meenemen als ze wisselen van bank.
Het volledige onderzoek naar de prijzen van betaalrekeningen is te lezen in de Consumentengids van maart 2019. Met de betaalrekening vergelijker van de Consumentenbond kunnen consumenten kijken welke bank en betaalpakket het beste bij hen past.
Consumenten vinden de kosten niet in verhouding met de teruglopende dienstverlening, de lage (spaar)rente en het bonusbeleid. Toch stapt bijna niemand over, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
De afgelopen maanden stegen de vaste kosten voor betaalpakketten bij ASN Bank en SNS met 10 procent en bij Triodos Bank met 20 procent. Triodos Bank-klanten zijn bovendien het dubbele gaan betalen voor het maandelijks ontvangen van papieren afschriften.
Ook de ABN Amro voert verhogingen door, onder andere voor papieren afschriften en verzendenveloppen. De Rabobank verhoogt per 1 april de tarieven voor onder meer betaalpakketten, papieren afschriften en het overschrijven met een formulier.
Overstappen naar andere bank
Uit een jaarlijkse enquête van de Consumentenbond onder 12.000 panelleden, blijkt dat veel consumenten niet begrijpen dat zij steeds méér moeten betalen. Terwijl de bank, in hun ogen, steeds mínder levert. Een vijfde geeft aan over te willen stappen naar een andere bank.
Toch wisselde de afgelopen 2 jaar slechts 4 procent van de ondervraagden van bank. Veel consumenten verwachten dat overstappen niet uitmaakt, omdat “alle banken hetzelfde zijn”. Anderen kunnen niet overstappen, omdat zij gebonden zijn aan hun bank door de hypotheek. 58% is bang dat overstappen teveel gedoe is.
Als consumenten wél (willen) overstappen, is dat vaak naar een duurzame bank als Triodos Bank en ASN Bank of naar SNS. Vaak uit onvrede over het bonus- en/of investeringsbeleid van hun oude bank. Consumenten kunnen gebruik maken van de Overstapservice; een gezamenlijke dienst van de Nederlandse banken. Maar een nieuw bankrekeningnummer is voor velen een (te) hoge drempel.
De Consumentenbond pleit daarom al jaren voor nummerbehoud bij betaalrekeningen. Als consumenten en bedrijven een uniek nummer - zoals een telefoonnummer – krijgen om mee te betalen, kunnen ze dat nummer meenemen als ze wisselen van bank.
Het volledige onderzoek naar de prijzen van betaalrekeningen is te lezen in de Consumentengids van maart 2019. Met de betaalrekening vergelijker van de Consumentenbond kunnen consumenten kijken welke bank en betaalpakket het beste bij hen past.
Greenpeace gaat het gesprek aan met Rabo-klanten in het hele land
Denk jij na over investeringen van jouw bank? En weet jij eigenlijk wat er met je spaargeld gebeurt? Greenpeace nam zaterdag de proef op de som. Zo spraken vrijwilligers in Amsterdam, Utrecht, Assen, Den Bosch, Arnhem en Den Haag met mensen bij Rabo-geldautomaten. Want wat gaat er echt schuil achter het duurzame imago van deze bank?
Greenpeace vroeg aandacht voor de miljardeninvesteringen van de Rabobank in vervuilende veefabrieken. Dit heeft volgens de organisatie grote gevolgen voor ons klimaat. De stoeptegels voor vele Rabo-geldautomaten waren daarom schoongespoten met de tekst ‘Rabobank, trek je geld uit klimaatverandering’.
Greenpeace wil dat de Rabobank investeert in ecologische landbouw met minder dieren en meer plantaardig voedsel.
Greenpeace vroeg aandacht voor de miljardeninvesteringen van de Rabobank in vervuilende veefabrieken. Dit heeft volgens de organisatie grote gevolgen voor ons klimaat. De stoeptegels voor vele Rabo-geldautomaten waren daarom schoongespoten met de tekst ‘Rabobank, trek je geld uit klimaatverandering’.
Greenpeace wil dat de Rabobank investeert in ecologische landbouw met minder dieren en meer plantaardig voedsel.
DNB en AP bezegelen samenwerking in toezicht op PSD2
De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hebben een samenwerkingsprotocol ondertekend om effectief en efficiënt toezicht te houden op de naleving van PSD2.
Beide toezichthouders hebben een rol in het toezicht op de nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten. De afspraken zijn bedoeld om de kwaliteit van het toezicht te bevorderen waar raakvlakken zijn in de toezichtstaken, zo laten beide instanties weten.
Onlangs is de nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten in Nederland in werking getreden, Payment Services Directive 2 (PSD2). Deze richtlijn regelt onder meer dat onder voorwaarden, zoals toestemming van de rekeninghouder, niet alleen banken maar ook andere partijen toegang mogen hebben tot een betaalrekening. In de EU gelden met de richtlijn overal dezelfde regels. Dat maakt het eenvoudiger om betaaldiensten aan te bieden en te gebruiken.
DNB heeft de taak om vergunningen te verlenen aan aanbieders van betaaldiensten, zoals banken en betaalinstellingen. De AP houdt toezicht op de bescherming van de privacy van mensen. Daarbij kijkt de AP naar de eisen in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en naar de eisen op het gebied van privacy uit PSD2.
In het protocol is vastgelegd dat DNB en de AP informatie uitwisselen die van belang is voor de uitoefening van de toezichtstaken. Zo delen DNB en de AP informatie over vergunningaanvragen van bedrijven die zich bezighouden met de verwerking van persoonsgegevens, informatie over incidenten, zoals datalekken, en andere signalen bij betaaldienstverleners. Dat laatste gebeurt zoveel mogelijk zonder dat de gegevens herleidbaar zijn tot de signaalgever, klager of verzoeker.
Beide toezichthouders hebben een rol in het toezicht op de nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten. De afspraken zijn bedoeld om de kwaliteit van het toezicht te bevorderen waar raakvlakken zijn in de toezichtstaken, zo laten beide instanties weten.
Onlangs is de nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten in Nederland in werking getreden, Payment Services Directive 2 (PSD2). Deze richtlijn regelt onder meer dat onder voorwaarden, zoals toestemming van de rekeninghouder, niet alleen banken maar ook andere partijen toegang mogen hebben tot een betaalrekening. In de EU gelden met de richtlijn overal dezelfde regels. Dat maakt het eenvoudiger om betaaldiensten aan te bieden en te gebruiken.
DNB heeft de taak om vergunningen te verlenen aan aanbieders van betaaldiensten, zoals banken en betaalinstellingen. De AP houdt toezicht op de bescherming van de privacy van mensen. Daarbij kijkt de AP naar de eisen in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en naar de eisen op het gebied van privacy uit PSD2.
In het protocol is vastgelegd dat DNB en de AP informatie uitwisselen die van belang is voor de uitoefening van de toezichtstaken. Zo delen DNB en de AP informatie over vergunningaanvragen van bedrijven die zich bezighouden met de verwerking van persoonsgegevens, informatie over incidenten, zoals datalekken, en andere signalen bij betaaldienstverleners. Dat laatste gebeurt zoveel mogelijk zonder dat de gegevens herleidbaar zijn tot de signaalgever, klager of verzoeker.
vrijdag 22 februari 2019
Knab ziet klantenaantal met 38 procent toenemen
De online bank Knab zag het aantal klanten afgelopen jaar met 38 procent toenemen. Voor het eerst sinds de oprichting in 2012 bankieren er meer ondernemers bij Knab dan particulieren, al is die verhouding nu nagenoeg gelijk.
Ook het aantal medewerkers nam flink toe met 34 procent. Op dit moment werken er 365 mensen bij Knab, dat zijn kantoor dit jaar van Hoofddorp naar Amsterdam verhuisde.
Ook het aantal medewerkers nam flink toe met 34 procent. Op dit moment werken er 365 mensen bij Knab, dat zijn kantoor dit jaar van Hoofddorp naar Amsterdam verhuisde.
Gerrit Zalm naar Danske Bank
Oud-minister van Financiën en voormalig ABN Amro-topman Gerrit Zalm treedt toe tot de raad van commissarissen van Danske Bank, de grootste bank van Denemarken.
"Gerrit Zalm heeft bestuurservaring bij zowel regelgevende instanties als de bankensector", laat voorzitter Karsten Dybvad weten.
De benoeming moet nog worden goedgekeurd door de aandeelhouders. Die stemming vindt op 18 maart plaats.
Op de foto: Gerrit Zalm als directeur van het Centraal Plan Bureau (Anefo).
"Gerrit Zalm heeft bestuurservaring bij zowel regelgevende instanties als de bankensector", laat voorzitter Karsten Dybvad weten.
De benoeming moet nog worden goedgekeurd door de aandeelhouders. Die stemming vindt op 18 maart plaats.
Op de foto: Gerrit Zalm als directeur van het Centraal Plan Bureau (Anefo).
Rabobank introduceert betaaldienst Rabo Safe2Pay
De nieuwe betaaldienst Rabo Safe2Pay is live. Online autodealer CarFY is het eerste bedrijf dat Rabo Safe2Pay gebruikt voor betalingen van occasions tot 50.000 euro.
Met de conditionele betaaldienst maakt de koper het geld niet direct over naar de verkoper, maar wordt het bewaard door Rabo Safe2Pay. Bij levering wordt het geld overgemaakt naar de verkoper. Rabo Safe2Pay biedt zo beide partijen zekerheid: de koper betaalt pas als het product of de dienst ontvangen is en de verkoper heeft de zekerheid dat het geld ontvangen wordt.
De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan de ontwikkeling van Rabo Safe2Pay als veilige betaaldienst voor grote aankopen.
Met de conditionele betaaldienst maakt de koper het geld niet direct over naar de verkoper, maar wordt het bewaard door Rabo Safe2Pay. Bij levering wordt het geld overgemaakt naar de verkoper. Rabo Safe2Pay biedt zo beide partijen zekerheid: de koper betaalt pas als het product of de dienst ontvangen is en de verkoper heeft de zekerheid dat het geld ontvangen wordt.
De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan de ontwikkeling van Rabo Safe2Pay als veilige betaaldienst voor grote aankopen.
Onderhandelingen belastingverdragen in 2019
De Nederlandse overheid onderhandelt voortdurend met andere landen over (nieuwe) belastingverdragen. In het overzicht dat ieder kwartaal door het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gepubliceerd, staan de landen genoemd waarmee op dit moment onderhandelingen lopen.
Verdragsonderhandelingen kunnen meerdere jaren beslaan. In 2019 verwacht Nederland specifiek met de volgende landen (verder) te onderhandelen: Andorra, Australië, België, Brazilië, Chili, Colombia, Curaçao, Frankrijk, India, Kosovo, Marokko, Oeganda, Oostenrijk, Pakistan, Portugal, Sri Lanka, Thailand en Zuid-Korea. Doel van de onderhandelingen is een nieuw of gewijzigd belastingverdrag. Een dergelijk verdrag omvat afspraken die moeten voorkomen dat enerzijds bedrijven of burgers dubbel belasting betalen en anderzijds dat er geen belasting wordt betaald. Dit wordt bewerkstelligd door de heffingsrechten tussen Nederland en het betreffende andere land te verdelen en door in belastingverdragen antimisbruikbepalingen op te nemen om de risico’s op onbedoelde niet- heffing en misbruik te beperken.
Nederland heeft op 7 juni 2017 het multilateraal instrument (MLI) ondertekend tegen internationale belastingontwijking. Met dit verdrag kan Nederland in één keer met een grote groep landen antimisbruikbepalingen opnemen in belastingverdragen. Momenteel lijken bijna 90 landen het verdrag te gaan ratificeren. Dit aantal kan in de komende jaren verder oplopen. Het verdrag maakt het voor landen mogelijk op een snelle en efficiënte wijze hun wederzijdse belastingverdragen aan te passen om belastingontwijking tegen te gaan, zonder dat hiervoor nieuwe onderhandelingen nodig zijn. Ook bevat het verdrag maatregelen om conflicten over de uitleg van belastingverdragen sneller op te lossen. Daarbij is het wel van belang dat niet alleen Nederland, maar ook het andere verdragsland het verdrag ratificeert.
Het MLI is op 6 februari in de Tweede Kamer behandeld. De verwachting is dat het MLI in 2019 zal worden geratificeerd na behandeling in de Eerste Kamer. Na ratificatie van het MLI zal worden bezien met welke landen Nederland een verdrag heeft dat niet door het MLI kan worden aangepast en waarbij ook geen sprake is van lopende verdragsonderhandelingen. Bij deze landen zal dan vervolgens worden bekeken hoe in het belastingverdrag alsnog antimisbruikbepalingen kunnen worden opgenomen in lijn met de BEPS-minimumstandaard tegen verdragsmisbruik.
Ondernemers en burgers die beschikken over fiscale informatie die van belang kan zijn voor de lopende of voorgenomen onderhandelingen worden uitgenodigd om schriftelijk contact op te nemen met het Ministerie van Financiën (Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen, Afdeling Internationale Zaken, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag). Het ministerie kan die informatie vervolgens betrekken bij de onderhandelingen. Met het oog op de mogelijke onderhandelingen voor de komende jaren is informatie over problematiek van dubbele belastingen met andere landen dan hierboven ook welkom.
Verdragsonderhandelingen kunnen meerdere jaren beslaan. In 2019 verwacht Nederland specifiek met de volgende landen (verder) te onderhandelen: Andorra, Australië, België, Brazilië, Chili, Colombia, Curaçao, Frankrijk, India, Kosovo, Marokko, Oeganda, Oostenrijk, Pakistan, Portugal, Sri Lanka, Thailand en Zuid-Korea. Doel van de onderhandelingen is een nieuw of gewijzigd belastingverdrag. Een dergelijk verdrag omvat afspraken die moeten voorkomen dat enerzijds bedrijven of burgers dubbel belasting betalen en anderzijds dat er geen belasting wordt betaald. Dit wordt bewerkstelligd door de heffingsrechten tussen Nederland en het betreffende andere land te verdelen en door in belastingverdragen antimisbruikbepalingen op te nemen om de risico’s op onbedoelde niet- heffing en misbruik te beperken.
Nederland heeft op 7 juni 2017 het multilateraal instrument (MLI) ondertekend tegen internationale belastingontwijking. Met dit verdrag kan Nederland in één keer met een grote groep landen antimisbruikbepalingen opnemen in belastingverdragen. Momenteel lijken bijna 90 landen het verdrag te gaan ratificeren. Dit aantal kan in de komende jaren verder oplopen. Het verdrag maakt het voor landen mogelijk op een snelle en efficiënte wijze hun wederzijdse belastingverdragen aan te passen om belastingontwijking tegen te gaan, zonder dat hiervoor nieuwe onderhandelingen nodig zijn. Ook bevat het verdrag maatregelen om conflicten over de uitleg van belastingverdragen sneller op te lossen. Daarbij is het wel van belang dat niet alleen Nederland, maar ook het andere verdragsland het verdrag ratificeert.
Het MLI is op 6 februari in de Tweede Kamer behandeld. De verwachting is dat het MLI in 2019 zal worden geratificeerd na behandeling in de Eerste Kamer. Na ratificatie van het MLI zal worden bezien met welke landen Nederland een verdrag heeft dat niet door het MLI kan worden aangepast en waarbij ook geen sprake is van lopende verdragsonderhandelingen. Bij deze landen zal dan vervolgens worden bekeken hoe in het belastingverdrag alsnog antimisbruikbepalingen kunnen worden opgenomen in lijn met de BEPS-minimumstandaard tegen verdragsmisbruik.
Ondernemers en burgers die beschikken over fiscale informatie die van belang kan zijn voor de lopende of voorgenomen onderhandelingen worden uitgenodigd om schriftelijk contact op te nemen met het Ministerie van Financiën (Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen, Afdeling Internationale Zaken, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag). Het ministerie kan die informatie vervolgens betrekken bij de onderhandelingen. Met het oog op de mogelijke onderhandelingen voor de komende jaren is informatie over problematiek van dubbele belastingen met andere landen dan hierboven ook welkom.
donderdag 21 februari 2019
Al veel aanvragen voor PSD2 vergunning
Zeker twintig partijen hebben zich bij DNB gemeld met voorlopige aanvragen voor een PSD2 vergunning. Dinsdag is het loket voor de aanvraag geopend.
De nieuwe wetgeving voorziet in de mogelijkheid om – onder voorwaarde dat consument daarvoor toestemming geeft – inzage te krijgen in betaalgegevens.
Van de twintig hebben er zes ook daadwerkelijk een voorlopige vergunningaanvraag gedaan en de andere veertien partijen hebben aangekondigd binnenkort een aanvraag te doen, meldt de Nederlandsche Bank. Door de vroegtijdige opening van het loket, is een aantal vergunningaanvragen al in een vergevorderd stadium. Het gaat om partijen die betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten willen aanbieden.
Ook is er nog specifieke groep van partijen die van de mogelijkheid van een voorlopige vergunningaanvraag bij DNB gebruik heeft gemaakt. Het betreft vijftien partijen uit Groot-Brittannië die geen nieuwe, maar al bestaande betaaldiensten aanbieden met een PSD2-vergunning (in Groot-Brittannië is PSD2 reeds geïmplementeerd). Met een Nederlandse PSD2-vergunning willen zij ook na de Brexit hun betaaldiensten in de Europese Unie blijven aanbieden.
De nieuwe wetgeving voorziet in de mogelijkheid om – onder voorwaarde dat consument daarvoor toestemming geeft – inzage te krijgen in betaalgegevens.
Van de twintig hebben er zes ook daadwerkelijk een voorlopige vergunningaanvraag gedaan en de andere veertien partijen hebben aangekondigd binnenkort een aanvraag te doen, meldt de Nederlandsche Bank. Door de vroegtijdige opening van het loket, is een aantal vergunningaanvragen al in een vergevorderd stadium. Het gaat om partijen die betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten willen aanbieden.
Ook is er nog specifieke groep van partijen die van de mogelijkheid van een voorlopige vergunningaanvraag bij DNB gebruik heeft gemaakt. Het betreft vijftien partijen uit Groot-Brittannië die geen nieuwe, maar al bestaande betaaldiensten aanbieden met een PSD2-vergunning (in Groot-Brittannië is PSD2 reeds geïmplementeerd). Met een Nederlandse PSD2-vergunning willen zij ook na de Brexit hun betaaldiensten in de Europese Unie blijven aanbieden.
De Hypotheker en Tulp Hypotheken slaan handen ineen
Deze week start de samenwerking tussen de ruim 175 vestigingen van De Hypotheker en Tulp Hypotheken. De Hypotheker verbreedt daarmee het aanbod voor haar klanten, waarbij Tulp Hypotheken vooral een scherpe rente biedt voor klanten zonder NHG.
Om de dienstverlening naar De Hypotheker op een hoog niveau te houden, werkt Tulp Hypotheken samen met Nationaal Hypotheek Loket om de aanvragen vanuit De Hypotheker te verwerken. Nationaal Hypotheek Loket is een financiële dienstverlener die uitbestede diensten verleent aan diverse geldverstrekkers.
Om de dienstverlening naar De Hypotheker op een hoog niveau te houden, werkt Tulp Hypotheken samen met Nationaal Hypotheek Loket om de aanvragen vanuit De Hypotheker te verwerken. Nationaal Hypotheek Loket is een financiële dienstverlener die uitbestede diensten verleent aan diverse geldverstrekkers.
'Banken lenen miljarden aan bedrijven beticht van corruptie'
ABN Amro, ING en Rabobank leenden tussen 2014 en 2017 8,9 miljard dollar aan vier bedrijven die al jarenlang betrokken zijn bij corruptieschandalen in de mijnbouw- bouw- en oliesector.
Daarnaast belegden Van Lanschot, ABN Amro en Rabobank in totaal voor 566 miljoen dollar in aandelen van één of meerdere van deze bedrijven. Ondanks herhaalde navraag in voor- en najaar 2018 weigerden alle vier de banken openheid te geven over of zij deze bedrijven aangesproken hebben om een einde te maken aan corruptie. Dit blijkt vandaag uit het nieuwe praktijkonderzoek van de Eerlijke Bankwijzer.
Peter Ras, projectleider Eerlijke Bankwijzer: “Corruptie is zeer schadelijk voor het bestuur van landen. Corruptie ondermijnt tevens economische ontwikkeling en armoedebestrijding. Banken steken miljarden in bedrijven die tot hun nek in corruptieaffaires verwikkeld zijn, maar zijn zo gesloten als een oester over de vraag of ze deze klanten daar concreet op aanspreken. Dit moet echt anders.”
ABN Amro leende tussen 2014-2017 in totaal 2,6 miljard US dollar aan Gunvor, Shell en SBM Offshore. ING leende gedurende in deze periode in totaal 3,5 miljard dollar aan genoemde bedrijven alsmede Odebrecht. Rabobank leende 2,6 miljard dollar aan Gunvor en SBM Offshore. Gunvor wordt sinds 2012 onderzocht door de Zwitserse autoriteiten vanwege zorgen over corruptie in relatie tot een oliecontract in de Republiek Congo. De winsten die hiermee gemaakt werden zijn enorm en gingen ten koste van inkomsten voor de Republiek Congo. Uiteindelijk is hiermee minder geld beschikbaar voor publieke diensten als onderwijs, zorg en rechtspraak. Shell is betrokken bij een corruptiezaak in Nigeria sinds 2011; deze zaak loopt bij de Italiaanse rechtbank. SBM Offshore is in de VS in 2017 beboet voor omkoping in vijf landen en maakte daarnaast in september 2018 afspraken in Brazilië in verband met een andere corruptiezaak. Odebrecht kreeg in 2017 een grote boete vanwege diens centrale rol in één van de grootste corruptieschandalen ooit in Latijns-Amerika.
In de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) staat onder meer: “Ondernemingen behoren, direct noch indirect, smeergeld of andere onrechtmatige voordelen aan te bieden, toe te zeggen, te geven of te eisen teneinde opdrachten of andere ongeoorloofde voordelen te verwerven of te behouden. Ondernemingen behoren ook verzoeken tot omkoping en afpersing te weerstaan.” Alle genoemde banken beloven in hun beleid de OESO-richtlijnen na te leven. Geen van de banken heeft echter inhoudelijk gereageerd op herhaalde verzoeken van de Eerlijke Bankwijzer in april/mei en oktober 2018 om aan te geven of en wat zij hebben gedaan om deze klanten/bedrijven aan te spreken om geen ruimte te geven aan corruptie. Ook op de websites van de vier banken is geen informatie terug te vinden of en zo ja welke acties men in recente jaren heeft ondernomen richting deze bedrijven waarin men investeert en die langjarig en zelfs tot op heden betrokken zijn bij onafgeronde corruptieschandalen.
De Eerlijke Bankwijzer roept de genoemde banken op om bedrijven waarin men investeert actief aan te spreken om corruptie uit te bannen, met inbegrip van bovengenoemde bedrijven. Ook moeten banken open zijn over het aantal klanten en bedrijven waarmee men gesprekken voert over corruptie alsmede de resultaten hiervan. Daarnaast pleit de Eerlijke Bankwijzer ervoor dat banken openheid verschaffen over wat hun beleid is om af te zien van een lening of investering als een bedrijf betrokken is bij corruptie.
Van andere onderzochte banken: de Volksbank, NIBC en Triodos, zijn geen leningen aan of investeringen in deze bedrijven gevonden boven de gehanteerde drempelwaarde van 1 miljoen US dollar in dit onderzoek.
Daarnaast belegden Van Lanschot, ABN Amro en Rabobank in totaal voor 566 miljoen dollar in aandelen van één of meerdere van deze bedrijven. Ondanks herhaalde navraag in voor- en najaar 2018 weigerden alle vier de banken openheid te geven over of zij deze bedrijven aangesproken hebben om een einde te maken aan corruptie. Dit blijkt vandaag uit het nieuwe praktijkonderzoek van de Eerlijke Bankwijzer.
Peter Ras, projectleider Eerlijke Bankwijzer: “Corruptie is zeer schadelijk voor het bestuur van landen. Corruptie ondermijnt tevens economische ontwikkeling en armoedebestrijding. Banken steken miljarden in bedrijven die tot hun nek in corruptieaffaires verwikkeld zijn, maar zijn zo gesloten als een oester over de vraag of ze deze klanten daar concreet op aanspreken. Dit moet echt anders.”
ABN Amro leende tussen 2014-2017 in totaal 2,6 miljard US dollar aan Gunvor, Shell en SBM Offshore. ING leende gedurende in deze periode in totaal 3,5 miljard dollar aan genoemde bedrijven alsmede Odebrecht. Rabobank leende 2,6 miljard dollar aan Gunvor en SBM Offshore. Gunvor wordt sinds 2012 onderzocht door de Zwitserse autoriteiten vanwege zorgen over corruptie in relatie tot een oliecontract in de Republiek Congo. De winsten die hiermee gemaakt werden zijn enorm en gingen ten koste van inkomsten voor de Republiek Congo. Uiteindelijk is hiermee minder geld beschikbaar voor publieke diensten als onderwijs, zorg en rechtspraak. Shell is betrokken bij een corruptiezaak in Nigeria sinds 2011; deze zaak loopt bij de Italiaanse rechtbank. SBM Offshore is in de VS in 2017 beboet voor omkoping in vijf landen en maakte daarnaast in september 2018 afspraken in Brazilië in verband met een andere corruptiezaak. Odebrecht kreeg in 2017 een grote boete vanwege diens centrale rol in één van de grootste corruptieschandalen ooit in Latijns-Amerika.
In de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) staat onder meer: “Ondernemingen behoren, direct noch indirect, smeergeld of andere onrechtmatige voordelen aan te bieden, toe te zeggen, te geven of te eisen teneinde opdrachten of andere ongeoorloofde voordelen te verwerven of te behouden. Ondernemingen behoren ook verzoeken tot omkoping en afpersing te weerstaan.” Alle genoemde banken beloven in hun beleid de OESO-richtlijnen na te leven. Geen van de banken heeft echter inhoudelijk gereageerd op herhaalde verzoeken van de Eerlijke Bankwijzer in april/mei en oktober 2018 om aan te geven of en wat zij hebben gedaan om deze klanten/bedrijven aan te spreken om geen ruimte te geven aan corruptie. Ook op de websites van de vier banken is geen informatie terug te vinden of en zo ja welke acties men in recente jaren heeft ondernomen richting deze bedrijven waarin men investeert en die langjarig en zelfs tot op heden betrokken zijn bij onafgeronde corruptieschandalen.
De Eerlijke Bankwijzer roept de genoemde banken op om bedrijven waarin men investeert actief aan te spreken om corruptie uit te bannen, met inbegrip van bovengenoemde bedrijven. Ook moeten banken open zijn over het aantal klanten en bedrijven waarmee men gesprekken voert over corruptie alsmede de resultaten hiervan. Daarnaast pleit de Eerlijke Bankwijzer ervoor dat banken openheid verschaffen over wat hun beleid is om af te zien van een lening of investering als een bedrijf betrokken is bij corruptie.
Van andere onderzochte banken: de Volksbank, NIBC en Triodos, zijn geen leningen aan of investeringen in deze bedrijven gevonden boven de gehanteerde drempelwaarde van 1 miljoen US dollar in dit onderzoek.
woensdag 20 februari 2019
ABN AMRO wordt partner van Alliantie Nederland Rookvrij
ABN AMRO sluit zich aan bij de Alliantie Nederland Rookvrij, een samenwerkingsverband van meer dan 140 organisaties aangevoerd door het Longfonds, KWF Kankerbestrijding en de Hartstichting. Daarmee is ABN AMRO de eerste Nederlandse bank die zich gaat inzetten voor een Rookvrije Generatie.
Eerder al besloten ABN AMRO en de Hartstichting samen te werken aan een rookvrije toekomst. Zo is ABN AMRO onder andere gestopt met kredietverlening aan de tabaksindustrie. Het partnerschap van de Alliantie Nederland Rookvrij is daarop een vervolg. ABN AMRO zet nadere stappen in het preventiebeleid dat zich richt op eigen medewerkers.
Floris Italianer, directeur van de Hartstichting en voorzitter Alliantie Nederland Rookvrij, is blij dat ABN AMRO zich verder gaat inzetten voor tabaksontmoediging en de Rookvrije Generatie. “ABN AMRO is hiermee een voorloper als het gaat om verantwoord bankieren en gedrevenheid in hun bijdrage aan het realiseren van een Rookvrije Generatie. Wij roepen andere banken en financiële instellingen op om dit voorbeeld te volgen. Dit is waar Nederland om vraagt.”
Roken is verreweg de nummer één vermijdbare oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. Wekelijks raken nog steeds honderden kinderen verslaafd aan tabak. Niet voor niets is de meerderheid van de Nederlanders voorstander van een Rookvrije Generatie: een maatschappij waarin opgroeiende kinderen worden beschermd tegen tabaksrook en de verleiding om te gaan roken.
Eerder al besloten ABN AMRO en de Hartstichting samen te werken aan een rookvrije toekomst. Zo is ABN AMRO onder andere gestopt met kredietverlening aan de tabaksindustrie. Het partnerschap van de Alliantie Nederland Rookvrij is daarop een vervolg. ABN AMRO zet nadere stappen in het preventiebeleid dat zich richt op eigen medewerkers.
Floris Italianer, directeur van de Hartstichting en voorzitter Alliantie Nederland Rookvrij, is blij dat ABN AMRO zich verder gaat inzetten voor tabaksontmoediging en de Rookvrije Generatie. “ABN AMRO is hiermee een voorloper als het gaat om verantwoord bankieren en gedrevenheid in hun bijdrage aan het realiseren van een Rookvrije Generatie. Wij roepen andere banken en financiële instellingen op om dit voorbeeld te volgen. Dit is waar Nederland om vraagt.”
Roken is verreweg de nummer één vermijdbare oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. Wekelijks raken nog steeds honderden kinderen verslaafd aan tabak. Niet voor niets is de meerderheid van de Nederlanders voorstander van een Rookvrije Generatie: een maatschappij waarin opgroeiende kinderen worden beschermd tegen tabaksrook en de verleiding om te gaan roken.
ASR profiteert van overname Generali
Verzekeraar ASR heeft vorig jaar een sterk operationeel resultaat geboekt. Het bedrijf profiteerde onder meer van de overname van branchegenoot Generali Nederland.
De operationele winst was 2 procent hoger dan in het recordjaar 2017, namelijk 742 miljoen euro. Het nettoresultaat daalde van 906 miljoen euro in 2017 naar 655 miljoen euro.
De operationele winst was 2 procent hoger dan in het recordjaar 2017, namelijk 742 miljoen euro. Het nettoresultaat daalde van 906 miljoen euro in 2017 naar 655 miljoen euro.
Helft Nederlandse schuld moet worden afbetaald in 5 jaar
Bedrijven, banken en de overheid in Nederland moeten de helft van hun uitstaand schuldpapier (exclusief leningen) de komende 5 jaar afbetalen of opnieuw financieren. Het gaat om een bedrag van 925 miljard. Ongeveer 450 miljard (een kwart van het totaal aan Nederlands schuldpapier) moet al voor eind volgend jaar worden terugbetaald aan investeerders.
Dat blijkt uit onderzoek van De Nederlandsche Bank. DNB heeft voor het eerst op een rijtje gezet hoeveel schuldpapier in Nederland uitstaat en tegen welke looptijden (het zogeheten schuldverval). De nieuwe statistieken over schuldverval beschrijven de termijnen waarop de hoofdsom van schuldpapier aan investeerders moet worden voldaan. Dit biedt inzicht in de toekomstige vraag en aanbod naar schuldpapier en naar mogelijke herfinancieringsrisico’s, bijvoorbeeld bij oplopende rentes. In de praktijk wordt het grootste deel van de aflopende schulden geherfinancierd met uitgave van nieuw schuldpapier. Slechts een deel van de nieuwe schulduitgiftes zijn bedoeld voor nieuwe investeringen. De totale omvang van het Nederlands schuldpapier bedroeg eind 2018 ruim EUR 1.850 miljard.
De termijnen waarop de Nederlandse schulden moeten worden afbetaald zijn vergelijkbaar met die in andere eurolanden. De gemiddelde resterende looptijd van Nederlands schuldpapier is weliswaar langer (ruim 11 jaar tegenover bijna 9 jaar in de rest van het eurogebied), maar dit komt doordat een omvangrijk deel van de Nederlandse schuld pas na 2040 hoeft te worden afgelost. Dit hangt samen met de lange juridische looptijd van securitisaties uitgegeven door overige financiële instellingen. Gecorrigeerd voor securitisaties komt het schuldverval in Nederland ook gemiddeld op bijna 9 jaar uit, net als in de rest van Europa.
Dat blijkt uit onderzoek van De Nederlandsche Bank. DNB heeft voor het eerst op een rijtje gezet hoeveel schuldpapier in Nederland uitstaat en tegen welke looptijden (het zogeheten schuldverval). De nieuwe statistieken over schuldverval beschrijven de termijnen waarop de hoofdsom van schuldpapier aan investeerders moet worden voldaan. Dit biedt inzicht in de toekomstige vraag en aanbod naar schuldpapier en naar mogelijke herfinancieringsrisico’s, bijvoorbeeld bij oplopende rentes. In de praktijk wordt het grootste deel van de aflopende schulden geherfinancierd met uitgave van nieuw schuldpapier. Slechts een deel van de nieuwe schulduitgiftes zijn bedoeld voor nieuwe investeringen. De totale omvang van het Nederlands schuldpapier bedroeg eind 2018 ruim EUR 1.850 miljard.
De termijnen waarop de Nederlandse schulden moeten worden afbetaald zijn vergelijkbaar met die in andere eurolanden. De gemiddelde resterende looptijd van Nederlands schuldpapier is weliswaar langer (ruim 11 jaar tegenover bijna 9 jaar in de rest van het eurogebied), maar dit komt doordat een omvangrijk deel van de Nederlandse schuld pas na 2040 hoeft te worden afgelost. Dit hangt samen met de lange juridische looptijd van securitisaties uitgegeven door overige financiële instellingen. Gecorrigeerd voor securitisaties komt het schuldverval in Nederland ook gemiddeld op bijna 9 jaar uit, net als in de rest van Europa.
dinsdag 19 februari 2019
Rabo: 80 miljoen euro extra voor groeikansrijke bedrijven
Vanuit het investeringsfonds Rabo Frontier Ventures komt 80 miljoen euro extra beschikbaar voor startups in financiële en agrarische innovatie. Dit bedrag komt boven op het huidige fonds van 70 miljoen euro. In totaal beheert Rabo Frontier Ventures nu 150 miljoen euro.
Rabo Frontier Ventures, opgericht in maart 2017, heeft in twee jaar tijd in 10 startups geïnvesteerd. Dit was beduidend meer dan vooraf ingeschat. Het fonds is actief op twee fronten, namelijk FinTech startups en Food & Agri startups. Voorbeelden van investeringen zijn blockchainplatforms We.trade, Komgo, beleggingshulp Peaks en de boekhoudapp Tellow. Rode draad in alle investeringen is dat de ondernemers bijdragen aan duurzame groei, waar dan ook ter wereld.
Rabo Frontier Ventures, opgericht in maart 2017, heeft in twee jaar tijd in 10 startups geïnvesteerd. Dit was beduidend meer dan vooraf ingeschat. Het fonds is actief op twee fronten, namelijk FinTech startups en Food & Agri startups. Voorbeelden van investeringen zijn blockchainplatforms We.trade, Komgo, beleggingshulp Peaks en de boekhoudapp Tellow. Rode draad in alle investeringen is dat de ondernemers bijdragen aan duurzame groei, waar dan ook ter wereld.
Europese betaalrichtlijn PSD2 eindelijk ingevoerd
Op 19 februari 2019 treedt de nieuwe Europese richtlijn Payment Services Directive 2 (PSD2) in Nederland in werking. Partijen die die nieuwe betaaldiensten aanbieden hebben daarvoor toegang tot de betaalrekening nodig. Omdat het belangrijk is dat de privacy van de rekeninghouder gewaarborgd blijft, ziet de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) toe op de belangrijkste privacy bepalingen in de nieuwe wetgeving.
Aanbieders van nieuwe betaaldiensten moeten zich ook houden aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Bij overtreding van deze wet kan de AP forse boetes opleggen. Consumenten kunnen door deze nieuwe diensten makkelijker, veiliger en goedkoper (grensoverschrijdend) betalen en beter inzicht krijgen in hun uitgaven en inkomsten. Klanten hebben altijd zelf de keuze of ze gebruik willen maken van nieuwe diensten onder PSD2 en hun gegevens daarvoor willen delen. Als de klant dat wil, dan moeten banken de aanbieders van nieuwe innovatieve betaaldiensten voortaan toegang gaan geven tot zijn bankgegevens.
Bedrijven kunnen toegang tot de betaalrekening krijgen van banken als de rekeninghouder hier expliciet toestemming voor geeft. Zij hebben daarmee inzicht in betaalgegevens en kunnen op basis daarvan hun diensten aanbieden zoals het uitvoeren van online grensoverschrijdende betaalopdrachten of het bieden van inzicht in uitgaven en inkomsten in een digital huishoudboekje. Daarnaast mogen winkels, webshops en andere bedrijven geen toeslagen meer berekenen voor de meeste creditcardbetalingen. Nu mogen bedrijven de (daadwerkelijk gemaakte) kosten die zij betalen voor betaaltransacties nog doorberekenen aan consumenten, bijvoorbeeld een toeslag van 2% als je online met je creditcard wilt betalen. Ook is er geen eigen risico meer bij diefstal of verlies van een betaalinstrument, zoals een betaalpas.
Als een bedrijf toegang krijgt tot de betaalrekening van de consument moeten de gevoelige betaalgegevens goed beschermd zijn. Daarom geeft PSD2 extra waarborgen over de toegang tot, het verwerken en het opslaan van deze gegevens. Zo moeten betaaldienstverleners een beveiligingsbeleid hebben om de gebruiker te beschermen tegen beveiligingsrisico’s, zoals fraude en illegaal gebruik van gevoelige betaalgegevens.
Aanbieders van nieuwe betaaldiensten moeten zich ook houden aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Bij overtreding van deze wet kan de AP forse boetes opleggen. Consumenten kunnen door deze nieuwe diensten makkelijker, veiliger en goedkoper (grensoverschrijdend) betalen en beter inzicht krijgen in hun uitgaven en inkomsten. Klanten hebben altijd zelf de keuze of ze gebruik willen maken van nieuwe diensten onder PSD2 en hun gegevens daarvoor willen delen. Als de klant dat wil, dan moeten banken de aanbieders van nieuwe innovatieve betaaldiensten voortaan toegang gaan geven tot zijn bankgegevens.
Bedrijven kunnen toegang tot de betaalrekening krijgen van banken als de rekeninghouder hier expliciet toestemming voor geeft. Zij hebben daarmee inzicht in betaalgegevens en kunnen op basis daarvan hun diensten aanbieden zoals het uitvoeren van online grensoverschrijdende betaalopdrachten of het bieden van inzicht in uitgaven en inkomsten in een digital huishoudboekje. Daarnaast mogen winkels, webshops en andere bedrijven geen toeslagen meer berekenen voor de meeste creditcardbetalingen. Nu mogen bedrijven de (daadwerkelijk gemaakte) kosten die zij betalen voor betaaltransacties nog doorberekenen aan consumenten, bijvoorbeeld een toeslag van 2% als je online met je creditcard wilt betalen. Ook is er geen eigen risico meer bij diefstal of verlies van een betaalinstrument, zoals een betaalpas.
Als een bedrijf toegang krijgt tot de betaalrekening van de consument moeten de gevoelige betaalgegevens goed beschermd zijn. Daarom geeft PSD2 extra waarborgen over de toegang tot, het verwerken en het opslaan van deze gegevens. Zo moeten betaaldienstverleners een beveiligingsbeleid hebben om de gebruiker te beschermen tegen beveiligingsrisico’s, zoals fraude en illegaal gebruik van gevoelige betaalgegevens.
Consumentenbond in gesprek met apothekers over contant betalen
Apothekersketen Boots buigt zich over het verzoek van de Consumentenbond om te stoppen met het beleid om alleen pinbetalingen te accepteren. Olof King, directeur belangenbehartiging Consumentenbond: ‘We verwachten een positief antwoord, maar als dat niet het geval is, dan vragen we de politiek om maatregelen.’
De Consumentenbond ontvangt steeds vaker klachten van mensen die niet meer met contant geld terechtkunnen bij hun apotheek. ‘Dat kun je niet maken’, vindt King. ‘Voor verschillende groepen in de samenleving is het belangrijk om met contant geld te kunnen betalen. Sommige ouderen vinden het prettiger, maar ook mensen die zo meer grip op hun uitgaven willen houden. Een consument moet kunnen kiezen hoe hij betaalt. Door alleen pinbetalingen te accepteren sluiten de apothekers mensen uit en dat kan niet. Als apotheker heb je een zorgplicht en mag je geen onnodige drempels opwerpen.‘
Eerder al paste BENU Apotheken zijn beleid aan na kritiek van de Consumentenbond. Ook BENU had aangekondigd enkel nog pinbetalingen te accepteren, maar klanten kunnen nu toch contant betalen, als zij dat per se willen. King: ‘We houden nog wel een vinger aan de pols, want we krijgen nog steeds meldingen van consumenten die er niet met cash terechtkonden. Het beleid van het hoofdkantoor heeft kennelijk nog niet alle medewerkers in het land bereikt.’
De Consumentenbond heeft de beroepsvereniging van apothekers, KNMP, gevraagd om zijn leden aan te spreken op het pin-only beleid dat steeds meer apothekers invoeren. De KNMP wil zich echter niet bemoeien met individuele bedrijfsvoeringen. ‘Buitengewoon teleurstellend’, meent King. ‘KNMP doet alsof apothekers gewone winkeliers zijn, maar dat zijn ze niet. Ze zijn (ook) zorgverleners en hun verantwoordelijkheid gaat dan ook verder.’
De Consumentenbond ontvangt steeds vaker klachten van mensen die niet meer met contant geld terechtkunnen bij hun apotheek. ‘Dat kun je niet maken’, vindt King. ‘Voor verschillende groepen in de samenleving is het belangrijk om met contant geld te kunnen betalen. Sommige ouderen vinden het prettiger, maar ook mensen die zo meer grip op hun uitgaven willen houden. Een consument moet kunnen kiezen hoe hij betaalt. Door alleen pinbetalingen te accepteren sluiten de apothekers mensen uit en dat kan niet. Als apotheker heb je een zorgplicht en mag je geen onnodige drempels opwerpen.‘
Eerder al paste BENU Apotheken zijn beleid aan na kritiek van de Consumentenbond. Ook BENU had aangekondigd enkel nog pinbetalingen te accepteren, maar klanten kunnen nu toch contant betalen, als zij dat per se willen. King: ‘We houden nog wel een vinger aan de pols, want we krijgen nog steeds meldingen van consumenten die er niet met cash terechtkonden. Het beleid van het hoofdkantoor heeft kennelijk nog niet alle medewerkers in het land bereikt.’
De Consumentenbond heeft de beroepsvereniging van apothekers, KNMP, gevraagd om zijn leden aan te spreken op het pin-only beleid dat steeds meer apothekers invoeren. De KNMP wil zich echter niet bemoeien met individuele bedrijfsvoeringen. ‘Buitengewoon teleurstellend’, meent King. ‘KNMP doet alsof apothekers gewone winkeliers zijn, maar dat zijn ze niet. Ze zijn (ook) zorgverleners en hun verantwoordelijkheid gaat dan ook verder.’
Woningwaarde stuwt vermogen omhoog
In 2017 bedroeg het doorsnee vermogen van Nederlandse huishoudens, oftewel het saldo van bezittingen en schulden, 28,3 duizend euro. Dat is ruim 6 duizend euro meer dan in 2016. Deze vermogensstijging kwam vooral doordat woningen in waarde zijn gestegen. Wanneer de eigen woning buiten beschouwing blijft, is het vermogen met 14,1 duizend euro iets hoger dan in 2016. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Het doorsnee (mediane) vermogen is gelijk aan het middelste vermogen wanneer de vermogens van alle particuliere huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere helft minder vermogen bezit.
Bij het vaststellen van de fiscale hypotheekschuld zijn eventueel opgebouwde tegoeden bij spaar- en beleggingshypotheken niet meegenomen omdat het CBS tot op heden geen toegang heeft gekregen tot de onderliggende gegevens. Ook worden pensioenaanspraken en andere aanspraken van sociale zekerheid niet tot het vermogen gerekend, omdat deze collectief worden geregeld en niet op persoonsniveau toerekenbaar zijn, of overdraagbaar van persoon op persoon.
De tien procent huishoudens met de laagste vermogens hebben samen meer schulden dan bezittingen. Per saldo hebben ze een negatief vermogen van 51 miljard euro. Dat komt vooral doordat in deze groep veel woningbezitters zitten van wie de totale hypotheekschuld (146 miljard euro) groter is dan de totale eigenwoningwaarde van 106 miljard euro. Het meeste vermogen is geconcentreerd bij de hoogste tien procent vermogens. De bezittingen van deze huishoudens (951 miljard heuro) bestaan voor ruim een derde uit eigen woning, een vijfde uit aanmerkelijk belang en 15 procent bank- en spaartegoeden. Hun schuld bedroeg 142 miljard euro.
Tot de laagste tien procent vermogens behoren vooral jonge huishoudens. Zij hebben nauwelijks vermogen, omdat de meeste mensen dit pas in de loop der jaren opbouwen. De hoogste vermogens zijn te vinden in de groep 65-plussers. Zij bezitten vaak een eigen huis en hebben nauwelijks of geen hypotheekschuld meer. Begin 2017 bedroeg het doorsnee vermogen van 65-plushuishoudens 113 duizend euro. De helft van deze huishoudens had een vermogen van meer dan een ton, bij 11 procent was dat meer dan een half miljoen. Slechts 4 procent had een negatief vermogen. Onder jongere huishoudens kwam een negatief vermogen vaker voor: onder huishoudens met een hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar was dat ruim 40 procent, van de 25 tot 45-jarige huishoudens was dat een derde.
Het doorsnee (mediane) vermogen is gelijk aan het middelste vermogen wanneer de vermogens van alle particuliere huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere helft minder vermogen bezit.
Bij het vaststellen van de fiscale hypotheekschuld zijn eventueel opgebouwde tegoeden bij spaar- en beleggingshypotheken niet meegenomen omdat het CBS tot op heden geen toegang heeft gekregen tot de onderliggende gegevens. Ook worden pensioenaanspraken en andere aanspraken van sociale zekerheid niet tot het vermogen gerekend, omdat deze collectief worden geregeld en niet op persoonsniveau toerekenbaar zijn, of overdraagbaar van persoon op persoon.
De tien procent huishoudens met de laagste vermogens hebben samen meer schulden dan bezittingen. Per saldo hebben ze een negatief vermogen van 51 miljard euro. Dat komt vooral doordat in deze groep veel woningbezitters zitten van wie de totale hypotheekschuld (146 miljard euro) groter is dan de totale eigenwoningwaarde van 106 miljard euro. Het meeste vermogen is geconcentreerd bij de hoogste tien procent vermogens. De bezittingen van deze huishoudens (951 miljard heuro) bestaan voor ruim een derde uit eigen woning, een vijfde uit aanmerkelijk belang en 15 procent bank- en spaartegoeden. Hun schuld bedroeg 142 miljard euro.
Tot de laagste tien procent vermogens behoren vooral jonge huishoudens. Zij hebben nauwelijks vermogen, omdat de meeste mensen dit pas in de loop der jaren opbouwen. De hoogste vermogens zijn te vinden in de groep 65-plussers. Zij bezitten vaak een eigen huis en hebben nauwelijks of geen hypotheekschuld meer. Begin 2017 bedroeg het doorsnee vermogen van 65-plushuishoudens 113 duizend euro. De helft van deze huishoudens had een vermogen van meer dan een ton, bij 11 procent was dat meer dan een half miljoen. Slechts 4 procent had een negatief vermogen. Onder jongere huishoudens kwam een negatief vermogen vaker voor: onder huishoudens met een hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar was dat ruim 40 procent, van de 25 tot 45-jarige huishoudens was dat een derde.
maandag 18 februari 2019
Nederlandse aandelenfondsen boeken grootste verlies ooit
De koersval op aandelenbeurzen eind vorig jaar heeft het grootste verlies ooit bij Nederlandse beleggingsinstellingen veroorzaakt. Aandelenfondsen zagen in het vierde kwartaal van 2018 de waarde van hun aangehouden aandelen met 44 miljard dalen. Samen met enkele andere ontwikkelingen resulteerde dit in een daling van het beheerd vermogen van Nederlandse beleggingsfondsen met EUR 56 miljard. Dit vermogen viel daarmee per eind 2018 terug naar het niveau van begin 2017.
In het vierde kwartaal 2018 is het belegd vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen gedaald van 906 miljard naar 850 miljard euro. Daarmee is het vermogen van de fondsen bijna terug op het niveau van begin 2017, toen het vermogen 857 miljard bedroeg. De daling is grotendeels te verklaren door een koersdaling van de aandelen en participaties in de portefeuille van aandelenfondsen van 44 miljard. Deze groep fondsen zag haar belegd vermogen in totaal dalen van 358 miljard naar 314 miljard, ofwel 12 procent ten opzichte van het vorige kwartaal. Aangezien pensioenfondsen de grootste beleggers zijn in aandelenfondsen, worden ze het meeste geraakt bij de koersdaling. Gemengde fondsen zijn net als aandelenfondsen in waarde afgenomen, van 18 miljard naar 16,5 miljard, ook grotendeels door het negatieve effect in aandelenmarkten. De gemeten daling is ongeveer in lijn met de verliezen op internationale aandelenbeurzen in dezelfde periode: in Nederland verloor de AEX 12,2 procent, in Amerika noteerde de S&P een verlies van 12,6 procent, en de wereldindex MSCI World noteerde 12,4 procent negatief. In de eerste maand van 2019 hebben deze aandelenindices overigens wel enig herstel laten zien.
In het vierde kwartaal 2018 is het belegd vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen gedaald van 906 miljard naar 850 miljard euro. Daarmee is het vermogen van de fondsen bijna terug op het niveau van begin 2017, toen het vermogen 857 miljard bedroeg. De daling is grotendeels te verklaren door een koersdaling van de aandelen en participaties in de portefeuille van aandelenfondsen van 44 miljard. Deze groep fondsen zag haar belegd vermogen in totaal dalen van 358 miljard naar 314 miljard, ofwel 12 procent ten opzichte van het vorige kwartaal. Aangezien pensioenfondsen de grootste beleggers zijn in aandelenfondsen, worden ze het meeste geraakt bij de koersdaling. Gemengde fondsen zijn net als aandelenfondsen in waarde afgenomen, van 18 miljard naar 16,5 miljard, ook grotendeels door het negatieve effect in aandelenmarkten. De gemeten daling is ongeveer in lijn met de verliezen op internationale aandelenbeurzen in dezelfde periode: in Nederland verloor de AEX 12,2 procent, in Amerika noteerde de S&P een verlies van 12,6 procent, en de wereldindex MSCI World noteerde 12,4 procent negatief. In de eerste maand van 2019 hebben deze aandelenindices overigens wel enig herstel laten zien.
NN en Aegon: kostenbesparingen en meer geld naar de aandeelhouders
NN Group en Aegon besparen op de kosten en dat was in 2018 goed voor de prestaties in Europa. Buiten Europa waren de resultaten minder. Op de beurs leken beleggers vooral oog te hebben voor de plannen voor aandeleninkoop en dividenduitkeringen.
NN Group had operationeel een redelijk jaar. Het bedrijf is nog bezig met het verwerken van de overname van Delta Lloyd en voert flinke kostenbesparingen door. Het operationeel resultaat steeg hierdoor 3 procent naar ruim 1,6 miljard euro.
Vooral in Nederland en andere Europese landen leken de kostenbesparingen hun vruchten af te werpen, hier ging de operationele winst omhoog. De Japanse tak, de vermogensbeheerder en de herverzekeringsactiviteiten deden het minder dan vorig jaar. Vooral Japan met een daling van het operationeel resultaat met 17 procent trok het groepsresultaat naar beneden.
NN Group had operationeel een redelijk jaar. Het bedrijf is nog bezig met het verwerken van de overname van Delta Lloyd en voert flinke kostenbesparingen door. Het operationeel resultaat steeg hierdoor 3 procent naar ruim 1,6 miljard euro.
Vooral in Nederland en andere Europese landen leken de kostenbesparingen hun vruchten af te werpen, hier ging de operationele winst omhoog. De Japanse tak, de vermogensbeheerder en de herverzekeringsactiviteiten deden het minder dan vorig jaar. Vooral Japan met een daling van het operationeel resultaat met 17 procent trok het groepsresultaat naar beneden.
Snelle lening van negen ton
Spaargeld levert niets op terwijl de aandelenbeurzen nogal beweeglijk zijn. Voor een belegger of speculant met een gelukkige hand valt er nog steeds goed te verdienen. Zeker als je een gouden tip krijgt.
Zo kan het gebeuren dat een 55-jarige man uit Medemblik snel 880.000 euro nodig heeft om de slag van zijn leven te kunnen slaan. Kom daar maar eens om bij de bank. Maar een aanbieding van een financier die niet moeilijk doet, biedt uitkomst. Wel moet de Noord-Hollandse beurstijger eerst even 13.000 euro overmaken voor een overlijdensrisicoverzekering en nog wat administratiekosten.
Dat bedrag mag hij niet overmaken van zijn bank naar de bank van de leningaanbieder, maar moet hij contant wegbrengen naar een filiaal van Moneygram, een geldtransactiekantoor met vestigingen over de hele wereld. Hij stort het op een naamloos nummer. Elders op de planeet neemt iemand met datzelfde nummer de dertien mille in ontvangst. Het geld is zodoende niet traceerbaar.
Vorig jaar meldden 85 Nederlanders bij de Fraudehelpdesk dat zij op vergelijkbare wijze waren opgelicht, zij het gelukkig voor minder geld. Zij verloren 175.000 euro, gemiddeld twee mille per persoon. In alle gevallen ging het om ‘kosten’ die eerst moesten worden betaald voordat de ‘lening’ kon worden overgemaakt.
Zo kan het gebeuren dat een 55-jarige man uit Medemblik snel 880.000 euro nodig heeft om de slag van zijn leven te kunnen slaan. Kom daar maar eens om bij de bank. Maar een aanbieding van een financier die niet moeilijk doet, biedt uitkomst. Wel moet de Noord-Hollandse beurstijger eerst even 13.000 euro overmaken voor een overlijdensrisicoverzekering en nog wat administratiekosten.
Dat bedrag mag hij niet overmaken van zijn bank naar de bank van de leningaanbieder, maar moet hij contant wegbrengen naar een filiaal van Moneygram, een geldtransactiekantoor met vestigingen over de hele wereld. Hij stort het op een naamloos nummer. Elders op de planeet neemt iemand met datzelfde nummer de dertien mille in ontvangst. Het geld is zodoende niet traceerbaar.
Vorig jaar meldden 85 Nederlanders bij de Fraudehelpdesk dat zij op vergelijkbare wijze waren opgelicht, zij het gelukkig voor minder geld. Zij verloren 175.000 euro, gemiddeld twee mille per persoon. In alle gevallen ging het om ‘kosten’ die eerst moesten worden betaald voordat de ‘lening’ kon worden overgemaakt.
'Aflossingsblij zet veel mensen aan het denken over financiële toekomst'
De campagne ‘Word ook aflossingsblij’ heeft veel mensen met een aflossingsvrije hypotheek aangezet om na te denken over hun financiële toekomst. Dat blijkt uit een evaluatie van de campagne die vandaag tijdens het hypotheken-event in Utrecht werd gepresenteerd.
De campagne heeft in totaal 9 miljoen mensen bereikt. Ook hebben 235.000 mensen zich verder verdiept in het onderwerp op de site aflossingsblij.nl. Zij zijn voor inzicht in de persoonlijke situatie doorverwezen naar de eigen hypotheekverstrekker. Banken merken in de gesprekken die zij met klanten voeren dat steeds meer mensen hebben nagedacht over de toekomstige betaalbaarheid van de hypotheek.
Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken is blij met de resultaten maar wijst erop dat het werk nog lang niet af is: ‘Het gros van de aflossingsvrije hypotheken loopt af tussen 2035 en 2038. Het is de ambitie van banken dat iedere klant dan zorgeloos kan blijven wonen. Dit is dus echt een kwestie van de lange adem.’
Naast de campagne hebben banken in het afgelopen jaar samen met de toezichthouders een gemeenschappelijk kader opgesteld waarmee de potentiele risico’s van klanten in kaart zijn gebracht. Op basis hiervan blijven banken de komende jaren monitoren of klanten aan het eind van de looptijd problemen krijgen met de betaalbaarheid van de hypotheek. Zo nodig worden klanten door de bank benaderd om samen de financiële toekomst in kaart te brengen.
De Nederlandse Vereniging van Banken startte op 1 oktober met de publiekscampagne ‘Word ook aflossingsblij’ omdat banken het belangrijk vinden dat mensen met een aflossingsvrije hypotheek goed nadenken over hun financiële situatie aan het einde van de looptijd. Voor veel mensen geldt dat zij nu al sparen om de hypotheek terug te betalen of dat ze weten dat ze aan het einde van de looptijd voldoende inkomen hebben voor het afsluiten van een nieuwe hypotheek. Maar er zijn ook mensen die niet sparen of waarbij het inkomen, bijvoorbeeld door pensionering, onvoldoende is voor een nieuwe hypotheek. Voor deze groep geldt: Als je nu al weet dat je straks in je woning wil blijven wonen is het goed om nu maatregelen te nemen door te gaan aflossen of te gaan sparen.
De campagne heeft in totaal 9 miljoen mensen bereikt. Ook hebben 235.000 mensen zich verder verdiept in het onderwerp op de site aflossingsblij.nl. Zij zijn voor inzicht in de persoonlijke situatie doorverwezen naar de eigen hypotheekverstrekker. Banken merken in de gesprekken die zij met klanten voeren dat steeds meer mensen hebben nagedacht over de toekomstige betaalbaarheid van de hypotheek.
Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken is blij met de resultaten maar wijst erop dat het werk nog lang niet af is: ‘Het gros van de aflossingsvrije hypotheken loopt af tussen 2035 en 2038. Het is de ambitie van banken dat iedere klant dan zorgeloos kan blijven wonen. Dit is dus echt een kwestie van de lange adem.’
Naast de campagne hebben banken in het afgelopen jaar samen met de toezichthouders een gemeenschappelijk kader opgesteld waarmee de potentiele risico’s van klanten in kaart zijn gebracht. Op basis hiervan blijven banken de komende jaren monitoren of klanten aan het eind van de looptijd problemen krijgen met de betaalbaarheid van de hypotheek. Zo nodig worden klanten door de bank benaderd om samen de financiële toekomst in kaart te brengen.
De Nederlandse Vereniging van Banken startte op 1 oktober met de publiekscampagne ‘Word ook aflossingsblij’ omdat banken het belangrijk vinden dat mensen met een aflossingsvrije hypotheek goed nadenken over hun financiële situatie aan het einde van de looptijd. Voor veel mensen geldt dat zij nu al sparen om de hypotheek terug te betalen of dat ze weten dat ze aan het einde van de looptijd voldoende inkomen hebben voor het afsluiten van een nieuwe hypotheek. Maar er zijn ook mensen die niet sparen of waarbij het inkomen, bijvoorbeeld door pensionering, onvoldoende is voor een nieuwe hypotheek. Voor deze groep geldt: Als je nu al weet dat je straks in je woning wil blijven wonen is het goed om nu maatregelen te nemen door te gaan aflossen of te gaan sparen.
zaterdag 16 februari 2019
Geld binnen Nederland straks in 5 seconden overgeboekt
Nederlandse banken starten deze maand met een nieuw betalingssysteem, waardoor in vijf seconden geld van rekening A op rekening B staat, 365 dagen per jaar, dag en nacht, zo meldt de NOS.
ABN Amro, ING, Rabobank, SNS, ASN Bank, RegioBank en Knab gaan betaalrekeningen geleidelijk aansluiten op de nieuwe manier van betalen.
De banken beginnen met een try out tussen eigen medewerkers met gewone betaalrekeningen. Daarna worden ook de eerste gewone klanten aangesloten. Pas halverwege dit jaar gaat er voor de meeste klanten wat veranderen.
ABN Amro, ING, Rabobank, SNS, ASN Bank, RegioBank en Knab gaan betaalrekeningen geleidelijk aansluiten op de nieuwe manier van betalen.
De banken beginnen met een try out tussen eigen medewerkers met gewone betaalrekeningen. Daarna worden ook de eerste gewone klanten aangesloten. Pas halverwege dit jaar gaat er voor de meeste klanten wat veranderen.
vrijdag 15 februari 2019
Incassoregister tegen misstanden bij incasso
Het kabinet pakt de misstanden in de incassomarkt aan en geeft hiermee uitvoering aan een afspraak uit het regeerakkoord. Er komt een incassoregister waar incassobureaus verplicht ingeschreven moeten zijn. Voor het uitoefenen van incassowerkzaamheden komen er eisen en de naleving hiervan wordt gecontroleerd door een systeem van toezicht en handhaving. Dit om te voorkomen dat kwetsbare schuldenaren geconfronteerd worden met onjuiste incassopraktijken en om de kwaliteit en de dienstverlening van de gereguleerde incassosector te verhogen.
De aanpak van misstanden in de incassomarkt is onderdeel van de Brede Schuldenaanpak van het kabinet. Minister Dekker voor Rechtsbescherming kondigt mede namens minister Hoekstra van Financiën, staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan over aanpak van misstanden in de private buitengerechtelijke incassomarkt. Ook staat daarin welke maatregelen al onmiddellijk worden genomen.
Minister Dekker: “De misstanden in de incassomarkt moeten worden aangepakt. Als je schulden maakt moet je die natuurlijk betalen. Maar het innen van schulden moet wel op een verantwoorde manier gebeuren. Ook moeten incassobureaus zorgvuldige en begrijpelijke taal gebruiken zodat mensen weten wat hun rechten en plichten zijn.” Alleen als aan eisen van kwaliteit en professionaliteit wordt voldaan kunnen partijen zich inschrijven in het incassoregister en deze inschrijving wordt een verplichting om actief te zijn in de incassomarkt. Dit geldt zowel voor incassobureaus die uit naam van een schuldeiser vorderingen innen als voor partijen die bedrijfsmatig vorderingen kopen om deze vervolgens zelf te innen. Voor de inrichting van een incassoregister en de bijbehorende handhaving en toezicht wordt een wetsvoorstel voorbereid en zoveel mogelijk gelijktijdig wordt de feitelijke implementatie voorbereid zodat inwerkingtreding medio 2021 mogelijk is.
Het minimumbedrag van € 40 voor de vergoeding van incassokosten blijft gehandhaafd waarbij echter een stapeling van de incassokosten bij meerdere opeisbare vorderingen wordt aangepakt. Dit kan bijvoorbeeld door een verplichting tot het samenvoegen van alle openstaande termijnen voor de berekening van incassokosten of door het maximeren van een bedrag per consument per periode. Hiervoor is een aanpassing van het BW noodzakelijk die gelijktijdig zal worden ingezet met de overige maatregelen die misstanden in de incassomarkt moeten tegengaan.
De komende maanden wordt in overleg met de toezichthouders een helder en toegankelijk meldpunt voor misstanden in de incassomarkt ingericht. Bij dit loket kunnen schuldenaren, en personen en organisaties die schuldenaren ondersteunen bij de aanpak van hun schulden, terecht met klachten voor de bestaande toezichthouders. Ook komen er afspraken met schuldeisers over het inzetten van bonafide incassobureaus.
Op verzoek van de Kamer wordt onderzocht welke problemen schuldenaren ervaren bij het innen van opgekochte vorderingen (dus niet door de oorspronkelijke schuldeiser), naar de economische waarde van dergelijke opgekochte vorderingen en naar mogelijke ongewenste gedragseffecten van het beperken van de mogelijkheid vorderingen te verhandelen. Dit onderzoek wordt zo mogelijk nog voor de zomer afgerond en hierover wordt de Kamer dan geïnformeerd.
De aanpak van misstanden in de incassomarkt is onderdeel van de Brede Schuldenaanpak van het kabinet. Minister Dekker voor Rechtsbescherming kondigt mede namens minister Hoekstra van Financiën, staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan over aanpak van misstanden in de private buitengerechtelijke incassomarkt. Ook staat daarin welke maatregelen al onmiddellijk worden genomen.
Minister Dekker: “De misstanden in de incassomarkt moeten worden aangepakt. Als je schulden maakt moet je die natuurlijk betalen. Maar het innen van schulden moet wel op een verantwoorde manier gebeuren. Ook moeten incassobureaus zorgvuldige en begrijpelijke taal gebruiken zodat mensen weten wat hun rechten en plichten zijn.” Alleen als aan eisen van kwaliteit en professionaliteit wordt voldaan kunnen partijen zich inschrijven in het incassoregister en deze inschrijving wordt een verplichting om actief te zijn in de incassomarkt. Dit geldt zowel voor incassobureaus die uit naam van een schuldeiser vorderingen innen als voor partijen die bedrijfsmatig vorderingen kopen om deze vervolgens zelf te innen. Voor de inrichting van een incassoregister en de bijbehorende handhaving en toezicht wordt een wetsvoorstel voorbereid en zoveel mogelijk gelijktijdig wordt de feitelijke implementatie voorbereid zodat inwerkingtreding medio 2021 mogelijk is.
Het minimumbedrag van € 40 voor de vergoeding van incassokosten blijft gehandhaafd waarbij echter een stapeling van de incassokosten bij meerdere opeisbare vorderingen wordt aangepakt. Dit kan bijvoorbeeld door een verplichting tot het samenvoegen van alle openstaande termijnen voor de berekening van incassokosten of door het maximeren van een bedrag per consument per periode. Hiervoor is een aanpassing van het BW noodzakelijk die gelijktijdig zal worden ingezet met de overige maatregelen die misstanden in de incassomarkt moeten tegengaan.
De komende maanden wordt in overleg met de toezichthouders een helder en toegankelijk meldpunt voor misstanden in de incassomarkt ingericht. Bij dit loket kunnen schuldenaren, en personen en organisaties die schuldenaren ondersteunen bij de aanpak van hun schulden, terecht met klachten voor de bestaande toezichthouders. Ook komen er afspraken met schuldeisers over het inzetten van bonafide incassobureaus.
Op verzoek van de Kamer wordt onderzocht welke problemen schuldenaren ervaren bij het innen van opgekochte vorderingen (dus niet door de oorspronkelijke schuldeiser), naar de economische waarde van dergelijke opgekochte vorderingen en naar mogelijke ongewenste gedragseffecten van het beperken van de mogelijkheid vorderingen te verhandelen. Dit onderzoek wordt zo mogelijk nog voor de zomer afgerond en hierover wordt de Kamer dan geïnformeerd.
Grote stijging hypotheekaanvragen met NHG
Het aantal hypotheekaanvragen met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is in de eerste maand van 2019 met 17 procent gestegen ten opzichte van januari 2018. De garantie waarmee men de financiële risico’s van een woningaankoop beperkt, werd in januari 2019 voor maar liefst 42% van de 33.204 hypotheken aangevraagd. Dit blijkt uit onderzoek van online bank Knab, op basis van data van Hypotheken Data Netwerk (HDN).
De grootste toename is te zien bij doorstromers (consumenten die een volgende woning kopen). In januari steeg het aantal NHG-aanvragen in die groep ten opzichte van 2018 met 26,5%. In totaal kiest 31,5% van de doorstromers nu voor een hypotheek met NHG. De verhoging van de NHG-grens van € 265.000 naar € 290.000 is volgens Knab de belangrijkste reden voor die flinke toename.
De gemiddelde hypotheekaanvraag van alle doorstromers bedroeg in januari € 298.356. Het verschil tussen dit bedrag en de NHG-grens van dit jaar is beduidend kleiner dan het verschil in 2018. Toen vroeg de doorstromer een gemiddelde hypotheek aan van 303.941 euro, terwijl de NHG-grens fors lager lag, namelijk op 265.000. Deze cijfers steunen de gedachte dat de verhoging van de NHG-grens de hoofdreden is voor de toename van de populariteit van de regeling.
De grootste toename is te zien bij doorstromers (consumenten die een volgende woning kopen). In januari steeg het aantal NHG-aanvragen in die groep ten opzichte van 2018 met 26,5%. In totaal kiest 31,5% van de doorstromers nu voor een hypotheek met NHG. De verhoging van de NHG-grens van € 265.000 naar € 290.000 is volgens Knab de belangrijkste reden voor die flinke toename.
De gemiddelde hypotheekaanvraag van alle doorstromers bedroeg in januari € 298.356. Het verschil tussen dit bedrag en de NHG-grens van dit jaar is beduidend kleiner dan het verschil in 2018. Toen vroeg de doorstromer een gemiddelde hypotheek aan van 303.941 euro, terwijl de NHG-grens fors lager lag, namelijk op 265.000. Deze cijfers steunen de gedachte dat de verhoging van de NHG-grens de hoofdreden is voor de toename van de populariteit van de regeling.
donderdag 14 februari 2019
Rabo: Sterke nettowinst en meer tevreden klanten
Rabobank boekte in 2018 een nettowinst van 3 miljard euro. Dit is een stijging van 12 procent ten opzichte van 2017. Door deze goede financiële resultaten heeft de bank naar eigen zeggen haar buffers versterkt.
De kosten kredietverliezen bleven dankzij de aanhoudend gunstige economie op een historisch laag niveau, maar waren hoger dan in 2017.
Ondanks de aanhoudende lage rente-omgeving bleven de totale inkomsten gelijk. In lijn met de strategische groeidoelstelling steeg de kredietverlening aan internationale klanten in de Food & Agrisector, terwijl de toevertrouwde middelen stabiel bleven. Rabobank draagt actief bij aan de verduurzaming van haar klanten, die voor het derde achtereenvolgende jaar meer tevreden waren over de dienstverlening.
In de komende jaren blijft verdere kostenreductie noodzakelijk, terwijl tegelijkertijd extra investeringen in digitalisering, compliance en risicobeheer nodig zijn.
De kredietverlening private sector steeg in 2018 met 7,9 miljard euro tot 416,0 miljard euro. In lijn de groeidoelstellingen kregen vooral bij Wholesale, Rural & Retail (WRR) en bij DLL meer klanten een financiering van Rabobank.
De kosten kredietverliezen bleven dankzij de aanhoudend gunstige economie op een historisch laag niveau, maar waren hoger dan in 2017.
Ondanks de aanhoudende lage rente-omgeving bleven de totale inkomsten gelijk. In lijn met de strategische groeidoelstelling steeg de kredietverlening aan internationale klanten in de Food & Agrisector, terwijl de toevertrouwde middelen stabiel bleven. Rabobank draagt actief bij aan de verduurzaming van haar klanten, die voor het derde achtereenvolgende jaar meer tevreden waren over de dienstverlening.
In de komende jaren blijft verdere kostenreductie noodzakelijk, terwijl tegelijkertijd extra investeringen in digitalisering, compliance en risicobeheer nodig zijn.
De kredietverlening private sector steeg in 2018 met 7,9 miljard euro tot 416,0 miljard euro. In lijn de groeidoelstellingen kregen vooral bij Wholesale, Rural & Retail (WRR) en bij DLL meer klanten een financiering van Rabobank.
Kabinet komt met spoedmaatregelen om mensen met schulden te helpen
Er komt nog dit jaar een einde aan het toepassen van overheidsvorderingen door de Belastingdienst bij mensen met problematische schulden. Momenteel vormt deze wijze van invordering, waarbij de Belastingdienst automatisch bedragen tot 500 euro mag afschrijven van de rekening van een belastingschuldige, een groot probleem voor mensen met schulden. Zij kunnen hierdoor te weinig geld overhouden om van te leven. Daarom wil het kabinet nog dit jaar maatregelen doorvoeren om deze ongewenste situatie te voorkomen.
Een ander probleem voor mensen met schulden is het beslag op toeslagen. Daarom gaat de Belastingdienst kijken naar het buiten werking stellen van deze vorm van beslag. Ze streeft ernaar die pro-actieve bescherming via een tussenmaatregel nog dit jaar te realiseren.
Dit zijn maatregelen die Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met staatssecretaris Snel van Financiën en minister Dekker voor Rechtsbescherming met voorrang neemt om mensen met schulden te helpen. Maatregelen die hen moeten beschermen tegen een te laag inkomen door beslagleggingen waardoor er te weinig overblijft om van te leven. Deze tussenmaatregelen overbruggen de periode tot inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Naast de eerder genoemde maatregelen kijkt de Belastingdienst ook naar het met terugwerkende kracht versoepelen van haar incassobeleid. Een andere belangrijke tussenmaatregel is de ophoging van de beslagvrije voet bij jongeren. Voor hen geldt op dit moment een beslagvrije voet die is gebaseerd op de bijstandsnorm voor jongeren. In de wet vereenvoudiging beslagvrije voet is geconstateerd dat de op die manier vastgestelde beslagvrije voet in een aantal situaties onvoldoende is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Daarom wordt voor jongeren deze wijziging versneld ingevoerd.
Aan gemeenten wordt, vooruitlopend op de nieuwe wet, gevraagd om voortaan bij de verrekening van schulden met een bijstandsuitkering een beslagvrije voet te hanteren ter hoogte van 95% van de bijstandsnorm. Nu hanteren gemeenten soms nog een lager percentage.
Een ander probleem voor mensen met schulden is het beslag op toeslagen. Daarom gaat de Belastingdienst kijken naar het buiten werking stellen van deze vorm van beslag. Ze streeft ernaar die pro-actieve bescherming via een tussenmaatregel nog dit jaar te realiseren.
Dit zijn maatregelen die Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met staatssecretaris Snel van Financiën en minister Dekker voor Rechtsbescherming met voorrang neemt om mensen met schulden te helpen. Maatregelen die hen moeten beschermen tegen een te laag inkomen door beslagleggingen waardoor er te weinig overblijft om van te leven. Deze tussenmaatregelen overbruggen de periode tot inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Naast de eerder genoemde maatregelen kijkt de Belastingdienst ook naar het met terugwerkende kracht versoepelen van haar incassobeleid. Een andere belangrijke tussenmaatregel is de ophoging van de beslagvrije voet bij jongeren. Voor hen geldt op dit moment een beslagvrije voet die is gebaseerd op de bijstandsnorm voor jongeren. In de wet vereenvoudiging beslagvrije voet is geconstateerd dat de op die manier vastgestelde beslagvrije voet in een aantal situaties onvoldoende is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Daarom wordt voor jongeren deze wijziging versneld ingevoerd.
Aan gemeenten wordt, vooruitlopend op de nieuwe wet, gevraagd om voortaan bij de verrekening van schulden met een bijstandsuitkering een beslagvrije voet te hanteren ter hoogte van 95% van de bijstandsnorm. Nu hanteren gemeenten soms nog een lager percentage.
Vierde kwartaal beste ooit voor DEGIRO
Online broker DEGIRO heeft 2018 afgesloten met een omzet van 54 miljoen euro, 33 procent meer dan het voorgaande jaar. Ultimo 2018 telde DEGIRO 358.062 actieve rekeningen, een stijging van 45 procent ten opzichte van ultimo 2017. Het aantal retail transacties is met 39 procent gegroeid tot 17 miljoen.
DEGIRO heeft in het vierde kwartaal van 2018 een recordaantal transacties verwerkt voor particuliere beleggers. Ondanks dit record signaleert DEGIRO dat beleggers afwachtend waren in het vierde kwartaal. De onzekerheid rondom de Brexit en conjuncturele indicatoren maken beleggers enigszins terughoudend. DEGIRO verwacht dat deze situatie nog wel even aanhoudt, in ieder geval tot er meer duidelijkheid is over de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het VK.
In het vierde kwartaal werden 25.076 nieuwe rekeningen geopend en 4.604.587 retail transacties verwerkt. Naast een sterke toename van Nederlandse beleggers, groeit DEGIRO ook buiten de eigen landsgrenzen stevig door.
DEGIRO heeft in het vierde kwartaal van 2018 een recordaantal transacties verwerkt voor particuliere beleggers. Ondanks dit record signaleert DEGIRO dat beleggers afwachtend waren in het vierde kwartaal. De onzekerheid rondom de Brexit en conjuncturele indicatoren maken beleggers enigszins terughoudend. DEGIRO verwacht dat deze situatie nog wel even aanhoudt, in ieder geval tot er meer duidelijkheid is over de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het VK.
In het vierde kwartaal werden 25.076 nieuwe rekeningen geopend en 4.604.587 retail transacties verwerkt. Naast een sterke toename van Nederlandse beleggers, groeit DEGIRO ook buiten de eigen landsgrenzen stevig door.
woensdag 13 februari 2019
Lagere winst voor ABN
ABN AMRO heeft vorig jaar minder winst gerealiseerd dan een jaar eerder. De jaarwinst bleef steken op ruim 2,3 miljard euro, tegen bijna 2,8 miljard euro in 2017. In het vierde kwartaal ging de winst zelfs meer dan 40 procent omlaag door extra kosten in verband met bezuinigingsinspanningen en hogere kredietvoorzieningen in bepaalde sectoren (pdf).
De nettowinst over heel 2018 van 2,3 miljard was goed, zegt CEO Kees van Dijkhuizen: 'We liggen op koers om onze financiële doelen voor 2020 te halen en herbevestigen de op onze Investor Day gegeven doelstellingen en verwachtingen, ondanks enigszins zwakkere economische vooruitzichten. Onze kapitaalpositie is verder versterkt. Daarom stellen we voor een extra dividend uit te keren in aanvulling op de beoogde 50% van de bestendige winst.'
ABN AMRO gaat de bedrijfsstructuur versimpelen via een juridische fusie van ABN AMRO Bank en ABN AMRO Group, waardoor ABN AMRO Group op zal houden te bestaan.
De nettowinst over heel 2018 van 2,3 miljard was goed, zegt CEO Kees van Dijkhuizen: 'We liggen op koers om onze financiële doelen voor 2020 te halen en herbevestigen de op onze Investor Day gegeven doelstellingen en verwachtingen, ondanks enigszins zwakkere economische vooruitzichten. Onze kapitaalpositie is verder versterkt. Daarom stellen we voor een extra dividend uit te keren in aanvulling op de beoogde 50% van de bestendige winst.'
ABN AMRO gaat de bedrijfsstructuur versimpelen via een juridische fusie van ABN AMRO Bank en ABN AMRO Group, waardoor ABN AMRO Group op zal houden te bestaan.
Nieuwe online broker maakt handelen in aandelen gratis
Nederlandse beleggers kunnen voortaan gratis handelen in Nederlandse, Europese en Amerikaanse aandelen. Hiervoor hebben zich al 25.000 beleggers aangemeld bij de nieuwe fintech startup Tradealot, de Nederlandse onderneming die dit mogelijk maakt.
Tradealot ging twee jaar geleden met steun van ongeveer honderd privé-investeerders van start met als doel de goedkoopste online broker van Nederland te worden. Toen het bedrijf zich in oktober 2018 presenteerde aan de markt, beloofde het 50 tot 70 procent lagere kosten te rekenen dan andere online brokers. Dankzij een strategische samenwerking met de JFD Group kunnen de kosten voor de handel in de belangrijkste aandelen nu tot nul worden teruggebracht. ,,Dat beleggers geheel gratis zelfstandig kunnen beleggen is nog nooit eerder gebeurd in Nederland,” zegt oprichter Paul Lamain.
Via het platform kunnen zelfstandige beleggers gratis handelen in aandelen AEX, Midcap en op aandelenbeurzen over de hele wereld. Van New York tot Londen of Tokyo. Tradealot heeft als agent van de JFD Group het alleenrecht gekregen om zijn platform in de hele Benelux uit te rollen. Eind februari of begin maart wil Tradealot een tweede platform lanceren, waarop ook in opties en ETF’s gehandeld kan worden. Daarna worden gefaseerd producten en diensten toegevoegd.
Vanwege de lage rentestanden op spaargelden gaan steeds meer particulieren zelfstandig beleggen. Vroeger kon dat alleen via banken of tussenpersonen, die daarvoor hoge tarieven rekenden. Met de komst van online brokers als Binck, Alex, LYNX en DeGiro kregen ze de kans zelfstandig te handelen en daalden de kosten fors. Tradealot is erin geslaagd die kosten verder te verlagen tot nul. ,,Dat kan omdat die andere platforms nog steeds hun geld verdienen aan de transacties en wij niet. Wij kunnen dit gratis aanbieden omdat we een ongelooflijk lage overhead hebben en onze inkomsten halen uit andere producten en diensten die wij aanbieden, zoals bijvoorbeeld vermogensbeheer en mirror trading,” legt Lamain uit.
Volgens hem zijn de kosten bij beleggen, hoe laag ook, nog steeds relevant. ,,Rendement maken begint bij zo laag mogelijke kosten. Dat willen we onze klanten aanbieden. Vooral voor kleine beleggers zijn de kosten heel belangrijk. Door enorm hoge tarieven te rekenen voor zelfstandig beleggen is in vroeger tijden veel geld verdiend over de rug van beleggers. Daar viel dus veel op te besparen,” aldus Lamain.
Tradealot bedient haar klanten voorlopig op crossborder basis, maar opent binnenkort een eigen kantoor in Nederland als agent van de JFD Group. Dat bedrijf heeft ook een investeringsbankvergunning.
Tradealot ging twee jaar geleden met steun van ongeveer honderd privé-investeerders van start met als doel de goedkoopste online broker van Nederland te worden. Toen het bedrijf zich in oktober 2018 presenteerde aan de markt, beloofde het 50 tot 70 procent lagere kosten te rekenen dan andere online brokers. Dankzij een strategische samenwerking met de JFD Group kunnen de kosten voor de handel in de belangrijkste aandelen nu tot nul worden teruggebracht. ,,Dat beleggers geheel gratis zelfstandig kunnen beleggen is nog nooit eerder gebeurd in Nederland,” zegt oprichter Paul Lamain.
Via het platform kunnen zelfstandige beleggers gratis handelen in aandelen AEX, Midcap en op aandelenbeurzen over de hele wereld. Van New York tot Londen of Tokyo. Tradealot heeft als agent van de JFD Group het alleenrecht gekregen om zijn platform in de hele Benelux uit te rollen. Eind februari of begin maart wil Tradealot een tweede platform lanceren, waarop ook in opties en ETF’s gehandeld kan worden. Daarna worden gefaseerd producten en diensten toegevoegd.
Vanwege de lage rentestanden op spaargelden gaan steeds meer particulieren zelfstandig beleggen. Vroeger kon dat alleen via banken of tussenpersonen, die daarvoor hoge tarieven rekenden. Met de komst van online brokers als Binck, Alex, LYNX en DeGiro kregen ze de kans zelfstandig te handelen en daalden de kosten fors. Tradealot is erin geslaagd die kosten verder te verlagen tot nul. ,,Dat kan omdat die andere platforms nog steeds hun geld verdienen aan de transacties en wij niet. Wij kunnen dit gratis aanbieden omdat we een ongelooflijk lage overhead hebben en onze inkomsten halen uit andere producten en diensten die wij aanbieden, zoals bijvoorbeeld vermogensbeheer en mirror trading,” legt Lamain uit.
Volgens hem zijn de kosten bij beleggen, hoe laag ook, nog steeds relevant. ,,Rendement maken begint bij zo laag mogelijke kosten. Dat willen we onze klanten aanbieden. Vooral voor kleine beleggers zijn de kosten heel belangrijk. Door enorm hoge tarieven te rekenen voor zelfstandig beleggen is in vroeger tijden veel geld verdiend over de rug van beleggers. Daar viel dus veel op te besparen,” aldus Lamain.
Tradealot bedient haar klanten voorlopig op crossborder basis, maar opent binnenkort een eigen kantoor in Nederland als agent van de JFD Group. Dat bedrijf heeft ook een investeringsbankvergunning.
Rabobank verstrekt financiering 45 miljoen aan ziekenhuis St Jansdal
Rabobank verstrekt een financiering van 45 miljoen euro aan ziekenhuis St Jansdal om te investeren in de ziekenhuislocaties Harderwijk en Lelystad. Deze financiering is bestemd voor de uitbreiding en renovatie van de Radiologieafdeling en Intensive Care in Harderwijk en voor de doorstart en upgrade van de ziekenhuisvoorziening in Lelystad. Daarnaast worden de voltooide investeringen in het operatiekamercomplex en elektronisch patiëntendossier door Rabobank geherfinancierd.
De financiële situatie van St Jansdal stond in 2017 korte tijd onder druk door de gevolgen van implementatie van het elektronische patiëntendossier. Door adequate bijsturing en extra inzet van alle medewerkers is dit in 2018 hersteld tot een gezond niveau. Het verlies van St Jansdal in 2017 werd volledig omgebogen en het aantal patiënten dat op de poli’s werd gezien, steeg in 2018 met meer dan 4%. In het najaar van 2018 kwam hier de doorstart van ziekenhuis Lelystad bij. Nu is dan ook het juiste moment om eerdere investeringen en meerjarenplannen te financieren.
Jeroen Scholten, relatiemanager bij Rabobank: “St Jansdal heeft geweldige slagkracht laten zien, maakt heldere strategische keuzes en is financieel solide. Dit geeft ons vertrouwen in de continuïteit van het ziekenhuis. Met deze financiering dragen we bij aan de toegankelijkheid en betaalbaarheid van goede zorg in de beide regio’s. Daarbij is steun van zorgverzekeraars en medici belangrijk, net zoals innovatie, samenwerking met specialistische centra en preventie om efficiënt in te spelen op de toenemende zorgvraag. Als huisbank ondersteunen wij St Jansdal daarom graag in haar ambities.”
Financieel directeur van St Jansdal, Arend Jan Poelarends: “Deze ondertekening vormt een belangrijk moment voor St Jansdal. Wij willen goede zorg in de regio voor alle patiënten. Een stabiele financiële situatie is daarbij belangrijk. Fijn dat er dan een huisbankier is die vertrouwen in ons heeft, onze plannen steunt en financiert.”
De financiële situatie van St Jansdal stond in 2017 korte tijd onder druk door de gevolgen van implementatie van het elektronische patiëntendossier. Door adequate bijsturing en extra inzet van alle medewerkers is dit in 2018 hersteld tot een gezond niveau. Het verlies van St Jansdal in 2017 werd volledig omgebogen en het aantal patiënten dat op de poli’s werd gezien, steeg in 2018 met meer dan 4%. In het najaar van 2018 kwam hier de doorstart van ziekenhuis Lelystad bij. Nu is dan ook het juiste moment om eerdere investeringen en meerjarenplannen te financieren.
Jeroen Scholten, relatiemanager bij Rabobank: “St Jansdal heeft geweldige slagkracht laten zien, maakt heldere strategische keuzes en is financieel solide. Dit geeft ons vertrouwen in de continuïteit van het ziekenhuis. Met deze financiering dragen we bij aan de toegankelijkheid en betaalbaarheid van goede zorg in de beide regio’s. Daarbij is steun van zorgverzekeraars en medici belangrijk, net zoals innovatie, samenwerking met specialistische centra en preventie om efficiënt in te spelen op de toenemende zorgvraag. Als huisbank ondersteunen wij St Jansdal daarom graag in haar ambities.”
Financieel directeur van St Jansdal, Arend Jan Poelarends: “Deze ondertekening vormt een belangrijk moment voor St Jansdal. Wij willen goede zorg in de regio voor alle patiënten. Een stabiele financiële situatie is daarbij belangrijk. Fijn dat er dan een huisbankier is die vertrouwen in ons heeft, onze plannen steunt en financiert.”
dinsdag 12 februari 2019
Intertrust neemt ABN AMRO Escrow & Settlement over
Intertrust N.V., een aanbieder van gespecialiseerde administratieve diensten aan klanten die internationaal investeren en zaken doen, en ABN AMRO hebben overeenstemming te hebben bereikt over de verwerving van de escrow- en settlementactiviteiten van ABN AMRO door Intertrust.
Met deze overname wordt Intertrust de grootste aanbieder van escrowdiensten in Europa. Escrow is een veel gebruikte oplossing voor de afwikkeling van complexe financiële transacties voor klanten, bijvoorbeeld in de vastgoedsector en bij fusies en overnames. Zeker als het om grensoverschrijdende transacties gaat, zorgt escrow ervoor dat alles naar volle tevredenheid van de klant verloopt.
ABN AMRO Escrow & Settlement is in Nederland marktleider op het gebied van escrow, settlement en betaalkantoordiensten, met daarnaast een sterke positie op de grotere Britse escrowmarkt en groeiende activiteiten in Duitsland. Het zeer ervaren team gaat in zijn geheel over naar Intertrust om de basis te leggen voor verdere internationale expansie van de escrowdiensten binnen het wereldwijde netwerk van Intertrust. De bankrekeningen blijven bij ABN AMRO die deze dienst zal blijven aanbieden.
Met deze overname wordt Intertrust de grootste aanbieder van escrowdiensten in Europa. Escrow is een veel gebruikte oplossing voor de afwikkeling van complexe financiële transacties voor klanten, bijvoorbeeld in de vastgoedsector en bij fusies en overnames. Zeker als het om grensoverschrijdende transacties gaat, zorgt escrow ervoor dat alles naar volle tevredenheid van de klant verloopt.
ABN AMRO Escrow & Settlement is in Nederland marktleider op het gebied van escrow, settlement en betaalkantoordiensten, met daarnaast een sterke positie op de grotere Britse escrowmarkt en groeiende activiteiten in Duitsland. Het zeer ervaren team gaat in zijn geheel over naar Intertrust om de basis te leggen voor verdere internationale expansie van de escrowdiensten binnen het wereldwijde netwerk van Intertrust. De bankrekeningen blijven bij ABN AMRO die deze dienst zal blijven aanbieden.
Rabobank nr 1 op duurzaamheidsranglijst voor investors
Sustainalytics heeft Rabobank bovenaan haar duurzaamheidsranglijst van grootbanken geplaatst. Het betekent dat de Rabobank de hoogste score heeft gehaald voor de wijze waarop zij de Environmental Social Governance (ESG)-data toepast in haar dienstverlening en voor de manier waarop zij met risico’s omgaat. Het risico dat de Rabobank financiële schade oploopt als gevolg van milieu- en maatschappelijk beleid is volgens Sustainalytics verwaarloosbaar klein (negligible).
Dat risico is relevant voor investeerders (institutionele beleggers) die in duurzame bedrijven willen investeren. Vier jaar geleden stond Rabobank nog op plaats 62. Afgelopen jaren kwam de Rabobank in de top 10, vorig jaar op nr. 2. “Dat de Rabobank nu op nummer 1 staat, zegt veel over hoe wij de ambities uit de duurzaamheidsstrategie Samen Duurzaam Sterker nu in de praktijk weten waar te maken”, zegt Bas Rüter, directeur Duurzaamheid bij de Rabobank. “De Rabobank legt er bovendien verantwoording over af in haar jaarverslag, wat investeerders extra comfort geeft.”
Bij de beoordeling telt niet alleen hoe het duurzaamheidsbeleid eruit ziet, maar ook hoe de bank dat in praktijk toepast. Hoe beter het risicomanagement, hoe beter de beoordeling. De Rabobank heeft daarin het beste resultaat van alle 294 onderzochte grootbanken. Rabobank scoort hoog op corporate beleid, productbeleid, human capital en de integratie van de ESG-data in haar kredietverlening. Data privacy & security en business ethics scoren iets lager, maar het risico is nog altijd laag.
Rüter: “De Rabobank kijkt bij de kredietverlening naar de mate waarin een klant voldoet aan het duurzaamheidsbeleid. Nieuwe klanten kunnen alleen klant worden als ze aan het beleid voldoen. Ook bestaande klanten moeten aan beleid voldoen. Doen ze dat niet, dan gaan we met ze in gesprek over vereiste veranderingen. Als dat niet tot resultaat leidt, beëindigt de bank de dienstverlening. Deze integratie van beleid in kredietverlening is voor investeerders zeer belangrijk.”
Dat risico is relevant voor investeerders (institutionele beleggers) die in duurzame bedrijven willen investeren. Vier jaar geleden stond Rabobank nog op plaats 62. Afgelopen jaren kwam de Rabobank in de top 10, vorig jaar op nr. 2. “Dat de Rabobank nu op nummer 1 staat, zegt veel over hoe wij de ambities uit de duurzaamheidsstrategie Samen Duurzaam Sterker nu in de praktijk weten waar te maken”, zegt Bas Rüter, directeur Duurzaamheid bij de Rabobank. “De Rabobank legt er bovendien verantwoording over af in haar jaarverslag, wat investeerders extra comfort geeft.”
Bij de beoordeling telt niet alleen hoe het duurzaamheidsbeleid eruit ziet, maar ook hoe de bank dat in praktijk toepast. Hoe beter het risicomanagement, hoe beter de beoordeling. De Rabobank heeft daarin het beste resultaat van alle 294 onderzochte grootbanken. Rabobank scoort hoog op corporate beleid, productbeleid, human capital en de integratie van de ESG-data in haar kredietverlening. Data privacy & security en business ethics scoren iets lager, maar het risico is nog altijd laag.
Rüter: “De Rabobank kijkt bij de kredietverlening naar de mate waarin een klant voldoet aan het duurzaamheidsbeleid. Nieuwe klanten kunnen alleen klant worden als ze aan het beleid voldoen. Ook bestaande klanten moeten aan beleid voldoen. Doen ze dat niet, dan gaan we met ze in gesprek over vereiste veranderingen. Als dat niet tot resultaat leidt, beëindigt de bank de dienstverlening. Deze integratie van beleid in kredietverlening is voor investeerders zeer belangrijk.”
Ook Rabobank kreeg een boete voor slechte controle op witwassen
Ook ná de recordschikking van justitie met ING heeft De Nederlandsche Bank (DNB) nog een boete uitgedeeld voor gebrekkige controles op criminele geldstromen. Rabobank betaalde ruim 1 miljoen euro omdat het bedrijf zijn klantdossiers niet op orde had. Dat meldt de Volkskrant dinsdag.
De boete volgde afgelopen september, maar geldt voor overtredingen tot en met 2016. De toezichthouder constateerde toen dat belangrijke informatie ontbrak in de dossiers over klanten die de bank verplicht is aan te leggen. Zo wist Rabobank niet altijd hoe de eigendomsstructuur van een bedrijf er precies uit zag, en wie de uiteindelijke eigenaar was.
De boete volgde afgelopen september, maar geldt voor overtredingen tot en met 2016. De toezichthouder constateerde toen dat belangrijke informatie ontbrak in de dossiers over klanten die de bank verplicht is aan te leggen. Zo wist Rabobank niet altijd hoe de eigendomsstructuur van een bedrijf er precies uit zag, en wie de uiteindelijke eigenaar was.
maandag 11 februari 2019
Tuchtklacht Lakeman namens swap-slachtoffer tegen PwC-voorzitter
Directeur Pieter Lakeman van Swapschade BV heeft bij de Accountantskamer een tuchtklacht ingediend tegen bestuursvoorzitter Ad van Gils van PwC. Lakeman treedt op voor een klant van ING Bank. Het betreft een MKB-ondernemer aan wie de bank ondeugdelijke rentederivaten verkocht. Ter compensatie deed ING Bank volgens Lakeman een foutief aanbod. Een PwC-accountant zou als extern beoordelaar nagaan of de aanbiedingen van ING Bank aan de eisen van het Uniform Herstelkader voldeden. Omdat ING Bank geen overleg met Lakeman wil, vroeg hij PwC om contact met de verantwoordelijke accountant. PwC weigert dat. Lakeman spreekt van obstructie van het tuchtrecht en klaagt de topman van PwC aan.
Swapschade BV treedt op voor gedupeerde MKB-bedrijven. Volgens Lakeman zijn banken als ING in het uitoefenen van hun zorgplicht tekort geschoten door grote aantallen renteswaps te verkopen. Het betreft een omstreden en zeer complex financieel product dat bij MKB-bedrijven tot grote schade heeft geleid.
In 2016 maakten de banken afspraken met een door toenmalig minister Dijsselbloem ingestelde Onafhankelijke Derivatencommissie. Die commissie kwam met een zogenoemd Uniform Herstelkader als bescheiden basis voor schadevergoeding. Omdat het vertrouwen in de banken door het swapschandaal sterk was geschaad, werd afgesproken dat onafhankelijke externe accountants zouden controleren of de compensatievoorstellen van de banken binnen het afgesproken Uniform Herstelkader waren opgesteld.
De MKB-ondernemer voor wie Lakeman nu optreedt was het oneens met het aanbod dat ING Bank hem deed omdat dit niet volgens het Uniform Herstelkader was opgesteld. Swapschade BV tekende namens de klant bezwaar aan, maar ING Bank wees dat af. Het verzoek van Lakeman om de naam van de verantwoordelijke PwC-accountant te geven werd terzijde geschoven. PwC wil niet bekend maken wie binnen dat bedrijf tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het dossier. Terwijl men daar volgens Lakeman wél toe verplicht is.
De directeur van Swapschade BV beschouwt de houding van PwC als een vorm van obstructie: ‘Mijn klant is gedupeerd door grote fouten in het compensatievoorstel van ING Bank waardoor het overgrote deel van de door hem geleden schade niet vergoed wordt. Desondanks gaat de externe beoordelaar van PwC er mee akkoord. Ik vind dat vreemd. Maar nóg vreemder is dat wij niet mogen weten wie die beoordelaar is en al helemaal niet met hem of haar mogen spreken. Ik hoop maar dat ING Bank en PwC niet al te zeer onder één hoedje spelen.’
Lakeman wijst er op dat PwC, Deloitte en EY voor hun arbeid in het kader van het Uniform Herstelkader circa 500 miljoen euro ontvangen, terwijl voor de circa 22.000 gedupeerde MKB-bedrijven slechts 1,5 miljard euro beschikbaar is. De totale swapschade is door Lakeman in zijn onlangs verschenen boek ‘Banken & falende toezichthouders’ op minstens 14 miljard euro geschat. De gedupeerden krijgen in Nederland gemiddeld slechts 11 procent van hun schade vergoed, terwijl bijvoorbeeld in Engeland voor de volle 100% wordt gecompenseerd.
Op de foto: Kort beding broer van Lubbers tegen P. Lakeman i.v.m. diens uitlatingen over Hollandia Kloos ih boek Het gaat uitstekend (Anefo)
Swapschade BV treedt op voor gedupeerde MKB-bedrijven. Volgens Lakeman zijn banken als ING in het uitoefenen van hun zorgplicht tekort geschoten door grote aantallen renteswaps te verkopen. Het betreft een omstreden en zeer complex financieel product dat bij MKB-bedrijven tot grote schade heeft geleid.
In 2016 maakten de banken afspraken met een door toenmalig minister Dijsselbloem ingestelde Onafhankelijke Derivatencommissie. Die commissie kwam met een zogenoemd Uniform Herstelkader als bescheiden basis voor schadevergoeding. Omdat het vertrouwen in de banken door het swapschandaal sterk was geschaad, werd afgesproken dat onafhankelijke externe accountants zouden controleren of de compensatievoorstellen van de banken binnen het afgesproken Uniform Herstelkader waren opgesteld.
De MKB-ondernemer voor wie Lakeman nu optreedt was het oneens met het aanbod dat ING Bank hem deed omdat dit niet volgens het Uniform Herstelkader was opgesteld. Swapschade BV tekende namens de klant bezwaar aan, maar ING Bank wees dat af. Het verzoek van Lakeman om de naam van de verantwoordelijke PwC-accountant te geven werd terzijde geschoven. PwC wil niet bekend maken wie binnen dat bedrijf tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het dossier. Terwijl men daar volgens Lakeman wél toe verplicht is.
De directeur van Swapschade BV beschouwt de houding van PwC als een vorm van obstructie: ‘Mijn klant is gedupeerd door grote fouten in het compensatievoorstel van ING Bank waardoor het overgrote deel van de door hem geleden schade niet vergoed wordt. Desondanks gaat de externe beoordelaar van PwC er mee akkoord. Ik vind dat vreemd. Maar nóg vreemder is dat wij niet mogen weten wie die beoordelaar is en al helemaal niet met hem of haar mogen spreken. Ik hoop maar dat ING Bank en PwC niet al te zeer onder één hoedje spelen.’
Lakeman wijst er op dat PwC, Deloitte en EY voor hun arbeid in het kader van het Uniform Herstelkader circa 500 miljoen euro ontvangen, terwijl voor de circa 22.000 gedupeerde MKB-bedrijven slechts 1,5 miljard euro beschikbaar is. De totale swapschade is door Lakeman in zijn onlangs verschenen boek ‘Banken & falende toezichthouders’ op minstens 14 miljard euro geschat. De gedupeerden krijgen in Nederland gemiddeld slechts 11 procent van hun schade vergoed, terwijl bijvoorbeeld in Engeland voor de volle 100% wordt gecompenseerd.
Op de foto: Kort beding broer van Lubbers tegen P. Lakeman i.v.m. diens uitlatingen over Hollandia Kloos ih boek Het gaat uitstekend (Anefo)
Bankafschriften iets begrijpelijker
Vanaf 11 februari toont de Rabobank op afschriften direct de winkelnaam waar een aankoop is gedaan, als de winkel gebruik maakt van Rabo’s online betaalservice. Daarmee worden bankafschriften iets duidelijker. Een succes voor het Meldpunt Onbegrijpelijke namen op bankafschriften van de Consumentenbond.
‘Een mooie eerste stap’, noemt Olof King, directeur belangenbehartiging Consumentenbond, het initiatief van de Rabobank. ‘Consumenten vinden nog te vaak onbekende namen van betaalservices op hun bankafschrift, in plaats van de winkel waar iets is gekocht. Ze hebben dan vaak geen idee waarom het gaat. Rabobank maakt nu een deel van die afschrijvingen duidelijk. De Rabo betaalservice is alleen niet zo groot, daarom juichen we het toe dat de bank in gesprek is met grote betaalservices om de toepassing over te nemen.’
Zodra één van de grote betaaldienstverleners ook de oplossing van de Rabobank toepast, zal, volgens de bank, in circa 10% van de iDEAL-transacties de winkelnaam direct zichtbaar zijn. Dat komt neer op ruim 3 miljoen transacties per jaar. King: ‘We roepen andere partijen op om het goede voorbeeld van de Rabobank te volgen.’
‘Een mooie eerste stap’, noemt Olof King, directeur belangenbehartiging Consumentenbond, het initiatief van de Rabobank. ‘Consumenten vinden nog te vaak onbekende namen van betaalservices op hun bankafschrift, in plaats van de winkel waar iets is gekocht. Ze hebben dan vaak geen idee waarom het gaat. Rabobank maakt nu een deel van die afschrijvingen duidelijk. De Rabo betaalservice is alleen niet zo groot, daarom juichen we het toe dat de bank in gesprek is met grote betaalservices om de toepassing over te nemen.’
Zodra één van de grote betaaldienstverleners ook de oplossing van de Rabobank toepast, zal, volgens de bank, in circa 10% van de iDEAL-transacties de winkelnaam direct zichtbaar zijn. Dat komt neer op ruim 3 miljoen transacties per jaar. King: ‘We roepen andere partijen op om het goede voorbeeld van de Rabobank te volgen.’