De premies voor fietsverzekeringen verschillen onderling enorm. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond, die de verzekeringen van 8 aanbieders met elkaar vergeleek. De ene verzekering kan wel 6 keer zo duur zijn als de andere. En de dure verzekering is lang niet altijd beter.
Een 40-jarige Rotterdammer die zijn e-bike van 2500 euro wil verzekeren, betaalt bij Allianz 74 euro per jaar voor een doorlopende verzekering. Enra Optimaal vraagt voor diezelfde verzekering bijna drie keer zoveel: 210 euro. Interpolis maakt het helemaal bont door ruim 6 keer zoveel te rekenen: 459 euro per jaar.
Factoren als woonplaats en leeftijd zijn van invloed op de hoogte van de premie. Jongeren betalen meer dan ouderen en stadsbewoners betalen meer dan dorpsbewoners. Woont de eerder genoemde 40-jarige niet in Rotterdam, maar in Ootmarsum, dan rekent Interpolis 80 procent minder: 94 euro. Bij andere verzekeraars is het verschil tussen stad en dorp minder groot. Zo betalen verzekerden bij Allianz in Ootmarsum 23 procent minder en bij ANWB slechts 14 procent minder.
De KNWU-verzekering van Kingpolis is een uitzondering op de regel. Voor deze verzekering is de premie overal in Nederland gelijk. Ook deelnemers aan het e-bikecollectief van de Consumentenbond betalen overal in Nederland dezelfde premie. En dat tarief wordt gedurende de looptijd van het contract niet verhoogd.
Over de hele linie rekent Allianz Global Assistance de laagste premies. Voor stadsfietsen is het zelfs Beste Koop. Kingpolis en Univé zijn een fractie duurder maar hebben betere voorwaarden. Voor e-bikes is Kingpolis de Beste Koop en Univé voor racefietsen en mountainbikes. De Consumentenbond adviseert om niet zomaar een verzekering via de dealer af te sluiten, maar eerst op onderzoek uit te gaan en dan pas de beste verzekering te kiezen. Consumenten doen er goed aan zich ook te verdiepen in de voorwaarden, want ook die verschillen flink.
dinsdag 30 april 2019
ABN AMRO schakelt over op 100% elektrisch rijden
ABN AMRO schakelt de komende jaren als eerste Nederlandse grootbank volledig over op elektrisch rijden. Vanaf juli 2019 geeft de bank alleen nog maar elektrische leaseauto’s uit aan personeel die de auto nodig hebben voor hun werk. Op deze manier moet over 5 jaar het hele leasewagenpark van ABN AMRO CO2 neutraal zijn.
ABN AMRO wil het goede voorbeeld geven op het gebied van vervoer en het onnodig gebruik van auto’s zoveel mogelijk terugdringen. Wie een auto van de bank nodig heeft voor zijn werk, kan daarvoor een auto leasen.
De bank wil met de omschakeling naar eigen zeggen een stevige bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2-emissies. In 2018 werd in totaal c. 67 miljoen kilometer gereden met bijna 2000 lease auto’s van de bank. Het overgrote deel daarvan (95%) had een verbrandingsmotor. De CO2 uitstoot hiervan was 11,1 kTon, dat staat gelijk aan het energieverbruik van bijna 1400 huishoudens1.
Naast de omschakeling op elektrisch leaserijden wil ABN AMRO het voor collega’s ook aantrekkelijk maken om hun eigen auto in te ruilen voor slimmere en schonere alternatieven zoals het openbaar vervoer, autodeelservice Amber of een duurzame private lease oplossing.
ABN AMRO wil het goede voorbeeld geven op het gebied van vervoer en het onnodig gebruik van auto’s zoveel mogelijk terugdringen. Wie een auto van de bank nodig heeft voor zijn werk, kan daarvoor een auto leasen.
De bank wil met de omschakeling naar eigen zeggen een stevige bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2-emissies. In 2018 werd in totaal c. 67 miljoen kilometer gereden met bijna 2000 lease auto’s van de bank. Het overgrote deel daarvan (95%) had een verbrandingsmotor. De CO2 uitstoot hiervan was 11,1 kTon, dat staat gelijk aan het energieverbruik van bijna 1400 huishoudens1.
Naast de omschakeling op elektrisch leaserijden wil ABN AMRO het voor collega’s ook aantrekkelijk maken om hun eigen auto in te ruilen voor slimmere en schonere alternatieven zoals het openbaar vervoer, autodeelservice Amber of een duurzame private lease oplossing.
maandag 29 april 2019
Crowdfundpanel verwelkomt 1.000ste gebruiker
Crowdfundpanel, de online portefeuille voor investeerders in crowdfunding, verwelkomt vandaag haar 1.000ste gebruiker.
Met Crowdfundpanel kunnen investeerders al hun investeringen bij de verschillende crowdfundingplatformen overzichtelijk op één dashboard samenbrengen. Crowdfundpanel toont zowel de historische als de toekomstige cash flow van een gebruiker en geeft inzicht in de belangrijkste kenmerken van een portefeuille. Handmatig details toevoegen van projecten is niet nodig omdat Crowdfundpanel gekoppeld is aan de complete database van Crowdfundmarkt.
Crowdfundpanel hoopt binnenkort met meer nieuws te komen. De betaalrichtlijn PSD2 maakt verschillende nieuwe rekeninginformatiediensten mogelijk.
Met Crowdfundpanel kunnen investeerders al hun investeringen bij de verschillende crowdfundingplatformen overzichtelijk op één dashboard samenbrengen. Crowdfundpanel toont zowel de historische als de toekomstige cash flow van een gebruiker en geeft inzicht in de belangrijkste kenmerken van een portefeuille. Handmatig details toevoegen van projecten is niet nodig omdat Crowdfundpanel gekoppeld is aan de complete database van Crowdfundmarkt.
Crowdfundpanel hoopt binnenkort met meer nieuws te komen. De betaalrichtlijn PSD2 maakt verschillende nieuwe rekeninginformatiediensten mogelijk.
Een derde ondernemers vindt dat financiers te veel inspraak hebben na kredietverstrekking
Maar liefst 32 procent van de Nederlandse ondernemers vindt dat investeerders te veel inspraak hebben in de bedrijfsvoering van bedrijven na het verstrekken van krediet. Dit blijkt uit onderzoek dat Caple liet uitvoeren onder 1061 Nederlandse ondernemers. Meer dan de helft denkt dat financiële instellingen niet helemaal objectief zijn bij het toekennen van kredieten.
Het idee dat financiële instellingen niet volledig objectief zijn, verklaart misschien ook waarom driekwart van de ondervraagden denkt dat banken te veel aan hun eigen winstbelang denken.
Een meerderheid van de ondernemers (51 procent) vindt de voorwaarden van financiële instellingen rondom financiering onduidelijk. Middelgrote en met name kleine MKB-kredieten worden steeds vaker geautomatiseerd verstrekt. Bij veel kredietaanvragen is echter wel wat maatwerk geboden, maar doordat de geautomatiseerde criteria niet duidelijk naar hen worden gecommuniceerd ontstaat er soms verwarring.
Daarnaast ervaren zij weinig steun van financiers met betrekking tot hun financiële bedrijfsvoering.
Voor veel ondernemers, met name MKB’ers, is het krijgen van krediet lastig. Bovendien sluiten de soorten financiering die worden aangeboden ook lang niet altijd aan op de behoeften van de ondernemer. Zo geeft ruim een derde van de ondervraagden aan dat de huidige soorten financiering van financiële instellingen onvoldoende aansluiten op hun kredietbehoefte.
Het idee dat financiële instellingen niet volledig objectief zijn, verklaart misschien ook waarom driekwart van de ondervraagden denkt dat banken te veel aan hun eigen winstbelang denken.
Een meerderheid van de ondernemers (51 procent) vindt de voorwaarden van financiële instellingen rondom financiering onduidelijk. Middelgrote en met name kleine MKB-kredieten worden steeds vaker geautomatiseerd verstrekt. Bij veel kredietaanvragen is echter wel wat maatwerk geboden, maar doordat de geautomatiseerde criteria niet duidelijk naar hen worden gecommuniceerd ontstaat er soms verwarring.
Daarnaast ervaren zij weinig steun van financiers met betrekking tot hun financiële bedrijfsvoering.
Voor veel ondernemers, met name MKB’ers, is het krijgen van krediet lastig. Bovendien sluiten de soorten financiering die worden aangeboden ook lang niet altijd aan op de behoeften van de ondernemer. Zo geeft ruim een derde van de ondervraagden aan dat de huidige soorten financiering van financiële instellingen onvoldoende aansluiten op hun kredietbehoefte.
vrijdag 26 april 2019
'Betaalbare medicijnen laten grootste verzekeraars koud'
Aegon en Allianz beleggen in 2019 tezamen maar liefst 11 miljard euro in 19 farmaceutische bedrijven zonder hen aan te sporen om hoge medicijnprijzen terug te dringen. Ook ontbreekt het deze verzekeraars aan inzet om belastingontwijking door farmareuzen tegen te gaan. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer naar investeringen van verzekeraars in farmaceuten, dat vandaag gepubliceerd wordt.
Peter Ras, woordvoerder Eerlijke Verzekeringswijzer: “Betaalbare medicijnen zijn van levensbelang, in het bijzonder voor arme mensen in Nederland èn in ontwikkelingslanden. De druk van verzekeraars op farmaceuten om betaalbare medicijnen te maken en eerlijk belasting te betalen moet omhoog. Vooral Aegon en Allianz moeten hiermee aan de bak. Verzekeraars kunnen veel beter samenwerken om farmaceuten te dwingen niet langer grote winsten te boeken over de ruggen van burgers.”
Uit het praktijkonderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer blijkt dat de negen grootste verzekeringsgroepen in Nederland in 2019 in totaal voor ruim 14 miljard euro in 19 grote farmaceutische bedrijven beleggen (o.a. AbbVie, Bayer AG, Eli Lilly, Gilead Sciences, Johnson & Johnson en Pfizer). Verreweg de grootste investeerders zijn Allianz (8,2 miljard Euro) en Aegon (2,8 miljard euro). Deze twee verzekeraars doen niets om farmaceuten te stimuleren om betaalbare medicijnen aan te bieden. De zeven andere verzekeringsgroepen, Achmea, ASR, Vivat, CZ en Menzis zetten zich daarentegen wél actief in voor betaalbare medicijnen. Menzis is een rechtszaak tegen een farmaceut begonnen vanwege exorbitant hoge medicijnprijzen. Vier verzekeraars (Achmea, ASR, NN en Vivat/Actiam) hebben de investeerdersverklaring van de Access to Medicine Index getekend, vijf verzekeraars hebben dit nog niet gedaan (Aegon, Allianz, CZ, Menzis en VGZ).
Op het gebied van belastingontwijking blijkt uit het nieuwe praktijkonderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer dat vijf van de negen onderzochte verzekeraars geen concrete actie ondernemen tegen oneerlijke belastingbetaling door farmaceuten. Aegon, Allianz, Menzis, NN en VGZ doen nauwelijks of niets tegen belastingontwijking door farmaceuten. De Financial Times publiceerde in maart 2018 over de forse kloof tussen wat farmaceuten zeiden aan belasting te hebben betaald en wat zij daadwerkelijk hadden betaald. Uit onderzoek van Oxfam in september 2018 bleek dat farmaceuten hun winsten op grote schaal verschuiven naar belastingparadijzen. Belastinginkomsten zijn cruciaal voor overheden om diensten als gezondheidszorg en onderwijs mee te betalen.
Achmea en Menzis beloofden in het kader van dit onderzoek om binnen één jaar hun inzet ten aanzien van betaalbaarheid van medicijnen verder te intensiveren. Achmea, ASR, CZ en Vivat beloofden om in het komende jaar meer actie te ondernemen om farmaceuten te bewegen niet bij te dragen aan belastingontwijking.
Peter Ras, woordvoerder Eerlijke Verzekeringswijzer: “Betaalbare medicijnen zijn van levensbelang, in het bijzonder voor arme mensen in Nederland èn in ontwikkelingslanden. De druk van verzekeraars op farmaceuten om betaalbare medicijnen te maken en eerlijk belasting te betalen moet omhoog. Vooral Aegon en Allianz moeten hiermee aan de bak. Verzekeraars kunnen veel beter samenwerken om farmaceuten te dwingen niet langer grote winsten te boeken over de ruggen van burgers.”
Uit het praktijkonderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer blijkt dat de negen grootste verzekeringsgroepen in Nederland in 2019 in totaal voor ruim 14 miljard euro in 19 grote farmaceutische bedrijven beleggen (o.a. AbbVie, Bayer AG, Eli Lilly, Gilead Sciences, Johnson & Johnson en Pfizer). Verreweg de grootste investeerders zijn Allianz (8,2 miljard Euro) en Aegon (2,8 miljard euro). Deze twee verzekeraars doen niets om farmaceuten te stimuleren om betaalbare medicijnen aan te bieden. De zeven andere verzekeringsgroepen, Achmea, ASR, Vivat, CZ en Menzis zetten zich daarentegen wél actief in voor betaalbare medicijnen. Menzis is een rechtszaak tegen een farmaceut begonnen vanwege exorbitant hoge medicijnprijzen. Vier verzekeraars (Achmea, ASR, NN en Vivat/Actiam) hebben de investeerdersverklaring van de Access to Medicine Index getekend, vijf verzekeraars hebben dit nog niet gedaan (Aegon, Allianz, CZ, Menzis en VGZ).
Op het gebied van belastingontwijking blijkt uit het nieuwe praktijkonderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer dat vijf van de negen onderzochte verzekeraars geen concrete actie ondernemen tegen oneerlijke belastingbetaling door farmaceuten. Aegon, Allianz, Menzis, NN en VGZ doen nauwelijks of niets tegen belastingontwijking door farmaceuten. De Financial Times publiceerde in maart 2018 over de forse kloof tussen wat farmaceuten zeiden aan belasting te hebben betaald en wat zij daadwerkelijk hadden betaald. Uit onderzoek van Oxfam in september 2018 bleek dat farmaceuten hun winsten op grote schaal verschuiven naar belastingparadijzen. Belastinginkomsten zijn cruciaal voor overheden om diensten als gezondheidszorg en onderwijs mee te betalen.
Achmea en Menzis beloofden in het kader van dit onderzoek om binnen één jaar hun inzet ten aanzien van betaalbaarheid van medicijnen verder te intensiveren. Achmea, ASR, CZ en Vivat beloofden om in het komende jaar meer actie te ondernemen om farmaceuten te bewegen niet bij te dragen aan belastingontwijking.
ABN AMRO kondigt verkoop aan van ABN AMRO (Channel Islands) Limited aan Butterfield
ABN AMRO Bank heeft aangekondigd dat er met Bank of N.T. Butterfield & Son Limited (“Butterfield”) overeenstemming is bereikt over de verkoop van de Channel Islands-activiteiten van ABN AMRO aan Butterfield. De voorgenomen transactie, die nog door de toezichthouders moet worden goedgekeurd, wordt naar verwachting voor het einde van het derde kwartaal van 2019 afgerond.
Pieter van Mierlo, CEO van ABN AMRO Private Banking: “We zijn een toonaangevende private bank in Noordwest Europa en investeren op dit moment in (de verdere integratie van) onze activiteiten in onze kernmarkten. De markt voor wealth management verandert snel en consolideert verder. Schaal wordt steeds belangrijker. Zoals we in november 2018 op onze Investor Day al hebben gecommuniceerd, leggen we bij private banking de nadruk op ‘onshore’ activiteiten en streven we autonome en niet-autonome groei na in onze kernmarkten. De overdracht van onze Channel Islands-activiteiten aan Butterfield is een logische keuze binnen deze strategie en in het belang van klanten en medewerkers.”
Butterfield is een full-service bank en wealth manager en heeft een beursnotering aan de New York Stock Exchange. De bank is al 160 jaar actief in private banking. Met de toevoeging van ABN AMRO Channel Islands breidt Butterfield haar aanwezigheid op de Kanaaleilanden sterk uit. ABN AMRO Channel Islands beheert meer dan EUR 7 miljard aan klantvermogen. De transactie zal naar verwachting een licht positief effect hebben op de CET1-ratio.
Pieter van Mierlo, CEO van ABN AMRO Private Banking: “We zijn een toonaangevende private bank in Noordwest Europa en investeren op dit moment in (de verdere integratie van) onze activiteiten in onze kernmarkten. De markt voor wealth management verandert snel en consolideert verder. Schaal wordt steeds belangrijker. Zoals we in november 2018 op onze Investor Day al hebben gecommuniceerd, leggen we bij private banking de nadruk op ‘onshore’ activiteiten en streven we autonome en niet-autonome groei na in onze kernmarkten. De overdracht van onze Channel Islands-activiteiten aan Butterfield is een logische keuze binnen deze strategie en in het belang van klanten en medewerkers.”
Butterfield is een full-service bank en wealth manager en heeft een beursnotering aan de New York Stock Exchange. De bank is al 160 jaar actief in private banking. Met de toevoeging van ABN AMRO Channel Islands breidt Butterfield haar aanwezigheid op de Kanaaleilanden sterk uit. ABN AMRO Channel Islands beheert meer dan EUR 7 miljard aan klantvermogen. De transactie zal naar verwachting een licht positief effect hebben op de CET1-ratio.
donderdag 25 april 2019
Hoger beroep zeven Cash Converters pandhuizen ongegrond verklaard
In zijn uitspraak van april 2019 verklaart het CBb het hoger beroep van zeven Cash Converters pandhuizen ongegrond.
Consumenten die behoefte hebben aan contant geld kunnen met een pandhuis een overeenkomst van pandbelening aangaan. De consument verkoopt in dat geval een voorwerp aan het pandhuis tegen contante betaling en onder de voorwaarde dat hij het voorwerp binnen twee maanden mag terugkopen tegen een bepaalde maandrente. Vanaf 1 juli 2015 mag deze maandrente niet hoger zijn dan 4,5 procent.
De zeven Cash Converters pandhuizen rekenden echter doelbewust een maandrente van 9 procent, ten koste van een grote groep consumenten die een pandbelening is aangegaan. De pandhuizen hebben hiermee in strijd gehandeld met de wet- en regelgeving inzake pandbeleningen.
De ACM heeft in 2016 aan zeven Cash Converters pandhuizen boetes opgelegd. In 2017 heeft de ACM de boetes van zes van de zeven pandhuizen verlaagd omdat zij de aan hen opgelegde boetes niet konden dragen. De rechtbank heeft het beroep van de pandhuizen tegen de besluiten van de ACM in 2018 ongegrond verklaard. Het CBb bevestigt dit nu. De uitspraak van het CBb is het eindoordeel in deze zaak. De besluiten van de ACM zijn hiermee definitief.
Consumenten die behoefte hebben aan contant geld kunnen met een pandhuis een overeenkomst van pandbelening aangaan. De consument verkoopt in dat geval een voorwerp aan het pandhuis tegen contante betaling en onder de voorwaarde dat hij het voorwerp binnen twee maanden mag terugkopen tegen een bepaalde maandrente. Vanaf 1 juli 2015 mag deze maandrente niet hoger zijn dan 4,5 procent.
De zeven Cash Converters pandhuizen rekenden echter doelbewust een maandrente van 9 procent, ten koste van een grote groep consumenten die een pandbelening is aangegaan. De pandhuizen hebben hiermee in strijd gehandeld met de wet- en regelgeving inzake pandbeleningen.
De ACM heeft in 2016 aan zeven Cash Converters pandhuizen boetes opgelegd. In 2017 heeft de ACM de boetes van zes van de zeven pandhuizen verlaagd omdat zij de aan hen opgelegde boetes niet konden dragen. De rechtbank heeft het beroep van de pandhuizen tegen de besluiten van de ACM in 2018 ongegrond verklaard. Het CBb bevestigt dit nu. De uitspraak van het CBb is het eindoordeel in deze zaak. De besluiten van de ACM zijn hiermee definitief.
Spaaroverschot zit in toenemende mate bij kleinere bedrijven
Het Nederlandse spaaroverschot behoort de afgelopen jaren tot de hoogste ter wereld. Niet-financiële bedrijven leveren hieraan de grootste bijdrage. Veelal wordt dit toegeschreven aan het spaargedrag van Nederlandse multinationals. Onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) op basis van micro-data laat echter zien dat ook kleinere bedrijven hieraan substantieel bijdragen, de laatste jaren zelfs in toenemende mate. Wel zijn er belangrijke verschillen tussen het spaargedrag van grote en kleine bedrijven. Terwijl het spaaroverschot van het grootbedrijf zeer volatiel is, vertoont het spaaroverschot van het midden- en kleinbedrijf juist een stabiel, licht oplopend beloop.
In Nederland wordt meer gespaard dan geïnvesteerd. Sinds de jaren ‘80 heeft de Nederlandse economie een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans. Dit houdt in dat ons land per saldo meer inkomen uit het buitenland ontvangt – met handel en uit financieel vermogen – dan het aan het buitenland uitkeert. De afgelopen jaren is het spaaroverschot sterk toegenomen. In 2018 werd een record van 10,9 procent van het bbp geboekt, ruim boven de grens van 6 procent die de Europese Commissie hanteert in het zogeheten macro-economisch scoreboard. Dit is een instrument gericht op vroegtijdige identificatie van macro-economische onevenwichtigheden.
Het Nederlandse spaaroverschot komt voor een belangrijk deel voor rekening van het niet-financiële bedrijfsleven. Over de periode 2001-2018 bedroeg hun aandeel ruim 80 procent. Behalve door niet-financiële bedrijven is er per saldo ook gespaard door huishoudens en financiële instellingen. Collectieve besparingen van huishoudens in pensioenfondsen droegen 40 procent bij aan het totale spaaroverschot. Desondanks was het totale spaaroverschot van huishoudens, dat wil zeggen inclusief het individuele spaaroverschot, tot en met 2008 negatief, vooral door omvangrijke aankopen van nieuwe woningen. Na 2008 namen deze woninginvesteringen sterk af, en droegen huishoudens juist bij aan het spaaroverschot. In de beschouwde periode kende de overheid in het merendeel van jaren een begrotingstekort, wat een negatief spaaroverschot impliceert.
In Nederland wordt meer gespaard dan geïnvesteerd. Sinds de jaren ‘80 heeft de Nederlandse economie een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans. Dit houdt in dat ons land per saldo meer inkomen uit het buitenland ontvangt – met handel en uit financieel vermogen – dan het aan het buitenland uitkeert. De afgelopen jaren is het spaaroverschot sterk toegenomen. In 2018 werd een record van 10,9 procent van het bbp geboekt, ruim boven de grens van 6 procent die de Europese Commissie hanteert in het zogeheten macro-economisch scoreboard. Dit is een instrument gericht op vroegtijdige identificatie van macro-economische onevenwichtigheden.
Het Nederlandse spaaroverschot komt voor een belangrijk deel voor rekening van het niet-financiële bedrijfsleven. Over de periode 2001-2018 bedroeg hun aandeel ruim 80 procent. Behalve door niet-financiële bedrijven is er per saldo ook gespaard door huishoudens en financiële instellingen. Collectieve besparingen van huishoudens in pensioenfondsen droegen 40 procent bij aan het totale spaaroverschot. Desondanks was het totale spaaroverschot van huishoudens, dat wil zeggen inclusief het individuele spaaroverschot, tot en met 2008 negatief, vooral door omvangrijke aankopen van nieuwe woningen. Na 2008 namen deze woninginvesteringen sterk af, en droegen huishoudens juist bij aan het spaaroverschot. In de beschouwde periode kende de overheid in het merendeel van jaren een begrotingstekort, wat een negatief spaaroverschot impliceert.
AFM legt boete op aan Mooren van De Waerdt Vermogensbeheer
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt op 28 december 2018 een bestuurlijke boete van 10.000 euro opgelegd aan J.H.M. Mooren van voormalig vermogensbeheerder De Waerdt Vermogensbeheer B.V. (De Waerdt) in Roermond. De boete is opgelegd omdat De Waerdt van mei 2016 tot september 2017 geen integere uitoefening van haar bedrijf heeft gewaarborgd en Mooren daarvoor mede verantwoordelijk was.
De Waerdt was actief als vermogensbeheerder met een vergunning van de AFM. De vergunning is ingetrokken per 5 december 2017. Mooren is in april 2016 door de AFM goedgekeurd als dagelijks beleidsbepaler van DWV en was vanaf 24 mei 2016 ook bestuurder van De Waerdt. De bedrijfsvoering en activiteiten van De Waerdt en een andere Zwitserse vermogensbeheerder waren sterk met elkaar verweven. Dit heeft ertoe geleid dat sprake was belangenverstrengeling en -conflicten. Ook heeft De Waerdt de regels niet nageleefd bij de behandeling van klachten van cliënten en heeft zij incidenten niet aan de AFM gemeld. Per saldo leiden de verschillende overtredingen tot de conclusie dat De Waerdt geen adequaat beleid heeft gevoerd dat een integere uitoefening van haar bedrijf waarborgde. De AFM heeft besloten om Mooren als feitelijk leidinggever aan deze overtreding te beboeten.
De AFM vindt in dit geval een boete van 10.000 euro passend. Voor de overtreding geldt een basisbedrag van 2 miljoen. De ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid geven geen aanleiding voor een verlaging of een verhoging van het basisbedrag.
De Waerdt was actief als vermogensbeheerder met een vergunning van de AFM. De vergunning is ingetrokken per 5 december 2017. Mooren is in april 2016 door de AFM goedgekeurd als dagelijks beleidsbepaler van DWV en was vanaf 24 mei 2016 ook bestuurder van De Waerdt. De bedrijfsvoering en activiteiten van De Waerdt en een andere Zwitserse vermogensbeheerder waren sterk met elkaar verweven. Dit heeft ertoe geleid dat sprake was belangenverstrengeling en -conflicten. Ook heeft De Waerdt de regels niet nageleefd bij de behandeling van klachten van cliënten en heeft zij incidenten niet aan de AFM gemeld. Per saldo leiden de verschillende overtredingen tot de conclusie dat De Waerdt geen adequaat beleid heeft gevoerd dat een integere uitoefening van haar bedrijf waarborgde. De AFM heeft besloten om Mooren als feitelijk leidinggever aan deze overtreding te beboeten.
De AFM vindt in dit geval een boete van 10.000 euro passend. Voor de overtreding geldt een basisbedrag van 2 miljoen. De ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid geven geen aanleiding voor een verlaging of een verhoging van het basisbedrag.
woensdag 24 april 2019
Tijdelijk beroepsverbod voor ABN kopieerbankiers
Nog eens 61 hypotheekadviseurs van ABN Amro hebben een tijdelijk beroepsverbod gekregen omdat zij handtekeningen van klanten hebben gekopieerd.
Zeker 114 adviseurs vervalsten zo’n 700 handtekeningen van klanten op gecorrigeerde hypotheekadviezen. Na een schorsing mochten ze hun werkzaamheden weer hervatten.
Tien van de adviseurs kregen in augustus al beroepsverboden van twee tot zes weken opgelegd, nu krijgt de bulk van de kopieerbankiers dezelfde straf, meldt De Telegraaf.
Zeker 114 adviseurs vervalsten zo’n 700 handtekeningen van klanten op gecorrigeerde hypotheekadviezen. Na een schorsing mochten ze hun werkzaamheden weer hervatten.
Tien van de adviseurs kregen in augustus al beroepsverboden van twee tot zes weken opgelegd, nu krijgt de bulk van de kopieerbankiers dezelfde straf, meldt De Telegraaf.
Bunq lanceert Apple Pay in België en Ierland
bunq brengt Apple Pay officieel naar Belgie en Ierland. Veiligheid en privacy liggen ten grondslag aan Apple Pay. Wanneer je een credit- of debitcard gebruikt met Apple Pay wordt het daadwerkelijke pasnummer niet op het toestel of op een Apple server opgeslagen. In plaats daarvan wordt een uniek 'Device Account Number' toegewezen, versleuteld en veilig opgeslagen in het Secure Element van het toestel.
Na een lancering in Italië, Spanje en Frankrijk in het afgelopen jaar, heeft bunq haar diensten nu uitgebreid naar acht Europese markten en is daarmee beschikbaar in Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Frankrijk, Ierland en België.
Na een lancering in Italië, Spanje en Frankrijk in het afgelopen jaar, heeft bunq haar diensten nu uitgebreid naar acht Europese markten en is daarmee beschikbaar in Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Frankrijk, Ierland en België.
NGFS roept centrale banken, toezichthouders en andere stakeholders op om in actie te komen en het financiële systeem te verduurzamen
De leden van het Network for Greening the Financial System (NGFS) zijn het erover eens dat klimaatrisico's een bron van financiële risico's vormen. Sommige leden hebben deze analyse uitgebreid naar bredere milieurisico's, omdat zij van mening zijn dat ook deze een bron van financiële risico's vormen. De leden van het NGFS roepen dan ook op tot gezamenlijke actie en hebben hun aanbevelingen gebundeld in hun eerste, uitgebreide rapport. De aanbevelingen bestaan uit de best practices die de leden van het NGFS in kaart hebben gebracht om de rol van de financiële sector bij het bereiken van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te faciliteren.
“De financiële risico's van klimaatverandering zijn nieuw en moeilijk te analyseren. Toch is het belangrijk om nú actie te ondernemen. Met deze aanbevelingen nemen de leden van het NGFS gezamenlijk het voortouw om het financiële stelsel over de landsgrenzen heen en zelfs wereldwijd te verduurzamen. Zolang de temperatuur en de zeespiegel – en daarmee de klimaatgerelateerde financiële risico’s – blijven stijgen, moeten centrale banken, toezichthouders en financiële instellingen de lat steeds hoger leggen om deze risico's het hoofd te bieden en het financiële stelsel te verduurzamen,”aldus Frank Elderson, voorzitter van het NGFS.
ANWB introduceert smart veiligheidspakket voor veiliger huis
De ANWB introduceert de Veilig van Huis Woonverzekering, een unieke combinatie van een inboedel- en opstalverzekering en veiligheidspakket met sensoren, gekoppeld met de ANWB Alarmcentrale.
Zo kunnen klanten onderweg via een smartphone hun huis in de gaten te houden. Indien er mogelijke schade of inbraak wordt gesignaleerd wordt er direct een bericht naar de klant in de app gestuurd. Geen reactie? Dan neemt de ANWB alarmcentrale contact op.
ANWB leden maken zich het meest zorgen over inbraak (58%) of brand (26%) in huis en vragen vaak buren om een oogje in het zeil te houden als ze van huis zijn. Rookmelders (80%), dievenklauwen (60%) en beveiligde ramen (62%) zijn populair als maatregel, maar slechts 8% heeft een watersensor in huis. Uit cijfers van de ANWB blijkt echter dat waterschade in huis vaker voorkomt dan diefstal of brand.
De Veilig van Huis Woonverzekering bestaat uit een inboedel-, opstal- en aansprakelijkheidsverzekering en een veiligheidspakket met bijbehorende app. Het veiligheidspakket bevat een camera die gevoelig is voor beweging en geluid, twee bewegingssensoren, twee watersensoren en een Wifi-hub waar alle apparaten mee in verbinding staan.
Indien één van de sensoren een mogelijke schade of inbraak signaleert krijgen klanten een melding in de app. Deze melding wordt opgevolgd door een SMS, robocall en uiteindelijk een telefoontje vanuit de ANWB Alarmcentrale. Mocht het niet lukken om de verzekerde te bereiken, wordt contact gezocht met één van de contactpersonen die vooraf door de verzekerde zijn opgegeven. Het pakket wordt aangeboden met een gratis installatieservice en is af te sluiten op anwb.nl/verzekeringen/woonverzekering.
Zo kunnen klanten onderweg via een smartphone hun huis in de gaten te houden. Indien er mogelijke schade of inbraak wordt gesignaleerd wordt er direct een bericht naar de klant in de app gestuurd. Geen reactie? Dan neemt de ANWB alarmcentrale contact op.
ANWB leden maken zich het meest zorgen over inbraak (58%) of brand (26%) in huis en vragen vaak buren om een oogje in het zeil te houden als ze van huis zijn. Rookmelders (80%), dievenklauwen (60%) en beveiligde ramen (62%) zijn populair als maatregel, maar slechts 8% heeft een watersensor in huis. Uit cijfers van de ANWB blijkt echter dat waterschade in huis vaker voorkomt dan diefstal of brand.
De Veilig van Huis Woonverzekering bestaat uit een inboedel-, opstal- en aansprakelijkheidsverzekering en een veiligheidspakket met bijbehorende app. Het veiligheidspakket bevat een camera die gevoelig is voor beweging en geluid, twee bewegingssensoren, twee watersensoren en een Wifi-hub waar alle apparaten mee in verbinding staan.
Indien één van de sensoren een mogelijke schade of inbraak signaleert krijgen klanten een melding in de app. Deze melding wordt opgevolgd door een SMS, robocall en uiteindelijk een telefoontje vanuit de ANWB Alarmcentrale. Mocht het niet lukken om de verzekerde te bereiken, wordt contact gezocht met één van de contactpersonen die vooraf door de verzekerde zijn opgegeven. Het pakket wordt aangeboden met een gratis installatieservice en is af te sluiten op anwb.nl/verzekeringen/woonverzekering.
Dossier rentederivaten meegewogen in DJSI score ABN AMRO
RobecoSAM, de organisatie achter de berekening van de Dow Jones Sustainability Index (DJSI) score, heeft ABN AMRO in een tussentijdse update laten weten het rentederivaten dossier mee te nemen in de berekening van de DJSI score van de bank. Er zijn 3 punten in mindering gebracht vanwege de impact van dit specifieke dossier. ABN AMRO komt daarmee op een tussentijdse score van 83 over het eerste kwartaal van 2019. De bank scoorde over 2018 een totaal van 86 punten op een schaal van 1-100.
Het is de eerste keer dat RobecoSAM een dergelijke tussentijdse update afgeeft voor ABN AMRO. Tevens is het de eerste keer dat het rentederivatendossier wordt meegewogen. Begin april maakte ABN AMRO op haar website bekend dat nagenoeg alle klanten inmiddels duidelijkheid hebben en het rentederivatendossier project in de afrondende fase zit.
Jaarlijks beoordeelt RobecoSAM ruim 3.500 beursgenoteerde ondernemingen op de dimensies economie, sociaal en milieu voor de DJSI. ABN AMRO scoort traditioneel een hoge positie in de ranking van de DJSI index. Ook dit jaar streeft de bank na om bij 5% best presterende bedrijven te komen. Deze ranglijst wordt aan het einde van het jaar opgemaakt.
Het is de eerste keer dat RobecoSAM een dergelijke tussentijdse update afgeeft voor ABN AMRO. Tevens is het de eerste keer dat het rentederivatendossier wordt meegewogen. Begin april maakte ABN AMRO op haar website bekend dat nagenoeg alle klanten inmiddels duidelijkheid hebben en het rentederivatendossier project in de afrondende fase zit.
Jaarlijks beoordeelt RobecoSAM ruim 3.500 beursgenoteerde ondernemingen op de dimensies economie, sociaal en milieu voor de DJSI. ABN AMRO scoort traditioneel een hoge positie in de ranking van de DJSI index. Ook dit jaar streeft de bank na om bij 5% best presterende bedrijven te komen. Deze ranglijst wordt aan het einde van het jaar opgemaakt.
dinsdag 23 april 2019
'Minimumkapitaalregel zet banken verder op achterstand in Europa'
De Nederlandse Vereniging van Banken begrijpt dat de voorgestelde verlaging van het tarief in de vennootschapsbelasting ook van banken een budgettaire bijdrage vraagt. Maar de NVB zet grote vraagtekens bij de keuze voor een minimumkapitaalregel en de huidige vormgeving vanuit het toekomstperspectief van één Europese markt.
De voorstellen van het kabinet voor een minimumkapitaalregel dragen niet bij aan een gelijk speelveld binnen de Europese Bankenunie en zetten Nederlandse banken verder op achterstand, vindt de belangenvereniging. Dat wringt des te meer nu de ECB aangeeft dat een verdere consolidatie van de bankensector wenselijk is en er door de Bankenunie steeds meer mogelijkheden voor grensoverschrijdend bankieren komen.
Vanwege de te verwachten effecten op de concurrentiepositie en bijvoorbeeld doorwerking naar dienstverlening zoals kredietverlening vindt de NVB het noodzakelijk dat het kabinet de gehele fiscale behandeling van Nederlandse banken in haar afweging betrekt. Daarbij zou goed moeten worden gekeken naar de optelsom van de bankenbelasting, de afschaffing van de aftrekbaarheid van zogenoemde AT1 instrumenten en de voorgestelde minimum kapitaalregel.
Tot slot is het noodzakelijk dat er bij de verdere vormgeving van een minimumkapitaalregel wordt nagedacht over een limiet in de rente-aftrekbeperking aangezien een stijgende rente tot een onevenredige stijging van effectieve belastingdruk kan leiden voor banken. In het geval van bijvoorbeeld een verdubbeling van de rente leidt dit tot een verdubbeling van de rente-aftrekbeperking die niet wordt ondervangen door een evenredige daling van de vennootschaps-belastinglast als gevolg van de tariefsverlaging.
De voorstellen van het kabinet voor een minimumkapitaalregel dragen niet bij aan een gelijk speelveld binnen de Europese Bankenunie en zetten Nederlandse banken verder op achterstand, vindt de belangenvereniging. Dat wringt des te meer nu de ECB aangeeft dat een verdere consolidatie van de bankensector wenselijk is en er door de Bankenunie steeds meer mogelijkheden voor grensoverschrijdend bankieren komen.
Vanwege de te verwachten effecten op de concurrentiepositie en bijvoorbeeld doorwerking naar dienstverlening zoals kredietverlening vindt de NVB het noodzakelijk dat het kabinet de gehele fiscale behandeling van Nederlandse banken in haar afweging betrekt. Daarbij zou goed moeten worden gekeken naar de optelsom van de bankenbelasting, de afschaffing van de aftrekbaarheid van zogenoemde AT1 instrumenten en de voorgestelde minimum kapitaalregel.
Tot slot is het noodzakelijk dat er bij de verdere vormgeving van een minimumkapitaalregel wordt nagedacht over een limiet in de rente-aftrekbeperking aangezien een stijgende rente tot een onevenredige stijging van effectieve belastingdruk kan leiden voor banken. In het geval van bijvoorbeeld een verdubbeling van de rente leidt dit tot een verdubbeling van de rente-aftrekbeperking die niet wordt ondervangen door een evenredige daling van de vennootschaps-belastinglast als gevolg van de tariefsverlaging.
MKB-Nederland wil wettelijke betaaltermijn grote bedrijven vast op 30 dagen
MKB-Nederland wil dat de termijn waarop grote bedrijven de rekeningen van hun leveranciers moeten betalen, wettelijk wordt vastgelegd op 30 dagen. Dat schrijft voorzitter Jacco Vonhof in een brief aan staatssecretaris Mona Keijzer van EZK. De ondernemersorganisatie ziet de betaaltermijnen van ‘groot’ naar ‘klein’ weer oplopen, terwijl het economisch goed gaat.
Volgens cijfers van financieel dienstverlener Graydon zijn de betalingstermijnen van grote naar kleine bedrijven na jaren van daling in 2018 weer opgelopen tot een gemiddelde van 41,5 dagen. “
Het lijkt erop de Wet uiterste betaaltermijn van 60 dagen voor grote bedrijven, die in juli 2017 in werking trad, daar debet aan is. MKB-Nederland heeft destijds steeds ervoor gewaarschuwd dat met deze wet 60 dagen de nieuwe norm wordt, terwijl 30 dagen een volstrekt normale betaaltermijn is.
Volgens cijfers van financieel dienstverlener Graydon zijn de betalingstermijnen van grote naar kleine bedrijven na jaren van daling in 2018 weer opgelopen tot een gemiddelde van 41,5 dagen. “
Het lijkt erop de Wet uiterste betaaltermijn van 60 dagen voor grote bedrijven, die in juli 2017 in werking trad, daar debet aan is. MKB-Nederland heeft destijds steeds ervoor gewaarschuwd dat met deze wet 60 dagen de nieuwe norm wordt, terwijl 30 dagen een volstrekt normale betaaltermijn is.
'OESO-richtlijn: banken moeten klimaatdoel publiceren in lijn met Parijs'
De OESO-richtlijnen eisen dat ING en andere banken concrete klimaatdoelstellingen voor hun financiële diensten opstellen in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Dit concludeert het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen (NCP) in reactie op de klacht die Oxfam Novib, Greenpeace, BankTrack en Milieudefensie tegen ING indienden in mei 2017.
Peter Ras, senior beleidsadviseur Oxfam Novib: “We zijn tevreden met de afgewogen uitspraak van het Nationaal Contactpunt die duidelijk maakt dat banken, om aan de OESO-richtlijnen te voldoen, concrete klimaatdoelstellingen voor hun financiële diensten moeten opstellen in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Dit betekent dat banken in Nederland en in het buitenland hard aan de slag moeten. Het is ook mooi dat voor het eerst een OESO Contactpunt zich duidelijk uitspreekt over klimaatdoelstellingen.”
De organisaties zijn ook blij dat ING intussen heeft toegezegd haar portfolio in lijn te brengen met het Parijs Akkoord en hiervoor ook tussendoelen wil publiceren. De maatschappelijke organisaties verlangen dat ING haar leningenportefeuille zo snel mogelijk in lijn brengt met een maximale temperatuurstijging van 1,5 graad Celsius. Voor veel bewoners van eilandstaten en delta’s zoals in Bangladesh betekent het halen van de anderhalve graad doelstelling het verschil tussen blijven wonen waar men geworteld is of vluchten voor de stijgende zeespiegel, aldus de 4 organisaties.
Kees Kodde, campagneleider Greenpeace: “Het is belangrijk dat ING snel tussendoelen gaat publiceren. De financiële sector hecht ten onrechte grote waarde aan scenario’s die zich rijk rekenen met omstreden en dure technologieën zoals CO2-opslag. Een betere benadering is om financiering van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk uit te faseren. Wat dat betreft geeft ING op het gebied van steenkool het juiste voorbeeld.”
In mei 2017 dienden Oxfam Novib, Greenpeace, BankTrack en Milieudefensie een klacht in tegen ING bij het Nationaal Contactpunt Oeso-richtlijnen (NCP) omdat deze organisaties van mening waren dat ING de OESO-richtlijnen schond op het gebied van klimaat. In november 2017 heeft het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen (NCP) de klimaat-klacht tegen ING ontvankelijk verklaard. Het was wereldwijd voor het eerst dat een klimaat-gerelateerde klacht door een OESO-contactpunt ontvankelijk werd verklaard.
Na indiening van deze klacht publiceerde ING in december 2017 haar besluit om kolenfinanciering af te bouwen tot vrijwel nul in 2025 en af te zien van financiering van nieuwe kolencentrales. In september 2018 kondigde ING aan dat het begint met het sturen van de leningen van de bank in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Het NCP velt in haar uitspraak geen oordeel over de vraag of ING in 2017 de OESO-richtlijnen ten aanzien van klimaat wel of niet schond.
ING, BankTrack, Greenpeace, Milieudefensie en Oxfam Novib roepen gezamenlijk de Nederlandse regering op om het Internationaal Energie Agentschap zo spoedig mogelijk twee scenario’s te laten publiceren die gericht zijn op een maximale temperatuurstijging van 1,5 graad Celsius (met en zonder CO2 opslag (CCS) en waar banken en andere financiële instellingen hun leningen en investeringen op aan kunnen passen.
Peter Ras, senior beleidsadviseur Oxfam Novib: “We zijn tevreden met de afgewogen uitspraak van het Nationaal Contactpunt die duidelijk maakt dat banken, om aan de OESO-richtlijnen te voldoen, concrete klimaatdoelstellingen voor hun financiële diensten moeten opstellen in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Dit betekent dat banken in Nederland en in het buitenland hard aan de slag moeten. Het is ook mooi dat voor het eerst een OESO Contactpunt zich duidelijk uitspreekt over klimaatdoelstellingen.”
De organisaties zijn ook blij dat ING intussen heeft toegezegd haar portfolio in lijn te brengen met het Parijs Akkoord en hiervoor ook tussendoelen wil publiceren. De maatschappelijke organisaties verlangen dat ING haar leningenportefeuille zo snel mogelijk in lijn brengt met een maximale temperatuurstijging van 1,5 graad Celsius. Voor veel bewoners van eilandstaten en delta’s zoals in Bangladesh betekent het halen van de anderhalve graad doelstelling het verschil tussen blijven wonen waar men geworteld is of vluchten voor de stijgende zeespiegel, aldus de 4 organisaties.
Kees Kodde, campagneleider Greenpeace: “Het is belangrijk dat ING snel tussendoelen gaat publiceren. De financiële sector hecht ten onrechte grote waarde aan scenario’s die zich rijk rekenen met omstreden en dure technologieën zoals CO2-opslag. Een betere benadering is om financiering van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk uit te faseren. Wat dat betreft geeft ING op het gebied van steenkool het juiste voorbeeld.”
In mei 2017 dienden Oxfam Novib, Greenpeace, BankTrack en Milieudefensie een klacht in tegen ING bij het Nationaal Contactpunt Oeso-richtlijnen (NCP) omdat deze organisaties van mening waren dat ING de OESO-richtlijnen schond op het gebied van klimaat. In november 2017 heeft het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen (NCP) de klimaat-klacht tegen ING ontvankelijk verklaard. Het was wereldwijd voor het eerst dat een klimaat-gerelateerde klacht door een OESO-contactpunt ontvankelijk werd verklaard.
Na indiening van deze klacht publiceerde ING in december 2017 haar besluit om kolenfinanciering af te bouwen tot vrijwel nul in 2025 en af te zien van financiering van nieuwe kolencentrales. In september 2018 kondigde ING aan dat het begint met het sturen van de leningen van de bank in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Het NCP velt in haar uitspraak geen oordeel over de vraag of ING in 2017 de OESO-richtlijnen ten aanzien van klimaat wel of niet schond.
ING, BankTrack, Greenpeace, Milieudefensie en Oxfam Novib roepen gezamenlijk de Nederlandse regering op om het Internationaal Energie Agentschap zo spoedig mogelijk twee scenario’s te laten publiceren die gericht zijn op een maximale temperatuurstijging van 1,5 graad Celsius (met en zonder CO2 opslag (CCS) en waar banken en andere financiële instellingen hun leningen en investeringen op aan kunnen passen.
Ruim 40 procent van gescheiden mensen heeft achteraf spijt van gemaakte financiële afspraken
Uit onderzoek van Motivaction blijkt dat meer dan de helft van de mensen die de afgelopen 3 jaar zijn gescheiden, spijt heeft van hierbij gemaakte afspraken. 42 procent geeft aan dat ze hun financiën achteraf anders hadden willen regelen.
In Nederland eindigt nog steeds ruim een op de drie huwelijken in scheiding. ‘Angst voor financiële gevolgen’ is de grootste zorg van zowel mannen als vrouwen bij een leven na scheiding. Toch schakelt 39 procent van de mensen geen enkele hulp in bij het overzien en regelen van hun financiën bij scheiding. Dit komt omdat zij niet weten waar ze moeten beginnen, of wie ze kunnen inschakelen.
Onlangs werd nieuw initiatief gelanceerd: de Financiële Vooruitblik bij Scheiden. Het doel hiervan is om mensen die gaan scheiden beter inzicht te geven in hun financiën na scheiding. Het initiatief is ontwikkeld door Aegon, met advies van organisaties zoals vFAS, het MfN-register, RFEA en ook WomenInc en het Nibud. Het onderzoek naar zorgen rond scheiding werd in opdracht van Aegon en de vFAS (vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators) uitgevoerd.
In 2018 lanceerde Aegon het Actieplan Financiële Zelfredzaamheid, dat in ontvangst werd genomen door Minister Van Engelshoven (OCW), met als doel Nederlanders te helpen meer inzicht en overzicht te krijgen in hun financiën. Het lanceren van de Financiële Vooruitblik bij Scheiden is één van de concrete acties van dit actieplan. Voor dit initiatief is ook een pilotgroep gestart met onafhankelijke adviseurs aangesloten bij RFEA (Register Financieel Echtscheidingsadviseurs), zodat iedereen zelf kan bepalen van welke partij toekomstige ex-partners advies willen krijgen.
Alexander Leuftink, voorzitter van de vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS): “De vFAS gelooft dat duurzaam en zorgvuldig scheiden in goed overleg vrijwel in de meeste gevallen leidt tot de beste lange termijn oplossing voor alle betrokkenen. Daarbij is essentieel dat (ex-)partners de financiële consequenties van de door hen te maken afspraken, nog voordat deze worden vastgelegd in een convenant, kunnen overzien.”
In Nederland eindigt nog steeds ruim een op de drie huwelijken in scheiding. ‘Angst voor financiële gevolgen’ is de grootste zorg van zowel mannen als vrouwen bij een leven na scheiding. Toch schakelt 39 procent van de mensen geen enkele hulp in bij het overzien en regelen van hun financiën bij scheiding. Dit komt omdat zij niet weten waar ze moeten beginnen, of wie ze kunnen inschakelen.
Onlangs werd nieuw initiatief gelanceerd: de Financiële Vooruitblik bij Scheiden. Het doel hiervan is om mensen die gaan scheiden beter inzicht te geven in hun financiën na scheiding. Het initiatief is ontwikkeld door Aegon, met advies van organisaties zoals vFAS, het MfN-register, RFEA en ook WomenInc en het Nibud. Het onderzoek naar zorgen rond scheiding werd in opdracht van Aegon en de vFAS (vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators) uitgevoerd.
In 2018 lanceerde Aegon het Actieplan Financiële Zelfredzaamheid, dat in ontvangst werd genomen door Minister Van Engelshoven (OCW), met als doel Nederlanders te helpen meer inzicht en overzicht te krijgen in hun financiën. Het lanceren van de Financiële Vooruitblik bij Scheiden is één van de concrete acties van dit actieplan. Voor dit initiatief is ook een pilotgroep gestart met onafhankelijke adviseurs aangesloten bij RFEA (Register Financieel Echtscheidingsadviseurs), zodat iedereen zelf kan bepalen van welke partij toekomstige ex-partners advies willen krijgen.
Alexander Leuftink, voorzitter van de vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS): “De vFAS gelooft dat duurzaam en zorgvuldig scheiden in goed overleg vrijwel in de meeste gevallen leidt tot de beste lange termijn oplossing voor alle betrokkenen. Daarbij is essentieel dat (ex-)partners de financiële consequenties van de door hen te maken afspraken, nog voordat deze worden vastgelegd in een convenant, kunnen overzien.”
vrijdag 19 april 2019
Verbond tevreden met akkoord over herziening Europees financieel toezicht
Het Europees Parlement (EP) heeft ingestemd met de voorgestelde herziening van het Europees systeem voor financieel toezicht met als doel: het veiliger maken van financiële markten, het effectiever tegengaan van witwassen en nog betere bescherming van de consument.
Het bereikte akkoord met de EU-lidstaten bestaat uit een upgrade en verdere harmonisering van de regelgeving uit 2010 voor financiële toezichthoudende autoriteiten. Het is positief dat het Europees Parlement EIOPA als sterke onafhankelijke toezichtautoriteit voor de verzekeringssector handhaaft, waarbij nationale toezichthouders verantwoordelijk blijven voor het nationale toezicht. Het Verbond is tevreden met de keuze van het EP om EIOPA geen extra bevoegdheid te geven om op eigen initiatief adviezen te geven aan nationale toezichthouders die interne modellen van verzekeraars beoordelen. Dit advies zouden de toezichthouders verplicht moeten opvolgen of moeten uitleggen waarom ze hieraan geen gehoor geven. Een dergelijk advies wordt gezien als een te vergaande inmenging in de afwegingen die een nationale toezichthouder in een specifieke situatie maakt. Ook krijgt EIOPA geen extra bevoegdheid om stresstest resultaten te publiceren over individuele instellingen.
EIOPA krijgt wel de bevoegdheid om in zijn rol als overkoepelende Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, inbreuken op EU-wetgeving en gevallen van grensoverschrijdende geschillen effectiever aan te pakken. De belangrijkste besluitvormende organen van EIOPA, de raad van toezichthouders en de huidige raad van bestuur, blijven gehandhaafd. Ook blijft de Europese begroting een deel van de kosten van de Europese toezichtautoriteiten (European Supervisory Authorities (ESA’s)) betalen. Dat is positief omdat dit de parlementaire controle van het Europees Parlement waarborgt. Het toezicht wordt immers voor een belangrijk deel uitgeoefend in het algemeen belang. Naast het geringe toezicht maakt EIOPA vooral beleid.
EBA, de Europese toezichtautoriteit voor banken, krijgt een coördinerende taak op Europees niveau om samenwerking en informatiedeling te versterken op het gebied van anti-witwassen met nationale toezichthouders. Daarbij kan EBA alleen wijzigingen rond het toezicht op anti-witwassen doorvoeren na een advies van EIOPA. Zo wordt gewaarborgd dat specifieke aspecten rond verzekeringen betrokken worden bij wijzigingen in het toezicht.
De EU-ministers moeten de overeenkomst formeel nog bevestigen. In het najaar wordt duidelijk wanneer de herziening van kracht wordt.
Het bereikte akkoord met de EU-lidstaten bestaat uit een upgrade en verdere harmonisering van de regelgeving uit 2010 voor financiële toezichthoudende autoriteiten. Het is positief dat het Europees Parlement EIOPA als sterke onafhankelijke toezichtautoriteit voor de verzekeringssector handhaaft, waarbij nationale toezichthouders verantwoordelijk blijven voor het nationale toezicht. Het Verbond is tevreden met de keuze van het EP om EIOPA geen extra bevoegdheid te geven om op eigen initiatief adviezen te geven aan nationale toezichthouders die interne modellen van verzekeraars beoordelen. Dit advies zouden de toezichthouders verplicht moeten opvolgen of moeten uitleggen waarom ze hieraan geen gehoor geven. Een dergelijk advies wordt gezien als een te vergaande inmenging in de afwegingen die een nationale toezichthouder in een specifieke situatie maakt. Ook krijgt EIOPA geen extra bevoegdheid om stresstest resultaten te publiceren over individuele instellingen.
EIOPA krijgt wel de bevoegdheid om in zijn rol als overkoepelende Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, inbreuken op EU-wetgeving en gevallen van grensoverschrijdende geschillen effectiever aan te pakken. De belangrijkste besluitvormende organen van EIOPA, de raad van toezichthouders en de huidige raad van bestuur, blijven gehandhaafd. Ook blijft de Europese begroting een deel van de kosten van de Europese toezichtautoriteiten (European Supervisory Authorities (ESA’s)) betalen. Dat is positief omdat dit de parlementaire controle van het Europees Parlement waarborgt. Het toezicht wordt immers voor een belangrijk deel uitgeoefend in het algemeen belang. Naast het geringe toezicht maakt EIOPA vooral beleid.
EBA, de Europese toezichtautoriteit voor banken, krijgt een coördinerende taak op Europees niveau om samenwerking en informatiedeling te versterken op het gebied van anti-witwassen met nationale toezichthouders. Daarbij kan EBA alleen wijzigingen rond het toezicht op anti-witwassen doorvoeren na een advies van EIOPA. Zo wordt gewaarborgd dat specifieke aspecten rond verzekeringen betrokken worden bij wijzigingen in het toezicht.
De EU-ministers moeten de overeenkomst formeel nog bevestigen. In het najaar wordt duidelijk wanneer de herziening van kracht wordt.
AFM verbiedt binaire opties en beperkt verkoop CFD’s
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) treft in navolging van ESMA twee nationale productinterventiemaatregelen: het verbod op binaire opties en de verkoopbeperking aan contracts for difference (CFD’s). De maatregelen treden op 19 april 2019 in werking.
Begin maart heeft de AFM de markt geïnformeerd over de voorbereidingen voor nationale maatregelen met betrekking tot de verkoop van binaire opties en CFD’s in of vanuit Nederland. Vandaag publiceert de AFM deze maatregelen in de Staatscourant.
Met de inwerkingtreding geldt een verbod om binaire opties in of vanuit Nederland op de markt te brengen, te verspreiden of te verkopen aan niet-professionele beleggers (retailbeleggers). Het in of vanuit Nederland op de markt brengen, verspreiden of verkopen van CFD’s aan retailbeleggers is vanaf die datum beperkt mogelijk.
Deze maatregelen gelden voor beleggingsondernemingen in Nederland en voor beleggingsondernemingen in een andere EU-lidstaat die met een bijkantoor of Europees paspoort actief zijn in Nederland. De maatregelen wijken inhoudelijk niet af van de tijdelijke ESMA-maatregelen die op dit moment al in Europa gelden.
Het is de eerste keer dat de AFM haar productinterventiebevoegdheid gebruikt. Sinds de invoering van MiFID II en MiFIR begin 2018 beschikt de AFM over deze nationale bevoegdheid. De AFM is één van de eerste toezichthouders in Europa die deze bevoegdheid benut. In tegenstelling tot de tijdelijke maatregelen van ESMA gelden de nationale maatregelen van de AFM voor onbepaalde tijd.
Begin maart heeft de AFM de markt geïnformeerd over de voorbereidingen voor nationale maatregelen met betrekking tot de verkoop van binaire opties en CFD’s in of vanuit Nederland. Vandaag publiceert de AFM deze maatregelen in de Staatscourant.
Met de inwerkingtreding geldt een verbod om binaire opties in of vanuit Nederland op de markt te brengen, te verspreiden of te verkopen aan niet-professionele beleggers (retailbeleggers). Het in of vanuit Nederland op de markt brengen, verspreiden of verkopen van CFD’s aan retailbeleggers is vanaf die datum beperkt mogelijk.
Deze maatregelen gelden voor beleggingsondernemingen in Nederland en voor beleggingsondernemingen in een andere EU-lidstaat die met een bijkantoor of Europees paspoort actief zijn in Nederland. De maatregelen wijken inhoudelijk niet af van de tijdelijke ESMA-maatregelen die op dit moment al in Europa gelden.
Het is de eerste keer dat de AFM haar productinterventiebevoegdheid gebruikt. Sinds de invoering van MiFID II en MiFIR begin 2018 beschikt de AFM over deze nationale bevoegdheid. De AFM is één van de eerste toezichthouders in Europa die deze bevoegdheid benut. In tegenstelling tot de tijdelijke maatregelen van ESMA gelden de nationale maatregelen van de AFM voor onbepaalde tijd.
Rabobank verkoopt voormalige ACC leningenportefeuille
Rabobank verkoopt de gedekte leningenportefeuille – voorheen eigendom van ACC Loan Management (ACC) – aan een consortium van Goldman Sachs en CarVal Investors. Daarnaast verkoopt Rabobank de portefeuille met ongedekte leningen aan Cabot.
De verkoop van deze gehele resterende kredietportefeuille van ACC wordt gewaardeerd op circa 800 miljoen euro en heeft een klein positief effect op de nettowinst van Rabobank Groep over 2019 en de CET1-ratio.
De Banking for Food-strategie van Rabobank is de drijvende kracht achter de internationale portefeuille van de Groep. De verkoop sluit goed aan op deze internationale strategie en is in lijn met het balansoptimalisatieprogramma van de Groep om niet-kernactiva af te bouwen.
De verkoop van deze gehele resterende kredietportefeuille van ACC wordt gewaardeerd op circa 800 miljoen euro en heeft een klein positief effect op de nettowinst van Rabobank Groep over 2019 en de CET1-ratio.
De Banking for Food-strategie van Rabobank is de drijvende kracht achter de internationale portefeuille van de Groep. De verkoop sluit goed aan op deze internationale strategie en is in lijn met het balansoptimalisatieprogramma van de Groep om niet-kernactiva af te bouwen.
donderdag 18 april 2019
'Geduld gedupeerde beleggers SNS andermaal op de proef gesteld'
De deskundigen die onderzoek hebben gedaan naar de schadevergoeding aan beleggers vanwege onteigening door SNS Bank moeten van de rechter terug naar de tekentafel.
Op 16 april 2019 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam een nader onderzoek door deskundigen bevolen naar de werkelijke waarde van de onteigende effecten en vermogensbestanddelen SNS Reaal en SNS Bank per 1 februari 2013. Deskundigen moeten voor 1 juli met nieuwe resultaten komen. Een nieuwe uitspraak wordt pas eind 2019 verwacht.
Beleggersvereniging VEB onderkent het belang van een afgewogen beslissing op basis van gedegen informatie, maar is teleurgesteld dat zes jaar na onteigening nog steeds niet duidelijk is in welke mate beleggers schadeloos worden gesteld. Eerder leek de Ondernemingskamer aan te sturen op een vooruitbetaling aan beleggers. Helaas is aan suggesties hierover geen opvolging gegeven.
Op 16 april 2019 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam een nader onderzoek door deskundigen bevolen naar de werkelijke waarde van de onteigende effecten en vermogensbestanddelen SNS Reaal en SNS Bank per 1 februari 2013. Deskundigen moeten voor 1 juli met nieuwe resultaten komen. Een nieuwe uitspraak wordt pas eind 2019 verwacht.
Beleggersvereniging VEB onderkent het belang van een afgewogen beslissing op basis van gedegen informatie, maar is teleurgesteld dat zes jaar na onteigening nog steeds niet duidelijk is in welke mate beleggers schadeloos worden gesteld. Eerder leek de Ondernemingskamer aan te sturen op een vooruitbetaling aan beleggers. Helaas is aan suggesties hierover geen opvolging gegeven.
Geld lenen voor het eerst sinds acht jaar weer duurder
De leenrentes
stijgen voor het eerst sinds lange tijd weer. Als je nu een persoonlijke lening
van 50.000 euro afsluit met een looptijd van 60 maanden, betaal je gemiddeld
5,25 procent rente. In januari van dit jaar was dit nog 5,19 procent.
Maar het
gaat niet alleen om de hoge leenbedragen. Ook bij lagere kredietsommen is de
rente gestegen.
Dit blijkt uit
onderzoek van de vergelijkingssite Geld.nl.
De rente voor een persoonlijke lening van 10.000 euro met een looptijd van 60
maanden steeg in het eerste kwartaal van 2019 van 6,20 naar 6,22 procent. Voor
een lening van 20.000 euro ging de rente van 5,52 naar 5,58 procent. Dit lijken
kleine stijgingen, maar het scheelt al snel een paar honderd euro aan
rentekosten op je lening.
Dat de
leenrentes stijgen is opvallend. Sinds 2011 zijn de leenrentes eigenlijk alleen
maar gedaald. “De afgelopen weken stegen de marktrentes, de rentes waar banken
al hun rentetarieven op baseren, wel een beetje, maar bij sparen en hypotheken
zien we hier niets van terug. Dit terwijl leningen dus wel duurder worden”,
voegt Bulthuis toe.
De
kredietverstrekkers zelf geven geen commentaar op de renteverhogingen. Drie van
de vier kredietverstrekkers die in 2019 hun rentes verhoogden, namelijk Findio,
Interbank en DEFAM, geven expliciet aan hier niet over te willen praten. BNP
Paribas was niet bereikbaar voor commentaar.
Toch heeft
Bulthuis wel een verklaring voor renteverhogingen. “Kredietverstrekkers hebben
elkaar de laatste tijd hevig beconcurreerd. Er worden zelfs verliezen geleden
door verschillende kredietverstrekkers puur om de concurrentie op de rente aan
te gaan. Het is waarschijnlijk dat de kredietverstrekkers dit niet lang meer
volhouden en daarom zien we nu de eerste renteverhogingen.”
Toch kun je
zelf nog een hoop doen om te voorkomen dat je te veel betaalt voor een lening.
De verschillen tussen de hoogste en de laagste rentes zijn namelijk nog steeds
groot. Uit eerder
onderzoek van Geld.nl blijkt dat het verschil oploopt tot 700 euro per
jaar. “Het loont dus zeker om niet direct naar je huisbank te stappen voor een
lening maar om eerst goed te vergelijken voor je een keuze maakt ”, aldus
Bulthuis.
BNP Paribas Fortis opent een nieuw type kantoor ’Be.Connected’ in Oostende
Een dezer dagen opende BNP Paribas Fortis in Oostende een nieuw type kantoor: Be.Connected. Be.Connected is een digital touchpoint in de directe nabijheid van een groot kantoor en met een uitgesproken accent op de promotie van het digitale aanbod van de bank. Bovendien is Be.Connected stevig verbonden met zijn omgeving en wil het een echt innovatief en digitaal centrum/visitekaartje in het hart van de stad worden.
Een eerste kantoor van dat type ging vorig jaar open in de Brusselse Nieuwstraat. De medewerkers in het Be.Connected-kantoor zullen de klanten digitaal coachen en begeleiden bij het gebruik van de verschillende kanalen die ter beschikking staan. Klanten weten immers vaak onvoldoende dat er voor hun vraag een digitale oplossing bestaat. Kantoormedewerkers zullen gebruikmaken van tablets en stellen alle informatie digitaal ter beschikking.
Een eerste kantoor van dat type ging vorig jaar open in de Brusselse Nieuwstraat. De medewerkers in het Be.Connected-kantoor zullen de klanten digitaal coachen en begeleiden bij het gebruik van de verschillende kanalen die ter beschikking staan. Klanten weten immers vaak onvoldoende dat er voor hun vraag een digitale oplossing bestaat. Kantoormedewerkers zullen gebruikmaken van tablets en stellen alle informatie digitaal ter beschikking.
Start serie nieuwe onderzoeken naar verbetering belastingstelsel
Hoe kunnen we ons belastingstelstel toekomstbestendig en eenvoudiger maken? Dat is de kern van een serie nieuwe onderzoeken die het ministerie van Financiën dit jaar start en de basis vormt voor verschillende bouwstenen voor verbetering van ons belastingstelsel. Dit is bruikbaar bij een volgende kabinetsformatie.
“Ons belastingstelsel heeft net als een huis voortdurend onderhoud nodig. Soms vergt dit slechts een kleine ingreep, maar zo nu en dan is het ook nodig grondiger te moderniseren”, aldus staatssecretaris Menno Snel van Financiën.
Alle onderzoeken stellen de vraag of de huidige belastingen en heffingen nog steeds bijdragen aan de kwaliteit van onze samenleving en wat er beter kan. Hoe is de belastingdruk verdeeld over verschillende groepen in de samenleving, zoals tweeverdieners, eenverdieners, grote en kleine bedrijven?
Eén onderzoeksvraag richt zich op de effecten van globalisering en digitalisering op onze bedrijfsbelastingen. Een ander onderzoek kijkt naar de opkomst van de deel- en kluseconomie op onze belastingen. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met inkomsten van mensen die hun woning kortstondig verhuren?
Ook het effect van de klimaattransitie op belastingen wordt onderzocht. Milieubelastingen spelen een belangrijke rol om klimaatvriendelijk gedrag te stimuleren. Als het beleid succesvol is zullen de belastingopbrengsten teruglopen. De vraag is dus hoeveel belastinggeld in de toekomst nog met deze belastingen kan worden opgehaald.
Staatsecretaris Snel: “Een goed functionerend belastingstelsel is het fundament voor een financieel gezond land; zonder zakt het huis in elkaar. Digitalisering, vergrijzing en flexibilisering van de arbeidsmarkt veranderen onze samenleving. Daar moet het belastingstelsel klaar voor zijn.”
“Ons belastingstelsel heeft net als een huis voortdurend onderhoud nodig. Soms vergt dit slechts een kleine ingreep, maar zo nu en dan is het ook nodig grondiger te moderniseren”, aldus staatssecretaris Menno Snel van Financiën.
Alle onderzoeken stellen de vraag of de huidige belastingen en heffingen nog steeds bijdragen aan de kwaliteit van onze samenleving en wat er beter kan. Hoe is de belastingdruk verdeeld over verschillende groepen in de samenleving, zoals tweeverdieners, eenverdieners, grote en kleine bedrijven?
Eén onderzoeksvraag richt zich op de effecten van globalisering en digitalisering op onze bedrijfsbelastingen. Een ander onderzoek kijkt naar de opkomst van de deel- en kluseconomie op onze belastingen. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met inkomsten van mensen die hun woning kortstondig verhuren?
Ook het effect van de klimaattransitie op belastingen wordt onderzocht. Milieubelastingen spelen een belangrijke rol om klimaatvriendelijk gedrag te stimuleren. Als het beleid succesvol is zullen de belastingopbrengsten teruglopen. De vraag is dus hoeveel belastinggeld in de toekomst nog met deze belastingen kan worden opgehaald.
Staatsecretaris Snel: “Een goed functionerend belastingstelsel is het fundament voor een financieel gezond land; zonder zakt het huis in elkaar. Digitalisering, vergrijzing en flexibilisering van de arbeidsmarkt veranderen onze samenleving. Daar moet het belastingstelsel klaar voor zijn.”
woensdag 17 april 2019
'In vier vragen inzicht in de best passende alternatieve financieringsmogelijkheid'
Veel ondernemers weten de weg naar alternatieve
financiering nog lastig te vinden. Stichting MKB financiering (SMF) heeft
daarom besloten een beknopte MKB Financieringswijzer te maken. Deze financieringswijzer
geeft mkb’ers een overzicht van het aanbod van de bij de stichting aangesloten
betrouwbare financiers. Aan de hand van vier simpele vragen krijgt de
ondernemer inzicht in de meest passende mogelijkheden voor zijn of haar
financieringsbehoefte en kan er direct contact opgenomen worden met de
betreffende financier(s).
De MKB Financieringswijzer werd tijdens de opening
van het ONL ondernemershuis op 16 april 2019
gelanceerd. De MKB Financieringswijzer zal beschikbaar zijn via diverse websites
van ondernemersnetwerken. De eerste samenwerking is hiervoor gesloten met ONL.
Op deze dag wordt ook het meerjarig partnership
tussen SMF en ONL officieel bekendgemaakt, ONL voor Ondernemers
ondersteunt dit initiatief en zorgt voor toegang tot de MKB Financieringswijzer
via haar website.
Op dit moment zijn de tien aangesloten partners
van SMF beschikbaar via de tool, die een breed aanbod van
financieringsoplossingen aanbieden. De verwachting is dat in de komende periode
er nog een aantal extra financiers toegevoegd worden aan de tool wanneer zij
ook voldoen aan de Gedragscode MKB Financiers die afgelopen week gepresenteerd
is.
Alle in de MKB financieringswijzer opgenomen
partijen zijn Partners van SMF en hebben aangegeven zich aan de gepubliceerde
Gedragscode MKB Financiers te willen houden. In de Gedragscode MKB Financiers
die per 01 juli 2019 ingaat zijn concrete uitgangspunten geformuleerd voor
financiers op het gebied van maximale rentetarieven, actieve provisie
transparantie, niet misleidende communicatie, passend en verantwoord
financieren en passende zekerheden.
SMF streeft ernaar om het vertrouwen van
ondernemers in de sector te vergroten en één van de manieren om dit te
realiseren is de opening van een onafhankelijk klachtenloket bij Kifid
– Klachteninstituut Financiële Dienstverlening- waar ondernemers terecht kunnen
met eventuele klachten over financiers die de gedragscode ondertekend hebben.