Vermogensongelijkheid neemt af
De vermogensongelijkheid tussen huishoudens daalt vanaf 2015, wat samenhangt met de aantrekkende woningmarkt. Tot dat jaar was sprake van een stijgende vermogensongelijkheid. De inkomensongelijkheid is aanzienlijk lager dan de vermogensongelijkheid en veranderde niet in de periode 2011–2017. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste inkomens- en vermogensgegevens.
Tussen 2011 en 2014 nam de ongelijkheid in vermogen tussen huishoudens toe. Dit hing sterk samen met de daling van de huizenprijzen tijdens de economische crisis. Bijna zes op de tien huishoudens hebben een eigen woning. Van de huishoudens die deze woning met een hoge hypotheek hebben gefinancierd is het vermogen gevoelig voor de ontwikkeling van de huizenprijzen. De hypotheekschuld (een negatieve component van het vermogen) is veel minder variabel dan de woningwaarde.
Een deel van de huizenbezitters heeft een negatief vermogen, doordat hun hypotheekschuld hoger is dan de woningwaarde. Zij bevinden zich dan ook aan de onderkant van de vermogensladder. Aangezien het eigen huis voor de minder vermogende huizenbezitters het belangrijkste vermogensbestanddeel is, trof de huizencrisis hun vermogen relatief harder dan de rijkeren die vaak ook over andere vermogensbestanddelen beschikken. Doordat de huizenprijzen vanaf 2015 oplopen, neemt de vermogensongelijkheid vanaf dat jaar weer af. De vermogensongelijkheid exclusief eigen woning is in de periode 2011-2017 vrijwel niet veranderd.
In gemeenten met een gemiddeld hoog gestandaardiseerd besteedbaar inkomen, zoals Laren, Wassenaar en Blaricum, ligt de inkomensongelijkheid ver boven de landelijke. Echter niet alleen in rijke gemeenten, maar ook in studentensteden, inclusief de vier grote steden, lopen de inkomens vaak flink uiteen. Daar bestaan relatief grote verschillen tussen de doorgaans geringe inkomens van studentenhuishoudens en die van andere inwoners.
In gemeenten met relatief veel ouderen met overwegend lage inkomens liggen de inkomens doorgaans dicht bij elkaar. Zo is de inkomensongelijkheid in vergrijsde gemeenten in de regio Parkstad Limburg, zoals Brunssum, Landgraaf en Kerkrade, naar verhouding klein. Ook in gemeenten als Pekela en Stadskanaal is de ongelijkheid om die reden beperkt.
Tussen 2011 en 2014 nam de ongelijkheid in vermogen tussen huishoudens toe. Dit hing sterk samen met de daling van de huizenprijzen tijdens de economische crisis. Bijna zes op de tien huishoudens hebben een eigen woning. Van de huishoudens die deze woning met een hoge hypotheek hebben gefinancierd is het vermogen gevoelig voor de ontwikkeling van de huizenprijzen. De hypotheekschuld (een negatieve component van het vermogen) is veel minder variabel dan de woningwaarde.
Een deel van de huizenbezitters heeft een negatief vermogen, doordat hun hypotheekschuld hoger is dan de woningwaarde. Zij bevinden zich dan ook aan de onderkant van de vermogensladder. Aangezien het eigen huis voor de minder vermogende huizenbezitters het belangrijkste vermogensbestanddeel is, trof de huizencrisis hun vermogen relatief harder dan de rijkeren die vaak ook over andere vermogensbestanddelen beschikken. Doordat de huizenprijzen vanaf 2015 oplopen, neemt de vermogensongelijkheid vanaf dat jaar weer af. De vermogensongelijkheid exclusief eigen woning is in de periode 2011-2017 vrijwel niet veranderd.
In gemeenten met een gemiddeld hoog gestandaardiseerd besteedbaar inkomen, zoals Laren, Wassenaar en Blaricum, ligt de inkomensongelijkheid ver boven de landelijke. Echter niet alleen in rijke gemeenten, maar ook in studentensteden, inclusief de vier grote steden, lopen de inkomens vaak flink uiteen. Daar bestaan relatief grote verschillen tussen de doorgaans geringe inkomens van studentenhuishoudens en die van andere inwoners.
In gemeenten met relatief veel ouderen met overwegend lage inkomens liggen de inkomens doorgaans dicht bij elkaar. Zo is de inkomensongelijkheid in vergrijsde gemeenten in de regio Parkstad Limburg, zoals Brunssum, Landgraaf en Kerkrade, naar verhouding klein. Ook in gemeenten als Pekela en Stadskanaal is de ongelijkheid om die reden beperkt.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.