De juridische fusie tussen ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO Bank) en ABN AMRO Group N.V. (ABN AMRO Group) is nu afgerond. Die juridische fusie wordt op 29 juni 2019 van kracht.
Na de juridische fusie is ABN AMRO Bank de verkrijgende rechtspersoon. De certificaten behouden hun notering op Euronext Amsterdam onder de huidige ISIN-code NL0011540547.
vrijdag 28 juni 2019
Cobase krijgt PSD2-vergunning van De Nederlandsche Bank
Het Amsterdamse Cobase zegt als eerste Nederlandse fintech voor de zakelijke markt een PSD2-vergunning van De Nederlandsche Bank te hebben gekregen.
Cobase biedt een totaaloplossing voor zakelijke klanten die over het algemeen een jaaromzet hebben vanaf 100 miljoen euro en met meerdere banken. Zij krijgen via het multibanking-platform toegang tot alle bankrekeningen bij de verschillende financiële instellingen waar zij een relatie mee hebben. Door het verkrijgen van de PSD2-vergunning komt Cobase onder toezicht te staan van De Nederlandsche Bank.
Met Open Banking geven banken via een API toegang tot bankrekeningen aan Third Party Providers, vaak leveranciers van betaaldiensten of financiële software. Dat gebeurt met toestemming van de eigenaar van de rekening. De rekening kan direct worden aangestuurd buiten het traditionele bankportaal om. Zo kunnen nieuwe producten en diensten ontwikkeld worden door derde partijen die zelf geen bank zijn, maar die bijvoorbeeld een betaaldienst of een softwarepakket bieden.
Om innovaties op dit gebied te ondersteunen is in de EU de PSD2-wetgeving geïntroduceerd. Vanaf september moeten banken in de EU verplicht toegang verlenen tot rekeningen aan Third Party Providers met een PSD2-vergunning, mits de rekeninghouder daar toestemming voor geeft. Zo’n vergunning moet in Nederland bij de DNB worden aangevraagd en alleen partijen die aan strenge eisen voldoen komen ervoor in aanmerking.
Cobase biedt een totaaloplossing voor zakelijke klanten die over het algemeen een jaaromzet hebben vanaf 100 miljoen euro en met meerdere banken. Zij krijgen via het multibanking-platform toegang tot alle bankrekeningen bij de verschillende financiële instellingen waar zij een relatie mee hebben. Door het verkrijgen van de PSD2-vergunning komt Cobase onder toezicht te staan van De Nederlandsche Bank.
Met Open Banking geven banken via een API toegang tot bankrekeningen aan Third Party Providers, vaak leveranciers van betaaldiensten of financiële software. Dat gebeurt met toestemming van de eigenaar van de rekening. De rekening kan direct worden aangestuurd buiten het traditionele bankportaal om. Zo kunnen nieuwe producten en diensten ontwikkeld worden door derde partijen die zelf geen bank zijn, maar die bijvoorbeeld een betaaldienst of een softwarepakket bieden.
Om innovaties op dit gebied te ondersteunen is in de EU de PSD2-wetgeving geïntroduceerd. Vanaf september moeten banken in de EU verplicht toegang verlenen tot rekeningen aan Third Party Providers met een PSD2-vergunning, mits de rekeninghouder daar toestemming voor geeft. Zo’n vergunning moet in Nederland bij de DNB worden aangevraagd en alleen partijen die aan strenge eisen voldoen komen ervoor in aanmerking.
donderdag 27 juni 2019
87 procent Nederlanders vindt online inzicht in hypotheek een basisvoorwaarde
87 procent van de Nederlanders vindt het een vereiste dat hun hypotheekverstrekker online inzicht geeft in de hypotheek. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van het Nederlandse fintech-bedrijf Omniplan, uitgevoerd door Panelwizard onder 1051 Nederlanders met een hypotheek. Daarbij wil 58 procent van de ondervraagden graag (beter) weten wat de financiële gevolgen zijn van het verduurzamen van de woning door bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen of isolatiemateriaal.
Vooral jongeren onder de dertig zouden met 76 procent (meer) inzicht willen hebben in de financiële gevolgen van het verduurzamen van hun woning. Bij mensen boven de dertig loopt dit gestaag terug om bij zestig plussers uit te komen op 51 procent. “Door klimaatveranderingen en subsidieregelingen overwegen steeds meer mensen hun woning te verduurzamen, maar om tot een goede beslissing te komen, is inzicht in de ¬¬kosten absoluut noodzakelijk”, aldus Maarten Boddeus van Omniplan.
17 procent van de respondenten geeft aan onvoldoende financieel inzicht te hebben in de huidige stand van hun hypotheek. Voor laagopgeleiden (21 procent) geldt dit vaker dan voor hoogopgeleiden (14 procent). Zo blijkt één op de tien Nederlanders met een hypotheek niet op de hoogte te zijn wanneer de rentevaste periode afloopt. Ook geeft één op de zes aan niet te weten wat de financiële gevolgen voor de hypotheek zijn in het geval er een onverwachte gebeurtenis plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of overlijden. Vooral jongeren onder de dertig jaar zijn met 29 procent onwetend over de financiële implicaties van onverwachte gebeurtenissen.
Juist omdat mensen met een hypotheek niet genoeg financiële kennis blijken te hebben, zou advies dat nog beter is afgestemd op de persoon uitkomst kunnen bieden op het moment dat er veranderingen plaatsvinden die van invloed kunnen zijn op de hypotheek. Dit blijkt uit het onderzoek. Zo zegt zestig procent het een goed idee te vinden als de hypotheekverstrekker automatisch een seintje krijgt bij veranderingen in de financiële situatie wanneer dit leidt tot een betere dienstverlening.
Vooral jongeren onder de dertig zouden met 76 procent (meer) inzicht willen hebben in de financiële gevolgen van het verduurzamen van hun woning. Bij mensen boven de dertig loopt dit gestaag terug om bij zestig plussers uit te komen op 51 procent. “Door klimaatveranderingen en subsidieregelingen overwegen steeds meer mensen hun woning te verduurzamen, maar om tot een goede beslissing te komen, is inzicht in de ¬¬kosten absoluut noodzakelijk”, aldus Maarten Boddeus van Omniplan.
17 procent van de respondenten geeft aan onvoldoende financieel inzicht te hebben in de huidige stand van hun hypotheek. Voor laagopgeleiden (21 procent) geldt dit vaker dan voor hoogopgeleiden (14 procent). Zo blijkt één op de tien Nederlanders met een hypotheek niet op de hoogte te zijn wanneer de rentevaste periode afloopt. Ook geeft één op de zes aan niet te weten wat de financiële gevolgen voor de hypotheek zijn in het geval er een onverwachte gebeurtenis plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of overlijden. Vooral jongeren onder de dertig jaar zijn met 29 procent onwetend over de financiële implicaties van onverwachte gebeurtenissen.
Juist omdat mensen met een hypotheek niet genoeg financiële kennis blijken te hebben, zou advies dat nog beter is afgestemd op de persoon uitkomst kunnen bieden op het moment dat er veranderingen plaatsvinden die van invloed kunnen zijn op de hypotheek. Dit blijkt uit het onderzoek. Zo zegt zestig procent het een goed idee te vinden als de hypotheekverstrekker automatisch een seintje krijgt bij veranderingen in de financiële situatie wanneer dit leidt tot een betere dienstverlening.
ABN AMRO en YES Corporate Finance slaan handen ineen voor het MKB
ABN AMRO en YES Corporate Finance hebben een partnership gesloten om middelgrote tot grote MKB bedrijven met een specifieke adviesbehoefte over overnames en bedrijfsopvolging van dienst te zijn
Dragi Dimitrijevic, Lid MT Commercial Banking ABN AMRO: 'Bij veel MKB-klanten is het opvolgingsvraagstuk een belangrijk punt op de agenda. Wij worden hier als huisbank regelmatig over benaderd. Het betreft vragen die gaan over de verkoop van het levenswerk van een ondernemer. Tot vandaag was de fusies en overnames-dienstverlening van ABN AMRO echter vooral gericht op het grootzakelijke segment. Door dit partnerschip komt daar verandering in. YES CF is gespecialiseerd in overname-advies voor het MKB. Ik ben blij dat wij MKB bedrijven nu ook kunnen helpen op dit vlak en kijk uit naar de samenwerking met YES CF.'
Klanten van ABN AMRO die advies willen over de (gedeeltelijke) verkoop van hun bedrijf, kunnen voortaan terecht bij het team van YES CF. Bedrijven die in aanmerking komen voor deze dienstverlening zijn bedrijven met een waarde tussen de EUR 5 miljoen en EUR 25 miljoen.
Dragi Dimitrijevic, Lid MT Commercial Banking ABN AMRO: 'Bij veel MKB-klanten is het opvolgingsvraagstuk een belangrijk punt op de agenda. Wij worden hier als huisbank regelmatig over benaderd. Het betreft vragen die gaan over de verkoop van het levenswerk van een ondernemer. Tot vandaag was de fusies en overnames-dienstverlening van ABN AMRO echter vooral gericht op het grootzakelijke segment. Door dit partnerschip komt daar verandering in. YES CF is gespecialiseerd in overname-advies voor het MKB. Ik ben blij dat wij MKB bedrijven nu ook kunnen helpen op dit vlak en kijk uit naar de samenwerking met YES CF.'
Klanten van ABN AMRO die advies willen over de (gedeeltelijke) verkoop van hun bedrijf, kunnen voortaan terecht bij het team van YES CF. Bedrijven die in aanmerking komen voor deze dienstverlening zijn bedrijven met een waarde tussen de EUR 5 miljoen en EUR 25 miljoen.
woensdag 26 juni 2019
Zes aanhoudingen in onderzoek naar diefstal van 24 miljoen euro aan cryptomunten
De politie heeft in een internationaal onderzoek naar diefstal van cryptomunten zes verdachten aangehouden. Drie verdachten zijn aangehouden in Nederland, de drie andere verdachten werden aangehouden in het Verenigd Koninkrijk.
Cybercrime: politieliint voor pc-scherm
Twee mannen van 21 en 26 jaar zijn in Rotterdam aangehouden op verdenking van witwassen. In Amsterdam is een 19-jarige vrouw opgepakt, zij wordt ook verdacht van witwassen. De overige verdachten zijn aangehouden in het Charlcombe, Bath, Trowbridge (VK)
De aanhoudingen zijn deel van een groter internationaal onderzoek naar de diefstal van cryptomunten ter waarde van 24 miljoen euro, van wereldwijd meer dan vierduizend slachtoffers.
Het onderzoek, dat ruim een jaar liep, loopt samen met een onderzoek in het Verenigd Koninkrijk. De onderzoeksteams van politie en justitie zijn hierbij ondersteund door collega’s van Europol en Eurojust.
Naast de aanhoudingen in Nederland zijn er doorzoekingen gedaan in vier woningen in Amsterdam, de regio Den Haag en in Rotterdam, in een bedrijfspand en in een boot. Deze doorzoekingen waren gericht op vermogen en gegevensdragers in het kader van het onderzoek.
De verdachten worden vrijdag voorgeleid en zitten in volledige beperkingen.
Cybercrime: politieliint voor pc-scherm
Twee mannen van 21 en 26 jaar zijn in Rotterdam aangehouden op verdenking van witwassen. In Amsterdam is een 19-jarige vrouw opgepakt, zij wordt ook verdacht van witwassen. De overige verdachten zijn aangehouden in het Charlcombe, Bath, Trowbridge (VK)
De aanhoudingen zijn deel van een groter internationaal onderzoek naar de diefstal van cryptomunten ter waarde van 24 miljoen euro, van wereldwijd meer dan vierduizend slachtoffers.
Het onderzoek, dat ruim een jaar liep, loopt samen met een onderzoek in het Verenigd Koninkrijk. De onderzoeksteams van politie en justitie zijn hierbij ondersteund door collega’s van Europol en Eurojust.
Naast de aanhoudingen in Nederland zijn er doorzoekingen gedaan in vier woningen in Amsterdam, de regio Den Haag en in Rotterdam, in een bedrijfspand en in een boot. Deze doorzoekingen waren gericht op vermogen en gegevensdragers in het kader van het onderzoek.
De verdachten worden vrijdag voorgeleid en zitten in volledige beperkingen.
Barbara Baarsma benoemd tot voorzitter Bankraad DNB
De Nederlandsche Bank heeft Barbara Baarsma per 21 juni 2019 benoemd tot voorzitter van de Bankraad. Zij volgt Arnoud Boot op, die onlangs terugtrad als voorzitter van de Bankraad.
Barbara E. Baarsma (1969), econoom, is thans werkzaam als directievoorzitter Rabobank Amsterdam. Daarnaast is zij onder andere hoogleraar toegepaste economie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de monitoringscommissie Corporate Governance Code. De Bankraad fungeert als een klankbord voor de directie van DNB. In de Bankraad hebben de sociale partners, vertegenwoordigers uit de financiële sector, leden van de RvC DNB en onafhankelijke deskundigen zitting.
Barbara E. Baarsma (1969), econoom, is thans werkzaam als directievoorzitter Rabobank Amsterdam. Daarnaast is zij onder andere hoogleraar toegepaste economie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de monitoringscommissie Corporate Governance Code. De Bankraad fungeert als een klankbord voor de directie van DNB. In de Bankraad hebben de sociale partners, vertegenwoordigers uit de financiële sector, leden van de RvC DNB en onafhankelijke deskundigen zitting.
Thomas Leysen treedt terug als voorzitter van KBC Groep in mei 2020
Thomas Leysen, voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Groep, heeft te kennen gegeven dat hij zijn mandaat als voorzitter wenst te beëindigen op de volgende Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei 2020. Leysen is sinds 2011 voorzitter van KBC Groep.
Deze aankondiging stelt de Raad van Bestuur van KBC in staat om tijdig een opvolger te zoeken voor Thomas Leysen als voorzitter van de Raad van Bestuur.
Deze aankondiging stelt de Raad van Bestuur van KBC in staat om tijdig een opvolger te zoeken voor Thomas Leysen als voorzitter van de Raad van Bestuur.
dinsdag 25 juni 2019
Vermogen miljonairs in 2017 gemiddeld 3 miljoen euro
Op 1 januari 2017 telde Nederland 115 duizend miljonairshuishoudens. Gemiddeld beschikten zij over een vermogen van ruim 3 miljoen euro. Dit is 55 keer zo hoog als het vermogen van niet-miljonairs. Hun besteedbaar jaarinkomen is drie keer zo hoog. Dat meldt het CBS op basis van een recent onderzoek naar welvaart en welzijn van miljonairs, uitgevoerd op verzoek van Van Lanschot.
Miljonairshuishoudens hebben een vermogen van 1 miljoen euro of meer, waarbij de waarde van de eigen woning en de eventuele hypotheekschuld niet is meegeteld. Rond 60 procent van de miljonairs heeft een vermogen van 1 tot 2 miljoen euro, terwijl 10 procent5 miljoen euro of meer bezit. De helft van het totale bezit van miljonairs bestaat uit aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen.
Het besteedbaar jaarinkomen van miljonairshuishoudens bedroeg in 2017 gemiddeld 117 duizend euro, tegenover 40 duizend euro van niet-miljonairs. Voor bijna de helft van de miljonairs is de eigen onderneming de voornaamste bron van inkomsten. Voor een kwart van de miljonairs is dat pensioen, voor 15 procent loon als werknemer en voor 13 procent inkomen uit vermogen, zoals ontvangen rente, dividend en opbrengsten uit onroerend goed.
Miljonairshuishoudens met loon als werknemer of inkomen uit vermogen hebben gemiddeld het hoogste inkomen (131 duizend euro). Miljonairs met inkomen uit eigen onderneming komen uit op gemiddeld 115 duizend euro en miljonairs die met pensioen zijn hebben het laagste inkomen (108 duizend euro).
Van de werkzame hoofdkostwinners van miljonairshuishoudens is bijna 80 procent ondernemer, van de werkzame niet-miljonairs is dat 15 procent. Werkzame miljonairs in de specialistische, zakelijke dienstverlening hebben gemiddeld het hoogste jaarinkomen (149 duizend euro), gevolgd door miljonairs in de financiële dienstverlening en nijverheid. Miljonairs in de agrarische sector hebben met 90 duizend euro gemiddeld het laagste besteedbare huishoudensinkomen van de werkzame miljonairs. Werkzame niet-miljonairs hebben jaarlijks gemiddeld 45 duizend euro besteedbaar huishoudensinkomen.
Rond 85 procent van de volwassenen in miljonairshuishoudens ervaart zijn gezondheid als goed of zeer goed, tegen 77 procent van de niet-miljonairs. Bij ouderen is dit verschil groter: zo schat 81 procent van de miljonairs van 50 jaar of ouder de eigen gezondheid positief in, tegenover 67 procent van de niet-miljonairs in deze leeftijdsgroep. Miljonairs rapporteren doorgaans een gezondere leefstijl dan niet-miljonairs. Ze roken minder vaak (14 procent) en hebben minder vaak ernstig overgewicht (7 procent) dan niet-miljonairs (achtereenvolgens 25 en 13 procent).
Van de miljonairs geeft 94 procent zichzelf een 7 of hoger in de beoordeling van hun eigen geluk, 1 procent geeft zijn leven een ruime onvoldoende (een 4 of minder) en is ongelukkig. Van de niet-miljonairs is 88 procent gelukkig en ruim 2 procent ongelukkig. Miljonairs scoren gemiddeld 8,1 op geluk, niet-miljonairs 7,7. Ook zijn miljonairs vaker tevreden met hun leven dan niet-miljonairs (91 tegen 85 procent). Ze zijn met name tevredener over hun financiële situatie en zij maken zich minder zorgen over hun financiële toekomst.
Miljonairshuishoudens hebben een vermogen van 1 miljoen euro of meer, waarbij de waarde van de eigen woning en de eventuele hypotheekschuld niet is meegeteld. Rond 60 procent van de miljonairs heeft een vermogen van 1 tot 2 miljoen euro, terwijl 10 procent5 miljoen euro of meer bezit. De helft van het totale bezit van miljonairs bestaat uit aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen.
Het besteedbaar jaarinkomen van miljonairshuishoudens bedroeg in 2017 gemiddeld 117 duizend euro, tegenover 40 duizend euro van niet-miljonairs. Voor bijna de helft van de miljonairs is de eigen onderneming de voornaamste bron van inkomsten. Voor een kwart van de miljonairs is dat pensioen, voor 15 procent loon als werknemer en voor 13 procent inkomen uit vermogen, zoals ontvangen rente, dividend en opbrengsten uit onroerend goed.
Miljonairshuishoudens met loon als werknemer of inkomen uit vermogen hebben gemiddeld het hoogste inkomen (131 duizend euro). Miljonairs met inkomen uit eigen onderneming komen uit op gemiddeld 115 duizend euro en miljonairs die met pensioen zijn hebben het laagste inkomen (108 duizend euro).
Van de werkzame hoofdkostwinners van miljonairshuishoudens is bijna 80 procent ondernemer, van de werkzame niet-miljonairs is dat 15 procent. Werkzame miljonairs in de specialistische, zakelijke dienstverlening hebben gemiddeld het hoogste jaarinkomen (149 duizend euro), gevolgd door miljonairs in de financiële dienstverlening en nijverheid. Miljonairs in de agrarische sector hebben met 90 duizend euro gemiddeld het laagste besteedbare huishoudensinkomen van de werkzame miljonairs. Werkzame niet-miljonairs hebben jaarlijks gemiddeld 45 duizend euro besteedbaar huishoudensinkomen.
Rond 85 procent van de volwassenen in miljonairshuishoudens ervaart zijn gezondheid als goed of zeer goed, tegen 77 procent van de niet-miljonairs. Bij ouderen is dit verschil groter: zo schat 81 procent van de miljonairs van 50 jaar of ouder de eigen gezondheid positief in, tegenover 67 procent van de niet-miljonairs in deze leeftijdsgroep. Miljonairs rapporteren doorgaans een gezondere leefstijl dan niet-miljonairs. Ze roken minder vaak (14 procent) en hebben minder vaak ernstig overgewicht (7 procent) dan niet-miljonairs (achtereenvolgens 25 en 13 procent).
Van de miljonairs geeft 94 procent zichzelf een 7 of hoger in de beoordeling van hun eigen geluk, 1 procent geeft zijn leven een ruime onvoldoende (een 4 of minder) en is ongelukkig. Van de niet-miljonairs is 88 procent gelukkig en ruim 2 procent ongelukkig. Miljonairs scoren gemiddeld 8,1 op geluk, niet-miljonairs 7,7. Ook zijn miljonairs vaker tevreden met hun leven dan niet-miljonairs (91 tegen 85 procent). Ze zijn met name tevredener over hun financiële situatie en zij maken zich minder zorgen over hun financiële toekomst.
Flexinkomen makkelijker mee onder NHG
Starters met een flexibel inkomen krijgen meer mogelijkheden om een hypotheek met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) af te sluiten. De uitvoerder van de NHG begint daartoe dit najaar een experiment met een aantal kredietverstrekkers. Met gebruik van de zogeheten Arbeidsmarktscan kan de stabiliteit van het inkomen beter in kaart worden gebracht. Dit maakt het anders dan nu het geval is, voor starters met een flexibel arbeidscontract makkelijker om in aanmerking te komen voor een hypotheek.
Dat schrijft minister Ollongren (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer over de uitkomsten van het reguliere beraad binnen het Platform Hypotheken. In dit platform werken Rijk, kredietverstrekkers, toezichthouder AFM, consumentenorganisaties en brancheorganisaties samen om maatwerk bij hypotheekverstrekking te bevorderen en knelpunten op de hypotheekmarkt aan te pakken.
Uitgangspunt is een verantwoorde hypotheekverstrekking. Om overkreditering te voorkomen is het van belang dat de hypotheekverstrekker bij de bepaling van de leenruimte voldoende zicht heeft op de bestendigheid van het inkomen. Doorgaans wordt dan gekeken naar het gemiddelde inkomen over de afgelopen 3 jaar. Voor flexwerkers en mensen die net in loondienst zijn en nog geen intentieverklaring hebben, kan dit een knelpunt zijn. Voor uitzendwerkers biedt de enkele jaren gelden ontwikkelde Perspectiefverklaring soelaas. Het aantal kredietverstrekkers dat hiermee werkt is toegenomen.
De Arbeidsmarktscan, die zicht geeft op carrièreperspectieven en de verwachte bestendigheid van het inkomen, is beschikbaar voor alle flexwerkers, maar wordt minder vaak aangeboden. Binnen het Platform is afgesproken dat de NHG dit najaar een experiment begint waarbij ook de Arbeidsmarktscan wordt geaccepteerd. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er voor alle mensen met een flexibel inkomen een nieuwe maatstaf komt waarvan ook ZZP’ers en freelancers profiteren.
De mogelijkheden voor een hypotheek op maat zijn het afgelopen jaar verder gegroeid. Voor senioren werd het makkelijker om te verhuizen naar een goedkopere koopwoning. Dat was eerder nog een knelpunt omdat zij voor een nieuwe hypotheek niet altijd voldeden aan de inkomensnormen. Na verduidelijkingen door toezichthouder AFM en de aanpassing van de NHG-voorwaarden toetsen hypotheekverstrekkers nu in de meeste gevallen op de daadwerkelijke lasten en komt de gewenste hypotheek in veel gevallen wel binnen bereik.
Verder doet het Nibud onderzoek naar de besparingen van huishoudens met hoge huurlasten ten opzichte van het inkomen. Dit kan inzicht geven in de mogelijkheden voor maatwerk op basis van de huidige huurlasten. Kredietverstrekkers passen dit nu beperkt toe. Recent is één aanbieder gestart met een pilot waarbij een huurverklaring kan worden gebruikt in de onderbouwing voor verantwoorde hypotheekverstrekking.
De partners binnen het Platform Hypotheken werken de komende periode verder aan het wegnemen van knelpunten op de hypotheekmarkt en het verzilveren van kansen. Zo is er veel belangstelling voor de hypotheekmogelijkheden bij investeringen voor verduurzaming. De minister roept hypotheekadviseurs en kredietverstrekkers op om klanten actief te wijzen op de mogelijkheden om extra te lenen voor toekomstige verduurzaming en op de rentekorting bij ‘groene’ leningen.
Hernieuwde aandacht is er voor de aflossingsvrije hypotheken. Het merendeel van deze hypotheken loopt in de periode tussen 2035 – 2038 af. De Nederlandse Vereniging van Banken start samen met het Verbond van Verzekeraars dit najaar met een nieuwe campagne ‘Word ook aflossingsblij’ om consumenten te wijzen op mogelijke risico’s en te nemen maatregelen.
Dat schrijft minister Ollongren (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer over de uitkomsten van het reguliere beraad binnen het Platform Hypotheken. In dit platform werken Rijk, kredietverstrekkers, toezichthouder AFM, consumentenorganisaties en brancheorganisaties samen om maatwerk bij hypotheekverstrekking te bevorderen en knelpunten op de hypotheekmarkt aan te pakken.
Uitgangspunt is een verantwoorde hypotheekverstrekking. Om overkreditering te voorkomen is het van belang dat de hypotheekverstrekker bij de bepaling van de leenruimte voldoende zicht heeft op de bestendigheid van het inkomen. Doorgaans wordt dan gekeken naar het gemiddelde inkomen over de afgelopen 3 jaar. Voor flexwerkers en mensen die net in loondienst zijn en nog geen intentieverklaring hebben, kan dit een knelpunt zijn. Voor uitzendwerkers biedt de enkele jaren gelden ontwikkelde Perspectiefverklaring soelaas. Het aantal kredietverstrekkers dat hiermee werkt is toegenomen.
De Arbeidsmarktscan, die zicht geeft op carrièreperspectieven en de verwachte bestendigheid van het inkomen, is beschikbaar voor alle flexwerkers, maar wordt minder vaak aangeboden. Binnen het Platform is afgesproken dat de NHG dit najaar een experiment begint waarbij ook de Arbeidsmarktscan wordt geaccepteerd. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er voor alle mensen met een flexibel inkomen een nieuwe maatstaf komt waarvan ook ZZP’ers en freelancers profiteren.
De mogelijkheden voor een hypotheek op maat zijn het afgelopen jaar verder gegroeid. Voor senioren werd het makkelijker om te verhuizen naar een goedkopere koopwoning. Dat was eerder nog een knelpunt omdat zij voor een nieuwe hypotheek niet altijd voldeden aan de inkomensnormen. Na verduidelijkingen door toezichthouder AFM en de aanpassing van de NHG-voorwaarden toetsen hypotheekverstrekkers nu in de meeste gevallen op de daadwerkelijke lasten en komt de gewenste hypotheek in veel gevallen wel binnen bereik.
Verder doet het Nibud onderzoek naar de besparingen van huishoudens met hoge huurlasten ten opzichte van het inkomen. Dit kan inzicht geven in de mogelijkheden voor maatwerk op basis van de huidige huurlasten. Kredietverstrekkers passen dit nu beperkt toe. Recent is één aanbieder gestart met een pilot waarbij een huurverklaring kan worden gebruikt in de onderbouwing voor verantwoorde hypotheekverstrekking.
De partners binnen het Platform Hypotheken werken de komende periode verder aan het wegnemen van knelpunten op de hypotheekmarkt en het verzilveren van kansen. Zo is er veel belangstelling voor de hypotheekmogelijkheden bij investeringen voor verduurzaming. De minister roept hypotheekadviseurs en kredietverstrekkers op om klanten actief te wijzen op de mogelijkheden om extra te lenen voor toekomstige verduurzaming en op de rentekorting bij ‘groene’ leningen.
Hernieuwde aandacht is er voor de aflossingsvrije hypotheken. Het merendeel van deze hypotheken loopt in de periode tussen 2035 – 2038 af. De Nederlandse Vereniging van Banken start samen met het Verbond van Verzekeraars dit najaar met een nieuwe campagne ‘Word ook aflossingsblij’ om consumenten te wijzen op mogelijke risico’s en te nemen maatregelen.
maandag 24 juni 2019
DSB Bank keert alsnog rente uit aan schuldeisers
De in 2009 ter ziele gegane DSB Bank kan schulden inclusief een deel van de rente terugbetalen aan schuldeisers. Dat meldt het Financieele Dagblad (FD) maandag op basis van het financieel verslag over 2018 van het bedrijf.
Spaarders van de DSB bank kregen tot 100.000 euro van het spaargeld terug. De rest van de Nederlandse bankensector moest het overige deel betalen, in totaal werd er 3,7 miljard euro.
Nu blijkt dat ook een deel van de rente betaald kan worden. In totaal is de bank 669 miljoen euro rente verschuldigd (foto Dolfy)
Spaarders van de DSB bank kregen tot 100.000 euro van het spaargeld terug. De rest van de Nederlandse bankensector moest het overige deel betalen, in totaal werd er 3,7 miljard euro.
Nu blijkt dat ook een deel van de rente betaald kan worden. In totaal is de bank 669 miljoen euro rente verschuldigd (foto Dolfy)
Apple Pay vanaf woensdag in Portugal, Griekenland en Slowakije
Vanaf aanstaande woensdag gaat de betaaldienst van Apple live in Portugal, Griekenland en Slowakije, zo blijkt uit lokale berichtgeving. Nederland en Portugal waren jarenlang de meest opvallende achterblijvers op de Apple Pay-kaart van Europa. Nu Nederland inmiddels op 11 juni van start is gegaan blijven er nog een paar landen over, waaronder een aantal populaire vakantielanden. In Portugal, Griekenland en Slowakije kun je waarschijnlijk vanaf aanstaande woensdag met je Apple Watch en iPhone betalen, want de bewijzen stapelen zich ter plekke op.
Verzekeraars en banken bundelen krachten bij vervolg campagne aflossingsblij
Banken en verzekeraars vinden het belangrijk dat klanten met een aflossingsvrije hypotheek nu al nadenken over hun financiële toekomst. Daarom krijgt de campagne ‘Word ook aflossingsblij’ in het najaar een vervolg. De eerste campagne was een initiatief van de Nederlandse Vereniging van Banken. Voor het vervolg op de campagne sluit het Verbond van Verzekeraars zich aan.
Uit een evaluatie eerder dit jaar bleek dat de campagne veel mensen heeft aangezet om na te denken over de toekomstige betaalbaarheid van hun hypotheek, ook op de langere termijn, als bijvoorbeeld de renteaftrek vervalt en het inkomen door pensionering lager is. Om ervoor te zorgen dat klanten niet voor financiële verrassingen komen te staan die nu al te voorzien zijn, benaderen banken en verzekeraars/adviseurs actief hun klanten om de toekomstige betaalbaarheid in kaart te brengen. Hierdoor kunnen klanten zo nodig en waar mogelijk tijdig maatregelen nemen om zorgeloos te kunnen blijven wonen.
De Nederlandse Vereniging van Banken startte op 1 oktober vorig jaar met de publiekscampagne ‘Word ook aflossingsblij’ omdat banken het belangrijk vinden dat mensen met een aflossingsvrije hypotheek goed nadenken over hun financiële situatie aan het einde van de looptijd. Voor veel mensen geldt dat zij nu al maatregelen treffen om de hypotheek terug te betalen of dat ze weten dat ze aan het einde van de looptijd voldoende inkomen hebben om de lasten van hun hypotheek te kunnen blijven dragen. Maar er zijn ook mensen die niet sparen of waarbij het inkomen, bijvoorbeeld door pensionering, onvoldoende is voor een nieuwe hypotheek. In het vervolg van de campagne zal het accent, naast bewustwording, liggen op de mogelijkheden die deze groep heeft om tijdig maatregelen te nemen. Door bijvoorbeeld de hypotheek om te zetten, door te gaan sparen of door af te lossen.
Uit een evaluatie eerder dit jaar bleek dat de campagne veel mensen heeft aangezet om na te denken over de toekomstige betaalbaarheid van hun hypotheek, ook op de langere termijn, als bijvoorbeeld de renteaftrek vervalt en het inkomen door pensionering lager is. Om ervoor te zorgen dat klanten niet voor financiële verrassingen komen te staan die nu al te voorzien zijn, benaderen banken en verzekeraars/adviseurs actief hun klanten om de toekomstige betaalbaarheid in kaart te brengen. Hierdoor kunnen klanten zo nodig en waar mogelijk tijdig maatregelen nemen om zorgeloos te kunnen blijven wonen.
De Nederlandse Vereniging van Banken startte op 1 oktober vorig jaar met de publiekscampagne ‘Word ook aflossingsblij’ omdat banken het belangrijk vinden dat mensen met een aflossingsvrije hypotheek goed nadenken over hun financiële situatie aan het einde van de looptijd. Voor veel mensen geldt dat zij nu al maatregelen treffen om de hypotheek terug te betalen of dat ze weten dat ze aan het einde van de looptijd voldoende inkomen hebben om de lasten van hun hypotheek te kunnen blijven dragen. Maar er zijn ook mensen die niet sparen of waarbij het inkomen, bijvoorbeeld door pensionering, onvoldoende is voor een nieuwe hypotheek. In het vervolg van de campagne zal het accent, naast bewustwording, liggen op de mogelijkheden die deze groep heeft om tijdig maatregelen te nemen. Door bijvoorbeeld de hypotheek om te zetten, door te gaan sparen of door af te lossen.
ABN AMRO: ‘Voorzichtigheid vanwege handelsconflict’
ABN AMRO blijft zich voorzichtig opstellen vanwege toenemende economische risico’s. De bank behoudt daarom de neutrale positie in aandelen. Als redenen noemt ABN AMRO onder meer de onduidelijkheid omtrent het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China, en andere toenemende politieke risico’s. Obligaties zijn nog altijd uit de gratie (onderwogen). Binnen grondstoffen (overwogen) gaat de voorkeur uit naar goud.
Richard de Groot, voorzitter ABN AMRO Beleggingscomité: 'De stap achteruit in het onderhandelingsproces van het handelsgeschil tussen China en de Verenigde Staten temperde ons voorzichtige optimisme ten aanzien van de economische groei. We denken nog altijd dat een recessie in de VS kan worden afgewend, maar hebben wel onze toch al gematigde groeiprognose voor de eurozone, de VS, opkomend Azië en China naar beneden bijgesteld. Alle grote centrale banken hebben gereageerd op de toenemende economische risico’s die met de groeivertraging en de hernieuwde escalatie van het handelsconflict samenhangen. Wij verwachten dat de Fed tussen nu en het eerste kwartaal van 2020 de rente drie keer verlaagt. Ook verwachten we van de ECB een stimulering. Tegen deze achtergrond hebben we besloten neutraal te blijven ten opzichte van aandelen.'
ABN AMRO verwacht dat de druk op de lange obligatierentes aanhoudt. Daarom kiest de bank voor langere duratie in de obligatieportefeuilles. Dat doet de bank vanwege het zwakkere, economische klimaat en het besef dat de rente langer dan verwacht lager blijft. Hierdoor zijn deze portefeuilles gevoeliger voor rentebewegingen, wat gunstig is bij gelijkblijvende of dalende rentes. Obligatiekoersen stijgen immers wanneer de rente daalt. De huidige omstandigheden zijn nog altijd gunstig voor risicopremies (spreads) op risicovollere obligaties, vooral als centrale banken extra steun bieden. De voorkeur van ABN AMRO gaat dan ook uit naar obligaties met een hoger rendement (high yield), investment-grade bedrijfsobligaties en schuldpapier uit de opkomende markten.
Richard de Groot, voorzitter ABN AMRO Beleggingscomité: 'De stap achteruit in het onderhandelingsproces van het handelsgeschil tussen China en de Verenigde Staten temperde ons voorzichtige optimisme ten aanzien van de economische groei. We denken nog altijd dat een recessie in de VS kan worden afgewend, maar hebben wel onze toch al gematigde groeiprognose voor de eurozone, de VS, opkomend Azië en China naar beneden bijgesteld. Alle grote centrale banken hebben gereageerd op de toenemende economische risico’s die met de groeivertraging en de hernieuwde escalatie van het handelsconflict samenhangen. Wij verwachten dat de Fed tussen nu en het eerste kwartaal van 2020 de rente drie keer verlaagt. Ook verwachten we van de ECB een stimulering. Tegen deze achtergrond hebben we besloten neutraal te blijven ten opzichte van aandelen.'
ABN AMRO verwacht dat de druk op de lange obligatierentes aanhoudt. Daarom kiest de bank voor langere duratie in de obligatieportefeuilles. Dat doet de bank vanwege het zwakkere, economische klimaat en het besef dat de rente langer dan verwacht lager blijft. Hierdoor zijn deze portefeuilles gevoeliger voor rentebewegingen, wat gunstig is bij gelijkblijvende of dalende rentes. Obligatiekoersen stijgen immers wanneer de rente daalt. De huidige omstandigheden zijn nog altijd gunstig voor risicopremies (spreads) op risicovollere obligaties, vooral als centrale banken extra steun bieden. De voorkeur van ABN AMRO gaat dan ook uit naar obligaties met een hoger rendement (high yield), investment-grade bedrijfsobligaties en schuldpapier uit de opkomende markten.
vrijdag 21 juni 2019
Koppeling Knab en Exact Online
Klanten van online bank Knab en Exact kunnen hun bankrekening vanaf nu aan hun boekhoudpakket koppelen. Banktransacties kunnen daardoor automatisch verwerkt worden in het boekhoudpakket.
Exact heeft momenteel zo’n 14.000 gebruikers die een zakelijke rekening bij Knab hebben. Door de koppeling hoeven deze ondernemers hun bankafschriften niet meer handmatig in te voeren binnen de omgeving van Exact Online.
Exact heeft momenteel zo’n 14.000 gebruikers die een zakelijke rekening bij Knab hebben. Door de koppeling hoeven deze ondernemers hun bankafschriften niet meer handmatig in te voeren binnen de omgeving van Exact Online.
'Een op de vijf Nederlanders overwoog afgelopen jaar van bank te wisselen'
Ruim een vijfde van de Nederlanders heeft in de afgelopen twaalf maanden overwogen naar een andere bank over te stappen. Dat blijkt uit onderzoek van Dell Boomi naar de tevredenheid van consumenten in zes Europese landen over de (digitale) dienstverlening van hun bank. De belangrijkste aanleiding voor een overstap is dat de klantenservice en rentetarieven bij een andere aanbieder naar verwachting beter zijn.
In opdracht van Dell Boomi werden in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk steeds 1000 bankklanten bevraagd over de ervaringen bij hun bank. In Nederland is het percentage mensen dat wil overstappen lager dan gemiddeld. In de zes onderzochte landen geeft 28 procent van de in totaal 6.000 respondenten aan in het afgelopen jaar overwogen te hebben over te stappen naar een andere bank.
De belangrijkste aanleidingen in Nederland om een overstap te overwegen zijn betere service en rentetarieven elders (39,2 procent), een aantrekkelijke welkomstbonus bij een andere bank (22,5%) en een betere digitale dienstverlening, zoals via mobiele apps (19,1%). Als vijfde reden noemen de Nederlandse ondervraagden de teleurstelling over de klantenservice bij de huidige bank (15,8%). Respondenten konden meerdere antwoorden geven. De slechte klantenservice staat in de totale resultaten van de zes landen op plaats drie met 22,7%.
De traditionele banken, zoals ABN Amro, Rabobank en ING, worden door Nederlandse rekeninghouders verreweg het meest gebruikt voor de dagelijkse bankzaken (98,2%). Zo’n 13,1 procent gebruikt daarnaast nog een digitale bank zoals Knab of Bunq. Hier is vooral de leeftijdsgroep 25-34 jaar sterk vertegenwoordigd: 21,4 procent zegt ook een digitale bank te gebruiken. Gemiddeld in de zes landen ligt het percentage klanten dat ook een digitale bank gebruikt iets hoger (20,1 procent), ook bij de 25-34-jarigen (29,8 procent).
Een kleine 12 procent vindt zijn huidige traditionele bank ouderwets. In de overige landen is dat gevoel sterker: gemiddeld is bijna 18 procent het met die stelling eens. Ook hier zijn het vooral jongeren die hun bank ouderwets vinden: 19,9% van de 18-24-jarigen (zes landen: 22,7%) en 19% van de 25-34-jarigen (26,8%).
In opdracht van Dell Boomi werden in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk steeds 1000 bankklanten bevraagd over de ervaringen bij hun bank. In Nederland is het percentage mensen dat wil overstappen lager dan gemiddeld. In de zes onderzochte landen geeft 28 procent van de in totaal 6.000 respondenten aan in het afgelopen jaar overwogen te hebben over te stappen naar een andere bank.
De belangrijkste aanleidingen in Nederland om een overstap te overwegen zijn betere service en rentetarieven elders (39,2 procent), een aantrekkelijke welkomstbonus bij een andere bank (22,5%) en een betere digitale dienstverlening, zoals via mobiele apps (19,1%). Als vijfde reden noemen de Nederlandse ondervraagden de teleurstelling over de klantenservice bij de huidige bank (15,8%). Respondenten konden meerdere antwoorden geven. De slechte klantenservice staat in de totale resultaten van de zes landen op plaats drie met 22,7%.
De traditionele banken, zoals ABN Amro, Rabobank en ING, worden door Nederlandse rekeninghouders verreweg het meest gebruikt voor de dagelijkse bankzaken (98,2%). Zo’n 13,1 procent gebruikt daarnaast nog een digitale bank zoals Knab of Bunq. Hier is vooral de leeftijdsgroep 25-34 jaar sterk vertegenwoordigd: 21,4 procent zegt ook een digitale bank te gebruiken. Gemiddeld in de zes landen ligt het percentage klanten dat ook een digitale bank gebruikt iets hoger (20,1 procent), ook bij de 25-34-jarigen (29,8 procent).
Een kleine 12 procent vindt zijn huidige traditionele bank ouderwets. In de overige landen is dat gevoel sterker: gemiddeld is bijna 18 procent het met die stelling eens. Ook hier zijn het vooral jongeren die hun bank ouderwets vinden: 19,9% van de 18-24-jarigen (zes landen: 22,7%) en 19% van de 25-34-jarigen (26,8%).
Rabobank en partners introduceren ‘schuldpreventie-app’
Acht gemeentes lanceren de Buddy-app, een nieuwe bankierenapp die mensen helpt om financiële problemen te voorkomen. Rabobank, gemeenten, schuldhulpverleners en de Rotterdamse start-up Buddy Payment sleutelden de afgelopen twee jaar aan de app. De gemeenten Rotterdam, Den Haag, Amersfoort, Almere, Enschede, Maastricht, Leiden en Alkmaar starten met de pilot.
In Nederland kampt één op de vijf huishoudens met financiële problemen. Rabobank wil bijdragen aan ‘financiële zelfredzaamheid’ voor iedereen en steunt daarom samen met Rabo Foundation tal van maatschappelijke initiatieven die mensen handvatten geven bij hun financiële administratie. De Buddy-app is daar een voorbeeld van.
“Met de app kunnen huishoudens een eerste stap zetten naar een financieel gezond leven’, zegt Suzan van Eeten, verantwoordelijk als ‘arealead’ bij Betalen. ‘Er zijn veel mensen die moeite hebben om maandelijks rond te komen. De Buddy-app geeft hen meer grip op inkomsten en uitgaven en helpt ze met het maken van de juiste financiële keuzes.”
De Buddy-app is een concreet hulpmiddel dat mensen behoedt voor de schuldsanering. Cijfers wijzen uit dat daar behoefte aan is, want steeds meer Nederlanders hebben financiële problemen en vaak lukt het hen niet om op eigen kracht uit die problemen te komen.
De Buddy-app bouwt extra zekerheden in voor het betalen van de vaste lasten en geeft een goed overzicht van het vrij te besteden geld. Buddy kan automatisch berichten sturen naar de belastingdienst, de gemeente of het UWV om naheffingen te voorkomen. Via een kunstmatig intelligente chat-functionaliteit geeft Buddy tips en antwoord op vragen. Bijvoorbeeld over de hoogte van de kinderopvangtoeslag of gemeentelijke toeslagen.
De komende vier maanden gaan honderd gebruikers proefdraaien in de gemeenten Rotterdam, Den Haag, Amersfoort, Almere, Enschede, Maastricht, Leiden en Alkmaar. Als dat een succes wordt, zullen deze gemeenten de app grootschalig inkopen voor hun inwoners.
In Nederland kampt één op de vijf huishoudens met financiële problemen. Rabobank wil bijdragen aan ‘financiële zelfredzaamheid’ voor iedereen en steunt daarom samen met Rabo Foundation tal van maatschappelijke initiatieven die mensen handvatten geven bij hun financiële administratie. De Buddy-app is daar een voorbeeld van.
“Met de app kunnen huishoudens een eerste stap zetten naar een financieel gezond leven’, zegt Suzan van Eeten, verantwoordelijk als ‘arealead’ bij Betalen. ‘Er zijn veel mensen die moeite hebben om maandelijks rond te komen. De Buddy-app geeft hen meer grip op inkomsten en uitgaven en helpt ze met het maken van de juiste financiële keuzes.”
De Buddy-app is een concreet hulpmiddel dat mensen behoedt voor de schuldsanering. Cijfers wijzen uit dat daar behoefte aan is, want steeds meer Nederlanders hebben financiële problemen en vaak lukt het hen niet om op eigen kracht uit die problemen te komen.
De Buddy-app bouwt extra zekerheden in voor het betalen van de vaste lasten en geeft een goed overzicht van het vrij te besteden geld. Buddy kan automatisch berichten sturen naar de belastingdienst, de gemeente of het UWV om naheffingen te voorkomen. Via een kunstmatig intelligente chat-functionaliteit geeft Buddy tips en antwoord op vragen. Bijvoorbeeld over de hoogte van de kinderopvangtoeslag of gemeentelijke toeslagen.
De komende vier maanden gaan honderd gebruikers proefdraaien in de gemeenten Rotterdam, Den Haag, Amersfoort, Almere, Enschede, Maastricht, Leiden en Alkmaar. Als dat een succes wordt, zullen deze gemeenten de app grootschalig inkopen voor hun inwoners.
donderdag 20 juni 2019
SP stelt Kamervragen over munt Facebook
De SP lijkt niet erg gelukkig met de komst van een cryptomunt van Facebook. Kamertlid Alkaya (SP) heeft aan de minister van Financiën vragen gesteld.
De SP vindt dat juist de overheid voorop moet lopen in een dergelijke vitale dienst als het betalingsverkeer. 'Kunt u uitsluiten dat Facebook hiermee ook 'too big to fail' wordt, en daarmee impliciet van een staatsgarantie zal profiteren?', wil Alkaya weten.
Het Kamerlid hoort ook graag wat de komst van de munt zou kunnen betekenen voor de koers van de euro op de midden- en lange termijn.
Tevens wil het SP-Kamerlid duidelijkheid over hoe het plan van Facebook zich verhoudt tot de nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten PSD2 en of het ook zonder PSD2 mogelijk was geweest.
Overigens wordt de cryptomunt Libra pas volgend jaar gelanceerd en dan ook nog alleen voor onderlinge betalingen.
De SP vindt dat juist de overheid voorop moet lopen in een dergelijke vitale dienst als het betalingsverkeer. 'Kunt u uitsluiten dat Facebook hiermee ook 'too big to fail' wordt, en daarmee impliciet van een staatsgarantie zal profiteren?', wil Alkaya weten.
Het Kamerlid hoort ook graag wat de komst van de munt zou kunnen betekenen voor de koers van de euro op de midden- en lange termijn.
Tevens wil het SP-Kamerlid duidelijkheid over hoe het plan van Facebook zich verhoudt tot de nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten PSD2 en of het ook zonder PSD2 mogelijk was geweest.
Overigens wordt de cryptomunt Libra pas volgend jaar gelanceerd en dan ook nog alleen voor onderlinge betalingen.
Dekker: Ook beslagvrije voet voor bankrekening
Als iemand zijn schulden niet betaalt, mag een schuldeiser maatregelen nemen om zijn geld terug te krijgen, maar mensen met schulden moeten niet onder het bestaansminimum terechtkomen. Zij moeten geld overhouden om van te leven. Daarom wordt straks bij een beslag op hun bankrekening een deel van het tegoed vrijgehouden. Bij beslag op loon of een uitkering geldt dit al.
Minister Dekker heeft hierover een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Dekker: ‘De maatregel sluit aan bij de inzet van het kabinet om het aantal problematische schulden terug te dringen en mensen met schulden effectiever te helpen.’
Verder mag er geen beslag worden gelegd op roerende zaken, zoals een auto of een inboedel, als voorzienbaar is dat de kosten de baten overtreffen. Een gedwongen verkoop levert in zo’n geval niets op. Sterker nog, het leidt alleen maar tot een hogere schuld, omdat de kosten vaak voor rekening van de schuldenaar komen. Het beslag wordt dan een drukmiddel om de schuldenaar te laten betalen, terwijl hij hier geen geld voor heeft.
Daarnaast wordt de verouderde lijst van zaken die buiten een beslag blijven aangepast aan deze tijd. Dit geldt ook voor veilingregels van roerende zaken. Nu gebeurt dat nog met een zaalveiling, maar kan straks ook via het internet. Ook het in beslag nemen van een auto of aanhangwagen wordt efficiënter. Nu moet een deurwaarder het voertuig daadwerkelijk zien om er beslag op te kunnen leggen. Dat kost tijd en geld, terwijl via het kentekenregister van de RDW eenvoudig is vast te stellen of iemand een auto op zijn naam heeft staan. Daarom kan straks beslag worden gelegd na inzage in het kentekenregister en wordt het niet meer mogelijk om de auto na een beslag snel over te schrijven op een andere naam. Zo wordt een koper beschermd tegen een verkoper die zijn auto met een beslag erop wil verkopen.
Minister Dekker heeft hierover een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Dekker: ‘De maatregel sluit aan bij de inzet van het kabinet om het aantal problematische schulden terug te dringen en mensen met schulden effectiever te helpen.’
Verder mag er geen beslag worden gelegd op roerende zaken, zoals een auto of een inboedel, als voorzienbaar is dat de kosten de baten overtreffen. Een gedwongen verkoop levert in zo’n geval niets op. Sterker nog, het leidt alleen maar tot een hogere schuld, omdat de kosten vaak voor rekening van de schuldenaar komen. Het beslag wordt dan een drukmiddel om de schuldenaar te laten betalen, terwijl hij hier geen geld voor heeft.
Daarnaast wordt de verouderde lijst van zaken die buiten een beslag blijven aangepast aan deze tijd. Dit geldt ook voor veilingregels van roerende zaken. Nu gebeurt dat nog met een zaalveiling, maar kan straks ook via het internet. Ook het in beslag nemen van een auto of aanhangwagen wordt efficiënter. Nu moet een deurwaarder het voertuig daadwerkelijk zien om er beslag op te kunnen leggen. Dat kost tijd en geld, terwijl via het kentekenregister van de RDW eenvoudig is vast te stellen of iemand een auto op zijn naam heeft staan. Daarom kan straks beslag worden gelegd na inzage in het kentekenregister en wordt het niet meer mogelijk om de auto na een beslag snel over te schrijven op een andere naam. Zo wordt een koper beschermd tegen een verkoper die zijn auto met een beslag erop wil verkopen.
AFM legt Peter Verdonck van PV-Finance last onder dwangsom op
Peter Verdonck, directeur en eigenaar van PV-Finance B.V., heeft op 8 mei 2019 een last onder dwangsom opgelegd gekregen door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De last onder dwangsom is opgelegd omdat Peter Verdonck weigert om aan informatieverzoeken van de AFM te voldoen.
PV-Finance B.V., handelend onder de namen Vetonagroup Enterprises en Vetona, biedt zogenaamde ‘pakketten’ met obligaties aan, waarbij aan beleggers wordt voorgespiegeld dat zij met het opgehaalde geld gaat investeren op Madagaskar en in Gambia.
Op 4 maart 2019 heeft de AFM al gewaarschuwd voor het bedrijf. De AFM vermoedt dat PV-Finance beleggers onjuiste informatie verstrekt en essentiële informatie weglaat over de besteding van het door PV-Finance opgehaalde geld. Gelet op de rekeningafschriften van PV-Finance, die in het bezit zijn van de AFM, vermoedt de AFM dat slechts een beperkt deel van het opgehaalde geld is besteed aan investeringen op Madagaskar en in Gambia. De AFM is van oordeel dat opgevraagde informatie noodzakelijk is om onderzoek uit te voeren en adequaat toezicht te houden op de financiële markten.
PV-Finance B.V., handelend onder de namen Vetonagroup Enterprises en Vetona, biedt zogenaamde ‘pakketten’ met obligaties aan, waarbij aan beleggers wordt voorgespiegeld dat zij met het opgehaalde geld gaat investeren op Madagaskar en in Gambia.
Op 4 maart 2019 heeft de AFM al gewaarschuwd voor het bedrijf. De AFM vermoedt dat PV-Finance beleggers onjuiste informatie verstrekt en essentiële informatie weglaat over de besteding van het door PV-Finance opgehaalde geld. Gelet op de rekeningafschriften van PV-Finance, die in het bezit zijn van de AFM, vermoedt de AFM dat slechts een beperkt deel van het opgehaalde geld is besteed aan investeringen op Madagaskar en in Gambia. De AFM is van oordeel dat opgevraagde informatie noodzakelijk is om onderzoek uit te voeren en adequaat toezicht te houden op de financiële markten.
woensdag 19 juni 2019
Voorzichtig herstel op autoverzekeringenmarkt
De markt voor wettelijke aansprakelijkheidsverzekeringen motorrijtuigen (motor WA) zit al enige tijd in slecht weer. 2018 is het eerste jaar waarin sommige indicatoren wijzen op herstel van deze markt, maar niet alle signalen zijn positief. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportages van verzekeraars aan DNB.
Sinds 2008 wordt er marktbreed technisch verlies gemaakt op motor WA en dit is nog steeds het geval in 2018). Dat betekent dat de inkomende premie lager is dan de uitgaande schade en kosten. Toch lijken schadeverzekeraars meer grip te krijgen op deze zeer concurrerende markt. Na een periode sinds 2011 waarin de verliezen jaar-op-jaar toe zijn genomen, is deze trend nu doorbroken. Het marktbrede technische verlies is afgenomen naar 308 miljoen euro in 2018 (2017: 474 miljoen) op een netto verdiende premie van 2.309 miljoen (2017: 2.148).
Consumenten sluiten een motor WA verzekering vaak samen af met een motor casco verzekering voor hun auto (of ander motorrijtuig). Op motor casco wordt in de meeste jaren wel technisch winst gemaakt en hiermee worden de verliezen op motor WA deels gecompenseerd. Waar in sommige jaren de winstgevendheid van motor casco en motor WA een tegengestelde richting op bewegen, geldt dit niet voor 2018. Oftewel, de verbetering van het technisch resultaat op motor WA is niet ten koste van motor casco gegaan.
Ondanks dat motorrijtuigen verzekeraars technisch verlies maken op motor WA, wordt er toch een positief netto resultaat behaald. Dit komt voor een klein deel door winsten op andere verzekeringsproducten (zoals motor casco en brand), maar vooral door positieve beleggingsopbrengsten.
Sinds 2008 wordt er marktbreed technisch verlies gemaakt op motor WA en dit is nog steeds het geval in 2018). Dat betekent dat de inkomende premie lager is dan de uitgaande schade en kosten. Toch lijken schadeverzekeraars meer grip te krijgen op deze zeer concurrerende markt. Na een periode sinds 2011 waarin de verliezen jaar-op-jaar toe zijn genomen, is deze trend nu doorbroken. Het marktbrede technische verlies is afgenomen naar 308 miljoen euro in 2018 (2017: 474 miljoen) op een netto verdiende premie van 2.309 miljoen (2017: 2.148).
Consumenten sluiten een motor WA verzekering vaak samen af met een motor casco verzekering voor hun auto (of ander motorrijtuig). Op motor casco wordt in de meeste jaren wel technisch winst gemaakt en hiermee worden de verliezen op motor WA deels gecompenseerd. Waar in sommige jaren de winstgevendheid van motor casco en motor WA een tegengestelde richting op bewegen, geldt dit niet voor 2018. Oftewel, de verbetering van het technisch resultaat op motor WA is niet ten koste van motor casco gegaan.
Ondanks dat motorrijtuigen verzekeraars technisch verlies maken op motor WA, wordt er toch een positief netto resultaat behaald. Dit komt voor een klein deel door winsten op andere verzekeringsproducten (zoals motor casco en brand), maar vooral door positieve beleggingsopbrengsten.
MijnGeldzaken.nl wordt nieuwe eigenaar AFAS Personal
Het onafhankelijke platform voor financiële planning en advies MijnGeldzaken.nl neemt op 1 juli AFAS Personal over van AFAS Software. Door de overname van het grootste online huishoudboekje van Nederland (meer dan 600.000 geregistreerde accounts) verbetert MijnGeldzaken.nl haar platform en profiteren de bestaande gebruikers van de expertise van de nieuwe eigenaar, die het platform mede door invoering van de PSD2 verder kan ontwikkelen.
Terwijl MijnGeldzaken.nl op zoek was naar een manier om haar eigen huishoudboekje te verbeteren, zocht AFAS naar een partij die AFAS Personal ‘de liefde kon geven die het verdient’. De filosofie van MijnGeldzaken.nl, waarbij gebruikers in controle zijn over de persoonlijke financiën en dataveiligheid en privacy de hoogste aandacht hebben, past bij die van AFAS.
AFAS Personal is een gratis app waarin iedereen al zijn geldzaken kan samenbrengen op één plek. Met behulp van AFAS Personal hebben gebruikers een overzicht van al hun inkomsten en uitgaven waardoor zij beter kunnen budgetteren en vooruit plannen. Gebruikers van AFAS Personal of eigenaren van MijnGeldzaken.nl-account hoeven niets te doen als gevolg van de overname. Iedereen wordt in de loop van 2019 geïnformeerd over de wijze van integratie en koppeling.
Terwijl MijnGeldzaken.nl op zoek was naar een manier om haar eigen huishoudboekje te verbeteren, zocht AFAS naar een partij die AFAS Personal ‘de liefde kon geven die het verdient’. De filosofie van MijnGeldzaken.nl, waarbij gebruikers in controle zijn over de persoonlijke financiën en dataveiligheid en privacy de hoogste aandacht hebben, past bij die van AFAS.
AFAS Personal is een gratis app waarin iedereen al zijn geldzaken kan samenbrengen op één plek. Met behulp van AFAS Personal hebben gebruikers een overzicht van al hun inkomsten en uitgaven waardoor zij beter kunnen budgetteren en vooruit plannen. Gebruikers van AFAS Personal of eigenaren van MijnGeldzaken.nl-account hoeven niets te doen als gevolg van de overname. Iedereen wordt in de loop van 2019 geïnformeerd over de wijze van integratie en koppeling.
dinsdag 18 juni 2019
Uitkering Fortis-claim vertraagd
Er blijken zich veel meer beleggers te hebben aangemeld voor de megaschikking die vijf claimclubs uitonderhandelden met Fortis-rechtsopvolger Ageas. Gedupeerden lijken hun geld later te krijgen en moeten rekening houden met een lagere vergoeding dan waar ze na het sluiten van de schikking op rekenden. Dat meldt het FD.
Liefst 1,3 miljard euro gaat naar beleggers die tussen 2007 en 2008 door het bestuur van de Belgisch-Nederlandse bank-verzekeraar werden misleid.
Ageas kreeg tot nu toe 270.000 claims binnen, terwijl de Belgische verzekeraar rekende op 175.000 tot 200.000. Het aantal kan nog oplopen: beleggers hebben tot eind juli voor het indienen van een claim.
Vanwege het succes van de schikking en het hoger dan verwachte aantal ontvangen claims, is er meer tijd nodig voor de verwerking van de documenten dan verwacht', laat Ageas weten in een reactie. De verzekeraar weet nog niet wanneer alle beleggers hun geld hebben, maar verwacht de rest van dit jaar nodig te hebben. Ageas keerde tot begin mei een kleine half miljard uit.
Liefst 1,3 miljard euro gaat naar beleggers die tussen 2007 en 2008 door het bestuur van de Belgisch-Nederlandse bank-verzekeraar werden misleid.
Ageas kreeg tot nu toe 270.000 claims binnen, terwijl de Belgische verzekeraar rekende op 175.000 tot 200.000. Het aantal kan nog oplopen: beleggers hebben tot eind juli voor het indienen van een claim.
Vanwege het succes van de schikking en het hoger dan verwachte aantal ontvangen claims, is er meer tijd nodig voor de verwerking van de documenten dan verwacht', laat Ageas weten in een reactie. De verzekeraar weet nog niet wanneer alle beleggers hun geld hebben, maar verwacht de rest van dit jaar nodig te hebben. Ageas keerde tot begin mei een kleine half miljard uit.
SNS decentraliseert dienstverlening en zet in op persoonlijk contact met klant
SNS gooit het roer om en gaat haar dienstverlening decentraliseren en inzetten op persoonlijk contact met de klant. De bank gaat hiermee tegen de heersende trend in om klantcontact alleen maar te digitaliseren en te centraliseren.
In plaats van een callcenter met steeds wisselende medewerkers of keuzemenu’s hebben klanten straks toegang tot een vast en persoonlijk team in de dichtstbijzijnde SNS winkel. Of ze nou bellen, chatten via de nieuwe Eén-tweetje app of langsgaan bij hun SNS winkel.
Ondanks de digitalisering die veel banken inzetten en het feit dat driekwart van Nederland dagelijks of wekelijks gebruik maakt van de app van hun bank, geeft drie op de tien juist aan al hun bankzaken graag via persoonlijk contact met een bankmedewerker op de fysieke banklocatie te regelen. Een op drie geeft zelfs aan dit graag te doen met een vaste - en voor hen bekende - medewerker, die zij ook telefonisch of via de app kunnen bereiken.
In plaats van een callcenter met steeds wisselende medewerkers of keuzemenu’s hebben klanten straks toegang tot een vast en persoonlijk team in de dichtstbijzijnde SNS winkel. Of ze nou bellen, chatten via de nieuwe Eén-tweetje app of langsgaan bij hun SNS winkel.
Ondanks de digitalisering die veel banken inzetten en het feit dat driekwart van Nederland dagelijks of wekelijks gebruik maakt van de app van hun bank, geeft drie op de tien juist aan al hun bankzaken graag via persoonlijk contact met een bankmedewerker op de fysieke banklocatie te regelen. Een op drie geeft zelfs aan dit graag te doen met een vaste - en voor hen bekende - medewerker, die zij ook telefonisch of via de app kunnen bereiken.
'Samen een dam opwerpen tegen misbruik van ouderen’
In het kader van ‘Veilig financieel ouder worden’ bracht minister Hugo de Jonge (VWS) onlangs een werkbezoek aan het kantoor van SNS aan het Vijf Meiplein in Leiden. Gastheer was Ton Timmerman, directievoorzitter van SNS. De minister sprak daar met vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en haar leden, bankmedewerkers, oudere klanten en slachtoffers van financieel misbruik.
SNS biedt oudere klanten een cursus aan hoe zij veilig kunnen bankieren op Internet. De NVB heeft een E-learning ontwikkeld voor bankmedewerkers om signalen van financieel misbruik te herkennen en hiermee om te gaan. Ook de stichting Veilig Thuis die gevallen van misbruik onderzoekt, was van de partij. ‘Ik denk dat er heel veel werk te doen is,’ zei de minister. ‘Het mooie is dat Veilig Thuis en de banken de handen ineen hebben geslagen om te zorgen dat we een dam opwerpen tegen financieel misbruik van ouderen’.
Rekeningen van andere banken beheren bij ABN AMRO
Klanten van ABN AMRO, die ook een rekening bij een andere bank hebben, kunnen vanaf nu aangeven dat ze hun rekeninginformatie willen inzien in de Mobiel Bankieren-app en in Internetbankieren van ABN AMRO. Doordat klanten hun rekeninginformatie van verschillende banken kunnen integreren, krijgen zij een beter beeld van hun financiën. Voorwaarde is wel dat de bank van de betreffende gebruiker technisch klaar is voor PSD2, net als ABN AMRO. Uiteraard bepalen klanten altijd zelf of zij hun gegevens willen delen.
Een van de banken die recentelijk hebben aangegeven klaar te zijn om op verzoek van klanten betaalinfo te delen is Rabobank. Vanaf vandaag kunnen de eerste groepen particuliere ABN AMRO klanten die ook een betaalrekening bij Rabobank hebben, die gegevens inladen in Mobiel Bankieren en Internet Bankieren van ABN AMRO. Ze moeten daarvoor Rabobank opdracht geven hun rekeninginformatie te delen, zoals saldo en transacties. Zo kan het voor klanten in één oogopslag duidelijk worden hoe ze er financieel voor staan. De verwachting is dat andere banken snel zullen volgen.
Naast Mobiel en Internet Bankieren heeft ABN AMRO ook de Grip app. Deze app zet inkomsten en uitgaven automatisch in handige categorieën, bijvoorbeeld boodschappen. Per categorie kan een budget worden ingesteld. Als een budget bijna is bereikt, krijgt de gebruiker een pushbericht. De app is nu alleen nog beschikbaar voor ABN AMRO en Bunq Premium klanten. Maar binnenkort zullen ook klanten van Rabobank de app kunnen gebruiken. Handig, want veel Nederlanders bankieren bij verschillende banken. Door alle inkomsten en uitgaven in één app te hebben, wordt een digitaal én geautomatiseerd huishoudboekje mogelijk.
ABN AMRO-rekeninghouders kunnen vanaf afgelopen week aangeven dat zij hun betaaldata willen delen met andere banken of financiële dienstverleners. ABN AMRO is technisch klaar om aan dergelijke verzoeken te voldoen. Voorwaarde is ook hier dat de financiële dienstverlener van de betreffende gebruiker klaar is voor PSD2, net als ABN AMRO. Uiteraard bepalen klanten altijd zelf of zij hun gegevens willen delen.
Deze mogelijkheden zijn een gevolg van de nieuwe financiële wetgeving genaamd PSD2. PSD2 is een nieuwe Europese wet voor betalingsverkeer. Door de nieuwe wet kunnen klanten van banken aan derde partijen toegang geven tot hun online betaalrekening. Hierdoor kunnen klanten hun betaaldata bijvoorbeeld laten uploaden in financiële apps, of betaalgegevens van verschillende banken met elkaar combineren om een goed overzicht van de financiën te krijgen. De Nederlandsche Bank en het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zijn onlangs een grote publiekscampagne begonnen om Nederlanders te informeren over de mogelijkheden en gevolgen van de nieuwe wetgeving.
Een van de banken die recentelijk hebben aangegeven klaar te zijn om op verzoek van klanten betaalinfo te delen is Rabobank. Vanaf vandaag kunnen de eerste groepen particuliere ABN AMRO klanten die ook een betaalrekening bij Rabobank hebben, die gegevens inladen in Mobiel Bankieren en Internet Bankieren van ABN AMRO. Ze moeten daarvoor Rabobank opdracht geven hun rekeninginformatie te delen, zoals saldo en transacties. Zo kan het voor klanten in één oogopslag duidelijk worden hoe ze er financieel voor staan. De verwachting is dat andere banken snel zullen volgen.
Naast Mobiel en Internet Bankieren heeft ABN AMRO ook de Grip app. Deze app zet inkomsten en uitgaven automatisch in handige categorieën, bijvoorbeeld boodschappen. Per categorie kan een budget worden ingesteld. Als een budget bijna is bereikt, krijgt de gebruiker een pushbericht. De app is nu alleen nog beschikbaar voor ABN AMRO en Bunq Premium klanten. Maar binnenkort zullen ook klanten van Rabobank de app kunnen gebruiken. Handig, want veel Nederlanders bankieren bij verschillende banken. Door alle inkomsten en uitgaven in één app te hebben, wordt een digitaal én geautomatiseerd huishoudboekje mogelijk.
ABN AMRO-rekeninghouders kunnen vanaf afgelopen week aangeven dat zij hun betaaldata willen delen met andere banken of financiële dienstverleners. ABN AMRO is technisch klaar om aan dergelijke verzoeken te voldoen. Voorwaarde is ook hier dat de financiële dienstverlener van de betreffende gebruiker klaar is voor PSD2, net als ABN AMRO. Uiteraard bepalen klanten altijd zelf of zij hun gegevens willen delen.
Deze mogelijkheden zijn een gevolg van de nieuwe financiële wetgeving genaamd PSD2. PSD2 is een nieuwe Europese wet voor betalingsverkeer. Door de nieuwe wet kunnen klanten van banken aan derde partijen toegang geven tot hun online betaalrekening. Hierdoor kunnen klanten hun betaaldata bijvoorbeeld laten uploaden in financiële apps, of betaalgegevens van verschillende banken met elkaar combineren om een goed overzicht van de financiën te krijgen. De Nederlandsche Bank en het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zijn onlangs een grote publiekscampagne begonnen om Nederlanders te informeren over de mogelijkheden en gevolgen van de nieuwe wetgeving.
Mobiele bank N26 passeert grens van 3,5 miljoen gebruikers in Europa
N26 bedient nu 3,5 miljoen klanten in 24 Europese markten, die 16 miljoen transacties per maand doen. Dit staat gelijk aan zo’n 400 transacties per minuut, met een waarde van meer dan 2 miljard euro per maand.
Tienduizenden van deze klanten bevinden zich in Nederland. De mijlpaal bevestigt volgens N26 dat de voorkeuren van consumenten verschuiven, en dat de retailbankensector momenteel een substantiële transformatie ondergaat.
Het bedrijf telt nu 1300 werknemers met 60 verschillende nationaliteiten op locaties wereldwijd. Hoewel het hoofdkantoor zich in Berlijn bevindt, heeft het bedrijf ook hubs in Barcelona en Wenen en kantoren in New York en Sao Paulo.
Klanten kunnen via hun telefoon een bankrekening openen, in real-time geld sturen naar vrienden, toegang krijgen tot de nieuwste mobiele betaaloplossingen en wereldwijd betalen zonder extra kosten.
Tienduizenden van deze klanten bevinden zich in Nederland. De mijlpaal bevestigt volgens N26 dat de voorkeuren van consumenten verschuiven, en dat de retailbankensector momenteel een substantiële transformatie ondergaat.
Het bedrijf telt nu 1300 werknemers met 60 verschillende nationaliteiten op locaties wereldwijd. Hoewel het hoofdkantoor zich in Berlijn bevindt, heeft het bedrijf ook hubs in Barcelona en Wenen en kantoren in New York en Sao Paulo.
Klanten kunnen via hun telefoon een bankrekening openen, in real-time geld sturen naar vrienden, toegang krijgen tot de nieuwste mobiele betaaloplossingen en wereldwijd betalen zonder extra kosten.
maandag 17 juni 2019
Nibud: Kwart van de stellen ruziet over geldzaken
Een kwart van de Nederlandse stellen ruziet over geld. De onenigheid tussen de partners gaat over de manier waarop zij met hun geld omgaan. De meeste meningsverschillen gaan over bezuinigen.
Het gaat dan niet alleen over de vraag of er bezuinigd moet worden, maar ook over de manier waarop. Ook het bestedingspatroon is aanleiding voor strubbelingen. Als mensen moeite hebben met rondkomen, betalingsproblemen hebben of geldzaken lastig vinden, is geld vaker de oorzaak van verdeeldheid. Dit blijkt uit het Nibud-rapport Geld en relatie 2019.
In 2019 doen meer stellen de financiën samen dan ruim een decennium geleden. Een derde houdt zich nu gezamenlijk met de geldzaken van het huishouden bezig, in 2007 was dat nog geen kwart. Stellen hebben iets vaker dan toen een gezamenlijke betaalrekening. En net als toen heeft de helft van de stellen met een gezamenlijke rekening daarnaast ook nog een privérekening.
Bij 20 procent hebben beide partners alleen een privérekening, in 2007 had nog 25 procent van de stellen dat. Stellen gebruiken de gezamenlijke rekening vooral voor het betalen van meubels, witgoed en andere apparatuur en de dagelijkse boodschappen. De mobiele telefoon, kleding, cadeaus en de zorgverzekering betalen ze van hun eigen rekening.
61 procent gooit de inkomsten op één hoop. Het eventuele verschil in de hoogte van de inkomens speelt hierbij geen rol. Stellen waarvan één van de partners meer of minder verdient dan de ander doen dit net zo vaak als stellen waarvan de partners ongeveer evenveel verdienen. Ruim 1 op de 10 stellen verdeelt naar verhouding de gezamenlijke uitgaven; hierbij hangt het van de hoogte van hun inkomen af hoeveel beide partners inbrengen. Deze partners doen dat omdat ze dat het eerlijkst vinden.
De partners die alles op één hoop gooien doen dat vooral omdat ze dat makkelijk vinden. Het Nibud adviseert partners om bewust te kiezen voor een bepaalde verdeling omdat dit later veel discussies kan schelen.
Een meerderheid van de partners (60 procent) vindt dat zij op dezelfde manier met geld omgaan als de ander. Ze zijn bijvoorbeeld allebei even zuinig of geven allebei even makkelijk geld uit. Veel minder stellen zijn elkaars tegenpool. 1 op de 8 beschouwt zichzelf als een heel ander type dan de partner is. De communicatie over geld verloopt bij deze stellen moeizamer.
Om partners inzicht te geven in de verschillen en overeenkomsten die zij hebben op het gebied van geld, heeft het Nibud de Geld en relatie-test ontwikkeld. Met deze gratis online test kunnen stellen aan de hand van enkele vragen al zien waarin zij verschillen op het gebied van geldzaken. De test en de uitkomsten ervan kunnen ze makkelijk via WhatsApp naar elkaar doorsturen. Ook krijgen zij advies over hoe zij met de verschillen kunnen omgaan. Het Nibud hoopt dat stellen hiermee makkelijker het gesprek over de gezamenlijke financiën kunnen voeren.
Een meerderheid van de stellen maakt afspraken over geldzaken. De meeste afspraken gaan over wie wat betaalt, het uitgavenpatroon en hoeveel beide partners willen sparen. Als zij iets aan deze afspraken willen veranderen, noemen de stellen vooral dat zij willen dat er minder wordt uitgegeven en meer gespaard. Van de partners die geen afspraken maken geven de meeste aan dat geldzaken zich bij hen vanzelf wel regelen of dat zij los van elkaar hun geldzaken goed hebben geregeld.
Het Nibud raadt stellen aan om de bijzonderheden maandelijks met elkaar te bespreken. Niet alleen om misverstanden te voorkomen, maar ook om ervoor te zorgen dat beide partners op de hoogte te zijn van het financiële reilen en zeilen van hun huishouden.
Het gaat dan niet alleen over de vraag of er bezuinigd moet worden, maar ook over de manier waarop. Ook het bestedingspatroon is aanleiding voor strubbelingen. Als mensen moeite hebben met rondkomen, betalingsproblemen hebben of geldzaken lastig vinden, is geld vaker de oorzaak van verdeeldheid. Dit blijkt uit het Nibud-rapport Geld en relatie 2019.
In 2019 doen meer stellen de financiën samen dan ruim een decennium geleden. Een derde houdt zich nu gezamenlijk met de geldzaken van het huishouden bezig, in 2007 was dat nog geen kwart. Stellen hebben iets vaker dan toen een gezamenlijke betaalrekening. En net als toen heeft de helft van de stellen met een gezamenlijke rekening daarnaast ook nog een privérekening.
Bij 20 procent hebben beide partners alleen een privérekening, in 2007 had nog 25 procent van de stellen dat. Stellen gebruiken de gezamenlijke rekening vooral voor het betalen van meubels, witgoed en andere apparatuur en de dagelijkse boodschappen. De mobiele telefoon, kleding, cadeaus en de zorgverzekering betalen ze van hun eigen rekening.
61 procent gooit de inkomsten op één hoop. Het eventuele verschil in de hoogte van de inkomens speelt hierbij geen rol. Stellen waarvan één van de partners meer of minder verdient dan de ander doen dit net zo vaak als stellen waarvan de partners ongeveer evenveel verdienen. Ruim 1 op de 10 stellen verdeelt naar verhouding de gezamenlijke uitgaven; hierbij hangt het van de hoogte van hun inkomen af hoeveel beide partners inbrengen. Deze partners doen dat omdat ze dat het eerlijkst vinden.
De partners die alles op één hoop gooien doen dat vooral omdat ze dat makkelijk vinden. Het Nibud adviseert partners om bewust te kiezen voor een bepaalde verdeling omdat dit later veel discussies kan schelen.
Een meerderheid van de partners (60 procent) vindt dat zij op dezelfde manier met geld omgaan als de ander. Ze zijn bijvoorbeeld allebei even zuinig of geven allebei even makkelijk geld uit. Veel minder stellen zijn elkaars tegenpool. 1 op de 8 beschouwt zichzelf als een heel ander type dan de partner is. De communicatie over geld verloopt bij deze stellen moeizamer.
Om partners inzicht te geven in de verschillen en overeenkomsten die zij hebben op het gebied van geld, heeft het Nibud de Geld en relatie-test ontwikkeld. Met deze gratis online test kunnen stellen aan de hand van enkele vragen al zien waarin zij verschillen op het gebied van geldzaken. De test en de uitkomsten ervan kunnen ze makkelijk via WhatsApp naar elkaar doorsturen. Ook krijgen zij advies over hoe zij met de verschillen kunnen omgaan. Het Nibud hoopt dat stellen hiermee makkelijker het gesprek over de gezamenlijke financiën kunnen voeren.
Een meerderheid van de stellen maakt afspraken over geldzaken. De meeste afspraken gaan over wie wat betaalt, het uitgavenpatroon en hoeveel beide partners willen sparen. Als zij iets aan deze afspraken willen veranderen, noemen de stellen vooral dat zij willen dat er minder wordt uitgegeven en meer gespaard. Van de partners die geen afspraken maken geven de meeste aan dat geldzaken zich bij hen vanzelf wel regelen of dat zij los van elkaar hun geldzaken goed hebben geregeld.
Het Nibud raadt stellen aan om de bijzonderheden maandelijks met elkaar te bespreken. Niet alleen om misverstanden te voorkomen, maar ook om ervoor te zorgen dat beide partners op de hoogte te zijn van het financiële reilen en zeilen van hun huishouden.
Goede rapportcijfers voor banken. ING blijft achter
Consumenten zijn relatief tevreden over hun bank, blijkt uit een enquête van de Consumentenbond. Alle banken krijgen een voldoende, maar het verschil onderling is flink. RegioBank krijgt het hoogste cijfer van zijn klanten, een 9,3. ING is hekkensluiter met een 6,7.
De Consumentenbond vroeg ruim 14.000 consumenten om hun bank te beoordelen op service, kosten, persoonlijk contact en internet- en mobiel bankieren. De panelleden waren het minst tevreden over de kosten. Maar liefst eenderde van de Rabobank-, ABN AMRO- en ING-klanten geeft zijn bank daarvoor een onvoldoende. De ondervraagden vinden het vooral vervelend dat de kosten maar blijven stijgen, terwijl ze steeds meer zelf moeten doen.
Ook de service bij de grote 3 kan beter. Een op de tien klanten van die banken is daar (zeer) ontevreden over. Zij vinden de spaarrente te laag en hebben het gevoel dat eigen belang en winst maken op de eerste plaats staan. Bijna een kwart van de ABN AMRO- en ING-klanten vindt zijn bank niet klantgericht. Knab valt in positieve zin op; deze bank kreeg van niemand een onvoldoende voor de service.
De overgrote meerderheid (94% procent) bankiert via internet en 66 procent maakt (daarnaast) gebruik van de mobielbankieren-app. De tevredenheid over zowel internet- als mobielbankieren is hoog: respectievelijk 88 en 94 procent. Maar ook hier scoort ING iets minder goed dan de rest. Dit komt voor een belangrijk deel door het verdwijnen van de TAN-codes, waarmee ING-klanten vroeger betaalopdrachten moesten bevestigen. Dit gaat nu via de mobielbankieren-app. Panelleden zeggen het gevoel te hebben dat ING hen zo dwingt om mobiel te bankieren. Voor wie geen geschikte mobiele telefoon heeft, is er wel de ING-scanner, maar consumenten moeten vaak lang wachten voordat ze die krijgen.
De Consumentenbond vroeg ruim 14.000 consumenten om hun bank te beoordelen op service, kosten, persoonlijk contact en internet- en mobiel bankieren. De panelleden waren het minst tevreden over de kosten. Maar liefst eenderde van de Rabobank-, ABN AMRO- en ING-klanten geeft zijn bank daarvoor een onvoldoende. De ondervraagden vinden het vooral vervelend dat de kosten maar blijven stijgen, terwijl ze steeds meer zelf moeten doen.
Ook de service bij de grote 3 kan beter. Een op de tien klanten van die banken is daar (zeer) ontevreden over. Zij vinden de spaarrente te laag en hebben het gevoel dat eigen belang en winst maken op de eerste plaats staan. Bijna een kwart van de ABN AMRO- en ING-klanten vindt zijn bank niet klantgericht. Knab valt in positieve zin op; deze bank kreeg van niemand een onvoldoende voor de service.
De overgrote meerderheid (94% procent) bankiert via internet en 66 procent maakt (daarnaast) gebruik van de mobielbankieren-app. De tevredenheid over zowel internet- als mobielbankieren is hoog: respectievelijk 88 en 94 procent. Maar ook hier scoort ING iets minder goed dan de rest. Dit komt voor een belangrijk deel door het verdwijnen van de TAN-codes, waarmee ING-klanten vroeger betaalopdrachten moesten bevestigen. Dit gaat nu via de mobielbankieren-app. Panelleden zeggen het gevoel te hebben dat ING hen zo dwingt om mobiel te bankieren. Voor wie geen geschikte mobiele telefoon heeft, is er wel de ING-scanner, maar consumenten moeten vaak lang wachten voordat ze die krijgen.
Hello bank! lanceert Hello fins!, een robot voor beleggers
De komende weken nodigt de Belgische onlinebank Hello bank!, een filiaal van BNP Paribas Fortis, zo’n 80 klanten uit om exclusief haar robo-belegger Hello fins! te testen. Dat is een onlinedienst voor discretionair beheer waarbij algoritmische modellen en een beleggingscomité van vlees en bloed de handen in elkaar slaan.
De tool is ontworpen om vermogens professioneel te beheren tegen een lage kostprijs en al vanaf een bescheiden bedrag. Hello fins! steunt op verschillende expertises en kan daardoor een 'onovertroffen robo-belegger' aanbieden. Het combineert de eenvoud van de robo-belegger van de fintech Gambit Financial Solutions – een spin-off van de Universiteit van Luik waarvan BNP Paribas Asset Management sinds 2017 referentieaandeelhouder is – met de kracht van het algoritme van BNP Paribas Asset Management en de expertise van de beleggingsspecialisten van BNP Paribas Fortis Private Banking.
De tool is ontworpen om vermogens professioneel te beheren tegen een lage kostprijs en al vanaf een bescheiden bedrag. Hello fins! steunt op verschillende expertises en kan daardoor een 'onovertroffen robo-belegger' aanbieden. Het combineert de eenvoud van de robo-belegger van de fintech Gambit Financial Solutions – een spin-off van de Universiteit van Luik waarvan BNP Paribas Asset Management sinds 2017 referentieaandeelhouder is – met de kracht van het algoritme van BNP Paribas Asset Management en de expertise van de beleggingsspecialisten van BNP Paribas Fortis Private Banking.
Voltooiing van de Europese kapitaalmarktunie is van groot belang voor Nederland
De voltooiing van de Europese kapitaalmarktunie is van groot belang voor Nederland. Goed functionerende grensoverschrijdende kapitaalmarkten dragen bij aan het vermogen om schokken op te vangen binnen een muntunie. Bedrijven in de EU, met name het midden-en klein bedrijf, zijn voor hun financiering sterk afhankelijk van leningen van nationale banken. Een Europese Kapitaalmarktunie zorgt ervoor dat zij ook op andere manieren aan geld kunnen komen.
Samen met zijn Franse en Duitse ambtsgenoot heeft minister Hoekstra van Financiën daarom het initiatief genomen om experts uit de financiële sector te vragen om aanbevelingen te doen voor de toekomst van de kapitaalmarktunie. De leden van deze werkgroep zullen zijn:
Corien Wortmann-Kool, bestuursvoorzitter van het Nederlandse Pensioenfonds ABP;
Fabrice Demarigny, voorzitter van het bestuur van het European Capital Markets Institute en partner bij Mazars Scrl;
Joachim Nagel, lid van het bestuur van KfW, de ontwikkelingsbank van Duitsland.
De werkgroep zal op korte termijn worden uitgebreid met enkele andere personen, om zo over een nog brede expertise te kunnen beschikken.
De werkgroep zal uiterlijk 30 september 2019 een rapport uitbrengen met een analyse en aanbevelingen.
Samen met zijn Franse en Duitse ambtsgenoot heeft minister Hoekstra van Financiën daarom het initiatief genomen om experts uit de financiële sector te vragen om aanbevelingen te doen voor de toekomst van de kapitaalmarktunie. De leden van deze werkgroep zullen zijn:
Corien Wortmann-Kool, bestuursvoorzitter van het Nederlandse Pensioenfonds ABP;
Fabrice Demarigny, voorzitter van het bestuur van het European Capital Markets Institute en partner bij Mazars Scrl;
Joachim Nagel, lid van het bestuur van KfW, de ontwikkelingsbank van Duitsland.
De werkgroep zal op korte termijn worden uitgebreid met enkele andere personen, om zo over een nog brede expertise te kunnen beschikken.
De werkgroep zal uiterlijk 30 september 2019 een rapport uitbrengen met een analyse en aanbevelingen.
zaterdag 15 juni 2019
'ABN Amro zoekt naar nieuwe CEO
ABN Amro zou naarstig op zoek zijn naar een nieuwe CEO. Komend voorjaar loopt de eerste termijn van topman Kees van Dijkhuizen af.
De topman of vrouw die wordt gezocht moet langere tijd aanblijven bij de bank. De Telegraaf schrijft dat ING toptalent Steven van Rijswijk, de directeur Risicobeheer van ING, afschermt om te voorkomen dat hij geheadhunt wordt.
De topman of vrouw die wordt gezocht moet langere tijd aanblijven bij de bank. De Telegraaf schrijft dat ING toptalent Steven van Rijswijk, de directeur Risicobeheer van ING, afschermt om te voorkomen dat hij geheadhunt wordt.
vrijdag 14 juni 2019
Hoge Raad: Forfaitair rendement box 3 niet meer haalbaar voor de jaren 2013 en 2014
De regeling van de vermogensrendementsheffing in de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 (box 3, inkomen uit sparen en beleggen) bevat een zogenoemde forfaitair rendementspercentage van 4 procent. Bij de totstandkoming van dat percentage heeft de wetgever zich op het standpunt gesteld dat die 4 procent voor een lange reeks van jaren haalbaar mag worden geacht zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen. Vandaag heeft de Raad geoordeeld dat die 4 procent voor de jaren 2013 en 2014 niet meer haalbaar was zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen.
Mensen die vinden dat in de vermogensrendementsheffing te weinig rekening wordt gehouden met de rente op spaarsaldi hebben op grote schaal bezwaar gemaakt tegen de box 3 heffing in hun aanslag inkomstenbelasting voor de jaren 2013 en 2014. De Staatssecretaris van Financiën heeft in overleg met de Bond voor Belastingbetalers zes zaken geselecteerd die aan de rechter zijn voorgelegd door middel van de zogenoemde massaalbezwaarprocedure. Daarnaast zijn sommige mensen voor de jaren 2013 en 2014 zelf een procedure begonnen. In geschil is in al die gevallen of de regeling van box 3 op stelselniveau in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EP). De uitspraak van de Hoge Raad van vandaag is het sluitstuk van deze procedures en heeft enkel betrekking op de regeling van box 3 voor de jaren 2013 en 2014.
Het oordeel dat voor de jaren 2013 en 2014 een rendement van 4% niet haalbaar was zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen, wil nog niet zeggen dat sprake is van een schending van het door artikel 1 EP beschermde recht op ongestoord genot van eigendom. Daarvoor is vereist dat belastingplichtigen voor de jaren 2013 en 2014 worden geconfronteerd met een zogenoemde buitensporig zware last. Hierbij moet ook worden gekeken naar het belastingtarief (30 procent). De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat belastingplichtigen op stelselniveau worden geconfronteerd met een buitensporig zware last als de belastingdruk in box 3 voor het jaar 2013 of het jaar 2014 hoger is dan het gemiddeld zonder (veel) risico’s haalbare rendement.
De Hoge Raad is, gelet op zijn overwegingen over de haalbaarheid en de buitensporig zware last, van oordeel dat de heffing van box 3 op stelselniveau een schending van artikel 1 EP vormt als het nominaal in box 3 te behalen rendement voor de jaren 2013 en 2014 gemiddeld lager is dan 1,2%.
Voor de gevolgen van een dergelijke schending op stelselniveau van het recht op het ongestoorde genot van eigendom (artikel 1 EP) kan de Hoge Raad in beginsel geen oplossing bieden. Daarbij moeten namelijk op stelselniveau keuzes worden gemaakt die niet voldoende duidelijk uit het stelsel van de wet zijn af te leiden. In de verhouding tot de wetgever past de rechter dan terughoudendheid bij het voorzien in een oplossing op stelselniveau.
Voor ingrijpen van de rechter is wél plaats als een individuele belastingplichtige in strijd met artikel 1 EP wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporig zware last (wegens de gevolgen van de heffing van box 3 in samenhang met zijn of haar gehele financiële situatie). Die individuele toets valt echter buiten het bereik van deze massaalbezwaarprocedures over de regeling van box 3 op stelselniveau voor de jaren 2013 en 2014.
De uitspraak van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat de Belastingdienst de bezwaren tegen de box 3 heffing voor de jaren 2013 en 2014 kan gaan afwikkelen.
Mensen die vinden dat in de vermogensrendementsheffing te weinig rekening wordt gehouden met de rente op spaarsaldi hebben op grote schaal bezwaar gemaakt tegen de box 3 heffing in hun aanslag inkomstenbelasting voor de jaren 2013 en 2014. De Staatssecretaris van Financiën heeft in overleg met de Bond voor Belastingbetalers zes zaken geselecteerd die aan de rechter zijn voorgelegd door middel van de zogenoemde massaalbezwaarprocedure. Daarnaast zijn sommige mensen voor de jaren 2013 en 2014 zelf een procedure begonnen. In geschil is in al die gevallen of de regeling van box 3 op stelselniveau in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EP). De uitspraak van de Hoge Raad van vandaag is het sluitstuk van deze procedures en heeft enkel betrekking op de regeling van box 3 voor de jaren 2013 en 2014.
Het oordeel dat voor de jaren 2013 en 2014 een rendement van 4% niet haalbaar was zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen, wil nog niet zeggen dat sprake is van een schending van het door artikel 1 EP beschermde recht op ongestoord genot van eigendom. Daarvoor is vereist dat belastingplichtigen voor de jaren 2013 en 2014 worden geconfronteerd met een zogenoemde buitensporig zware last. Hierbij moet ook worden gekeken naar het belastingtarief (30 procent). De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat belastingplichtigen op stelselniveau worden geconfronteerd met een buitensporig zware last als de belastingdruk in box 3 voor het jaar 2013 of het jaar 2014 hoger is dan het gemiddeld zonder (veel) risico’s haalbare rendement.
De Hoge Raad is, gelet op zijn overwegingen over de haalbaarheid en de buitensporig zware last, van oordeel dat de heffing van box 3 op stelselniveau een schending van artikel 1 EP vormt als het nominaal in box 3 te behalen rendement voor de jaren 2013 en 2014 gemiddeld lager is dan 1,2%.
Voor de gevolgen van een dergelijke schending op stelselniveau van het recht op het ongestoorde genot van eigendom (artikel 1 EP) kan de Hoge Raad in beginsel geen oplossing bieden. Daarbij moeten namelijk op stelselniveau keuzes worden gemaakt die niet voldoende duidelijk uit het stelsel van de wet zijn af te leiden. In de verhouding tot de wetgever past de rechter dan terughoudendheid bij het voorzien in een oplossing op stelselniveau.
Voor ingrijpen van de rechter is wél plaats als een individuele belastingplichtige in strijd met artikel 1 EP wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporig zware last (wegens de gevolgen van de heffing van box 3 in samenhang met zijn of haar gehele financiële situatie). Die individuele toets valt echter buiten het bereik van deze massaalbezwaarprocedures over de regeling van box 3 op stelselniveau voor de jaren 2013 en 2014.
De uitspraak van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat de Belastingdienst de bezwaren tegen de box 3 heffing voor de jaren 2013 en 2014 kan gaan afwikkelen.
'Banken dragen bij aan groei MKB door gezonde kredietverlening'
Banken leveren met een uitstaand krediet van 127 miljard euro een belangrijke bijdrage aan de groei van het MKB. Sinds het tweede kwartaal van 2017 groeit het volume aan uitstaand krediet weer, stijgt het aantal succesvolle kredietaanvragen en daalt het aantal afwijzingen. Tegelijkertijd blijven banken scherp naar risico’s kijken en komen alleen gezonde bedrijven met goede plannen in aanmerking voor financiering. Dit vertaalt zich ook in het zeer lage percentage non performing loans van Nederlandse banken in Europees perspectief. Dat schrijft de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in reactie op de policy brief ‘MKB-bankfinanciering in Europees perspectief’ van het Centraal Planbureau (CPB).
In de policybrief bevestigt het CPB statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) dat Nederlandse mkb’ers in Europees perspectief minder vaak aanvragen doen voor bankleningen en dat deze aanvragen relatief vaker door de bank worden afgewezen. Op zoek naar een verklaring manen de onderzoekers tot voorzichtigheid en geven ze aan hier geen definitief antwoord op te hebben. Ook schrijven ze dat het ‘niet goed mogelijk is om op betrouwbare wijze vast te stellen in hoeverre de Nederlandse economie schade oploopt door een beperkte beschikbaarheid van krediet’.
De NVB benadrukt dat de studie van het CPB geen conclusies trekt over of ondernemers terecht of onterecht worden afgewezen. Het CPB merkt ook zelf op dat het moeilijk is om vast te stellen wat de optimale hoeveelheid krediet is. Zonder vast te stellen op welk niveau toe- en afwijzingen zich zouden moeten bevinden, constateert het CPB dat banken in Nederland relatief vaak ondernemers afwijzen. Verschillen tussen landen, zoals de mate van digitalisering, een traditie van relatie-bankieren of transactiebankieren en de mate waarin schuld aangaan gebruikelijk is, zijn echter even zo bepalend. Een internationale vergelijking biedt dan ook weinig inzichten voor conclusies over de Nederlandse markt.
De productiviteit en winstgevendheid van het Nederlandse MKB zijn hoog. Het is uit deze Policy Brief niet op te maken of de Nederlandse economie beter zou functioneren met ruimere of juist een minder ruime kredietverlening. Helaas heeft het CPB geen causaal verband kunnen aantonen tussen de productiviteit van het Nederlandse MKB en de mate waarin bancaire kredietverlening beschikbaar is.
Het verbaast de Nederlandse Vereniging van Banken tevens dat het CPB voorzichtige conclusies trekt over de link tussen de markt voor hypothecaire kredieten en bedrijfsleningen in Nederland. Zo zou ‘een relatief interessante hypothecaire leningsmarkt wellicht een rol spelen bij de lage acceptatiekans in Nederland’. Van een directe concurrentie tussen het aanbieden van hypotheken en bedrijfskredieten zou alleen sprake zijn indien banken aan balansverkorting doen. Dat is echter niet het geval. Banken zien het verstrekken van financiering aan ondernemers als één van hun kernactiviteiten.
Banken zijn én blijven de belangrijkste financier van het MKB. De dienstverlening van de banken aan het MKB is in de afgelopen jaren in hoog tempo veranderd. De vaste accountmanager is voor kleinere klanten verdwenen en aanvragen voor kleine kredieten worden in eerste instantie veelal digitaal ingediend. Tegelijkertijd hebben banken het proces eenvoudiger, efficiënter en transparanter gemaakt, wat juist ook garandeert dat de bank dit klantsegment blijft bedienen. Banken concurreren onderling fors om ook de kleine kredieten te verstrekken.
In de policybrief bevestigt het CPB statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) dat Nederlandse mkb’ers in Europees perspectief minder vaak aanvragen doen voor bankleningen en dat deze aanvragen relatief vaker door de bank worden afgewezen. Op zoek naar een verklaring manen de onderzoekers tot voorzichtigheid en geven ze aan hier geen definitief antwoord op te hebben. Ook schrijven ze dat het ‘niet goed mogelijk is om op betrouwbare wijze vast te stellen in hoeverre de Nederlandse economie schade oploopt door een beperkte beschikbaarheid van krediet’.
De NVB benadrukt dat de studie van het CPB geen conclusies trekt over of ondernemers terecht of onterecht worden afgewezen. Het CPB merkt ook zelf op dat het moeilijk is om vast te stellen wat de optimale hoeveelheid krediet is. Zonder vast te stellen op welk niveau toe- en afwijzingen zich zouden moeten bevinden, constateert het CPB dat banken in Nederland relatief vaak ondernemers afwijzen. Verschillen tussen landen, zoals de mate van digitalisering, een traditie van relatie-bankieren of transactiebankieren en de mate waarin schuld aangaan gebruikelijk is, zijn echter even zo bepalend. Een internationale vergelijking biedt dan ook weinig inzichten voor conclusies over de Nederlandse markt.
De productiviteit en winstgevendheid van het Nederlandse MKB zijn hoog. Het is uit deze Policy Brief niet op te maken of de Nederlandse economie beter zou functioneren met ruimere of juist een minder ruime kredietverlening. Helaas heeft het CPB geen causaal verband kunnen aantonen tussen de productiviteit van het Nederlandse MKB en de mate waarin bancaire kredietverlening beschikbaar is.
Het verbaast de Nederlandse Vereniging van Banken tevens dat het CPB voorzichtige conclusies trekt over de link tussen de markt voor hypothecaire kredieten en bedrijfsleningen in Nederland. Zo zou ‘een relatief interessante hypothecaire leningsmarkt wellicht een rol spelen bij de lage acceptatiekans in Nederland’. Van een directe concurrentie tussen het aanbieden van hypotheken en bedrijfskredieten zou alleen sprake zijn indien banken aan balansverkorting doen. Dat is echter niet het geval. Banken zien het verstrekken van financiering aan ondernemers als één van hun kernactiviteiten.
Banken zijn én blijven de belangrijkste financier van het MKB. De dienstverlening van de banken aan het MKB is in de afgelopen jaren in hoog tempo veranderd. De vaste accountmanager is voor kleinere klanten verdwenen en aanvragen voor kleine kredieten worden in eerste instantie veelal digitaal ingediend. Tegelijkertijd hebben banken het proces eenvoudiger, efficiënter en transparanter gemaakt, wat juist ook garandeert dat de bank dit klantsegment blijft bedienen. Banken concurreren onderling fors om ook de kleine kredieten te verstrekken.
Geen Marktmonitor adviseurs en bemiddelaars in 2019
Het voorjaar van 2020 is de eerstvolgende keer dat de Marktmonitor adviseurs en bemiddelaars (MMAB) wordt verstuurd. In 2019 ontvangen adviseurs en bemiddelaars dus geen uitnodiging voor de Marktmonitor.
De Marktmonitor is een toezichtinstrument van de AFM. Met de informatie krijgt de AFM beter inzicht in de markt en de risico’s. Hierdoor kan de AFM haar toezicht gerichter inzetten en de kwaliteit van de financiële markt en het vertrouwen in deze markt te verbeteren.
Reden hiervoor is dat de AFM de uitgebreide vragenlijst aan het herijken is. De vernieuwde vragenlijst is in het najaar van 2019 gereed. De AFM gaat deze dan niet uitsturen omdat enkele maanden later de MMAB 2020 op de planning staat. Dit zou in korte tijd veel capaciteit van adviseurs en bemiddelaars vragen.
Beter inzicht in markt en risico's
De Marktmonitor is een toezichtinstrument van de AFM. Met de informatie krijgt de AFM beter inzicht in de markt en de risico’s. Hierdoor kan de AFM haar toezicht gerichter inzetten en de kwaliteit van de financiële markt en het vertrouwen in deze markt te verbeteren.
Reden hiervoor is dat de AFM de uitgebreide vragenlijst aan het herijken is. De vernieuwde vragenlijst is in het najaar van 2019 gereed. De AFM gaat deze dan niet uitsturen omdat enkele maanden later de MMAB 2020 op de planning staat. Dit zou in korte tijd veel capaciteit van adviseurs en bemiddelaars vragen.
Beter inzicht in markt en risico's
Rabobank stopt ondersteuning van Internet Explorer 11
Rabobank stopt vanaf 1 juli de ondersteuning van Internet Explorer 11. Wie wil internetbankieren moet overstappen op Google Chrome, Microsoft Edge, Mozilla Firefox of Apple Safari.
'Met ingang van 1 juli 2019 stoppen wij met de ondersteuning van Microsoft Internet Explorer 11 (IE11) en lager. Ook Microsoft adviseert om IE11 niet meer te gebruiken. Voor veilig en optimaal gebruik van onze website en de Rabo Bankieren app adviseren wij het gebruik van onderstaande browsers', aldus Rabobank.
Volgens cijfers van marktvorser StatCounter heeft Internet Explorer onder Nederlandse internetgebruikers op de desktop nog een marktaandeel van bijna 8 procent.
'Met ingang van 1 juli 2019 stoppen wij met de ondersteuning van Microsoft Internet Explorer 11 (IE11) en lager. Ook Microsoft adviseert om IE11 niet meer te gebruiken. Voor veilig en optimaal gebruik van onze website en de Rabo Bankieren app adviseren wij het gebruik van onderstaande browsers', aldus Rabobank.
Volgens cijfers van marktvorser StatCounter heeft Internet Explorer onder Nederlandse internetgebruikers op de desktop nog een marktaandeel van bijna 8 procent.
donderdag 13 juni 2019
'MKB gebaat bij betere toegang krediet'
Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zijn gebaat bij een breed en toegankelijk aanbod van financiering. Dat vraagt om meer banken die juist het mkb bedienen. Dat zegt MKB-Nederland in reactie op onderzoek van het Centraal Planbureau, waaruit onder meer blijkt dat het Nederlandse mkb minder vaak bancair krediet krijgt dan vergelijkbare bedrijven elders in Europa.
Het CPB constateert in het een dezer dagen verschenen onderzoek dat Nederlandse MKB ondernemers Europees gezien relatief weinig aanvragen voor bankleningen doen en dat banken deze aanvragen relatief vaak afwijzen. Volgens het Planbureau kan de financiële gezondheid van het MKB nauwelijks een verklaring zijn voor het relatief hoge aantal afwijzingen, omdat Nederlandse mkb-bedrijven winstgevender zijn dan bedrijven elders en over een gemiddeld niveau aan eigen vermogen beschikken.
Hoewel het niet is bewezen, suggereert het CPB dat de lage acceptatie van kredieten voor het mkb het gevolg kan zijn van te weinig concurrentie tussen banken. Nederland telt immers maar een beperkt aantal grootbanken. Niet voor niets heeft MKB-Nederland vorig jaar al bepleit dat de Volksbank in het financieringsgat voor kleine en middelgrote bedrijven springt, met name vanwege het relatief hoge afwijzingspercentage van kredietaanvragen tot 250.000 euro. Bij de Volksbank draait inmiddels ook een pilot voor dit soort ondernemerskredieten.
Hoewel ondernemers zoveel mogelijk zaken financieren met eigen vermogen, blijft 'de bank' - van oudsher dé financier van het MKB - onmisbaar voor kredietverlening, aldus MKB-Nederland. De ondernemersorganisatie wijst in dit verband op het belang van de regeling BMKB (Borgstelling MKB-kredieten). Om de kredietverlening aan het mkb op gang te houden, mag het kabinet daar niet verder op bezuinigen.
Ook de ontwikkeling van alternatieve aanbieders blijft belangrijk omdat ondernemers zo meer te kiezen hebben. Dat past ook bij de grote diversiteit in het ondernemerschap.
Het CPB constateert in het een dezer dagen verschenen onderzoek dat Nederlandse MKB ondernemers Europees gezien relatief weinig aanvragen voor bankleningen doen en dat banken deze aanvragen relatief vaak afwijzen. Volgens het Planbureau kan de financiële gezondheid van het MKB nauwelijks een verklaring zijn voor het relatief hoge aantal afwijzingen, omdat Nederlandse mkb-bedrijven winstgevender zijn dan bedrijven elders en over een gemiddeld niveau aan eigen vermogen beschikken.
Hoewel het niet is bewezen, suggereert het CPB dat de lage acceptatie van kredieten voor het mkb het gevolg kan zijn van te weinig concurrentie tussen banken. Nederland telt immers maar een beperkt aantal grootbanken. Niet voor niets heeft MKB-Nederland vorig jaar al bepleit dat de Volksbank in het financieringsgat voor kleine en middelgrote bedrijven springt, met name vanwege het relatief hoge afwijzingspercentage van kredietaanvragen tot 250.000 euro. Bij de Volksbank draait inmiddels ook een pilot voor dit soort ondernemerskredieten.
Hoewel ondernemers zoveel mogelijk zaken financieren met eigen vermogen, blijft 'de bank' - van oudsher dé financier van het MKB - onmisbaar voor kredietverlening, aldus MKB-Nederland. De ondernemersorganisatie wijst in dit verband op het belang van de regeling BMKB (Borgstelling MKB-kredieten). Om de kredietverlening aan het mkb op gang te houden, mag het kabinet daar niet verder op bezuinigen.
Ook de ontwikkeling van alternatieve aanbieders blijft belangrijk omdat ondernemers zo meer te kiezen hebben. Dat past ook bij de grote diversiteit in het ondernemerschap.
Kamervragen over gebruik betaalverkeer voor reclame ING
De PvdA wil opheldering van minister Hoekstra van Financiën over ING. De bank heeft in zijn aangepaste voorwaarden plannen aangekondigd om betaalgegevens van klanten te gebruikken voor het tonen van persoonlijke reclame, overigens alleen ING-producten en -diensten.
Het tonen van deze gepersonaliseerde advertenties staat standaard ingeschakeld. Klanten kunnen zich echter wel afmelden. PvdA-Kamerlid Nijboer wil nu van Hoekstra weten in hoeverre de werkwijze van ING voldoet aan de privacywetgeving en gedragscodes voor banken.
Het tonen van deze gepersonaliseerde advertenties staat standaard ingeschakeld. Klanten kunnen zich echter wel afmelden. PvdA-Kamerlid Nijboer wil nu van Hoekstra weten in hoeverre de werkwijze van ING voldoet aan de privacywetgeving en gedragscodes voor banken.
Apple Pay beschikbaar voor BCC klanten
BCC, één van de grotere elektronicaretailers in Nederland, lanceert vanaf juni Apple Pay voor haar klanten.
Veiligheid en privacy zijn de kern van Apple Pay. Als je een creditcard of betaalkaart gebruikt met Apple Pay, worden de kaartnummers niet opgeslagen op het apparaat of op de Apple servers. In plaats daarvan, wordt een uniek apparaat accountnummer toegewezen, encrypted en veilig bewaard in het Secure element op je apparaat.
Apple Pay is gemakkelijk op te zetten en gebruikers blijven alle beloningen en voordelen ontvangen van credit- en betaalkaarten. In winkels, werkt Apple Pay met iPhone SE, iPhone 6 en later, en Apple Watch.
Online winkelen in apps en op websites die Apple Pay accepteren is simpel met Touch ID, of door gewoon de zijknop dubbel in te drukken en door te bekrachtigen met Face ID.
Veiligheid en privacy zijn de kern van Apple Pay. Als je een creditcard of betaalkaart gebruikt met Apple Pay, worden de kaartnummers niet opgeslagen op het apparaat of op de Apple servers. In plaats daarvan, wordt een uniek apparaat accountnummer toegewezen, encrypted en veilig bewaard in het Secure element op je apparaat.
Apple Pay is gemakkelijk op te zetten en gebruikers blijven alle beloningen en voordelen ontvangen van credit- en betaalkaarten. In winkels, werkt Apple Pay met iPhone SE, iPhone 6 en later, en Apple Watch.
Online winkelen in apps en op websites die Apple Pay accepteren is simpel met Touch ID, of door gewoon de zijknop dubbel in te drukken en door te bekrachtigen met Face ID.
woensdag 12 juni 2019
Eerste geldmaat onthuld in Soest
Vandaag onthult Geldmaat samen met ABN AMRO, ING en de Rabobank de eerste ‘geldmaat’ in Winkelcentrum Overhees in Soest. Dit is het startschot voor de overdracht van de geldautomaten van de drie banken aan Geldmaat, de organisatie die verantwoordelijk is voor de contantgeldvoorziening in Nederland.
De geldmaten zijn herkenbaar aan de gele kleur en het logo, en worden in 2019 en 2020 geleidelijk zichtbaar in het Nederlandse straatbeeld.
De vernieuwde geldautomaten blijven in de meeste gevallen op dezelfde plaats staan. Soms wordt een automaat verplaatst. Het ‘ontdubbelen’ van geldautomaten gebeurt voornamelijk in drukke dorps- en stadscentra, waar vaak meerdere geldautomaten op korte afstand van elkaar staan. Dit opnieuw inrichten van het geldautomatennetwerk zorgt voor een evenwichtige spreiding.
In de afgelopen jaren hebben Geldmaat en de drie banken samen met maatschappelijke belangenorganisaties, waaronder de Consumentenbond, de Oogvereniging en ouderenbonden, gewerkt aan een visie op het bereikbaar en beschikbaar houden van contant geld in Nederland.
Op 5 november vorig jaar maakten ABN AMRO, ING, Rabobank en Geldmaat bekend samen te werken aan een bankonafhankelijk geldautomatennetwerk om contant geld in Nederland beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar en veilig te houden. De drie banken starten vandaag met het stapsgewijs overdragen van hun automaten aan Geldmaat. Geldmaat, het voormalige Geldservice Nederland, beheert en onderhoudt al sinds 2011 de geldautomaten van de banken.
De geldmaten zijn herkenbaar aan de gele kleur en het logo, en worden in 2019 en 2020 geleidelijk zichtbaar in het Nederlandse straatbeeld.
De vernieuwde geldautomaten blijven in de meeste gevallen op dezelfde plaats staan. Soms wordt een automaat verplaatst. Het ‘ontdubbelen’ van geldautomaten gebeurt voornamelijk in drukke dorps- en stadscentra, waar vaak meerdere geldautomaten op korte afstand van elkaar staan. Dit opnieuw inrichten van het geldautomatennetwerk zorgt voor een evenwichtige spreiding.
In de afgelopen jaren hebben Geldmaat en de drie banken samen met maatschappelijke belangenorganisaties, waaronder de Consumentenbond, de Oogvereniging en ouderenbonden, gewerkt aan een visie op het bereikbaar en beschikbaar houden van contant geld in Nederland.
Op 5 november vorig jaar maakten ABN AMRO, ING, Rabobank en Geldmaat bekend samen te werken aan een bankonafhankelijk geldautomatennetwerk om contant geld in Nederland beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar en veilig te houden. De drie banken starten vandaag met het stapsgewijs overdragen van hun automaten aan Geldmaat. Geldmaat, het voormalige Geldservice Nederland, beheert en onderhoudt al sinds 2011 de geldautomaten van de banken.
DMB: Risico’s financiële stabiliteit nemen toe
De risico’s voor de financiële stabiliteit nemen toe door de lage rentes en ruime liquiditeitsverhoudingen. Hierdoor ontwikkelen financiële markten zich uitbundig en is er geen prikkel om schulden af te bouwen. Als het sentiment eenmaal omslaat, kan dit de financiële stabiliteit in gevaar brengen. Dat staat in het vandaag gepubliceerde halfjaarlijkse Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS) van De Nederlandsche Bank.
Mondiaal bezien liggen de schulden op een hoog niveau. Zo bedragen de gezamenlijke schulden van huishoudens, niet-financiële bedrijven en overheden ruim 230 procent van het bbp in het derde kwartaal van 2018. Ter vergelijking, eind 2005 lagen deze gemiddeld nog op bijna 200 procent van het bbp. Op sommige markten en in sommige landen bouwen zich specifieke kwetsbaarheden op. Vooral de markt voor risicovolle bedrijfsschuld, zoals hefboomleningen, is de afgelopen jaren sterk in omvang gegroeid, met name in de VS. Binnen Europa liggen de bedrijfsschulden in sommige landen, waaronder Nederland, op een hoog niveau. Daarnaast blijven de overheidsschulden in sommige Europese landen erg hoog. Juist in die landen waar de overheid een relatief hoge schuld heeft, is de schuldreductie in de afgelopen jaren zeer beperkt geweest. In sommige Europese landen liggen de schulden zelfs op een hoger niveau dan medio 2014, toen de gemiddelde overheidsschuld in het eurogebied haar piek bereikte.
Op financiële markten jagen de lage rentes en de ruime liquiditeitsverhoudingen een zoektocht naar rendement aan, waardoor zeepbellen kunnen ontstaan. De aandelenbeurzen hebben zich inmiddels grotendeels hersteld van de koersdalingen van eind vorig jaar, waardoor de zorgen over overwaarderingen en het risico op een marktomslag onverminderd groot zijn.
Tegen deze achtergrond vormt een scherpe correctie op de financiële markten een risico voor de huidige financiële stabiliteit. Wanneer risicopremies en rentes fors stijgen, worden schuldenaren geconfronteerd met hogere rentelasten, terwijl op financiële markten stevige prijsaanpassingen kunnen plaatsvinden. Een dergelijke marktomslag kan bijvoorbeeld uitgelokt worden door een onverwachte aanpassing van het monetaire beleid of door een zware crisis in een groot land. Zo kan de handelsoorlog tussen de VS en China de economische groei ernstig schaden, terwijl binnen Europa de fragiele economische en budgettaire situatie in Italië tot onrust op financiële markten kan leiden. Ook een niet uit te sluiten wanordelijke Brexit kan een schokgolf teweegbrengen op financiële markten.
Binnen Nederland vormen de onevenwichtigheden op de woningmarkt volgens DNB het grootste stabiliteitsrisico. De prijzen van woningen stijgen nog steeds, zij het minder hard dan voorheen. De betaalbaarheid verslechtert hierdoor en de krapte op de huizenmarkt houdt aan. De ontwikkelingen op de woningmarkt versterken de conjuncturele schommelingen in de economie. De sterke prijsstijgingen op de woningmarkt hebben de economische groei de afgelopen jaren een flinke impuls gegeven, terwijl de prijsdalingen op de woningmarkt ten tijde van de crisis de economische terugval juist versterkten. Een eventuele nieuwe huizenprijsdaling kan significante gevolgen hebben voor de Nederlandse economie en ook voor het Nederlandse bankwezen.
Mondiaal bezien liggen de schulden op een hoog niveau. Zo bedragen de gezamenlijke schulden van huishoudens, niet-financiële bedrijven en overheden ruim 230 procent van het bbp in het derde kwartaal van 2018. Ter vergelijking, eind 2005 lagen deze gemiddeld nog op bijna 200 procent van het bbp. Op sommige markten en in sommige landen bouwen zich specifieke kwetsbaarheden op. Vooral de markt voor risicovolle bedrijfsschuld, zoals hefboomleningen, is de afgelopen jaren sterk in omvang gegroeid, met name in de VS. Binnen Europa liggen de bedrijfsschulden in sommige landen, waaronder Nederland, op een hoog niveau. Daarnaast blijven de overheidsschulden in sommige Europese landen erg hoog. Juist in die landen waar de overheid een relatief hoge schuld heeft, is de schuldreductie in de afgelopen jaren zeer beperkt geweest. In sommige Europese landen liggen de schulden zelfs op een hoger niveau dan medio 2014, toen de gemiddelde overheidsschuld in het eurogebied haar piek bereikte.
Op financiële markten jagen de lage rentes en de ruime liquiditeitsverhoudingen een zoektocht naar rendement aan, waardoor zeepbellen kunnen ontstaan. De aandelenbeurzen hebben zich inmiddels grotendeels hersteld van de koersdalingen van eind vorig jaar, waardoor de zorgen over overwaarderingen en het risico op een marktomslag onverminderd groot zijn.
Tegen deze achtergrond vormt een scherpe correctie op de financiële markten een risico voor de huidige financiële stabiliteit. Wanneer risicopremies en rentes fors stijgen, worden schuldenaren geconfronteerd met hogere rentelasten, terwijl op financiële markten stevige prijsaanpassingen kunnen plaatsvinden. Een dergelijke marktomslag kan bijvoorbeeld uitgelokt worden door een onverwachte aanpassing van het monetaire beleid of door een zware crisis in een groot land. Zo kan de handelsoorlog tussen de VS en China de economische groei ernstig schaden, terwijl binnen Europa de fragiele economische en budgettaire situatie in Italië tot onrust op financiële markten kan leiden. Ook een niet uit te sluiten wanordelijke Brexit kan een schokgolf teweegbrengen op financiële markten.
Binnen Nederland vormen de onevenwichtigheden op de woningmarkt volgens DNB het grootste stabiliteitsrisico. De prijzen van woningen stijgen nog steeds, zij het minder hard dan voorheen. De betaalbaarheid verslechtert hierdoor en de krapte op de huizenmarkt houdt aan. De ontwikkelingen op de woningmarkt versterken de conjuncturele schommelingen in de economie. De sterke prijsstijgingen op de woningmarkt hebben de economische groei de afgelopen jaren een flinke impuls gegeven, terwijl de prijsdalingen op de woningmarkt ten tijde van de crisis de economische terugval juist versterkten. Een eventuele nieuwe huizenprijsdaling kan significante gevolgen hebben voor de Nederlandse economie en ook voor het Nederlandse bankwezen.
Zorgcoaches helpen ouderen met digitaal bankieren
Bijna de helft van alle ouderen in Nederland is eenzaam. De kans hierop neemt met de leeftijd toe. ABN AMRO helpt deze ouderen om financieel zelfredzaam te blijven.
Sylvia Speeks is één van de 36 collega’s die door ABN AMRO als financiële zorgcoach is opgeleid. Zij bezoekt ouderen thuis.
‘Naast helpen met bankieren kijken we ook hoe het met ze gaat. Vereenzamen ze niet, zijn er tekenen van beginnende dementie? En als ze het willen checken we de bankafschriften om te zien of er geen misbruik wordt gemaakt van hun pinpas.’
Sylvia’s verhaal sluit aan op onze aangescherpte strategie. Met Front Runners willen we inspireren met de goede dingen die er al gebeuren en tot nadenken zetten: can you bank for better?
Sylvia Speeks is één van de 36 collega’s die door ABN AMRO als financiële zorgcoach is opgeleid. Zij bezoekt ouderen thuis.
‘Naast helpen met bankieren kijken we ook hoe het met ze gaat. Vereenzamen ze niet, zijn er tekenen van beginnende dementie? En als ze het willen checken we de bankafschriften om te zien of er geen misbruik wordt gemaakt van hun pinpas.’
Sylvia’s verhaal sluit aan op onze aangescherpte strategie. Met Front Runners willen we inspireren met de goede dingen die er al gebeuren en tot nadenken zetten: can you bank for better?
dinsdag 11 juni 2019
Straks ook zakelijke rekening ING bij Apple Pay
Zakelijke klanten van ING kunnen in de nabije toekomst ook Apple Pay gebruiken, maar Roel Popping (directeur betalen bij ING Nederland) kan nog geen termijn noemen.
'Er is de afgelopen twee jaar veelvuldig contact geweest. Maar de concretisering en het toewerken naar livegang is eigenlijk een kwestie geweest van de afgelopen maanden,' zegt Popping. ''Dat is op zich wel heel snel en soepel gegaan. Daarvóór was sprake van wederzijdse verkenning, maar dat leidde op dat moment niet tot waar we vandaag zijn.'
ING blijft voorlopig de enige bankpartner van Apple in Nederland. Dat gebeurde ook in België. De exclusiviteit duurde in België zo’n vijf maanden. 'Wij zijn blij dat we op dit moment de enige zijn die dit mogen aanbieden, maar ik kan er verder niet op ingaan wat de inhoud is, onder welke voorwaarden of hoe lang.'
'Er is de afgelopen twee jaar veelvuldig contact geweest. Maar de concretisering en het toewerken naar livegang is eigenlijk een kwestie geweest van de afgelopen maanden,' zegt Popping. ''Dat is op zich wel heel snel en soepel gegaan. Daarvóór was sprake van wederzijdse verkenning, maar dat leidde op dat moment niet tot waar we vandaag zijn.'
ING blijft voorlopig de enige bankpartner van Apple in Nederland. Dat gebeurde ook in België. De exclusiviteit duurde in België zo’n vijf maanden. 'Wij zijn blij dat we op dit moment de enige zijn die dit mogen aanbieden, maar ik kan er verder niet op ingaan wat de inhoud is, onder welke voorwaarden of hoe lang.'
Vijf jaar negatieve rentetarieven: betalingen aan Europese Centrale Bank kosten Nederlandse banken 2,2 miljard
Banken in de eurozone zagen in totaal meer dan 20 miljard euro van hun balans verdwijnen sinds de introductie van het negatieve rentetarief van de Europese Centrale Bank (ECB) bijna vijf jaar geleden. Dat blijkt uit onderzoek van Deposit Solutions, het toonaangevende platform voor spaardeposito’s. Het onderzoek – dat de impact van dit beleid op banken in de eurozone aan het licht brengt – toont ook aan dat de banken alleen al in 2018 7,5 miljard euro betaalden aan overtollige deposito’s. Dit betekent dat het beleid hen elke dag 21 miljoen euro kost.
Voor het onderzoek werden data van de ECB geanalyseerd. Een van de resultaten is dat de last van het negatieve rentetarief in geen geval evenredig verdeeld wordt onder banken in Europa. Nederlandse, Duitse en Franse banken worden het zwaarst getroffen: zij dragen 69 procent van alle eurozone-kosten. Sinds 2016 hebben Nederlandse banken 2,2 miljard euro betaald aan de ECB vanwege hun overmatige liquiditeit. Dit is het op twee na hoogste bedrag in de eurozone, net achter Duitsland en Frankrijk. Duitse banken betalen 33 procent van de kosten, Franse 24 procent en Nederlandse 12,6 procent (in de periode 2016-2018). De Zuid-Europese landen worden het minst negatief beïnvloed: Spanje, Portugal en Italië betalen samen net iets meer dan 10 procent van de totale kosten.
Deze kosten hebben ook een aanzienlijke impact op de winstgevendheid van de banken in de eurozone. Vorig jaar stonden de kosten gelijk aan een daling van 4 procent in winst. Dit houdt in dat de eurozone-banken in 2018 7,5 miljard euro aan depositokosten betaalden, vergeleken met een winst van 176 miljard euro (pre-tax- en pre-deposito-kosten). Van de grootste economieën in de eurozone staat Nederland in de top 3 van landen die de zwaarste last dragen. Nederlandse banken verliezen 4,4 procent van de winst als gevolg van de kosten. Over het geheel gezien had het negatieve rentetarief de grootste impact op banken in Finland (-14,1 procent) en Cyprus (-13,9 procent).
Aangezien de kosten een behoorlijk deel van de totale winst opslokken, moeten banken op zoek naar een manier om de impact te verkleinen. De mate waarin een bank wordt belast door negatieve rentetarieven hangt echter niet af van het aantal deposito’s, maar van de mogelijkheden om deze te beheren.
Tim Sievers, CEO en oprichter van Deposit Solutions: “Banken die zich gedragen als gesloten winkels hebben maar weinig mogelijkheden om de effecten van de negatieve rentetarieven op hun winst te verzachten. Ze kunnen natuurlijk de kosten voor een rekening omhoog gooien of helemaal afstand doen van klantdeposito’s. Maar met beide maatregelen leg je het probleem bij de consument neer. In plaats daarvan zouden banken zichzelf moeten neerzetten als platforms en hun klanten een keuze aan depositoproducten bieden van andere banken via hun bestaande rekening, terwijl ze de bestaande klantrelatie behouden. Als je open banking onderdeel maakt van je bedrijfsstrategie kun je producten van derde partijen gebruiken om meer uit je eigen klanten te halen én nieuwe klanten voor je te winnen. Voor veel banken is het vooruitzicht dat ze tegelijkertijd de last van het negatieve tarief kunnen verlichten een pluspunt. In plaats van geld bij de ECB neer te zetten tegen behoorlijke kosten, kunnen ze het op een klantvriendelijke én balansvriendelijke manier naar andere instellingen overhevelen.”
De analyse door Deposit Solutions laat ook zien dat de last van het negatieve tarief op banken jaar op jaar toeneemt. Het aantal jaarlijkse rentebetalingen door Duitse banken is in de afgelopen drie jaar bijna verdubbeld. En ook in Frankrijk, Nederland en Luxemburg gingen de betalingen jaar op jaar omhoog. In het bijzonder zijn de effecten van de rap toenemende kosten op Spaanse banken extreem: in 2016 droegen ze ongeveer 125 miljoen euro af aan de ECB, in 2018 was dat met ongeveer 400 miljoen al meer dan drie keer dat bedrag.
Sievers: “Van minder loyaliteit van klanten en de complexiteit van het beheren van deposito-overschotten tot de hoge drempels die sommige banken ervaren om meer retaildeposito’s te verzamelen – bijna alle problemen die ons ter ore komen naar aanleiding van gesprekken met banken wijzen in de richting van een probleem in de infrastructuur. Daarom moeten banken open banking hanteren als de nieuwe standaard.”
Voor het onderzoek werden data van de ECB geanalyseerd. Een van de resultaten is dat de last van het negatieve rentetarief in geen geval evenredig verdeeld wordt onder banken in Europa. Nederlandse, Duitse en Franse banken worden het zwaarst getroffen: zij dragen 69 procent van alle eurozone-kosten. Sinds 2016 hebben Nederlandse banken 2,2 miljard euro betaald aan de ECB vanwege hun overmatige liquiditeit. Dit is het op twee na hoogste bedrag in de eurozone, net achter Duitsland en Frankrijk. Duitse banken betalen 33 procent van de kosten, Franse 24 procent en Nederlandse 12,6 procent (in de periode 2016-2018). De Zuid-Europese landen worden het minst negatief beïnvloed: Spanje, Portugal en Italië betalen samen net iets meer dan 10 procent van de totale kosten.
Deze kosten hebben ook een aanzienlijke impact op de winstgevendheid van de banken in de eurozone. Vorig jaar stonden de kosten gelijk aan een daling van 4 procent in winst. Dit houdt in dat de eurozone-banken in 2018 7,5 miljard euro aan depositokosten betaalden, vergeleken met een winst van 176 miljard euro (pre-tax- en pre-deposito-kosten). Van de grootste economieën in de eurozone staat Nederland in de top 3 van landen die de zwaarste last dragen. Nederlandse banken verliezen 4,4 procent van de winst als gevolg van de kosten. Over het geheel gezien had het negatieve rentetarief de grootste impact op banken in Finland (-14,1 procent) en Cyprus (-13,9 procent).
Aangezien de kosten een behoorlijk deel van de totale winst opslokken, moeten banken op zoek naar een manier om de impact te verkleinen. De mate waarin een bank wordt belast door negatieve rentetarieven hangt echter niet af van het aantal deposito’s, maar van de mogelijkheden om deze te beheren.
Tim Sievers, CEO en oprichter van Deposit Solutions: “Banken die zich gedragen als gesloten winkels hebben maar weinig mogelijkheden om de effecten van de negatieve rentetarieven op hun winst te verzachten. Ze kunnen natuurlijk de kosten voor een rekening omhoog gooien of helemaal afstand doen van klantdeposito’s. Maar met beide maatregelen leg je het probleem bij de consument neer. In plaats daarvan zouden banken zichzelf moeten neerzetten als platforms en hun klanten een keuze aan depositoproducten bieden van andere banken via hun bestaande rekening, terwijl ze de bestaande klantrelatie behouden. Als je open banking onderdeel maakt van je bedrijfsstrategie kun je producten van derde partijen gebruiken om meer uit je eigen klanten te halen én nieuwe klanten voor je te winnen. Voor veel banken is het vooruitzicht dat ze tegelijkertijd de last van het negatieve tarief kunnen verlichten een pluspunt. In plaats van geld bij de ECB neer te zetten tegen behoorlijke kosten, kunnen ze het op een klantvriendelijke én balansvriendelijke manier naar andere instellingen overhevelen.”
De analyse door Deposit Solutions laat ook zien dat de last van het negatieve tarief op banken jaar op jaar toeneemt. Het aantal jaarlijkse rentebetalingen door Duitse banken is in de afgelopen drie jaar bijna verdubbeld. En ook in Frankrijk, Nederland en Luxemburg gingen de betalingen jaar op jaar omhoog. In het bijzonder zijn de effecten van de rap toenemende kosten op Spaanse banken extreem: in 2016 droegen ze ongeveer 125 miljoen euro af aan de ECB, in 2018 was dat met ongeveer 400 miljoen al meer dan drie keer dat bedrag.
Sievers: “Van minder loyaliteit van klanten en de complexiteit van het beheren van deposito-overschotten tot de hoge drempels die sommige banken ervaren om meer retaildeposito’s te verzamelen – bijna alle problemen die ons ter ore komen naar aanleiding van gesprekken met banken wijzen in de richting van een probleem in de infrastructuur. Daarom moeten banken open banking hanteren als de nieuwe standaard.”