Bank mag aflossingsvrij doorlopend krediet beëindigen
Banken mogen doorlopende kredieten zonder aflossingsverplichting eenzijdig aanpassen zodat er wel moet worden afgelost. Dat heeft de geschillencommissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) bepaald.
Twee consumenten hebben zich bij Kifid beklaagd over het feit dat ABN AMRO hun doorlopend krediet niet aflossingsvrij wil voortzetten. Aan nieuwe klanten biedt de bank het product niet meer aan. Voor bestaande klanten wil de bank het product zodanig aanpassen dat klanten naast rente ook iedere maand een deel van het krediet terugbetalen. De Geschillencommissie van Kifid oordeelt dat de bank het aflossingsvrije doorlopend krediet eenzijdig mag opzeggen als het krediet geen aflossingscomponent krijgt, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak.
Twee consumenten hebben in 2016 samen een doorlopend krediet, zogenoemd Flexibel Krediet, afgesloten bij de bank. Het maximaal krediet bedraagt 70.000 euro en de consumenten betalen maandelijks rente; ze hoeven op het krediet niets af te lossen. Medio 2018 laat de bank aan deze consumenten weten dat zij het Flexibel Krediet wil aanpassen. Voor de financiële situatie van de klanten vindt de bank het beter dat klanten niet alleen rente betalen, maar ook elke maand een deel van het krediet terugbetalen. Deze consumenten weigeren in te stemmen met een aflossingsverplichting en willen dat het doorlopend krediet ongewijzigd wordt voortgezet. Zij vinden dat de bank het doorlopend krediet niet eenzijdig kan aanpassen of opzeggen.
Uitgangspunt voor de Geschillencommissie is dat volgens algemeen geldend recht de bank een overeenkomst als deze te allen tijde op kan zeggen met een opzegtermijn van twee maanden. Zo staat het ook in de voorwaarden van dit doorlopend krediet. Uitzondering is wanneer de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De Geschillencommissie concludeert dat van dit laatste geen sprake is. Dat betrokken consumenten gebaat zijn bij de flexibiliteit van een doorlopend krediet doet daar niets aan af.
Vanwege haar zorgplicht vindt de bank het wenselijk dat klanten gaan aflossen op bestaande doorlopende kredieten. Consumenten gebruiken het krediet dan niet langer dan nodig en ze betalen daardoor minder rente. Daar komt bij dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij kredietverstrekkers erop aandringt om doorlopende kredieten om te zetten naar kredieten met een aflossingscomponent. Ook de voormalig minister van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer op het belang hiervan gewezen. Een aflossingsvrij doorlopend krediet voldoet niet meer aan de wensen en ontwikkelingen van de huidige tijd. De Geschillencommissie volgt deze redenering. De bank heeft voldoende rekening gehouden met het belang van betrokken consumenten. Het belang van de bank dient in deze zaak te gaan boven het belang van deze consumenten om het doorlopend krediet ongewijzigd voort te zetten.
Twee consumenten hebben zich bij Kifid beklaagd over het feit dat ABN AMRO hun doorlopend krediet niet aflossingsvrij wil voortzetten. Aan nieuwe klanten biedt de bank het product niet meer aan. Voor bestaande klanten wil de bank het product zodanig aanpassen dat klanten naast rente ook iedere maand een deel van het krediet terugbetalen. De Geschillencommissie van Kifid oordeelt dat de bank het aflossingsvrije doorlopend krediet eenzijdig mag opzeggen als het krediet geen aflossingscomponent krijgt, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak.
Twee consumenten hebben in 2016 samen een doorlopend krediet, zogenoemd Flexibel Krediet, afgesloten bij de bank. Het maximaal krediet bedraagt 70.000 euro en de consumenten betalen maandelijks rente; ze hoeven op het krediet niets af te lossen. Medio 2018 laat de bank aan deze consumenten weten dat zij het Flexibel Krediet wil aanpassen. Voor de financiële situatie van de klanten vindt de bank het beter dat klanten niet alleen rente betalen, maar ook elke maand een deel van het krediet terugbetalen. Deze consumenten weigeren in te stemmen met een aflossingsverplichting en willen dat het doorlopend krediet ongewijzigd wordt voortgezet. Zij vinden dat de bank het doorlopend krediet niet eenzijdig kan aanpassen of opzeggen.
Uitgangspunt voor de Geschillencommissie is dat volgens algemeen geldend recht de bank een overeenkomst als deze te allen tijde op kan zeggen met een opzegtermijn van twee maanden. Zo staat het ook in de voorwaarden van dit doorlopend krediet. Uitzondering is wanneer de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De Geschillencommissie concludeert dat van dit laatste geen sprake is. Dat betrokken consumenten gebaat zijn bij de flexibiliteit van een doorlopend krediet doet daar niets aan af.
Vanwege haar zorgplicht vindt de bank het wenselijk dat klanten gaan aflossen op bestaande doorlopende kredieten. Consumenten gebruiken het krediet dan niet langer dan nodig en ze betalen daardoor minder rente. Daar komt bij dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij kredietverstrekkers erop aandringt om doorlopende kredieten om te zetten naar kredieten met een aflossingscomponent. Ook de voormalig minister van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer op het belang hiervan gewezen. Een aflossingsvrij doorlopend krediet voldoet niet meer aan de wensen en ontwikkelingen van de huidige tijd. De Geschillencommissie volgt deze redenering. De bank heeft voldoende rekening gehouden met het belang van betrokken consumenten. Het belang van de bank dient in deze zaak te gaan boven het belang van deze consumenten om het doorlopend krediet ongewijzigd voort te zetten.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.