Nederlandse belegger kampt met onrealistische verwachtingen
Nederlandse beleggers hebben ondanks de marktcorrectie van eind vorig jaar, onrealistisch hoge verwachtingen over wat beleggen kan opleveren, zo blijkt uit een nieuwe enquête van vermogensbeheerder Schroders, gehouden onder 25.000[1]beleggers wereldwijd. De gemiddelde Nederlandse belegger verwacht over de komende vijf jaar een gemiddeld zeer hoog totaalrendement van 9% per jaar op zijn beleggingen te behalen, terwijl dit vorig jaar nog 8,3% was. Opmerkelijk is dat beleggers die zichzelf zien als gevorderde beleggers, een veel hogere rendementsverwachting hebben van hun beleggingen dan de beginnende beleggers, terwijl juist ervaring zou moeten leren dat gemiddelde rendementen nooit langdurig hoog zijn.
De huidige houding van beleggers is mogelijk ingegeven door het feit dat de financiële markten zich de afgelopen tien jaar hebben hersteld van een van de zwaarste beurscrashes in de geschiedenis, zo vermoedt Schroders. Een goede illustratie hiervan vormt een overzicht van de gemiddelde jaarlijkse rendementen van de MSCI World Index. Als twee tienjarige perioden, die slechts een jaar uit elkaar liggen, naast elkaar worden gelegd, blijkt het verschil aanzienlijk: een gemiddeld jaarlijks rendement van 6,3% over 2007-2017 en een rendement van 11,3% per jaar over 2008-2018, waarbij de laatste tien jaren het veel beter hebben gedaan dan de eerdere periode.
Dit opvallende verschil wijst erop dat de markt na de crash een decennium met sterke rendementen heeft doorgemaakt. Dit kan een van de redenen voor de hooggespannen rendementsverwachtingen zijn: Kennelijk maken beleggers zich geen zorgen over de vooruitzichten, in de verwachting dat deze trend zich voortzet. Overigens liggen de verwachte totaalrendementen van beleggers wereldwijd zelfs nog hoger dan in Nederland, met een jaarlijks totaal verwacht rendement van 10,7%, tegen 9,9% vorig jaar. Onder Nederlandse beleggers was dit zoals gezegd 9% en 8,3%.
Opvallend is dat in vergelijking met de veel andere landen elders in Europa, Nederlanders sterker het idee hebben dat beleggen niet heeft opgeleverd wat ze aanvankelijk hiervan hadden verwacht: maar liefst 54% is ontevreden met de opbrengsten over de afgelopen vijf jaar. Die ontevredenheid heerst overigens ook in Zwitserland, Zweden en Frankrijk, terwijl Belgische beleggers nog ontevredener zijn. Wereldwijd ligt dit percentage op 51%. Gevraagd naar wat ze anders hadden moeten doen, noemt circa 10% van de Nederlandse beleggers dat ze beter langer aan hun beleggingen hadden kunnen vasthouden (bij de vraag om drie opties aan te kruisen). Overigens scoort ook het tegenovergestelde (‘ik had mijn beleggingen eerder moeten verkopen’) even hoog en is eveneens veelgenoemd.
Andere interessante veelgenoemde redenen voor het niet bereiken van beleggingsdoelstellingen zijn: ‘ik heb het advies van mijn financieel adviseur genegeerd’, ‘ik heb niet genoeg risico genomen’ of ‘ik was onrealistisch in mijn rendementsverwachtingen’. Opvallend is dat de reden die wereldwijd bij beleggers het hoogste scoort (11%), namelijk ‘mijn beleggingsfondsen hebben niet goed genoeg gepresteerd’ door Nederlandse beleggers slechts in 7% van de gevallen wordt genoemd.
De huidige houding van beleggers is mogelijk ingegeven door het feit dat de financiële markten zich de afgelopen tien jaar hebben hersteld van een van de zwaarste beurscrashes in de geschiedenis, zo vermoedt Schroders. Een goede illustratie hiervan vormt een overzicht van de gemiddelde jaarlijkse rendementen van de MSCI World Index. Als twee tienjarige perioden, die slechts een jaar uit elkaar liggen, naast elkaar worden gelegd, blijkt het verschil aanzienlijk: een gemiddeld jaarlijks rendement van 6,3% over 2007-2017 en een rendement van 11,3% per jaar over 2008-2018, waarbij de laatste tien jaren het veel beter hebben gedaan dan de eerdere periode.
Dit opvallende verschil wijst erop dat de markt na de crash een decennium met sterke rendementen heeft doorgemaakt. Dit kan een van de redenen voor de hooggespannen rendementsverwachtingen zijn: Kennelijk maken beleggers zich geen zorgen over de vooruitzichten, in de verwachting dat deze trend zich voortzet. Overigens liggen de verwachte totaalrendementen van beleggers wereldwijd zelfs nog hoger dan in Nederland, met een jaarlijks totaal verwacht rendement van 10,7%, tegen 9,9% vorig jaar. Onder Nederlandse beleggers was dit zoals gezegd 9% en 8,3%.
Opvallend is dat in vergelijking met de veel andere landen elders in Europa, Nederlanders sterker het idee hebben dat beleggen niet heeft opgeleverd wat ze aanvankelijk hiervan hadden verwacht: maar liefst 54% is ontevreden met de opbrengsten over de afgelopen vijf jaar. Die ontevredenheid heerst overigens ook in Zwitserland, Zweden en Frankrijk, terwijl Belgische beleggers nog ontevredener zijn. Wereldwijd ligt dit percentage op 51%. Gevraagd naar wat ze anders hadden moeten doen, noemt circa 10% van de Nederlandse beleggers dat ze beter langer aan hun beleggingen hadden kunnen vasthouden (bij de vraag om drie opties aan te kruisen). Overigens scoort ook het tegenovergestelde (‘ik had mijn beleggingen eerder moeten verkopen’) even hoog en is eveneens veelgenoemd.
Andere interessante veelgenoemde redenen voor het niet bereiken van beleggingsdoelstellingen zijn: ‘ik heb het advies van mijn financieel adviseur genegeerd’, ‘ik heb niet genoeg risico genomen’ of ‘ik was onrealistisch in mijn rendementsverwachtingen’. Opvallend is dat de reden die wereldwijd bij beleggers het hoogste scoort (11%), namelijk ‘mijn beleggingsfondsen hebben niet goed genoeg gepresteerd’ door Nederlandse beleggers slechts in 7% van de gevallen wordt genoemd.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.