Woningbezitters maken zich niet of nauwelijks zorgen over het aflopen van hun aflossingsvrije hypotheek. Dat blijkt uit een peiling van de Consumentenbond onder bijna 6000 panelleden. Bijna de helft (46%) zegt de hypotheek op de einddatum (grotendeels) afgelost te hebben of hem dan af te lossen met eigen (spaar)geld. Slechts 1 procent van de ondervraagden voorziet een probleem.
Veel woningbezitters sloten in de jaren 90 een aflossingsvrije hypotheek af voor 30 jaar. Die hypotheken eindigen binnen nu en enkele jaren. Op de einddatum moet de huiseigenaar hypotheek aflossen óf hierover nieuwe afspraken maken met de bank. Ruim een kwart van de respondenten doet dat laatste en vraagt aan zijn bank om de hypotheek te verlengen.
Uit een eerder onderzoek van de Consumentenbond in november 2018 blijkt dat de meeste banken bereid zijn om een aflossingsvrije hypotheek op de einddatum te verlengen als deze niet hoger is dan 50 procent van de woningwaarde. Ook gaan zij vaak soepel om met de inkomenseisen.
De meeste huizen zijn de afgelopen decennia flink in waarde gestegen. Van de ondervraagden zegt 10% dan ook dat zij het huis op de einddatum verkopen en met de opbrengst de hypotheek aflossen.
Met de campagne ‘Aflossingsblij’ stimuleren banken en verzekeraars woningbezitters, persoonlijk en met reclamespotjes, om hun hypotheek af te lossen. Bij zo’n 25.000 klanten dringt de bank er op aan dat ze extra maatregelen nemen om de woning straks te kunnen blijven betalen.
De Consumentenbond vindt het verstandig dat consumenten nadenken over hun toekomstige financiële situatie, maar waakt voor onnodige onrust. Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Natuurlijk is het raadzaam om op zijn minst een deel van de hypotheek af te lossen, in ieder geval het bedrag boven 50 procent van je woningwaarde. Maar we hebben geen aanwijzingen dat banken de schuld op de einddatum in één keer opeisen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.