bunq maakt een groene lifestyle mogelijk met de introductie van de bunq Green Card: een metal card gemaakt voor mensen die de wereld groener willen maken. Voor elke 100 euro die je met de pas uitgeeft plant bunq een boom.
Onderzoek toont aan dat 88% van alle consumenten behoefte heeft aan een merk dat hen helpt een verschil te maken in hun dagelijks leven. bunq komt hieraan tegemoet door de bunq Green Card te introduceren en consumenten in staat te stellen een groene wereld te creëren zonder enige moeite. De Europese challenger bank, die bekend staat om haar hechte community, lanceert vandaag een beperkte oplage Founders Cards.
Vanaf vandaag kunnen 1000 klanten van elke Europese bank dan ook de Founders Edition van deze Mastercard creditcard bestellen. Nadat ze geld op de metal card hebben gestort, kan deze worden gebruikt voor online en offline betalingen. Gebruikers profiteren van de voordelen van een creditcard die wereldwijd wordt geaccepteerd, zonder de last van schulden. Bovendien zijn ze altijd gegarandeerd van de echte wisselkoers en kunnen ze overal ter wereld gratis van een pinautomaat gebruikmaken. Zodra alle Founders Cards zijn geclaimd, zal bunq de bunq Green Card officieel op de markt brengen.
vrijdag 29 november 2019
Meerderheid Nederlanders heeft moeite met uitgeleend geld terugvragen
Geld in goed vertrouwen uitlenen aan een ander om het vervolgens pas na talloze reminders terug te krijgen: het merendeel van de Nederlanders (57,7 procent) vindt het vervelend om herhaaldelijk een door hun uitgeleend bedrag terug te moeten vragen. Vrouwen hebben hier meer moeite mee dan mannen (47,6 procent).
Ook blijkt dat we onze Nederlandse zuinige reputatie waarmaken. Want hoewel we niet graag achter ons geld aangaan, doen we het wel. De grote meerderheid vraagt kleine bedragen van circa twee euro terug.
Dit blijkt uit onderzoek van Leningen.nl naar het leen- en uitleengedrag van Nederlanders.
Geld voorschieten tijdens een etentje met vrienden, om een gezamenlijk cadeau te betalen of in de vorm van die kop koffie voor een collega: niet iedereen trekt graag zijn portemonnee open voor een ander. Meer dan een derde van de Nederlanders heeft problemen met het voorschieten van een geldbedrag. Hoe ouder we worden, hoe meer moeite we hiermee lijken te hebben. Waar een kwart van de millennials (18 – 34) aangeeft liever geen geld uit te lenen, is dit onder de 45+’ers bijna het dubbele.
Als we besluiten om een bedrag uit te lenen, zijn we niet altijd even in goed in het onthouden hiervan. Zo vergeet twee op de drie Nederlanders weleens om een uitgeleend bedrag terug te vragen. De vergeetachtige geldschieter kan er niet standaard op rekenen dat degene met een lening hier dan zelf eerlijk op terugkomt.
Ook blijkt dat we onze Nederlandse zuinige reputatie waarmaken. Want hoewel we niet graag achter ons geld aangaan, doen we het wel. De grote meerderheid vraagt kleine bedragen van circa twee euro terug.
Dit blijkt uit onderzoek van Leningen.nl naar het leen- en uitleengedrag van Nederlanders.
Geld voorschieten tijdens een etentje met vrienden, om een gezamenlijk cadeau te betalen of in de vorm van die kop koffie voor een collega: niet iedereen trekt graag zijn portemonnee open voor een ander. Meer dan een derde van de Nederlanders heeft problemen met het voorschieten van een geldbedrag. Hoe ouder we worden, hoe meer moeite we hiermee lijken te hebben. Waar een kwart van de millennials (18 – 34) aangeeft liever geen geld uit te lenen, is dit onder de 45+’ers bijna het dubbele.
Als we besluiten om een bedrag uit te lenen, zijn we niet altijd even in goed in het onthouden hiervan. Zo vergeet twee op de drie Nederlanders weleens om een uitgeleend bedrag terug te vragen. De vergeetachtige geldschieter kan er niet standaard op rekenen dat degene met een lening hier dan zelf eerlijk op terugkomt.
donderdag 28 november 2019
Swatch en ABN introduceren horloges voor contactloos betalen
ABN Amro voegt NFC-horloges van Swatch toe aan zijn assortiment van ondersteunde wearables voor contactloze betaling.
De bank ondersteunde al Garmin-smartwatches, Fitbit-fitnesstrackers en van andere merken ringen, armbanden, stickers, sleutelhangers en horloges.
Op de Swatch-site zijn de zes verschillende SwatchPay-modellen te vinden met NFC-chips aan boord.
ING ondersteunt alleen betalen met de smartphone en de bankpas en de Rabobank ondersteunt Garmin en Fitbit.
De bank ondersteunde al Garmin-smartwatches, Fitbit-fitnesstrackers en van andere merken ringen, armbanden, stickers, sleutelhangers en horloges.
Op de Swatch-site zijn de zes verschillende SwatchPay-modellen te vinden met NFC-chips aan boord.
ING ondersteunt alleen betalen met de smartphone en de bankpas en de Rabobank ondersteunt Garmin en Fitbit.
woensdag 27 november 2019
Wijzigingsbeding bij Euribor-hypotheek van ABN Amro moet opnieuw worden beoordeeld
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan over de manier waarop moet worden beoordeeld of het wijzigingsbeding bij de Euribor-hypotheek van ABN Amro oneerlijk is. Hij oordeelt dat het gerechtshof deze beoordeling niet goed heeft uitgevoerd. Daarom moet een ander hof opnieuw bekijken of het wijzigingsbeding oneerlijk is.
In de algemene voorwaarden bij de Euribor-hypotheek van ABN Amro die men in de periode 2005 tot medio 2009 kon afsluiten, stond een beding dat ABN Amro de mogelijkheid gaf de opslag te wijzigen die zij berekende op de Euribor-rente. De door de consumenten (de leningnemers) over de leningen te betalen rente bestond uit de variabele Euribor-rente plus een opslag. ABN Amro heeft op grond van het wijzigingsbeding de opslag verhoogd. De Stichtingen Stop De Banken (SDB) en Eurobar komen op voor de belangen van een groep consumenten die in de genoemde periode zo’n Euribor-hypotheek hebben afgesloten. Zij hebben aangevoerd dat dit beding oneerlijk is in de zin van het Europese recht dat gaat over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Volgens hen is het beding daarom niet geldig en had ABN Amro de opslag niet mogen verhogen.
Het gerechtshof heeft geoordeeld dat het wijzigingsbeding van ABN Amro oneerlijk is. Het wijzigingsbeding is onvoldoende transparant omdat de consument geen goed inzicht heeft in de opbouw van de opslag en in de betekenis van het beding. Consumenten worden door het beding in een positie gebracht die minder gunstig is dan de positie die zij zonder het beding zouden hebben. ABN Amro heeft ook bij het verhogen van de opslag en tijdens de procedure niet goed uitgelegd waarom de opslag is verhoogd.
Tegen de beslissing van het hof heeft ABN Amro beroep in cassatie ingesteld. ABN Amro vindt onder meer dat het hof bij zijn oordeel dat het wijzigingsbeding oneerlijk is, ten onrechte niet heeft betrokken dat de consument zijn Euribor-lening vrijwel in alle gevallen zonder kosten mocht omzetten in een andere rentevorm en dat hij zijn lening op ieder moment boetevrij geheel of gedeeltelijk mocht aflossen.
De Hoge Raad oordeelt dat de klacht van ABN Amro gegrond is. Bij het onderzoek of een beding oneerlijk is, moet worden gelet op alle omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst. Het hof heeft bij zijn oordeel dat het wijzigingsbeding een oneerlijk karakter heeft, niet genoeg aandacht besteed aan het recht van de leningnemer om in vrijwel alle gevallen zijn hypothecaire lening om te zetten in een andere rentevorm en aan het recht dat hij zijn lening boetevrij geheel of gedeeltelijk mocht aflossen.
Het oordeel van de Hoge Raad betekent dat een ander gerechtshof, in dit geval het gerechtshof Den Haag, opnieuw moet onderzoeken of het wijzigingsbeding oneerlijk is, rekening houdend met alle omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst. De Hoge Raad beoordeelt niet zelf de feiten. Omdat de Hoge Raad in dit geval oordeelt dat de uitspraak van het hof niet in stand kan blijven en dat een nieuwe beoordeling van de feiten nodig is, verwijst hij de zaak naar een ander gerechtshof om een nieuwe beslissing te nemen.
In de algemene voorwaarden bij de Euribor-hypotheek van ABN Amro die men in de periode 2005 tot medio 2009 kon afsluiten, stond een beding dat ABN Amro de mogelijkheid gaf de opslag te wijzigen die zij berekende op de Euribor-rente. De door de consumenten (de leningnemers) over de leningen te betalen rente bestond uit de variabele Euribor-rente plus een opslag. ABN Amro heeft op grond van het wijzigingsbeding de opslag verhoogd. De Stichtingen Stop De Banken (SDB) en Eurobar komen op voor de belangen van een groep consumenten die in de genoemde periode zo’n Euribor-hypotheek hebben afgesloten. Zij hebben aangevoerd dat dit beding oneerlijk is in de zin van het Europese recht dat gaat over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Volgens hen is het beding daarom niet geldig en had ABN Amro de opslag niet mogen verhogen.
Het gerechtshof heeft geoordeeld dat het wijzigingsbeding van ABN Amro oneerlijk is. Het wijzigingsbeding is onvoldoende transparant omdat de consument geen goed inzicht heeft in de opbouw van de opslag en in de betekenis van het beding. Consumenten worden door het beding in een positie gebracht die minder gunstig is dan de positie die zij zonder het beding zouden hebben. ABN Amro heeft ook bij het verhogen van de opslag en tijdens de procedure niet goed uitgelegd waarom de opslag is verhoogd.
Tegen de beslissing van het hof heeft ABN Amro beroep in cassatie ingesteld. ABN Amro vindt onder meer dat het hof bij zijn oordeel dat het wijzigingsbeding oneerlijk is, ten onrechte niet heeft betrokken dat de consument zijn Euribor-lening vrijwel in alle gevallen zonder kosten mocht omzetten in een andere rentevorm en dat hij zijn lening op ieder moment boetevrij geheel of gedeeltelijk mocht aflossen.
De Hoge Raad oordeelt dat de klacht van ABN Amro gegrond is. Bij het onderzoek of een beding oneerlijk is, moet worden gelet op alle omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst. Het hof heeft bij zijn oordeel dat het wijzigingsbeding een oneerlijk karakter heeft, niet genoeg aandacht besteed aan het recht van de leningnemer om in vrijwel alle gevallen zijn hypothecaire lening om te zetten in een andere rentevorm en aan het recht dat hij zijn lening boetevrij geheel of gedeeltelijk mocht aflossen.
Het oordeel van de Hoge Raad betekent dat een ander gerechtshof, in dit geval het gerechtshof Den Haag, opnieuw moet onderzoeken of het wijzigingsbeding oneerlijk is, rekening houdend met alle omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst. De Hoge Raad beoordeelt niet zelf de feiten. Omdat de Hoge Raad in dit geval oordeelt dat de uitspraak van het hof niet in stand kan blijven en dat een nieuwe beoordeling van de feiten nodig is, verwijst hij de zaak naar een ander gerechtshof om een nieuwe beslissing te nemen.
Consument kan tot 500 euro besparen op zorgverzekering 2020
Je kunt ook dit jaar weer flink besparen op je zorgverzekering, namelijk tot wel 500 euro per jaar. Dit blijkt uit cijfers van de financiële vergelijkingssite Geld.nl. De site heeft voor de meest voorkomende combinaties van zorgwensen de premieverschillen in kaart gebracht. Op een basisverzekering bespaar je maximaal 492 euro per jaar. Wie een aanvullende verzekering erbij kiest, kan zelfs 500 euro besparen.
“Vooral bij de basisverzekeringen zijn er dit jaar grote verschillen”, zegt Amanda Bulthuis van Geld.nl. “Het verschil tussen de duurste en goedkoopste basisverzekering is 492 euro per jaar. Voor het zorgjaar 2019 was dit nog 426 euro. Bij een eigen risico van 885 euro is het verschil tussen de hoogste en de laagste premie maximaal 416 euro per jaar.”
Geld.nl heeft ook gekeken naar de meest gekozen combinaties met aanvullende zorgverzekeringen. De meeste mensen die een aanvullende verzekering nemen, kiezen voor een kleine dekking voor fysiotherapie of de tandarts, blijkt uit de cijfers van Geld.nl. Ook deze mensen kunnen flink besparen op hun zorgverzekering. Als je 9 fysiotherapiebehandelingen meeverzekert of een tandartsdekking kiest van 250 euro per jaar (75% vergoeding), bespaar je gemiddeld 200 tot 230 euro per jaar. De maximale besparing loopt zelfs op tot ruim 500 euro.
De grote premieverschillen tussen zorgverzekeringen hebben diverse oorzaken. De basisverzekering is inhoudelijk bij elke zorgverzekeraar hetzelfde. De grote verschillen in premie komen vooral doordat je bij de goedkoopste verzekeringen alles zelf online regelt. Bij de duurdere zorgverzekeraars betaal je ook voor de kantoorpanden, administratie, etc.
Daarnaast speelt vrije zorgkeuze een grote rol. De duurste polissen zijn restitutiepolissen. Hierbij kies je zelf naar welk ziekenhuis je gaat, zonder dat het invloed heeft op je vergoeding. De goedkoopste zorgverzekeringen zijn naturapolissen met een beperktere zorgkeuze.
Bij de aanvullende verzekeringen ontstaan de premieverschillen doordat de duurdere verzekeraars totaalpakketten hanteren. “Voor alleen 9 fysiotherapiebehandelingen moet je dan toch een verzekering nemen die bijvoorbeeld ook anticonceptie of brillen vergoedt, terwijl je daar misschien helemaal geen gebruik van maakt. Hierdoor betaal je vaak dus ook onnodig veel premie”, licht Bulthuis toe.
“Vooral bij de basisverzekeringen zijn er dit jaar grote verschillen”, zegt Amanda Bulthuis van Geld.nl. “Het verschil tussen de duurste en goedkoopste basisverzekering is 492 euro per jaar. Voor het zorgjaar 2019 was dit nog 426 euro. Bij een eigen risico van 885 euro is het verschil tussen de hoogste en de laagste premie maximaal 416 euro per jaar.”
Geld.nl heeft ook gekeken naar de meest gekozen combinaties met aanvullende zorgverzekeringen. De meeste mensen die een aanvullende verzekering nemen, kiezen voor een kleine dekking voor fysiotherapie of de tandarts, blijkt uit de cijfers van Geld.nl. Ook deze mensen kunnen flink besparen op hun zorgverzekering. Als je 9 fysiotherapiebehandelingen meeverzekert of een tandartsdekking kiest van 250 euro per jaar (75% vergoeding), bespaar je gemiddeld 200 tot 230 euro per jaar. De maximale besparing loopt zelfs op tot ruim 500 euro.
De grote premieverschillen tussen zorgverzekeringen hebben diverse oorzaken. De basisverzekering is inhoudelijk bij elke zorgverzekeraar hetzelfde. De grote verschillen in premie komen vooral doordat je bij de goedkoopste verzekeringen alles zelf online regelt. Bij de duurdere zorgverzekeraars betaal je ook voor de kantoorpanden, administratie, etc.
Daarnaast speelt vrije zorgkeuze een grote rol. De duurste polissen zijn restitutiepolissen. Hierbij kies je zelf naar welk ziekenhuis je gaat, zonder dat het invloed heeft op je vergoeding. De goedkoopste zorgverzekeringen zijn naturapolissen met een beperktere zorgkeuze.
Bij de aanvullende verzekeringen ontstaan de premieverschillen doordat de duurdere verzekeraars totaalpakketten hanteren. “Voor alleen 9 fysiotherapiebehandelingen moet je dan toch een verzekering nemen die bijvoorbeeld ook anticonceptie of brillen vergoedt, terwijl je daar misschien helemaal geen gebruik van maakt. Hierdoor betaal je vaak dus ook onnodig veel premie”, licht Bulthuis toe.
Paul Hilbers voorgedragen als bewindvoerder IMF
Paul Hilbers, Directeur Financiële Stabiliteit bij De Nederlandsche Bank (DNB), is voorgedragen als nieuwe bewindvoerder bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De rijksministerraad heeft op voorstel van minister Hoekstra van Financiën ingestemd met de voordracht. Na de formele instemming van de overige kiesgroeplanden, zal Hilbers in oktober volgend jaar aantreden als bewindsvoerder bij het IMF in Washington.
Hilbers studeerde wiskunde en econometrie en promoveerde aan de Vrije Universiteit in de internationale economie. In 1985 kwam hij in dienst bij DNB, vier jaar later werd hij gedetacheerd bij het IMF. Tijdens zijn 16 jaar bij het IMF was Hilbers ondermeer werkzaam bij het Monetary and Capital Markets Department, waar hij meewerkte aan de ontwikkeling van de financiële sector analyse van het IMF, en bij het European Department waar hij als adviseur en afdelingshoofd verantwoordelijk was voor het leiden van delegaties naar Europese lidstaten. In 2009 kwam hij terug naar DNB waar hij Directeur Toezicht Beleid werd. In 2015 verruilde hij die post voor de functie van Directeur Financiële Stabiliteit.
Vanuit zijn verantwoordelijkheden bij DNB bekleedde Hilbers internationale functies bij onder meer het Bazel’s Comité, de Europese Centrale Bank, de Bank for International Settlements en de Financial Stability Board. Hij is momenteel tevens verantwoordelijk voor de relaties met het IMF. Naast zijn werk bij DNB is hij sinds 2010 ook hoogleraar Financieel Toezicht bij de Nyenrode Business University. Hij heeft talrijke internationale en nationale publicaties op zijn naam staan op het terrein van financiële sector analyse, bankentoezicht, internationale economische betrekkingen en macro-economische politiek.
Hilbers volgt bij het IMF de Belg Anthony De Lannoy op, die sinds 2016 bewindvoerder is van de Nederlands-Belgische kiesgroep. Sinds 2012 vormen België en Nederland samen een kiesgroep binnen het dagelijks bestuur van IMF. Deze kiesgroep bestaat verder uit Armenië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Georgië, Israël, Luxemburg, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Roemenië en Oekraïne.
Nederland en België leveren om de vier jaar de bewindvoerder c.q. de plaatsvervangend bewindvoerder. Zij vertegenwoordigen de landen uit de kiesgroep in het dagelijks bestuur van het IMF. Richard Doornbosch is momenteel de plaatsvervangend bewindvoerder. De laatste Nederlandse bewindvoerder was Menno Snel, nu staatssecretaris van Financiën, van 2011 tot 2016.
Hilbers studeerde wiskunde en econometrie en promoveerde aan de Vrije Universiteit in de internationale economie. In 1985 kwam hij in dienst bij DNB, vier jaar later werd hij gedetacheerd bij het IMF. Tijdens zijn 16 jaar bij het IMF was Hilbers ondermeer werkzaam bij het Monetary and Capital Markets Department, waar hij meewerkte aan de ontwikkeling van de financiële sector analyse van het IMF, en bij het European Department waar hij als adviseur en afdelingshoofd verantwoordelijk was voor het leiden van delegaties naar Europese lidstaten. In 2009 kwam hij terug naar DNB waar hij Directeur Toezicht Beleid werd. In 2015 verruilde hij die post voor de functie van Directeur Financiële Stabiliteit.
Vanuit zijn verantwoordelijkheden bij DNB bekleedde Hilbers internationale functies bij onder meer het Bazel’s Comité, de Europese Centrale Bank, de Bank for International Settlements en de Financial Stability Board. Hij is momenteel tevens verantwoordelijk voor de relaties met het IMF. Naast zijn werk bij DNB is hij sinds 2010 ook hoogleraar Financieel Toezicht bij de Nyenrode Business University. Hij heeft talrijke internationale en nationale publicaties op zijn naam staan op het terrein van financiële sector analyse, bankentoezicht, internationale economische betrekkingen en macro-economische politiek.
Hilbers volgt bij het IMF de Belg Anthony De Lannoy op, die sinds 2016 bewindvoerder is van de Nederlands-Belgische kiesgroep. Sinds 2012 vormen België en Nederland samen een kiesgroep binnen het dagelijks bestuur van IMF. Deze kiesgroep bestaat verder uit Armenië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Georgië, Israël, Luxemburg, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Roemenië en Oekraïne.
Nederland en België leveren om de vier jaar de bewindvoerder c.q. de plaatsvervangend bewindvoerder. Zij vertegenwoordigen de landen uit de kiesgroep in het dagelijks bestuur van het IMF. Richard Doornbosch is momenteel de plaatsvervangend bewindvoerder. De laatste Nederlandse bewindvoerder was Menno Snel, nu staatssecretaris van Financiën, van 2011 tot 2016.
Achmea breidt internationale vertegenwoordiging uit
Samenwerking met en deelname aan meerdere (inter)nationale netwerken vormt een belangrijk onderdeel van de strategie van Achmea. Sectorgrenzen vervagen en partnering wordt steeds belangrijker, zowel nationaal als internationaal. Achmea sluit zich daarom actief aan bij netwerkorganisaties om kennis te delen en om samen met anderen te werken aan de toekomst.
Als onderdeel van deze strategie treedt Robert Otto, lid van de Raad van Bestuur van Achmea, toe tot het bestuur van ICMIF, het internationale netwerk voor coöperatieve en onderlinge verzekeraars.
De wereld rond mobiliteit, zorg, wonen en ondernemen is volop in beweging. Als grote coöperatieve verzekeraar spelen we een rol bij veel van deze veranderingen die zich internationaal voltrekken. Aansluiten bij een veelvoud van netwerken wordt steeds belangrijker en heeft een centrale plaats in onze strategie. In deze samenwerkingsverbanden wordt de internationale sectoragenda veelal bedacht en bepaald, onder meer vanuit het perspectief van wetgeving, globalisering, toezichthouders en consolidatie. Achmea maakt onder meer deel uit van het International Federation of Health Plans (IFHP), the Geneva Association, het CRO network, en ook verzekeringskoepels Amice en ICMIF. De benoeming van Robert Otto tot het bestuur van ICMIF betekent een verdere versteviging van onze positie bij deze alliantie.
De benoeming van Robert Otto vond plaats tijdens de tweejaarlijkse mondiale conferentie van ICMIF, waar bijvoorbeeld gesproken werd over: waarde creatie in de verzekeringssector, leiderschap van de toekomstige coöperatieve verzekeraar en de verzekeraar van de toekomst over digitalisering en de ‘war on talent’. Bij deze laatste sessie sprak ook de CEO van Achmea Australië, Emma Thomas.
Als onderdeel van deze strategie treedt Robert Otto, lid van de Raad van Bestuur van Achmea, toe tot het bestuur van ICMIF, het internationale netwerk voor coöperatieve en onderlinge verzekeraars.
De wereld rond mobiliteit, zorg, wonen en ondernemen is volop in beweging. Als grote coöperatieve verzekeraar spelen we een rol bij veel van deze veranderingen die zich internationaal voltrekken. Aansluiten bij een veelvoud van netwerken wordt steeds belangrijker en heeft een centrale plaats in onze strategie. In deze samenwerkingsverbanden wordt de internationale sectoragenda veelal bedacht en bepaald, onder meer vanuit het perspectief van wetgeving, globalisering, toezichthouders en consolidatie. Achmea maakt onder meer deel uit van het International Federation of Health Plans (IFHP), the Geneva Association, het CRO network, en ook verzekeringskoepels Amice en ICMIF. De benoeming van Robert Otto tot het bestuur van ICMIF betekent een verdere versteviging van onze positie bij deze alliantie.
De benoeming van Robert Otto vond plaats tijdens de tweejaarlijkse mondiale conferentie van ICMIF, waar bijvoorbeeld gesproken werd over: waarde creatie in de verzekeringssector, leiderschap van de toekomstige coöperatieve verzekeraar en de verzekeraar van de toekomst over digitalisering en de ‘war on talent’. Bij deze laatste sessie sprak ook de CEO van Achmea Australië, Emma Thomas.
dinsdag 26 november 2019
Phishing verschuift naar SMS en WhatsApp
In de eerste helft van 2019 is de schade door fraude in het betalingsverkeer als gevolg van phishing en bankpasfraude met ongeveer een derde toegenomen.
Banken rapporteren de afgelopen maanden opvallend veel meldingen van klanten over phishing via mobiele berichtendiensten zoals SMS, WhatsApp en Messenger. Dat blijkt uit de fraudecijfers van Nederlandse banken die Betaalvereniging Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken verzamelen en rapporteren.
Bij de meldpunten voor phishing van banken komen de afgelopen maanden bijna twee keer zoveel meldingen binnen over phishing via mobiele berichtendiensten als over phishing via e-mail. Vaak begint de poging tot fraude op een handelsplatform zoals Marktplaats of Speurders.
Met grote aantallen valse SMS-berichten worden pashouders ook misleid om hun bankpas op te sturen naar een zogenaamd recyclebedrijf en hun pincode in te tikken op een valse website die zogenaamd van hun bank is.
De schade door fraude met opgestuurde, gestolen of verloren bankpassen is in de eerste helft van 2019 toegenomen, van 2 miljoen euro in de laatste helft van vorig jaar tot 2,59 miljoen euro in de eerste helft van dit jaar. Hierbij maken fraudeurs steeds vaker misbruik van SMS om pashouders te misleiden.
Pas op voor hyperlinks in mobiele berichten
De rode draad door de bancaire fraude via SMS en mobiele berichtendiensten is dat het slachtoffer met een smoes en een hyperlink naar een valse website wordt gelokt. Die valse website lijkt als twee druppels water op de website van zijn of haar eigen bank of van een bekende mobiele betaaldienst. Daar wordt het slachtoffer gevraagd om zijn of haar beveiligingscodes voor internetbankieren in te vullen.
In de tweede helft van 2018 was de schade als gevolg van phishing naar beveiligingscode van banken nog 2,36 miljoen euro en in de eerste zes maanden van 2019 is die opgelopen tot 3,08 miljoen euro.
Banken rapporteren de afgelopen maanden opvallend veel meldingen van klanten over phishing via mobiele berichtendiensten zoals SMS, WhatsApp en Messenger. Dat blijkt uit de fraudecijfers van Nederlandse banken die Betaalvereniging Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken verzamelen en rapporteren.
Bij de meldpunten voor phishing van banken komen de afgelopen maanden bijna twee keer zoveel meldingen binnen over phishing via mobiele berichtendiensten als over phishing via e-mail. Vaak begint de poging tot fraude op een handelsplatform zoals Marktplaats of Speurders.
Met grote aantallen valse SMS-berichten worden pashouders ook misleid om hun bankpas op te sturen naar een zogenaamd recyclebedrijf en hun pincode in te tikken op een valse website die zogenaamd van hun bank is.
De schade door fraude met opgestuurde, gestolen of verloren bankpassen is in de eerste helft van 2019 toegenomen, van 2 miljoen euro in de laatste helft van vorig jaar tot 2,59 miljoen euro in de eerste helft van dit jaar. Hierbij maken fraudeurs steeds vaker misbruik van SMS om pashouders te misleiden.
Pas op voor hyperlinks in mobiele berichten
De rode draad door de bancaire fraude via SMS en mobiele berichtendiensten is dat het slachtoffer met een smoes en een hyperlink naar een valse website wordt gelokt. Die valse website lijkt als twee druppels water op de website van zijn of haar eigen bank of van een bekende mobiele betaaldienst. Daar wordt het slachtoffer gevraagd om zijn of haar beveiligingscodes voor internetbankieren in te vullen.
In de tweede helft van 2018 was de schade als gevolg van phishing naar beveiligingscode van banken nog 2,36 miljoen euro en in de eerste zes maanden van 2019 is die opgelopen tot 3,08 miljoen euro.
FSC: Langdurig lage rente vereist aandacht voor nieuwe financiële risico’s
De daling van de rente in afgelopen jaren weerspiegelt trendmatige en structurele factoren die tot een heroverweging van mogelijke risico’s voor financiële stabiliteit leiden.
De lage rente leidt tot een sterke stijging van verschillende activaprijzen. Vanwege de toegenomen systeemrisico’s op de Nederlandse huizenmarkt heeft DNB vorige maand een maatregel aangekondigd om de weerbaarheid van banken te vergroten. Het FSC herhaalt het belang van structurele maatregelen om het woningaanbod te vergroten en benadrukt dat solide leennormen bijdragen aan een meer evenwichtige ontwikkeling van de Nederlandse huizenmarkt op langere termijn. Het is van belang dat hypothecaire leennormen in ieder geval niet worden verruimd en gepaard gaan met voldoende waarborgen, zodat geen nieuwe risico’s voor financiële stabiliteit ontstaan.
Het langdurige karakter van de lage rente leidt ook tot strategische uitdagingen in de verzekeringssector die om een nadere verkenning in het FSC vragen.
Mede onder druk van een zoektocht naar rendement bij beleggers, is de markt voor hefboomfinanciering (leveraged finance) in de afgelopen jaren sterk gegroeid. De leenstandaarden nemen af en kredietverlening aan bedrijven vindt in toenemende mate plaats met een hogere hefboom en lagere kredietkwaliteit. De directe risico’s voor de Nederlandse banken lijken mondiaal bezien beperkt, maar banken kunnen geraakt worden door indirecte verliezen of algemene marktontwikkelingen. Het FSC benadrukt het belang van zorgvuldige monitoring en constateert dat vervolgstappen in internationaal verband tot stand dienen te komen.
Het FSC heeft gesproken over de herziening van de rentebenchmarks en constateert dat de €STR zonder problemen van start is gegaan. Financiële instellingen hebben tot eind 2021 de tijd om volledig over te stappen van EONIA op €STR, maar zullen op bepaalde markten al eerder met veranderingen te maken krijgen.
Het FSC heeft ook gesproken over de gevolgen van technologische ontwikkelingen en financiële innovatie in het betalingsverkeer. De opkomst van Bigtech biedt kansen, maar leidt ook tot risico’s die nog onvoldoende in beeld zijn en niet goed afgedekt. Deze risico’s moeten eerst worden geadresseerd voordat global stablecoins operationeel kunnen worden. Internationale samenwerking is daarbij van groot belang. De Financial Stability Board gaat onderzoek doen naar mogelijke tekortkomingen in bestaande regelgeving. De opkomst van nieuwe technologische toepassingen en de afname van het gebruik van chartaal geld leidt ook tot een discussie over het invoeren van centralebankgeld (central bank digital currency; CBDC). DNB voert op dit moment een onderzoek uit naar CBDC dat naar verwachting begin volgend jaar is afgerond en dan input is voor discussie op Europees niveau.
Het FSC verwelkomt het initiatief van de Duitse minister van Financiën Scholz om de bankenunie verder te voltooien en steunt actief de discussie om tot nieuwe Europese afspraken te komen, waaronder aanpassingen in de regulering van overheidsobligaties op bankbalansen.
Daarnaast verwelkomt het FSC het rapport NextCMU dat op initiatief van Nederland, Duitsland en Frankrijk tot stand is gebracht en adviezen bevat om de kapitaalmarktunie verder te ontwikkelen. Een randvoorwaarde voor een succesvolle kapitaalmarktunie is verdere versterking en harmonisatie van het gedragstoezicht op Europees niveau, waarin consumentenbelangen adequaat zijn gewaarborgd. Een actieplan van de Europese Commissie om een nieuwe impuls te geven aan de totstandkoming van de Europese kapitaalmarktunie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van financiële stabiliteit.
De lage rente leidt tot een sterke stijging van verschillende activaprijzen. Vanwege de toegenomen systeemrisico’s op de Nederlandse huizenmarkt heeft DNB vorige maand een maatregel aangekondigd om de weerbaarheid van banken te vergroten. Het FSC herhaalt het belang van structurele maatregelen om het woningaanbod te vergroten en benadrukt dat solide leennormen bijdragen aan een meer evenwichtige ontwikkeling van de Nederlandse huizenmarkt op langere termijn. Het is van belang dat hypothecaire leennormen in ieder geval niet worden verruimd en gepaard gaan met voldoende waarborgen, zodat geen nieuwe risico’s voor financiële stabiliteit ontstaan.
Het langdurige karakter van de lage rente leidt ook tot strategische uitdagingen in de verzekeringssector die om een nadere verkenning in het FSC vragen.
Mede onder druk van een zoektocht naar rendement bij beleggers, is de markt voor hefboomfinanciering (leveraged finance) in de afgelopen jaren sterk gegroeid. De leenstandaarden nemen af en kredietverlening aan bedrijven vindt in toenemende mate plaats met een hogere hefboom en lagere kredietkwaliteit. De directe risico’s voor de Nederlandse banken lijken mondiaal bezien beperkt, maar banken kunnen geraakt worden door indirecte verliezen of algemene marktontwikkelingen. Het FSC benadrukt het belang van zorgvuldige monitoring en constateert dat vervolgstappen in internationaal verband tot stand dienen te komen.
Het FSC heeft gesproken over de herziening van de rentebenchmarks en constateert dat de €STR zonder problemen van start is gegaan. Financiële instellingen hebben tot eind 2021 de tijd om volledig over te stappen van EONIA op €STR, maar zullen op bepaalde markten al eerder met veranderingen te maken krijgen.
Het FSC heeft ook gesproken over de gevolgen van technologische ontwikkelingen en financiële innovatie in het betalingsverkeer. De opkomst van Bigtech biedt kansen, maar leidt ook tot risico’s die nog onvoldoende in beeld zijn en niet goed afgedekt. Deze risico’s moeten eerst worden geadresseerd voordat global stablecoins operationeel kunnen worden. Internationale samenwerking is daarbij van groot belang. De Financial Stability Board gaat onderzoek doen naar mogelijke tekortkomingen in bestaande regelgeving. De opkomst van nieuwe technologische toepassingen en de afname van het gebruik van chartaal geld leidt ook tot een discussie over het invoeren van centralebankgeld (central bank digital currency; CBDC). DNB voert op dit moment een onderzoek uit naar CBDC dat naar verwachting begin volgend jaar is afgerond en dan input is voor discussie op Europees niveau.
Het FSC verwelkomt het initiatief van de Duitse minister van Financiën Scholz om de bankenunie verder te voltooien en steunt actief de discussie om tot nieuwe Europese afspraken te komen, waaronder aanpassingen in de regulering van overheidsobligaties op bankbalansen.
Daarnaast verwelkomt het FSC het rapport NextCMU dat op initiatief van Nederland, Duitsland en Frankrijk tot stand is gebracht en adviezen bevat om de kapitaalmarktunie verder te ontwikkelen. Een randvoorwaarde voor een succesvolle kapitaalmarktunie is verdere versterking en harmonisatie van het gedragstoezicht op Europees niveau, waarin consumentenbelangen adequaat zijn gewaarborgd. Een actieplan van de Europese Commissie om een nieuwe impuls te geven aan de totstandkoming van de Europese kapitaalmarktunie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van financiële stabiliteit.
AFM beboet ABN AMRO voor niet tijdig openbaar maken voorwetenschap
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 13 november 2019 een bestuurlijke boete van 2 miljoen euro opgelegd aan ABN AMRO Bank omdat de bank in de periode tussen 18 juli en 13 september 2016 heeft nagelaten om voorwetenschap tijdig openbaar te maken.
Op 18 juli 2016 verscheen op de website van het Financieele Dagblad (FD) een artikel over het vervroegd aftreden van de bestuursvoorzitter van ABN AMRO. Het artikel gaf nauwkeurig de stand van zaken weer: de raad van commissarissen van ABN AMRO was gestart met het proces voor de opvolging van de bestuursvoorzitter en verwacht werd dat dit nog in 2016 zou leiden tot de aankondiging van het vertrek van de toenmalige voorzitter.
Deze informatie betrof voorwetenschap, die ABN AMRO na het verschijnen van het FD-artikel openbaar had moeten maken. ABN AMRO heeft dat nagelaten en op vragen naar aanleiding van het artikel geen commentaar gegeven.
ABN AMRO is een beursgenoteerde onderneming en door de overtreding konden beleggers gedurende bijna twee maanden niet weten dat de informatie uit het FD-artikel op waarheid berustte en daarmee voor hen van belang was. De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten en acht een boete in dit geval gepast. Daarnaast draagt deze boete bij aan het bewustzijn over het belang van een tijdige informatievoorziening aan beleggers over tussenstappen in een proces dat bijvoorbeeld is gericht op de opvolging van een bestuursvoorzitter.
Op 18 juli 2016 verscheen op de website van het Financieele Dagblad (FD) een artikel over het vervroegd aftreden van de bestuursvoorzitter van ABN AMRO. Het artikel gaf nauwkeurig de stand van zaken weer: de raad van commissarissen van ABN AMRO was gestart met het proces voor de opvolging van de bestuursvoorzitter en verwacht werd dat dit nog in 2016 zou leiden tot de aankondiging van het vertrek van de toenmalige voorzitter.
Deze informatie betrof voorwetenschap, die ABN AMRO na het verschijnen van het FD-artikel openbaar had moeten maken. ABN AMRO heeft dat nagelaten en op vragen naar aanleiding van het artikel geen commentaar gegeven.
ABN AMRO is een beursgenoteerde onderneming en door de overtreding konden beleggers gedurende bijna twee maanden niet weten dat de informatie uit het FD-artikel op waarheid berustte en daarmee voor hen van belang was. De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten en acht een boete in dit geval gepast. Daarnaast draagt deze boete bij aan het bewustzijn over het belang van een tijdige informatievoorziening aan beleggers over tussenstappen in een proces dat bijvoorbeeld is gericht op de opvolging van een bestuursvoorzitter.
maandag 25 november 2019
Eigen huis voor modaal inkomen nog verder weg
Eenverdieners met een gemiddeld inkomen hebben het bijzonder lastig op de woningmarkt. Voor 150.000 euro kun je bijna nergens meer een huis kopen, blijkt uit onderzoek van De Hypotheker, waarover de NOS rapporteert. Bij slechts 4,3 procent van de aangeboden woningen is de vraagprijs 150.000 euro of lager. Vorig jaar was dat nog 7,5 procent.
In de provincies Utrecht (1,1 procent) en Noord-Brabant (1,6 procent) is de situatie voor een woningzoekende het meest uitzichtloos. In Groningen en Zeeland maken ze de meeste kans.
In de provincies Utrecht (1,1 procent) en Noord-Brabant (1,6 procent) is de situatie voor een woningzoekende het meest uitzichtloos. In Groningen en Zeeland maken ze de meeste kans.
FIOD doet onderzoek naar oplichting met investering in mobiele app
De FIOD heeft afgelopen week doorzoekingen gedaan in een woning in Sneek en een bedrijfspand in Joure. Een 51-jarige man uit Sneek is aangehouden in een strafrechtelijk onderzoek naar oplichting en witwassen. Een 40-jarige hoofdverdachte uit Groningen wordt van dezelfde feiten verdacht, maar is gedetineerd voor een ander strafbaar feit.
Opvallend waren overboekingen van ruim 2,3 miljoen euro van de bankrekening van het bedrijf van de 40-jarige hoofdverdachte naar zijn privérekening. Het vermoeden is dat de bedragen die binnenkwamen op de rekening van het bedrijf afkomstig waren van particulieren die volgens de omschrijving hun geld hadden belegd in obligaties of aandelen. De inleg werd direct contant opgenomen.
Uit onderzoek blijkt dat de hoofdverdachte met de verdachte uit Sneek een applicatie voor mobiele telefoons zou ontwikkelen. Voor de financiering van de opstartkosten en nieuwe ontwikkelingen zijn obligaties uitgegeven. Op de website zijn promotiefilmpjes gezet, waarop ook bekende Nederlanders te zien zijn.
De 48-jarige verdachte heeft vermoedelijk mensen benaderd om te investeren in aandelen en obligaties en spiegelde een mooi rendement voor. Hiervoor heeft hij mogelijk provisie ontvangen van de 40-jarige hoofdverdachte. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 3 miljoen euro is ingelegd. Aan geen van de inleggers is rendement uitgekeerd. Vermoedelijk heeft de hoofdverdachte ruim 2 miljoen euro opgemaakt aan luxe aankopen en vakanties.
Opvallend waren overboekingen van ruim 2,3 miljoen euro van de bankrekening van het bedrijf van de 40-jarige hoofdverdachte naar zijn privérekening. Het vermoeden is dat de bedragen die binnenkwamen op de rekening van het bedrijf afkomstig waren van particulieren die volgens de omschrijving hun geld hadden belegd in obligaties of aandelen. De inleg werd direct contant opgenomen.
Uit onderzoek blijkt dat de hoofdverdachte met de verdachte uit Sneek een applicatie voor mobiele telefoons zou ontwikkelen. Voor de financiering van de opstartkosten en nieuwe ontwikkelingen zijn obligaties uitgegeven. Op de website zijn promotiefilmpjes gezet, waarop ook bekende Nederlanders te zien zijn.
De 48-jarige verdachte heeft vermoedelijk mensen benaderd om te investeren in aandelen en obligaties en spiegelde een mooi rendement voor. Hiervoor heeft hij mogelijk provisie ontvangen van de 40-jarige hoofdverdachte. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 3 miljoen euro is ingelegd. Aan geen van de inleggers is rendement uitgekeerd. Vermoedelijk heeft de hoofdverdachte ruim 2 miljoen euro opgemaakt aan luxe aankopen en vakanties.
ABN AMRO Digital Impact Fund (DIF) naar 100 miljoen euro
Het ABN AMRO Digital Impact Fund (DIF) heeft het beheerd vermogen verdubbeld van 50 miljoen naar 100 miljoen en gaat door onder de naam ABN AMRO Ventures. Het fonds zal blijven investeren in innovatieve oplossingen op het gebied van financiële dienstverlening.
De huidige uitbreiding is de tweede kapitaalverhoging sinds het fonds is opgericht. De eerste 10 miljoen euro heeft het fonds geïnvesteerd in bedrijven als Tink, BehavioSec, en Cloud Lending Solutions (exit in 2018).
Twee jaar later had het fonds 50 miljoen ter beschikking voor verdere strategische investeringen in toonaangevende nationale en internationale fintechs zoals solarisBank, Ockto, Crosslend, ThetaRay, Tealium en Trifacta.
Het fonds heeft tot nu toe negen nieuwe investeringen gedaan, vier vervolginvesteringen en één bedrijf is vertrokken.
De huidige uitbreiding is de tweede kapitaalverhoging sinds het fonds is opgericht. De eerste 10 miljoen euro heeft het fonds geïnvesteerd in bedrijven als Tink, BehavioSec, en Cloud Lending Solutions (exit in 2018).
Twee jaar later had het fonds 50 miljoen ter beschikking voor verdere strategische investeringen in toonaangevende nationale en internationale fintechs zoals solarisBank, Ockto, Crosslend, ThetaRay, Tealium en Trifacta.
Het fonds heeft tot nu toe negen nieuwe investeringen gedaan, vier vervolginvesteringen en één bedrijf is vertrokken.
donderdag 21 november 2019
ABN AMRO stopt met Android Wallet
ABN AMRO stopt met Wallet voor Android telefoons. Te weinig klanten maakten gebruik van de mogelijkheid om met een Android telefoon te betalen.
Sinds 2016 heeft ABN AMRO haar eigen wallet toegevoegd aan de betaalmogelijkheden. Met de Wallet kunnen Android telefoons met een NFC-chip betalingen verrichten bij betaalautomaten in winkels.
Op dit moment wordt de Wallet app door minder dan 5 procent van de klanten met een Android smartphone gebruikt.
Klanten kunnen tot twee maanden na ontvangst van dit bericht nog betalen met de Wallet app, tenzij de telefoon gebruik maakt van Android 10. Deze versie wordt niet ondersteund door de Wallet app.
Voor Android gebruikers kunnen wearables een alternatief zijn om contactloos te betalen. Deze zijn er in verschillende soorten en prijsklassen. Van ee
Sinds 2016 heeft ABN AMRO haar eigen wallet toegevoegd aan de betaalmogelijkheden. Met de Wallet kunnen Android telefoons met een NFC-chip betalingen verrichten bij betaalautomaten in winkels.
Op dit moment wordt de Wallet app door minder dan 5 procent van de klanten met een Android smartphone gebruikt.
Klanten kunnen tot twee maanden na ontvangst van dit bericht nog betalen met de Wallet app, tenzij de telefoon gebruik maakt van Android 10. Deze versie wordt niet ondersteund door de Wallet app.
Voor Android gebruikers kunnen wearables een alternatief zijn om contactloos te betalen. Deze zijn er in verschillende soorten en prijsklassen. Van ee
Ook niet-klanten kunnen gebruik maken van app KBC
Voortaan kunnen mensen zonder een rekening bij KBC toch gebruik maken van de app van de bank.
In de update van de app KBC Mobile die in december wordt uitgerold kunnen niet-klanten ook kaartjes kopen van NMBS, De Lijn of MIVB kunnen kopen, deelnemen aan een groepsaankoop voor energie of gebruikmaken van extra diensten op Brussels Airport.
Op dit moment telt de app KBC Mobile 1,1 miljoen gebruikers. Het overgrote deel regelt er alleen bank- en verzekeringszaken mee. 174.000 mensen kopen ook diensten van derden zoals een ticket voor het openbaar vervoer.
De nieuwe diensten zijn ook een manier om niet-klanten kennis te laten maken met KBC.
In de update van de app KBC Mobile die in december wordt uitgerold kunnen niet-klanten ook kaartjes kopen van NMBS, De Lijn of MIVB kunnen kopen, deelnemen aan een groepsaankoop voor energie of gebruikmaken van extra diensten op Brussels Airport.
Op dit moment telt de app KBC Mobile 1,1 miljoen gebruikers. Het overgrote deel regelt er alleen bank- en verzekeringszaken mee. 174.000 mensen kopen ook diensten van derden zoals een ticket voor het openbaar vervoer.
De nieuwe diensten zijn ook een manier om niet-klanten kennis te laten maken met KBC.
Joran Iedema (DYME): 'Wij kunnen consumenten helpen veel geld te besparen'
Vrijwel iedereen kent het: dat sportschool abonnement dat doorloopt, terwijl je nooit meer sport. Of die loterij waar je maandelijks voor betaalt, terwijl je nooit wat wint. Makkelijk om af te sluiten, maar opzeggen is vaak meer werk. DYME brengt daar verandering in. “Wij maken een bankkoppeling met onze gebruikers en we geven ze direct een heel helder overzicht van hun financiën, bijvoorbeeld van hun vaste lasten en abonnementen. Wij maken het vervolgens mogelijk dat gebruikers met één klik abonnementen opzeggen of overstappen naar een goedkoper alternatief”, aldus CEO Joran Iedema.
woensdag 20 november 2019
Rente Rabo nagenoeg nul
Rabobank verlaagt de spaarrente voor veel spaarrekeningen met ingang van 26 november van 0,03 naar 0,01 procent. Dat geldt in elk geval voor spaarbedragen tot 5 miljoen euro. Boven dat bedrag blijft de rente 0 procent.
Voor geld dat langer op de spaarrekening blijft staan, zoals bij Rabo PeriodeSparen 30, daalt de rente van 0,08 naar 0,05 procent. Bij Rabo PeriodeSparen 90 gaat de rente van 0,13 naar 0,1 procent.
ING verlaagde de spaarrente medio augustus van 0,03 naar 0,02 procent. Bij ABN AMRO ging de spaarrente in juli al naar 0,02 procent.
Voor geld dat langer op de spaarrekening blijft staan, zoals bij Rabo PeriodeSparen 30, daalt de rente van 0,08 naar 0,05 procent. Bij Rabo PeriodeSparen 90 gaat de rente van 0,13 naar 0,1 procent.
ING verlaagde de spaarrente medio augustus van 0,03 naar 0,02 procent. Bij ABN AMRO ging de spaarrente in juli al naar 0,02 procent.
Ook ING- en ABN AMRO-klanten kunnen nu hun wisselgeld beleggen via Peaks
Met de beleggings-app Peaks kun je nu ook je wisselgeld beleggen als klant van ING en ABN AMRO. Daarmee gaat een langgekoesterde wens in vervulling van veel gebruikers van de app die een rekening hebben bij deze grote banken. Voorheen konden alleen klanten van de Rabobank hun wisselgeld beleggen.
Peaks maakt beleggen laagdrempelig doordat je met kleine beetjes vermogen kunt opbouwen. Als je bijvoorbeeld een kopje koffie van 2,70 euro afrekent met je pinpas, zet de app automatisch 0,30 euro voor je opzij. Iedere week wordt het gespaarde totaalbedrag geïnvesteerd in beleggingen. De filosofie van de beleggings-app is dat iedereen op lange termijn vermogen kan opbouwen als je regelmatig geld opzij zet en investeert.
De beleggings-app wil het beleggen van wisselgeld ook snel gaan aanbieden aan klanten van andere banken in Nederland. ASN Bank, RegioBank en SNS zijn de volgende banken die zullen worden toegevoegd.
In deze nieuwe PSD2- of Payment Services Directive 2 wetgeving is geregeld dat niet de bank, maar de rekeninghouder eigenaar is van betaalgegevens. Dankzij de wet kunnen de gebruikers van Peaks de app toestemming geven om hun wisselgeld en financiële meevallers te beleggen. In de app kun je onder andere je digitale betalingen afronden naar de volgende euro en het verschil laten investeren.
Peaks maakt beleggen laagdrempelig doordat je met kleine beetjes vermogen kunt opbouwen. Als je bijvoorbeeld een kopje koffie van 2,70 euro afrekent met je pinpas, zet de app automatisch 0,30 euro voor je opzij. Iedere week wordt het gespaarde totaalbedrag geïnvesteerd in beleggingen. De filosofie van de beleggings-app is dat iedereen op lange termijn vermogen kan opbouwen als je regelmatig geld opzij zet en investeert.
De beleggings-app wil het beleggen van wisselgeld ook snel gaan aanbieden aan klanten van andere banken in Nederland. ASN Bank, RegioBank en SNS zijn de volgende banken die zullen worden toegevoegd.
In deze nieuwe PSD2- of Payment Services Directive 2 wetgeving is geregeld dat niet de bank, maar de rekeninghouder eigenaar is van betaalgegevens. Dankzij de wet kunnen de gebruikers van Peaks de app toestemming geven om hun wisselgeld en financiële meevallers te beleggen. In de app kun je onder andere je digitale betalingen afronden naar de volgende euro en het verschil laten investeren.
Digitalisering: opnieuw gaan banken klanten uitsluiten
De meerderheid van de Belgische banken kondigt voor 2020 tariefstijgingen aan, die vooral gericht zijn op de toegang tot contant geld, handmatige transacties en papieren rekeninguittreksels. Om te voorkomen dat een deel van de bevolking - die (nog) niet op de digitale trein is gesprongen – wordt uitgesloten en gestraft, stelt Test Aankoop voor om de basisbankdienst uit te breiden naar deze mensen.
De petitie van Test Aankoop tegen de verhoging van bankkosten, reeds goed voor 19.000 handtekeningen, kan nog steeds worden onderschreven.
Opnieuw hekelt Test-Aankoop de zoveelste stijging van de bankkosten die door de meeste banken voor 2020 werd aangekondigd. En ook nu weer zijn het de mensen die de digitale trein niet kunnen (of willen) volgen die worden gestraft.
De trend is al enkele jaren duidelijk: klanten worden uitgenodigd om meer en meer zelf te doen en moeten dit bovendien digitaal doen. Maar dit jaar lijkt dit nog meer het geval, afgaand op de aangekondigde verhogingen.
Klant bij BNP Paribas Fortis en u wil geld afhalen bij een andere geldautomaat dan die van uw bankinstelling, dan stijgt de prijs van 0,1 tot 0,7 procent. Bij Fintro betaalde men niets maar moeten klanten vanaf 2020 0,7 eurocent ophoesten. Zo ook bij de st@rtbank van Axa Bank die nu 0,5 cent aanrekent voor geldafhalingen aan een andere geldautomaat. Als een klant van Deutsche Bank in de toekomst via zijn kredietkaart geld wil opnemen, zal hem hiervoor 5 euro per transactie worden aangerekend in plaats van de huidige 2,5 euro.
Ook de tarieven voor manuele transacties stijgen. Van 0,7 tot 1,5 euro voor een papieren overschrijving van Crelan, van 1,5 tot 2 euro bij Fintro en BNP Paribas Fortis.
En wie er als klant bij Bpostbank voor kiest om zijn papieren rekeningafschriften toegestuurd te krijgen, betaalt nu 1,17 euro in plaats van 0,97 euro. Hoewel in het verleden bij de spaarrekeningen van ING alleen de portkosten dienden te worden vergoed, zullen dit nu de verzendkosten + 5 euro zijn.
De banken lijken het vandaag maar vanzelfsprekend te vinden dat hun klanten beschikken over een voldoende recente, krachtige en beveiligde PC, een internetverbinding, een printer, een voldoende recente en krachtige smartphone waarop hij verschillende betaalapplicaties heeft staan, een externe harde schijf, een cloudaccount of een andere manier om gedigitaliseerde informatie op een duurzame manier op te slaan.
Maar of banken het nu leuk vinden of niet, tal van consumenten hebben zich nog niet aangepast aan digitale bankdiensten. En in zeldzame gevallen zal de klant zelfs nooit de middelen (van allerlei aard) hebben om zijn financiën op deze manier te beheren.
En dan komt de volgende, cruciale vraag: welk project hebben de banken voor de vele klanten die dit alles niet hebben? Hen aan hun lot overlaten? Hen voorstellen om het beheer van hun financiën aan een derde over te laten? Hen hoge kosten aanrekenen? Hen overlaten aan de willekeur van oplichters (de fraudecijfers zijn zorgwekkend)? Het is de maatschappelijke dimensie van hun missie onwaardig!
De cijfers zouden de banksector echter moeten geruststellen: elektronische transacties nemen alleen maar toe. De evolutie is dus aan de gang. Maar waarom degenen die haar niet kunnen volgen links laten liggen? Om dit probleem aan te pakken, stelt Test Aankoop een uitbrieding voor van de "Basisbankdienst", die tegen een redelijke prijs veel van de kenmerken biedt die nodig zijn voor deze personen (afschriften, een bepaald aantal manuele transacties, een debetkaart, enz.).
Sinds 2003 nemen alle Belgische banken deze rekening op in hun aanbod.
Via een overeenkomst tussen de banken of een wetswijziging zou deze basisdienst kunnen worden opengesteld voor klanten die dat wensen, ook al voldoen ze niet aan de voorwaarde dat ze over geen andere rekening beschikken.
Zo kunnen mensen voor wie de digitalisering te snel gaat zich geleidelijk aan aanpassen en tegelijk hun geldzaken autonoom blijven beheren. De banken van hun kant zouden, met behoud van het vertrouwen van hun klanten, de diensten kunnen ontwikkelen die de nieuwe technologieën mogelijk maken.
De petitie van Test Aankoop tegen de verhoging van bankkosten, reeds goed voor 19.000 handtekeningen, kan nog steeds worden onderschreven.
Opnieuw hekelt Test-Aankoop de zoveelste stijging van de bankkosten die door de meeste banken voor 2020 werd aangekondigd. En ook nu weer zijn het de mensen die de digitale trein niet kunnen (of willen) volgen die worden gestraft.
De trend is al enkele jaren duidelijk: klanten worden uitgenodigd om meer en meer zelf te doen en moeten dit bovendien digitaal doen. Maar dit jaar lijkt dit nog meer het geval, afgaand op de aangekondigde verhogingen.
Klant bij BNP Paribas Fortis en u wil geld afhalen bij een andere geldautomaat dan die van uw bankinstelling, dan stijgt de prijs van 0,1 tot 0,7 procent. Bij Fintro betaalde men niets maar moeten klanten vanaf 2020 0,7 eurocent ophoesten. Zo ook bij de st@rtbank van Axa Bank die nu 0,5 cent aanrekent voor geldafhalingen aan een andere geldautomaat. Als een klant van Deutsche Bank in de toekomst via zijn kredietkaart geld wil opnemen, zal hem hiervoor 5 euro per transactie worden aangerekend in plaats van de huidige 2,5 euro.
Ook de tarieven voor manuele transacties stijgen. Van 0,7 tot 1,5 euro voor een papieren overschrijving van Crelan, van 1,5 tot 2 euro bij Fintro en BNP Paribas Fortis.
En wie er als klant bij Bpostbank voor kiest om zijn papieren rekeningafschriften toegestuurd te krijgen, betaalt nu 1,17 euro in plaats van 0,97 euro. Hoewel in het verleden bij de spaarrekeningen van ING alleen de portkosten dienden te worden vergoed, zullen dit nu de verzendkosten + 5 euro zijn.
De banken lijken het vandaag maar vanzelfsprekend te vinden dat hun klanten beschikken over een voldoende recente, krachtige en beveiligde PC, een internetverbinding, een printer, een voldoende recente en krachtige smartphone waarop hij verschillende betaalapplicaties heeft staan, een externe harde schijf, een cloudaccount of een andere manier om gedigitaliseerde informatie op een duurzame manier op te slaan.
Maar of banken het nu leuk vinden of niet, tal van consumenten hebben zich nog niet aangepast aan digitale bankdiensten. En in zeldzame gevallen zal de klant zelfs nooit de middelen (van allerlei aard) hebben om zijn financiën op deze manier te beheren.
En dan komt de volgende, cruciale vraag: welk project hebben de banken voor de vele klanten die dit alles niet hebben? Hen aan hun lot overlaten? Hen voorstellen om het beheer van hun financiën aan een derde over te laten? Hen hoge kosten aanrekenen? Hen overlaten aan de willekeur van oplichters (de fraudecijfers zijn zorgwekkend)? Het is de maatschappelijke dimensie van hun missie onwaardig!
De cijfers zouden de banksector echter moeten geruststellen: elektronische transacties nemen alleen maar toe. De evolutie is dus aan de gang. Maar waarom degenen die haar niet kunnen volgen links laten liggen? Om dit probleem aan te pakken, stelt Test Aankoop een uitbrieding voor van de "Basisbankdienst", die tegen een redelijke prijs veel van de kenmerken biedt die nodig zijn voor deze personen (afschriften, een bepaald aantal manuele transacties, een debetkaart, enz.).
Sinds 2003 nemen alle Belgische banken deze rekening op in hun aanbod.
Via een overeenkomst tussen de banken of een wetswijziging zou deze basisdienst kunnen worden opengesteld voor klanten die dat wensen, ook al voldoen ze niet aan de voorwaarde dat ze over geen andere rekening beschikken.
Zo kunnen mensen voor wie de digitalisering te snel gaat zich geleidelijk aan aanpassen en tegelijk hun geldzaken autonoom blijven beheren. De banken van hun kant zouden, met behoud van het vertrouwen van hun klanten, de diensten kunnen ontwikkelen die de nieuwe technologieën mogelijk maken.
ING wijzigt tarieven voor particuliere betaalpakketten per 1 maart 2020
ING wijzigt per 1 maart 2020 de tarieven van de particuliere betaalpakketten en een aantal betaalproducten. Het tarief van het OranjePakket stijgt met 15 cent naar 1,70 euro per maand. De tarieven van de andere pakketten gaan met maximaal 50 cent per maand omhoog.
Klanten kunnen bij ING nog steeds goedkoop hun bankzaken regelen. Voor 1,70 euro per maand kunnen klanten onder andere (contactloos) betalen met hun betaalpas en mobiele telefoon, gebruik maken van internetbankieren en de ING Mobiel Bankieren App, geld opnemen bij geldautomaten en geholpen worden door de klantenservice en op de ING-kantoren.
Daarnaast wijzigen de tarieven van een aantal andere producten zoals de creditcard en het vervangen van de betaalpas. Kijk voor een volledig overzicht van de tariefwijzigingen op: ING.nl/tarieven2020.
Klanten kunnen bij ING nog steeds goedkoop hun bankzaken regelen. Voor 1,70 euro per maand kunnen klanten onder andere (contactloos) betalen met hun betaalpas en mobiele telefoon, gebruik maken van internetbankieren en de ING Mobiel Bankieren App, geld opnemen bij geldautomaten en geholpen worden door de klantenservice en op de ING-kantoren.
Daarnaast wijzigen de tarieven van een aantal andere producten zoals de creditcard en het vervangen van de betaalpas. Kijk voor een volledig overzicht van de tariefwijzigingen op: ING.nl/tarieven2020.
dinsdag 19 november 2019
Gratis EHBO-snelcursus bij overstappen zorgverzekering
Consumenten die via de Zorgvergelijker van de Consumentenbond een nieuwe zorgverzekering afsluiten, krijgen gratis een Rode Kruis online EHBO-snelcursus. De snelcursus voor het verlenen van eerste hulp is speciaal samengesteld voor de Consumentenbond.
Met de snelcursus van het Rode Kruis leren consumenten de grondbeginselen van EHBO: het in veiligheid brengen van een slachtoffer, het beoordelen van de toestand, het alarmeren van de hulpdiensten en het verlenen van eerste hulp bij enkele veelvoorkomende ongevallen.
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Wij zijn erg blij met de samenwerking met het Rode Kruis. Wij willen dingen makkelijker maken voor consumenten en deze snelcursus past daar goed bij. En het is natuurlijk prachtig dat we hiermee aan kunnen sluiten bij de missie van het Rode Kruis: het helpen van mensen.’
Consumenten kunnen kiezen uit een reguliere snelcursus of een variant toegespitst op het verlenen van eerste hulp aan baby’s en kinderen. De cursussen worden afgesloten met een officieel bewijs van deelname van het Rode Kruis.
Met de snelcursus van het Rode Kruis leren consumenten de grondbeginselen van EHBO: het in veiligheid brengen van een slachtoffer, het beoordelen van de toestand, het alarmeren van de hulpdiensten en het verlenen van eerste hulp bij enkele veelvoorkomende ongevallen.
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Wij zijn erg blij met de samenwerking met het Rode Kruis. Wij willen dingen makkelijker maken voor consumenten en deze snelcursus past daar goed bij. En het is natuurlijk prachtig dat we hiermee aan kunnen sluiten bij de missie van het Rode Kruis: het helpen van mensen.’
Consumenten kunnen kiezen uit een reguliere snelcursus of een variant toegespitst op het verlenen van eerste hulp aan baby’s en kinderen. De cursussen worden afgesloten met een officieel bewijs van deelname van het Rode Kruis.
maandag 18 november 2019
Nationale-Nederlanden mag Reaal overnemen
Verzekeraar NN Group mag het schade- en inkomensverzekeringsbedrijf van Vivat (Vivat Schadeverzekeringen N.V.) overnemen. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt besloten. Onder Vivat vallen onder andere de schadeverzekeringen van Reaal. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft de gevolgen voor de Nederlandse verzekeringsmarkt voor schade- en inkomensverzekeringen onderzocht.
Er blijft na de overname voldoende concurrentie over, onder andere omdat mensen gemakkelijk van verzekeraar kunnen wisselen. Daardoor worden verzekeraars gestimuleerd om te zorgen voor een goede prijs, kwaliteit en innovatie van de verzekeringen.
Er zijn verschillende grote en kleine schadeverzekeringsmaatschappijen, die stevig met elkaar concurreren. Wel verwachten veel marktpartijen dat er de komende tijd veranderingen aankomen. Verzekeraars bekijken kritisch of al hun verzekeringen nog rendabel zijn. Verzekeraars maken daarom meer standaardverzekeringen. Ook door het gebruik van vergelijkingssites gaan verzekeringen meer op elkaar lijken. Verder beschikken verzekeraars over steeds gedetailleerdere gegevens over klanten en risico’s. Met die gegevens bepalen ze welke risico’s ze lopen bij verschillende verzekeringen, of deze nog rendabel zijn en of ze deze blijven aanbieden. Marktpartijen houden er rekening mee dat het aantal moeilijk verzekerbare risico’s zal stijgen. Hierbij valt te denken aan verzekeringen voor taxibedrijven, maaltijdbezorgers en bepaalde agrarische bedrijven.
Op de markt voor schade- en inkomensverzekeringen zijn drie grote verzekeraars, Nationale Nederlanden, Achmea (Interpolis en Centraal Beheer) en ASR. De schade- en inkomensverzekeringen van Vivat (met onder andere Reaal) spelen een bescheiden rol. De ACM verwacht dat de toename van het marktaandeel van Nationale Nederlanden door de overname geen significante gevolgen voor de concurrentie zal hebben.
De overname van Vivat Schadeverzekeringen is een uitvloeisel van een grotere overname van Vivat door Athora. Daarbij is Vivat gesplitst. De schade- en inkomensverzekeringen en enkele andere activiteiten worden door de NN Group overgenomen. De Europese Commissie heeft eerder de overname van Vivat door Athora goedgekeurd.
Er blijft na de overname voldoende concurrentie over, onder andere omdat mensen gemakkelijk van verzekeraar kunnen wisselen. Daardoor worden verzekeraars gestimuleerd om te zorgen voor een goede prijs, kwaliteit en innovatie van de verzekeringen.
Er zijn verschillende grote en kleine schadeverzekeringsmaatschappijen, die stevig met elkaar concurreren. Wel verwachten veel marktpartijen dat er de komende tijd veranderingen aankomen. Verzekeraars bekijken kritisch of al hun verzekeringen nog rendabel zijn. Verzekeraars maken daarom meer standaardverzekeringen. Ook door het gebruik van vergelijkingssites gaan verzekeringen meer op elkaar lijken. Verder beschikken verzekeraars over steeds gedetailleerdere gegevens over klanten en risico’s. Met die gegevens bepalen ze welke risico’s ze lopen bij verschillende verzekeringen, of deze nog rendabel zijn en of ze deze blijven aanbieden. Marktpartijen houden er rekening mee dat het aantal moeilijk verzekerbare risico’s zal stijgen. Hierbij valt te denken aan verzekeringen voor taxibedrijven, maaltijdbezorgers en bepaalde agrarische bedrijven.
Op de markt voor schade- en inkomensverzekeringen zijn drie grote verzekeraars, Nationale Nederlanden, Achmea (Interpolis en Centraal Beheer) en ASR. De schade- en inkomensverzekeringen van Vivat (met onder andere Reaal) spelen een bescheiden rol. De ACM verwacht dat de toename van het marktaandeel van Nationale Nederlanden door de overname geen significante gevolgen voor de concurrentie zal hebben.
De overname van Vivat Schadeverzekeringen is een uitvloeisel van een grotere overname van Vivat door Athora. Daarbij is Vivat gesplitst. De schade- en inkomensverzekeringen en enkele andere activiteiten worden door de NN Group overgenomen. De Europese Commissie heeft eerder de overname van Vivat door Athora goedgekeurd.
Dyme ontvangt als eerste onafhankelijke startup een PSD2-vergunning
De Nederlandse bespaarapp Dyme heeft van De Nederlandsche Bank een PSD2-vergunning gekregen. Dyme is de eerste Nederlandse applicatie die beschikbaar is voor gebruikers van zowel ING, ABN AMRO als bunq.
De PSD2-vergunning van Dyme biedt consumenten de mogelijkheid om hun bankrekening direct te koppelen aan de applicatie. Vervolgens geeft een slim algoritme gebruikers inzicht in hun financiële situatie en adviezen om geld te besparen. Daarnaast kunnen gebruikers binnen de app onder andere ongewenste abonnementen opzeggen, van provider wisselen, of contracten heronderhandelen.
Binnen PSD2 moeten banken derde partijen toegang geven tot de betaalrekening van hun klant, mits de klant zelf toestemming geeft. Partijen krijgen alleen toegang als een consument 'uitdrukkelijke toestemming' heeft gegeven. Stibbe en EY hielpen Dyme bij het aanvragen van de vergunning. DNB stelt onder andere strikte eisen op het gebied van privacy, databeveiliging en communicatie.
De PSD2-vergunning van Dyme biedt consumenten de mogelijkheid om hun bankrekening direct te koppelen aan de applicatie. Vervolgens geeft een slim algoritme gebruikers inzicht in hun financiële situatie en adviezen om geld te besparen. Daarnaast kunnen gebruikers binnen de app onder andere ongewenste abonnementen opzeggen, van provider wisselen, of contracten heronderhandelen.
Binnen PSD2 moeten banken derde partijen toegang geven tot de betaalrekening van hun klant, mits de klant zelf toestemming geeft. Partijen krijgen alleen toegang als een consument 'uitdrukkelijke toestemming' heeft gegeven. Stibbe en EY hielpen Dyme bij het aanvragen van de vergunning. DNB stelt onder andere strikte eisen op het gebied van privacy, databeveiliging en communicatie.
Ouderwets huishoudboekje nog steeds populair voor financiële administratie
Bijna een op de drie Nederlanders houdt zijn financiële administratie nog steeds bij in een papieren kasboekje. Daarnaast zijn Excel (22 procent) en een app of online tool (21 procent) populaire administratiemiddelen.
Dit blijkt uit onderzoek naar de persoonlijke financiën van Nederland, uitgevoerd in opdracht van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn.
Ruim een kwart houdt helemaal geen persoonlijke administratie bij. Dit percentage ligt overigens hoger bij mensen die nog nooit contact hebben gehad met een deurwaarder: 30 procent ten opzichte van 23 procent bij de mensen die wel in aanraking zijn geweest.
Het onderzoek geeft daarnaast nog een aantal interessante feiten over betaalgewoontes van Nederlanders. Zo blijkt dat wanneer consumenten het vermoeden hebben dat er een rekening tussen de post zit, 70 procent van hen de brief gelijk opent en actie onderneemt. Slechts vier procent legt deze envelop ongeopend weg. Na het betalen van een rekening bewaart maar liefst 57 procent van de consumenten deze fysiek in een ordner. Elf procent gooit de rekeningen na betaling gelijk weg. Als er gevraagd wordt naar de digitale archivering van rekeningen, geeft de helft van de respondenten (52%) aan dat ze een apart mapje in hun mailbox hebben.
Dit blijkt uit onderzoek naar de persoonlijke financiën van Nederland, uitgevoerd in opdracht van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn.
Ruim een kwart houdt helemaal geen persoonlijke administratie bij. Dit percentage ligt overigens hoger bij mensen die nog nooit contact hebben gehad met een deurwaarder: 30 procent ten opzichte van 23 procent bij de mensen die wel in aanraking zijn geweest.
Het onderzoek geeft daarnaast nog een aantal interessante feiten over betaalgewoontes van Nederlanders. Zo blijkt dat wanneer consumenten het vermoeden hebben dat er een rekening tussen de post zit, 70 procent van hen de brief gelijk opent en actie onderneemt. Slechts vier procent legt deze envelop ongeopend weg. Na het betalen van een rekening bewaart maar liefst 57 procent van de consumenten deze fysiek in een ordner. Elf procent gooit de rekeningen na betaling gelijk weg. Als er gevraagd wordt naar de digitale archivering van rekeningen, geeft de helft van de respondenten (52%) aan dat ze een apart mapje in hun mailbox hebben.
App Kendu nu ook beschikbaar voor Android
ABN AMRO lanceerde op 14 november de vermogensbeheer-app Kendu voor Android. De slimme app laat gebruikers geld beleggen in onder andere prijswinnende fondsen van ABN AMRO. Dat gebeurt in navolging van de succesvolle introductie van Kendu voor iOS eerder dit jaar. Met Kendu is het voor iedereen eenvoudig om te werken aan financiële ambities. De app is per direct gratis in de Google Play Store te downloaden.
Kendu stelt een risicoscore vast op basis van een digitale intake. Daarnaast biedt de app gebruikers inzicht in de haalbaarheid van hun ambities. De app geeft op elk moment inzicht in de door Kendu beheerde beleggingsportefeuille en houdt gebruikers bovendien met meldingen op de hoogte van de ontwikkeling van de portefeuille en de bereikbaarheid van het einddoel.
Kendu stelt een risicoscore vast op basis van een digitale intake. Daarnaast biedt de app gebruikers inzicht in de haalbaarheid van hun ambities. De app geeft op elk moment inzicht in de door Kendu beheerde beleggingsportefeuille en houdt gebruikers bovendien met meldingen op de hoogte van de ontwikkeling van de portefeuille en de bereikbaarheid van het einddoel.
Ook Google met bankzaken
Google gaat klanten in de Verenigde Staten de mogelijkheid bieden om een bankrekening te openen. Daarmee treedt het bedrijf in de voetsporen van andere techreuzen. De avances van bedrijven als Google en Apple met betalingsdiensten zijn een bedreiging voor de gevestigde financiële wereld. Banken kijken met angst naar China, waar internetgiganten een groot marktaandeel hebben verworven door betalingsmogelijkheden te integreren in de populaire chatapp WeChat en door eigen betaalapps te lanceren als Alipay.
vrijdag 15 november 2019
Grapperhaus intensiveert mogelijkheden afpakken crimineel vermogen
Nieuwe instrumenten - continue vermogensmonitor en strafrechtelijke curatele - worden uitgewerkt om de financiële handel en wandel van misdadigers beter in beeld te krijgen. De mogelijkheden om crimineel vermogen af te pakken zijn de afgelopen tijd al versterkt. Deze aanpak wil minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid verder intensiveren. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van minister Grapperhaus over de voortgang van de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
De anti-ondermijningsgelden uit het regeerakkoord - 100 miljoen euro in het fonds en 10 miljoen euro structureel – zijn vorig jaar over de verschillende regio’s verdeeld en er wordt gewerkt aan een pakket aan anti-ondermijningswetgeving. Aanvullend hierop heeft het kabinet dit najaar de aanpak met 110 miljoen euro extra versterkt voor een breed landelijk offensief tegen ondermijnende criminaliteit. Ook investeert het kabinet 30 miljoen euro in regionale en landelijke projecten voor het afpakken van crimineel vermogen. De focus van de regionale en landelijke partners ligt op de illegale drugsindustrie en criminele geldstromen.
Om de financiële handel en wandel van criminelen nog beter in beeld te krijgen, wil minister Grapperhaus dat gedurende langere tijd toezicht kan worden gehouden op het vermogen van veroordeelden. Binnen de bestaande wettelijke kaders zal hiertoe een continue vermogensmonitor bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) worden ontwikkeld. Op deze manier kan het CJIB gedurende langere tijd toezicht houden op het vermogen van veroordeelden en kan crimineel vermogen nadat het beeld is gekomen sneller worden onttrokken op grond van een ontnemingsmaatregel.
Tevens wil minister Grapperhaus een wettelijke regeling voorbereiden voor strafrechtelijke curatele. Daarmee wordt het mogelijk dat de rechter bij het opleggen van een ontnemingsmaatregel de beschikkingsbevoegdheid van de veroordeelde over zijn vermogen beperkt. Een toezichthouder ziet er dan op toe dat een ontnemingsvordering wordt voldaan. Ook moet de veroordeelde eerst toestemming vragen aan de toezichthouder voor rechtshandelingen over zijn vermogen. Dit is vergelijkbaar met de aanstelling van een bewindvoerder bij de verlening van een surseance van betaling als een bedrijf in financieel zwaar weer is beland. Bij het uitwerken van deze maatregel zal oog zijn voor de veiligheid van de toezichthouder en de daaraan verbonden kosten.
De komende tijd worden de contouren van deze twee maatregelen verder uitgewerkt en de kosten ervan in kaart gebracht. Verder zal het afpakken van crimineel vermogen dat is weggestopt in een andere EU-lidstaat worden vereenvoudigd en versneld door de Europese Confiscatieverordening, die aan het eind van dit jaar in werking zal treden. De uitvoeringswetgeving is inmiddels voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
De komende maanden wordt nog verder gewerkt aan het breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit. In het voorjaar van 2020 zal er een uitgewerkt plan liggen dat bestaat uit een combinatie van repressieve en preventie maatregelen: oprollen, afpakken en voorkomen. Zo wordt op dit moment een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) ingericht dat criminele kopstukken en hun netwerken gaat oppakken en crimineel vermogen gaat afpakken, wordt bewaken en beveiligen versterkt en met VWS samengewerkt aan het tegengaan van normalisering van drugsgebruik.
In de preventieve aanpak werkt minister Grapperhaus verder samen met diverse ambtscollega’s, zoals van BZK, VWS, SZW en OCW, en met lokale partners. Er wordt samengewerkt op de terreinen onderwijs, werken, wonen en veiligheid om te voorkomen dat onze economie en wijken worden geïnfecteerd door het gif van de criminele (drugs)industrie en de grote sommen zwart geld die er in om gaan.
De anti-ondermijningsgelden uit het regeerakkoord - 100 miljoen euro in het fonds en 10 miljoen euro structureel – zijn vorig jaar over de verschillende regio’s verdeeld en er wordt gewerkt aan een pakket aan anti-ondermijningswetgeving. Aanvullend hierop heeft het kabinet dit najaar de aanpak met 110 miljoen euro extra versterkt voor een breed landelijk offensief tegen ondermijnende criminaliteit. Ook investeert het kabinet 30 miljoen euro in regionale en landelijke projecten voor het afpakken van crimineel vermogen. De focus van de regionale en landelijke partners ligt op de illegale drugsindustrie en criminele geldstromen.
Om de financiële handel en wandel van criminelen nog beter in beeld te krijgen, wil minister Grapperhaus dat gedurende langere tijd toezicht kan worden gehouden op het vermogen van veroordeelden. Binnen de bestaande wettelijke kaders zal hiertoe een continue vermogensmonitor bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) worden ontwikkeld. Op deze manier kan het CJIB gedurende langere tijd toezicht houden op het vermogen van veroordeelden en kan crimineel vermogen nadat het beeld is gekomen sneller worden onttrokken op grond van een ontnemingsmaatregel.
Tevens wil minister Grapperhaus een wettelijke regeling voorbereiden voor strafrechtelijke curatele. Daarmee wordt het mogelijk dat de rechter bij het opleggen van een ontnemingsmaatregel de beschikkingsbevoegdheid van de veroordeelde over zijn vermogen beperkt. Een toezichthouder ziet er dan op toe dat een ontnemingsvordering wordt voldaan. Ook moet de veroordeelde eerst toestemming vragen aan de toezichthouder voor rechtshandelingen over zijn vermogen. Dit is vergelijkbaar met de aanstelling van een bewindvoerder bij de verlening van een surseance van betaling als een bedrijf in financieel zwaar weer is beland. Bij het uitwerken van deze maatregel zal oog zijn voor de veiligheid van de toezichthouder en de daaraan verbonden kosten.
De komende tijd worden de contouren van deze twee maatregelen verder uitgewerkt en de kosten ervan in kaart gebracht. Verder zal het afpakken van crimineel vermogen dat is weggestopt in een andere EU-lidstaat worden vereenvoudigd en versneld door de Europese Confiscatieverordening, die aan het eind van dit jaar in werking zal treden. De uitvoeringswetgeving is inmiddels voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
De komende maanden wordt nog verder gewerkt aan het breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit. In het voorjaar van 2020 zal er een uitgewerkt plan liggen dat bestaat uit een combinatie van repressieve en preventie maatregelen: oprollen, afpakken en voorkomen. Zo wordt op dit moment een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) ingericht dat criminele kopstukken en hun netwerken gaat oppakken en crimineel vermogen gaat afpakken, wordt bewaken en beveiligen versterkt en met VWS samengewerkt aan het tegengaan van normalisering van drugsgebruik.
In de preventieve aanpak werkt minister Grapperhaus verder samen met diverse ambtscollega’s, zoals van BZK, VWS, SZW en OCW, en met lokale partners. Er wordt samengewerkt op de terreinen onderwijs, werken, wonen en veiligheid om te voorkomen dat onze economie en wijken worden geïnfecteerd door het gif van de criminele (drugs)industrie en de grote sommen zwart geld die er in om gaan.
donderdag 14 november 2019
Celstraffen tot vier jaar geëist voor oplichting door middel van phishing
Tegen twee mannen van 18 en 22 jaar uit Amsterdam die ervan verdacht worden tientallen mensen te hebben gedupeerd door het verkrijgen van hun inloggegevens door middel van phishing, heeft de officier van justitie celstraffen geëist van vier jaar en dertig maanden waarvan tien voorwaardelijk. In totaal is met deze methode bijna twee ton buitgemaakt.
In de periode oktober 2017 tot december 2018 verstuurde de 22-jarige verdachte: Iemand over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd. De wet spreekt over een 'redelijk vermoeden van schuld', al dan niet samen met anderen, phishingmails waarin werd gevraagd inloggegevens in te vullen, of de bankpas met pincode op te sturen, al dan niet in combinatie met het aanvragen van een nieuwe bankpas. De mails leken te komen van de Rabobank of van de International Card Services. Met deze gegevens en bankpassen werden vervolgens nieuwe passen aangevraagd en afgevangen, of er werd contant geld gepind of dure elektronica gekocht. Ook werd er een scooter gekocht en een reis naar Curaçao contant betaald, wat niet past bij de inkomsten die deze verdachte in werkelijkheid had. In totaal werden achttien mensen slachtoffer van deze oplichting, voor een totaalbedrag van bijna twee ton.
De officier van justitie merkte deze handelwijze aan als vijf strafbare feiten: het voorhanden hebben van technische hulpmiddelen om computervredebreuk te plegen, oplichting van de benadeelden, computervredebreuk door in te loggen op de website van de banken, het wissen of veranderen van de gegevens op deze websites en diefstal. De verdachte verklaarde zich slechts een klein gedeelte van de tenlastegelegde periode schuldig te hebben gemaakt aan phishing. Daarvoor was de verdachte, zo zei hij, alleen maar aan het leren. Hij had meegekeken met anderen, of hij kon het zich niet meer herinneren. Op basis van alle onderzoek naar de laptops, de diverse accounts en telefoons kwam de officier van justitie echter tot wettig en overtuigend bewijs tegen deze verdachte. Deze beschikte immers over de gephishte gegevens en had toegang tot de mailboxen en de servers waarop de phishing-software draaide.
De 18-jarige verdachte was medeplichtig aan de oplichting. Hij pinde grote bedragen geld, haalde de pakketjes op die met de valse gegevens waren besteld, hij hengelde een valselijk aangevraagde creditcard uit de brievenbus en kocht telefoons met een valselijk aangevraagde bankpas. Bovendien wordt hem het bezit van xtc-pillen en het voorhanden hebben van een handgranaat verweten.
Bij zijn strafeis hield de officier van justitie rekening met het grote aantal slachtoffers en de hoogte van het schadebedrag dat in ruim een jaar tijd was buitgemaakt. Naast de schade leverden de oplichtingen ook grote stress en onzekerheid op bij de gedupeerden. Klanten durven de berichten van hun bank niet meer te vertrouwen terwijl banken veel investeren in voorlichting en maatregelen om phishing terug te dringen.
Tegen de 22-jarige verdachte eiste de officier van justitie zodoende een gevangenisstraf van vier jaar. Tegen de 18-jarige medeplichtige eiste hij een celstraf van dertig maanden waarvan tien voorwaardelijk. Tenslotte vroeg de officier om de vorderingen van de benadeelden grotendeels toe te wijzen. De rechtbank doet over vier weken uitspraak.
In de periode oktober 2017 tot december 2018 verstuurde de 22-jarige verdachte: Iemand over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd. De wet spreekt over een 'redelijk vermoeden van schuld', al dan niet samen met anderen, phishingmails waarin werd gevraagd inloggegevens in te vullen, of de bankpas met pincode op te sturen, al dan niet in combinatie met het aanvragen van een nieuwe bankpas. De mails leken te komen van de Rabobank of van de International Card Services. Met deze gegevens en bankpassen werden vervolgens nieuwe passen aangevraagd en afgevangen, of er werd contant geld gepind of dure elektronica gekocht. Ook werd er een scooter gekocht en een reis naar Curaçao contant betaald, wat niet past bij de inkomsten die deze verdachte in werkelijkheid had. In totaal werden achttien mensen slachtoffer van deze oplichting, voor een totaalbedrag van bijna twee ton.
De officier van justitie merkte deze handelwijze aan als vijf strafbare feiten: het voorhanden hebben van technische hulpmiddelen om computervredebreuk te plegen, oplichting van de benadeelden, computervredebreuk door in te loggen op de website van de banken, het wissen of veranderen van de gegevens op deze websites en diefstal. De verdachte verklaarde zich slechts een klein gedeelte van de tenlastegelegde periode schuldig te hebben gemaakt aan phishing. Daarvoor was de verdachte, zo zei hij, alleen maar aan het leren. Hij had meegekeken met anderen, of hij kon het zich niet meer herinneren. Op basis van alle onderzoek naar de laptops, de diverse accounts en telefoons kwam de officier van justitie echter tot wettig en overtuigend bewijs tegen deze verdachte. Deze beschikte immers over de gephishte gegevens en had toegang tot de mailboxen en de servers waarop de phishing-software draaide.
De 18-jarige verdachte was medeplichtig aan de oplichting. Hij pinde grote bedragen geld, haalde de pakketjes op die met de valse gegevens waren besteld, hij hengelde een valselijk aangevraagde creditcard uit de brievenbus en kocht telefoons met een valselijk aangevraagde bankpas. Bovendien wordt hem het bezit van xtc-pillen en het voorhanden hebben van een handgranaat verweten.
Bij zijn strafeis hield de officier van justitie rekening met het grote aantal slachtoffers en de hoogte van het schadebedrag dat in ruim een jaar tijd was buitgemaakt. Naast de schade leverden de oplichtingen ook grote stress en onzekerheid op bij de gedupeerden. Klanten durven de berichten van hun bank niet meer te vertrouwen terwijl banken veel investeren in voorlichting en maatregelen om phishing terug te dringen.
Tegen de 22-jarige verdachte eiste de officier van justitie zodoende een gevangenisstraf van vier jaar. Tegen de 18-jarige medeplichtige eiste hij een celstraf van dertig maanden waarvan tien voorwaardelijk. Tenslotte vroeg de officier om de vorderingen van de benadeelden grotendeels toe te wijzen. De rechtbank doet over vier weken uitspraak.
De Hypotheker integreert Ockto-app als eerste hypotheekadviesketen volledig in haar dienstverlening
De Hypotheker start vmet het gebruik van de Ockto-app. Met deze app kunnen klanten zelf de documenten die nodig zijn voor een hypotheekaanvraag via verschillende online bronnen verzamelen.
Uit een peiling van De Hypotheker blijkt dat bijna twee derde van de potentiële huizenkopers positief staat tegenover het digitaal verzamelen van financiële gegevens via een app. Belangrijkste reden hiervoor is het besparen van tijd en het versnellen van de hypotheekaanvraag. Ook het feit dat veel mensen niet weten waar alle benodigde documenten te vinden zijn, is reden om de app te gebruiken.
Na een pilot bij een aantal vestigingen van De Hypotheker, wordt de Ockto-app vanaf vandaag standaard gebruikt in de dienstverlening. Klanten halen de benodigde informatie eenvoudig en veilig op bij verschillende overheidsportalen, zoals MijnOverheid en het UWV. De documenten die klanten met de app hebben verzameld, worden via Mijn Hypotheker direct in het systeem geplaatst. Ook worden deze gegevens - zoals persoons-, inkomens- en pensioengegevens - zo veel mogelijk automatisch ingevuld. De documenten, die direct bij de bron worden opgehaald, zijn hierdoor altijd actueel en correct.
Na toestemming van de klant worden de documenten doorgestuurd naar een adviseur van De Hypotheker. Bijkomend voordeel is dat een hypotheekadviseur door de gevalideerde data in een eerder stadium zekerheid kan bieden over de hypotheekaanvraag.
Voor aanvragen bij Argenta, Aegon, bijBouwe en Allianz kunnen de ontsloten brondata met toestemming van de klant ook door deze geldverstrekkers worden opgevraagd. Op basis hiervan kan een aanvraag bij deze geldverstrekkers vrijwel direct worden geaccepteerd.
Uit een peiling van De Hypotheker blijkt dat bijna twee derde van de potentiële huizenkopers positief staat tegenover het digitaal verzamelen van financiële gegevens via een app. Belangrijkste reden hiervoor is het besparen van tijd en het versnellen van de hypotheekaanvraag. Ook het feit dat veel mensen niet weten waar alle benodigde documenten te vinden zijn, is reden om de app te gebruiken.
Na een pilot bij een aantal vestigingen van De Hypotheker, wordt de Ockto-app vanaf vandaag standaard gebruikt in de dienstverlening. Klanten halen de benodigde informatie eenvoudig en veilig op bij verschillende overheidsportalen, zoals MijnOverheid en het UWV. De documenten die klanten met de app hebben verzameld, worden via Mijn Hypotheker direct in het systeem geplaatst. Ook worden deze gegevens - zoals persoons-, inkomens- en pensioengegevens - zo veel mogelijk automatisch ingevuld. De documenten, die direct bij de bron worden opgehaald, zijn hierdoor altijd actueel en correct.
Na toestemming van de klant worden de documenten doorgestuurd naar een adviseur van De Hypotheker. Bijkomend voordeel is dat een hypotheekadviseur door de gevalideerde data in een eerder stadium zekerheid kan bieden over de hypotheekaanvraag.
Voor aanvragen bij Argenta, Aegon, bijBouwe en Allianz kunnen de ontsloten brondata met toestemming van de klant ook door deze geldverstrekkers worden opgevraagd. Op basis hiervan kan een aanvraag bij deze geldverstrekkers vrijwel direct worden geaccepteerd.
Brandbrief om verbod negatieve spaarrente
Er moet snel een verbod komen op negatieve spaarrente voor particulieren. Dat schrijft de Consumentenbond in een brandbrief aan minister Hoekstra van Financiën. Woensdag 13 november debatteert de Tweede Kamer over de spaarrente.
Consumenten krijgen steeds minder rente op hun spaartegoed. Bij de grote banken komt de spaarrente bij verschillende spaarrekeningen niet meer boven de 0,1%. Een enkele bank rekent zelfs al 0%. Een negatieve rente, waarbij consumenten de bank moeten betálen voor het stallen van hun spaargeld komt steeds dichterbij.
Oneerlijk en onverstandig, schrijft de Consumentenbond in zijn brief aan de minister . Nederlandse spaarders dreigen de rekening te moeten betalen voor het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Deze verlaagt keer op keer de Europese depositorente waardoor Nederlandse banken hoge kosten betalen voor het stallen van spaartegoeden bij de ECB. Die kosten berekenen zij voor een deel door aan hun klanten met als gevolg dat de spaarrente bijna op 0 staat. Bij verdere verlaging van de depositorente, bestaat de kans dat banken een negatieve spaarrente invoeren. Vooral kleine spaarders die hun spaargeld gebruiken als buffer voor noodzakelijke uitgaven, zijn de dupe. Zij kunnen nergens heen met hun geld.
Uit een enquête van de Consumentenbond onder 6200 consumenten blijkt dat 93% voorstander is van een wettelijk verbod op negatieve spaarrente. Slechts 4% geeft aan zo’n verbod niet nodig te vinden. De Consumentenbond roept de minister op te luisteren naar de wens van consumenten en zo snel mogelijk werk te maken van een verbod.
it onderzoek van de Consumentenbond in september 2019 bleek dat 80% van de consumenten hun geld bij de bank weghaalt als de rente onder de 0% zakt. 20% van de ondervraagden gaf aan het geld dan thuis te bewaren. Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Dat is begrijpelijk, maar heel riskant. Consumenten die hun spaargeld thuis bewaren, dragen het risico van oplichting, inbraak of brand zelf. Een inboedelverzekering dekt dit maar beperkt.’
België kent al een verbod op negatieve spaarrente en Duitsland onderzoekt de mogelijkheid van een verbod. Molenaar: ‘Ook Nederlandse spaarders verdienen deze bescherming. De risico’s voor consumenten van een negatieve spaarrente zijn duidelijk. De risico’s van een verbod op negatieve spaarrente heeft de minister in onze ogen niet duidelijk onderbouwd.’
Consumenten krijgen steeds minder rente op hun spaartegoed. Bij de grote banken komt de spaarrente bij verschillende spaarrekeningen niet meer boven de 0,1%. Een enkele bank rekent zelfs al 0%. Een negatieve rente, waarbij consumenten de bank moeten betálen voor het stallen van hun spaargeld komt steeds dichterbij.
Oneerlijk en onverstandig, schrijft de Consumentenbond in zijn brief aan de minister . Nederlandse spaarders dreigen de rekening te moeten betalen voor het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Deze verlaagt keer op keer de Europese depositorente waardoor Nederlandse banken hoge kosten betalen voor het stallen van spaartegoeden bij de ECB. Die kosten berekenen zij voor een deel door aan hun klanten met als gevolg dat de spaarrente bijna op 0 staat. Bij verdere verlaging van de depositorente, bestaat de kans dat banken een negatieve spaarrente invoeren. Vooral kleine spaarders die hun spaargeld gebruiken als buffer voor noodzakelijke uitgaven, zijn de dupe. Zij kunnen nergens heen met hun geld.
Uit een enquête van de Consumentenbond onder 6200 consumenten blijkt dat 93% voorstander is van een wettelijk verbod op negatieve spaarrente. Slechts 4% geeft aan zo’n verbod niet nodig te vinden. De Consumentenbond roept de minister op te luisteren naar de wens van consumenten en zo snel mogelijk werk te maken van een verbod.
it onderzoek van de Consumentenbond in september 2019 bleek dat 80% van de consumenten hun geld bij de bank weghaalt als de rente onder de 0% zakt. 20% van de ondervraagden gaf aan het geld dan thuis te bewaren. Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Dat is begrijpelijk, maar heel riskant. Consumenten die hun spaargeld thuis bewaren, dragen het risico van oplichting, inbraak of brand zelf. Een inboedelverzekering dekt dit maar beperkt.’
België kent al een verbod op negatieve spaarrente en Duitsland onderzoekt de mogelijkheid van een verbod. Molenaar: ‘Ook Nederlandse spaarders verdienen deze bescherming. De risico’s voor consumenten van een negatieve spaarrente zijn duidelijk. De risico’s van een verbod op negatieve spaarrente heeft de minister in onze ogen niet duidelijk onderbouwd.’
woensdag 13 november 2019
De Goudse verstrekt MKB-leningen en neemt belang in Voordegroei
De Goudse Verzekeringen gaat geld beschikbaar stellen voor mkb-leningen via het platform Voordegroei. Ook neemt de verzekeraar een belang van 10 procent in Voordegroei.
Voordegroei richt zich op geldleningen voor mkb-ondernemers. Het platform bemiddelt tussen de ondernemers enerzijds en vermogende particulieren en professionele investeerders anderzijds. Volgens Pieter de Frel, bestuurslid van De Goudse, vormt de samenwerking met Voordegroei een logische stap voor de verzekeraar. ‘Het is onze missie om ondernemers verder te helpen. Een lening kan een ondernemer in staat stellen te investeren en te groeien, wat niet alleen die ondernemer zelf maar ook de werkgelegenheid een mooie impuls kan geven. Daarnaast vormen de leningen voor ons een prima beleggingsvorm. Wij willen graag betrokken blijven bij de ontwikkelingen van Voordegroei en hebben daarom een belang genomen van 10%.’
OHV Vermogensbeheer, dat een meerderheidsbelang heeft in Voordegroei, is blij met de samenwerking met De Goudse. ‘Pensioenfondsen en verzekeraars zijn op zoek naar mogelijkheden om toekomstvast te investeren in ondernemend Nederland. Zij hebben een focus op de langere termijn en zijn bereid hogere bedragen te investeren. De participatie van De Goudse in Voordegroei benadrukt het belang voor partijen om toegang tot deze markt te krijgen’, aldus Erik Bakker, managing partner van OHV.
Ook Vera van Kesteren, managing partner bij Voordegroei, is verheugd over de samenwerking. ‘Voor ondernemers die financiering zoeken, zijn wij nu een nog aantrekkelijkere partij geworden. We hebben het vermogen achter ons om financieringsaanvragen die aan onze criteria voldoen, direct te verstrekken. Daarnaast kunnen we nog scherper in de rente gaan zitten. Het is geweldig dat wij samen met de Goudse kunnen bijdragen aan het waarmaken van ondernemersdromen.’
Voordegroei richt zich op geldleningen voor mkb-ondernemers. Het platform bemiddelt tussen de ondernemers enerzijds en vermogende particulieren en professionele investeerders anderzijds. Volgens Pieter de Frel, bestuurslid van De Goudse, vormt de samenwerking met Voordegroei een logische stap voor de verzekeraar. ‘Het is onze missie om ondernemers verder te helpen. Een lening kan een ondernemer in staat stellen te investeren en te groeien, wat niet alleen die ondernemer zelf maar ook de werkgelegenheid een mooie impuls kan geven. Daarnaast vormen de leningen voor ons een prima beleggingsvorm. Wij willen graag betrokken blijven bij de ontwikkelingen van Voordegroei en hebben daarom een belang genomen van 10%.’
OHV Vermogensbeheer, dat een meerderheidsbelang heeft in Voordegroei, is blij met de samenwerking met De Goudse. ‘Pensioenfondsen en verzekeraars zijn op zoek naar mogelijkheden om toekomstvast te investeren in ondernemend Nederland. Zij hebben een focus op de langere termijn en zijn bereid hogere bedragen te investeren. De participatie van De Goudse in Voordegroei benadrukt het belang voor partijen om toegang tot deze markt te krijgen’, aldus Erik Bakker, managing partner van OHV.
Ook Vera van Kesteren, managing partner bij Voordegroei, is verheugd over de samenwerking. ‘Voor ondernemers die financiering zoeken, zijn wij nu een nog aantrekkelijkere partij geworden. We hebben het vermogen achter ons om financieringsaanvragen die aan onze criteria voldoen, direct te verstrekken. Daarnaast kunnen we nog scherper in de rente gaan zitten. Het is geweldig dat wij samen met de Goudse kunnen bijdragen aan het waarmaken van ondernemersdromen.’
ABN AMRO rapporteert nettowinst van 558 miljoen
ABN rapporteert over het derde kwartaal een nettowinst van 558 miljoen euro. CEO Kees van Dijkhuizen spreekt van een gemengd kwartaal. 'We bleven ons richten op de uitvoering van onze strategie en behaalden weer goede financiële resultaten, met een rendement op eigen vermogen van 11,0 procent. Tegelijkertijd heeft de sector nog steeds te maken met grote uitdagingen, waaronder de aanhoudend lage rente.'
Het aandeel op de hypotheekmarkt is verbeterd van 17 procent in het tweede kwartaal naar 22 procent in Q3, mede dankzij nieuwe producten zoals een hypotheek waarbij ouderen de overwaarde op hun woning kunnen verzilveren, en hypotheken met een rentevaste periode van 30 jaar die deel uitmaken van het ‘originate-to-distribute’ platform.
Het aandeel op de hypotheekmarkt is verbeterd van 17 procent in het tweede kwartaal naar 22 procent in Q3, mede dankzij nieuwe producten zoals een hypotheek waarbij ouderen de overwaarde op hun woning kunnen verzilveren, en hypotheken met een rentevaste periode van 30 jaar die deel uitmaken van het ‘originate-to-distribute’ platform.
ABN AMRO wisselt blockchain-kennis uit tijdens handelsmissie naar Singapore
Hoe kunnen we met andere banken en publieke partijen samenwerken om financiële criminaliteit te detecteren? En hoe dragen innovatieve blockchain-toepassingen bij aan een veilige samenwerking? Deze vragen staan centraal in de challenge die ABN AMRO organiseert tijdens de handelsmissie naar Singapore, van 11 tot en met 15 november.
Onder het motto ‘Blockchain for good’ onderzoeken de Nederlandse en Singaporese deelnemers hoe distributed ledger technologie (DLT), zoals blockchain en smart contracts, kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijk uitdagingen en milieuproblemen.
Een van die uitdagingen zijn client due dilligence (CDD)-processen en het detecteren en voorkomen van financiële criminaliteit. Technologieën als blockchain kunnen deze processen effectiever en veiliger maken. De vraag hoe dat kan en welke bestuurlijke en wettelijke uitdagingen daarbij komen kijken, staat centraal bij de challenge die ABN AMRO samen met IBM organiseert. Hieraan nemen onder andere De Nederlandsche Bank deel, de Singaporese centrale bank en vereniging van banken, Rabobank en ING. Maar ook bedrijven en start-ups als Cap Gemini, Consensys, R3, Unchain en Dusk Network.
Onder het motto ‘Blockchain for good’ onderzoeken de Nederlandse en Singaporese deelnemers hoe distributed ledger technologie (DLT), zoals blockchain en smart contracts, kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijk uitdagingen en milieuproblemen.
Een van die uitdagingen zijn client due dilligence (CDD)-processen en het detecteren en voorkomen van financiële criminaliteit. Technologieën als blockchain kunnen deze processen effectiever en veiliger maken. De vraag hoe dat kan en welke bestuurlijke en wettelijke uitdagingen daarbij komen kijken, staat centraal bij de challenge die ABN AMRO samen met IBM organiseert. Hieraan nemen onder andere De Nederlandsche Bank deel, de Singaporese centrale bank en vereniging van banken, Rabobank en ING. Maar ook bedrijven en start-ups als Cap Gemini, Consensys, R3, Unchain en Dusk Network.
dinsdag 12 november 2019
Beperkte premiestijging van 1 euro bij Menzis
Menzis weet de premiestijging van de basisverzekering voor 2020 te beperken tot 1 euro per maand. De nieuwe maandpremie bedraagt dan 123 euro. Goede afspraken met zorgaanbieders en teruggave uit reserves helpen de premie stabiel te houden.
Dirk Jan Sloots, CFRO bij Menzis: 'We zien dat de zorgkosten blijven stijgen. De zorgvraag neemt toe, mensen leven gemiddeld langer, de loonkosten in de zorgsector gaan omhoog en er komen voortdurend betere - maar ook duurdere - geneesmiddelen en behandelmethodes. Toch lukt het ons de premiestijging in 2020 te beperken tot 1 euro. Samen met zorgaanbieders weten we de kostentoename te reduceren. Bovendien is Menzis een coöperatie zonder winstoogmerk. We zijn er om goede zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarom gebruiken we dit jaar 80 miljoen uit onze reserves om de premie beperkt te laten stijgen.'
“Klanten die collectief verzekerd zijn, krijgen te maken met een lagere collectiviteitskorting”, geeft Dirk Jan aan. 'Het kabinet heeft het maximale kortingspercentage verlaagd van 10 naar 5 procent. Bij Menzis hanteren we voor al onze collectiviteiten vanaf 2020 de maximale collectiviteitskorting van 5 procent. Het is belangrijk dat collectief verzekerden daarom rekening houden met een hogere stijging dan 1 euro per maand. Om precies te weten wat je maandelijks gaat betalen, adviseren wij om goed naar je polis te kijken.'
De zorgpremie gaat volgend jaar omlaag bij verzekeraar CZ en VGZ. Bij VGZ betaalt men volgend jaar 119,95 euro voor VGZ Ruime Keuze, de naturaverzekering. Die premie kost nu een euro meer: 120,95. Bij CZ gaat de premie met 3,85 euro omlaag, naar 120,95.
Dirk Jan Sloots, CFRO bij Menzis: 'We zien dat de zorgkosten blijven stijgen. De zorgvraag neemt toe, mensen leven gemiddeld langer, de loonkosten in de zorgsector gaan omhoog en er komen voortdurend betere - maar ook duurdere - geneesmiddelen en behandelmethodes. Toch lukt het ons de premiestijging in 2020 te beperken tot 1 euro. Samen met zorgaanbieders weten we de kostentoename te reduceren. Bovendien is Menzis een coöperatie zonder winstoogmerk. We zijn er om goede zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarom gebruiken we dit jaar 80 miljoen uit onze reserves om de premie beperkt te laten stijgen.'
“Klanten die collectief verzekerd zijn, krijgen te maken met een lagere collectiviteitskorting”, geeft Dirk Jan aan. 'Het kabinet heeft het maximale kortingspercentage verlaagd van 10 naar 5 procent. Bij Menzis hanteren we voor al onze collectiviteiten vanaf 2020 de maximale collectiviteitskorting van 5 procent. Het is belangrijk dat collectief verzekerden daarom rekening houden met een hogere stijging dan 1 euro per maand. Om precies te weten wat je maandelijks gaat betalen, adviseren wij om goed naar je polis te kijken.'
De zorgpremie gaat volgend jaar omlaag bij verzekeraar CZ en VGZ. Bij VGZ betaalt men volgend jaar 119,95 euro voor VGZ Ruime Keuze, de naturaverzekering. Die premie kost nu een euro meer: 120,95. Bij CZ gaat de premie met 3,85 euro omlaag, naar 120,95.
'Arbeidsongeschikten laten 2 miljard euro pensioengeld liggen'
Mogelijk ligt er nog 2 miljard euro op de plank bij pensioenfondsen voor mensen die tijdens hun werkzame leven arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond onder verschillende pensioenfondsen. Pensioenfondsen hadden arbeidsongeschikten hierover moeten informeren, maar dat is in veel gevallen niet gebeurd.
Mensen die tijdens hun werkzame leven arbeidsongeschikt worden, houden recht op premievrije pensioenopbouw. Daarvoor hebben ze altijd extra pensioenpremie betaald. Toch wordt dit bedrag lang niet altijd uitgekeerd, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
De belangenorganisatie becijfert dat 10.000 tot 40.000 personen niet krijgen waar ze recht op hebben. 'Precieze cijfers zijn onbekend, maar uit ons onderzoek blijkt dat het UWV door falende automatisering bijna vijf jaar lang niet aan pensioenfondsen doorgaf wie recht hadden op deze premievrije opbouw. Het UWV kampt nog steeds met een enorme achterstand, waardoor waarschijnlijk bij tienduizenden arbeidsongeschikten geen pensioen is opgebouwd', zegt woordvoerder Joyce Donat.
Mensen die tijdens hun werkzame leven arbeidsongeschikt worden, houden recht op premievrije pensioenopbouw. Daarvoor hebben ze altijd extra pensioenpremie betaald. Toch wordt dit bedrag lang niet altijd uitgekeerd, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
De belangenorganisatie becijfert dat 10.000 tot 40.000 personen niet krijgen waar ze recht op hebben. 'Precieze cijfers zijn onbekend, maar uit ons onderzoek blijkt dat het UWV door falende automatisering bijna vijf jaar lang niet aan pensioenfondsen doorgaf wie recht hadden op deze premievrije opbouw. Het UWV kampt nog steeds met een enorme achterstand, waardoor waarschijnlijk bij tienduizenden arbeidsongeschikten geen pensioen is opgebouwd', zegt woordvoerder Joyce Donat.
Minister Hoekstra onderzoekt mogelijkheden volksaandelen Volksbank
Minister Wopke Hoekstra gaat kijken of het omstreden plan van De Volksbank om klanten en de maatschappij stemrecht te geven na een verkoop, haalbaar is. Hoekstra gaat met De Volksbank onderzoeken op welke manier verzekerd kan worden dat het moederbedrijf van SNS, ASN, Regiobank en BLG Wonen ook in private handen een veilige consumentenbank met ’eenvoudige en transparante financiële producten tegen faire prijzen’ blijft.
Begin dit jaar onthulde De Telegraaf dat De Volksbank de aandelen van bank zou willen splitsen in stukken met verschillend stemrecht. Beleggers of grote investeerders zouden met hun aandelen een kwart van het stemrecht krijgen. De overige drie kwarten aandelen zijn voor medewerkers, klanten en de maatschappij.
Begin dit jaar onthulde De Telegraaf dat De Volksbank de aandelen van bank zou willen splitsen in stukken met verschillend stemrecht. Beleggers of grote investeerders zouden met hun aandelen een kwart van het stemrecht krijgen. De overige drie kwarten aandelen zijn voor medewerkers, klanten en de maatschappij.
maandag 11 november 2019
Steeds minder geldautomaten; iedere dag verdwijnt er één
De behoefte aan een geldautomaat in de buurt is nog steeds heel groot, blijkt uit een enquête van het programma Kassa. Driekwart van de ondervraagden vindt een afstand tot twee kilometer naar een geldautomaat nog acceptabel. Maar banken gaan uit van maximaal vijf kilometer. Het verdwijnen van geldautomaten zorgt voor problemen in dorpen en kleine kernen.
In het tweede kwartaal van 2019 stonden in Nederland nog 7070 geldautomaten, blijkt uit de meest recente cijfers van De Nederlandsche Bank. Dat waren er in dezelfde periode in 2015 nog 8535. Gemiddeld verdween in de tussenliggende periode dus iets meer dan een geldautomaat per dag. Tien jaar geleden telde ons land zelfs nog 9460 geldautomaten.
Terwijl het aantal geldautomaten snel daalt, zeggen ING, ABN Amro en Rabobank wel degelijk contant geld voor iedereen bereikbaar te willen houden. Daarvoor werken ze binnen Geldmaat samen om een landelijk netwerk van geldautomaten overeind te houden. Maar daarbij wordt nog steeds gewerkt met een vijf-kilometernorm. Het is de bedoeling dat iedereen in Nederland hemelsbreed binnen vijf kilometer van een geldautomaat woont.
geldmaat 1127
De behoefte aan een geldautomaat in de buurt is nog steeds heel groot, blijkt uit een enquête van Kassa. Driekwart van de ondervraagden vindt een afstand tot twee kilometer naar een geldautomaat nog acceptabel. Maar banken gaan uit van maximaal vijf kilometer. Het verdwijnen van geldautomaten zorgt voor problemen in dorpen en kleine kernen.
In het tweede kwartaal van 2019 stonden in Nederland nog 7070 geldautomaten, blijkt uit de meest recente cijfers van De Nederlandsche Bank. Dat waren er in dezelfde periode in 2015 nog 8535. Gemiddeld verdween in de tussenliggende periode dus iets meer dan een geldautomaat per dag. Tien jaar geleden telde ons land zelfs nog 9460 geldautomaten.
Vijf-kilometernorm
Terwijl het aantal geldautomaten snel daalt, zeggen ING, ABN Amro en Rabobank wel degelijk contant geld voor iedereen bereikbaar te willen houden. Daarvoor werken ze binnen Geldmaat samen om een landelijk netwerk van geldautomaten overeind te houden. Maar daarbij wordt nog steeds gewerkt met een vijf-kilometernorm. Het is de bedoeling dat iedereen in Nederland hemelsbreed binnen vijf kilometer van een geldautomaat woont.
Uit een enquête onder het publiek van Kassa blijkt echter dat de meerderheid vijf kilometer te ver vindt. 78,7 procent van 2994 respondenten noemt een afstand tot twee kilometer acceptabel. Een groot deel (71,1 procent) heeft ook een geldautomaat binnen twee kilometer van hun huis. Maar nog steeds vindt bijna één op de vijf mensen (18,8 procent) de dichtstbijzijnde geldautomaat te ver of soms zelfs onbereikbaar. En de ontevredenheid wordt groter als de afstand groter wordt. Van de mensen die aangeven dat de dichtstbijzijnde automaat binnen drie tot vijf kilometer van hun huis staat, vindt 54 procent dat te ver. En van de groep die meer dan vijf kilometer moet reizen vindt 74 procent dat te ver.
Volgens Betaalvereniging Nederland verdwijnen de geldautomaten, omdat we veel minder contant geld gebruiken. De vereniging is in Nederland namens banken en andere betaaldiensten verantwoordelijk voor de infrastructuur van het betaalverkeer. In 2018 was 37 procent van de betalingen aan de kassa in winkels en horeca contant, de rest digitaal. Vijf jaar eerder waren die percentages volgens de Betaalvereniging nog omgekeerd.
In het tweede kwartaal van 2019 stonden in Nederland nog 7070 geldautomaten, blijkt uit de meest recente cijfers van De Nederlandsche Bank. Dat waren er in dezelfde periode in 2015 nog 8535. Gemiddeld verdween in de tussenliggende periode dus iets meer dan een geldautomaat per dag. Tien jaar geleden telde ons land zelfs nog 9460 geldautomaten.
Terwijl het aantal geldautomaten snel daalt, zeggen ING, ABN Amro en Rabobank wel degelijk contant geld voor iedereen bereikbaar te willen houden. Daarvoor werken ze binnen Geldmaat samen om een landelijk netwerk van geldautomaten overeind te houden. Maar daarbij wordt nog steeds gewerkt met een vijf-kilometernorm. Het is de bedoeling dat iedereen in Nederland hemelsbreed binnen vijf kilometer van een geldautomaat woont.
geldmaat 1127
De behoefte aan een geldautomaat in de buurt is nog steeds heel groot, blijkt uit een enquête van Kassa. Driekwart van de ondervraagden vindt een afstand tot twee kilometer naar een geldautomaat nog acceptabel. Maar banken gaan uit van maximaal vijf kilometer. Het verdwijnen van geldautomaten zorgt voor problemen in dorpen en kleine kernen.
In het tweede kwartaal van 2019 stonden in Nederland nog 7070 geldautomaten, blijkt uit de meest recente cijfers van De Nederlandsche Bank. Dat waren er in dezelfde periode in 2015 nog 8535. Gemiddeld verdween in de tussenliggende periode dus iets meer dan een geldautomaat per dag. Tien jaar geleden telde ons land zelfs nog 9460 geldautomaten.
Vijf-kilometernorm
Terwijl het aantal geldautomaten snel daalt, zeggen ING, ABN Amro en Rabobank wel degelijk contant geld voor iedereen bereikbaar te willen houden. Daarvoor werken ze binnen Geldmaat samen om een landelijk netwerk van geldautomaten overeind te houden. Maar daarbij wordt nog steeds gewerkt met een vijf-kilometernorm. Het is de bedoeling dat iedereen in Nederland hemelsbreed binnen vijf kilometer van een geldautomaat woont.
Uit een enquête onder het publiek van Kassa blijkt echter dat de meerderheid vijf kilometer te ver vindt. 78,7 procent van 2994 respondenten noemt een afstand tot twee kilometer acceptabel. Een groot deel (71,1 procent) heeft ook een geldautomaat binnen twee kilometer van hun huis. Maar nog steeds vindt bijna één op de vijf mensen (18,8 procent) de dichtstbijzijnde geldautomaat te ver of soms zelfs onbereikbaar. En de ontevredenheid wordt groter als de afstand groter wordt. Van de mensen die aangeven dat de dichtstbijzijnde automaat binnen drie tot vijf kilometer van hun huis staat, vindt 54 procent dat te ver. En van de groep die meer dan vijf kilometer moet reizen vindt 74 procent dat te ver.
Volgens Betaalvereniging Nederland verdwijnen de geldautomaten, omdat we veel minder contant geld gebruiken. De vereniging is in Nederland namens banken en andere betaaldiensten verantwoordelijk voor de infrastructuur van het betaalverkeer. In 2018 was 37 procent van de betalingen aan de kassa in winkels en horeca contant, de rest digitaal. Vijf jaar eerder waren die percentages volgens de Betaalvereniging nog omgekeerd.
Sterke groei in installaties mobiele betaal- en bankapps op smartphones
Nederlanders gebruiken hun smartphone steeds vaker voor het regelen van bankzaken, het verrichten van betalingen en voor online aankopen. Dat valt op te maken uit het Dutch Apps Market rapport van Telecompaper over het derde kwartaal van 2019.
In de afgelopen twee jaar is het aantal installaties van apps in de categorieën 'mobiel bankieren' en 'mobiel betalen' het hardste gegroeid van alle app-categorieën. Nederlanders hebben daarnaast ook steeds vaker apps van webwinkels op hun smartphone geïnstalleerd staan.
Het aantal installaties van apps voor mobiel betalen, bijvoorbeeld Apple Pay, Google Pay of de apps van banken die op een smartphone geïnstalleerd kunnen worden om contactloos te kunnen betalen, is afgelopen twee jaar sterk gestegen. In het derde kwartaal van 2019 stond op 44 procent van de Nederlandse smartphones een app voor mobiel betalen geïnstalleerd, tegenover 26 procent twee jaar eerder.
Ook het aantal installaties van apps voor mobiel bankieren is in dezelfde periode nog behoorlijk gestegen van 63 procent in het derde kwartaal van 2017 tot 74 procent afgelopen derde kwartaal. Dat ook het de installed base van mobiel bankieren apps is gestegen, hangt waarschijnlijk deels samen met de stijging in de installed base van apps voor mobiel betalen, de vaak vanuit een mobiel bankieren-app geactiveerd moeten worden.
De installed base van apps voor mobiel bankieren ligt in alle leeftijdscategorieën hoog, op minimaal 63 procent (65-plussers) en loopt steeds verder bij iedere lagere leeftijdscategorie. Jong volwassenen (20-29 jaar) zijn daarnaast momenteel de 'ambassadeurs' voor apps waarmee mobiel betaald kan worden. De installed base van apps voor mobiel betalen ligt in deze leeftijdscategorie het hoogst (53 procent).
Verder blijkt uit het Dutch Apps Market rapport dat vooral de installed base van de Tikkie-app afgelopen jaar explosief is gegroeid. In één jaar tijd is de installed base verdubbeld van 11 naar 22 procent, oftewel 2,8 miljoen installaties. Daarmee staat de Tikkie-app vaker geïnstalleerd op Nederlandse smartphones dan de mobiel bankieren app van ABN Amro. Mensen kunnen Tikkie ook gebruiken (bijvoorbeeld een betaling verrichten) zonder zelf de Tikkie-app geïnstalleerd te hebben. Tikkie rapporteerde daarom zelf in oktober 6 miljoen gebruikers.
In de afgelopen twee jaar is het aantal installaties van apps in de categorieën 'mobiel bankieren' en 'mobiel betalen' het hardste gegroeid van alle app-categorieën. Nederlanders hebben daarnaast ook steeds vaker apps van webwinkels op hun smartphone geïnstalleerd staan.
Het aantal installaties van apps voor mobiel betalen, bijvoorbeeld Apple Pay, Google Pay of de apps van banken die op een smartphone geïnstalleerd kunnen worden om contactloos te kunnen betalen, is afgelopen twee jaar sterk gestegen. In het derde kwartaal van 2019 stond op 44 procent van de Nederlandse smartphones een app voor mobiel betalen geïnstalleerd, tegenover 26 procent twee jaar eerder.
Ook het aantal installaties van apps voor mobiel bankieren is in dezelfde periode nog behoorlijk gestegen van 63 procent in het derde kwartaal van 2017 tot 74 procent afgelopen derde kwartaal. Dat ook het de installed base van mobiel bankieren apps is gestegen, hangt waarschijnlijk deels samen met de stijging in de installed base van apps voor mobiel betalen, de vaak vanuit een mobiel bankieren-app geactiveerd moeten worden.
De installed base van apps voor mobiel bankieren ligt in alle leeftijdscategorieën hoog, op minimaal 63 procent (65-plussers) en loopt steeds verder bij iedere lagere leeftijdscategorie. Jong volwassenen (20-29 jaar) zijn daarnaast momenteel de 'ambassadeurs' voor apps waarmee mobiel betaald kan worden. De installed base van apps voor mobiel betalen ligt in deze leeftijdscategorie het hoogst (53 procent).
Verder blijkt uit het Dutch Apps Market rapport dat vooral de installed base van de Tikkie-app afgelopen jaar explosief is gegroeid. In één jaar tijd is de installed base verdubbeld van 11 naar 22 procent, oftewel 2,8 miljoen installaties. Daarmee staat de Tikkie-app vaker geïnstalleerd op Nederlandse smartphones dan de mobiel bankieren app van ABN Amro. Mensen kunnen Tikkie ook gebruiken (bijvoorbeeld een betaling verrichten) zonder zelf de Tikkie-app geïnstalleerd te hebben. Tikkie rapporteerde daarom zelf in oktober 6 miljoen gebruikers.
vrijdag 8 november 2019
Opkomst global stablecoins vraagt om proactief handelen
De opkomst van global stablecoins biedt kansen voor een sneller en efficiënter betalingsverkeer. Vooral internationale betalingen zijn nog altijd te kostbaar en traag. Tegelijkertijd vraagt het om oplettendheid en proactief handelen door publieke autoriteiten om de risico’s van dergelijke initiatieven tijdig te beheersen. Volgens DNB is het nu nog te vroeg om te bepalen of de huidige regelgeving hiervoor toereikend is. Daarvoor is meer informatie nodig.
Stablecoins zijn crypto’s, zoals Bitcoin en Ethereum dat ook zijn. Maar er bestaan twee belangrijke verschillen met de eerste generatie crypto’s. Ten eerste proberen de uitgevers van stablecoins meer prijsstabiliteit te bieden door de betreffende crypto’s te koppelen aan bezittingen als staatsleningen of deposito’s. Een tweede verschil betreft de schaal: waar de huidige crypto’s in zeer beperkte mate worden toegepast, hebben stablecoins een (in potentie) omvangrijke en wereldwijde schaal. Vandaar dat over global stablecoins wordt gesproken.
Het bekendste stablecoin-initiatief is de Libra van Facebook. Met dit initiatief wil Facebook het betalingsverkeer efficiënter, goedkoper en meer toegankelijk maken. Vooral het internationale betalingsverkeer is op dit moment nog complex, duur en traag. Facebook wil dit doel bereiken door het opzetten van een nieuw betaalsysteem voor consumenten, buiten officiële geldstelsels om. Naast Facebook zijn ook banken bezig met het ontwikkelen van stablecoins. Voorbeelden zijn Utility Settlement Coin, dat wordt ontwikkeld door een consortium van internationale banken (waaronder ING), en JPM Coin van de Amerikaanse bank J.P. Morgan. Anders dan Libra mikken deze stablecoins op de interbancaire markten, niet op de consumentenmarkt. Ook andere bigtech ondernemingen zijn actief in het betalingsverkeer, zoals Apple met Apple Pay, maar zij bouwen tot op heden vooral voort op bestaande betaalinfrastructuur.
Hoewel DNB innovatie in de financiële sector aanmoedigt, introduceren stablecoin-initiatieven als Libra een breed scala aan risico’s. Zo bestaan zorgen over witwassen en terrorismefinanciering, belastingontduiking, privacy, mededinging, en consumentenbescherming. Daarnaast roept de opkomst van global stablecoins vanuit het perspectief van centrale banken vragen op rond vertrouwen in het betalingsverkeer, financiële stabiliteit en monetair beleid. De euro is in Nederland en andere eurolanden het algemeen geaccepteerde betaalmiddel en daarmee de basis van het financiële systeem. Vertrouwen in de euro is daarom cruciaal. Als een dergelijke munt succesvol is, zou het ontstaan van een algemeen geaccepteerd betaalmiddel met een puur private basis van deze omvang een nieuw en onbekend terrein zijn. De geschiedenis laat zien dat vertrouwen in private geldsystemen snel kan vervliegen, waardoor de stabiliteit van het financiële systeem wordt aangetast. Daarbij kan het de effectiviteit van monetair beleid verminderen; een belangrijk macro-economisch beleidsinstrument wordt daardoor mogelijk minder waardevol.
In hoeverre de huidige regelgeving adequaat is om bovengenoemde risico’s tegen te gaan is nog onduidelijk. Er is meer informatie nodig, onder andere over de juridische status van de stablecoin-initiatieven, waarbij de vraag centraal staat wie op welke entiteit een claim heeft en wat de rol en verplichtingen zijn van de verschillende partijen. Pas wanneer die informatie er is, wordt duidelijker welke wet- en regelgeving van toepassing is en of verdere regelgeving nodig is om de risico’s van stablecoins aan te pakken. Hoe dan ook dient de ontwikkeling van het juiste regelgevend kader op internationaal niveau plaats te vinden. DNB draagt hier onder meer aan bij door haar actieve rol binnen de Financial Stability Board (FSB). Hierbij is van belang om helder te hebben wat de randvoorwaarden zijn waarbinnen global stablecoins op een verantwoorde manier bijdragen aan efficiënter betalingsverkeer en of het huidige wetgevend kader voldoende waarborgen biedt.
Naast het adequaat reguleren van stablecoins, laat de opkomst van deze initiatieven ook zien dat het huidige internationale betaalsysteem verbeterd kan worden. Met name internationale betalingen zijn in het algemeen nog altijd te kostbaar en traag. De uitdaging is om de markt in staat te stellen bestaande inefficiënties te adresseren, terwijl bovengenoemde risico’s hanteerbaar blijven. Onder centrale banken is in dit verband een toenemende aandacht voor vraagstukken als interoperabiliteit, openingstijden van en toegang tot het interbancaire betaalsysteem.
De opkomst van global stablecoins is ook een impuls voor de vraag of centrale banken niet zelf digitaal centralebankgeld moeten gaan uitgeven om het betalingsverkeer efficiënter en toekomstbestendig te maken. Binnen het eurogebied is dit een vraag die door de ECB beantwoord zal moeten worden en een zorgvuldige analyse van de voor- en nadelen vereist. DNB werkt hier samen met haar internationale collega’s aan en wil volgend jaar met een analyse komen die als input dient voor de discussie binnen de ECB.
Stablecoins zijn crypto’s, zoals Bitcoin en Ethereum dat ook zijn. Maar er bestaan twee belangrijke verschillen met de eerste generatie crypto’s. Ten eerste proberen de uitgevers van stablecoins meer prijsstabiliteit te bieden door de betreffende crypto’s te koppelen aan bezittingen als staatsleningen of deposito’s. Een tweede verschil betreft de schaal: waar de huidige crypto’s in zeer beperkte mate worden toegepast, hebben stablecoins een (in potentie) omvangrijke en wereldwijde schaal. Vandaar dat over global stablecoins wordt gesproken.
Het bekendste stablecoin-initiatief is de Libra van Facebook. Met dit initiatief wil Facebook het betalingsverkeer efficiënter, goedkoper en meer toegankelijk maken. Vooral het internationale betalingsverkeer is op dit moment nog complex, duur en traag. Facebook wil dit doel bereiken door het opzetten van een nieuw betaalsysteem voor consumenten, buiten officiële geldstelsels om. Naast Facebook zijn ook banken bezig met het ontwikkelen van stablecoins. Voorbeelden zijn Utility Settlement Coin, dat wordt ontwikkeld door een consortium van internationale banken (waaronder ING), en JPM Coin van de Amerikaanse bank J.P. Morgan. Anders dan Libra mikken deze stablecoins op de interbancaire markten, niet op de consumentenmarkt. Ook andere bigtech ondernemingen zijn actief in het betalingsverkeer, zoals Apple met Apple Pay, maar zij bouwen tot op heden vooral voort op bestaande betaalinfrastructuur.
Hoewel DNB innovatie in de financiële sector aanmoedigt, introduceren stablecoin-initiatieven als Libra een breed scala aan risico’s. Zo bestaan zorgen over witwassen en terrorismefinanciering, belastingontduiking, privacy, mededinging, en consumentenbescherming. Daarnaast roept de opkomst van global stablecoins vanuit het perspectief van centrale banken vragen op rond vertrouwen in het betalingsverkeer, financiële stabiliteit en monetair beleid. De euro is in Nederland en andere eurolanden het algemeen geaccepteerde betaalmiddel en daarmee de basis van het financiële systeem. Vertrouwen in de euro is daarom cruciaal. Als een dergelijke munt succesvol is, zou het ontstaan van een algemeen geaccepteerd betaalmiddel met een puur private basis van deze omvang een nieuw en onbekend terrein zijn. De geschiedenis laat zien dat vertrouwen in private geldsystemen snel kan vervliegen, waardoor de stabiliteit van het financiële systeem wordt aangetast. Daarbij kan het de effectiviteit van monetair beleid verminderen; een belangrijk macro-economisch beleidsinstrument wordt daardoor mogelijk minder waardevol.
In hoeverre de huidige regelgeving adequaat is om bovengenoemde risico’s tegen te gaan is nog onduidelijk. Er is meer informatie nodig, onder andere over de juridische status van de stablecoin-initiatieven, waarbij de vraag centraal staat wie op welke entiteit een claim heeft en wat de rol en verplichtingen zijn van de verschillende partijen. Pas wanneer die informatie er is, wordt duidelijker welke wet- en regelgeving van toepassing is en of verdere regelgeving nodig is om de risico’s van stablecoins aan te pakken. Hoe dan ook dient de ontwikkeling van het juiste regelgevend kader op internationaal niveau plaats te vinden. DNB draagt hier onder meer aan bij door haar actieve rol binnen de Financial Stability Board (FSB). Hierbij is van belang om helder te hebben wat de randvoorwaarden zijn waarbinnen global stablecoins op een verantwoorde manier bijdragen aan efficiënter betalingsverkeer en of het huidige wetgevend kader voldoende waarborgen biedt.
Naast het adequaat reguleren van stablecoins, laat de opkomst van deze initiatieven ook zien dat het huidige internationale betaalsysteem verbeterd kan worden. Met name internationale betalingen zijn in het algemeen nog altijd te kostbaar en traag. De uitdaging is om de markt in staat te stellen bestaande inefficiënties te adresseren, terwijl bovengenoemde risico’s hanteerbaar blijven. Onder centrale banken is in dit verband een toenemende aandacht voor vraagstukken als interoperabiliteit, openingstijden van en toegang tot het interbancaire betaalsysteem.
De opkomst van global stablecoins is ook een impuls voor de vraag of centrale banken niet zelf digitaal centralebankgeld moeten gaan uitgeven om het betalingsverkeer efficiënter en toekomstbestendig te maken. Binnen het eurogebied is dit een vraag die door de ECB beantwoord zal moeten worden en een zorgvuldige analyse van de voor- en nadelen vereist. DNB werkt hier samen met haar internationale collega’s aan en wil volgend jaar met een analyse komen die als input dient voor de discussie binnen de ECB.
Belgische banken werken samen tegen witwassen
De Belgische banken onderzoeken hoe ze efficiënter gegevens kunnen uitwisselen om verdachte financiële transacties op te sporen. Daarvoor lanceerde bankenkoepel Febelfin een proefproject.
In de strijd tegen witwassen en de financiering van terrorisme zijn banken wettelijk verplicht klanten en transacties zo grondig mogelijk tegen het licht te houden. Ze moeten de identiteit van de klant achterhalen, net als de herkomst van zijn vermogen.
In de strijd tegen witwassen en de financiering van terrorisme zijn banken wettelijk verplicht klanten en transacties zo grondig mogelijk tegen het licht te houden. Ze moeten de identiteit van de klant achterhalen, net als de herkomst van zijn vermogen.
donderdag 7 november 2019
ING introduceert geldautomaat met spraakfunctie
Vanaf vandaag kan bij Albert Heijn en op Schiphol gebruikgemaakt worden van de spraakfunctie op de geldautomaten van ING. De spraakfunctie maakt het voor mensen die moeite hebben met lezen of visueel beperkt zijn makkelijker om zelf geld op te nemen. Het gaat om in totaal 870 geldautomaten.
ING hecht grote waarde aan het toegankelijk maken van haar dienstverlening voor mensen met een visuele beperking. De pratende geldautomaten stellen blinden en slechtzienden beter in staat om geld op te nemen. De automaat vertelt de klant welke keuzes hij kan maken en wat hij moet doen. Na Turkije en Polen is Nederland het derde land waarin ING dit uitrolt.
Geldmaat
Alle geldautomaten van ING gaan in de loop van 2019 en 2020 over naar Geldmaat. Ook de geldautomaten die bij Albert Heijn en Schiphol staan, krijgen stapsgewijs de uitstraling van Geldmaat. De spraakfunctie op deze automaten blijft na de overgang naar Geldmaat behouden en is voorlopig alleen in het Nederlands beschikbaar.
ING hecht grote waarde aan het toegankelijk maken van haar dienstverlening voor mensen met een visuele beperking. De pratende geldautomaten stellen blinden en slechtzienden beter in staat om geld op te nemen. De automaat vertelt de klant welke keuzes hij kan maken en wat hij moet doen. Na Turkije en Polen is Nederland het derde land waarin ING dit uitrolt.
Geldmaat
Alle geldautomaten van ING gaan in de loop van 2019 en 2020 over naar Geldmaat. Ook de geldautomaten die bij Albert Heijn en Schiphol staan, krijgen stapsgewijs de uitstraling van Geldmaat. De spraakfunctie op deze automaten blijft na de overgang naar Geldmaat behouden en is voorlopig alleen in het Nederlands beschikbaar.