De opkomst van global stablecoins biedt kansen voor een sneller en efficiënter betalingsverkeer. Vooral internationale betalingen zijn nog altijd te kostbaar en traag. Tegelijkertijd vraagt het om oplettendheid en proactief handelen door publieke autoriteiten om de risico’s van dergelijke initiatieven tijdig te beheersen. Volgens DNB is het nu nog te vroeg om te bepalen of de huidige regelgeving hiervoor toereikend is. Daarvoor is meer informatie nodig.
Stablecoins zijn crypto’s, zoals Bitcoin en Ethereum dat ook zijn. Maar er bestaan twee belangrijke verschillen met de eerste generatie crypto’s. Ten eerste proberen de uitgevers van stablecoins meer prijsstabiliteit te bieden door de betreffende crypto’s te koppelen aan bezittingen als staatsleningen of deposito’s. Een tweede verschil betreft de schaal: waar de huidige crypto’s in zeer beperkte mate worden toegepast, hebben stablecoins een (in potentie) omvangrijke en wereldwijde schaal. Vandaar dat over global stablecoins wordt gesproken.
Het bekendste stablecoin-initiatief is de Libra van Facebook. Met dit initiatief wil Facebook het betalingsverkeer efficiënter, goedkoper en meer toegankelijk maken. Vooral het internationale betalingsverkeer is op dit moment nog complex, duur en traag. Facebook wil dit doel bereiken door het opzetten van een nieuw betaalsysteem voor consumenten, buiten officiële geldstelsels om. Naast Facebook zijn ook banken bezig met het ontwikkelen van stablecoins. Voorbeelden zijn Utility Settlement Coin, dat wordt ontwikkeld door een consortium van internationale banken (waaronder ING), en JPM Coin van de Amerikaanse bank J.P. Morgan. Anders dan Libra mikken deze stablecoins op de interbancaire markten, niet op de consumentenmarkt. Ook andere bigtech ondernemingen zijn actief in het betalingsverkeer, zoals Apple met Apple Pay, maar zij bouwen tot op heden vooral voort op bestaande betaalinfrastructuur.
Hoewel DNB innovatie in de financiële sector aanmoedigt, introduceren stablecoin-initiatieven als Libra een breed scala aan risico’s. Zo bestaan zorgen over witwassen en terrorismefinanciering, belastingontduiking, privacy, mededinging, en consumentenbescherming. Daarnaast roept de opkomst van global stablecoins vanuit het perspectief van centrale banken vragen op rond vertrouwen in het betalingsverkeer, financiële stabiliteit en monetair beleid. De euro is in Nederland en andere eurolanden het algemeen geaccepteerde betaalmiddel en daarmee de basis van het financiële systeem. Vertrouwen in de euro is daarom cruciaal. Als een dergelijke munt succesvol is, zou het ontstaan van een algemeen geaccepteerd betaalmiddel met een puur private basis van deze omvang een nieuw en onbekend terrein zijn. De geschiedenis laat zien dat vertrouwen in private geldsystemen snel kan vervliegen, waardoor de stabiliteit van het financiële systeem wordt aangetast. Daarbij kan het de effectiviteit van monetair beleid verminderen; een belangrijk macro-economisch beleidsinstrument wordt daardoor mogelijk minder waardevol.
In hoeverre de huidige regelgeving adequaat is om bovengenoemde risico’s tegen te gaan is nog onduidelijk. Er is meer informatie nodig, onder andere over de juridische status van de stablecoin-initiatieven, waarbij de vraag centraal staat wie op welke entiteit een claim heeft en wat de rol en verplichtingen zijn van de verschillende partijen. Pas wanneer die informatie er is, wordt duidelijker welke wet- en regelgeving van toepassing is en of verdere regelgeving nodig is om de risico’s van stablecoins aan te pakken. Hoe dan ook dient de ontwikkeling van het juiste regelgevend kader op internationaal niveau plaats te vinden. DNB draagt hier onder meer aan bij door haar actieve rol binnen de Financial Stability Board (FSB). Hierbij is van belang om helder te hebben wat de randvoorwaarden zijn waarbinnen global stablecoins op een verantwoorde manier bijdragen aan efficiënter betalingsverkeer en of het huidige wetgevend kader voldoende waarborgen biedt.
Naast het adequaat reguleren van stablecoins, laat de opkomst van deze initiatieven ook zien dat het huidige internationale betaalsysteem verbeterd kan worden. Met name internationale betalingen zijn in het algemeen nog altijd te kostbaar en traag. De uitdaging is om de markt in staat te stellen bestaande inefficiënties te adresseren, terwijl bovengenoemde risico’s hanteerbaar blijven. Onder centrale banken is in dit verband een toenemende aandacht voor vraagstukken als interoperabiliteit, openingstijden van en toegang tot het interbancaire betaalsysteem.
De opkomst van global stablecoins is ook een impuls voor de vraag of centrale banken niet zelf digitaal centralebankgeld moeten gaan uitgeven om het betalingsverkeer efficiënter en toekomstbestendig te maken. Binnen het eurogebied is dit een vraag die door de ECB beantwoord zal moeten worden en een zorgvuldige analyse van de voor- en nadelen vereist. DNB werkt hier samen met haar internationale collega’s aan en wil volgend jaar met een analyse komen die als input dient voor de discussie binnen de ECB.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.