EIOPA, de Europese toezichtautoriteit voor verzekeraars en pensioenfondsen, heeft haar Consumer Trends Report 2019 gepubliceerd. Hierin staan belangrijke ontwikkelingen in de verzekerings- en pensioensector die gevolgen hebben voor de Europese consument.
EIOPA stelt in het algemeen dat beleggingsverzekeringen, ondanks verbeterde transparantie, nog aandacht behoeven van nationale toezichthouders. Het rapport bevat ook een interview met Richard Weurding (pagina 47). Hierin belicht hij ontwikkelingen in de afgelopen jaren op de Nederlandse markt voor beleggingsverzekeringen, waarbij de consument centraal is komen te staan.
Het rapport zoomt in op innovaties in de motorverzekeringssector, met een groeiend aantal polissen die worden verkocht via vergelijkingswebsites en een toenemende toepassing van telematica. De schadeafhandeling bij motorrijtuigverzekeringen blijft volgens EIOPA in veel landen, die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (EER), aandacht vragen vanwege een groot aantal klachten.
Daarnaast melden toezichthouders zorgen over mogelijke oververzekering en gebrek aan consumentenbewustzijn over de dekking bij add-on verzekeringen, zoals bijvoorbeeld telefoonverzekeringen. Een laag consumentenbewustzijn kan een verklaring zijn voor een relatief laag aantal claims, zo schrijft EIOPA.
dinsdag 31 december 2019
2019 recordjaar voor Geldvoorelkaar.nl
In 2019 heeft Geldvoorelkaar.nl een record volume aan financiering gerealiseerd. In totaal is bijna 51 miljoen euro via het platform geïnvesteerd in crowdfundingprojecten van mkb-ondernemers en vastgoedbeleggers. Daarmee behaalde Geldvoorelkaar.nl een groei van 74 procent ten opzichte van 2018.
Geldvoorelkaar.nl is het eerste Nederlandse crowdfundingplatform dat meer dan 50 miljoen euro zuivere crowdfunding (zonder institutionele investeerders) in één jaar wist te realiseren. Daarnaast vierde het platform begin december nog een andere mijlpaal: Geldvoorelkaar.nl bereikte toen als eerste platform in Nederland de grens van 200 miljoen euro aan totale financiering. Daarmee behoudt de crowdfunder zijn positie als grootste platform en marktleider van Nederland.
Geldvoorelkaar.nl werd in 2010 opgericht om MKB-Nederland een nieuwe financieringsmogelijkheid aan te bieden. Nu, eind 2019, zijn via het platform bijna 1.600 crowdfundingprojecten gefinancierd door investeerders.
Geldvoorelkaar.nl is het eerste Nederlandse crowdfundingplatform dat meer dan 50 miljoen euro zuivere crowdfunding (zonder institutionele investeerders) in één jaar wist te realiseren. Daarnaast vierde het platform begin december nog een andere mijlpaal: Geldvoorelkaar.nl bereikte toen als eerste platform in Nederland de grens van 200 miljoen euro aan totale financiering. Daarmee behoudt de crowdfunder zijn positie als grootste platform en marktleider van Nederland.
Geldvoorelkaar.nl werd in 2010 opgericht om MKB-Nederland een nieuwe financieringsmogelijkheid aan te bieden. Nu, eind 2019, zijn via het platform bijna 1.600 crowdfundingprojecten gefinancierd door investeerders.
maandag 30 december 2019
Beleggers zien 2020 met vertrouwen tegemoet
Het vertrouwen van beleggers is ten opzicht van november ook in december weer verder gestegen: de ING BeleggersBarometer staat in de laatste maand van het jaar op 128 punten en is daarmee weer op het niveau van juli dit jaar.
Beleggers kijken positief terug op het afgelopen half jaar en verwachten ook voor de komende maanden een waardegroei van hun beleggingsportefeuille en een verder stijgende AEX. Bijna de helft van hen voorspelt dat de AEX in maart 2020 op een stand van 602 zal staan; de hoogste schatting sinds de start van de BeleggersBarometer in 2001. Een vijfde is meer bezorgd en voorziet een daling van de AEX.
Beleggers geven ondanks de positieve verwachtingen nog steeds de voorkeur aan het beleggen in minder risicovolle sectoren. Wel zijn er steeds meer beleggers die het juist nu een goede tijd vinden om te beleggen in risicovolle sectoren. Henry van Heijster, investment manager bij ING, kan zich wel vinden in zo’n tweeledige benadering. “Wij hebben onlangs de sector communicatiediensten opgehoogd, omdat deze een mooie combinatie biedt van volatielere bedrijven in media, entertainment en internet en meer stabiele telecombedrijven.”
Gemiddeld hebben beleggers de afgelopen 4 maanden een rendement van 11% behaald. Vergeleken met augustus dit jaar is de groep beleggers met een rendement van 15% en hoger flink gestegen (van 7% naar 14%). Bovendien is het aantal beleggers met een negatief rendement kleiner geworden. Van de voorgelegde telecom aandelen verwacht 11% van de beleggers dat China Mobile het meeste rendement zal behalen in de komende drie maanden, direct gevolgd door KPN (10%).
Beleggers kijken positief terug op het afgelopen half jaar en verwachten ook voor de komende maanden een waardegroei van hun beleggingsportefeuille en een verder stijgende AEX. Bijna de helft van hen voorspelt dat de AEX in maart 2020 op een stand van 602 zal staan; de hoogste schatting sinds de start van de BeleggersBarometer in 2001. Een vijfde is meer bezorgd en voorziet een daling van de AEX.
Beleggers geven ondanks de positieve verwachtingen nog steeds de voorkeur aan het beleggen in minder risicovolle sectoren. Wel zijn er steeds meer beleggers die het juist nu een goede tijd vinden om te beleggen in risicovolle sectoren. Henry van Heijster, investment manager bij ING, kan zich wel vinden in zo’n tweeledige benadering. “Wij hebben onlangs de sector communicatiediensten opgehoogd, omdat deze een mooie combinatie biedt van volatielere bedrijven in media, entertainment en internet en meer stabiele telecombedrijven.”
Gemiddeld hebben beleggers de afgelopen 4 maanden een rendement van 11% behaald. Vergeleken met augustus dit jaar is de groep beleggers met een rendement van 15% en hoger flink gestegen (van 7% naar 14%). Bovendien is het aantal beleggers met een negatief rendement kleiner geworden. Van de voorgelegde telecom aandelen verwacht 11% van de beleggers dat China Mobile het meeste rendement zal behalen in de komende drie maanden, direct gevolgd door KPN (10%).
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2020
De Eerste Kamer heeft op 17 december ingestemd met ruim 50 belastingmaatregelen voor burgers en bedrijven. Dit betekent dat Nederlanders over het algemeen meer gaan overhouden van iedere euro die binnenkomt en (meer) werken lonender wordt. Ook is direct werk gemaakt van het Klimaatakkoord, met belastingmaatregelen die klimaatvriendelijk gedrag stimuleren.
De maatregelen zijn onderdeel van het pakket Belastingplan 2020. Een groot deel van de maatregelen gaat in per 1 januari 2020 net als een aantal belastingmaatregelen die al eerder is afgesproken. Hierna treft u een overzicht aan van een aantal van de belangrijkste belastingwijzigingen voor burgers. Het volledige overzicht van alle wijzigingen (incl. voor bedrijven) vindt u hier. Als u in een paar minuten wil weten wat de wijzigingen voor u betekenen, ga dan naar de ‘wat betekent dit voor mij’ tool van Wijzer in Geldzaken.
Vanaf 2020 gaan belastingplichtigen met een inkomen tot en met 68.507 over hun inkomen 37,35% belasting betalen, voor het inkomen daarboven is dit 49,50%. Ook worden de arbeidskorting en de algemene heffingskorting extra verhoogd. Iemand die 25.000 euro per jaar verdient gaat er door deze veranderingen 375 euro op vooruit in 2020. Bij een inkomen van 45.000 per jaar is dit 640 euro, bij een inkomen van 65.000 euro per jaar is dit 680 euro. Of iemand er op vooruit gaat of niet, hangt uiteindelijk ook af van veranderingen in zijn of haar persoonlijke situatie en van de ontwikkelingen van de economie.
In 2020 wordt de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verder afgebouwd als het inkomen meer is dan 68.507 euro. De aftrekbare kosten voor de eigen woning kunnen vanaf volgend jaar tegen maximaal 46 procent worden afgetrokken, dit is een verlaging van 3 procentpunt ten opzichte van 2019. Deze verlaging geldt ook voor andere aftrekposten als het inkomen meer is dan 68.507 euro.
Voor woningen met een waarde tussen de 75.000 en 1.090.000 euro daalt het eigenwoningforfaitpercentage naar 0,60%. Voor iemand die in een huis met een WOZ-waarde van 300.000 euro woont, daalt het forfait hierdoor van 1950 (2019) naar 1800 euro (2020).
De maatregelen zijn onderdeel van het pakket Belastingplan 2020. Een groot deel van de maatregelen gaat in per 1 januari 2020 net als een aantal belastingmaatregelen die al eerder is afgesproken. Hierna treft u een overzicht aan van een aantal van de belangrijkste belastingwijzigingen voor burgers. Het volledige overzicht van alle wijzigingen (incl. voor bedrijven) vindt u hier. Als u in een paar minuten wil weten wat de wijzigingen voor u betekenen, ga dan naar de ‘wat betekent dit voor mij’ tool van Wijzer in Geldzaken.
Vanaf 2020 gaan belastingplichtigen met een inkomen tot en met 68.507 over hun inkomen 37,35% belasting betalen, voor het inkomen daarboven is dit 49,50%. Ook worden de arbeidskorting en de algemene heffingskorting extra verhoogd. Iemand die 25.000 euro per jaar verdient gaat er door deze veranderingen 375 euro op vooruit in 2020. Bij een inkomen van 45.000 per jaar is dit 640 euro, bij een inkomen van 65.000 euro per jaar is dit 680 euro. Of iemand er op vooruit gaat of niet, hangt uiteindelijk ook af van veranderingen in zijn of haar persoonlijke situatie en van de ontwikkelingen van de economie.
In 2020 wordt de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verder afgebouwd als het inkomen meer is dan 68.507 euro. De aftrekbare kosten voor de eigen woning kunnen vanaf volgend jaar tegen maximaal 46 procent worden afgetrokken, dit is een verlaging van 3 procentpunt ten opzichte van 2019. Deze verlaging geldt ook voor andere aftrekposten als het inkomen meer is dan 68.507 euro.
Voor woningen met een waarde tussen de 75.000 en 1.090.000 euro daalt het eigenwoningforfaitpercentage naar 0,60%. Voor iemand die in een huis met een WOZ-waarde van 300.000 euro woont, daalt het forfait hierdoor van 1950 (2019) naar 1800 euro (2020).
vrijdag 27 december 2019
Overstappers zorgverzekering wachten tot einde van het jaar
In de laatste dagen van het jaar wordt weer massaal overgestapt van zorgverzekering.
Het is dit jaar belangrijker dan ooit om je zorgverzekering te vergelijken. De meeste mensen zijn namelijk collectief verzekerd via hun werkgever, gemeente of vereniging. Maar in 2020 mogen verzekeraars nog maximaal 5 procent collectieve korting geven op de basisverzekering (dit was 10 procent). Ook hebben veel verzekeraars de kortingen op aanvullende verzekeringen verlaagd.
De mensen die een aanvullende verzekering kiezen doen dit voornamelijk voor de tandartskosten (38,9 procent) of fysiotherapie (27 procent). Daarna zijn medische hulp in het buitenland, brillen en lenzen en alternatieve geneeswijzen veel gekozen aanvullingen.
Als je wilt overstappen van zorgverzekering, heb je nog maar 5 dagen de tijd om dit te regelen. Je kunt namelijk tot en met 31 december een nieuwe zorgverzekering afsluiten voor 2020.
Het is dit jaar belangrijker dan ooit om je zorgverzekering te vergelijken. De meeste mensen zijn namelijk collectief verzekerd via hun werkgever, gemeente of vereniging. Maar in 2020 mogen verzekeraars nog maximaal 5 procent collectieve korting geven op de basisverzekering (dit was 10 procent). Ook hebben veel verzekeraars de kortingen op aanvullende verzekeringen verlaagd.
De mensen die een aanvullende verzekering kiezen doen dit voornamelijk voor de tandartskosten (38,9 procent) of fysiotherapie (27 procent). Daarna zijn medische hulp in het buitenland, brillen en lenzen en alternatieve geneeswijzen veel gekozen aanvullingen.
Als je wilt overstappen van zorgverzekering, heb je nog maar 5 dagen de tijd om dit te regelen. Je kunt namelijk tot en met 31 december een nieuwe zorgverzekering afsluiten voor 2020.
dinsdag 24 december 2019
AFM deelt aanbevelingen over communicatie bij verlagen pensioen
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) vindt het belangrijk dat pensioenfondsen hun deelnemers en pensioengerechtigden zo persoonlijk mogelijk informeren als zij pensioenverlagingen doorvoeren.
Ook moeten pensioenfondsen hun deelnemers en pensioengerechtigden stimuleren om tot actie over te gaan. De AFM deelt deze en andere aanbevelingen over communicatie met de pensioensector.
Aanbevelingen voor pensioenfondsen
De AFM baseert zich voor de aanbevelingen op eigen onderzoek naar de communicatiestrategie van een aantal pensioenfondsen die mogelijk overgaan tot pensioenverlagingen. De pensioenfondsen die in dit onderzoek zijn betrokken, hebben inmiddels individuele terugkoppeling gekregen. Daarnaast hebben we de behoeften van deelnemers onderzocht in het AFM Consumentenpanel.
Uit de onderzoeken bij pensioenfondsen blijkt dat hun informatie nog niet altijd evenwichtig is. Fondsen moeten een eventuele uitleg over de oorzaken van de aanstaande verlaging evenwichtig geven. Hierin horen zowel de rente als beleggingskeuzes en de hoogte van premies.
Daarnaast zien we dat pensioenfondsen hun deelnemers en pensioengerechtigden nauwelijks stimuleren tot actie over te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door een concrete actie te koppelen aan informatie over verlagingen zoals een verwijzing naar een adviseur of naar mijnpensioenoverzicht.nl. Daarmee zouden betrokkenen meer inzicht krijgen in hun financiële situatie en zo nodig kunnen anticiperen op minder pensioeninkomen. De AFM als gedragstoezichthouder verwacht dat pensioenfondsen hier aandacht aan besteden in hun communicatie over verlagingen.
Uit het AFM Consumentenpanel blijkt onder meer dat deelnemers de gevolgen van een verlaging bij voorkeur willen zien in euro’s per maand. Ook is er behoefte om een vergelijking te kunnen maken tussen de hoogte van het pensioen voor en na de verlaging. Dit geeft deelnemers persoonlijke informatie over hun financiële situatie.
Ook moeten pensioenfondsen hun deelnemers en pensioengerechtigden stimuleren om tot actie over te gaan. De AFM deelt deze en andere aanbevelingen over communicatie met de pensioensector.
Aanbevelingen voor pensioenfondsen
De AFM baseert zich voor de aanbevelingen op eigen onderzoek naar de communicatiestrategie van een aantal pensioenfondsen die mogelijk overgaan tot pensioenverlagingen. De pensioenfondsen die in dit onderzoek zijn betrokken, hebben inmiddels individuele terugkoppeling gekregen. Daarnaast hebben we de behoeften van deelnemers onderzocht in het AFM Consumentenpanel.
Uit de onderzoeken bij pensioenfondsen blijkt dat hun informatie nog niet altijd evenwichtig is. Fondsen moeten een eventuele uitleg over de oorzaken van de aanstaande verlaging evenwichtig geven. Hierin horen zowel de rente als beleggingskeuzes en de hoogte van premies.
Daarnaast zien we dat pensioenfondsen hun deelnemers en pensioengerechtigden nauwelijks stimuleren tot actie over te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door een concrete actie te koppelen aan informatie over verlagingen zoals een verwijzing naar een adviseur of naar mijnpensioenoverzicht.nl. Daarmee zouden betrokkenen meer inzicht krijgen in hun financiële situatie en zo nodig kunnen anticiperen op minder pensioeninkomen. De AFM als gedragstoezichthouder verwacht dat pensioenfondsen hier aandacht aan besteden in hun communicatie over verlagingen.
Uit het AFM Consumentenpanel blijkt onder meer dat deelnemers de gevolgen van een verlaging bij voorkeur willen zien in euro’s per maand. Ook is er behoefte om een vergelijking te kunnen maken tussen de hoogte van het pensioen voor en na de verlaging. Dit geeft deelnemers persoonlijke informatie over hun financiële situatie.
maandag 23 december 2019
Consumentenbond vreest invoering negatieve spaarrente
Banken treffen voorbereidingen om in de toekomst negatieve spaarrente in te kunnen voeren. Tot die conclusie komt de Consumentenbond nadat Centraal Beheer deze week zijn klanten waarschuwde voor een rente van 0% of lager. En ook ABN Amro maakt met een aanpassing van de algemene voorwaarden de weg vrij voor een negatieve rente.
Centraal Beheer draait er in de aankondiging naar klanten niet omheen: ‘Door de aanhoudende rentedaling op de geld- en kapitaalmarkt kan de spaarrente in de toekomst 0% of negatief worden. In de aangepaste voorwaarden (die gelden vanaf 18 januari 2020) staat dat wij voor verschillende saldo’s verschillende rentes mogen berekenen. Wanneer en hoe we dat doen, is nog niet bekend.’
ABN Amro moet zijn algemene voorwaarden aanpassen om een negatieve spaarrente te kunnen rekenen. Net als bij de meeste andere banken spreekt ABN Amro consequent over een ‘vergoeding van rente door de bank’. Hierdoor is een vergoeding van 0% of minder niet mogelijk.
ABN Amro komt waarschijnlijk begin 2020 met nieuwe voorwaarden.
Directeur Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond, maakt zich zorgen om de ontwikkelingen en wil harde garanties van de banken: ‘ABN Amro beloofde onlangs over spaartegoeden tot €100.000 geen negatieve rente te zullen rekenen. Die toezegging wil ik ook van de andere banken. De Volksbank en de Rabobank deden wel dezelfde belofte, maar alleen voor 2020. Wat er daarna gebeurt is onzeker. En ING laat helemaal niets los. Ik ben er dan ook niet gerust op.’
De Consumentenbond waarschuwde eerder voor de nadelige gevolgen van een negatieve spaarrente. De Consumentenbond wil dat banken ten minste over de eerste 100.000 euro per rekeninghouder nooit negatieve spaarrente mogen rekenen. Daarom vroeg de organisatie in een brief aan minister Hoekstra om een verbod.
Centraal Beheer draait er in de aankondiging naar klanten niet omheen: ‘Door de aanhoudende rentedaling op de geld- en kapitaalmarkt kan de spaarrente in de toekomst 0% of negatief worden. In de aangepaste voorwaarden (die gelden vanaf 18 januari 2020) staat dat wij voor verschillende saldo’s verschillende rentes mogen berekenen. Wanneer en hoe we dat doen, is nog niet bekend.’
ABN Amro moet zijn algemene voorwaarden aanpassen om een negatieve spaarrente te kunnen rekenen. Net als bij de meeste andere banken spreekt ABN Amro consequent over een ‘vergoeding van rente door de bank’. Hierdoor is een vergoeding van 0% of minder niet mogelijk.
ABN Amro komt waarschijnlijk begin 2020 met nieuwe voorwaarden.
Directeur Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond, maakt zich zorgen om de ontwikkelingen en wil harde garanties van de banken: ‘ABN Amro beloofde onlangs over spaartegoeden tot €100.000 geen negatieve rente te zullen rekenen. Die toezegging wil ik ook van de andere banken. De Volksbank en de Rabobank deden wel dezelfde belofte, maar alleen voor 2020. Wat er daarna gebeurt is onzeker. En ING laat helemaal niets los. Ik ben er dan ook niet gerust op.’
De Consumentenbond waarschuwde eerder voor de nadelige gevolgen van een negatieve spaarrente. De Consumentenbond wil dat banken ten minste over de eerste 100.000 euro per rekeninghouder nooit negatieve spaarrente mogen rekenen. Daarom vroeg de organisatie in een brief aan minister Hoekstra om een verbod.
vrijdag 20 december 2019
Openbank naar Nederland
De van oorsprong Spaanse bank Openbank komt naar Nederland en biedt gelijk Apple Pay aan. Openbank is onderdeel is van Santander. Santander is één van de grootste banken in Spanje. Openbank heeft een eigen banklicentie en een rekening openen doe je vanuit de app.
Welke betaalproducten de bank verder in Nederland aan gaat bieden en tegen welke prijs, is nog niet helemaal duidelijk. Aanmelden via de app is ook nog niet mogelijk, maar je kunt je wel al inschrijven voor de wachtlijst.
Welke betaalproducten de bank verder in Nederland aan gaat bieden en tegen welke prijs, is nog niet helemaal duidelijk. Aanmelden via de app is ook nog niet mogelijk, maar je kunt je wel al inschrijven voor de wachtlijst.
Ruud van Dusschoten benoemd tot country manager ING in Nederland
Per 1 januari 2020 wordt Ruud van Dusschoten benoemd als country manager van ING in Nederland. Vincent van den Boogert, de huidige CEO van ING in Nederland zal de bank verlaten om zijn carrière buiten ING voort te zetten. Van den Boogert zal nog enkele maanden in dienst blijven om voor een goede overdracht te zorgen.
“We betreuren maar respecteren het vertrek van Vincent,” zegt Ralph Hamers, bestuursvoorzitter van ING Groep. “In zijn 25 jaar bij ING heeft Vincent zijn gevoel voor cijfers altijd gecombineerd met oog voor het klantbelang. Onder zijn leiderschap heeft ING Nederland zich verder ontwikkeld tot een financieel sterke bank die digitaal vooroploopt. Met de hem kenmerkende gedrevenheid heeft Vincent zich daarnaast namens ING ingezet voor het verminderen van de schuldenproblematiek in Nederland. Ik wil Vincent zeer bedanken en wens hem veel succes in zijn verdere loopbaan.”
Ruud van Dusschoten kwam in 1997 in dienst bij ING in Nederland en vervulde sindsdien diverse managementfuncties. Tot 2006 richtte hij zich in de kantorenorganisatie van ING op dienstverlening aan zakelijke klanten. In 2007 werd hij directeur Business Banking en in 2013 directeur Grootbedrijf & Instellingen. Sinds 1 januari 2015 is Van Dusschoten directeur Private Banking & Wealth Management. Daarnaast was hij tussen 2008 en 2016 voorzitter van ING Groenbank.
“We betreuren maar respecteren het vertrek van Vincent,” zegt Ralph Hamers, bestuursvoorzitter van ING Groep. “In zijn 25 jaar bij ING heeft Vincent zijn gevoel voor cijfers altijd gecombineerd met oog voor het klantbelang. Onder zijn leiderschap heeft ING Nederland zich verder ontwikkeld tot een financieel sterke bank die digitaal vooroploopt. Met de hem kenmerkende gedrevenheid heeft Vincent zich daarnaast namens ING ingezet voor het verminderen van de schuldenproblematiek in Nederland. Ik wil Vincent zeer bedanken en wens hem veel succes in zijn verdere loopbaan.”
Ruud van Dusschoten kwam in 1997 in dienst bij ING in Nederland en vervulde sindsdien diverse managementfuncties. Tot 2006 richtte hij zich in de kantorenorganisatie van ING op dienstverlening aan zakelijke klanten. In 2007 werd hij directeur Business Banking en in 2013 directeur Grootbedrijf & Instellingen. Sinds 1 januari 2015 is Van Dusschoten directeur Private Banking & Wealth Management. Daarnaast was hij tussen 2008 en 2016 voorzitter van ING Groenbank.
donderdag 19 december 2019
Lakeman eist in kort geding dat ABN AMRO informatie swapschade geeft
Foto Anefo |
Lakeman stelt dat ABN AMRO onrechtmatig handelde. De bank schond in zijn optiek de zorgplicht, informeerde de gedupeerde bedrijven onjuist en onvolledig en verkocht hen bewust de speculatieve en riskante renteswap in plaats van een veilige rentecap. Als gevolg daarvan zagen bedrijven hun eigen vermogen meteen al met vele tienduizenden euro’s afnemen.
Om de vordering tot schadevergoeding te kunnen onderbouwen heeft Swapschade BV aan ABN AMRO bij herhaling om informatie gevraagd. De bank gaf echter schriftelijk expliciet aan die niet te zullen verstrekken waardoor Swapschade BV in bewijsnood dreigt te komen. Behalve informatie over de negatieve startwaarde van de renteswaps eist Lakeman ook informatie over geheime kredietfaciliteiten die ABN AMRO buiten medeweten van de gedupeerde bedrijven blijkt te hebben gehanteerd. Hij vraagt de rechtbank in geval van het niet vrijgeven door de bank van de gevraagde informatie een dwangsom van 50.000 euro per dag op te leggen.
Lakeman stelde in mei dit jaar dat de Nederlandse banken met behulp van de negatieve startwaardes meer dan één miljard euro naar zichzelf hebben overgeheveld. De algehele swapschade voor het Nederlandse MKB wordt door hem op minstens 10 miljard euro geschat.
Het kort geding bij de Rechtbank Amsterdam (Parnassusweg 220) dient vandaag om 10.00 uur.
VEB dagvaardt VolkerWessels voor te laat melden overnamebod van Reggeborgh
Beleggersvereniging VEB probeert de schade te verhalen van beleggers die hun aandelen VolkerWessels verkochten voor 29 oktober 2019 om 12.52 uur, terwijl zij niet op de hoogte waren van het overnamebod van Reggeborgh.
Op dinsdagochtend 29 oktober 2019 vond in de ochtendhandel een op dat moment onverklaarbare koerssprong in het aandeel VolkerWessels plaats. Om 12.52 uur kwam de bouwer met een persbericht: er bleken onderhandelingen te zijn met grootaandeelhouder Reggeborgh over een overname tegen een bod van 21,75 euro per aandeel. Om 9.30 uur die ochtend was al sprake van een koersstijging van 4,6 procent. Tegelijkertijd was sprake van zeer hoge handelsvolumes in het doorgaans niet bijzonder actief verhandelde aandeel.
Ook op de optiemarkt bleek sprake van ongebruikelijke transacties. Reeds op maandag 28 oktober 2019 werden er voor 10.24 uur al 1000 call opties gekocht. Het gaat hier om een transactie van onderliggend 100.000 aandelen VolkerWessels, waarmee – door de voorwetenschap – een koerswinst van ruim 300.000 euro gemaakt kan worden.
Reggeborgh en VolkerWessels bleken al sinds 8 oktober 2019 in gesprek over een overname. Vanaf dat moment had VolkerWessels goed moeten letten op ontwikkelingen in de markt die significant afwijken van de gebruikelijke patronen, zoals een onverklaarbare koersstijging, significant meer handel in het aandeel of bijvoorbeeld ongebruikelijke transacties op de optiemarkt.
Diverse beleggers hebben hun aandelen VolkerWessels verkocht voor dinsdag 29 oktober 2019 om 12.52 uur, terwijl zij niet op de hoogte waren van het bod van Reggeborgh van 21,75 euro per aandeel VolkerWessels. Waren zij wel op de hoogte van het bod, dan hadden zij de aandelen tegen een hogere prijs kunnen verkopen.
Op grond van de Verordening marktmisbruik had VolkerWessels het overnamebod van Reggeborgh in beginsel direct openbaar moeten maken. VolkerWessels had openbaarmaking kunnen uitstellen als zij had voldaan aan een aantal voorwaarden, waaronder het garanderen van de vertrouwelijkheid van de informatie. Aan deze voorwaarden heeft VolkerWessels echter niet voldaan, gezien de signalen op de optiemarkt, de koersstijging van het aandeel en het sterk oplopend handelsvolume voor het moment van het persbericht om 12.52 uur.
Doordat VolkerWessels het overnamebod van Reggeborgh niet openbaar heeft gemaakt, terwijl zij dit wel moest doen, handelde zij onrechtmatig jegens de beleggers die in deze periode op basis van onvolledige informatie hun aandelen (tegen een te lage prijs) hebben verkocht. In totaal hebben deze beleggers een schade van bijna 1,5 miljoen euro geleden.
VolkerWessels was tot dusver niet bereid om een minnelijke regeling met de VEB te bespreken.
Op dinsdagochtend 29 oktober 2019 vond in de ochtendhandel een op dat moment onverklaarbare koerssprong in het aandeel VolkerWessels plaats. Om 12.52 uur kwam de bouwer met een persbericht: er bleken onderhandelingen te zijn met grootaandeelhouder Reggeborgh over een overname tegen een bod van 21,75 euro per aandeel. Om 9.30 uur die ochtend was al sprake van een koersstijging van 4,6 procent. Tegelijkertijd was sprake van zeer hoge handelsvolumes in het doorgaans niet bijzonder actief verhandelde aandeel.
Ook op de optiemarkt bleek sprake van ongebruikelijke transacties. Reeds op maandag 28 oktober 2019 werden er voor 10.24 uur al 1000 call opties gekocht. Het gaat hier om een transactie van onderliggend 100.000 aandelen VolkerWessels, waarmee – door de voorwetenschap – een koerswinst van ruim 300.000 euro gemaakt kan worden.
Reggeborgh en VolkerWessels bleken al sinds 8 oktober 2019 in gesprek over een overname. Vanaf dat moment had VolkerWessels goed moeten letten op ontwikkelingen in de markt die significant afwijken van de gebruikelijke patronen, zoals een onverklaarbare koersstijging, significant meer handel in het aandeel of bijvoorbeeld ongebruikelijke transacties op de optiemarkt.
Diverse beleggers hebben hun aandelen VolkerWessels verkocht voor dinsdag 29 oktober 2019 om 12.52 uur, terwijl zij niet op de hoogte waren van het bod van Reggeborgh van 21,75 euro per aandeel VolkerWessels. Waren zij wel op de hoogte van het bod, dan hadden zij de aandelen tegen een hogere prijs kunnen verkopen.
Op grond van de Verordening marktmisbruik had VolkerWessels het overnamebod van Reggeborgh in beginsel direct openbaar moeten maken. VolkerWessels had openbaarmaking kunnen uitstellen als zij had voldaan aan een aantal voorwaarden, waaronder het garanderen van de vertrouwelijkheid van de informatie. Aan deze voorwaarden heeft VolkerWessels echter niet voldaan, gezien de signalen op de optiemarkt, de koersstijging van het aandeel en het sterk oplopend handelsvolume voor het moment van het persbericht om 12.52 uur.
Doordat VolkerWessels het overnamebod van Reggeborgh niet openbaar heeft gemaakt, terwijl zij dit wel moest doen, handelde zij onrechtmatig jegens de beleggers die in deze periode op basis van onvolledige informatie hun aandelen (tegen een te lage prijs) hebben verkocht. In totaal hebben deze beleggers een schade van bijna 1,5 miljoen euro geleden.
VolkerWessels was tot dusver niet bereid om een minnelijke regeling met de VEB te bespreken.
woensdag 18 december 2019
Nederlanders doneren steeds meer via crowdfunding
Crowdfunding in Nederland wint enorm aan populariteit. Het grootste internationale crowdfundingplatform GoFundMe ziet alleen al op haar platform dat het aantal donaties in de laatste drie maanden van 2019 is toegenomen met 212 procent ten opzichte van 2018. De meest gestarte crowdfunding-campagnes in Nederland zijn op het gebied van medische kosten, vrijwilligers, zieke dieren of het waarmaken van persoonlijke dromen.
Nederlanders doneren steeds meer via crowdfunding. Volgens Claire van Teunenbroek, werkzaam als promovenda bij het Centrum voor Filantropische Studies (Vrije Universiteit Amsterdam) en gespecialiseerd in online donaties, kan dit door dit door meerdere factoren komen. 'Allereerst is dat de online omgeving, daarnaast zijn campagnes op projectbasis en hiermee specifiek en transparant, en tot slot wordt er bij crowdfunding projecten sociale informatie gedeeld. Men ziet dus gemakkelijk wat anderen doneren en dit zet aan tot doneren', aldus Claire van Teunenbroek.
Een goed voorbeeld van een succesvolle donatiecampagne is de campagne van Beau Scheenstra uit Ede. Hij zette voor zijn twee broertjes Vince en Thom via het platform GoFundMe een donatiecampagne op. Allebei hebben zij de progressieve spierziekte congenitale myotonie becker. Een spierziekte waarbij hun spieren constant gespannen zijn, wat ontzettend veel energie kost en er voor zorgt dat Vince en Thom beiden een rolstoel nodig hebben. Om toch met de hele familie op pad te kunnen startte Beau een donatiecampagne om geld in te zamelen voor een bus waar de rolstoelen in kunnen. En met succes: 'Het opzetten van de online donatiecampagne maakte het voor ons heel makkelijk om in één keer een grote groep mensen te bereiken die willen helpen om ons doel te bereiken. Door de campagne te delen via social media en via het donatieplatform zelf hebben wij inmiddels al meer dan de helft van het streefbedrag opgehaald. Het is ontzettend fijn om te zien dat er zoveel mensen zijn die ons steunen', legt Beau Scheenstra uit.
GoFundMe verwacht dat in 2020 crowdfunding een nog grotere groei in Nederland doormaakt. ‘We veranderen de manier waarop mensen elkaar helpen. Elke dag zien we meer mensen die een verschil voor een ander willen maken en hierdoor blijft ons platform groeien. Nu we een nieuw decennium ingaan, hopen we dat we met z’n allen nog meer mensen gaan helpen via ons platform en daarvoor hebben we de hulp van iedereen nodig. We hopen dat mensen deze feestdagen ook denken aan hoe ze de medemens een handje kunnen helpen’, aldus Rob Solomon, CEO van GoFundMe.
Nederlanders doneren steeds meer via crowdfunding. Volgens Claire van Teunenbroek, werkzaam als promovenda bij het Centrum voor Filantropische Studies (Vrije Universiteit Amsterdam) en gespecialiseerd in online donaties, kan dit door dit door meerdere factoren komen. 'Allereerst is dat de online omgeving, daarnaast zijn campagnes op projectbasis en hiermee specifiek en transparant, en tot slot wordt er bij crowdfunding projecten sociale informatie gedeeld. Men ziet dus gemakkelijk wat anderen doneren en dit zet aan tot doneren', aldus Claire van Teunenbroek.
Een goed voorbeeld van een succesvolle donatiecampagne is de campagne van Beau Scheenstra uit Ede. Hij zette voor zijn twee broertjes Vince en Thom via het platform GoFundMe een donatiecampagne op. Allebei hebben zij de progressieve spierziekte congenitale myotonie becker. Een spierziekte waarbij hun spieren constant gespannen zijn, wat ontzettend veel energie kost en er voor zorgt dat Vince en Thom beiden een rolstoel nodig hebben. Om toch met de hele familie op pad te kunnen startte Beau een donatiecampagne om geld in te zamelen voor een bus waar de rolstoelen in kunnen. En met succes: 'Het opzetten van de online donatiecampagne maakte het voor ons heel makkelijk om in één keer een grote groep mensen te bereiken die willen helpen om ons doel te bereiken. Door de campagne te delen via social media en via het donatieplatform zelf hebben wij inmiddels al meer dan de helft van het streefbedrag opgehaald. Het is ontzettend fijn om te zien dat er zoveel mensen zijn die ons steunen', legt Beau Scheenstra uit.
GoFundMe verwacht dat in 2020 crowdfunding een nog grotere groei in Nederland doormaakt. ‘We veranderen de manier waarop mensen elkaar helpen. Elke dag zien we meer mensen die een verschil voor een ander willen maken en hierdoor blijft ons platform groeien. Nu we een nieuw decennium ingaan, hopen we dat we met z’n allen nog meer mensen gaan helpen via ons platform en daarvoor hebben we de hulp van iedereen nodig. We hopen dat mensen deze feestdagen ook denken aan hoe ze de medemens een handje kunnen helpen’, aldus Rob Solomon, CEO van GoFundMe.
dinsdag 17 december 2019
AP bepleit wettelijke waarborgen voor kredietregistratie
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de minister van Financiën geadviseerd om nieuwe wetgeving in gang te zetten die ervoor zorgt dat bij kredietregistratie vastgelegde persoonsgegevens beter worden beschermd.
Kredietaanbieders mogen niet zomaar een krediet verstrekken. Om overkreditering te voorkomen, moeten zij eerst voldoende informatie inwinnen over de kredietwaardigheid van de klant. Om aan deze zorgplicht invulling te geven, moeten ze onder meer aangesloten zijn bij een stelsel van kredietregistratie.
Ondanks dat de wet dus zorgplichten oplegt en deelname aan het stelsel van kredietregistratie verplicht is, zijn er geen wettelijke regels voor de verwerking van persoonsgegevens om die verplichtingen uit te voeren.
De wetgever heeft dus niet afgewogen en vastgelegd wie wat wanneer mag met welke persoonsgegevens, wie het stelsel beheert en hoe lang kredietgegevens nog mogen worden bewaard na afloop van een krediet.
In de praktijk is BKR de organisatie die in Nederland de kredietregistratie uitvoert en ook bepaalt hoe met de gegevens wordt omgegaan. BKR registreert van miljoenen mensen gevoelige persoonsgegevens (krediet, betalingsachterstanden).
De AP stelt dat het aan de wetgever is om waarborgen vast te leggen voor de bescherming van persoonsgegevens bij kredietregistratie. En daarbij het algemene belang van het voorkomen van overkreditering expliciet af te wegen tegen het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens.
Ook kan wetgeving waarborgen dat gegevens niet verloren kunnen gaan of in handen kunnen komen van onbevoegden. Bijvoorbeeld bij een faillissement.
Kredietaanbieders mogen niet zomaar een krediet verstrekken. Om overkreditering te voorkomen, moeten zij eerst voldoende informatie inwinnen over de kredietwaardigheid van de klant. Om aan deze zorgplicht invulling te geven, moeten ze onder meer aangesloten zijn bij een stelsel van kredietregistratie.
Ondanks dat de wet dus zorgplichten oplegt en deelname aan het stelsel van kredietregistratie verplicht is, zijn er geen wettelijke regels voor de verwerking van persoonsgegevens om die verplichtingen uit te voeren.
De wetgever heeft dus niet afgewogen en vastgelegd wie wat wanneer mag met welke persoonsgegevens, wie het stelsel beheert en hoe lang kredietgegevens nog mogen worden bewaard na afloop van een krediet.
In de praktijk is BKR de organisatie die in Nederland de kredietregistratie uitvoert en ook bepaalt hoe met de gegevens wordt omgegaan. BKR registreert van miljoenen mensen gevoelige persoonsgegevens (krediet, betalingsachterstanden).
De AP stelt dat het aan de wetgever is om waarborgen vast te leggen voor de bescherming van persoonsgegevens bij kredietregistratie. En daarbij het algemene belang van het voorkomen van overkreditering expliciet af te wegen tegen het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens.
Ook kan wetgeving waarborgen dat gegevens niet verloren kunnen gaan of in handen kunnen komen van onbevoegden. Bijvoorbeeld bij een faillissement.
Wat betekent de Green Deal voor verzekeraars?
Het Europese man on the moon-moment, zo betitelde Europese Commissie-voorzitter Ursula Von der Leyen, het Green Deal-beleidspakket om de klimaatverandering aan te pakken.
Geflankeerd door Eurocommissaris Klimaat, Frans Timmermans, lichtte Von der Leyden haar plannen toe om het belangrijkste doel van de nieuwe commissie te bereiken: een klimaatneutraal Europa in 2050. Wat betekent de Green Deal voor verzekeraars?
Op dezelfde dag dat de Green Deal door de Europese Commissie (EC) werd gepresenteerd, werd er geen compromis bereikt over een standaard voor duurzaam investeren. Onder de 28 EU-landen bleek onvoldoende steun voor een ‘Europese taxonomie’, oftewel een classificatiestelsel dat definieert wat groene beleggingen zijn. Zo kunnen kolenprojecten geen ecovriendelijk label krijgen, terwijl veel Oost-Europese economieën juist een kolenindustrie hebben. Ook kernenergie lijkt te worden uitgesloten van het classificatiestelsel, pijnlijk voor Frankrijk met veel kerncentrales.
Het stelsel vormt een belangrijke basis van de Green deal. Zo is het bedoeld om publieke en private investeerders, zoals verzekeraars, te interesseren voor bewezen duurzame projecten, zoals de aanleg van zonneparken.
Verzekeraars kunnen aan de hand van de 'groene lijst' zien of een belegging bijdraagt aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. De regeling moet ook het 'groenwassen' beperken van producten die ten onrechte als milieuvriendelijk worden voorgespiegeld.
Een dergelijke leidraad is handzaam voor verzekeraars in het kader van het commitment aan het Klimaatakkoord en het IMVO-convenant, maar moet nu opnieuw heronderhandeld worden tussen het Europarlement, de Commissie en de Raad van Europa. De verwachting is dat binnen enkele weken een akkoord wordt bereikt.
Een ander pijnpunt is het kostenplaatje van koolstofneutraliteit. Von der Leyen is bereid 100 miljard euro aan investeringen te doen om fossielrijke economieën te helpen met de overgang. Om Europese energie,-en fossielrijke industrieën zuiniger en meer circulair te maken komt de EC in maart 2020 met een nieuw EU industriebeleid. Daarbij wordt in ieder geval gekeken naar de mogelijkheden voor nieuwe private financieringen om deze transitie mogelijk te maken.
Daarnaast werkt het team van Timmermans in 2020 en 2021 aan een nieuwe strategie om de EU weerbaar te maken voor de effecten van klimaatverandering. Aangezien de Nederlandse schadeverzekeraars al jaren een preventieve aanpak voorstaan, zal het Verbond deze aanpak en best practises onder de aandacht te brengen van Timmermans.
Verder staat in de plannen een voorstel voor een renovatiestrategie voor de bebouwde omgeving. Met als focus het isoleren en energiezuinig maken van gebouwen. Daarbij is het voor verzekeraars van belang dat de Commissie aandacht heeft voor de brandveiligheid van gebouwen om te voorkomen dat klanten van duurzame en energiezuinige gebouwen hogere verzekeringspremies moeten betalen.
Verlies van biodiversiteit en ontbossing is een ander belangrijk thema voor de Commissie. Zo zet de EC vanaf 2020 in op het stimuleren van ‘ontbossingsvrije supply-chains’. Vanuit de doelstellingen van het IMVO-convenant kan dit beleid ook effect hebben op verzekeraars.
Daarnaast heeft de Commissie de ambitie om bestaande wetgeving te toetsen op duurzaamheidsprestaties. Zo komt er een vervolg op de Sustainable Finance Strategy in het najaar van 2020 en vindt er in 2020 ook een herziening plaats van de Non-Financial Reporting Directive.
Geflankeerd door Eurocommissaris Klimaat, Frans Timmermans, lichtte Von der Leyden haar plannen toe om het belangrijkste doel van de nieuwe commissie te bereiken: een klimaatneutraal Europa in 2050. Wat betekent de Green Deal voor verzekeraars?
Op dezelfde dag dat de Green Deal door de Europese Commissie (EC) werd gepresenteerd, werd er geen compromis bereikt over een standaard voor duurzaam investeren. Onder de 28 EU-landen bleek onvoldoende steun voor een ‘Europese taxonomie’, oftewel een classificatiestelsel dat definieert wat groene beleggingen zijn. Zo kunnen kolenprojecten geen ecovriendelijk label krijgen, terwijl veel Oost-Europese economieën juist een kolenindustrie hebben. Ook kernenergie lijkt te worden uitgesloten van het classificatiestelsel, pijnlijk voor Frankrijk met veel kerncentrales.
Het stelsel vormt een belangrijke basis van de Green deal. Zo is het bedoeld om publieke en private investeerders, zoals verzekeraars, te interesseren voor bewezen duurzame projecten, zoals de aanleg van zonneparken.
Verzekeraars kunnen aan de hand van de 'groene lijst' zien of een belegging bijdraagt aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. De regeling moet ook het 'groenwassen' beperken van producten die ten onrechte als milieuvriendelijk worden voorgespiegeld.
Een dergelijke leidraad is handzaam voor verzekeraars in het kader van het commitment aan het Klimaatakkoord en het IMVO-convenant, maar moet nu opnieuw heronderhandeld worden tussen het Europarlement, de Commissie en de Raad van Europa. De verwachting is dat binnen enkele weken een akkoord wordt bereikt.
Een ander pijnpunt is het kostenplaatje van koolstofneutraliteit. Von der Leyen is bereid 100 miljard euro aan investeringen te doen om fossielrijke economieën te helpen met de overgang. Om Europese energie,-en fossielrijke industrieën zuiniger en meer circulair te maken komt de EC in maart 2020 met een nieuw EU industriebeleid. Daarbij wordt in ieder geval gekeken naar de mogelijkheden voor nieuwe private financieringen om deze transitie mogelijk te maken.
Daarnaast werkt het team van Timmermans in 2020 en 2021 aan een nieuwe strategie om de EU weerbaar te maken voor de effecten van klimaatverandering. Aangezien de Nederlandse schadeverzekeraars al jaren een preventieve aanpak voorstaan, zal het Verbond deze aanpak en best practises onder de aandacht te brengen van Timmermans.
Verder staat in de plannen een voorstel voor een renovatiestrategie voor de bebouwde omgeving. Met als focus het isoleren en energiezuinig maken van gebouwen. Daarbij is het voor verzekeraars van belang dat de Commissie aandacht heeft voor de brandveiligheid van gebouwen om te voorkomen dat klanten van duurzame en energiezuinige gebouwen hogere verzekeringspremies moeten betalen.
Verlies van biodiversiteit en ontbossing is een ander belangrijk thema voor de Commissie. Zo zet de EC vanaf 2020 in op het stimuleren van ‘ontbossingsvrije supply-chains’. Vanuit de doelstellingen van het IMVO-convenant kan dit beleid ook effect hebben op verzekeraars.
Daarnaast heeft de Commissie de ambitie om bestaande wetgeving te toetsen op duurzaamheidsprestaties. Zo komt er een vervolg op de Sustainable Finance Strategy in het najaar van 2020 en vindt er in 2020 ook een herziening plaats van de Non-Financial Reporting Directive.
Nederlandse financiële instellingen omarmen CO2-meetmethode van PCAF
Het aantal Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen dat werkt aan het berekenen van de klimaatimpact van hun leningen en investeringen, groeit. Inmiddels zijn zeventien financials, waaronder Rabobank, met een totaal beheerd vermogen van 2 biljoen euro onderdeel van het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF), dat een meetmethodiek heeft ontwikkeld om de CO2-uitstoot van de leningen en investeringen in kaart te brengen.
Dat blijkt uit het meest recente rapport van de zeventien Nederlandse deelnemers aan PCAF, dat is gepresenteerd tijdens de klimaattop in Madrid en is overhandigd aan Klimaatgezant Marcel Beukeboom.
Door hun CO2-uitstoot inzichtelijk te maken, kunnen financiële instellingen hun portfolio in lijn brengen met de klimaatafspraken van Parijs. Ook kunnen ze dankzij PCAF concreet invulling geven aan het commitment dat vrijwel de gehele Nederlandse financiële sector heeft gegeven aan het Nederlandse klimaatakkoord. De sector heeft onder meer beloofd de impact op het klimaat van hun leningen en investeringen te meten, daarover te rapporteren en met concrete reductiedoelen te komen.
Recentelijk zijn BNG Bank, NWB Bank en NIBC toegetreden tot PCAF. De andere leden zijn Rabobank, ABN AMRO, Achmea Investment Management, Actiam, APG, ASN Bank/de Volksbank, a.s.r., FMO, MN, PME, PMT, Robeco, Triodos Bank en Van Lanschot Kempen.
In het rapport geven de zeventien PCAF-deelnemers een update van de vorderingen die zijn geboekt met de PCAF-methodiek. Deze is bijvoorbeeld afgelopen jaar verder uitgebreid, waardoor zij op meer soorten leningen en investeringen toepasbaar is. Ook biedt het rapport andere financials concrete handvatten als zij de PCAF-methodiek willen toepassen.
Dat blijkt uit het meest recente rapport van de zeventien Nederlandse deelnemers aan PCAF, dat is gepresenteerd tijdens de klimaattop in Madrid en is overhandigd aan Klimaatgezant Marcel Beukeboom.
Door hun CO2-uitstoot inzichtelijk te maken, kunnen financiële instellingen hun portfolio in lijn brengen met de klimaatafspraken van Parijs. Ook kunnen ze dankzij PCAF concreet invulling geven aan het commitment dat vrijwel de gehele Nederlandse financiële sector heeft gegeven aan het Nederlandse klimaatakkoord. De sector heeft onder meer beloofd de impact op het klimaat van hun leningen en investeringen te meten, daarover te rapporteren en met concrete reductiedoelen te komen.
Recentelijk zijn BNG Bank, NWB Bank en NIBC toegetreden tot PCAF. De andere leden zijn Rabobank, ABN AMRO, Achmea Investment Management, Actiam, APG, ASN Bank/de Volksbank, a.s.r., FMO, MN, PME, PMT, Robeco, Triodos Bank en Van Lanschot Kempen.
In het rapport geven de zeventien PCAF-deelnemers een update van de vorderingen die zijn geboekt met de PCAF-methodiek. Deze is bijvoorbeeld afgelopen jaar verder uitgebreid, waardoor zij op meer soorten leningen en investeringen toepasbaar is. Ook biedt het rapport andere financials concrete handvatten als zij de PCAF-methodiek willen toepassen.
maandag 16 december 2019
Banken en Geldmaat stellen met onmiddellijke ingang tijdelijk hun geldautomaten ’s nachts buiten werking
In de strijd tegen criminelen, die steeds zwaardere explosieven inzetten om geldautomaten te beroven, treffen banken, Geldmaat, overheden en politie nieuwe maatregelen.
Banken en Geldmaat stellen met onmiddellijke ingang tijdelijk hun geldautomaten ’s nachts buiten werking. Bovendien gaan ze automaten met een verhoogd risico voor omwonenden zoveel mogelijk naar veiliger locaties verplaatsen. Dat gebeurt met bijzondere aandacht voor een goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van contant geld.
Banken, Geldmaat, De Nederlandsche Bank en de politie doen verder versneld onderzoek naar een nieuwe effectieve maatregel om bankbiljetten bij een plofkraak onbruikbaar te maken, zodat er voor criminelen geen buit meer is. Doel is deze maatregel zo snel mogelijk toe te passen.
Alle geldautomaten van banken en van Geldmaat die buiten staan, worden voorlopig tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ‘s ochtends uitgeschakeld. De beveiligingsvoorzieningen in geldautomaten blijven onverminderd ingeschakeld. Deze maatregel gaat in vanaf maandagavond 16 december om elf uur.
Afstorten van losse bankbiljetten, wat bij sommige automaten kan, is ’s nachts niet meer mogelijk. De openingstijden van kluizen waar zogeheten ‘sealbags’ door zakelijke bankklanten afgestort kunnen worden, blijven ongewijzigd. De nachtsluiting heeft beperkte gevolgen voor de goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van contant geld. Minder dan 2 procent van alle geldopnamen bij automaten die buiten staan, gebeuren ’s nachts. Hoewel dit voor sommigen hinderlijk kan zijn, staat de veiligheid voorop. Iedereen kan bij de betrokken geldautomaten nog steeds alle dagen van de week overdag en ’s avonds tot elf uur geld opnemen of storten.
Dit jaar werden ruim 70 aanhoudingen als gevolg van plofkraken verricht. De opsporing van deze criminaliteit wordt landelijk centraal gecoördineerd en uitgevoerd door speciale plofkraakteams die snel ter plaatse kunnen zijn. Deze teams werken ook internationaal samen om dadergroepen op te sporen en voor de rechter te brengen. Politie en Openbaar Ministerie kunnen met deze aanpak de “heterdaadkracht” verhogen. De banken en Geldmaat voorzien hen van alle informatie die hierbij nodig is.
Criminelen willen bankbiljetten buitmaken. Daarom moet de kans op buit zo klein mogelijk worden gemaakt. De banken, Geldmaat, DNB en de politie laten daarom onderzoeken hoe bankbiljetten bij een plofkraak geheel onbruikbaar gemaakt kunnen worden, zodat er geen buit meer is. Zodra zo’n maatregel is gevonden, is het de bedoeling die zo snel mogelijk in geldautomaten te installeren.
Banken en Geldmaat stellen met onmiddellijke ingang tijdelijk hun geldautomaten ’s nachts buiten werking. Bovendien gaan ze automaten met een verhoogd risico voor omwonenden zoveel mogelijk naar veiliger locaties verplaatsen. Dat gebeurt met bijzondere aandacht voor een goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van contant geld.
Banken, Geldmaat, De Nederlandsche Bank en de politie doen verder versneld onderzoek naar een nieuwe effectieve maatregel om bankbiljetten bij een plofkraak onbruikbaar te maken, zodat er voor criminelen geen buit meer is. Doel is deze maatregel zo snel mogelijk toe te passen.
Alle geldautomaten van banken en van Geldmaat die buiten staan, worden voorlopig tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ‘s ochtends uitgeschakeld. De beveiligingsvoorzieningen in geldautomaten blijven onverminderd ingeschakeld. Deze maatregel gaat in vanaf maandagavond 16 december om elf uur.
Afstorten van losse bankbiljetten, wat bij sommige automaten kan, is ’s nachts niet meer mogelijk. De openingstijden van kluizen waar zogeheten ‘sealbags’ door zakelijke bankklanten afgestort kunnen worden, blijven ongewijzigd. De nachtsluiting heeft beperkte gevolgen voor de goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van contant geld. Minder dan 2 procent van alle geldopnamen bij automaten die buiten staan, gebeuren ’s nachts. Hoewel dit voor sommigen hinderlijk kan zijn, staat de veiligheid voorop. Iedereen kan bij de betrokken geldautomaten nog steeds alle dagen van de week overdag en ’s avonds tot elf uur geld opnemen of storten.
Dit jaar werden ruim 70 aanhoudingen als gevolg van plofkraken verricht. De opsporing van deze criminaliteit wordt landelijk centraal gecoördineerd en uitgevoerd door speciale plofkraakteams die snel ter plaatse kunnen zijn. Deze teams werken ook internationaal samen om dadergroepen op te sporen en voor de rechter te brengen. Politie en Openbaar Ministerie kunnen met deze aanpak de “heterdaadkracht” verhogen. De banken en Geldmaat voorzien hen van alle informatie die hierbij nodig is.
Criminelen willen bankbiljetten buitmaken. Daarom moet de kans op buit zo klein mogelijk worden gemaakt. De banken, Geldmaat, DNB en de politie laten daarom onderzoeken hoe bankbiljetten bij een plofkraak geheel onbruikbaar gemaakt kunnen worden, zodat er geen buit meer is. Zodra zo’n maatregel is gevonden, is het de bedoeling die zo snel mogelijk in geldautomaten te installeren.
Ook ING verlaagt spaarrente naar 0,01 procent
ING verlaagt per 19 december de spaarrente op vrij opneembare spaarrekeningen naar 0,01 procent. De lagere rente geldt voor spaarbedragen tot 1 miljoen euro. In augustus werd de spaarrente al verlaagd van 0,03 naar 0,02 procent.
Rabobank verlaagde de spaarrente eind november ook naar 0,01 procent en ook bij ABN AMRO ligt de spaarrente op 0,01 procent. Sommige kleinere banken bieden nog een spaarrente tot 0,20 procent aan, maar bijvoorbeeld Triodos Bank heeft de rente al langer op 0 procent staan.
Rabobank verlaagde de spaarrente eind november ook naar 0,01 procent en ook bij ABN AMRO ligt de spaarrente op 0,01 procent. Sommige kleinere banken bieden nog een spaarrente tot 0,20 procent aan, maar bijvoorbeeld Triodos Bank heeft de rente al langer op 0 procent staan.
Volksbank keert kwart miljard aan superdividend uit aan de Staat
De Volksbank, het financiële concern achter SNS, ASN Bank, BLG Wonen en RegioBank, krijgt toestemming om een superdividend gaan uitkeren. De enige aandeelhouder, de Nederlandse Staat, kan hierdoor een dividenduitkering van 250 miljoen euro tegemoetzien.
De dividenduitkering ligt wel veel lager dan eerder verwacht. Eerder dit jaar ging men nog uit van een bedrag van 500 miljoen euro.
De lagere superdividend heeft waarschijnlijk te maken met de historisch lage rentestanden.
De dividenduitkering ligt wel veel lager dan eerder verwacht. Eerder dit jaar ging men nog uit van een bedrag van 500 miljoen euro.
De lagere superdividend heeft waarschijnlijk te maken met de historisch lage rentestanden.
DEGIRO en flatex creëren samen de 'Europese leider voor zelfstandig beleggen'
DEGIRO en flatex creëren naar eigen zeggen samen de Europese leider voor zelfstandig beleggen. De Duitse online broker betaalt 250 miljoen euro voor de overname van de Nederlanders.
flatex uit Frankfurt heeft veel ervaring in online brokerage en werkt onder een Duitse bankvergunning. De broker bedient zeker 300.000 klanten in twaalf landen, waaronder Nederland.
DEGIRO bezit en exploiteert naar eigen zeggen een van de meest efficiënte handelssystemen op de markt en bedient klanten in 18 verschillende Europese landen.
DEGIRO begon in 2013 met het plan om de eerste pan-Europese online broker te creëren. De overtuiging was, en is nog steeds, dat door het toevoegen van waarde voor klanten succes zou volgen. Beide merken blijven gewoon bestaan.
flatex uit Frankfurt heeft veel ervaring in online brokerage en werkt onder een Duitse bankvergunning. De broker bedient zeker 300.000 klanten in twaalf landen, waaronder Nederland.
DEGIRO bezit en exploiteert naar eigen zeggen een van de meest efficiënte handelssystemen op de markt en bedient klanten in 18 verschillende Europese landen.
DEGIRO begon in 2013 met het plan om de eerste pan-Europese online broker te creëren. De overtuiging was, en is nog steeds, dat door het toevoegen van waarde voor klanten succes zou volgen. Beide merken blijven gewoon bestaan.
Centric wil pensioenuitvoerder AGH overnemen
Centric wil pensioenuitvoerder Administratie Groep Holland (AGH) over te nemen. Hierover is de directie van Centric Pension and Insurance Solutions (PaIS) in gesprek met het bestuur en de directie van AGH. De gesprekken lopen voorspoedig en moeten leiden tot een overname in het eerste kwartaal van 2020. Zowel Centric als AGH ziet een overname als een belangrijke stap voor de toekomst.
AGH heeft vier bedrijfstakpensioenfondsen als klant. Deze fondsen bedienen in totaal bijna 230.000 deelnemers. Peter Krul, directievoorzitter van AGH: “Met Centric krijgen we de kans onze continuïteit te waarborgen en onze dienstverlening naar de pensioenfondsen toe te versterken.”
Centric nam eerder (in 2018) de pensioenuitvoering van vijf bedrijfstakpensioenfondsen over van Syntrus Achmea Pensioenbeheer en heeft door autonome groei nu in totaal bijna 225.000 deelnemers.
AGH heeft vier bedrijfstakpensioenfondsen als klant. Deze fondsen bedienen in totaal bijna 230.000 deelnemers. Peter Krul, directievoorzitter van AGH: “Met Centric krijgen we de kans onze continuïteit te waarborgen en onze dienstverlening naar de pensioenfondsen toe te versterken.”
Centric nam eerder (in 2018) de pensioenuitvoering van vijf bedrijfstakpensioenfondsen over van Syntrus Achmea Pensioenbeheer en heeft door autonome groei nu in totaal bijna 225.000 deelnemers.
'Veranker financiële educatie in curriculum van scholen!'
Banken vinden het belangrijk dat financiële kennis en vaardigheden een vast onderdeel vormen van het lesaanbod op scholen. Door kinderen al jong financieel bewust te maken, wordt de basis gelegd voor financiële zelfredzaamheid op volwassen leeftijd.
Het is daarom goed dat financiële educatie een plek heeft gekregen in de voorstellen van Curriculum.nu, waarin leraren en schoolleiders aanbevelingen doen voor een nieuw lesprogramma aan minister Slob.
In een brief roepen banken en andere organisaties uit het platform Wijzer in geldzaken de Tweede Kamer op om deze voorstellen over te nemen zodat dit belangrijke onderwerp wordt verankerd in ons onderwijs.
Leren omgaan met geld wordt steeds belangrijker. Lenen begint vaak al vroeg, schulden vormen ook voor jongeren steeds vaker een probleem. Ook zijn jongeren vanaf hun 18e jaar wettelijk financieel zelfstandig en daardoor verantwoordelijk voor alle financiële keuzes. Voor het aanvragen van toeslagen, het regelen van een zorgverzekering en het doen van belastingaangifte. Financiële kennis en vaardigheden zijn verder noodzakelijk bij het plannen van geldzaken. Het zou dan ook goed zijn als dit belangrijke onderwerp eindelijk onderdeel wordt van het lesprogramma van scholen.
Het is daarom goed dat financiële educatie een plek heeft gekregen in de voorstellen van Curriculum.nu, waarin leraren en schoolleiders aanbevelingen doen voor een nieuw lesprogramma aan minister Slob.
In een brief roepen banken en andere organisaties uit het platform Wijzer in geldzaken de Tweede Kamer op om deze voorstellen over te nemen zodat dit belangrijke onderwerp wordt verankerd in ons onderwijs.
Leren omgaan met geld wordt steeds belangrijker. Lenen begint vaak al vroeg, schulden vormen ook voor jongeren steeds vaker een probleem. Ook zijn jongeren vanaf hun 18e jaar wettelijk financieel zelfstandig en daardoor verantwoordelijk voor alle financiële keuzes. Voor het aanvragen van toeslagen, het regelen van een zorgverzekering en het doen van belastingaangifte. Financiële kennis en vaardigheden zijn verder noodzakelijk bij het plannen van geldzaken. Het zou dan ook goed zijn als dit belangrijke onderwerp eindelijk onderdeel wordt van het lesprogramma van scholen.
vrijdag 13 december 2019
Het spaaroverschot van Nederlandse bedrijven ontrafeld
In 2018 bereikte het Nederlandse overschot op de lopende rekening, de kernindicator voor het spaaroverschot, met 11 procent van het bruto binnenlands product (bbp) een nieuw record.
Vooral bedrijven sparen. Over de periode 2000-2017 namen niet-financiële bedrijven zo’n 80 procent van het spaaroverschot voor hun rekening. Zoals DNB eerder dit jaar berichtte, is het spaaroverschot van bedrijven bij zowel het grootbedrijf als het MKB gelokaliseerd.
Het spaaroverschot van Nederlandse bedrijven wordt vooral gedreven doordat de winstuitkeringen en investeringen minder hard zijn toegenomen dan de winsten. Bij het MKB zijn vooral de winsten op binnenlandse productie toegenomen, wat weerspiegeld wordt in een daling van de AIQ. Bij het grootbedrijf zijn de winsten vooral toegenomen door hogere inkomsten uit buitenlandse investeringen. Gemiddeld werd in de periode 2000-2017 49 procent van de winsten uitgekeerd als dividend, wat substantieel lager is dan het gemiddelde van 83% in het eurogebied. Onderling vergeleken valt op dat het MKB relatief weinig winst uitkeert. Zo bedroeg in de periode 2000-2017 de gemiddelde dividenduitkering van het MKB 30 procent van de behaalde winst, tegenover 53% bij het grootbedrijf.
De spaarmotieven verschillen sterk. Bij het MKB, dat voor een belangrijk deel in handen is van directeur-grootaandeelhouders (DGAs), hangt het spaaroverschot deels samen met fiscale prikkels voor DGAs om winst in te houden. Doordat een DGA zowel werknemer, eigenaar als bestuurder is binnen het bedrijf, beschikt de DGA in de praktijk over vele mogelijkheden voor zogenoemde ‘belastingplanning’. Daarnaast is het MKB sinds de financiële crisis meer gaan sparen om een groter deel van zijn investeringen te financieren met interne middelen.
Hier speelt mogelijk mee dat het MKB minder afhankelijk wil zijn van bancaire kredietverlening, omdat de beschikbaarheid van deze financieringsbron tijdens de crisis geringer bleek te zijn. Tegelijkertijd zijn er ook aanwijzingen voor knelpunten in de markt voor MKB-krediet. Zo is het renteverschil tussen kleine (MKB-)leningen en grote (GB-)leningen sinds de financiële crisis gestegen en sindsdien aanhoudend hoog gebleven. Ook ten opzichte van het eurogebied geldt dat het renteverschil tussen kleine en grote leningen in Nederland relatief groot is.
Vooral bedrijven sparen. Over de periode 2000-2017 namen niet-financiële bedrijven zo’n 80 procent van het spaaroverschot voor hun rekening. Zoals DNB eerder dit jaar berichtte, is het spaaroverschot van bedrijven bij zowel het grootbedrijf als het MKB gelokaliseerd.
Het spaaroverschot van Nederlandse bedrijven wordt vooral gedreven doordat de winstuitkeringen en investeringen minder hard zijn toegenomen dan de winsten. Bij het MKB zijn vooral de winsten op binnenlandse productie toegenomen, wat weerspiegeld wordt in een daling van de AIQ. Bij het grootbedrijf zijn de winsten vooral toegenomen door hogere inkomsten uit buitenlandse investeringen. Gemiddeld werd in de periode 2000-2017 49 procent van de winsten uitgekeerd als dividend, wat substantieel lager is dan het gemiddelde van 83% in het eurogebied. Onderling vergeleken valt op dat het MKB relatief weinig winst uitkeert. Zo bedroeg in de periode 2000-2017 de gemiddelde dividenduitkering van het MKB 30 procent van de behaalde winst, tegenover 53% bij het grootbedrijf.
De spaarmotieven verschillen sterk. Bij het MKB, dat voor een belangrijk deel in handen is van directeur-grootaandeelhouders (DGAs), hangt het spaaroverschot deels samen met fiscale prikkels voor DGAs om winst in te houden. Doordat een DGA zowel werknemer, eigenaar als bestuurder is binnen het bedrijf, beschikt de DGA in de praktijk over vele mogelijkheden voor zogenoemde ‘belastingplanning’. Daarnaast is het MKB sinds de financiële crisis meer gaan sparen om een groter deel van zijn investeringen te financieren met interne middelen.
Hier speelt mogelijk mee dat het MKB minder afhankelijk wil zijn van bancaire kredietverlening, omdat de beschikbaarheid van deze financieringsbron tijdens de crisis geringer bleek te zijn. Tegelijkertijd zijn er ook aanwijzingen voor knelpunten in de markt voor MKB-krediet. Zo is het renteverschil tussen kleine (MKB-)leningen en grote (GB-)leningen sinds de financiële crisis gestegen en sindsdien aanhoudend hoog gebleven. Ook ten opzichte van het eurogebied geldt dat het renteverschil tussen kleine en grote leningen in Nederland relatief groot is.
Belgische fintechs groeien
Het gaat goed met de Belgische fintechsector. De sector haalde de afgelopen drie jaar 118 miljoen euro op, hoofdzakelijk van buitenlandse spelers.
Het gemiddelde (Belgische) fintechbedrijf is vandaag 6,8 miljoen euro waard, een aar geleden was dat nog vijf miljoen. Een kwart (26 procent) is zelfs meer dan 15 miljoen euro waard.
Dat zijn enkele van de cijfers uit de tweede fintechbarometer van Avolta Partners, Data.be en sectorvereniging FinTech Belgium. Ze baseren zich daarvoor onder meer op cijfers uit het staatsblad en de jaarrekeningen van fintechbedrijven.
Het gemiddelde (Belgische) fintechbedrijf is vandaag 6,8 miljoen euro waard, een aar geleden was dat nog vijf miljoen. Een kwart (26 procent) is zelfs meer dan 15 miljoen euro waard.
Dat zijn enkele van de cijfers uit de tweede fintechbarometer van Avolta Partners, Data.be en sectorvereniging FinTech Belgium. Ze baseren zich daarvoor onder meer op cijfers uit het staatsblad en de jaarrekeningen van fintechbedrijven.
donderdag 12 december 2019
Topicus gaat partnership aan met Finbotx
Beide partijen zullen nauw samenwerken om de opgeleverde aansluiting op het Topicus platform verder uit te breiden en te introduceren bij pensioeninstellingen, banken en verzekeraars die gebruik maken van Topicus EuroPort+.
De oplossingen van Finbotx draaien al op financiële planningssoftware als Figlo, Omniplan en Argeus (BE). Personal finance adviseurs kunnen met Finbotx op een eenvoudige manier wetenschappelijk verantwoorde scenarioplanning uitvoeren voor klanten.
Boze boeren slepen Rabobank voor de rechter
Een groep van twaalf melkveehouders sleept de Rabobank voor de rechter. De boeren vinden dat de bank hen in grote financiële problemen heeft gebracht door niet te waarschuwen voor de risico’s van uitbreiding van hun bedrijf. Dat meldt het AD.
Niet eerder klaagde een groep veehouders een bank aan voor het verzaken van de zorgplicht. Volgens de boeren wist de top van de Rabobank dat er strengere uitstootregels aan zaten te komen. Om die reden had de bank nooit torenhoge hypotheken mogen verstrekken voor de nieuwbouw van stallen, zo stelt de advocaat van de boeren.
Niet eerder klaagde een groep veehouders een bank aan voor het verzaken van de zorgplicht. Volgens de boeren wist de top van de Rabobank dat er strengere uitstootregels aan zaten te komen. Om die reden had de bank nooit torenhoge hypotheken mogen verstrekken voor de nieuwbouw van stallen, zo stelt de advocaat van de boeren.
Nederlands fintechbedrijf Floryn haalt 60 miljoen euro op
Floryn, een snelgroeiend Nederlands fintechbedrijf, heeft in totaal 60 miljoen euro aan financiering opgehaald bij onder andere NIBC. Het bedrijf, actief in de markt van online krediet voor het midden- en kleinbedrijf, kan met deze nieuwe financiering meer en grotere bedrijven helpen om te groeien.
Floryn, voorheen bekend onder de naam InvoiceFinance, heeft het afgelopen kwartaal meer dan 4600 kredietaanvragen ontvangen van bedrijven, die met behulp van slimme technologie, zoals data-analyse en machine learning, razendsnel worden beoordeeld. Het fintechbedrijf kijkt daarbij met kunstmatige intelligentie onder meer naar bankafschriften en andere datapunten, waarmee niet alleen snellere, maar ook betere risicoanalyses kunnen worden gemaakt.
Floryn verwacht met de nieuwe financiering de norm te blijven zetten in online krediet voor het mkb en volgend jaar te verdrievoudigen.
Floryn, voorheen bekend onder de naam InvoiceFinance, heeft het afgelopen kwartaal meer dan 4600 kredietaanvragen ontvangen van bedrijven, die met behulp van slimme technologie, zoals data-analyse en machine learning, razendsnel worden beoordeeld. Het fintechbedrijf kijkt daarbij met kunstmatige intelligentie onder meer naar bankafschriften en andere datapunten, waarmee niet alleen snellere, maar ook betere risicoanalyses kunnen worden gemaakt.
Floryn verwacht met de nieuwe financiering de norm te blijven zetten in online krediet voor het mkb en volgend jaar te verdrievoudigen.
woensdag 11 december 2019
Hogere straf voor fraude met nieuwe betaalmethoden
Fraude met nieuwe betaalmethoden, zoals applicaties op een mobiele telefoon waarmee je geld kunt overmaken of internetsites waarmee je kunt betalen, wordt apart strafbaar gesteld. Ook komen er hogere straffen op te staan. Dat is de kern van een wetsvoorstel van minister Grapperhaus (van Justitie en Veiligheid) dat vandaag in consultatie is gegaan en een Europese richtlijn omzet in Nederlands recht.
Deze richtlijn vervangt een Kaderbesluit dat vanwege technologische en maatschappelijke ontwikkelingen verouderd is. Voor een groot deel voldoet Nederland al aan de verplichtingen van de richtlijn.
Moderne betaalmethoden, die in de afgelopen jaren zijn ontstaan, zijn niet alleen handig voor consumenten en ondernemingen, maar bieden ook mogelijkheden om te frauderen. Deze fraude is vaak grensoverschrijdend en raakt inwoners in meerdere landen. Daarom is het van groot belang dat deze fraude krachtig wordt aangepakt. De richtlijn biedt daarvoor betere mogelijkheden en zorgt ervoor dat in de hele Europese Unie dezelfde regels gelden. Niet alleen giraal en elektronisch geld, maar ook virtuele valuta, zoals bitcoins, vallen onder de richtlijn.
Het wetsvoorstel regelt dat nieuwe betaalmethoden net zo goed worden beschermd door het strafrecht als de ‘oude’, zoals de bankpassen. Op dit moment is fraude met betaalpassen al apart strafbaar. Omdat er steeds meer nieuwe betaalmethoden komen waarbij geen bankpassen meer worden gebruikt, is het voor een effectieve bestrijding gewenst om fraude met nieuwe betaalmethoden op dezelfde manier apart strafbaar te stellen als fraude met betaalpassen.
Daarom gaan in het geval van betaalfraude de maximale gevangenisstraffen omhoog. Voor computercriminaliteit waarmee betaalgegevens worden verkregen, betekent dit een verhoging van twee naar drie jaar. Voor het vervalsen van betaalgegevens of betaalapplicaties gaan de straffen omhoog naar zes jaar. Dat geldt ook voor de straffen op het verkopen of in bezit hebben van gestolen betaalgegevens. Een voorbeeld daarvan is de handel op speciale carding-fora online, ook wel carding genoemd. De straf daarvoor is op dit moment maximaal één jaar.
Deze richtlijn vervangt een Kaderbesluit dat vanwege technologische en maatschappelijke ontwikkelingen verouderd is. Voor een groot deel voldoet Nederland al aan de verplichtingen van de richtlijn.
Moderne betaalmethoden, die in de afgelopen jaren zijn ontstaan, zijn niet alleen handig voor consumenten en ondernemingen, maar bieden ook mogelijkheden om te frauderen. Deze fraude is vaak grensoverschrijdend en raakt inwoners in meerdere landen. Daarom is het van groot belang dat deze fraude krachtig wordt aangepakt. De richtlijn biedt daarvoor betere mogelijkheden en zorgt ervoor dat in de hele Europese Unie dezelfde regels gelden. Niet alleen giraal en elektronisch geld, maar ook virtuele valuta, zoals bitcoins, vallen onder de richtlijn.
Het wetsvoorstel regelt dat nieuwe betaalmethoden net zo goed worden beschermd door het strafrecht als de ‘oude’, zoals de bankpassen. Op dit moment is fraude met betaalpassen al apart strafbaar. Omdat er steeds meer nieuwe betaalmethoden komen waarbij geen bankpassen meer worden gebruikt, is het voor een effectieve bestrijding gewenst om fraude met nieuwe betaalmethoden op dezelfde manier apart strafbaar te stellen als fraude met betaalpassen.
Daarom gaan in het geval van betaalfraude de maximale gevangenisstraffen omhoog. Voor computercriminaliteit waarmee betaalgegevens worden verkregen, betekent dit een verhoging van twee naar drie jaar. Voor het vervalsen van betaalgegevens of betaalapplicaties gaan de straffen omhoog naar zes jaar. Dat geldt ook voor de straffen op het verkopen of in bezit hebben van gestolen betaalgegevens. Een voorbeeld daarvan is de handel op speciale carding-fora online, ook wel carding genoemd. De straf daarvoor is op dit moment maximaal één jaar.
Vermogensbeheerder Semmie biedt premiumdienst bij minimale inleg van 25.000 euro
Vermogensbeheerder Semmie breidt haar dienstverlening uit. Vanaf nu biedt het een premiumdienst aan voor klanten met een minimale inleg van 25.000 euro. Deze beleggers betalen een nog lagere jaarlijkse fee van 0,5 procent en hebben een eigen contactpersoon, naast de voor alle klanten toegankelijke mogelijkheid om alles zelf online te regelen. Ook voor de overige klanten verlaagt Semmie de commissie van 0,9 naar 0,7 procent, terwijl het reeds één van de voordeligste aanbieders van Nederland was. Semmie gaat met deze nieuwe dienst de strijd om de klant aan met de grootbanken.
Semmie heeft inmiddels meer dan 10.000 gebruikers, waarvan circa 80 procent op periodieke basis een vast bedrag inlegt. Dit jaar verdubbelde het FinTech-bedrijf de assets under management (AuM) ruimschoots ten opzichte van het laatste kwartaal van 2018.
Semmie is er al voor beleggers met een minimale inleg van 50 euro.
Alle klanten van Semmie kunnen met het online dashboard en de app voor iOS en Android altijd en overal hun beleggingen beheren en binnen een minuut met Semmie-medewerkers chatten.
Semmie heeft inmiddels meer dan 10.000 gebruikers, waarvan circa 80 procent op periodieke basis een vast bedrag inlegt. Dit jaar verdubbelde het FinTech-bedrijf de assets under management (AuM) ruimschoots ten opzichte van het laatste kwartaal van 2018.
Semmie is er al voor beleggers met een minimale inleg van 50 euro.
Alle klanten van Semmie kunnen met het online dashboard en de app voor iOS en Android altijd en overal hun beleggingen beheren en binnen een minuut met Semmie-medewerkers chatten.
dinsdag 10 december 2019
Gemiddelde WOZ-waarde 2020 schiet door 2,5 ton heen
In januari en februari 2020 worden de WOZ-waarden met waardepeildatum 1 januari 2019 verzonden. Er wordt verwacht dat de WOZ-waarde voor de vijfde keer op rij gaat stijgen. Voor 6 provincies betekent dat een gemiddelde marktwaarde hoger dan 250.000 euro. Een historisch hoogtepunt. Hierdoor is de gemiddelde huizenwaarde boven het niveau van 2010. Toen was de gemiddelde woningwaarde 242.000 euro.
Op basis van verschillende onderzoeken en eerdere verwachtingen van de waarderingskamer en cijfers van het CBS berekende de Vastelastenbond de gemiddelde woningwaarde voor 2020. Zowel voor de provincies als de top 10 grootste steden. De WOZ-waarde van woningen is gebaseerd op de geschatte woningwaarde van een jaar eerder en wordt door gemeentes gebruikt als basis voor de heffing van onroerendezaakbelasting.
Tussen de waardepeildatum 1 januari 2018 en de waardepeildatum 1 januari 2019 wordt een landelijk gemiddelde stijging van de woningwaarde met 8 % verwacht. De gemiddelde waarde van een doorsnee woning kwam daardoor op 1 januari 2019 uit op een nieuw record van 248.000 euro. Voor 2020 wordt verwacht dat dit record wordt verpulverd en door een historische grens van 250.000 euro zal gaan.
‘Als we de cijfers van vorig jaar mogen geloven zijn de voorspellingen nog aan de voorzichtige kant. Toen steeg de WOZ-waarde in Rotterdam met bijna 16 procent het hardst, gevolgd door Amsterdam met 11%. Zeker weten doen we het pas in februari 2020. We gaan in de tabellen uit van een minimale stijging van 8%, zoals voorspelt door de Waarderingskamer.’
Op basis van verschillende onderzoeken en eerdere verwachtingen van de waarderingskamer en cijfers van het CBS berekende de Vastelastenbond de gemiddelde woningwaarde voor 2020. Zowel voor de provincies als de top 10 grootste steden. De WOZ-waarde van woningen is gebaseerd op de geschatte woningwaarde van een jaar eerder en wordt door gemeentes gebruikt als basis voor de heffing van onroerendezaakbelasting.
Tussen de waardepeildatum 1 januari 2018 en de waardepeildatum 1 januari 2019 wordt een landelijk gemiddelde stijging van de woningwaarde met 8 % verwacht. De gemiddelde waarde van een doorsnee woning kwam daardoor op 1 januari 2019 uit op een nieuw record van 248.000 euro. Voor 2020 wordt verwacht dat dit record wordt verpulverd en door een historische grens van 250.000 euro zal gaan.
‘Als we de cijfers van vorig jaar mogen geloven zijn de voorspellingen nog aan de voorzichtige kant. Toen steeg de WOZ-waarde in Rotterdam met bijna 16 procent het hardst, gevolgd door Amsterdam met 11%. Zeker weten doen we het pas in februari 2020. We gaan in de tabellen uit van een minimale stijging van 8%, zoals voorspelt door de Waarderingskamer.’
Vertrekkende Han de Jong bleef altijd leraar economie
Duiding geven aan de economie was zijn passie. Eerst als leraar voor de klas, later als hoofdeconoom bij ABN AMRO. Deze maand neemt Han de Jong afscheid bij de bank. Een interview over zijn werk, de Nederlandse economie en het leven na ABN AMRO.
“Veel economen verliezen zich in cijfers en modellen. Maar het verhaal erachter is veel belangrijker. De één voorspelt 0,6 procent economische groei, de ander 0,7 procent. Who cares? Het gaat erom dat je begrijpt hoe het werkt, welke krachten er spelen, waar het naartoe gaat. Modellen zijn daarvoor onvoldoende toereikend. Als je te veel geloof hecht aan modellen, vergeet je hoe complex de economie in elkaar zit. Dan zeg ik: laten we in hemelsnaam ons gezond verstand blijven gebruiken.”
Han de Jong (62) zit er ontspannen bij op zijn werkkamer in de dealingroom, twee weken voor zijn zelfgekozen afscheid bij ABN AMRO. Sinds 1983 werkte hij, met een kleine onderbreking, voor de bank, de laatste 14 jaar gaf hij als hoofdeconoom leiding aan het Economisch Bureau. Sandra Phlippen staat klaar als zijn opvolger. Hij kijkt niet op tegen zijn afscheid. “Het is goed zo. 14 jaar hoofdeconoom, dat is lang zat. De wereld is veranderd. Er komt een tijd dat iemand anders het verhaal moet gaan vertellen, met nieuwe energie. Sandra kan dat als geen ander, zij is een heel goede opvolger.”
Als uithangbord van de bank deed Han jaarlijks honderden optredens. Zijn humor, eruditie en eigenzinnigheid maken hem tot een geliefd spreker op bijeenkomsten. Daarbij staat hij net zo makkelijk voor een zaal met honderden toeschouwers als voor een klein gezelschap van tien klanten. Zichtbaarheid in de media is hem niet vreemd, zo schreef hij jarenlang een prikkelende column in Het Financieele Dagblad.
Han woont al vele jaren met zijn gezin in Ierland. Wekelijks komt hij voor zijn werk naar Amsterdam waar hij een appartement heeft. Aan stoppen met werken denkt hij nog niet. Inmiddels staat hij ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder de naam Crystal Clear Economics. “Ik ga door met de dingen die ik nu ook doe, maar ik ga alleen nog aanpakken wat ik leuk vind. Mijn plan is om advies- en schrijfwerk te gaan doen voor opdrachtgevers. Af en toe een spreekbeurt links of rechts. Ik heb al een paar veelbelovende leads. Ik praat bijvoorbeeld met een pensioenfonds dat iemand nodig heeft om hen te challengen op hun beleid.”
“Veel economen verliezen zich in cijfers en modellen. Maar het verhaal erachter is veel belangrijker. De één voorspelt 0,6 procent economische groei, de ander 0,7 procent. Who cares? Het gaat erom dat je begrijpt hoe het werkt, welke krachten er spelen, waar het naartoe gaat. Modellen zijn daarvoor onvoldoende toereikend. Als je te veel geloof hecht aan modellen, vergeet je hoe complex de economie in elkaar zit. Dan zeg ik: laten we in hemelsnaam ons gezond verstand blijven gebruiken.”
Han de Jong (62) zit er ontspannen bij op zijn werkkamer in de dealingroom, twee weken voor zijn zelfgekozen afscheid bij ABN AMRO. Sinds 1983 werkte hij, met een kleine onderbreking, voor de bank, de laatste 14 jaar gaf hij als hoofdeconoom leiding aan het Economisch Bureau. Sandra Phlippen staat klaar als zijn opvolger. Hij kijkt niet op tegen zijn afscheid. “Het is goed zo. 14 jaar hoofdeconoom, dat is lang zat. De wereld is veranderd. Er komt een tijd dat iemand anders het verhaal moet gaan vertellen, met nieuwe energie. Sandra kan dat als geen ander, zij is een heel goede opvolger.”
Als uithangbord van de bank deed Han jaarlijks honderden optredens. Zijn humor, eruditie en eigenzinnigheid maken hem tot een geliefd spreker op bijeenkomsten. Daarbij staat hij net zo makkelijk voor een zaal met honderden toeschouwers als voor een klein gezelschap van tien klanten. Zichtbaarheid in de media is hem niet vreemd, zo schreef hij jarenlang een prikkelende column in Het Financieele Dagblad.
Han woont al vele jaren met zijn gezin in Ierland. Wekelijks komt hij voor zijn werk naar Amsterdam waar hij een appartement heeft. Aan stoppen met werken denkt hij nog niet. Inmiddels staat hij ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder de naam Crystal Clear Economics. “Ik ga door met de dingen die ik nu ook doe, maar ik ga alleen nog aanpakken wat ik leuk vind. Mijn plan is om advies- en schrijfwerk te gaan doen voor opdrachtgevers. Af en toe een spreekbeurt links of rechts. Ik heb al een paar veelbelovende leads. Ik praat bijvoorbeeld met een pensioenfonds dat iemand nodig heeft om hen te challengen op hun beleid.”
Geldvoorelkaar.nl: grens 200 miljoen euro aan crowdfunding doorbroken
Via crowdfundingplatform Geldvoorelkaar.nl zijn sinds de oprichting ruim 1600 Nederlandse mkb-ondernemingen gefinancierd. In totaal is via het platform meer dan 200 miljoen euro crowdfunding gerealiseerd, zonder steun van de overheid of institutioneel geld.
Geldvoorelkaar.nl werd in 2010 opgericht om een (deel-)oplossing te bieden aan het Nederlandse midden- en kleinbedrijf, dat in die periode steeds meer moeite kreeg met het aantrekken van bancaire financiering. Dit probleem is nog steeds actueel.
Niet alleen de financierbaarheid van het mkb is een uitdaging gebleven; ook rendement realiseren op vermogen is door de extreem lage rente vergoeding en hoge aandelen koersen een zoektocht geworden.
De oprichter van Geldvoorelkaar.nl verwacht ook voor volgend jaar een sterke groei van de crowdfundingmarkt: 'Naar verwachting zal de crowdfundingmarkt in Nederland dit jaar 35 procent groeien tot circa 450 miljoen euro. Geldvoorelkaar.nl verwacht dit jaar een groei van 75% in fundingvolume ten opzichte van 2018. We concluderen hieruit dat steeds meer investeerders en ondernemers interesse tonen in de ontwikkeling en mogelijkheden van crowdfunding.'
Geldvoorelkaar.nl werd in 2010 opgericht om een (deel-)oplossing te bieden aan het Nederlandse midden- en kleinbedrijf, dat in die periode steeds meer moeite kreeg met het aantrekken van bancaire financiering. Dit probleem is nog steeds actueel.
Niet alleen de financierbaarheid van het mkb is een uitdaging gebleven; ook rendement realiseren op vermogen is door de extreem lage rente vergoeding en hoge aandelen koersen een zoektocht geworden.
De oprichter van Geldvoorelkaar.nl verwacht ook voor volgend jaar een sterke groei van de crowdfundingmarkt: 'Naar verwachting zal de crowdfundingmarkt in Nederland dit jaar 35 procent groeien tot circa 450 miljoen euro. Geldvoorelkaar.nl verwacht dit jaar een groei van 75% in fundingvolume ten opzichte van 2018. We concluderen hieruit dat steeds meer investeerders en ondernemers interesse tonen in de ontwikkeling en mogelijkheden van crowdfunding.'
Rabo verlaagt automatisch risico-rente hypotheken
De Rabobank past als eerste grote bank de risico-opslagen op zijn hypotheken aan, zonder dat de klant er om hoeft te vragen. Dit is een belangrijk succes in de Consumentenbond campagne Omlaag met die opslag! De Consumentenbond roept andere banken op snel dit goede voorbeeld te volgen.
Banken rekenen vaak een forse risico-opslag (rente-opslag) bovenop de basisrente. Deze rente rekenen zijn wanneer je een hypotheek hebt die even hoog of hoger is dan de woningwaarde. Dit doen ze om het risico te beperken dat de hypotheeknemer de volledige schuld niet kan terugbetalen. Als de schuld kleiner wordt door (extra) aflossing of door stijging van de woningwaarde, wordt dat risico ook kleiner. Zo kan de opslag omlaag of zelfs helemaal vervallen.
Maar bij de meeste banken moeten klanten daar zélf om vragen. Onterecht, vindt de Consumentenbond, want woningeigenaren zijn vaak niet goed op de hoogte van die opslag en wanneer die omlaag kan. De Consumentenbond wil dat banken zélf in actie komen en de risico-opslag automatisch aanpassen zodra de schuld door aflossing lager is geworden. Ook als de eigenaar kan aantonen dat de woning meer waard is geworden door de gestegen huizenprijzen, moet de bank direct de opslag aanpassen.
De Rabobank is de eerste grote bank die nu gehoor geeft aan die oproep. Vanaf 1 december verlaagt de bank op eigen initiatief de hypotheekrente. Dit geldt voor klanten waarbij de verhouding schuld – woningwaarde zo verandert dat zij in een andere (lagere) risicoklasse vallen.
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Het is mooi dat Rabobank de rente ook tussentijds aanpast en niet pas aan het einde van de rentelooptijd, zoals sommige andere banken doen. Want waarom zou je een opslag betalen voor een risico dat er niet is? Dat is gewoonweg oneerlijk: consumenten betalen zo soms duizenden euro’s teveel. We vinden het niet meer dan fatsoenlijk als andere banken volgen.’
Klanten van de Rabobank zijn per brief geïnformeerd en kunnen vanaf 1 december in hun online omgeving zien wat hun nieuwe rente is.
Banken rekenen vaak een forse risico-opslag (rente-opslag) bovenop de basisrente. Deze rente rekenen zijn wanneer je een hypotheek hebt die even hoog of hoger is dan de woningwaarde. Dit doen ze om het risico te beperken dat de hypotheeknemer de volledige schuld niet kan terugbetalen. Als de schuld kleiner wordt door (extra) aflossing of door stijging van de woningwaarde, wordt dat risico ook kleiner. Zo kan de opslag omlaag of zelfs helemaal vervallen.
Maar bij de meeste banken moeten klanten daar zélf om vragen. Onterecht, vindt de Consumentenbond, want woningeigenaren zijn vaak niet goed op de hoogte van die opslag en wanneer die omlaag kan. De Consumentenbond wil dat banken zélf in actie komen en de risico-opslag automatisch aanpassen zodra de schuld door aflossing lager is geworden. Ook als de eigenaar kan aantonen dat de woning meer waard is geworden door de gestegen huizenprijzen, moet de bank direct de opslag aanpassen.
De Rabobank is de eerste grote bank die nu gehoor geeft aan die oproep. Vanaf 1 december verlaagt de bank op eigen initiatief de hypotheekrente. Dit geldt voor klanten waarbij de verhouding schuld – woningwaarde zo verandert dat zij in een andere (lagere) risicoklasse vallen.
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Het is mooi dat Rabobank de rente ook tussentijds aanpast en niet pas aan het einde van de rentelooptijd, zoals sommige andere banken doen. Want waarom zou je een opslag betalen voor een risico dat er niet is? Dat is gewoonweg oneerlijk: consumenten betalen zo soms duizenden euro’s teveel. We vinden het niet meer dan fatsoenlijk als andere banken volgen.’
Klanten van de Rabobank zijn per brief geïnformeerd en kunnen vanaf 1 december in hun online omgeving zien wat hun nieuwe rente is.
maandag 9 december 2019
Hoofdkantoor TVM verzekeringen blijft in Hoogeveen
Het hoofdkantoor van TVM verzekeringen blijft gevestigd in Hoogeveen. Vandaag zijn alle medewerkers en andere belangrijke stakeholders door de directie geïnformeerd over de keuze voor Hoogeveen.
Behalve Hoogeveen was eerder ook Zwolle als vestigingsplaats in beeld, onder andere vanwege een iets centralere ligging in het land en de aanwezigheid van HBO-opleidingen. De directie heeft na een zorgvuldig proces echter de voorkeur gegeven aan Hoogeveen.
Een zwaarwegend argument is de aangekondigde komst van een IT-hub van de Rijksuniversiteit Groningen naar Hoogeveen, een ontwikkeling die mogelijk is gemaakt door de welwillende inspanningen van de provincie Drenthe en de gemeente Hoogeveen. Voor TVM, een groeiende organisatie met circa 500 medewerkers en een premieomzet van 325 miljoen euro, is het van cruciaal belang dat het in de toekomst meer universitair en HBO-geschoolde medewerkers kan aantrekken.
Een andere afweging heeft betrekking op de samenstelling en woonplaatsen van het huidige personeelsbestand. TVM is een organisatie met loyale medewerkers die specifieke kennis van de logistiek- en transportbranche in huis hebben. De groei van TVM is voor een belangrijk deel aan hen te danken, zo meent de directie. Een verhuizing zou het risico met zich meebrengen dat een deel van deze medewerkers zou vertrekken door de toename van reistijd.
Met de komst van de IT-hub van de Rijksuniversiteit Groningen enerzijds en het behoud van de huidige betrokken medewerkers anderzijds, krijgt TVM het beste van twee werelden.
TVM heeft een optie gekregen op een grondlocatie, nabij het station in Hoogeveen. Ook met het oog op toekomstige mobiliteit is deze locatie voor TVM interessant. Dit scenario zal de komende periode nader worden onderzocht en uitgewerkt, naast het scenario van aanpassing van de huidige locatie.
Behalve Hoogeveen was eerder ook Zwolle als vestigingsplaats in beeld, onder andere vanwege een iets centralere ligging in het land en de aanwezigheid van HBO-opleidingen. De directie heeft na een zorgvuldig proces echter de voorkeur gegeven aan Hoogeveen.
Een zwaarwegend argument is de aangekondigde komst van een IT-hub van de Rijksuniversiteit Groningen naar Hoogeveen, een ontwikkeling die mogelijk is gemaakt door de welwillende inspanningen van de provincie Drenthe en de gemeente Hoogeveen. Voor TVM, een groeiende organisatie met circa 500 medewerkers en een premieomzet van 325 miljoen euro, is het van cruciaal belang dat het in de toekomst meer universitair en HBO-geschoolde medewerkers kan aantrekken.
Een andere afweging heeft betrekking op de samenstelling en woonplaatsen van het huidige personeelsbestand. TVM is een organisatie met loyale medewerkers die specifieke kennis van de logistiek- en transportbranche in huis hebben. De groei van TVM is voor een belangrijk deel aan hen te danken, zo meent de directie. Een verhuizing zou het risico met zich meebrengen dat een deel van deze medewerkers zou vertrekken door de toename van reistijd.
Met de komst van de IT-hub van de Rijksuniversiteit Groningen enerzijds en het behoud van de huidige betrokken medewerkers anderzijds, krijgt TVM het beste van twee werelden.
TVM heeft een optie gekregen op een grondlocatie, nabij het station in Hoogeveen. Ook met het oog op toekomstige mobiliteit is deze locatie voor TVM interessant. Dit scenario zal de komende periode nader worden onderzocht en uitgewerkt, naast het scenario van aanpassing van de huidige locatie.
Chris Oosterling naar MUNT Hypotheken
Chris Oosterling is de nieuwe commercieel directeur van MUNT Hypotheken. Oosterling is geen onbekende in de hypotheekwereld. Hij was eerder actief voor SNS Bank en Independer. Op dit moment staat hij als algemeen directeur nog aan het roer van Hypotheek24.nl.
Oosterling is nog tot het eind van dit jaar werkzaam als algemeen directeur bij Hypotheek24.nl en treedt op 1 januari 2020 officieel in dienst bij MUNT Hypotheken.
Oosterling is nog tot het eind van dit jaar werkzaam als algemeen directeur bij Hypotheek24.nl en treedt op 1 januari 2020 officieel in dienst bij MUNT Hypotheken.
'Ondernemers lopen risico op stopzetting van pintransacties'
CCV, aanbieder van betaaloplossingen, roept Nederlandse ondernemers op zo snel mogelijk alle benodigde klantgegevens met hun financiële dienstverleners te delen in het kader van de Wet Financieel Toezicht. Uit een steekproef van het Arnhemse bedrijf onder haar eigen klanten blijkt namelijk dat er nog veel ondernemingen zijn die niet alle klantgegevens hebben aangeleverd.
Hierdoor lopen ze het risico binnenkort geen pintransacties meer te kunnen faciliteren. Financiële instanties op het gebied van transactieverwerking, waaronder CCV, zijn namelijk verplicht om de relatie met klanten te staken waarvan zij niet alle persoonlijke en bedrijfsgegevens hebben.
Volgens de Wet Financieel Toezicht is het Ken-Uw-Klant-principe een voorwaarde in de financiële dienstverlening. Dit betekent dat financiële organisaties de klant moeten kunnen identificeren en screenen op risico’s. Met andere woorden, CCV is verplicht te verifiëren dat hun klanten zijn wie ze zeggen te zijn en hun acties te monitoren. Deze wetgeving, samen met de Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme, moet ervoor zorgen dat er geen criminele praktijken plaatsvinden en ze moet tevens bijdragen aan een veiligere handel.
CCV is daarom een campagne gestart om klanten proactief te helpen bij het aanleveren van gegevens. Deze maanden worden klanten actief benaderd om ze voor te lichten over de noodzaak van het aanleveren van hun gegevens en hoe ze dit eenvoudig kunnen doen. Als onderdeel van de campagne is CCV op donderdag 28 november het land ingetrokken om verschillende klanten te bezoeken die nog niet in actie zijn gekomen en deze ter plekke te helpen met het invullen van de ontbrekende gegevens.
Enny van de Velden, Chair of the Board of Directors en CCO van CCV: “Financiële dienstverleners op het gebied van transactieverwerking zijn verplicht hun klanten te verifiëren. Om te voorkomen dat ondernemers hierdoor in de problemen komen, zijn we een campagne gestart om klanten te ondersteunen met het aanvullen van hun gegevens. Uiteindelijk hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het financiële stelsel veilig te houden. Omdat we het voor de klant zo makkelijk mogelijk willen maken, kunnen ze eenvoudig online gegevens aanleveren. Maar we bezoeken ook klanten persoonlijk om ze te helpen.”
“Het invullen van deze gegevens kost slechts een kwartier, en het niet invullen heeft grote gevolgen”, vervolgt Van de Velden. “Deze verplichting geldt overigens niet alleen voor ons, maar voor elke financiële instelling waar een ondernemer mee te maken heeft. Met de campagne willen wij ondernemers, die het al druk genoeg hebben met hun zaak, helpen snel aan deze vraag te voldoen. Van oudsher zijn wij ook een familiebedrijf en begrijpen daarom maar al te goed wat er allemaal op ondernemers afkomt.”
Hierdoor lopen ze het risico binnenkort geen pintransacties meer te kunnen faciliteren. Financiële instanties op het gebied van transactieverwerking, waaronder CCV, zijn namelijk verplicht om de relatie met klanten te staken waarvan zij niet alle persoonlijke en bedrijfsgegevens hebben.
Volgens de Wet Financieel Toezicht is het Ken-Uw-Klant-principe een voorwaarde in de financiële dienstverlening. Dit betekent dat financiële organisaties de klant moeten kunnen identificeren en screenen op risico’s. Met andere woorden, CCV is verplicht te verifiëren dat hun klanten zijn wie ze zeggen te zijn en hun acties te monitoren. Deze wetgeving, samen met de Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme, moet ervoor zorgen dat er geen criminele praktijken plaatsvinden en ze moet tevens bijdragen aan een veiligere handel.
CCV is daarom een campagne gestart om klanten proactief te helpen bij het aanleveren van gegevens. Deze maanden worden klanten actief benaderd om ze voor te lichten over de noodzaak van het aanleveren van hun gegevens en hoe ze dit eenvoudig kunnen doen. Als onderdeel van de campagne is CCV op donderdag 28 november het land ingetrokken om verschillende klanten te bezoeken die nog niet in actie zijn gekomen en deze ter plekke te helpen met het invullen van de ontbrekende gegevens.
Enny van de Velden, Chair of the Board of Directors en CCO van CCV: “Financiële dienstverleners op het gebied van transactieverwerking zijn verplicht hun klanten te verifiëren. Om te voorkomen dat ondernemers hierdoor in de problemen komen, zijn we een campagne gestart om klanten te ondersteunen met het aanvullen van hun gegevens. Uiteindelijk hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het financiële stelsel veilig te houden. Omdat we het voor de klant zo makkelijk mogelijk willen maken, kunnen ze eenvoudig online gegevens aanleveren. Maar we bezoeken ook klanten persoonlijk om ze te helpen.”
“Het invullen van deze gegevens kost slechts een kwartier, en het niet invullen heeft grote gevolgen”, vervolgt Van de Velden. “Deze verplichting geldt overigens niet alleen voor ons, maar voor elke financiële instelling waar een ondernemer mee te maken heeft. Met de campagne willen wij ondernemers, die het al druk genoeg hebben met hun zaak, helpen snel aan deze vraag te voldoen. Van oudsher zijn wij ook een familiebedrijf en begrijpen daarom maar al te goed wat er allemaal op ondernemers afkomt.”
Payconiq grootste groeier in zoekopdrachten
Van alle in Nederland beschikbare betaaloplossingen heeft Payconiq over de periode november 2015 tot en met oktober 2019 de grootste groei doorgemaakt wat betreft belangstelling onder consumenten. Dit concludeert online marketingplatform SEMrush. Het bedrijf deed namelijk de afgelopen vier jaar onderzoek naar het aantal zoekopdrachten op Google naar alle beschikbare betaaloplossingen in Nederland.
Van alle beschikbare betaalmiddelen is Payconiq wat betreft online interesse het sterkst gegroeid in Nederland. Als we kijken naar de periode november 2015 – oktober 2019 en we vergelijken de eerste 12 maanden van deze periode met de laatste 12 maanden van deze periode, dan zien we een groei van maar liefst 1688 procent in het aantal zoekopdrachten op Google in Nederland. Het betaalmiddel groeide van gemiddeld 260 zoekopdrachten in november 2015 tot 5.400 in oktober 2019.
Tikkie, de betaal app van ABN AMRO, groeide binnen dezelfde periode ook hard en wel met 1299 procent. Het komt qua groei daarmee op de tweede plaats. Google Pay is de derde snelste groeier met een groeipercentage van 1219%. Gemene deler van de top drie is het feit dat de betaaloplossingen zich alle drie met name concentreren op snelle mobiele betalingen.
In absolute aantallen is PayPal echter verreweg het populairst. De online betaaloplossing groeide niet hard (12,62%), maar werd wel over de afgelopen 4 jaar maar liefst 293.000 keer per maand gezocht op Google in Nederland.
Over de gemeten periode kromp het aantal zoekopdrachten naar iDEAL met 4.34 procent naar gemiddeld 18.000 zoekopdrachten per maand.
Van alle beschikbare betaalmiddelen is Payconiq wat betreft online interesse het sterkst gegroeid in Nederland. Als we kijken naar de periode november 2015 – oktober 2019 en we vergelijken de eerste 12 maanden van deze periode met de laatste 12 maanden van deze periode, dan zien we een groei van maar liefst 1688 procent in het aantal zoekopdrachten op Google in Nederland. Het betaalmiddel groeide van gemiddeld 260 zoekopdrachten in november 2015 tot 5.400 in oktober 2019.
Tikkie, de betaal app van ABN AMRO, groeide binnen dezelfde periode ook hard en wel met 1299 procent. Het komt qua groei daarmee op de tweede plaats. Google Pay is de derde snelste groeier met een groeipercentage van 1219%. Gemene deler van de top drie is het feit dat de betaaloplossingen zich alle drie met name concentreren op snelle mobiele betalingen.
In absolute aantallen is PayPal echter verreweg het populairst. De online betaaloplossing groeide niet hard (12,62%), maar werd wel over de afgelopen 4 jaar maar liefst 293.000 keer per maand gezocht op Google in Nederland.
Over de gemeten periode kromp het aantal zoekopdrachten naar iDEAL met 4.34 procent naar gemiddeld 18.000 zoekopdrachten per maand.
zondag 8 december 2019
Rabobank wordt huisbankier gemeente Amsterdam
De gemeente Amsterdam zegt de samenwerking met ING als huisbankier op, en haalt Rabobank binnen. Het contract geldt voor zeker tien jaar.
ING is meer dan honderd jaar huisbankier van Amsterdam geweest, sinds 1917. Aanvankelijk deed de stad zaken met GemeenteGiro Amsterdam.
Amsterdam waarschuwde ING vorig jaar al dat de bank de rol van huisbankier kon verliezen, onder meer vanwege de grote witwasschikking van 775 miljoen euro die de bank vorig jaar trof. Ook de geplande salarisverhoging van ING-topman Ralph Hamers viel in verkeerde aarde.
ING is meer dan honderd jaar huisbankier van Amsterdam geweest, sinds 1917. Aanvankelijk deed de stad zaken met GemeenteGiro Amsterdam.
Amsterdam waarschuwde ING vorig jaar al dat de bank de rol van huisbankier kon verliezen, onder meer vanwege de grote witwasschikking van 775 miljoen euro die de bank vorig jaar trof. Ook de geplande salarisverhoging van ING-topman Ralph Hamers viel in verkeerde aarde.
zaterdag 7 december 2019
Duizend nepberichten fiscus op één dag
De Belastingdienst waarschuwt voor een explosieve stijging van phishingmails en -sms'jes. De fiscus kreeg afgelopen week honderden meldingen per dag, terwijl dat er normaal slechts enkelen zijn. In de meldingen staat dat de ontvanger een schuld heeft openstaan. De Belastingdienst adviseert mensen om de berichten meteen te verwijderen. 'Wij vragen nooit om betalingen te doen via e-mail of sms.'
vrijdag 6 december 2019
'Banken moeten slachtoffers betaalfraude ruimhartiger compenseren'
Een op de zes consumenten kreeg in 2018 of 2019 te maken met bankfraude of een poging daartoe. Dat blijkt uit een enquête van de Consumentenbond onder meer dan 11.000 panelleden. Bij 276 panelleden werd daadwerkelijk geld afhandig gemaakt. Dergelijke schade vergoeden de banken in de regel, tenzij de klant ‘grof nalatig’ is geweest door bijvoorbeeld zijn bankgegevens te delen met derden. Dat staat in de veiligheidsvoorschriften die alle banken in Nederland hanteren.
Die nalatigheid wordt door banken verschillend geïnterpreteerd. Zo vergoedt de Rabobank wél de schade van een panellid dat via een nep klantenservice geld kwijtraakte. Maar 2 klanten van ING kregen niets vergoed toen ze op dezelfde manier flinke bedragen verloren (€200 en €2500). Een ander lid ging verloor €1500 doordat ze geld overmaakte naar een rekening. Haar dochter had via Whatsapp hierom gevraagd, maar dit bericht bleek nep te zijn. ‘Eigen schuld’ concludeerde haar bank.
Twee anderen werden slachtoffers van QR-fraude waarbij ze waren overgehaald om een QR-code met hun mobiel te scannen om zogenaamd een transactie goed te keuren. Maar de crimineel zette daarmee de mobiel bankieren app op zijn eigen mobiel. De bank, ING, oordeelde dat zij ‘vrijwillig’ toestemming hadden gegeven tot hun bankomgeving en dus nalatig waren geweest. Pas na druk vanuit de media kreeg één van de gedupeerde zijn geld terug. De ander kon fluiten naar zijn geld.
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Criminelen ontfutselen op steeds weer nieuwe en slimmere manieren betaalgegevens van consumenten, zonder dat zij dat in de gaten hebben. Je kunt van consumenten niet verwachten dat ze al die trucs kennen. Ook niet door de voorlichtingscampagnes van de banken. Die zijn uiteraard belangrijk, maar sluiten oplichting niet uit. Wij vinden het de verantwoordelijkheid van banken om ervoor te zorgen dat de verschillende online betaaldiensten veilig te gebruiken zijn. Wij roepen de banken dan ook op om een eenduidig en ruimhartig vergoedingenbeleid te voeren.
Die nalatigheid wordt door banken verschillend geïnterpreteerd. Zo vergoedt de Rabobank wél de schade van een panellid dat via een nep klantenservice geld kwijtraakte. Maar 2 klanten van ING kregen niets vergoed toen ze op dezelfde manier flinke bedragen verloren (€200 en €2500). Een ander lid ging verloor €1500 doordat ze geld overmaakte naar een rekening. Haar dochter had via Whatsapp hierom gevraagd, maar dit bericht bleek nep te zijn. ‘Eigen schuld’ concludeerde haar bank.
Twee anderen werden slachtoffers van QR-fraude waarbij ze waren overgehaald om een QR-code met hun mobiel te scannen om zogenaamd een transactie goed te keuren. Maar de crimineel zette daarmee de mobiel bankieren app op zijn eigen mobiel. De bank, ING, oordeelde dat zij ‘vrijwillig’ toestemming hadden gegeven tot hun bankomgeving en dus nalatig waren geweest. Pas na druk vanuit de media kreeg één van de gedupeerde zijn geld terug. De ander kon fluiten naar zijn geld.
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Criminelen ontfutselen op steeds weer nieuwe en slimmere manieren betaalgegevens van consumenten, zonder dat zij dat in de gaten hebben. Je kunt van consumenten niet verwachten dat ze al die trucs kennen. Ook niet door de voorlichtingscampagnes van de banken. Die zijn uiteraard belangrijk, maar sluiten oplichting niet uit. Wij vinden het de verantwoordelijkheid van banken om ervoor te zorgen dat de verschillende online betaaldiensten veilig te gebruiken zijn. Wij roepen de banken dan ook op om een eenduidig en ruimhartig vergoedingenbeleid te voeren.
donderdag 5 december 2019
DNB renoveert hoofdkantoor
De Nederlandsche Bank heeft het voorlopig ontwerp voor het hoofdkantoor aan het Frederiksplein in Amsterdam vastgesteld. Daarmee breekt een nieuwe fase aan en komt de start van de renovatie in de tweede helft van 2020 een stap dichterbij.
Het DNB-gebouw is na ruim vijftig jaar toe aan een grondige renovatie. Het is technisch op en niet duurzaam. Het hoofdkantoor voldoet na de verbouwing aan alle eisen van wet- en regelgeving en onze ambitie ten aanzien van duurzaamheid en klimaat. Het pand wordt toegankelijk voor publiek en als kennis- en informatiecentrum verbonden met de stad Amsterdam en de Nederlandse samenleving.
Door het goud en geld tijdelijk te huisvesten in het voormalige pand van Joh. Enschedé in Haarlem, is het mogelijk de renovatie van het hoofdkantoor veilig en sneller dan aanvankelijk voorzien uit te voeren. Daardoor kunnen medewerkers, stakeholders en alle geïnteresseerde Nederlanders vanaf 2023 gebruik maken van het vernieuwde, duurzame, toekomstbestendige en meer open gebouw aan het Frederiksplein. De plannen van DNB sluiten aan bij de stedelijke structuurvisie Amsterdam 2040.
Met het vaststellen van het voorlopig ontwerp voor het hoofdkantoor Frederiksplein, kan DNB inzicht geven in het geraamde uitgavenkader. Voor de renovatie, de verhuisbewegingen, de verbouwing en huur van het tijdelijke onderkomen in het Tooropgebouw, extra kosten voor exploitatie, de beveiliging en het programma Huisvesting, is in totaal 320 miljoen euro geraamd. Al die tijd blijft de bedrijfscontinuïteit gewaarborgd.
Voor de verhuizing van de goudkluis en het bankbiljettenbedrijf van DNB is in totaal 200 miljoen geraamd. Dan gaat het om het bouwen van het nieuwe DNB Cashcentrum in Zeist, het verbouwen van het voormalige pand van Joh. Enschedé in Haarlem, het daar tijdelijk huisvesten van goud en geld en alle daarmee samenhangende verhuizingen.
De jaarlijkse huisvestingslasten zijn na de renovatie structureel lager dan dat ze nu zijn. Onderdeel van de huisvestingsstrategie is dat DNB met de renovatie van het hoofdkantoor het huidige pand waarin het DNB Bezoekerscentrum is gehuisvest niet meer nodig heeft. Dit pand wordt verkocht, waarmee een deel van de uitgaven aan de renovatie wordt gecompenseerd. Na de renovatie gebruikt DNB nog maar twee gebouwen waarin de kernactiviteiten worden uitgevoerd: het hoofdkantoor aan het Frederiksplein en het DNB Cashcentrum in Zeist.
Het DNB-gebouw is na ruim vijftig jaar toe aan een grondige renovatie. Het is technisch op en niet duurzaam. Het hoofdkantoor voldoet na de verbouwing aan alle eisen van wet- en regelgeving en onze ambitie ten aanzien van duurzaamheid en klimaat. Het pand wordt toegankelijk voor publiek en als kennis- en informatiecentrum verbonden met de stad Amsterdam en de Nederlandse samenleving.
Door het goud en geld tijdelijk te huisvesten in het voormalige pand van Joh. Enschedé in Haarlem, is het mogelijk de renovatie van het hoofdkantoor veilig en sneller dan aanvankelijk voorzien uit te voeren. Daardoor kunnen medewerkers, stakeholders en alle geïnteresseerde Nederlanders vanaf 2023 gebruik maken van het vernieuwde, duurzame, toekomstbestendige en meer open gebouw aan het Frederiksplein. De plannen van DNB sluiten aan bij de stedelijke structuurvisie Amsterdam 2040.
Met het vaststellen van het voorlopig ontwerp voor het hoofdkantoor Frederiksplein, kan DNB inzicht geven in het geraamde uitgavenkader. Voor de renovatie, de verhuisbewegingen, de verbouwing en huur van het tijdelijke onderkomen in het Tooropgebouw, extra kosten voor exploitatie, de beveiliging en het programma Huisvesting, is in totaal 320 miljoen euro geraamd. Al die tijd blijft de bedrijfscontinuïteit gewaarborgd.
Voor de verhuizing van de goudkluis en het bankbiljettenbedrijf van DNB is in totaal 200 miljoen geraamd. Dan gaat het om het bouwen van het nieuwe DNB Cashcentrum in Zeist, het verbouwen van het voormalige pand van Joh. Enschedé in Haarlem, het daar tijdelijk huisvesten van goud en geld en alle daarmee samenhangende verhuizingen.
De jaarlijkse huisvestingslasten zijn na de renovatie structureel lager dan dat ze nu zijn. Onderdeel van de huisvestingsstrategie is dat DNB met de renovatie van het hoofdkantoor het huidige pand waarin het DNB Bezoekerscentrum is gehuisvest niet meer nodig heeft. Dit pand wordt verkocht, waarmee een deel van de uitgaven aan de renovatie wordt gecompenseerd. Na de renovatie gebruikt DNB nog maar twee gebouwen waarin de kernactiviteiten worden uitgevoerd: het hoofdkantoor aan het Frederiksplein en het DNB Cashcentrum in Zeist.
Kabinet overweegt verbod op cashbetalingen vanaf 3.000 euro
De openbare consultatie van het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen is gestart op maandag 2 december 2019. Met dit plan maken minister Hoekstra van Financiën en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zich hard voor een gezamenlijke aanpak van witwassen. Via deze internetconsultatie kunnen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties reageren.
Het wetsvoorstel bevat grofweg drie maatregelen. De eerste betreft een verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro. Dit verbod geldt voor handelaren (beroeps- of bedrijfsmatige kopers en verkopers van goederen). Zij mogen dit bedrag niet omzeilen via meerdere losse contante betalingen. Hiermee wordt het moeilijker crimineel geld wit te wassen. Criminelen doen dit bijvoorbeeld door dure goederen te kopen. Contant geld wordt vaak gebruikt omdat het moeilijk traceerbaar is, zodat onduidelijk is waar het geld vandaan komt. Zo kunnen criminelen verhullen dat het afkomstig is van criminele activiteiten. Ook België kent een verbod op contant geld van 3.000 euro.
De tweede maatregel maakt mogelijk dat instellingen zoals banken, die een wettelijke plicht hebben om transacties te monitoren, makkelijker gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. Dit maakt gezamenlijke transactiemonitoring mogelijk. Doel van deze maatregel is om crimineel gedrag eerder en beter te signaleren. Criminelen wisselen vaak tussen verschillende instellingen, zodat hun criminele gedrag niet opvalt.
De derde maatregel zorgt ervoor dat instellingen die moeten voldoen aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) informatie met elkaar kunnen delen wanneer er bij hun cliënten tekenen zijn van integriteitsrisico’s. Instellingen moeten voortaan onderzoeken of hun cliënt gebruikt maakt (of eerder gebruik heeft gemaakt) van dienstverlening bij andere instellingen. Wanneer blijkt dat dit het geval is, moeten zij nadere informatie opvragen, waarbij zij verplicht zijn om deze informatie te verstrekken. Hierdoor kunnen criminelen niet langer ongestoord gebruik maken van financiële of andere dienstverlening.
Het wetsvoorstel bevat grofweg drie maatregelen. De eerste betreft een verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro. Dit verbod geldt voor handelaren (beroeps- of bedrijfsmatige kopers en verkopers van goederen). Zij mogen dit bedrag niet omzeilen via meerdere losse contante betalingen. Hiermee wordt het moeilijker crimineel geld wit te wassen. Criminelen doen dit bijvoorbeeld door dure goederen te kopen. Contant geld wordt vaak gebruikt omdat het moeilijk traceerbaar is, zodat onduidelijk is waar het geld vandaan komt. Zo kunnen criminelen verhullen dat het afkomstig is van criminele activiteiten. Ook België kent een verbod op contant geld van 3.000 euro.
De tweede maatregel maakt mogelijk dat instellingen zoals banken, die een wettelijke plicht hebben om transacties te monitoren, makkelijker gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. Dit maakt gezamenlijke transactiemonitoring mogelijk. Doel van deze maatregel is om crimineel gedrag eerder en beter te signaleren. Criminelen wisselen vaak tussen verschillende instellingen, zodat hun criminele gedrag niet opvalt.
De derde maatregel zorgt ervoor dat instellingen die moeten voldoen aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) informatie met elkaar kunnen delen wanneer er bij hun cliënten tekenen zijn van integriteitsrisico’s. Instellingen moeten voortaan onderzoeken of hun cliënt gebruikt maakt (of eerder gebruik heeft gemaakt) van dienstverlening bij andere instellingen. Wanneer blijkt dat dit het geval is, moeten zij nadere informatie opvragen, waarbij zij verplicht zijn om deze informatie te verstrekken. Hierdoor kunnen criminelen niet langer ongestoord gebruik maken van financiële of andere dienstverlening.
42 procent Nederlanders wil meer premie betalen voor aanpak van zorgproblemen
Bijna de helft van de Nederlanders is bereid meer te betalen voor hun maandelijkse zorgverzekeringspremie als de salarissen daardoor omhoog gaan in de zorg óf het personeelstekort in ziekenhuizen of verpleeghuizen opgelost wordt. Ook is de gemiddelde Nederlander in de keuze voor een zorgverzekering erg prijsgedreven. Dat blijkt deze week uit grootschalig onderzoek naar het online afsluiten van een zorgverzekering. Aan de studie van onderzoeksbureau WUA deden in totaal 1.200 consumenten mee.
In totaal geeft 42 procent van de respondenten aan het helemaal eens tot enigszins eens te zijn met de stelling “Ik ben bereid meer te betalen voor mijn zorgverzekering als dat betekent dat de salarissen omhoog gaan in de zorg.” Ook op de stelling “Ik ben bereid meer te betalen als daarmee het personeelstekort in ziekenhuizen en verpleeghuizen opgelost wordt” wordt door bijna de helft positief gereageerd.
Loyaliteit bij verzekeraar minder belangrijk dan lagere premie
Uit het onderzoek blijkt dat de gemiddelde Nederlander in de keuze voor een zorgverzekering erg prijs gedreven is. Bijna 70 procent gaf aan 'Direct over te stappen naar een andere aanbieder bij een lagere premie met dezelfde dekking'.
Naar welke aanbieder men overstapt, is voor een kleine meerderheid van de consumenten in het onderzoek van onderschikt belang (54%). Uit het onderzoek blijkt dat 38 procent bereid is om dit zorgseizoen over te stappen, 28 procent blijft en 35 procent twijfelt nog.
In totaal geeft 42 procent van de respondenten aan het helemaal eens tot enigszins eens te zijn met de stelling “Ik ben bereid meer te betalen voor mijn zorgverzekering als dat betekent dat de salarissen omhoog gaan in de zorg.” Ook op de stelling “Ik ben bereid meer te betalen als daarmee het personeelstekort in ziekenhuizen en verpleeghuizen opgelost wordt” wordt door bijna de helft positief gereageerd.
Loyaliteit bij verzekeraar minder belangrijk dan lagere premie
Uit het onderzoek blijkt dat de gemiddelde Nederlander in de keuze voor een zorgverzekering erg prijs gedreven is. Bijna 70 procent gaf aan 'Direct over te stappen naar een andere aanbieder bij een lagere premie met dezelfde dekking'.
Naar welke aanbieder men overstapt, is voor een kleine meerderheid van de consumenten in het onderzoek van onderschikt belang (54%). Uit het onderzoek blijkt dat 38 procent bereid is om dit zorgseizoen over te stappen, 28 procent blijft en 35 procent twijfelt nog.
woensdag 4 december 2019
Internationale actie tegen moneymules
Bij acties in negenentwintig landen waaronder Nederland zijn in de afgelopen drie maanden 3833 zogeheten money mules geïdentificeerd. Deze vijfde European Money Mule Action (EMMA) werd in samenwerking met de Europese Banken Federatie door Europol en Eurojust gecoördineerd.
In Nederland zijn bij de verschillende acties van september tot en met november 301 money mules geïdentificeerd. Een aantal onderzoeken loopt nog.
Met de oproep ‘Wil je snel en makkelijk geld verdienen? Stuur dan een DM' worden de laatste tijd met name jongeren op social media verleid tot afgeven van hun bankpas, met alle gevolgen van dien, aldus Caroline Sander, teamleider bij de Electronic Crimes Task Force (ECTF) van de Dienst Landelijke Recherche.
De ECTF is een samenwerkingsverband tussen Politie, OM, de Nederlandse grootbanken (ING, Rabobank, ABN Amro, de Volksbank) en International Card Services (ICS) dat zich bezig houdt met het bestrijden van cybercriminaliteit die zich richt op banken en klanten van banken.
In Nederland zijn bij de verschillende acties van september tot en met november 301 money mules geïdentificeerd. Een aantal onderzoeken loopt nog.
Met de oproep ‘Wil je snel en makkelijk geld verdienen? Stuur dan een DM' worden de laatste tijd met name jongeren op social media verleid tot afgeven van hun bankpas, met alle gevolgen van dien, aldus Caroline Sander, teamleider bij de Electronic Crimes Task Force (ECTF) van de Dienst Landelijke Recherche.
De ECTF is een samenwerkingsverband tussen Politie, OM, de Nederlandse grootbanken (ING, Rabobank, ABN Amro, de Volksbank) en International Card Services (ICS) dat zich bezig houdt met het bestrijden van cybercriminaliteit die zich richt op banken en klanten van banken.