ING gaat een negatieve rente rekenen over tegoeden van meer dan 1 miljoen euro. Op het bedrag boven deze grens gaat een negatieve rente van 0,5 procent gelden.
De bank houdt de spaarrente voor vrij opneembare spaarrekeningen tot 100.000 euro op 0,01 procent en volgt daarmee niet het voorbeeld van ABN AMRO. Die verlaagde de spaarrente naar 0 procent.
Er zijn momenteel 6400 ING-rekeningen met meer dan 1 miljoen euro.
De aanpassingen van de rentes hangen samen met het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) gericht op het stimuleren van de economische groei in Europa.
vrijdag 31 januari 2020
Beleggers beginnen jaar goed
Het vertrouwen van beleggers is aan het begin van het nieuwe jaar weer iets verder gestegen: de ING BeleggersBarometer staat in januari op 131 punten t.o.v. 128 punten in december 2019. Beleggers zijn positief over de algemene economische situatie in Nederland en verwachten dat deze positieve trend nog even doorzet. Ook over de eigen beleggingsportefeuille blijven de beleggers positief voor de komende maanden. Voor de AEX verwachten beleggers in april een hoge stand van 617. Ondanks het positieve sentiment denken veel beleggers (40%) nog steeds dat het goede tijd is om vooral te beleggen in minder risicovolle sectoren. Toch zijn er steeds meer beleggers niet zeker of weten of het nu wel of niet een goede tijd is om te beleggen in risicovolle sectoren. Dit percentage steeg significant van 40% in december naar 47% in deze maand.
De helft van de ondervraagde beleggers belegt zelf, vier op de tien belegt in beheer. Het risicoprofiel is voor de meeste beleggers neutraal. Een kwart van de beleggers belegt als aanvulling op het toekomstige inkomen en drie op de tien belegt zonder concreet doel. Meer dan de helft van de beleggingsportefeuilles bestaat uit Nederlandse beleggingen, 18% van de portefeuilles bevat beleggingen in de rest van Europa. Bob Homan, hoofd ING Investment Office: “Deze zogenaamde home bias, de focus op beleggen in de thuismarkt, was in het verleden nog groter, maar is nog steeds onnodig groot. Betere internationale spreiding leidt tot een betere risico/rendement verhouding en buitenlandse beurzen zijn inmiddels ook voor particuliere beleggers goed bereikbaar.”
Een kwart van de beleggers heeft meer beleggingen gekocht dan verkocht. Bijna de helft heeft niet gehandeld in de afgelopen maand. Nederlandse beleggers verwachten dat ASML het meeste rendement zal opleveren in de komende drie maanden, direct gevolgd door Shell. De meeste beurskansen worden verwacht in Nederland, gevolgd door Azië (exclusief Japan). “Ook hier speelt de preferentie voor de thuismarkt een rol. Men heeft het idee dat bedrijven die men kent, meer kansen hebben, maar intussen zijn bedrijven als Apple en Samsung toch ook bedrijven die iedereen kent”, aldus Homan.
Beleggers die verwachten dit jaar minder te gaan werken (15%) zullen dit vooral bekostigen door minder te consumeren (38%), maar ook door minder te sparen (28%) en minder te beleggen (23%). Vier op tien beleggers heeft voor 2020 geen goede voornemens wat betreft hun financiën. Zij die dat wel hebben, denken vooral aan meer sparen (17%) en veel minder aan beleggen (8%). Als het gaat om beleggen dan hebben nog meer beleggers geen goede voornemens (52%). De goede voornemens betreffen vooral een betere spreiding aanbrengen (13%) en meer aandacht aan de portefeuille besteden (12%). Na het goede beleggingsjaar 2019 hebben vier op de tien beleggers de intentie om in 2020 aandelen bij te kopen, waarvan de helft alleen bij een daling van de koersen.
De helft van de ondervraagde beleggers belegt zelf, vier op de tien belegt in beheer. Het risicoprofiel is voor de meeste beleggers neutraal. Een kwart van de beleggers belegt als aanvulling op het toekomstige inkomen en drie op de tien belegt zonder concreet doel. Meer dan de helft van de beleggingsportefeuilles bestaat uit Nederlandse beleggingen, 18% van de portefeuilles bevat beleggingen in de rest van Europa. Bob Homan, hoofd ING Investment Office: “Deze zogenaamde home bias, de focus op beleggen in de thuismarkt, was in het verleden nog groter, maar is nog steeds onnodig groot. Betere internationale spreiding leidt tot een betere risico/rendement verhouding en buitenlandse beurzen zijn inmiddels ook voor particuliere beleggers goed bereikbaar.”
Een kwart van de beleggers heeft meer beleggingen gekocht dan verkocht. Bijna de helft heeft niet gehandeld in de afgelopen maand. Nederlandse beleggers verwachten dat ASML het meeste rendement zal opleveren in de komende drie maanden, direct gevolgd door Shell. De meeste beurskansen worden verwacht in Nederland, gevolgd door Azië (exclusief Japan). “Ook hier speelt de preferentie voor de thuismarkt een rol. Men heeft het idee dat bedrijven die men kent, meer kansen hebben, maar intussen zijn bedrijven als Apple en Samsung toch ook bedrijven die iedereen kent”, aldus Homan.
Beleggers die verwachten dit jaar minder te gaan werken (15%) zullen dit vooral bekostigen door minder te consumeren (38%), maar ook door minder te sparen (28%) en minder te beleggen (23%). Vier op tien beleggers heeft voor 2020 geen goede voornemens wat betreft hun financiën. Zij die dat wel hebben, denken vooral aan meer sparen (17%) en veel minder aan beleggen (8%). Als het gaat om beleggen dan hebben nog meer beleggers geen goede voornemens (52%). De goede voornemens betreffen vooral een betere spreiding aanbrengen (13%) en meer aandacht aan de portefeuille besteden (12%). Na het goede beleggingsjaar 2019 hebben vier op de tien beleggers de intentie om in 2020 aandelen bij te kopen, waarvan de helft alleen bij een daling van de koersen.
Nachtsluiting bankautomaat wordt voortgezet
Banken en Geldmaat handhaven voorlopig de nachtsluiting van geldautomaten (23-7 uur), maar verkorten tussen nu en 1 maart de sluiting (van 2-7 uur) op plaatsen waar dat verantwoord kan. Dit betreft circa honderd geldautomaten waar na 23.00 uur nog wel relatief meer van gebruik werd gemaakt, zoals uitgaansgebieden. Tegelijk werken zij hard aan een structurele oplossing voor het probleem van de plofkraken.
Binnen een aantal maanden komt er een techniek beschikbaar om geld bij een plofkraak onbruikbaar te maken. Dan zal direct met de implementatie van dit systeem worden begonnen. Dit zal enige tijd in beslag nemen. Wij verwachten dat het verantwoord is de nachtsluiting uiterlijk op 31 maart 2021 op te heffen. Sinds de nachtsluiting half december hebben vier plofkraken plaatsgevonden. Banken zijn bezig om samen met gemeenten, de politie en Geldmaat te bepalen waar geldautomaten een risico opleveren voor de veiligheid van omwonenden en welke verplaatst moeten worden. Met de uitvoering wordt in april begonnen. Geldmaat legt hiervoor de benodigde contacten.
Zoals bekend, heeft de nachtsluiting beperkte gevolgen voor de goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van contant geld. Minder dan 2 procent van alle geldopnamen bij automaten die buiten staan, gebeurden ’s nachts. Dit percentage valt nog eens lager uit (naar schatting 1,5 procent) door de verkorte nachtsluiting bij circa 100 geldautomaten. De eventuele hinder die mensen van de nachtsluiting ondervinden, wordt daarmee tot het minimum beperkt.
Het totale aantal plofkraken in 2019 was 71 (het totale aantal aanvallen op geldautomaten was 83). Uit een peiling van onderzoeksbureau Kantar blijkt dat vrijwel alle Nederlanders begrip hebben voor de nachtsluiting van geldautomaten. Bijna iedereen weet dat veiligheid en plofkraken de belangrijkste reden zijn dat geldautomaten ‘s nachts gesloten zijn.
Binnen een aantal maanden komt er een techniek beschikbaar om geld bij een plofkraak onbruikbaar te maken. Dan zal direct met de implementatie van dit systeem worden begonnen. Dit zal enige tijd in beslag nemen. Wij verwachten dat het verantwoord is de nachtsluiting uiterlijk op 31 maart 2021 op te heffen. Sinds de nachtsluiting half december hebben vier plofkraken plaatsgevonden. Banken zijn bezig om samen met gemeenten, de politie en Geldmaat te bepalen waar geldautomaten een risico opleveren voor de veiligheid van omwonenden en welke verplaatst moeten worden. Met de uitvoering wordt in april begonnen. Geldmaat legt hiervoor de benodigde contacten.
Zoals bekend, heeft de nachtsluiting beperkte gevolgen voor de goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van contant geld. Minder dan 2 procent van alle geldopnamen bij automaten die buiten staan, gebeurden ’s nachts. Dit percentage valt nog eens lager uit (naar schatting 1,5 procent) door de verkorte nachtsluiting bij circa 100 geldautomaten. De eventuele hinder die mensen van de nachtsluiting ondervinden, wordt daarmee tot het minimum beperkt.
Het totale aantal plofkraken in 2019 was 71 (het totale aantal aanvallen op geldautomaten was 83). Uit een peiling van onderzoeksbureau Kantar blijkt dat vrijwel alle Nederlanders begrip hebben voor de nachtsluiting van geldautomaten. Bijna iedereen weet dat veiligheid en plofkraken de belangrijkste reden zijn dat geldautomaten ‘s nachts gesloten zijn.
donderdag 30 januari 2020
Camiel Kuiper (Buddy Payment): Helpende hand voor mensen met schulden
In Nederland worstelen veel mensen met schulden. Het gaat om zulke grote aantallen dat lang niet iedereen persoonlijk geholpen kan worden. Buddy Payment wil een oplossing bieden door ervoor te zorgen dat mensen minder snel in de problemen komen. Via de Buddy app worden je vaste lasten apart gezet. Daardoor zie je direct welk bedrag je nog over hebt om te besteden. Daarnaast geeft de app een seintje wanneer er dingen veranderen in je inkomen.
Beleggingsapp haalt bijna 3 miljoen euro op
Het Haarlemse bedrijf RevenYOU heeft bijna 3 miljoen euro opgehaald voor zijn beleggingsapp die werkt met kunstmatige intelligentie en bots.
Voor de juiste voorspellingen worden gegevens verzameld omtrent consumtentenvertrouwen, rente, koopkrachtgroei, investeringstrends, beursvertrouwen en nog honderden andere factoren. De inspiratie komt van bedrijven als IMC, Optiver, JP Morgan en Goldman Sachs. Die doen niets anders dan algoritmisch beleggen.
De app is nog in ‘beta’. De Europese lancering is gepland voor eind 2020. In deze fase worden niet meer dan 10.000 gebruikers toegelaten. Het grootste deel van de 3 miljoen gaat naar het verbeteren van de techniek.
'Meedoen is op eigen risico, de enkele ‘beleggingsbots’ die nu op de app staan deden ongeveer 15% in slechts 1 week, dat is hoog, maar toch raden wij aan met kleine bedragen te werken,' stelt CEO Michiel Stokman.
Voor de juiste voorspellingen worden gegevens verzameld omtrent consumtentenvertrouwen, rente, koopkrachtgroei, investeringstrends, beursvertrouwen en nog honderden andere factoren. De inspiratie komt van bedrijven als IMC, Optiver, JP Morgan en Goldman Sachs. Die doen niets anders dan algoritmisch beleggen.
De app is nog in ‘beta’. De Europese lancering is gepland voor eind 2020. In deze fase worden niet meer dan 10.000 gebruikers toegelaten. Het grootste deel van de 3 miljoen gaat naar het verbeteren van de techniek.
'Meedoen is op eigen risico, de enkele ‘beleggingsbots’ die nu op de app staan deden ongeveer 15% in slechts 1 week, dat is hoog, maar toch raden wij aan met kleine bedragen te werken,' stelt CEO Michiel Stokman.
Banken: Beeld Financieringsmonitor ‘Bemoedigend’
Het aandeel ondernemers dat een banklening overweegt neemt toe. In 2019 oriënteerde 70 procent van de ondernemers met een financieringsbehoefte zich op een banklening, tegen 62 procent in 2018. Ondernemers die financiering aanvragen slagen daar in de meeste gevallen ook in.
Adviseur Zakelijke Dienstverlening bij de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Geert Gladdines: “Het is voor ondernemend Nederland en banken een bemoedigend rapport. De meeste bevindingen van het CBS zijn voor de banken herkenbaar. Banken zijn en blijven immers de grootste financiers van het mkb en zij zien de financiering van ondernemers als één van hun kerntaken”.
Van alle financieringsaanvragen door het mkb wordt 84% geheel of gedeeltelijk toegewezen. Bij micro bedrijven ligt de slagingskans op 81%. Een percentage van 20% van het mkb geeft aan een externe financieringsbehoefte te hebben. Ondernemers zien toegang tot financiering als één van de minst urgente uitdagingen. Wanneer gevraagd naar uitdagingen die ondernemers tegenkomen in de bedrijfsvoering benoemt slechts 17% financiering als een belemmering. Daar staat tegenover dat ruim 45% van de ondervraagde ondernemers aangeeft problemen te ondervinden het behouden of aantrekken van personeel. Ook uitdagingen rondom regelgeving, concurrentie en kosten voor de bedrijfsvoering worden op dit moment als groter probleem ervaren dan financiering. Deze cijfers blijken uit de Financieringsmonitor over het jaar 2019, die het CBS op 28 januari 2020 publiceerde.
In de Financieringsmonitor komt duidelijk naar voren dat ondernemers hun zoektocht naar financiering vaak starten bij hun bank. Redenen daarvoor zijn de relatie met de huisbank en de bekendheid van dit financieringskanaal. Beide redenen worden door de meer dan de helft van de ondernemer genoemd. Verder geeft een kwart van de ondernemers aan dat de betrouwbaarheid van banken een reden is om deze vorm van financiering te overwegen.
“De bankensector heeft zich in de afgelopen jaren ingespannen om het vertrouwen tussen ondernemers en banken te verbeteren. De Gedragscode Kleinzakelijke Financiering is op 1 juli 2018 van start gegaan. Onlangs is over deze Gedragscode het tweede monitoringsrapport verschenen. Uit dat rapport kwam naar voren dat de klanttevredenheid van klanten en de dienstverlening door banken aan ondernemers zijn verbeterd”, aldus Geert Gladdines van de NVB.
Het beeld dat het CBS schetst met de Financieringsmonitor past bij de stand van de economie. Veel ondernemers zijn winstgevend en kunnen investeringen financieren uit eigen middelen en de overgrote meerderheid van de bedrijven krijgt de financiering waarnaar wordt gezocht. Het laat wel onverlet dat er deelsegmenten zijn die nog steeds lastig aan financiering komen, zoals starters en innovatieve ondernemingen. Het is ook belangrijk om de stand van de conjunctuur in ogenschouw te nemen. Bedrijven zijn op dit moment in staat om te financieren vanuit ingehouden winst en bouwen buffers op. Dit is een gezonde ontwikkeling.
Buiten bancaire vormen van financiering, via een lening of een rekening courant krediet, groeien ook andere vormen van financiering snel. Met name equipment lease, factoring en private equity nemen in volume toe. Ook crowdfunding maakt een snelle groei door, maar is qua omvang van het volume nog beperkt.
Adviseur Zakelijke Dienstverlening bij de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Geert Gladdines: “Het is voor ondernemend Nederland en banken een bemoedigend rapport. De meeste bevindingen van het CBS zijn voor de banken herkenbaar. Banken zijn en blijven immers de grootste financiers van het mkb en zij zien de financiering van ondernemers als één van hun kerntaken”.
Van alle financieringsaanvragen door het mkb wordt 84% geheel of gedeeltelijk toegewezen. Bij micro bedrijven ligt de slagingskans op 81%. Een percentage van 20% van het mkb geeft aan een externe financieringsbehoefte te hebben. Ondernemers zien toegang tot financiering als één van de minst urgente uitdagingen. Wanneer gevraagd naar uitdagingen die ondernemers tegenkomen in de bedrijfsvoering benoemt slechts 17% financiering als een belemmering. Daar staat tegenover dat ruim 45% van de ondervraagde ondernemers aangeeft problemen te ondervinden het behouden of aantrekken van personeel. Ook uitdagingen rondom regelgeving, concurrentie en kosten voor de bedrijfsvoering worden op dit moment als groter probleem ervaren dan financiering. Deze cijfers blijken uit de Financieringsmonitor over het jaar 2019, die het CBS op 28 januari 2020 publiceerde.
In de Financieringsmonitor komt duidelijk naar voren dat ondernemers hun zoektocht naar financiering vaak starten bij hun bank. Redenen daarvoor zijn de relatie met de huisbank en de bekendheid van dit financieringskanaal. Beide redenen worden door de meer dan de helft van de ondernemer genoemd. Verder geeft een kwart van de ondernemers aan dat de betrouwbaarheid van banken een reden is om deze vorm van financiering te overwegen.
“De bankensector heeft zich in de afgelopen jaren ingespannen om het vertrouwen tussen ondernemers en banken te verbeteren. De Gedragscode Kleinzakelijke Financiering is op 1 juli 2018 van start gegaan. Onlangs is over deze Gedragscode het tweede monitoringsrapport verschenen. Uit dat rapport kwam naar voren dat de klanttevredenheid van klanten en de dienstverlening door banken aan ondernemers zijn verbeterd”, aldus Geert Gladdines van de NVB.
Het beeld dat het CBS schetst met de Financieringsmonitor past bij de stand van de economie. Veel ondernemers zijn winstgevend en kunnen investeringen financieren uit eigen middelen en de overgrote meerderheid van de bedrijven krijgt de financiering waarnaar wordt gezocht. Het laat wel onverlet dat er deelsegmenten zijn die nog steeds lastig aan financiering komen, zoals starters en innovatieve ondernemingen. Het is ook belangrijk om de stand van de conjunctuur in ogenschouw te nemen. Bedrijven zijn op dit moment in staat om te financieren vanuit ingehouden winst en bouwen buffers op. Dit is een gezonde ontwikkeling.
Buiten bancaire vormen van financiering, via een lening of een rekening courant krediet, groeien ook andere vormen van financiering snel. Met name equipment lease, factoring en private equity nemen in volume toe. Ook crowdfunding maakt een snelle groei door, maar is qua omvang van het volume nog beperkt.
woensdag 29 januari 2020
Acht van de tien iDEAL-betaling eind 2019 via mobiele app
In 2019 werden nog maar 8,7 miljoen papieren acceptgiro’s verwerkt, ruim 21 procent minder dan een jaar eerder. Meer dan negen van de tien gedrukte acceptgiro’s worden overgetikt in mobiel bankieren of internetbankieren en daarna weggegooid.
In december 2019 werd 82,4 procent van alle iDEAL-betalingen via de mobiele apps van banken uitgevoerd. Een jaar eerder was dat nog 69,5 procent.
In totaal werd er afgelopen jaar 667 miljoen keer met iDEAL afgerekend (voor 53,4 miljard euro), een toename van 27 procent ten opzichte van 2018. Ruim een op de vijf iDEAL-betalingen was voor mobiele betaalverzoeken tussen consumenten (22 procent).
In december 2019 werd 82,4 procent van alle iDEAL-betalingen via de mobiele apps van banken uitgevoerd. Een jaar eerder was dat nog 69,5 procent.
In totaal werd er afgelopen jaar 667 miljoen keer met iDEAL afgerekend (voor 53,4 miljard euro), een toename van 27 procent ten opzichte van 2018. Ruim een op de vijf iDEAL-betalingen was voor mobiele betaalverzoeken tussen consumenten (22 procent).
Olaf Sleijpen voorgedragen voor benoeming tot directeur De Nederlandsche Bank
Prof. dr. Olaf Sleijpen is voorgedragen voor benoeming tot lid van de directie van De Nederlandsche Bank (DNB). Hij is momenteel divisiedirecteur bij DNB en wordt in zijn nieuwe functie verantwoordelijk voor de portefeuille Monetaire Zaken. De benoeming gaat in per 1 februari en geldt voor de duur van 7 jaar.
Op aanbevelen van de raad van commissarissen van DNB heeft minister Hoekstra van Financiën Sleijpen voorgedragen voor benoeming bij koninklijk besluit. Sleijpen neemt de portefeuille waar voor Job Swank, die wegens langdurige ziekte sinds juni vorig jaar zijn functie als directielid niet kan uitoefenen.
Sleijpen (1970), divisiedirecteur Toezicht Verzekeraars (2018 – heden) bij DNB en hoogleraar Europees economisch beleid aan de Universiteit Maastricht, heeft een lange staat van dienst binnen de financiële sector. Zowel publiek als privaat bekleedde hij verschillende managementfuncties, waarvan de laatste negen jaar als divisiedirecteur bij DNB. Daarvoor had hij managementfuncties bij pensioenuitvoerder APG en pensioenfonds ABP. Tussen 2001 en 2004 was Sleijpen adviseur van Wim Duisenberg bij de Europese Centrale Bank. Sleijpen studeerde economie aan de Universiteit Maastricht, en promoveerde in de macro-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De raad van commissarissen van DNB heeft verzocht om een uitzondering op de WNT. De ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben, na behandeling in de ministerraad, besloten dit verzoek te honoreren vanwege de benodigde kennis en ervaring waarover Sleijpen beschikt.
Op aanbevelen van de raad van commissarissen van DNB heeft minister Hoekstra van Financiën Sleijpen voorgedragen voor benoeming bij koninklijk besluit. Sleijpen neemt de portefeuille waar voor Job Swank, die wegens langdurige ziekte sinds juni vorig jaar zijn functie als directielid niet kan uitoefenen.
Sleijpen (1970), divisiedirecteur Toezicht Verzekeraars (2018 – heden) bij DNB en hoogleraar Europees economisch beleid aan de Universiteit Maastricht, heeft een lange staat van dienst binnen de financiële sector. Zowel publiek als privaat bekleedde hij verschillende managementfuncties, waarvan de laatste negen jaar als divisiedirecteur bij DNB. Daarvoor had hij managementfuncties bij pensioenuitvoerder APG en pensioenfonds ABP. Tussen 2001 en 2004 was Sleijpen adviseur van Wim Duisenberg bij de Europese Centrale Bank. Sleijpen studeerde economie aan de Universiteit Maastricht, en promoveerde in de macro-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De raad van commissarissen van DNB heeft verzocht om een uitzondering op de WNT. De ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben, na behandeling in de ministerraad, besloten dit verzoek te honoreren vanwege de benodigde kennis en ervaring waarover Sleijpen beschikt.
dinsdag 28 januari 2020
Meer dan 3 miljard contactloze betalingen in 2019
In totaal werden er 4,74 miljard elektronische betalingen aan de toonbank uitgevoerd (voor 119 miljard euro), 8,5 procent meer dan een jaar eerder. Aan het slot van het jaar was 69 procent van alle elektronische betalingen aan de kassa contactloos. Een jaar eerder was dat nog 56 procent.
Het aandeel betalingen met bankpassen, creditkaarten, smartphones en wearables aan de kassa liep in 2019 op tot 67 procent, van 63 procent in 2018. Retourpinnen aan de kassa is afgelopen jaar ook sterk toegenomen, met ruim 44 procent ten opzichte van 2018, naar 6,16 miljoen transacties, voor 310 miljoen euro.
Vanaf de uitrol van Instant Payments in de loop van 2019, werden 201 miljoen onmiddellijke overboekingen verwerkt. Bijna alle gewone enkelvoudige binnenlandse overboekingen via internetbankieren of mobiel bankieren zijn inmiddels Instant Payments en staan binnen enkele seconden op de betaalrekening van de ontvanger. Instant Payments worden ook ‘s nachts, in het weekend en op feestdagen razendsnel uitgevoerd en ook als de ontvanger bij een andere bank dan de verzender zit.
De zeven Nederlandse banken die Instant Payments aanbieden, verwerkten op de topdag bijna 2 miljoen onmiddellijke overboekingen. Instant Payments werden binnen een paar maanden de nieuwe norm voor gewone binnenlandse overboekingen.
De algemene veiligheid van digitaal bankieren en betalen kreeg vorig jaar van consumenten een rapportcijfer van 7,7, net als bij een eerder onderzoek in 2017. Het rapportcijfer voor contactloos betalen steeg echter van 6,5 naar 7,9 voor contactloos betalen met een bankpas of creditkaart en naar 7,2 voor contactloos betalen met een smartphone.
Het aandeel betalingen met bankpassen, creditkaarten, smartphones en wearables aan de kassa liep in 2019 op tot 67 procent, van 63 procent in 2018. Retourpinnen aan de kassa is afgelopen jaar ook sterk toegenomen, met ruim 44 procent ten opzichte van 2018, naar 6,16 miljoen transacties, voor 310 miljoen euro.
Vanaf de uitrol van Instant Payments in de loop van 2019, werden 201 miljoen onmiddellijke overboekingen verwerkt. Bijna alle gewone enkelvoudige binnenlandse overboekingen via internetbankieren of mobiel bankieren zijn inmiddels Instant Payments en staan binnen enkele seconden op de betaalrekening van de ontvanger. Instant Payments worden ook ‘s nachts, in het weekend en op feestdagen razendsnel uitgevoerd en ook als de ontvanger bij een andere bank dan de verzender zit.
De zeven Nederlandse banken die Instant Payments aanbieden, verwerkten op de topdag bijna 2 miljoen onmiddellijke overboekingen. Instant Payments werden binnen een paar maanden de nieuwe norm voor gewone binnenlandse overboekingen.
De algemene veiligheid van digitaal bankieren en betalen kreeg vorig jaar van consumenten een rapportcijfer van 7,7, net als bij een eerder onderzoek in 2017. Het rapportcijfer voor contactloos betalen steeg echter van 6,5 naar 7,9 voor contactloos betalen met een bankpas of creditkaart en naar 7,2 voor contactloos betalen met een smartphone.
Geld lenen kost ijs
Investeren in een groeiende onderneming is niet zonder risico’s. Tegenover dit risico wordt vaak een flink rendement gezet. Rendementen lopen op sommige crowdfunding platformen op tot wel 8 procent.
In samenwerking met CrowdAboutNow kiezen de ondernemers van onderneming IJsbaart voor een renteloze lening. Hiermee beperken zij zich bewust tot een groep investeerders die oprecht in hun onderneming en product geïnteresseerd zijn.
Sinds 2017 maken Tijn Baart, Levi Baart en Stefan Wijdenes, de ondernemers van IJsbaart, ijs. Elke zomer komen ze met een nieuw assortiment waarmee ze de afgelopen jaren flink gegroeid zijn. Voor aankomende zomer zetten ze ook weer in op een flinke groei: 250.000 ijsjes willen ze verkopen. Om deze groei aan te kunnen moet er een extra productiemachine worden aangeschaft. Voor de financiering zijn zij een campagne gestart op CrowdAboutNow. In plaats van geld wordt het rendement van deze lening uitbetaald in ijs.
“We betalen uit in ijs en organiseren een evenement aan het einde van het seizoen. Tijdens het evenement kunnen wij onze investeerders ontmoeten, en de investeerders elkaar. Dat is niet alleen heel erg leuk, het is ook een mooi moment om terug te blikken op het seizoen en hen persoonlijk te vertellen wat we met hun geld allemaal gedaan hebben. Zo halen we de anonimiteit weg en betrekken we hen echt bij onze onderneming, dat vinden we tof”, aldus Stefan Wijdenes.
De campagne is de eerste renteloze lening op het platform. De bijzondere financieringscampagne past goed binnen de tijdsgeest waarin niet financieel rendement maar waarde steeds meer centraal komt te staan, vindt Mark Laagewaard, CEO van CrowdAboutNow: “Wij zien een groeiende groep ondernemers die niet zitten te wachten op anonieme beleggers in hun onderneming. Daar past de renteloze lening perfect bij, want investeerders krijgen er geen financieel rendement, maar een dienst of product, zoals ijs, voor terug. Best waardevol in de zomermaanden.”
In samenwerking met CrowdAboutNow kiezen de ondernemers van onderneming IJsbaart voor een renteloze lening. Hiermee beperken zij zich bewust tot een groep investeerders die oprecht in hun onderneming en product geïnteresseerd zijn.
Sinds 2017 maken Tijn Baart, Levi Baart en Stefan Wijdenes, de ondernemers van IJsbaart, ijs. Elke zomer komen ze met een nieuw assortiment waarmee ze de afgelopen jaren flink gegroeid zijn. Voor aankomende zomer zetten ze ook weer in op een flinke groei: 250.000 ijsjes willen ze verkopen. Om deze groei aan te kunnen moet er een extra productiemachine worden aangeschaft. Voor de financiering zijn zij een campagne gestart op CrowdAboutNow. In plaats van geld wordt het rendement van deze lening uitbetaald in ijs.
“We betalen uit in ijs en organiseren een evenement aan het einde van het seizoen. Tijdens het evenement kunnen wij onze investeerders ontmoeten, en de investeerders elkaar. Dat is niet alleen heel erg leuk, het is ook een mooi moment om terug te blikken op het seizoen en hen persoonlijk te vertellen wat we met hun geld allemaal gedaan hebben. Zo halen we de anonimiteit weg en betrekken we hen echt bij onze onderneming, dat vinden we tof”, aldus Stefan Wijdenes.
De campagne is de eerste renteloze lening op het platform. De bijzondere financieringscampagne past goed binnen de tijdsgeest waarin niet financieel rendement maar waarde steeds meer centraal komt te staan, vindt Mark Laagewaard, CEO van CrowdAboutNow: “Wij zien een groeiende groep ondernemers die niet zitten te wachten op anonieme beleggers in hun onderneming. Daar past de renteloze lening perfect bij, want investeerders krijgen er geen financieel rendement, maar een dienst of product, zoals ijs, voor terug. Best waardevol in de zomermaanden.”
ING brengt beleggingen klanten onder in ING Select Fund
Steeds meer mensen beleggen een deel van hun vermogen. ING optimaliseert nu de dienstverlening op het gebied van vermogensbeheer door te gaan beleggen via het ING Select Fund, exclusief opgericht voor ING klanten. Tot april beheert ING voor het grootste deel van haar klanten beleggingsfondsen van externe fondsbeheerders in de portefeuille. In de nieuwe situatie doet ING dat vanuit een ING Select Fund. Daarnaast vervangt ING een belangrijk deel van de beleggingsfondsen door individuele aandelen en obligaties. Door deze veranderingen kan ING sneller inspelen op veranderende marktomstandigheden en de portefeuilles van haar klanten beter beheren. Doordat het vermogensbeheer hiermee efficiënter wordt, bereikt ING ook een kostenbesparing. Dat leidt voor vrijwel alle beleggingsklanten tot lagere kosten.
Bob Homan, hoofd ING Investment Office: “Veel mensen zijn op zoek naar een gespreide vermogensopbouw. Beleggen is dan vaak een goede optie. Een groot en belangrijk deel van onze beleggingsklanten belegt al bij ons via vermogensbeheer. Doordat we nu de overstap maken naar ons eigen ING Select Fund, bieden we combinaties van fondsen, aandelen en obligaties. De afgelopen 10 jaar hebben de door ING beheerde portefeuilles met individuele aandelen en obligaties beter gepresteerd dan portefeuilles met daarin alleen beleggingsfondsen. We verwachten deze resultaten door te trekken. Verder kunnen we met het ING Select Fund nog sneller inspelen op veranderingen in de markt en worden de titels in de portefeuille herkenbaarder voor de klant. Het aandeel Apple spreekt nu eenmaal meer tot de verbeelding dan een IT-fonds.”
Door het directer en efficiënter inrichten van het beheer en de operationele processen sterk te vereenvoudigen, dalen de kosten. ING zal daardoor de totale beleggingskosten voor bijna al haar klanten die beleggen via het ING Select Fund verlagen.
De overstap wordt in het eerste halfjaar van 2020 gefaseerd doorgevoerd en klanten worden persoonlijk op de hoogte gebracht wanneer er voor hen iets wijzigt in de dienstverlening. Klanten die zijn overgezet naar het ING Select Fund kunnen voortaan op elk moment geld opnemen of inleggen. Dat is nu niet het geval. In hun persoonlijke overzicht zien klanten exact de verdeling in percentages van alle beleggingen waarmee het ING Select Fund is samengesteld. De invulling van het ING Select Fund blijft in lijn met het risicoprofiel en de beleggingsstrategie van de klant.
Bob Homan, hoofd ING Investment Office: “Veel mensen zijn op zoek naar een gespreide vermogensopbouw. Beleggen is dan vaak een goede optie. Een groot en belangrijk deel van onze beleggingsklanten belegt al bij ons via vermogensbeheer. Doordat we nu de overstap maken naar ons eigen ING Select Fund, bieden we combinaties van fondsen, aandelen en obligaties. De afgelopen 10 jaar hebben de door ING beheerde portefeuilles met individuele aandelen en obligaties beter gepresteerd dan portefeuilles met daarin alleen beleggingsfondsen. We verwachten deze resultaten door te trekken. Verder kunnen we met het ING Select Fund nog sneller inspelen op veranderingen in de markt en worden de titels in de portefeuille herkenbaarder voor de klant. Het aandeel Apple spreekt nu eenmaal meer tot de verbeelding dan een IT-fonds.”
Door het directer en efficiënter inrichten van het beheer en de operationele processen sterk te vereenvoudigen, dalen de kosten. ING zal daardoor de totale beleggingskosten voor bijna al haar klanten die beleggen via het ING Select Fund verlagen.
De overstap wordt in het eerste halfjaar van 2020 gefaseerd doorgevoerd en klanten worden persoonlijk op de hoogte gebracht wanneer er voor hen iets wijzigt in de dienstverlening. Klanten die zijn overgezet naar het ING Select Fund kunnen voortaan op elk moment geld opnemen of inleggen. Dat is nu niet het geval. In hun persoonlijke overzicht zien klanten exact de verdeling in percentages van alle beleggingen waarmee het ING Select Fund is samengesteld. De invulling van het ING Select Fund blijft in lijn met het risicoprofiel en de beleggingsstrategie van de klant.
Substantieel deel van Nederlandse gezinnen financieel kwetsbaar
Een deel van de Nederlandse bevolking kan zich financieel weinig tegenslag veroorloven. Nieuw DNB-onderzoek laat zien dat een op de zeven Nederlanders niet in staat is om 2000 euro op te brengen in het geval van een financiële noodzaak. Huurders, alleenstaanden met kinderen, en personen die rood staan op betaalrekeningen zijn aanzienlijk vaker financieel kwetsbaar.
Een enquête die representatief is voor de Nederlandse bevolking, laat zien dat niet iedereen voldoende geld achter de hand heeft om onverwachte noodzakelijke uitgaven direct te kunnen betalen. 6 op de 7 respondenten geeft aan zeker wel of waarschijnlijk wel in staat te zijn binnen een maand 2000 euro bij elkaar te krijgen als zij voor een onverwachte uitgave staan.
Hoewel 2000 euro relatief bescheiden is vergeleken met de adviesbedragen voor een reservepotje van bijvoorbeeld het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), verwacht een op de zeven Nederlanders daarentegen niet of waarschijnlijk niet in staat te zijn om dit bedrag binnen een maand bij elkaar te krijgen. Ruim meer dan de helft van deze groep geeft aan niet eens in staat te zijn om 500 euro bij elkaar te brengen. Voor een alleenstaande zonder kinderen in een huurwoning komt het Nibud-advies al snel neer op een financiële buffer van minimaal enkele duizenden euro.
Voor bijvoorbeeld woningeigenaren, autobezitters of huishoudens met kinderen worden hogere bedragen geadviseerd. Terwijl de enquête die ten grondslag ligt aan het onderzoek een paar jaar geleden is gehouden, bevestigen recente metingen voor Nederland dat een substantieel deel van de Nederlanders financieel kwetsbaar is. Het DNB-onderzoek biedt meerwaarde door inzicht te geven in hoe Nederlanders bij een onverwachte gebeurtenis de benodigde financiële middelen bij elkaar krijgen, door kwetsbare groepen te identificeren en door in te gaan op de rol van kennis voor financiële kwetsbaarheid.
Een enquête die representatief is voor de Nederlandse bevolking, laat zien dat niet iedereen voldoende geld achter de hand heeft om onverwachte noodzakelijke uitgaven direct te kunnen betalen. 6 op de 7 respondenten geeft aan zeker wel of waarschijnlijk wel in staat te zijn binnen een maand 2000 euro bij elkaar te krijgen als zij voor een onverwachte uitgave staan.
Hoewel 2000 euro relatief bescheiden is vergeleken met de adviesbedragen voor een reservepotje van bijvoorbeeld het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), verwacht een op de zeven Nederlanders daarentegen niet of waarschijnlijk niet in staat te zijn om dit bedrag binnen een maand bij elkaar te krijgen. Ruim meer dan de helft van deze groep geeft aan niet eens in staat te zijn om 500 euro bij elkaar te brengen. Voor een alleenstaande zonder kinderen in een huurwoning komt het Nibud-advies al snel neer op een financiële buffer van minimaal enkele duizenden euro.
Voor bijvoorbeeld woningeigenaren, autobezitters of huishoudens met kinderen worden hogere bedragen geadviseerd. Terwijl de enquête die ten grondslag ligt aan het onderzoek een paar jaar geleden is gehouden, bevestigen recente metingen voor Nederland dat een substantieel deel van de Nederlanders financieel kwetsbaar is. Het DNB-onderzoek biedt meerwaarde door inzicht te geven in hoe Nederlanders bij een onverwachte gebeurtenis de benodigde financiële middelen bij elkaar krijgen, door kwetsbare groepen te identificeren en door in te gaan op de rol van kennis voor financiële kwetsbaarheid.
maandag 27 januari 2020
'eHerkenning niet verplichten voor belastingaangifte'
MKB-Nederland en VNO-NCW zijn voorstander van een veilig digitaal paspoort om zaken mee te doen met de overheid, en eHerkenning is daar een goede en veilige methode voor. Het kan echter niet zo zijn dat ondernemers verplicht zijn die als enige mogelijkheid te gebruiken bij hun belastingaangifte, zeggen de ondernemersorganisaties.
De Belastingdienst verplicht ondernemers per 1 februari om gebruik te maken van e-herkenning, een digitale sleutel, voor hun belastingaangifte. Dat is nieuw, voorheen konden bv-ondernemers nog inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord. Sommige ondernemers gebruiken ook DigiD of doen aangifte via hun accountant. Een deel van de ondernemers moet straks bij een van de zes door de overheid aangewezen commerciële aanbieders een account aanvragen. Dit kost zo'n 40 euro per jaar. Wie dit niet doet, riskeert een boete die kan oplopen tot honderden euro's.
Inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord is geen veilige vertrouwde methode. Een digitale sleutel draagt wel bij aan vertrouwd zaken doen met de overheid. MKB-Nederland en VNO-NCW zijn daarom voorstander van eHerkenning. In Nederland hebben al 400.000 ondernemers eHerkenning. Maar, stellen de organisaties, dit kan geen verplichting zijn voor iedereen en in alle gevallen. Ondernemers moeten als alternatief ook op papier aangifte kunnen blijven doen. En ondernemers die DigiD gebruiken voor hun aangifte, zoals eenmanszaken, moeten dat ook kunnen blijven doen. Dit is immers ook veilig.
Ondernemers die eHerkenning aanschaffen voor de belastingaangifte, zullen bovendien gecompenseerd moeten worden voor die aankoop, vinden MKB-Nederland en VNO-NCW. Het gaat dan om zo’n 40 euro per jaar, en dat kan eenvoudig verrekend worden met de aangifte.
De Belastingdienst verplicht ondernemers per 1 februari om gebruik te maken van e-herkenning, een digitale sleutel, voor hun belastingaangifte. Dat is nieuw, voorheen konden bv-ondernemers nog inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord. Sommige ondernemers gebruiken ook DigiD of doen aangifte via hun accountant. Een deel van de ondernemers moet straks bij een van de zes door de overheid aangewezen commerciële aanbieders een account aanvragen. Dit kost zo'n 40 euro per jaar. Wie dit niet doet, riskeert een boete die kan oplopen tot honderden euro's.
Inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord is geen veilige vertrouwde methode. Een digitale sleutel draagt wel bij aan vertrouwd zaken doen met de overheid. MKB-Nederland en VNO-NCW zijn daarom voorstander van eHerkenning. In Nederland hebben al 400.000 ondernemers eHerkenning. Maar, stellen de organisaties, dit kan geen verplichting zijn voor iedereen en in alle gevallen. Ondernemers moeten als alternatief ook op papier aangifte kunnen blijven doen. En ondernemers die DigiD gebruiken voor hun aangifte, zoals eenmanszaken, moeten dat ook kunnen blijven doen. Dit is immers ook veilig.
Ondernemers die eHerkenning aanschaffen voor de belastingaangifte, zullen bovendien gecompenseerd moeten worden voor die aankoop, vinden MKB-Nederland en VNO-NCW. Het gaat dan om zo’n 40 euro per jaar, en dat kan eenvoudig verrekend worden met de aangifte.
Nederlandse banken betaalden in 2019 630 miljoen euro aan ECB voor negatieve depositorente
Nederland betaalt na Duitsland en Frankrijk het meest aan de Europese Centrale Bank (ECB) als het gaat om negatieve depositorente. De Nederlandse banken zijn goed voor 12,1 procent van alle negatieve rentelasten van de ECB. Zij hebben sinds 2016 3 miljard euro aan de ECB betaald over hun liquiditeitsoverschot. Dat blijkt uit een analyse dat het fintech-bedrijf Deposit Solutions presenteert ter gelegenheid van het World Economic Forum in Davos, Zwitserland.
De ECB verlaagde in oktober 2019 de rente op deposito's voor banken naar -0,5 procent. Tegelijkertijd kwam er een nieuwe, gestaffelde rente, waardoor deposito-overschotten, die hoger zijn dan zes keer de minimumreserve van een bank, worden uitgesloten van negatieve rente. Deposit Solutions onderzocht in zijn analyse deze nieuwe regels en laat voor het eerst zien hoe de veranderingen in het monetaire beleid van de ECB de negatieve rentebetalingen van de banken concreet zullen beïnvloeden.
Nederlandse banken hebben relatief veel overtollige liquiditeiten (in de top drie). Elke nacht moeten Nederlandse banken dit stallen bij de ECB, waarover zij rente betalen. Hoe hoger dat bedrag wordt, hoe hoger de rente die erover betaald moet worden.
Volgens de analyse hebben de Europese banken sinds de invoering van de negatieve rente in 2014 in totaal 25 miljard euro aan de ECB betaald – waarvan alleen al vorig jaar 6,7 miljard euro. Hiervan was 70 procent afkomstig van Duitse (33 procent), Franse (25 procent) en Nederlandse banken (12 procent).
“Vorig jaar betaalden de Nederlandse banken 630 miljoen euro aan de Europese Centrale Bank. Dit komt overeen met 3,7 procent van hun winst van het voorgaande jaar”, zegt Tim Sievers, CEO en oprichter van Deposit Solutions. “Zonder deze negatieve rente zou dit geld voor de banken beschikbaar zijn geweest voor belangrijke en noodzakelijke investeringen in hun concurrentievermogen.”
Nieuwe renteregels vooral positief voor banken in Zuid-Europa
Met de invoering van gestaffelde rente heeft de ECB in oktober 2019 in totaal 770 miljard euro aan liquiditeitsoverschotten vrijgesteld van de negatieve rente. Als de nieuwe depositorente van -0,5 procent op dit bedrag van toepassing zou zijn geweest, hadden de banken in de eurozone in 2019 een extra last van 3,8 miljard euro moeten dragen, waarvan 300 miljoen door Nederlandse banken.
“Met de gestaffelde rente wilde de ECB de banken ontlasten en tegelijkertijd de basisrente verder verlagen. Al met al heeft het gewerkt. Maar de verlichting wordt vooral gevoeld door de Zuid-Europese banken”, zegt Sievers.
De reden dat de nieuwe ECB-regels zo verschillend uitpakken voor verschillende landen is dat niet het depositovolume, maar de minimumreserves van de banken worden gebruikt als basis voor de berekening van de rente en de bijbehorende toeslagen. Deposito’s die zes keer hoger zijn dan de minimumreserve van een bank zijn uitgesloten van het negatieve rentetarief.
Zo meldden Nederlandse banken onlangs een overschot aan deposito's van in totaal meer dan 153 miljard euro. Zes keer hun minimumreserve kwam overeen met 61 miljard euro – dat wil zeggen 40 procent – dat van de negatieve rente werd uitgesloten. De Italiaanse banken hadden een overschot aan deposito's opgebouwd van 139 miljard euro. Het bedrag waarover zij geen rente hoefden te betalen is 108 miljard euro, dat wil zeggen 78 procent van de overschotten. In Spanje, Portugal, Griekenland en Slowakije was de som van het rentevrije bedrag zelfs hoger dan de deposito-overschotten van de banken.
“De banken zouden de door de ECB toegekende vrijstellingen veel effectiever kunnen gebruiken als de instellingen de overschotten aan deposito's zouden overdragen aan andere banken die behoefte hebben aan deposito's van klanten. Ons open bankplatform maakt dit mogelijk”, zegt Sievers. “Daarmee kunnen we bijdragen aan een veerkrachtiger en meer geïntegreerd Europees financieel systeem.”
De ECB verlaagde in oktober 2019 de rente op deposito's voor banken naar -0,5 procent. Tegelijkertijd kwam er een nieuwe, gestaffelde rente, waardoor deposito-overschotten, die hoger zijn dan zes keer de minimumreserve van een bank, worden uitgesloten van negatieve rente. Deposit Solutions onderzocht in zijn analyse deze nieuwe regels en laat voor het eerst zien hoe de veranderingen in het monetaire beleid van de ECB de negatieve rentebetalingen van de banken concreet zullen beïnvloeden.
Nederlandse banken hebben relatief veel overtollige liquiditeiten (in de top drie). Elke nacht moeten Nederlandse banken dit stallen bij de ECB, waarover zij rente betalen. Hoe hoger dat bedrag wordt, hoe hoger de rente die erover betaald moet worden.
Volgens de analyse hebben de Europese banken sinds de invoering van de negatieve rente in 2014 in totaal 25 miljard euro aan de ECB betaald – waarvan alleen al vorig jaar 6,7 miljard euro. Hiervan was 70 procent afkomstig van Duitse (33 procent), Franse (25 procent) en Nederlandse banken (12 procent).
“Vorig jaar betaalden de Nederlandse banken 630 miljoen euro aan de Europese Centrale Bank. Dit komt overeen met 3,7 procent van hun winst van het voorgaande jaar”, zegt Tim Sievers, CEO en oprichter van Deposit Solutions. “Zonder deze negatieve rente zou dit geld voor de banken beschikbaar zijn geweest voor belangrijke en noodzakelijke investeringen in hun concurrentievermogen.”
Nieuwe renteregels vooral positief voor banken in Zuid-Europa
Met de invoering van gestaffelde rente heeft de ECB in oktober 2019 in totaal 770 miljard euro aan liquiditeitsoverschotten vrijgesteld van de negatieve rente. Als de nieuwe depositorente van -0,5 procent op dit bedrag van toepassing zou zijn geweest, hadden de banken in de eurozone in 2019 een extra last van 3,8 miljard euro moeten dragen, waarvan 300 miljoen door Nederlandse banken.
“Met de gestaffelde rente wilde de ECB de banken ontlasten en tegelijkertijd de basisrente verder verlagen. Al met al heeft het gewerkt. Maar de verlichting wordt vooral gevoeld door de Zuid-Europese banken”, zegt Sievers.
De reden dat de nieuwe ECB-regels zo verschillend uitpakken voor verschillende landen is dat niet het depositovolume, maar de minimumreserves van de banken worden gebruikt als basis voor de berekening van de rente en de bijbehorende toeslagen. Deposito’s die zes keer hoger zijn dan de minimumreserve van een bank zijn uitgesloten van het negatieve rentetarief.
Zo meldden Nederlandse banken onlangs een overschot aan deposito's van in totaal meer dan 153 miljard euro. Zes keer hun minimumreserve kwam overeen met 61 miljard euro – dat wil zeggen 40 procent – dat van de negatieve rente werd uitgesloten. De Italiaanse banken hadden een overschot aan deposito's opgebouwd van 139 miljard euro. Het bedrag waarover zij geen rente hoefden te betalen is 108 miljard euro, dat wil zeggen 78 procent van de overschotten. In Spanje, Portugal, Griekenland en Slowakije was de som van het rentevrije bedrag zelfs hoger dan de deposito-overschotten van de banken.
“De banken zouden de door de ECB toegekende vrijstellingen veel effectiever kunnen gebruiken als de instellingen de overschotten aan deposito's zouden overdragen aan andere banken die behoefte hebben aan deposito's van klanten. Ons open bankplatform maakt dit mogelijk”, zegt Sievers. “Daarmee kunnen we bijdragen aan een veerkrachtiger en meer geïntegreerd Europees financieel systeem.”
Toezicht DNB legt accent op data en digitalisering
De Nederlandsche Bank (DNB) gaat in haar toezicht meer data gedreven werken met behulp van digitale technieken. Men wil in 2020 intensiever met de sector samenwerken om meer kennis op te bouwen over de impact en de kansen van technologische vernieuwingen.
Dat gebeurt onder andere in het Innovatieforum (iForum), waarin banken, verzekeraars, pensioenfondsen en betaalinstellingen samenwerken. Het iForum is eind vorig jaar opgestart.
Het nieuwe beleid wordt toegelicht in de Toezicht Vooruitblik 2020 die vorige week is gepubliceerd. Ieder jaar laat DNB daarin zien welke accenten worden gelegd in het toezicht op de financiële sector, zowel in het prudentiële als integriteitstoezicht. In 2020 heeft DNB specifiek aandacht voor kwaliteit, beheer en gebruik van data.
De markt voor bancaire diensten verandert de komende jaren verder door het toenemende belang van data. In alle toekomstbeelden neemt het belang van data toe. Data - variërend van transactiemomenten, aankoopgedrag tot persoonskenmerken - worden gebruikt om bancaire kernprocessen te verbeteren en om klantgerichte aanbiedingen te doen voor bijvoorbeeld hypotheken of spaarrekeningen. Ontwikkelingen rondom kunstmatige intelligentie en data-analytics spelen een steeds centralere rol en raken vrijwel alle bancaire diensten. Nieuwe partijen met een achtergrond in de technologie betreden nu ook de markt voor bancaire diensten en gaan de concurrentie aan met bestaande marktpartijen.
Om het publieke vertrouwen te behouden is meer aandacht nodig voor data.In enquêtes geven consumenten aan groter vertrouwen in banken te hebben dan in technologiebedrijven als het gaat om het zorgvuldig omgaan met persoonlijke gegevens.
Nederlandse consumenten hechten zeer aan zorgvuldige omgang met hun persoonsdata. Dit legt daarmee ook een zwaardere plicht bij banken om deze vertrouwensrelatie te behouden. Met de komst van PSD2 is geregeld dat consumenten expliciet toestemming moeten geven als ze betaaldata willen delen met derden. De Autoriteit Persoonsgegevens ziet daarbij toe op de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Tegelijkertijd is ook alertheid vanuit DNB wenselijk, omdat onzorgvuldig of ongewenst gebruik van data het vertrouwen van het publiek negatief beïnvloedt.
DNB gaat financiële spelers onder meer aanspreken op de kwaliteit en toekomstbestendigheid van hun datahuishouding. Daarbij gaat het om vragen als waar de data vandaan komen, waarvoor deze wel en niet worden gebruikt, wie er toegang toe heeft, waar deze worden bewaard, hoe deze worden beveiligd, ge-update, getest en hoe de representativiteit van data wordt bepaald.
Dat gebeurt onder andere in het Innovatieforum (iForum), waarin banken, verzekeraars, pensioenfondsen en betaalinstellingen samenwerken. Het iForum is eind vorig jaar opgestart.
Het nieuwe beleid wordt toegelicht in de Toezicht Vooruitblik 2020 die vorige week is gepubliceerd. Ieder jaar laat DNB daarin zien welke accenten worden gelegd in het toezicht op de financiële sector, zowel in het prudentiële als integriteitstoezicht. In 2020 heeft DNB specifiek aandacht voor kwaliteit, beheer en gebruik van data.
De markt voor bancaire diensten verandert de komende jaren verder door het toenemende belang van data. In alle toekomstbeelden neemt het belang van data toe. Data - variërend van transactiemomenten, aankoopgedrag tot persoonskenmerken - worden gebruikt om bancaire kernprocessen te verbeteren en om klantgerichte aanbiedingen te doen voor bijvoorbeeld hypotheken of spaarrekeningen. Ontwikkelingen rondom kunstmatige intelligentie en data-analytics spelen een steeds centralere rol en raken vrijwel alle bancaire diensten. Nieuwe partijen met een achtergrond in de technologie betreden nu ook de markt voor bancaire diensten en gaan de concurrentie aan met bestaande marktpartijen.
Om het publieke vertrouwen te behouden is meer aandacht nodig voor data.In enquêtes geven consumenten aan groter vertrouwen in banken te hebben dan in technologiebedrijven als het gaat om het zorgvuldig omgaan met persoonlijke gegevens.
Nederlandse consumenten hechten zeer aan zorgvuldige omgang met hun persoonsdata. Dit legt daarmee ook een zwaardere plicht bij banken om deze vertrouwensrelatie te behouden. Met de komst van PSD2 is geregeld dat consumenten expliciet toestemming moeten geven als ze betaaldata willen delen met derden. De Autoriteit Persoonsgegevens ziet daarbij toe op de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Tegelijkertijd is ook alertheid vanuit DNB wenselijk, omdat onzorgvuldig of ongewenst gebruik van data het vertrouwen van het publiek negatief beïnvloedt.
DNB gaat financiële spelers onder meer aanspreken op de kwaliteit en toekomstbestendigheid van hun datahuishouding. Daarbij gaat het om vragen als waar de data vandaan komen, waarvoor deze wel en niet worden gebruikt, wie er toegang toe heeft, waar deze worden bewaard, hoe deze worden beveiligd, ge-update, getest en hoe de representativiteit van data wordt bepaald.
Nieuwe regelgeving stimuleert aanwerving in de Belgische banksector
Met het sneuvelen van duizenden banen bij ING, HSBC of BNP is het een sombere internationale context voor de Belgische banksector. Maar België kent positieve veranderingen dankzij een nieuwe regelgeving. De verschillende richtlijnen die voortvloeien uit de regulator (MIFID2, GDPR, PSD2…) hebben een aanzienlijke impact gehad op het dagelijkse leven, maar ook op de organisatie van financiële instellingen en hun aanwervingsbehoeften. Lorraine le Pomellec, Associate Director Banking & Financial Services bij Michael Page, legt uit.
De impact van de regelgeving op aanwerving in België
Om aan de wet te kunnen voldoen, vereisen deze nieuwe Europese richtlijnen de aanwerving van hooggeschoold en uiterst bekwaam personeel (compliance officer, legal advisor, data protection officer, anti money laundering officer, compliance reporting officer, risk officer, KYC officer). De voorbije drie jaar waren dit soort aanwervingen goed voor 25% van de aanwervingen in de bank- en financiële dienstensector bij Michael Page in België.
Deze wetten vereisen vaak een termijn voordat ze worden toegepast. Om hierop te anticiperen, verschijnen er veel contracten onder de naam 'interim management'. Dit om een transitiemanagement te verzekeren tijdens zulke termijnen. Deze freelancers zijn goed voor 30 procent van de Compliance rekrutering bij Michael Page in België. De rol van Compliance is sterk geëvolueerd: de rol is van een controlefunctie naar een strategische functie gegaan.
"De salarissen zijn aanzienlijk gestegen en komen steeds dichter bij het niveau van de front office. Dit is te wijten aan de schaarste aan profielen die zich bewust zijn van hun toegevoegde waarde" verklaart Lorraine le Pomellec. "Inderdaad, het beheersen van de regelgeving van een financiële instelling is ook echt een toegevoegde waarde geworden. Niet enkel voor het vertrouwen van de klanten in een zeer competitieve sector, maar ook voor beleggers die steeds vaker dividenden zien verminderen. Dat is een gevolg van de verschillende boetes waarvoor een voorziening is getroffen."
Met dit in het achterhoofd moeten banken hun reputatierisico’s behouden om de beste profielen aan te trekken, met name compliance officers die strafrechtelijk aansprakelijk zijn.
De PSD2 tekst, die de betalingsverrichtingen voor banken en financiële diensten vereenvoudigt, heeft bovendien geleid tot de ontwikkelingen van ondernemingen die een betalingsvergunning willen krijgen. Het doel van de Europese autoriteiten is om de concurrentie en daarmee het aanbod van financiële dienstverleners te bevorderen. Veel Fintech (Prepay, Revolut, Small world financial services, Transferwise, Worldremit, etc.) en IT-spelers (Oracle) hebben zich ontwikkeld, met name vanuit Engeland. Daar heeft de Brexit-context als een rem gewerkt.
De eerste banen die hierbinnen werden gecreëerd, zijn de functies van compliance officer om te verzekeren dat hun bankvergunning in werking treedt. Deze vertegenwoordigen 14 procent van de compliance rekruteringen bij Michael Page in België.
De impact van de regelgeving op aanwerving in België
Om aan de wet te kunnen voldoen, vereisen deze nieuwe Europese richtlijnen de aanwerving van hooggeschoold en uiterst bekwaam personeel (compliance officer, legal advisor, data protection officer, anti money laundering officer, compliance reporting officer, risk officer, KYC officer). De voorbije drie jaar waren dit soort aanwervingen goed voor 25% van de aanwervingen in de bank- en financiële dienstensector bij Michael Page in België.
Deze wetten vereisen vaak een termijn voordat ze worden toegepast. Om hierop te anticiperen, verschijnen er veel contracten onder de naam 'interim management'. Dit om een transitiemanagement te verzekeren tijdens zulke termijnen. Deze freelancers zijn goed voor 30 procent van de Compliance rekrutering bij Michael Page in België. De rol van Compliance is sterk geëvolueerd: de rol is van een controlefunctie naar een strategische functie gegaan.
"De salarissen zijn aanzienlijk gestegen en komen steeds dichter bij het niveau van de front office. Dit is te wijten aan de schaarste aan profielen die zich bewust zijn van hun toegevoegde waarde" verklaart Lorraine le Pomellec. "Inderdaad, het beheersen van de regelgeving van een financiële instelling is ook echt een toegevoegde waarde geworden. Niet enkel voor het vertrouwen van de klanten in een zeer competitieve sector, maar ook voor beleggers die steeds vaker dividenden zien verminderen. Dat is een gevolg van de verschillende boetes waarvoor een voorziening is getroffen."
Met dit in het achterhoofd moeten banken hun reputatierisico’s behouden om de beste profielen aan te trekken, met name compliance officers die strafrechtelijk aansprakelijk zijn.
De PSD2 tekst, die de betalingsverrichtingen voor banken en financiële diensten vereenvoudigt, heeft bovendien geleid tot de ontwikkelingen van ondernemingen die een betalingsvergunning willen krijgen. Het doel van de Europese autoriteiten is om de concurrentie en daarmee het aanbod van financiële dienstverleners te bevorderen. Veel Fintech (Prepay, Revolut, Small world financial services, Transferwise, Worldremit, etc.) en IT-spelers (Oracle) hebben zich ontwikkeld, met name vanuit Engeland. Daar heeft de Brexit-context als een rem gewerkt.
De eerste banen die hierbinnen werden gecreëerd, zijn de functies van compliance officer om te verzekeren dat hun bankvergunning in werking treedt. Deze vertegenwoordigen 14 procent van de compliance rekruteringen bij Michael Page in België.
vrijdag 24 januari 2020
Job Mantz (Kendu): ‘Wij maken vermogensbeheer toegankelijk voor iedereen’
Job Mantz van Kendu gaat in gesprek met Hans Voorn in op hoe de mobiele app Kendu (ABN AMRO) vermogensbeheer bereikbaar maakt voor het brede publiek. Mantz vertelt hoe het concept tot product is uitgewerkt. “Wij maken vermogensbeheer via onze app toegankelijk voor iedereen.”
Mantz: “Het begint bij de klant. Wij zijn gestart met kijken naar alternatieven voor het sparen. Klanten zien dat als een probleem. Het geld levert niks op op de spaarrekening. Wij hebben gekeken hoe we vermogensbeheer zo kunnen maken dat het toegankelijk is voor iedereen.”
Meer overvallen en ramkraken op juweliers
Het aantal overvallen en ramkraken op juweliers is voor het tweede jaar op rij gestegen. In 2019 kregen in totaal 21 juweliers te maken met een overval of ramkraak tegenover 14 in 2018. “Dat aantal ligt nog steeds onder het lange termijngemiddelde, maar natuurlijk is iedere overval of ramkraak er één te veel”, benadrukt Maurits Mooij van Juwon.
In de eerste week van januari was het al weer raak. Rond half vier in de nacht van zondag op maandag vindt er een poging tot ramkraak plaats in Utrecht. Met een BMW wordt de pui van het pand geramd, maar wat de daders wellicht niet weten, is dat het pand beschikt over een dubbele pui. Ze komen de juwelier daardoor niet binnen en vluchten volgens omwonenden met een Audi snel het centrum weer uit. Van de daders ontbreekt vooralsnog elk spoor, maar de schade is groot.
“Deze ramkraak in Utrecht is exemplarisch voor wat we de laatste tijd vaker zien”, vertelt Mooij. “Door steeds meer bouwkundige en organisatorische beveiligingsmaatregelen mislukken veel overvallen en ramkraken. Als er al een buit is, dan is die vaak beperkt en ook nog eens beschadigd. De ‘beloning’ voor de crimineel is met andere woorden gering, maar de gevolgschade is wel groot. Die gevolgschade bestaat bijvoorbeeld uit schade aan het gebouw en de inventaris. Ook is er vaak sprake van bedrijfsschade, omdat de winkel een tijdje dicht is. Wij zien steeds vaker dat die gevolgschade groter is dan de buit. En dan heb ik het nog niet eens over de emotionele schade van de juwelier.”
De betreffende juwelier in Utrecht is niet bij Juwon verzekerd. Dus Mooij weet ook niet of er dekking was in dit specifieke geval. “Bij ons zijn ramkraken en overvallen overigens wel verzekerd.”
Hij noemt het belangrijk dat de met de verzekeraar gemaakte beveiligingsafspraken strikt worden nageleefd. “Als we het aantal incidenten onder controle willen houden, is het echt nodig dat juweliers een belangrijk deel van de sieraden na sluitingstijd altijd opbergen in de kluis en de etalages aan de straatkant grotendeels leegruimen.”
Juweliers die verzinkbare anti-inrijzuilen hebben om het ramkraakrisico te beperken, wordt altijd aangeraden deze ook meteen na sluitingstijd omhoog te zetten. Mooij: “Wij waarschuwen onze relaties altijd om niet te veel te vertrouwen op de gemeentepalen. Deze zijn immers niet bedoeld om ramkraken te voorkomen, maar om het verkeer te reguleren.”
Laatste (preventie)tip die Mooij in petto heeft, is om door de ogen van een crimineel naar je winkel te kijken. “De eventueel nog zwakke schakels komen dan snel bovendrijven.”
In de eerste week van januari was het al weer raak. Rond half vier in de nacht van zondag op maandag vindt er een poging tot ramkraak plaats in Utrecht. Met een BMW wordt de pui van het pand geramd, maar wat de daders wellicht niet weten, is dat het pand beschikt over een dubbele pui. Ze komen de juwelier daardoor niet binnen en vluchten volgens omwonenden met een Audi snel het centrum weer uit. Van de daders ontbreekt vooralsnog elk spoor, maar de schade is groot.
“Deze ramkraak in Utrecht is exemplarisch voor wat we de laatste tijd vaker zien”, vertelt Mooij. “Door steeds meer bouwkundige en organisatorische beveiligingsmaatregelen mislukken veel overvallen en ramkraken. Als er al een buit is, dan is die vaak beperkt en ook nog eens beschadigd. De ‘beloning’ voor de crimineel is met andere woorden gering, maar de gevolgschade is wel groot. Die gevolgschade bestaat bijvoorbeeld uit schade aan het gebouw en de inventaris. Ook is er vaak sprake van bedrijfsschade, omdat de winkel een tijdje dicht is. Wij zien steeds vaker dat die gevolgschade groter is dan de buit. En dan heb ik het nog niet eens over de emotionele schade van de juwelier.”
De betreffende juwelier in Utrecht is niet bij Juwon verzekerd. Dus Mooij weet ook niet of er dekking was in dit specifieke geval. “Bij ons zijn ramkraken en overvallen overigens wel verzekerd.”
Hij noemt het belangrijk dat de met de verzekeraar gemaakte beveiligingsafspraken strikt worden nageleefd. “Als we het aantal incidenten onder controle willen houden, is het echt nodig dat juweliers een belangrijk deel van de sieraden na sluitingstijd altijd opbergen in de kluis en de etalages aan de straatkant grotendeels leegruimen.”
Juweliers die verzinkbare anti-inrijzuilen hebben om het ramkraakrisico te beperken, wordt altijd aangeraden deze ook meteen na sluitingstijd omhoog te zetten. Mooij: “Wij waarschuwen onze relaties altijd om niet te veel te vertrouwen op de gemeentepalen. Deze zijn immers niet bedoeld om ramkraken te voorkomen, maar om het verkeer te reguleren.”
Laatste (preventie)tip die Mooij in petto heeft, is om door de ogen van een crimineel naar je winkel te kijken. “De eventueel nog zwakke schakels komen dan snel bovendrijven.”
Gros Nederlanders vindt kwijtschelden schulden niet kunnen
62 procent van de Nederlanders vindt dat schulden altijd afgelost moeten worden. Dit blijkt uit onderzoek van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn.
Volgens 43 procent van de consumenten moeten schuldeisers soepeler omgaan met schulden, maar 62 procent is wel van mening dat schulden altijd betaald moeten worden. Schulden helemaal kwijtschelden is volgens slechts zeven procent een optie. Een kwart stelt dat mensen die niet betalen juist hard moeten worden aangepakt.
De bevindingen van dit onderzoek zijn samengevat in het rapport ‘De persoonlijke financiën van Nederland’. Hieruit blijkt verder dat een derde van de Nederlanders aangeeft nooit meer iets te kopen bij een organisatie als deze een incassobureau op hen afstuurt. Dit percentage is hoger onder mensen die weleens contact hebben gehad met een deurwaarder (38%), vergeleken met mensen die dit contact nog nooit hebben gehad (30%).
Volgens 43 procent van de consumenten moeten schuldeisers soepeler omgaan met schulden, maar 62 procent is wel van mening dat schulden altijd betaald moeten worden. Schulden helemaal kwijtschelden is volgens slechts zeven procent een optie. Een kwart stelt dat mensen die niet betalen juist hard moeten worden aangepakt.
De bevindingen van dit onderzoek zijn samengevat in het rapport ‘De persoonlijke financiën van Nederland’. Hieruit blijkt verder dat een derde van de Nederlanders aangeeft nooit meer iets te kopen bij een organisatie als deze een incassobureau op hen afstuurt. Dit percentage is hoger onder mensen die weleens contact hebben gehad met een deurwaarder (38%), vergeleken met mensen die dit contact nog nooit hebben gehad (30%).
donderdag 23 januari 2020
N26 behaalt mijlpaal van 5 miljoen klanten op vijfjarig jubileum
De virtuele bank N26 is de 5 miljoen gebruikers gepasseerd, vijf jaar nadat de bank de mobile-only bankrekening introduceerde op 26 januari 2015.
Deze aankondiging volgt na een periode van 'ongekende groei', waarin het klantenbestand van N26 binnen één jaar tijd wereldwijd ruimschoots verdubbelde en er meer klanten bijkwamen dan alle voorgaande jaren gecombineerd.
In Nederland heeft N26 inmiddels meer dan 100.000 klanten, na een toename van 178 procent in 2019.
In 2019 betrad N26 als eerste challenger bank de Amerikaanse markt, opende daarnaast een TechHub in Wenen, lanceerde het nieuwe premium product N26 You, en introduceerde Shared Spaces; flexibele sub-accounts waarmee gebruikers gemakkelijk samen kunnen bankieren.
Om goed aan dit jaar te beginnen, heeft de bank de navigatie in de app volledig vernieuwd om de meest relevante acties voor klanten te versimpelen – of het nu gaat om snellere transacties, meer inzicht in bestedingsgedrag of het inschakelen van de discrete modus om veiliger onderweg te kunnen bankieren.
N26 heeft afgelopen jaar ook veel geïnvesteerd in het team, en heeft nu een personeelsbestand van 1500 medewerkers met 80 nationaliteiten op 5 locaties wereldwijd.
Deze aankondiging volgt na een periode van 'ongekende groei', waarin het klantenbestand van N26 binnen één jaar tijd wereldwijd ruimschoots verdubbelde en er meer klanten bijkwamen dan alle voorgaande jaren gecombineerd.
In Nederland heeft N26 inmiddels meer dan 100.000 klanten, na een toename van 178 procent in 2019.
In 2019 betrad N26 als eerste challenger bank de Amerikaanse markt, opende daarnaast een TechHub in Wenen, lanceerde het nieuwe premium product N26 You, en introduceerde Shared Spaces; flexibele sub-accounts waarmee gebruikers gemakkelijk samen kunnen bankieren.
Om goed aan dit jaar te beginnen, heeft de bank de navigatie in de app volledig vernieuwd om de meest relevante acties voor klanten te versimpelen – of het nu gaat om snellere transacties, meer inzicht in bestedingsgedrag of het inschakelen van de discrete modus om veiliger onderweg te kunnen bankieren.
N26 heeft afgelopen jaar ook veel geïnvesteerd in het team, en heeft nu een personeelsbestand van 1500 medewerkers met 80 nationaliteiten op 5 locaties wereldwijd.
Vertrouwensmonitor Banken 2019 gepresenteerd
Onlangs is de Vertrouwensmonitor Banken 2019 gepresenteerd. Met dit onderzoek gaan banken de dialoog aan met consumenten, vertegenwoordigers van belangenorganisaties en toezichthouders over de particuliere dienstverlening van banken.
Naast de uitkomsten van het klantonderzoek door marktonderzoeksbureau Ipsos, presenteren banken in de Vertrouwensmonitor ook de bevindingen van onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op een aantal onderwerpen. De Vertrouwensmonitor Banken 2019 bevat daarnaast een extra onderdeel: een verkennend onderzoek naar financiële digitale inclusiviteit.
Naast de uitkomsten van het klantonderzoek door marktonderzoeksbureau Ipsos, presenteren banken in de Vertrouwensmonitor ook de bevindingen van onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op een aantal onderwerpen. De Vertrouwensmonitor Banken 2019 bevat daarnaast een extra onderdeel: een verkennend onderzoek naar financiële digitale inclusiviteit.
25 jaar sparen: steeds minder rendement en inflatie vreet waarde spaargeld op!
Sparen is de afgelopen 25 jaar steeds minder op gaan leveren. Vooral de laatste 5 tot 10 jaar is het gemiddelde rendement op een spaarrekening fors gedaald. Dit blijkt uit onderzoek van de financiele vergelijkingssite Geld.nl. De vergelijkingssite bekeek op basis van eigen data en die van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), hoe de gemiddelde rente op een spaarrekening zich sinds 1995 heeft ontwikkeld. 'Op basis hiervan hebben we het rendement berekend van iemand die in respectievelijk 1995, 2000, 2005, 2010 en 2015 met 100 euro begon met sparen', zegt Amanda Bulthuis van Geld.nl.
Wie op 1 januari 1995 startte met sparen, heeft tot en met 2019 gemiddeld 71,5 procent rendement kunnen behalen. Wie in 2005 begon, komt nog maar tot een rendement van bijna 28 procent. En als je in 2015 startte, moet je het doen met een rendement van 2,38 procent. Hierbij is Geld.nl er vanuit gegaan dat het geld de hele tijd op de spaarrekening bleef staan. “Vooral de laatste jaren is het rendement dat je kunt behalen fors afgenomen. Dit komt doordat de spaarrentes sinds 2013 onder de 2 procent kwamen en sindsdien alleen maar zijn blijven dalen”, legt Bulthuis uit.
Geld.nl heeft ook gekeken wat de inflatie de afgelopen 25 jaar deed met een het rendement op spaargeld. Inflatie geeft aan hoeveel duurder producten en diensten elk jaar worden. Hierdoor koop je minder met dezelfde euro van je spaargeld.
Helaas zie je dat vanaf het jaar 2000 na aftrek van inflatie nauwelijks rendement wordt behaald. Vanaf 2010 ga je zelfs dik in de min met het rendement op je spaargeld. De inflatie heeft de waarde van het spaargeld dus flink aangetast.
Deze cijfers relativeren volgens Bulthuis ook enigszins de zorgen die mensen nu hebben over de historische lage spaarrente en mogelijk negatieve rentes. “Eigenlijk zijn we dus al jaren aan het interen op de waarde van ons spaargeld”, stelt Bulthuis. “En we moeten er helaas aan wennen dat dit ook nog wel een aantal jaren zo zal blijven.”
Wie op 1 januari 1995 startte met sparen, heeft tot en met 2019 gemiddeld 71,5 procent rendement kunnen behalen. Wie in 2005 begon, komt nog maar tot een rendement van bijna 28 procent. En als je in 2015 startte, moet je het doen met een rendement van 2,38 procent. Hierbij is Geld.nl er vanuit gegaan dat het geld de hele tijd op de spaarrekening bleef staan. “Vooral de laatste jaren is het rendement dat je kunt behalen fors afgenomen. Dit komt doordat de spaarrentes sinds 2013 onder de 2 procent kwamen en sindsdien alleen maar zijn blijven dalen”, legt Bulthuis uit.
Geld.nl heeft ook gekeken wat de inflatie de afgelopen 25 jaar deed met een het rendement op spaargeld. Inflatie geeft aan hoeveel duurder producten en diensten elk jaar worden. Hierdoor koop je minder met dezelfde euro van je spaargeld.
Helaas zie je dat vanaf het jaar 2000 na aftrek van inflatie nauwelijks rendement wordt behaald. Vanaf 2010 ga je zelfs dik in de min met het rendement op je spaargeld. De inflatie heeft de waarde van het spaargeld dus flink aangetast.
Deze cijfers relativeren volgens Bulthuis ook enigszins de zorgen die mensen nu hebben over de historische lage spaarrente en mogelijk negatieve rentes. “Eigenlijk zijn we dus al jaren aan het interen op de waarde van ons spaargeld”, stelt Bulthuis. “En we moeten er helaas aan wennen dat dit ook nog wel een aantal jaren zo zal blijven.”
woensdag 22 januari 2020
'Financiële kennis voedt vertrouwen in instellingen'
Vertrouwen in financiële instellingen is een voorwaarde voor een goed functionerend financieel systeem dat op zijn beurt belangrijk is voor de ontwikkeling van de reële economie. Daarmee is vertrouwen in financiële instellingen essentieel voor de economie in het geheel. Nederlandse consumenten tonen een redelijke mate van vertrouwen in banken, verzekeraars en pensioenfondsen in het algemeen. Wel liggen de vertrouwensgraadmeters structureel lager dan vóór de financiële crisis (zie figuur 1). Ter illustratie, in 2019 gaf 67% van de meer dan 2.500 ondervraagde consumenten aan overwegend of volledig vertrouwen te hebben in de bankensector. In 2006 was dit 89%. DNB heeft verdiepend onderzoek gedaan naar de achterliggende factoren voor vertrouwen.
Mensen met meer financiële kennis tonen een grotere mate van vertrouwen, zo blijkt uit onderzoek op basis van enquêteresultaten over de periode 2006-2019. Financiële geletterdheid blijkt relevant voor diverse vormen van vertrouwen. Daarbij gaat het niet alleen over het vertrouwen in de mate waarin de eigen bank, levensverzekeraar en pensioenfonds gemaakte beloftes aan de ondervraagden kunnen nakomen. Financiële kennis blijkt ook relevant voor het vertrouwen in de banken-, verzekerings- en pensioensector in het algemeen. En financiële kennis is zelfs bepalend voor het vertrouwen in de deskundigheid en integriteit van bestuurders in de financiële sector.
De positieve relatie tussen financiële kennis en vertrouwen blijkt stevig en houdt stand bij diverse metingen. Zo is kennis op verschillende manieren gemeten. Als basis is in het onderzoek uitgegaan van een zelfbeoordeling, waarbij ondervraagden zichzelf op een vierpunt-schaal kunnen inschatten, variërend van niet financieel kundig tot zeer financieel kundig. Zo’n zelfbeoordeling geeft een redelijk adequaat beeld van hun financiële geletterdheid.
Als alternatieve indicatoren voor de zelfbeoordeling van mensen worden gebruikt, blijft de positieve relatie tussen financiële kennis en vertrouwen overeind. Zo zijn ook verantwoordelijkheid voor de huishoudportemonnee van het gezin en een baan in de financiële sector in het onderzoek gebruikt als alternatieve maatstaven voor financiële geletterdheid in plaats van de zelfinschatting.
Onderzoek naar de relatie tussen financiële geletterdheid en vertrouwen is nog redelijk onontgonnen terrein. Naar het belang van financiële geletterdheid in het algemeen is meer onderzoek gedaan. Het beeld dat hieruit naar voren komt, is dat financieel geletterden betere financiële beslissingen nemen dan mensen die financieel minder onderlegd zijn. Financieel geletterden komen vaker uit op gunstigere rentetarieven en gespreide beleggingsportefeuilles, zo blijkt uit de literatuur hierover.
Mensen met meer financiële kennis tonen een grotere mate van vertrouwen, zo blijkt uit onderzoek op basis van enquêteresultaten over de periode 2006-2019. Financiële geletterdheid blijkt relevant voor diverse vormen van vertrouwen. Daarbij gaat het niet alleen over het vertrouwen in de mate waarin de eigen bank, levensverzekeraar en pensioenfonds gemaakte beloftes aan de ondervraagden kunnen nakomen. Financiële kennis blijkt ook relevant voor het vertrouwen in de banken-, verzekerings- en pensioensector in het algemeen. En financiële kennis is zelfs bepalend voor het vertrouwen in de deskundigheid en integriteit van bestuurders in de financiële sector.
De positieve relatie tussen financiële kennis en vertrouwen blijkt stevig en houdt stand bij diverse metingen. Zo is kennis op verschillende manieren gemeten. Als basis is in het onderzoek uitgegaan van een zelfbeoordeling, waarbij ondervraagden zichzelf op een vierpunt-schaal kunnen inschatten, variërend van niet financieel kundig tot zeer financieel kundig. Zo’n zelfbeoordeling geeft een redelijk adequaat beeld van hun financiële geletterdheid.
Als alternatieve indicatoren voor de zelfbeoordeling van mensen worden gebruikt, blijft de positieve relatie tussen financiële kennis en vertrouwen overeind. Zo zijn ook verantwoordelijkheid voor de huishoudportemonnee van het gezin en een baan in de financiële sector in het onderzoek gebruikt als alternatieve maatstaven voor financiële geletterdheid in plaats van de zelfinschatting.
Onderzoek naar de relatie tussen financiële geletterdheid en vertrouwen is nog redelijk onontgonnen terrein. Naar het belang van financiële geletterdheid in het algemeen is meer onderzoek gedaan. Het beeld dat hieruit naar voren komt, is dat financieel geletterden betere financiële beslissingen nemen dan mensen die financieel minder onderlegd zijn. Financieel geletterden komen vaker uit op gunstigere rentetarieven en gespreide beleggingsportefeuilles, zo blijkt uit de literatuur hierover.
dinsdag 21 januari 2020
'Klok tikt voor invoering tweestapsverificatie bij online kaartbetalingen'
Uiterlijk 1 januari 2021 moeten vrijwel alle online kaartbetalingen in de EU met veilige tweestapsverificatie door kaarthouders worden goedgekeurd. Alleen in zeer specifieke gevallen kunnen Europese kaartuitgevers daarvoor vrijstelling verlenen aan online ondernemers, bij individuele betalingen. Betaalvereniging Nederland coördineert het SCA Migration Project om de migratie naar verplichte tweestapsverificatie voor creditkaartbetalingen in Nederland in goede banen te leiden.
Het is binnenkort niet meer voldoende dat een kaarthouder een online creditkaartbetaling goedkeurt door het kaartnummer, de vervaldatum en het controlenummer op de creditkaart te verstrekken. De kaarthouder moet dan in beginsel iedere online kaartbetaling goedkeuren met een dubbele beveiliging van iets dat alleen hij of zij bezit (zoals een persoonlijke, uniek identificeerbare smartphone) met iets dat hij of zij alleen weet (zoals een geheime pincode) of met een uniek lichamelijk kenmerk (zoals een vingerafdruk).
Formeel moeten alle soorten online betalingen in de EU sinds 14 september 2019 voldoen aan de technische standaarden voor sterke klantauthenticatie (strong customer authentication of SCA) van PSD2. Omdat op die datum nog veel schakels in de betaalketen voor online kaartbetalingen niet klaar waren met het invoeren van SCA, verlenen toezichthouders overal in de EU onder strikte voorwaarden uitstel tot het einde van 2020. Dit moet eraan bijdragen dat vooral kaarthouders, winkeliers en ondernemers geen onbedoeld negatieve gevolgen ondervinden van de invoering van SCA.
Voor een vlotte migratie van de Nederlandse markt naar SCA voor online kaartbetalingen, coordineert Betaalvereniging Nederland het SCA Migration Project voor kaartuitgevers (issuers), transactieverwerkers (acquirers) en betaaldienstverleners (payment service providers of PSP’s). “Het is in ieders belang dat het hele ecosysteem in deze migratie wordt meegenomen,” zegt Piet Mallekoote, directeur van Betaalvereniging Nederland. “Daarom zijn alle toonaangevende schakels in de betaalketen eindgebruikers in het project vertegenwoordigd.”
Het migratieproject voorziet in overleg met andere belanghebbenden zoals vertegenwoordigers van webwinkels en consumenten, card schemes (zoals Mastercard, VISA en American Express) en De Nederlandsche Bank. Zo wordt iedereen op de hoogte gehouden van de SCA-ontwikkelingen in de betaalketen. Onbedoelde drempels voor webwinkels en hun klanten tijdens de invoering van SCA, kunnen zo beperkt worden.
Het is binnenkort niet meer voldoende dat een kaarthouder een online creditkaartbetaling goedkeurt door het kaartnummer, de vervaldatum en het controlenummer op de creditkaart te verstrekken. De kaarthouder moet dan in beginsel iedere online kaartbetaling goedkeuren met een dubbele beveiliging van iets dat alleen hij of zij bezit (zoals een persoonlijke, uniek identificeerbare smartphone) met iets dat hij of zij alleen weet (zoals een geheime pincode) of met een uniek lichamelijk kenmerk (zoals een vingerafdruk).
Formeel moeten alle soorten online betalingen in de EU sinds 14 september 2019 voldoen aan de technische standaarden voor sterke klantauthenticatie (strong customer authentication of SCA) van PSD2. Omdat op die datum nog veel schakels in de betaalketen voor online kaartbetalingen niet klaar waren met het invoeren van SCA, verlenen toezichthouders overal in de EU onder strikte voorwaarden uitstel tot het einde van 2020. Dit moet eraan bijdragen dat vooral kaarthouders, winkeliers en ondernemers geen onbedoeld negatieve gevolgen ondervinden van de invoering van SCA.
Voor een vlotte migratie van de Nederlandse markt naar SCA voor online kaartbetalingen, coordineert Betaalvereniging Nederland het SCA Migration Project voor kaartuitgevers (issuers), transactieverwerkers (acquirers) en betaaldienstverleners (payment service providers of PSP’s). “Het is in ieders belang dat het hele ecosysteem in deze migratie wordt meegenomen,” zegt Piet Mallekoote, directeur van Betaalvereniging Nederland. “Daarom zijn alle toonaangevende schakels in de betaalketen eindgebruikers in het project vertegenwoordigd.”
Het migratieproject voorziet in overleg met andere belanghebbenden zoals vertegenwoordigers van webwinkels en consumenten, card schemes (zoals Mastercard, VISA en American Express) en De Nederlandsche Bank. Zo wordt iedereen op de hoogte gehouden van de SCA-ontwikkelingen in de betaalketen. Onbedoelde drempels voor webwinkels en hun klanten tijdens de invoering van SCA, kunnen zo beperkt worden.
Nationale Bank geeft NewB groen licht
De Belgische Nationale Bank geeft waarschijnlijk het groene licht voor het bankproject NewB.
In de nasleep van de financiële crisis rijpte negen jaar geleden het idee om een nieuwe bank op te richten die alles anders zou doen dan de traditionele banken. Eenvoudiger, ethischer en duurzamer waren de kernwoorden.
Pas begin vorig jaar was NewB klaar om een bankvergunning aan te vragen bij de ECB. Ten laatste op 24 februari zal die regulator een oordeel vellen.
Als NewB een banklicentie krijgt, zou het de eerste nieuwe bank in Belgie zijn in meer dan 50 jaar.
In de nasleep van de financiële crisis rijpte negen jaar geleden het idee om een nieuwe bank op te richten die alles anders zou doen dan de traditionele banken. Eenvoudiger, ethischer en duurzamer waren de kernwoorden.
Pas begin vorig jaar was NewB klaar om een bankvergunning aan te vragen bij de ECB. Ten laatste op 24 februari zal die regulator een oordeel vellen.
Als NewB een banklicentie krijgt, zou het de eerste nieuwe bank in Belgie zijn in meer dan 50 jaar.
Pas enkele tientallen dichtgetimmerde ABN-geldautomaten weer in bedrijf
Slechts enkele tientallen van de 380 geldautomaten van ABN AMRO die begin december werden dichtgetimmerd, zijn weer in gebruik. Dat meldt NU.nl.
ABN AMRO sloot begin december per direct ruim de helft van zijn geldautomaten vanwege plofkraken. Ook werden negentig Geldmaat-automaten buiten gebruik gesteld.
Enkele tientallen geldautomaten zijn vervangen door een ander type, op dezelfde locatie. De rest daarvan volgt later deze maand.
ABN AMRO sloot begin december per direct ruim de helft van zijn geldautomaten vanwege plofkraken. Ook werden negentig Geldmaat-automaten buiten gebruik gesteld.
Enkele tientallen geldautomaten zijn vervangen door een ander type, op dezelfde locatie. De rest daarvan volgt later deze maand.
Rabo Frontier Ventures investeert in eerste Britse online hypotheekmakelaar Trussle
Rabo Frontier Ventures (RFV), het strategische investeringsfonds van Rabobank, investeert in de Britse online hypotheekmakelaar Trussle. RFV nam samen met bestaande investeerders Goldman Sachs Growth, Finch Capital en Propel Venture-partners deel aan een financieringsronde van £7,5 miljoen.
Elk jaar worden miljoenen mensen in Groot-Brittannië blootgesteld aan onnodige kosten, vertragingen en frustraties bij het aanvragen en verkrijgen van een hypotheek. Trussle maakt gebruik van technologie die de ervaring van het afsluiten van een hypotheek sneller en eenvoudiger maakt. De startup is het afgelopen jaar sterk gegroeid: de klantportefeuille is bijna verdubbeld.
RFV is het stratetische investeringsfonds van 150 miljoen euro van Rabobank. Het fonds richt zich wereldwijd op innovatieve fintech- en agtech bedrijven. RFV wil investeren in de vroege groeifase (series B) van bedrijven die de huidige activiteiten van Rabobank kunnen versnellen en beïnvloeden. Als investeerder deelt RFV haar kennis en netwerk met portefeuillebedrijven om waarde toe te voegen.
Elk jaar worden miljoenen mensen in Groot-Brittannië blootgesteld aan onnodige kosten, vertragingen en frustraties bij het aanvragen en verkrijgen van een hypotheek. Trussle maakt gebruik van technologie die de ervaring van het afsluiten van een hypotheek sneller en eenvoudiger maakt. De startup is het afgelopen jaar sterk gegroeid: de klantportefeuille is bijna verdubbeld.
RFV is het stratetische investeringsfonds van 150 miljoen euro van Rabobank. Het fonds richt zich wereldwijd op innovatieve fintech- en agtech bedrijven. RFV wil investeren in de vroege groeifase (series B) van bedrijven die de huidige activiteiten van Rabobank kunnen versnellen en beïnvloeden. Als investeerder deelt RFV haar kennis en netwerk met portefeuillebedrijven om waarde toe te voegen.
maandag 20 januari 2020
BNP Paribas met lening voor zachte mobiliteit
Naar aanleiding van het 98e Autosalon lanceren BNP Paribas Fortis en Fintro een lening met een rentevoet vanaf 0,80%* voor auto’s met ecolabel A of B. Dat tarief geldt ook voor leningen voor fietsen en elektrische fietsen.
De ecologische autolening van BNP Paribas Fortis is beschikbaar van 3 januari tot 28 februari 2020 tegen een rentevoet vanaf 0,80%. Dat tarief geldt voor elke aankoop van een nieuw voertuig dat behoort tot categorie A of B van het Europese ecolabel voor CO2-uitstoot.
Volgens de gegevens van BNP Paribas Fortis is bijna een op de twee consumentenkredieten bestemd voor de aankoop van een voertuig. Qua profiel is de typische consumentenkredietnemer een Franstalige (54%) man (64%) van 47 jaar oud die in zijn eentje een lening aangaat (54%). Het leeftijdsverschil tussen een kredietnemer van een lening voor een nieuwe auto en die van een lening voor een tweedehandswagen bedraagt 8 jaar; de eerste is 48, terwijl de tweede 40 is.
Uit de statistieken van de bank blijkt ook nog dat de kredietnemer van een groene autolening gemiddeld 48 jaar oud is en gemiddeld 16.770 euro leent. De gemiddelde maandelijkse aflossing bedraagt 314 euro en de lening heeft een gemiddelde looptijd van 55 maanden. Verder zijn twee op de drie milieuvriendelijke wagens ingeschreven in Wallonië en in Brussel.
De ecologische autolening van BNP Paribas Fortis is beschikbaar van 3 januari tot 28 februari 2020 tegen een rentevoet vanaf 0,80%. Dat tarief geldt voor elke aankoop van een nieuw voertuig dat behoort tot categorie A of B van het Europese ecolabel voor CO2-uitstoot.
Volgens de gegevens van BNP Paribas Fortis is bijna een op de twee consumentenkredieten bestemd voor de aankoop van een voertuig. Qua profiel is de typische consumentenkredietnemer een Franstalige (54%) man (64%) van 47 jaar oud die in zijn eentje een lening aangaat (54%). Het leeftijdsverschil tussen een kredietnemer van een lening voor een nieuwe auto en die van een lening voor een tweedehandswagen bedraagt 8 jaar; de eerste is 48, terwijl de tweede 40 is.
Uit de statistieken van de bank blijkt ook nog dat de kredietnemer van een groene autolening gemiddeld 48 jaar oud is en gemiddeld 16.770 euro leent. De gemiddelde maandelijkse aflossing bedraagt 314 euro en de lening heeft een gemiddelde looptijd van 55 maanden. Verder zijn twee op de drie milieuvriendelijke wagens ingeschreven in Wallonië en in Brussel.
Floryn ontvangt een PSD2-vergunning van DNB
Floryn heeft een PSD2-vergunning ontvangen van De Nederlandsche Bank. Daarmee is Floryn het eerste Nederlandse financieringsplatform met een PSD2-vergunning.
Floryn, dat met behulp van innovatieve technologie razendsnel kredietaanvragen beoordeelt, krijgt de vergunning van de DNB, waarbij Floryn als betaalinstelling is opgenomen in het openbaar register van DNB en de European Banking Authority (EBA). In Nederland mag reeds een handvol bedrijven diensten aanbieden op het gebied van PSD2, waaronder Google, Revolut en Adyen. Maar een financieringsplatform met een PSD2-vergunning was er nog niet.
Floryn zal in het eerste kwartaal 2020 beginnen met het uitrollen van de PSD2 functionaliteiten.
Floryn, dat met behulp van innovatieve technologie razendsnel kredietaanvragen beoordeelt, krijgt de vergunning van de DNB, waarbij Floryn als betaalinstelling is opgenomen in het openbaar register van DNB en de European Banking Authority (EBA). In Nederland mag reeds een handvol bedrijven diensten aanbieden op het gebied van PSD2, waaronder Google, Revolut en Adyen. Maar een financieringsplatform met een PSD2-vergunning was er nog niet.
Floryn zal in het eerste kwartaal 2020 beginnen met het uitrollen van de PSD2 functionaliteiten.
Ruim 2000 miljardairs rijker dan 60 procent van de wereldbevolking
Ruim 2000 miljardairs zijn rijker dan de 4,6 miljard mensen die 60 procent van de wereldbevolking uitmaken. Dit stelt Oxfam Novib vandaag in haar nieuwe rapport over economische ongelijkheid dat voorafgaand aan het World Economic Forum in Davos, de jaarlijkse top van politici, wereldleiders en zakelijke elite, gepubliceerd wordt.
Het jaarlijkse Oxfam Novib-rapport, 'Time to Care', over mondiale economische ongelijkheid laat zien hoe het huidige economische stelsel de groeiende ongelijkheid aanwakkert en zo de verschillen tussen arm en rijk doet toenemen. Terwijl het aantal miljardairs wereldwijd de afgelopen 10 jaar is verdubbeld, blijven vooral vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden door de extreme ongelijkheid gevangen in armoede. Zo bezitten de 22 rijkste mannen in de wereld meer rijkdom dan alle vrouwen in Afrika.
Michiel Servaes, algemeen directeur Oxfam Novib: ‘Extreme ongelijkheid is diep onrechtvaardig en het gevolg van politieke keuzes. Miljoenen vrouwen en meisjes hebben hierdoor nauwelijks vooruitzichten om hun leven te verbeteren. Terwijl superrijken en multinationals steeds minder belasting hoeven te betalen komt in veel landen goede gezondheidszorg en onderwijs onder druk te staan. Bijna de helft van de wereldbevolking moet rondkomen van 5,5 US dollar per dag of minder- vaak slechts een doktersrekening verwijderd van terugval in armoede.’
Nederland speelt hier als belastingparadijs voor multinationals een zeer kwalijke rol in, zegt Oxfam. Uit internationaal onderzoek bleek dat in 2018 een kleine 10% van de winst die multinationals wereldwijd wegsluizen om belasting te ontlopen in Nederland terecht komt. ‘Ons land moet belastingontwijking nu echt uitbannen. Laat Rutte naar Davos afreizen met de boodschap dat wij voortaan het goede voorbeeld geven. Dat multinationals niet langer wegkomen met allerlei rekentrucs en Nederland stopt met de race naar de bodem, met steeds lagere winstbelastingen,’ aldus Servaes.
Enkele conclusies uit het rapport:
-2153 miljardairs zijn rijker dan 4,6 miljard mensen die 60 procent van de wereldbevolking uitmaken.
-Zeven van de tien mensen wereldwijd wonen in een land waar de kloof tussen arm en rijk de laatste 30 jaar is gegroeid.
-Slechts 4 procent van alle belastingopbrengsten wereldwijd is afkomstig van vermogensbelasting. Daarnaast lopen landen wereldwijd jaarlijks miljarden euro’s mis door belastingontwijking en ontduiking.
Het jaarlijkse Oxfam Novib-rapport, 'Time to Care', over mondiale economische ongelijkheid laat zien hoe het huidige economische stelsel de groeiende ongelijkheid aanwakkert en zo de verschillen tussen arm en rijk doet toenemen. Terwijl het aantal miljardairs wereldwijd de afgelopen 10 jaar is verdubbeld, blijven vooral vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden door de extreme ongelijkheid gevangen in armoede. Zo bezitten de 22 rijkste mannen in de wereld meer rijkdom dan alle vrouwen in Afrika.
Michiel Servaes, algemeen directeur Oxfam Novib: ‘Extreme ongelijkheid is diep onrechtvaardig en het gevolg van politieke keuzes. Miljoenen vrouwen en meisjes hebben hierdoor nauwelijks vooruitzichten om hun leven te verbeteren. Terwijl superrijken en multinationals steeds minder belasting hoeven te betalen komt in veel landen goede gezondheidszorg en onderwijs onder druk te staan. Bijna de helft van de wereldbevolking moet rondkomen van 5,5 US dollar per dag of minder- vaak slechts een doktersrekening verwijderd van terugval in armoede.’
Nederland speelt hier als belastingparadijs voor multinationals een zeer kwalijke rol in, zegt Oxfam. Uit internationaal onderzoek bleek dat in 2018 een kleine 10% van de winst die multinationals wereldwijd wegsluizen om belasting te ontlopen in Nederland terecht komt. ‘Ons land moet belastingontwijking nu echt uitbannen. Laat Rutte naar Davos afreizen met de boodschap dat wij voortaan het goede voorbeeld geven. Dat multinationals niet langer wegkomen met allerlei rekentrucs en Nederland stopt met de race naar de bodem, met steeds lagere winstbelastingen,’ aldus Servaes.
Enkele conclusies uit het rapport:
-2153 miljardairs zijn rijker dan 4,6 miljard mensen die 60 procent van de wereldbevolking uitmaken.
-Zeven van de tien mensen wereldwijd wonen in een land waar de kloof tussen arm en rijk de laatste 30 jaar is gegroeid.
-Slechts 4 procent van alle belastingopbrengsten wereldwijd is afkomstig van vermogensbelasting. Daarnaast lopen landen wereldwijd jaarlijks miljarden euro’s mis door belastingontwijking en ontduiking.
Informatie-uitwisseling moet makkelijker in strijd tegen witwassen
Om misbruik van het financiële stelsel tegen te gaan moeten banken de mogelijkheid krijgen om gegevens van verdachte klanten met elkaar te delen. Als klanten worden geweigerd of als de dienstverlening wordt gestaakt vanwege ontoelaatbare integriteitsrisico’s is het voor banken essentieel dat ze elkaar kunnen waarschuwen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is daarom blij dat het kabinet de uitwisseling van klantendossiers mogelijk wil maken. Maar doordat er in het huidige wetsvoorstel voor is gekozen om informatie-deling alleen bij verscherpt klantenonderzoek mogelijk te maken zal de maatregel in de praktijk weinig effectief blijken. Dat schrijft de NVB in haar consultatiereactie op het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen.
De NVB stelt daarom voor om het in plaats hiervan mogelijk te maken om klanten bij ontoelaatbare integriteitsrisico’s te kunnen registreren in een incidentenwaarschuwingssysteem dat aan de AVG/UAVG voldoet. Bij het aangaan van een nieuwe relatie toetsen banken, en gedurende de relatie kunnen banken in het incidenten-waarschuwingssysteem toetsen of er negatieve signalen zijn die duiden op mogelijk hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering. Dat kunnen ze vervolgens meenemen in het cliëntenonderzoek. Op die manier worden de risico’s voor de integriteit van het financiële stelsel daadwerkelijk verminderd en verhogen we de effectiviteit van de Wwft.
De NVB kan zich goed vinden in de aanpassingen van de Wwft die er voor zorgen dat er een grondslag wordt gecreëerd voor gezamenlijke transactiemonitoring. Om de aanpak van witwassen nog effectiever te maken hebben banken ook hier nog enkele suggesties voor verdere aanscherping van het voorstel. Om samenwerking tussen banken onderling en met publieke partijen verder te stroomlijnen is het kunnen delen van informatie essentieel. De NVB wil daarom periodiek in overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens en de ministeries van Justitie en Financiën om te komen tot praktisch uitvoerbare oplossingen rond het uitwisselen van clientdossiers.
De NVB stelt daarom voor om het in plaats hiervan mogelijk te maken om klanten bij ontoelaatbare integriteitsrisico’s te kunnen registreren in een incidentenwaarschuwingssysteem dat aan de AVG/UAVG voldoet. Bij het aangaan van een nieuwe relatie toetsen banken, en gedurende de relatie kunnen banken in het incidenten-waarschuwingssysteem toetsen of er negatieve signalen zijn die duiden op mogelijk hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering. Dat kunnen ze vervolgens meenemen in het cliëntenonderzoek. Op die manier worden de risico’s voor de integriteit van het financiële stelsel daadwerkelijk verminderd en verhogen we de effectiviteit van de Wwft.
De NVB kan zich goed vinden in de aanpassingen van de Wwft die er voor zorgen dat er een grondslag wordt gecreëerd voor gezamenlijke transactiemonitoring. Om de aanpak van witwassen nog effectiever te maken hebben banken ook hier nog enkele suggesties voor verdere aanscherping van het voorstel. Om samenwerking tussen banken onderling en met publieke partijen verder te stroomlijnen is het kunnen delen van informatie essentieel. De NVB wil daarom periodiek in overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens en de ministeries van Justitie en Financiën om te komen tot praktisch uitvoerbare oplossingen rond het uitwisselen van clientdossiers.
vrijdag 17 januari 2020
'Teleurstelling over uitspraak boeterente Delta Lloyd'
Vereniging Eigen Huis (VEH) en de Consumentenbond zijn teleurgesteld over de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam in de zaak tegen Delta Lloyd (tegenwoordig Nationale Nederlanden). De belangenorganisaties spanden de rechtszaak aan vanwege de onredelijke berekening van boeterentes aan klanten die hun hypotheek oversloten voor juli 2016. De rechter wees een collectieve vordering af.
De rechtbank sluit niet uit dat woningeigenaren in individuele gevallen een te hoge boeterente hebben betaald, maar vindt de algemene voorwaarden van Delta Lloyd / NN op zich niet onredelijk. VEH en de Consumentenbond bestuderen het vonnis en de mogelijkheid voor een hoger beroep.
Consumenten die hun hypotheek tussentijds oversluiten naar een lagere hypotheekrente, betalen een boeterente om het financiële nadeel van hun bank te compenseren. Maar uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in 2017 bleek dat niet alle boetes eerlijk en transparant werden berekend. De toezichthouder kwam daarop met een leidraad waarin staat hoe geldverstrekkers vanaf 14 juli 2016 de maximale boeterente moeten berekenen. Klanten die hun hypotheek na deze datum hebben overgesloten worden gecompenseerd, als na herberekening volgens deze richtlijn blijkt dat ze teveel boeterente hebben betaald.
VEH en de Consumentenbond willen dat consumenten die vóór 14 juli 2016 een te hoge boeterente hebben betaald ook worden gecompenseerd. Uit onderzoek van de Consumentenbond in 2017 bleek dat onder andere Delta Lloyd voor die datum een zeer ongunstige rekenmethode hanteerde.
De rechtbank sluit niet uit dat woningeigenaren in individuele gevallen een te hoge boeterente hebben betaald, maar vindt de algemene voorwaarden van Delta Lloyd / NN op zich niet onredelijk. VEH en de Consumentenbond bestuderen het vonnis en de mogelijkheid voor een hoger beroep.
Consumenten die hun hypotheek tussentijds oversluiten naar een lagere hypotheekrente, betalen een boeterente om het financiële nadeel van hun bank te compenseren. Maar uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in 2017 bleek dat niet alle boetes eerlijk en transparant werden berekend. De toezichthouder kwam daarop met een leidraad waarin staat hoe geldverstrekkers vanaf 14 juli 2016 de maximale boeterente moeten berekenen. Klanten die hun hypotheek na deze datum hebben overgesloten worden gecompenseerd, als na herberekening volgens deze richtlijn blijkt dat ze teveel boeterente hebben betaald.
VEH en de Consumentenbond willen dat consumenten die vóór 14 juli 2016 een te hoge boeterente hebben betaald ook worden gecompenseerd. Uit onderzoek van de Consumentenbond in 2017 bleek dat onder andere Delta Lloyd voor die datum een zeer ongunstige rekenmethode hanteerde.
Verzekeraars vergoeden losgeld bij aanval met gijzelsoftware
Bedrijven die slachtoffer zijn van gijzelsoftware en zich genoodzaakt zien om losgeld te betalen, kunnen in veel gevallen aankloppen bij hun verzekeraar, zo blijkt vrijdag uit een rondgang van NU.nl langs zeven grote bedrijfsverzekeraars.
Bij gijzelsoftware, ook wel ransomware genoemd, worden bestanden en systemen versleuteld. Eind december werd de Universiteit van Maastricht nog getroffen door zo'n virus.
Bedrijven kunnen zich hiervoor verzekeren via een cyberverzekering, een verzekering voor cyberincidenten. Naast gijzelsoftware worden ook andere incidenten gedekt.
Bij gijzelsoftware, ook wel ransomware genoemd, worden bestanden en systemen versleuteld. Eind december werd de Universiteit van Maastricht nog getroffen door zo'n virus.
Bedrijven kunnen zich hiervoor verzekeren via een cyberverzekering, een verzekering voor cyberincidenten. Naast gijzelsoftware worden ook andere incidenten gedekt.
Tulp Hypotheken start met seniorenpropositie
Tulp Hypotheken start het jaar 2020 met een verdere verbetering van de voorwaarden. Nadat in december al een aantal belangrijke voorwaardenverbeteringen is doorgevoerd, is bij Tulp Hypotheken vanaf nu de seniorenpropositie ook zonder NHG beschikbaar. Het aanbod van hypotheken zonder NHG voor senioren is zeer beperkt in ons land. De verbetering is mede tot stand gekomen vanuit een feedbacksessie die Tulp met een groep adviseurs heeft gehouden.
Bij Tulp is het mogelijk om zowel bij aankoop als bij oversluiting gebruik te maken van de seniorenpropositie. Deze kent geen verdere beperkingen in de hoogte tot een maximale verstrekking tot 100% marktwaarde. De seniorenpropositie is beschikbaar voor consumenten die de AOW-leeftijd hebben bereikt of deze binnen 10 jaar bereiken.
Sales Manager Robert van Lambalgen: “De toevoeging van de seniorenpropositie voor hypotheken zonder NHG sluit aan bij de ontwikkelingen in de markt. Het aantal senioren stijgt en het aanbod van hypotheken met NHG is voor deze groep nog zeer beperkt. Vandaar deze toevoeging aan ons aanbod. Tulp geeft hierdoor veel meer mogelijkheden aan consumenten die op basis van de werkelijke lasten een hypotheek kunnen betalen. Daarnaast past het in de constante verbeteringen die wij in ons assortiment doorvoeren.”
Om in aanmerking te komen voor een Senioren hypotheek bij Tulp moet de klant op de datum van het bindend aanbod een woning in bezit hebben, moeten de nieuwe maandlast lager of gelijk zijn aan de oude maandlast en lager dan de toegestane financieringslast. Ook moet de rente minimaal 20 jaar worden vastgezet. Bij een kortere rentevast-periode van 10 jaar gelden aanvullende voorwaarden. Als er van de seniorenpropositie gebruik wordt gemaakt zonder NHG dan moeten de aanvragers een aanvullende verklaring ondertekenen. Deze is beschikbaar op www.tulphypotheken.nl
Bij Tulp is het mogelijk om zowel bij aankoop als bij oversluiting gebruik te maken van de seniorenpropositie. Deze kent geen verdere beperkingen in de hoogte tot een maximale verstrekking tot 100% marktwaarde. De seniorenpropositie is beschikbaar voor consumenten die de AOW-leeftijd hebben bereikt of deze binnen 10 jaar bereiken.
Sales Manager Robert van Lambalgen: “De toevoeging van de seniorenpropositie voor hypotheken zonder NHG sluit aan bij de ontwikkelingen in de markt. Het aantal senioren stijgt en het aanbod van hypotheken met NHG is voor deze groep nog zeer beperkt. Vandaar deze toevoeging aan ons aanbod. Tulp geeft hierdoor veel meer mogelijkheden aan consumenten die op basis van de werkelijke lasten een hypotheek kunnen betalen. Daarnaast past het in de constante verbeteringen die wij in ons assortiment doorvoeren.”
Om in aanmerking te komen voor een Senioren hypotheek bij Tulp moet de klant op de datum van het bindend aanbod een woning in bezit hebben, moeten de nieuwe maandlast lager of gelijk zijn aan de oude maandlast en lager dan de toegestane financieringslast. Ook moet de rente minimaal 20 jaar worden vastgezet. Bij een kortere rentevast-periode van 10 jaar gelden aanvullende voorwaarden. Als er van de seniorenpropositie gebruik wordt gemaakt zonder NHG dan moeten de aanvragers een aanvullende verklaring ondertekenen. Deze is beschikbaar op www.tulphypotheken.nl
donderdag 16 januari 2020
ING lanceert ‘do your thing’
ING is 2020 begonnen met een nieuwe merkrichting, inclusief de eerste wereldwijde tagline van het bedrijf: ‘do your thing’. Het is een volgende stap in de Think Forward strategie van ING.
De nieuwe merkrichting laat zien dat we als ING mensen in staat stellen om een stap voor te blijven, zowel zakelijk als privé. Het gaat over mensen aanmoedigen om meer dingen te doen die hen raken. En het gaat erom dat mensen zich kunnen concentreren op wat voor hen het belangrijkste is, wetende dat zij, hetzij in hun privé- of professionele leven, hun wereld net een beetje beter kunnen maken. Dit kan voor iedereen verschillend zijn. Of je nu een multinational leidt, de banjo leert spelen of afval van het strand opraapt. ING is er om mensen te laten bankieren met minimale inspanning en maximale eenvoud door een uitstekende gebruikerservaring die vooral slim, gemakkelijk en persoonlijk is. Ervaringen die overal hetzelfde zijn.
Dit jaar zal ‘do your thing’ te zien zijn in alle marketing, communicatie- en sponsoractiviteiten, te beginnen met een nieuwe campagne op Amsterdam Schiphol Airport in januari. De campagne zal de komende 3 jaar te zien zijn op Schiphol aangezien ING en Schiphol hun samenwerking tot het eind van 2022 hebben verlengd. Hiermee behoudt ING haar prominente positie op alle luchtbruggen binnen en buiten. De nieuwe campagne zal binnenkort ook op de lokale markten, waaronder de Nederlandse markt, te zien zijn. Deze campagnes zullen nieuwe merkelementen bevatten zoals een nieuwe stijl van fotografie, een aangepast logo en de nieuwe tagline ‘do your thing’.
Deel dit artikel
De nieuwe merkrichting laat zien dat we als ING mensen in staat stellen om een stap voor te blijven, zowel zakelijk als privé. Het gaat over mensen aanmoedigen om meer dingen te doen die hen raken. En het gaat erom dat mensen zich kunnen concentreren op wat voor hen het belangrijkste is, wetende dat zij, hetzij in hun privé- of professionele leven, hun wereld net een beetje beter kunnen maken. Dit kan voor iedereen verschillend zijn. Of je nu een multinational leidt, de banjo leert spelen of afval van het strand opraapt. ING is er om mensen te laten bankieren met minimale inspanning en maximale eenvoud door een uitstekende gebruikerservaring die vooral slim, gemakkelijk en persoonlijk is. Ervaringen die overal hetzelfde zijn.
Dit jaar zal ‘do your thing’ te zien zijn in alle marketing, communicatie- en sponsoractiviteiten, te beginnen met een nieuwe campagne op Amsterdam Schiphol Airport in januari. De campagne zal de komende 3 jaar te zien zijn op Schiphol aangezien ING en Schiphol hun samenwerking tot het eind van 2022 hebben verlengd. Hiermee behoudt ING haar prominente positie op alle luchtbruggen binnen en buiten. De nieuwe campagne zal binnenkort ook op de lokale markten, waaronder de Nederlandse markt, te zien zijn. Deze campagnes zullen nieuwe merkelementen bevatten zoals een nieuwe stijl van fotografie, een aangepast logo en de nieuwe tagline ‘do your thing’.
Deel dit artikel
Bestuurslid Gerben Everts verlaat de AFM
Gerben Everts treedt dit jaar terug als bestuurslid van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Everts blijft lid van het AFM-bestuur tot 12 mei 2020. Daarna is vanwege zijn oriëntatie op de arbeidsmarkt een afkoelingsperiode van zes maanden van toepassing. Zijn tweede bestuurstermijn eindigt in november 2020.
Everts (48) kwam in 2011 in dienst bij de AFM en trad in 2012 toe tot het bestuur. Hij is binnen het bestuur onder meer verantwoordelijk voor het toezicht op de Nederlandse kapitaalmarkten, assetmanagers, accountantsorganisaties en de financiële verslaggeving van beursgenoteerde bedrijven en de afdeling juridische zaken. In de afgelopen jaren heeft hij zich met succes ingespannen om het gedachtegoed van de AFM ook internationaal op de kaart te zetten. Zo koos een significant aantal buitenlandse marktpartijen voor Nederland als vestigingsplaats post-brexit. Onder leiding van Everts heeft de AFM zich adequaat voorbereid op de aanvullende inspanningen die deze nieuwe toetreders zullen vergen van het toezicht op de kapitaalmarkten.
Aangepaste portefeuilleverdeling bestuur
Hanzo van Beusekom zal de verantwoordelijkheid voor het toezicht op kapitaalmarkten, accountantsorganisaties en financiële verslaggeving van beursgenoteerde bedrijven per 1 februari van Gerben Everts overnemen. De huidige portefeuille van Hanzo van Beusekom wordt overgenomen door Laura van Geest, die op 1 februari start als bestuursvoorzitter van de AFM. Vanaf 12 mei zal Everts zijn kennis en kunde blijven inzetten voor de AFM door internationaal actief te blijven, onder meer als voorzitter van de internationale werkgroep die kijkt naar de kwetsbaarheden in de accountancysector en mogelijke structuuraanpassingen.
Everts (48) kwam in 2011 in dienst bij de AFM en trad in 2012 toe tot het bestuur. Hij is binnen het bestuur onder meer verantwoordelijk voor het toezicht op de Nederlandse kapitaalmarkten, assetmanagers, accountantsorganisaties en de financiële verslaggeving van beursgenoteerde bedrijven en de afdeling juridische zaken. In de afgelopen jaren heeft hij zich met succes ingespannen om het gedachtegoed van de AFM ook internationaal op de kaart te zetten. Zo koos een significant aantal buitenlandse marktpartijen voor Nederland als vestigingsplaats post-brexit. Onder leiding van Everts heeft de AFM zich adequaat voorbereid op de aanvullende inspanningen die deze nieuwe toetreders zullen vergen van het toezicht op de kapitaalmarkten.
Aangepaste portefeuilleverdeling bestuur
Hanzo van Beusekom zal de verantwoordelijkheid voor het toezicht op kapitaalmarkten, accountantsorganisaties en financiële verslaggeving van beursgenoteerde bedrijven per 1 februari van Gerben Everts overnemen. De huidige portefeuille van Hanzo van Beusekom wordt overgenomen door Laura van Geest, die op 1 februari start als bestuursvoorzitter van de AFM. Vanaf 12 mei zal Everts zijn kennis en kunde blijven inzetten voor de AFM door internationaal actief te blijven, onder meer als voorzitter van de internationale werkgroep die kijkt naar de kwetsbaarheden in de accountancysector en mogelijke structuuraanpassingen.
Verzekering via reisorganisatie vaak ongunstig
De Consumentenbond adviseert reizigers niet klakkeloos de reis- en annuleringsverzekering aan te vinken die luchtvaartmaatschappijen of reisbureaus aanbieden. De dekking valt vaak tegen en de voorwaarden zijn onduidelijk. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond naar de polisvoorwaarden van 15 reisaanbieders.
Veel reisorganisaties bieden klanten tijdens het boekingsproces standaard verzekeringen aan van internationale verzekeraars. Deze zijn vaak onvoordelig. De premie is relatief hoog: gemiddeld 5% van de reissom. Ook zijn er zijn veel beperkende voorwaarden.
Vliegticketverkoper WTC spant de kroon met premies tot wel 28 procent van de reissom. Daarvoor krijgt de verzekerde bij annulering slechts 85 procent van de ticketkosten terug. Daarbovenop betaalt de klant aan het reisbureau nog eens 50 euro zodra hij aanspraak maakt op de verzekering. Bovendien stopt de verzekering 48 uur voor vertrek.
Sunweb en TUI zijn onduidelijk over de voorwaarden. Beiden melden dat de klant met de aangeboden verzekering ‘om elke reden’ mag annuleren. Maar in de polisvoorwaarden van de verzekeraar zelf (de Europeesche) staan diverse uitsluitingen. Denk daarbij aan noodweer op de vakantiebestemming, een ernstig ziek huisdier en zelfs het faillissement van de reisorganisatie.
De uitsluitingen worden vaak niet vermeld in de verzekeringskaart waarin de verzekeraar de belangrijkste kenmerken van zijn product samenvat. Zoek- en reddingskosten zijn bijvoorbeeld uitgesloten bij de verzekeringen die Easyjet en Schipholtickets aanbieden. Maar dat blijkt pas na lezing van de uitgebreide polisvoorwaarden. Dit is bijvoorbeeld een belangrijke dekking voor wintersporters, wandelaars en zeilers.
Ook wintersportdekking ontbreekt in de meeste reisverzekeringen, zelfs bij aanbieders van vluchten naar winterbestemmingen.
Reisverzekeringen scoren ook slecht op bagagedekking. Vooral de dekking van elektronica, zoals laptops, camera’s en smartphones, is minimaal. Expedia biedt een verzekering aan die smartphones en tablets zelfs helemaal uitsluit van dekking. Net als fietsen, kunstgebitten, gehoorapparaten, sleutels, brillen, lenzen en reisdocumenten.
Ook Ryanair (Europ Assistance) sluit elektronica, brillen en contactlenzen uit van dekking. Bij bagage die wel onder de dekking valt, keert de verzekeraar alleen uit als de verzekerde een aankoopbewijs kan laten zien.
Veel reisorganisaties bieden klanten tijdens het boekingsproces standaard verzekeringen aan van internationale verzekeraars. Deze zijn vaak onvoordelig. De premie is relatief hoog: gemiddeld 5% van de reissom. Ook zijn er zijn veel beperkende voorwaarden.
Vliegticketverkoper WTC spant de kroon met premies tot wel 28 procent van de reissom. Daarvoor krijgt de verzekerde bij annulering slechts 85 procent van de ticketkosten terug. Daarbovenop betaalt de klant aan het reisbureau nog eens 50 euro zodra hij aanspraak maakt op de verzekering. Bovendien stopt de verzekering 48 uur voor vertrek.
Sunweb en TUI zijn onduidelijk over de voorwaarden. Beiden melden dat de klant met de aangeboden verzekering ‘om elke reden’ mag annuleren. Maar in de polisvoorwaarden van de verzekeraar zelf (de Europeesche) staan diverse uitsluitingen. Denk daarbij aan noodweer op de vakantiebestemming, een ernstig ziek huisdier en zelfs het faillissement van de reisorganisatie.
De uitsluitingen worden vaak niet vermeld in de verzekeringskaart waarin de verzekeraar de belangrijkste kenmerken van zijn product samenvat. Zoek- en reddingskosten zijn bijvoorbeeld uitgesloten bij de verzekeringen die Easyjet en Schipholtickets aanbieden. Maar dat blijkt pas na lezing van de uitgebreide polisvoorwaarden. Dit is bijvoorbeeld een belangrijke dekking voor wintersporters, wandelaars en zeilers.
Ook wintersportdekking ontbreekt in de meeste reisverzekeringen, zelfs bij aanbieders van vluchten naar winterbestemmingen.
Reisverzekeringen scoren ook slecht op bagagedekking. Vooral de dekking van elektronica, zoals laptops, camera’s en smartphones, is minimaal. Expedia biedt een verzekering aan die smartphones en tablets zelfs helemaal uitsluit van dekking. Net als fietsen, kunstgebitten, gehoorapparaten, sleutels, brillen, lenzen en reisdocumenten.
Ook Ryanair (Europ Assistance) sluit elektronica, brillen en contactlenzen uit van dekking. Bij bagage die wel onder de dekking valt, keert de verzekeraar alleen uit als de verzekerde een aankoopbewijs kan laten zien.
woensdag 15 januari 2020
David Birch: ‘Facebook Libra laat mensen anders denken over geld’
Auteur David Birch gaat in gesprek met Hans Voorn in op de cryptocurrency Libra van Facebook. “Of Libra nou slaagt of faalt, het is in veel opzichten al een succes omdat het mensen anders heeft laten denken over geld.” Birch: “Facebook Libra heeft gewerkt als katalysator voor digitaal geld. Het heeft de potentie om twee en een half miljard mensen te bereiken en hun digitale portemonnee te bewaken. Of het nu slaagt of niet, in veel opzichten is het daarmee al een succes. ”
Laetitia Griffith benoemd tot Raad van Commissarissen ABN AMRO
ABN AMRO Bank heeft Laetitia Griffith benoemd als nieuwe commissaris voor een termijn van vier jaar tot aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2024.
De Raad van Commissarissen van ABN bestaat nu uit de volgende leden: Tom de Swaan (Voorzitter), Arjen Dorland (Vicevoorzitter), Laetitia Griffith, Michiel Lap, Jurgen Stegmann, Anna Storåkers en Tjalling Tiemstra.
De Raad van Commissarissen van ABN bestaat nu uit de volgende leden: Tom de Swaan (Voorzitter), Arjen Dorland (Vicevoorzitter), Laetitia Griffith, Michiel Lap, Jurgen Stegmann, Anna Storåkers en Tjalling Tiemstra.
dinsdag 14 januari 2020
Cryptoplatform Deribit verhuist van Nederland naar Panama
Deribit, 's werelds grootste handelsplatform voor bitcoinderivaten, verplaatst zijn activiteiten op papier naar Panama.
Vanwege nieuwe regels zou het bedrijf een uitgebreide hoeveelheid informatie van onze huidige en toekomstige klanten moeten eisen.
Vanaf 10 februari zal het platform daarom worden geëxploiteerd door DRB Panama, een dochteronderneming van Deribit.
Vanwege nieuwe regels zou het bedrijf een uitgebreide hoeveelheid informatie van onze huidige en toekomstige klanten moeten eisen.
Vanaf 10 februari zal het platform daarom worden geëxploiteerd door DRB Panama, een dochteronderneming van Deribit.
BUX neemt cryptobroker over
Beleggingsplatform BUX neemt Blockport over, een Europees social cryptocurrency-investeringsplatform. Blockport gaat verder als BUX Crypto en wordt volledig geïntegreerd binnen het merk BUX.
Het vernieuwde platform wordt momenteel getest met een aantal klanten en wordt in het eerste kwartaal van 2020 gelanceerd.
Directeur Nick Bortot constateert dat BUX gebruikers een bovenmatige interesse hebben in cryptogeld. 'Verder geloven we dat cryptocurrency een belangrijke rol zullen spelen in het toekomstige financiële systeem.'
BUX Crypto zal zich bij De Nederlandsche Bank (DNB) registreren als een aanbieder van cryptodiensten.
Het vernieuwde platform wordt momenteel getest met een aantal klanten en wordt in het eerste kwartaal van 2020 gelanceerd.
Directeur Nick Bortot constateert dat BUX gebruikers een bovenmatige interesse hebben in cryptogeld. 'Verder geloven we dat cryptocurrency een belangrijke rol zullen spelen in het toekomstige financiële systeem.'
BUX Crypto zal zich bij De Nederlandsche Bank (DNB) registreren als een aanbieder van cryptodiensten.
Een kwetsbaar Europees bankwezen op weg naar 2020
Eind november publiceerde de European Banking Authority (EBA), het coördinerende orgaan van de 28 nationale bankentoezichthouders in de EU, het rapport Risk Assessment of the European Banking System. Het rapport presenteert een sober beeld van de huidige staat en toekomstige bedreigingen van het Europese bankwezen. In onze visie maakt het EBA-rapport duidelijk dat het dringend tijd is voor banken om strategisch belangrijke keuzes te maken ten einde hun bestaansrecht te verzekeren.
In de visie van de EBA is de verwachting voor de ontwikkeling van de winstgevendheid van de banken uitermate zorgelijk. De lage rente-omgeving helpt bepaald niet, maar de zorgen gaan veel verder. Het business model van banken staat onder druk. Waar denken banken in de toekomst hun geld mee te verdienen? En hoe denkt men om te gaan met FinTechs die bancaire marges onder druk zetten? Natuurlijk helpt ook niet dat de kosten veel te hoog zijn en legacy systemen de wendbaarheid van banken beperken. In veel EU-lidstaten is ook nog sprake van aanzienlijke verborgen verliezen op de balansen die nog genomen moeten worden. Dat laatste kan voor Nederlandse banken meevallen, maar zorgen om de structurele winstgevendheid zijn niet minder.
De kwetsbare staat van banken komt ook tot uitdrukking in een lage waardering van aandelen op financiële markten. Een belangrijke maatstaf is hierbij de zogeheten price to book ratio, ofwel de marktprijs van een aandeel gedeeld door de boekwaarde van een aandeel in het eigen vermogen zoals gewaardeerd op de balans van een bank. Een ratio van boven de 1 is een indicator van een gezonde en winstgevende bank.
Helaas laten cijfers van de EBA zien dat Europa echt in het verdomhoekje zit met nauwelijks een kwart van de banken boven de 1. In de VS zit het overgrote deel van banken boven de 1. Ook de price to book ratio’s van ABN AMRO en ING bevinden zich (ver) onder de waarde van 1: 0,73 respectievelijk 0,80. Dit staat in schril contrast met de op het oog nog redelijke winstgevendheid van Nederlandse banken. Deze zijn echter geheel toe te schrijven aan marges op bestaande hypotheekportefeuilles. De lage price to book ratio’s geven aan dat dit geenszins houdbaar is.
Dit is het moment voor strategische keuzes en leiderschap. De huidige nog acceptabele winstgevendheid is cruciaal om een omslag te kunnen maken naar een duurzaam verdienmodel. Uitstellen van keuzes zal zaken alleen bemoeilijken omdat de winstgevendheid verder onder druk zal komen te staan.
Duurzaam betekent dat vanuit klantbehoeftes en maatschappelijke opgaves moet worden geredeneerd. Het EBA-rapport geeft aan dat banken zich zijn gaan focussen op riskantere segmenten van kredietverlening, zoals commercieel vastgoed en consumentenkrediet. Dit biedt geen duurzame winstgevendheid, maar juist grotere risico’s. Banken die dit doen proberen kunstmatig hun ROE (return on equity) op te poetsen – namelijk het rendement verhogen door risico’s te verhogen. De price to book ratio zal hierdoor niet verbeteren; meer risico betekent veelal een lagere price to book.
En de andere helft van de truc, een lager eigen vermogen (lagere E), om de ROE te verhogen is mogelijk nog schadelijker. Het versterken van banken en het maken van strategische keuzes vergt juist meer eigen vermogen. Het helpt dan ook niet dat historisch bezien het eigen vermogen nog steeds bijzonder laag is. Vandaar dat de huidige winsten noodzakelijk zijn, en dus niet mogen worden uitgekeerd.
Ook van politici zal iets mogen worden verwacht. Zij zullen zelfbeheersing moeten tonen. Winsten “klotsen niet tegen de plinten op”. Neen, die winsten zijn hard nodig om tot een duurzame financiële sector te komen. En sommige zaken vereisen dat de overheid instapt. Due diligence en witwaspraktijken vergen een gezamelijke inspanning. Banken kunnen dit niet alleen, noch helpt het ze alleen maar de zwarte piet toe te spelen.
Banken moeten versnellen en keuzes maken. Keuzes zullen per bank verschillen. Landbouw en voedsel kenmerkt de Rabobank, combineer dit met lokaal ondernemerschap. Voor ABN AMRO is de opgave ingewikkelder. Het DNA van de bank vereist een meer internationale oriëntatie. Ga in de handelsstromen zitten. Wees een brug tussen lokale ondernemers en hun exportmarkten. Banken moeten ook kiezen wat ze willen zijn voor consumenten: simpel en zonder franje (Volksbank), een breed toegankelijk digitaal platform (ING) of een speler voor bepaalde doelgroepen (ABN AMRO voor professionals). Maar kies. Zonder keuzes is er geen toekomstperspectief, en misschien nog erger, geen beleving en enthousiasme in de organisatie. Werk aan de winkel dus.
Opiniestuk door Harald Benink (Tilburg University) en Arnoud Boot (UvA)
In de visie van de EBA is de verwachting voor de ontwikkeling van de winstgevendheid van de banken uitermate zorgelijk. De lage rente-omgeving helpt bepaald niet, maar de zorgen gaan veel verder. Het business model van banken staat onder druk. Waar denken banken in de toekomst hun geld mee te verdienen? En hoe denkt men om te gaan met FinTechs die bancaire marges onder druk zetten? Natuurlijk helpt ook niet dat de kosten veel te hoog zijn en legacy systemen de wendbaarheid van banken beperken. In veel EU-lidstaten is ook nog sprake van aanzienlijke verborgen verliezen op de balansen die nog genomen moeten worden. Dat laatste kan voor Nederlandse banken meevallen, maar zorgen om de structurele winstgevendheid zijn niet minder.
De kwetsbare staat van banken komt ook tot uitdrukking in een lage waardering van aandelen op financiële markten. Een belangrijke maatstaf is hierbij de zogeheten price to book ratio, ofwel de marktprijs van een aandeel gedeeld door de boekwaarde van een aandeel in het eigen vermogen zoals gewaardeerd op de balans van een bank. Een ratio van boven de 1 is een indicator van een gezonde en winstgevende bank.
Helaas laten cijfers van de EBA zien dat Europa echt in het verdomhoekje zit met nauwelijks een kwart van de banken boven de 1. In de VS zit het overgrote deel van banken boven de 1. Ook de price to book ratio’s van ABN AMRO en ING bevinden zich (ver) onder de waarde van 1: 0,73 respectievelijk 0,80. Dit staat in schril contrast met de op het oog nog redelijke winstgevendheid van Nederlandse banken. Deze zijn echter geheel toe te schrijven aan marges op bestaande hypotheekportefeuilles. De lage price to book ratio’s geven aan dat dit geenszins houdbaar is.
Dit is het moment voor strategische keuzes en leiderschap. De huidige nog acceptabele winstgevendheid is cruciaal om een omslag te kunnen maken naar een duurzaam verdienmodel. Uitstellen van keuzes zal zaken alleen bemoeilijken omdat de winstgevendheid verder onder druk zal komen te staan.
Duurzaam betekent dat vanuit klantbehoeftes en maatschappelijke opgaves moet worden geredeneerd. Het EBA-rapport geeft aan dat banken zich zijn gaan focussen op riskantere segmenten van kredietverlening, zoals commercieel vastgoed en consumentenkrediet. Dit biedt geen duurzame winstgevendheid, maar juist grotere risico’s. Banken die dit doen proberen kunstmatig hun ROE (return on equity) op te poetsen – namelijk het rendement verhogen door risico’s te verhogen. De price to book ratio zal hierdoor niet verbeteren; meer risico betekent veelal een lagere price to book.
En de andere helft van de truc, een lager eigen vermogen (lagere E), om de ROE te verhogen is mogelijk nog schadelijker. Het versterken van banken en het maken van strategische keuzes vergt juist meer eigen vermogen. Het helpt dan ook niet dat historisch bezien het eigen vermogen nog steeds bijzonder laag is. Vandaar dat de huidige winsten noodzakelijk zijn, en dus niet mogen worden uitgekeerd.
Ook van politici zal iets mogen worden verwacht. Zij zullen zelfbeheersing moeten tonen. Winsten “klotsen niet tegen de plinten op”. Neen, die winsten zijn hard nodig om tot een duurzame financiële sector te komen. En sommige zaken vereisen dat de overheid instapt. Due diligence en witwaspraktijken vergen een gezamelijke inspanning. Banken kunnen dit niet alleen, noch helpt het ze alleen maar de zwarte piet toe te spelen.
Banken moeten versnellen en keuzes maken. Keuzes zullen per bank verschillen. Landbouw en voedsel kenmerkt de Rabobank, combineer dit met lokaal ondernemerschap. Voor ABN AMRO is de opgave ingewikkelder. Het DNA van de bank vereist een meer internationale oriëntatie. Ga in de handelsstromen zitten. Wees een brug tussen lokale ondernemers en hun exportmarkten. Banken moeten ook kiezen wat ze willen zijn voor consumenten: simpel en zonder franje (Volksbank), een breed toegankelijk digitaal platform (ING) of een speler voor bepaalde doelgroepen (ABN AMRO voor professionals). Maar kies. Zonder keuzes is er geen toekomstperspectief, en misschien nog erger, geen beleving en enthousiasme in de organisatie. Werk aan de winkel dus.
Opiniestuk door Harald Benink (Tilburg University) en Arnoud Boot (UvA)