Schok op financiële markten werkt lang door op pensioenen en economie
De vermogenspositie van de Nederlandse pensioensector is kwetsbaar voor schokken op de financiële markten. De impact op de Nederlandse economie blijkt uit de onlangs gepubliceerde resultaten van de stresstest die de Europese toezichthouder voor verzekeraars en pensioenfondsen, EIOPA, heeft uitgevoerd onder pensioenuitvoerders in Europa.
Toepassing van een zeer negatief stressscenario, waarin aandelenkoersen fors dalen en de spreads fors stijgen, laat zien dat de doorwerking op de Nederlandse economie via de pensioenfondsen van jaar op jaar weliswaar beperkt in omvang is, maar vele jaren voelbaar blijft.
Nieuw in de Europese pensioenstresstest is de uitwerking van de kasstroomanalyse, waar DNB zich samen met de Pensioenfederatie actief voor heeft ingezet. Met de kasstromen wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel geld er de komende 100 jaar jaarlijks aan de deelnemer wordt uitbetaald, in zowel het basisscenario als in het stressscenario. Daarbij wordt rekening gehouden met toeslagen en kortingen.
In het stressscenario leiden vermogensverliezen tot het uitblijven van indexatie en het doorvoeren van kortingen op de pensioenaanspraken. De gemiste indexatie en de kortingen worden voelbaar in de portemonnee van consumenten op het moment dat de pensioenen worden uitgekeerd. Zij zijn daarmee niet direct, volledig voelbaar in het besteedbaar inkomen van huishoudens, maar worden met de tijd geleidelijk sterker voelbaar wanneer steeds meer deelnemers het (lagere) pensioeninkomen ontvangen. In het stressscenario gaan er aldus de komende tientallen jaren geleidelijk steeds lagere kasstromen van pensioenfondsen naar de huishoudens.
De effecten van de lagere kasstromen zijn gebruikt om de doorwerking van het stress-scenario op de Nederlandse economie via de pensioensector te berekenen. De lagere kasstromen zetten het besteedbaar inkomen onder druk, waardoor huishoudens minder consumeren, wat verder doorwerkt in de economie en resulteert in een lager bruto binnenlands product (bbp).
Zo blijft de impact van de eenmalige schok in de stresstest via de pensioensector langdurig van invloed op de economie. Dit illustreert nog maar eens hoe de vermogensverliezen van Nederlandse pensioenfondsen als gevolg van de financiële crisis van 2008 het Nederlandse economische herstel jarenlang mede hebben vertraagd. Nederland is hierin bijzonder in Europa vanwege haar relatief grote pensioensector.
In de stresstest zijn de instellingen onderworpen aan een schok, die in samenwerking met de European Systemic Risk Board (ESRB) is vormgegeven. Deze schok omvat een aanzienlijke daling van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoed), alsook licht stijgende rentes met tegelijkertijd stijgende risicopremies. Er werd daarbij aangenomen dat beleggingen in een aantal activa die een ‘safe haven’ status hebben, zoals bepaalde staatsobligaties, deze status in het stressscenario behouden.
De vermogensposities van Nederlandse pensioenfondsen worden in het stressscenario stevig geraakt. Dat komt door de grote portefeuille zakelijke waarden bij deze fondsen, die zij aanhouden ten behoeve van hun indexatie-ambitie. De gemiddelde dekkingsgraad van de deelnemende fondsen daalt met circa 23 procentpunten, wat qua omvang ongeveer gelijk is aan het vereist eigen vermogen van de deelnemende fondsen. Indien zij hadden beschikt over het vereist eigen vermogen, hadden de fondsen de impact van de stresstest dus vrijwel geheel kunnen absorberen in de buffers. Nu die vereiste buffer ontbreekt en de uitgangspositie een dekkingsgraad van (gemiddeld) 99% is, noodzaakt de stresstest direct tot aanzienlijke kortingen.
Het vermogen van de Nederlandse premiepensioeninstellingen (PPI) daalt met bijna 30 procent als gevolg van het stressscenario, met name als gevolg van de aandelenschok. Als gevolg van een relatief jonge populatie beleggen PPI’s veel in zakelijke waarden. In de stresstest is gekeken naar de impact van het stressscenario op vervangingsratio’s (exclusief AOW uitkeringen). Omdat de PPI’s onderling grote verschillen kennen, tonen de uitkomsten een zeer grote verscheidenheid in deze ratio’s.
Toepassing van een zeer negatief stressscenario, waarin aandelenkoersen fors dalen en de spreads fors stijgen, laat zien dat de doorwerking op de Nederlandse economie via de pensioenfondsen van jaar op jaar weliswaar beperkt in omvang is, maar vele jaren voelbaar blijft.
Nieuw in de Europese pensioenstresstest is de uitwerking van de kasstroomanalyse, waar DNB zich samen met de Pensioenfederatie actief voor heeft ingezet. Met de kasstromen wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel geld er de komende 100 jaar jaarlijks aan de deelnemer wordt uitbetaald, in zowel het basisscenario als in het stressscenario. Daarbij wordt rekening gehouden met toeslagen en kortingen.
In het stressscenario leiden vermogensverliezen tot het uitblijven van indexatie en het doorvoeren van kortingen op de pensioenaanspraken. De gemiste indexatie en de kortingen worden voelbaar in de portemonnee van consumenten op het moment dat de pensioenen worden uitgekeerd. Zij zijn daarmee niet direct, volledig voelbaar in het besteedbaar inkomen van huishoudens, maar worden met de tijd geleidelijk sterker voelbaar wanneer steeds meer deelnemers het (lagere) pensioeninkomen ontvangen. In het stressscenario gaan er aldus de komende tientallen jaren geleidelijk steeds lagere kasstromen van pensioenfondsen naar de huishoudens.
De effecten van de lagere kasstromen zijn gebruikt om de doorwerking van het stress-scenario op de Nederlandse economie via de pensioensector te berekenen. De lagere kasstromen zetten het besteedbaar inkomen onder druk, waardoor huishoudens minder consumeren, wat verder doorwerkt in de economie en resulteert in een lager bruto binnenlands product (bbp).
Zo blijft de impact van de eenmalige schok in de stresstest via de pensioensector langdurig van invloed op de economie. Dit illustreert nog maar eens hoe de vermogensverliezen van Nederlandse pensioenfondsen als gevolg van de financiële crisis van 2008 het Nederlandse economische herstel jarenlang mede hebben vertraagd. Nederland is hierin bijzonder in Europa vanwege haar relatief grote pensioensector.
In de stresstest zijn de instellingen onderworpen aan een schok, die in samenwerking met de European Systemic Risk Board (ESRB) is vormgegeven. Deze schok omvat een aanzienlijke daling van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoed), alsook licht stijgende rentes met tegelijkertijd stijgende risicopremies. Er werd daarbij aangenomen dat beleggingen in een aantal activa die een ‘safe haven’ status hebben, zoals bepaalde staatsobligaties, deze status in het stressscenario behouden.
De vermogensposities van Nederlandse pensioenfondsen worden in het stressscenario stevig geraakt. Dat komt door de grote portefeuille zakelijke waarden bij deze fondsen, die zij aanhouden ten behoeve van hun indexatie-ambitie. De gemiddelde dekkingsgraad van de deelnemende fondsen daalt met circa 23 procentpunten, wat qua omvang ongeveer gelijk is aan het vereist eigen vermogen van de deelnemende fondsen. Indien zij hadden beschikt over het vereist eigen vermogen, hadden de fondsen de impact van de stresstest dus vrijwel geheel kunnen absorberen in de buffers. Nu die vereiste buffer ontbreekt en de uitgangspositie een dekkingsgraad van (gemiddeld) 99% is, noodzaakt de stresstest direct tot aanzienlijke kortingen.
Het vermogen van de Nederlandse premiepensioeninstellingen (PPI) daalt met bijna 30 procent als gevolg van het stressscenario, met name als gevolg van de aandelenschok. Als gevolg van een relatief jonge populatie beleggen PPI’s veel in zakelijke waarden. In de stresstest is gekeken naar de impact van het stressscenario op vervangingsratio’s (exclusief AOW uitkeringen). Omdat de PPI’s onderling grote verschillen kennen, tonen de uitkomsten een zeer grote verscheidenheid in deze ratio’s.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.