Pensioencontract: nabestaandenpensioen nog niet altijd verzekerd
In het wetsvoorstel voor nabestaandenpensioen in het nieuwe pensioencontract wordt een aantal belangrijke nadelen van het huidige stelsel opgelost. Zo is de dekking voor lage inkomens en bij baanwissel sterk verbeterd. Daarnaast wordt het gemakkelijker voor mensen om te weten of en welke dekking er is wanneer zij overlijden voor de pensioendatum.
Daartegenover staan echter ook situaties waarin nabestaanden nog steeds grote financiële risico’s lopen. In het wetsvoorstel wordt verondersteld dat mensen zelf keuzes maken om die risico’s te voorkomen, wat mogelijk een (te) groot beroep doet op de financiële zelfredzaamheid van deelnemers. Dit kan leiden tot schrijnende situaties. Ook zijn er voorbeelden van overdekking hetgeen kan leiden tot afbreuk aan het maatschappelijk draagvlak.
Dat stellen onderzoekers Theo Nijman, Bastiaan Starink en Sander Muns (Tilburg University) in hun inbreng op de internetconsultatie bij de conceptwetgeving van nabestaandenpensioen in het nieuwe pensioencontract.
In het wetsvoorstel wordt een stelsel voorgesteld dat eenvoudig en generiek is. Dat levert grotere transparantie en voorkomt allerlei kosten en kans op fouten in de uitvoering. Een nadeel is dat er zich nogal wat situaties kunnen voordoen waarin geen adequate dekking meer wordt geboden. Het wetsvoorstel veronderstelt bijvoorbeeld dat een mensen zelf in actie komen om dit risico te verzekeren drie maanden na vertrek bij een werkgever. Het nabestaandenpensioen kan ook sterk tegenvallen door overlijden kort voor of juist kort na de pensioendatum. De onderzoekers maken zich zorgen of er voldoende zicht is op de risico’s voor nabestaanden en op hoe vaak deze risico’s zich zullen voordoen. Hetzelfde geldt voor het zicht op het draagvlak bij andere deelnemers en breder in de samenleving voor soms hoge en dubbele dekking en voor de kosten van de verzekeringen.
Daartegenover staan echter ook situaties waarin nabestaanden nog steeds grote financiële risico’s lopen. In het wetsvoorstel wordt verondersteld dat mensen zelf keuzes maken om die risico’s te voorkomen, wat mogelijk een (te) groot beroep doet op de financiële zelfredzaamheid van deelnemers. Dit kan leiden tot schrijnende situaties. Ook zijn er voorbeelden van overdekking hetgeen kan leiden tot afbreuk aan het maatschappelijk draagvlak.
Dat stellen onderzoekers Theo Nijman, Bastiaan Starink en Sander Muns (Tilburg University) in hun inbreng op de internetconsultatie bij de conceptwetgeving van nabestaandenpensioen in het nieuwe pensioencontract.
In het wetsvoorstel wordt een stelsel voorgesteld dat eenvoudig en generiek is. Dat levert grotere transparantie en voorkomt allerlei kosten en kans op fouten in de uitvoering. Een nadeel is dat er zich nogal wat situaties kunnen voordoen waarin geen adequate dekking meer wordt geboden. Het wetsvoorstel veronderstelt bijvoorbeeld dat een mensen zelf in actie komen om dit risico te verzekeren drie maanden na vertrek bij een werkgever. Het nabestaandenpensioen kan ook sterk tegenvallen door overlijden kort voor of juist kort na de pensioendatum. De onderzoekers maken zich zorgen of er voldoende zicht is op de risico’s voor nabestaanden en op hoe vaak deze risico’s zich zullen voordoen. Hetzelfde geldt voor het zicht op het draagvlak bij andere deelnemers en breder in de samenleving voor soms hoge en dubbele dekking en voor de kosten van de verzekeringen.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.