Kifid: consument heeft recht op rentecompensatie over gehele looptijd doorlopend krediet
Meerdere consumenten hebben in 2020 van Interbank rentecompensatie ontvangen naar aanleiding van uitspraken van de Commissie van Beroep over de variabele rente op doorlopend krediet.
In afwijking van deze uitspraken heeft Interbank de compensatie berekend met de fictieve ingangsdatum 1 januari 2008 en zonder een rentevergoeding te rekenen voor de periode dat de individuele kredietvergoeding lager was dan de referentierente. Enkele consumenten hebben zich met succes bij Kifid beklaagd over deze manier van berekenen, zo blijkt uit twee uitspraken.
De Geschillencommissie concludeert dat Interbank de rentecompensatie voor deze consumenten opnieuw moet berekenen over de gehele looptijd van hun doorlopend krediet. Voor zover betrokken consumenten voordeel hebben gehad van het niet meebewegen met de relevante marktrente, mag de kredietverstrekker dat in de herberekening meenemen.
In deze twee klachtzaken gaat het om doorlopend krediet afgesloten door consumenten bij Interbank of een voorganger daarvan. Een krediet is op 4 maart 2005 afgesloten met op dat moment een variabele rente van 7,3 procent. Het andere krediet is op 17 maart 2006 ingegaan met een variabele van 6,4 procent. Bij een doorlopend krediet mag de consument redelijkerwijs verwachten dat het rentetarief van zijn krediet stijgt en daalt naarmate de relevante marktrente in het algemeen stijgt en daalt, aldus de vaste lijn bij Kifid. Begin 2020 heeft de Commissie van Beroep geconcludeerd dat de rentereeks uit het deskundigenrapport (CvB 2019-005c) gebruikt moet worden als referentie voor de relevante marktrente.
De kredietverstrekker heeft bezwaar tegen het gebruik van de referentierente zoals aangegeven in het deskundigenrapport. Die zou volgens de bank niet de reële gemiddelde marktrente weergeven vóór 1 januari 2008. De Geschillencommissie gaat hier niet in mee. De referentierente is het gemiddelde van vergelijkbare rentes en kenbaar uit openbare bronnen. Het verloop van het gemiddelde weerspiegelt de beweging in de relevante markt. Voor het berekenen van de rentecompensatie moet de kredietverstrekker de referentierente gebruiken zoals weergegeven in het deskundigenrapport. De Commissie van Beroep heeft dit recent in enkele uitspraken (CvB 2021-0015, CvB 2021-0020 en CvB 2021-0021) opnieuw bevestigd. De argumenten van de kredietverstrekker geven geen aanleiding om hiervan af te wijken. De kredietverstrekker dient de rentecompensatie te berekenen vanaf de start van de kredietovereenkomst.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.