Nederlandse rechter niet bevoegd inzake VEB-BP
Het Europees Hof van Justitie heeft in het arrest van duidelijkheid gegeven over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in de procedure tussen beleggersvereniging VEB en BP. De Nederlandse rechter is niet bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van de gedupeerde BP beleggers.
De VEB daagde BP in april 2015 namens Nederlandse beleggers voor de rechter vanwege misleiding voor en na de olieramp in de Golf van Mexico in 2010. De procedure van de VEB is de enige procedure van beleggers in Europa in de nasleep van de ramp met de Deepwater Horizon. In Canada en de Verenigde Staten liepen wel meerdere procedures.
Het Hof Amsterdam was net als de Rechtbank Amsterdam van oordeel dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om over deze kwestie te oordelen. Volgens het Hof is de financiële schade weliswaar in Nederland geleden maar dienen er aanvullende bijzondere omstandigheden voorhanden te zijn, voordat de Nederlandse rechter bevoegd is. Die bijzondere omstandigheden “waaruit een band met Nederland kan worden afgeleid”, waren niet aanwezig volgens het Hof.
Het Europees Hof komt in zijn arrest (CURIA - Documents (europa.eu)) tot de volgende conclusie:
“ […] het feit dat op een beleggingsrekening rechtstreeks zuiver financiële schade ontstaat die het gevolg is van beleggingsbeslissingen die zijn genomen onder invloed van wereldwijd gemakkelijk toegankelijke maar onjuiste, onvolledige en misleidende informatie van een internationale beursgenoteerde vennootschap, het niet mogelijk maakt om uit hoofde van het intreden van de schade uit te gaan van de internationale bevoegdheid van een rechterlijke instantie van de lidstaat waar de bank of beleggingsonderneming gevestigd is waarbij de rekening in het register is ingeschreven, wanneer die vennootschap niet onderworpen was aan wettelijke openbaarmakingsverplichtingen in die lidstaat.”
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.