De Belastingdienst had geen gebruik mogen maken van een fictief rendement bij de vermogensrendementsheffing, beter bekend als de spaartaks. De Hoge Raad oordeelt dat die in ieder geval voor de jaren 2017 en 2018 in strijd was met de wet.
De in het jaar 2017 ingegane wettelijke regeling van het belasten van spaargeld en overig vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting is in strijd met het 'ongestoord genot van eigendom' en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
De zaak is aangezwengeld door een man en zijn echtgenote. Zijn vermogen was ongeveer 1 miljoen euro, daarvan bestond 80 procent uit spaartegoeden met een lage rente.
Over de jaren 2019 en 2020 lopen er nog procedures.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.