ABN AMRO maakt excuses voor historische betrokkenheid bij slavernij
Uit recent historisch onderzoek is gebleken dat een aantal van de rechtsvoorgangers van ABN AMRO in de 18e en 19e eeuw betrokken is geweest bij slavenhandel, plantageslavernij en de handel in producten die hun oorsprong vonden in slavernij. Slavernij heeft onbeschrijfelijk veel leed veroorzaakt. ABN AMRO biedt voor deze betrokkenheid dan ook haar 'diepgevoelde excuses' aan.
ABN AMRO heeft het Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam onderzoek laten doen naar de betrokkenheid van voorgangers van de bank bij slavernij in de 18e en 19e eeuw. Uit dit onderzoek blijkt onder meer dat ABN AMRO voorganger Hope & Co. een spilfunctie vervulde in de 18e-eeuwse internationale slavernij-economie.
Zo behaalde Hope & Co. niet alleen een groot deel van haar winst uit slavernij gerelateerde activiteiten, maar bemoeide zich ook actief met het beheer van de plantages. Een andere voorganger van ABN AMRO, Mees & Zoonen, was betrokken als makelaar in verzekeringen van slavenschepen en transport van door slaafgemaakten geoogste producten.
De afgelopen periode heeft de bank overleg gevoerd met diverse vertegenwoordigers uit de gemeenschappen van nazaten over de onderzoeksresultaten. Daaruit bleek onder meer dat zij, naast erkenning van het leed, behoefte hebben aan concrete stappen die de structurele maatschappelijke achterstand helpen verbeteren die nazaten van tot slaafgemaakten kunnen ervaren.
ABN AMRO zal in gesprek blijven met de vertegenwoordigers van de gemeenschap om verder te onderzoeken hoe de bank haar bestaande activiteiten hiervoor nog meer kan inzetten en nieuwe initiatieven kan ontwikkelen of ondersteunen. We zullen over onze inspanningen en prestaties op dit onderwerp rapporteren in ons Annual Integrated Report. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief is het Convenant ‘Social Impact’, dat we recent als eerste grote commerciële instelling tekenden met de Gemeente Amsterdam. Daarin staan afspraken beschreven over stage- en opleidingsplekken bij de bank, schuldhulpverlening en het lokaal inkopen van producten en diensten in Amsterdam Zuidoost.
ABN AMRO heeft het Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam onderzoek laten doen naar de betrokkenheid van voorgangers van de bank bij slavernij in de 18e en 19e eeuw. Uit dit onderzoek blijkt onder meer dat ABN AMRO voorganger Hope & Co. een spilfunctie vervulde in de 18e-eeuwse internationale slavernij-economie.
Zo behaalde Hope & Co. niet alleen een groot deel van haar winst uit slavernij gerelateerde activiteiten, maar bemoeide zich ook actief met het beheer van de plantages. Een andere voorganger van ABN AMRO, Mees & Zoonen, was betrokken als makelaar in verzekeringen van slavenschepen en transport van door slaafgemaakten geoogste producten.
De afgelopen periode heeft de bank overleg gevoerd met diverse vertegenwoordigers uit de gemeenschappen van nazaten over de onderzoeksresultaten. Daaruit bleek onder meer dat zij, naast erkenning van het leed, behoefte hebben aan concrete stappen die de structurele maatschappelijke achterstand helpen verbeteren die nazaten van tot slaafgemaakten kunnen ervaren.
ABN AMRO zal in gesprek blijven met de vertegenwoordigers van de gemeenschap om verder te onderzoeken hoe de bank haar bestaande activiteiten hiervoor nog meer kan inzetten en nieuwe initiatieven kan ontwikkelen of ondersteunen. We zullen over onze inspanningen en prestaties op dit onderwerp rapporteren in ons Annual Integrated Report. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief is het Convenant ‘Social Impact’, dat we recent als eerste grote commerciële instelling tekenden met de Gemeente Amsterdam. Daarin staan afspraken beschreven over stage- en opleidingsplekken bij de bank, schuldhulpverlening en het lokaal inkopen van producten en diensten in Amsterdam Zuidoost.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.