Het vertrouwen in financiële instellingen is het afgelopen jaar stabiel gebleven, terwijl vertrouwen in andere sectoren (zoals de politiek en ambtenaren) is afgenomen. Dit blijkt uit een onderzoek van DNB onder ruim 2.200 Nederlandse huishoudens.
Het vertrouwen van Nederlandse huishoudens in financiële instellingen is het afgelopen jaar stabiel gebleven. Ongeveer 51 procent van de ondervraagden heeft tamelijk veel of heel veel vertrouwen in financiële instellingen.
Het vertrouwen in de nationale politiek, de ambtenarij en het bedrijfsleven is daarentegen afgelopen jaar verder gedaald. Wel ligt het vertrouwen in het bedrijfsleven nog net iets hoger in vergelijking met financiële instellingen. Vorig jaar had 42 procent van de respondenten vertrouwen in de politiek. Nu is dat 29 procent.
Nader gespecificeerd blijkt uit het onderzoek dat Nederlandse huishoudens vertrouwen hebben in de financiële gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Figuur 2 toont dat het vertrouwen in de financiële gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen tijdens de kredietcrisis in 2008 fors is afgenomen en dat dit sindsdien geleidelijk weer toeneemt.
In 2022 heeft 70 procent van de ondervraagden er overwegend of volledig vertrouwen in dat banken in Nederland in staat zijn om het aan hen toevertrouwde geld te allen tijde terug te betalen. Het vertrouwen dat verzekeraars hun betalingsverplichtingen aan verzekerden nakomen ligt op eenzelfde niveau. Huishoudens hebben er iets minder vertrouwen in dat pensioenfondsen in staat zijn om hun toezeggingen aan pensioengerechtigden na te komen, al neemt dat vertrouwen in de afgelopen jaren toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.