bunq heeft zijn witwas-rechtszaak tegen De Nederlandsche Bank gewonnen. Eerder dit jaar daagde de neobank DNB voor de rechter over in hoeverre nieuwe technologieën ingezet mogen worden in witwasbestrijding.
In november 2018 heeft DNB een onderzoek verricht bij bunq en vastgesteld dat bunq regels van het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) op essentiële punten overtrad.
Zo werd niet in alle gevallen de uiteindelijk belanghebbende van een cliënt niet of onvoldoende geïdentificeerd en/of geverifieerd. Ook stelde bunq niet of onvoldoende het doel of aard van de zakelijke relatie vast. Daarbovenop is gebleken dat bunq geen adequate voortdurende controle op haar zakelijke relatie met haar cliënten uitoefende.
Naar het oordeel van het College van Beroep voor het bedrijfsleven is niet komen vast te staan dat bunq alle overtredingen heeft begaan.
Waar DNB eerst stond op het toepassen van eenzijdige zelfrapportage van rekeninghouders, wilde bunq gebruik maken van onder andere machine learning om witwaspraktijken tegen te gaan.
Met DNB heeft de rechtbank oog voor het feit dat bunq probeert
technologische kennis aan te wenden om haar processen te verbeteren en
te innoveren. Feit blijft echter dat - los van het systeem van business
rules en machine learning - bunq aan iedere cliënt het ‘regular user
profiel’ toekent (aanname), en daardoor ook niet weet welk
transactiepatroon zij bij de betreffende cliënt kan verwachten. Om een
betekenisvolle voortdurende controle op de zakelijke relatie te kunnen
verrichten, zal de bank bij aanvang van de dienstverlening - al dan niet
in het licht van het vast te stellen risicoprofiel - een verwacht
transactieprofiel moeten vaststellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.