Bankmedewerker gluurt in bankgegevens schoonouders, negen maanden beroepsverbod
Zodra een uitzendkracht in 2021 bij een bank in dienst kwam, ging hij de rekeninggegevens bekijken van zijn familie, collega’s, buren en andere bekenden. Aan zijn vriendin vertelde hij dat haar ouders hadden gelogen; hij had zelf gezien dat ze nog wel degelijk een schuld hadden bij de Belastingdienst. Toen het rekeninggluren uitkwam, beëindigde de bank het arbeidscontract.
De Tuchtcommissie Banken oordeelt nu dat hij negen maanden niet in de bancaire sector mag werken.
Tegenover de bank heeft de toenmalige medewerker erkend dat hij geen goede reden had om de rekeningen te raadplegen. Zijn verklaring is dat hij nieuwsgierig was en dat hij zijn schoonouders wilde controleren. Zij hadden tegen zijn vriendin, die betrokken was bij hun onderneming, gezegd dat zij geen belastingschuld meer hadden. Later ontkende hij dat hij de vertrouwelijke informatie met zijn vriendin had gedeeld, maar de Tuchtcommissie vindt die nieuwe verklaring niet aannemelijk.
Ook een andere uitzendkracht, die bijna twee jaar bij een bank werkte, maakte zich schuldig aan rekeninggluren. Zij bekeek de persoonlijke informatie van zichzelf, haar partner, haar buurvrouw en degene met wie de buurvrouw een rekening deelde. Ook hier was nieuwsgierigheid de verklaring. De vrouw had er nooit bij stilgestaan dat zij de rekeningen niet zomaar mocht raadplegen. De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod op van drie maanden en rekent het de vrouw aan dat zij zich niet “toetsbaar” heeft opgesteld; zij reageerde niet op een uitnodiging voor een gesprek met de aanklager van Tuchtrecht Banken en verscheen ook niet op de zitting van de Tuchtcommissie.
Een derde ex-bankmedewerker was vijf jaar werkzaam bij een bank en gebruikte het interne systeem van de bank voor zijn eigen bankzaken. Hij logde in bij zijn eigen creditcardaccount en vulde zijn persoonsgegevens in om een BKR-kredietcheck te doen. Deze schending van de Bankierseed leidt tot een berisping. De Tuchtcommissie weegt daarbij mee dat de man zijn baan al verloor en met zijn gedrag geen anderen heeft benadeeld.
Sinds 1 april 2015 moet iedereen die voor een bank werkt de bankierseed afleggen. Bij deze eed hoort een Gedragscode. Via de bankierseed en de Gedragscode zijn alle ongeveer 66.000 bankmedewerkers in Nederland gebonden aan het tuchtrecht. Als een medewerker zich niet aan de gedragsregels houdt, kan daarvan een melding worden gemaakt bij Tuchtrecht Banken. De aanklager van Tuchtrecht Banken onderzoekt of een bankmedewerker de code heeft geschonden. Hij kan klachten voorleggen aan de onafhankelijke Tuchtcommissie, bestaande uit deskundigen en juristen. Tegen het oordeel van de Tuchtcommissie is beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep. Tuchtrecht Banken beheert ook het tuchtregister, waarin de namen worden opgenomen van bankmedewerkers die een sanctie kregen opgelegd.
De Tuchtcommissie Banken oordeelt nu dat hij negen maanden niet in de bancaire sector mag werken.
Tegenover de bank heeft de toenmalige medewerker erkend dat hij geen goede reden had om de rekeningen te raadplegen. Zijn verklaring is dat hij nieuwsgierig was en dat hij zijn schoonouders wilde controleren. Zij hadden tegen zijn vriendin, die betrokken was bij hun onderneming, gezegd dat zij geen belastingschuld meer hadden. Later ontkende hij dat hij de vertrouwelijke informatie met zijn vriendin had gedeeld, maar de Tuchtcommissie vindt die nieuwe verklaring niet aannemelijk.
Ook een andere uitzendkracht, die bijna twee jaar bij een bank werkte, maakte zich schuldig aan rekeninggluren. Zij bekeek de persoonlijke informatie van zichzelf, haar partner, haar buurvrouw en degene met wie de buurvrouw een rekening deelde. Ook hier was nieuwsgierigheid de verklaring. De vrouw had er nooit bij stilgestaan dat zij de rekeningen niet zomaar mocht raadplegen. De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod op van drie maanden en rekent het de vrouw aan dat zij zich niet “toetsbaar” heeft opgesteld; zij reageerde niet op een uitnodiging voor een gesprek met de aanklager van Tuchtrecht Banken en verscheen ook niet op de zitting van de Tuchtcommissie.
Een derde ex-bankmedewerker was vijf jaar werkzaam bij een bank en gebruikte het interne systeem van de bank voor zijn eigen bankzaken. Hij logde in bij zijn eigen creditcardaccount en vulde zijn persoonsgegevens in om een BKR-kredietcheck te doen. Deze schending van de Bankierseed leidt tot een berisping. De Tuchtcommissie weegt daarbij mee dat de man zijn baan al verloor en met zijn gedrag geen anderen heeft benadeeld.
Sinds 1 april 2015 moet iedereen die voor een bank werkt de bankierseed afleggen. Bij deze eed hoort een Gedragscode. Via de bankierseed en de Gedragscode zijn alle ongeveer 66.000 bankmedewerkers in Nederland gebonden aan het tuchtrecht. Als een medewerker zich niet aan de gedragsregels houdt, kan daarvan een melding worden gemaakt bij Tuchtrecht Banken. De aanklager van Tuchtrecht Banken onderzoekt of een bankmedewerker de code heeft geschonden. Hij kan klachten voorleggen aan de onafhankelijke Tuchtcommissie, bestaande uit deskundigen en juristen. Tegen het oordeel van de Tuchtcommissie is beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep. Tuchtrecht Banken beheert ook het tuchtregister, waarin de namen worden opgenomen van bankmedewerkers die een sanctie kregen opgelegd.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.