Noodzakelijke stappen voor samenleving en belastingstelsel
Staatssecretaris Van Rij van Financiƫn (Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft het pakket Belastingplan 2024 aangeboden aan de Tweede Kamer. Het pakket bevat noodzakelijke maatregelen voor de samenleving en het belastingstelsel. Denk aan het ondersteunen van koopkracht en bestrijden van armoede, het verbeteren en eenvoudiger maken van het belastingstelsel en maatregelen om de vastgestelde klimaatdoelen te halen. De extra uitgaven worden deels betaald uit meevallers in 2024 maar ook door andere maatregelen om de belastinginkomsten op peil te houden.
Het kabinet wil voorkomen dat mensen met een laag inkomen in de knel komen. Daarom trekt het kabinet structureel 2 miljard euro uit om mensen met een krappe beurs te ondersteunen.
Het kabinet heeft daarnaast de keuze gemaakt om het aanvangspunt voor het toptarief van de inkomstenbelasting, de tweede en derde schijf voor gepensioneerden niet volledig te indexeren met de inflatiestijging maar wel met 3,55 procent. Mensen met een hoger inkomen gaan hierdoor iets meer inkomstenbelasting betalen. Toch gaan ook zij er volgend jaar in koopkracht op vooruit. Met de 1,6 miljard euro die deze maatregel opbrengt, kan de compensatie van de lagere inkomens worden betaald.
Er worden financiƫle tegenvallers verwacht in de geraamde opbrengst van de wereldwijde minimum winstbelasting voor multinationals van 15% (Pijler 2) en het uitstel van het nieuwe stelsel van box 3 van 2026 naar 2027. Daarom is het noodzakelijk om een aantal aanvullende maatregelen te nemen. Op deze manier blijven de overheidsfinanciƫn gezond en worden lasten niet doorgeschoven naar toekomstige generaties.
Zo is er besloten om de mkb-winstvrijstelling te verlagen van 14% naar 12,7 procent. Door deze vrijstelling hebben (IB-)ondernemers nu een lagere belastingdruk dan werknemers. Met de verlaging van het percentage verkleinen we het verschil in fiscale behandeling van werknemers en ondernemers in de inkomstenbelasting. Vooral ondernemers met een hoger inkomen betalen hierdoor belasting over een groter deel van hun winst of inkomen. Het kabinet heeft ook besloten om de accijnzen op sigaretten en shag te verhogen.
Door het uitstel van het nieuwe stelsel box 3 worden de inkomsten uit box 3 lager. Om dat op te vangen, is ervoor gekozen om eenmalig het heffingvrije vermogen niet te indexeren in 2024. Dit blijft 57.000 euro. Normaal wordt het heffingvrije vermogen jaarlijks geĆÆndexeerd op basis van de inflatie. Daarnaast wordt de belasting in box 3 in 2024 al een jaar eerder met een extra procentpunt verhoogd, van 32 procent naar 34 procent.
Om het belastingstelsel evenwichtiger en eenvoudiger te maken, heeft het kabinet in het coalitieakkoord afgesproken belastingconstructies aan te pakken en fiscale regelingen die negatief geƫvalueerd zijn te versoberen of af schaffen. In lijn daarmee wil het kabinet de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab) behouden, maar wel in aangepaste vorm omdat ze voorkomen dat bij een bedrijfsoverdracht het voortbestaan van een bedrijf in gevaar komt omdat er schenk- of erfbelasting moet worden betaald. Het kabinet neemt in totaal zes maatregelen om de regeling de komende jaren robuuster en eenvoudiger te maken.
Het kabinet wil voorkomen dat mensen met een laag inkomen in de knel komen. Daarom trekt het kabinet structureel 2 miljard euro uit om mensen met een krappe beurs te ondersteunen.
Het kabinet heeft daarnaast de keuze gemaakt om het aanvangspunt voor het toptarief van de inkomstenbelasting, de tweede en derde schijf voor gepensioneerden niet volledig te indexeren met de inflatiestijging maar wel met 3,55 procent. Mensen met een hoger inkomen gaan hierdoor iets meer inkomstenbelasting betalen. Toch gaan ook zij er volgend jaar in koopkracht op vooruit. Met de 1,6 miljard euro die deze maatregel opbrengt, kan de compensatie van de lagere inkomens worden betaald.
Er worden financiƫle tegenvallers verwacht in de geraamde opbrengst van de wereldwijde minimum winstbelasting voor multinationals van 15% (Pijler 2) en het uitstel van het nieuwe stelsel van box 3 van 2026 naar 2027. Daarom is het noodzakelijk om een aantal aanvullende maatregelen te nemen. Op deze manier blijven de overheidsfinanciƫn gezond en worden lasten niet doorgeschoven naar toekomstige generaties.
Zo is er besloten om de mkb-winstvrijstelling te verlagen van 14% naar 12,7 procent. Door deze vrijstelling hebben (IB-)ondernemers nu een lagere belastingdruk dan werknemers. Met de verlaging van het percentage verkleinen we het verschil in fiscale behandeling van werknemers en ondernemers in de inkomstenbelasting. Vooral ondernemers met een hoger inkomen betalen hierdoor belasting over een groter deel van hun winst of inkomen. Het kabinet heeft ook besloten om de accijnzen op sigaretten en shag te verhogen.
Door het uitstel van het nieuwe stelsel box 3 worden de inkomsten uit box 3 lager. Om dat op te vangen, is ervoor gekozen om eenmalig het heffingvrije vermogen niet te indexeren in 2024. Dit blijft 57.000 euro. Normaal wordt het heffingvrije vermogen jaarlijks geĆÆndexeerd op basis van de inflatie. Daarnaast wordt de belasting in box 3 in 2024 al een jaar eerder met een extra procentpunt verhoogd, van 32 procent naar 34 procent.
Om het belastingstelsel evenwichtiger en eenvoudiger te maken, heeft het kabinet in het coalitieakkoord afgesproken belastingconstructies aan te pakken en fiscale regelingen die negatief geƫvalueerd zijn te versoberen of af schaffen. In lijn daarmee wil het kabinet de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab) behouden, maar wel in aangepaste vorm omdat ze voorkomen dat bij een bedrijfsoverdracht het voortbestaan van een bedrijf in gevaar komt omdat er schenk- of erfbelasting moet worden betaald. Het kabinet neemt in totaal zes maatregelen om de regeling de komende jaren robuuster en eenvoudiger te maken.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.