woensdag 11 oktober 2023

Dit zegt jouw bank over het achterblijven van de spaarrente

De rente van de Europese Centrale Bank (ECB) is met 4 procent historisch hoog, maar de spaarrentes blijven gemiddeld op 1,5 procent staan. Hoe kan het dat dit achterblijft? Radar vroeg de drie grote banken, ING, Rabobank en ABN Amro om een reactie.

Met de recente renteverhoging door de ECB naar 4 procent op 20 september in gedachten, vallen de verschillen tussen de rentetarieven die de ING/Rabobank/ABN Amro hanteert en die van de ECB op.

Reactie ING

Door de zeer hoge inflatie hebben de centrale banken de rentetarieven in een recordtempo opgedreven, een ontwikkeling die we in decennia niet hebben gezien. Wij hebben de afgelopen maanden de spaarrente aanzienlijk verhoogd (in 2023 vijf keer). Niet zo snel als de rente van de centrale banken – maar de marktrentes lopen daar altijd achteraan – overigens ook in de omgekeerde richting. Zo werd de rente van de ECB in 2014 negatief, maar pas in 2020 werd de rente voor sommige particuliere klanten negatief (klanten met een saldo boven €100.000, voor veruit de meeste klanten is negatieve rente nooit doorberekend).

De spaarrente is bovendien niet alleen gerelateerd aan de tarieven van de centrale bank, maar wordt ook beïnvloed door andere factoren zoals de renteniveaus op internationale geld- en kapitaalmarkten, de kosten die een bank maakt, concurrentieverhoudingen en de behoefte aan en beschikbaarheid van/vraag naar financiering – als er meer vraag is naar leningen, hebben banken meer financiering nodig en zullen ze bereid zijn meer te bieden om geld aan te trekken. Deze factoren verschillen van land tot land en van bank tot bank. En iedere bank bepaalt dus zijn eigen beleid.

Wat ook meespeelt in het tempo waarin de rentetarieven de ECB-rente volgen is dat banken maar een relatief klein deel van het geld bij de centrale bank hebben uitstaan. Een van de kernfuncties van een bank is immers het verstrekken van leningen aan bedrijven en consumenten die daarmee investeringen kunnen doen of een huis kunnen financieren met een hypotheek. Bij de meeste leningen staat de rente voor langere tijd vast. Daardoor bewegen de inkomsten van de bank ook niet een-op-een mee met de rentes van de centrale bank. Zoals gezegd, op elke markt en in elk land werkt dit door op een andere manier en in een ander tempo.

Reactie Rabobank

De spaarrente is afhankelijk van meerdere factoren. Bij het vaststellen hiervan volgen we een nauwkeurig proces waarin we de belangen van onze klanten en stabiliteit van de bank goed afwegen.

De verklaring waarom de spaarrente langzamer beweegt dan andere rentes zit in financiële techniek. Een groot deel van het geld van spaarders gebruiken banken om langlopende leningen te financieren die ze uitgeven. Het spaargeld is daarmee voor een langere periode tegen historisch lage rentes belegd. Doordat spaargeld met die lange horizon (en ‘historische’ renteniveaus) belegd is, worden renteveranderingen met enige vertraging doorgevoerd. Je zag deze trend dus ook bij de rentedalingen in het verleden.

Voor klanten die hun geld langer kunnen missen zijn er ook alternatieve vormen van sparen, waar ze vaak een hogere rente kunnen krijgen. Zo kan je sparen via een termijndeposito. In september heeft Rabobank ook Rabo TijdslotSparen geïntroduceerd. Hierbij kunnen klanten altijd bijstorten en 90 dagen na een overboekingsopdracht weer over hun geld beschikken. De rente voor Rabo TijdslotSparen is in tegenstelling tot die van termijndeposito’s variabel. Op dit moment is de rente bij Rabo TijdslotSparen 2,25 procent.

Reactie ABN Amro

Verwijst naar de volgende site
https://www.abnamro.nl/nl/prive/sparen/blogs/hoe-komt-spaarrente-tot-stand.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.