Kifid: Santander moet opnieuw consumenten compenseren voor te veel betaalde rente
Opnieuw zijn consumenten met klachten over de rente op doorlopend krediet bij Santander door Kifid in het gelijk gesteld. Ook deze klanten van Santander Consumer Finance (branche Nederland) mogen verwachten dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd in de pas blijft met de relevante marktrente.
De uitleg van de kredietverstrekker dat zij de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen kan aanpassen, heeft de Geschillencommissie van Kifid niet overtuigd. De referentierente uit het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet’ blijft van toepassing. Santander moet in alle zes klachtzaken de per saldo te veel betaalde rente aan de consumenten terugbetalen.
In de zes vandaag gepubliceerde uitspraken gaat het om doorlopend krediet met limieten die variëren van bijna 5.000 euro tot 50.000 euro en met een looptijd van 5 tot 13 jaar. Het gaat om kredieten afgesloten in de periode april 2003 tot april 2014 en voor alle zes kredieten geldt dat ze inmiddels zijn beëindigd. Het persoonlijk rentetarief voor het doorlopend krediet is in een klachtzaak gedurende de looptijd 8,99% gebleven. In de andere vijf klachtzaken varieerde het persoonlijk rentetarief gedurende de looptijd van het krediet, waarbij het laagste tarief 6,5% was en het hoogste 13,4%.
Dat de kredietverstrekker de rente op een doorlopend krediet eenzijdig mag wijzigen staat niet ter discussie. Dat betekent echter niet dat de kredietverstrekker ‘de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen kan aanpassen’, zoals Santander stelt. Dat is een uitleg die voor betrokken consumenten niet transparant is en die het evenwicht in rechten en plichten tussen consument en kredietverstrekker zou verstoren in het nadeel van deze consumenten.
De Geschillencommissie oordeelt, in lijn met eerdere Kifid-uitspraken, dat bij een doorlopend krediet consumenten redelijkerwijs mogen verwachten dat het rentetarief van hun krediet, kort gezegd, de ontwikkelingen in de relevante marktrente volgt. Dit zou anders zijn, wanneer de bank vóór het sluiten van de kredietovereenkomst de consument heeft geïnformeerd dat het kan zijn dat de rente niet meebeweegt met de relevante marktrente, en waarom en in welke omstandigheden. De Geschillencommissie concludeert dat de consumenten dit soort informatie niet hebben ontvangen. In die situatie mogen betrokken consumenten erop vertrouwen dat hun kredietvergoeding in de pas blijft met de marktrente voor vergelijkbare producten, de zogenoemde referentierente. Als maatstaf voor de referentie houdt de Geschillencommissie vast aan de maatstaf zoals uiteengezet in de uitspraak van de Commissie van Beroep van 6 april 2021 ( CvB 2021-0020 ).
De uitleg van de kredietverstrekker dat zij de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen kan aanpassen, heeft de Geschillencommissie van Kifid niet overtuigd. De referentierente uit het deskundigenrapport ‘Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet’ blijft van toepassing. Santander moet in alle zes klachtzaken de per saldo te veel betaalde rente aan de consumenten terugbetalen.
In de zes vandaag gepubliceerde uitspraken gaat het om doorlopend krediet met limieten die variëren van bijna 5.000 euro tot 50.000 euro en met een looptijd van 5 tot 13 jaar. Het gaat om kredieten afgesloten in de periode april 2003 tot april 2014 en voor alle zes kredieten geldt dat ze inmiddels zijn beëindigd. Het persoonlijk rentetarief voor het doorlopend krediet is in een klachtzaak gedurende de looptijd 8,99% gebleven. In de andere vijf klachtzaken varieerde het persoonlijk rentetarief gedurende de looptijd van het krediet, waarbij het laagste tarief 6,5% was en het hoogste 13,4%.
Dat de kredietverstrekker de rente op een doorlopend krediet eenzijdig mag wijzigen staat niet ter discussie. Dat betekent echter niet dat de kredietverstrekker ‘de rente naar eigen goeddunken binnen redelijke grenzen kan aanpassen’, zoals Santander stelt. Dat is een uitleg die voor betrokken consumenten niet transparant is en die het evenwicht in rechten en plichten tussen consument en kredietverstrekker zou verstoren in het nadeel van deze consumenten.
De Geschillencommissie oordeelt, in lijn met eerdere Kifid-uitspraken, dat bij een doorlopend krediet consumenten redelijkerwijs mogen verwachten dat het rentetarief van hun krediet, kort gezegd, de ontwikkelingen in de relevante marktrente volgt. Dit zou anders zijn, wanneer de bank vóór het sluiten van de kredietovereenkomst de consument heeft geïnformeerd dat het kan zijn dat de rente niet meebeweegt met de relevante marktrente, en waarom en in welke omstandigheden. De Geschillencommissie concludeert dat de consumenten dit soort informatie niet hebben ontvangen. In die situatie mogen betrokken consumenten erop vertrouwen dat hun kredietvergoeding in de pas blijft met de marktrente voor vergelijkbare producten, de zogenoemde referentierente. Als maatstaf voor de referentie houdt de Geschillencommissie vast aan de maatstaf zoals uiteengezet in de uitspraak van de Commissie van Beroep van 6 april 2021 ( CvB 2021-0020 ).
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.