VEH: Gemeentelijke woonlasten volgend jaar gemiddeld 5,8% hoger
Huiseigenaren betalen volgend jaar gemiddeld 938 euro aan gemeentelijke belastingen en heffingen, wat 51 euro meer is dan dit jaar. Vereniging Eigen Huis deed onderzoek naar de woonlasten in 110 gemeenten die de cijfers voor 2024 al konden verstrekken.
De gemeenten Renkum en De Bilt vallen op met OZB-stijgingen van meer dan 20%. In Rhenen, Brummen en Oosterhout gaat de rioolheffing met meer dan 20 procent omhoog. Zeewolde en Heusden verhogen de afvalstoffenheffing met meer dan 40 procent.
Na enkele jaren van onrust onder huiseigenaren over de sterke toename van de woningwaarden waarover OZB-belasting wordt betaald, stijgt de gemiddelde WOZ-waarde van woningen volgend jaar slechts licht met 3,4 procent. Dit is in lijn met de gematigde prijsontwikkelingen van woningen, die het gevolg zijn van de opgelopen hypotheekrente en onzekere economische ontwikkelingen.
Gemiddeld stijgt de OZB-aanslag volgend jaar met 5,5 procent. Dat is iets meer dan de 5,1 procent stijging van dit jaar en licht boven het landelijk inflatiecijfer van 4,2 procent (CBS 2023). Gemeenten stellen jaarlijks het eigen OZB-tarief vast, waardoor de onderlinge verschillen groot kunnen zijn.
In het onderzoek is de gemeente Renkum koploper met een OZB-stijging van ruim 23%. Gemiddeld scheelt dat 90 euro met de aanslag van dit jaar. Ook De Bilt verhoogt de OZB met 21% fors, wat voor een gemiddeld woningeigenaar een 104 euro hogere aanslag zal betekenen.
In 46 gemeenten blijft de OZB-aanslag op of onder het inflatieniveau. In 9 gemeenten daalt de aanslag, het meest in Zoetermeer met 26 euro (-5,8%) en Schouwen-Duiveland met 12,45 euro (-3,5%).
Gemiddeld stijgt de afvalstoffenheffing volgend jaar met 6 procent en de rioolheffing met 4,5 procent. De opbrengsten van de gemeentelijke afval- en rioleringsheffing mogen ten hoogste kostendekkend zijn en kunnen niet aan de reserves worden toegevoegd of aan andere doelen worden besteed.
Voor het ophalen en verwerken van het huisafval betalen huishoudens gemiddeld 344 euro, het meest in Rijswijk (€533), het minst in Nederweert (€151), waar de heffing dit jaar met 45% daalt. Opvallend is de fors hogere afvalstoffenheffing in de gemeenten Zeewolde met een stijging van 142 en in Oosterhout met 124 euro.
Inwoners van de gemeente Rhenen betalen volgend jaar 55 euro meer aan rioolheffing. Feitelijk is de heffing hoger, maar de gemeente heeft besloten een korting van 74,50 euro toe te passen. Zodra deze korting vervalt zal de rekening verder toenemen. Ook in Brummen stijgt deze heffing met 94 euro fors. Huishoudens in Valkenburg aan de Geul en Etten-Leur kunnen een meevaller tegemoet zien: hier dalen de rioolheffingen volgend jaar met respectievelijk €169 en €57. De rioolheffing is het hoogst in Gouda (€530) en het laagst in Koggenland (102 euro). Lokale omstandigheden spelen een grote rol in de hoogte van de heffing.
De gemeenten Renkum en De Bilt vallen op met OZB-stijgingen van meer dan 20%. In Rhenen, Brummen en Oosterhout gaat de rioolheffing met meer dan 20 procent omhoog. Zeewolde en Heusden verhogen de afvalstoffenheffing met meer dan 40 procent.
Na enkele jaren van onrust onder huiseigenaren over de sterke toename van de woningwaarden waarover OZB-belasting wordt betaald, stijgt de gemiddelde WOZ-waarde van woningen volgend jaar slechts licht met 3,4 procent. Dit is in lijn met de gematigde prijsontwikkelingen van woningen, die het gevolg zijn van de opgelopen hypotheekrente en onzekere economische ontwikkelingen.
Gemiddeld stijgt de OZB-aanslag volgend jaar met 5,5 procent. Dat is iets meer dan de 5,1 procent stijging van dit jaar en licht boven het landelijk inflatiecijfer van 4,2 procent (CBS 2023). Gemeenten stellen jaarlijks het eigen OZB-tarief vast, waardoor de onderlinge verschillen groot kunnen zijn.
In het onderzoek is de gemeente Renkum koploper met een OZB-stijging van ruim 23%. Gemiddeld scheelt dat 90 euro met de aanslag van dit jaar. Ook De Bilt verhoogt de OZB met 21% fors, wat voor een gemiddeld woningeigenaar een 104 euro hogere aanslag zal betekenen.
In 46 gemeenten blijft de OZB-aanslag op of onder het inflatieniveau. In 9 gemeenten daalt de aanslag, het meest in Zoetermeer met 26 euro (-5,8%) en Schouwen-Duiveland met 12,45 euro (-3,5%).
Gemiddeld stijgt de afvalstoffenheffing volgend jaar met 6 procent en de rioolheffing met 4,5 procent. De opbrengsten van de gemeentelijke afval- en rioleringsheffing mogen ten hoogste kostendekkend zijn en kunnen niet aan de reserves worden toegevoegd of aan andere doelen worden besteed.
Voor het ophalen en verwerken van het huisafval betalen huishoudens gemiddeld 344 euro, het meest in Rijswijk (€533), het minst in Nederweert (€151), waar de heffing dit jaar met 45% daalt. Opvallend is de fors hogere afvalstoffenheffing in de gemeenten Zeewolde met een stijging van 142 en in Oosterhout met 124 euro.
Inwoners van de gemeente Rhenen betalen volgend jaar 55 euro meer aan rioolheffing. Feitelijk is de heffing hoger, maar de gemeente heeft besloten een korting van 74,50 euro toe te passen. Zodra deze korting vervalt zal de rekening verder toenemen. Ook in Brummen stijgt deze heffing met 94 euro fors. Huishoudens in Valkenburg aan de Geul en Etten-Leur kunnen een meevaller tegemoet zien: hier dalen de rioolheffingen volgend jaar met respectievelijk €169 en €57. De rioolheffing is het hoogst in Gouda (€530) en het laagst in Koggenland (102 euro). Lokale omstandigheden spelen een grote rol in de hoogte van de heffing.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.