Twee voormalige bankmedewerkers hebben een beroepsverbod van achttien en vijftien maanden gekregen omdat zij onjuiste urendeclaraties indienden. Zij handelden hiermee in strijd met de bankierseed.
De twee medewerkers werkten via een uitzendbureau bij een bank en declareerden extra ploegentoeslagen. Daarmee benadeelden zij de bank voor respectievelijk 13 duizend en 27 duizend euro. De Tuchtcommissie Banken noemt hun optreden slinks. Zij mogen vijftien en achttien maanden niet in de bancaire sector werkzaam zijn.
Een derde ex-medewerkster krijgt een beroepsverbod van drie maanden omdat zij nevenactiviteiten niet bij de bank meldde. De aanklager van Tuchtrecht Banken vroeg om een langer beroepsverbod omdat zij ook niet-gewerkte uren declareerde, maar de Tuchtcommissie Banken acht deze klacht ongegrond. Zij gaat ervan uit dat de inhuurkracht toestemming had om 36 uren per week te declareren, ook als zij in de praktijk minder werkte.
Sinds 1 april 2015 moet iedereen die voor een bank werkt de bankierseed afleggen. Bij deze eed hoort een Gedragscode. Via de bankierseed en de Gedragscode zijn alle ongeveer 66.000 bankmedewerkers in Nederland gebonden aan het tuchtrecht. Als een medewerker zich niet aan de gedragsregels houdt, kan daarvan een melding worden gemaakt bij Tuchtrecht Banken. De aanklager van Tuchtrecht Banken onderzoekt of een bankmedewerker de code heeft geschonden. Hij kan klachten voorleggen aan de onafhankelijke Tuchtcommissie, bestaande uit deskundigen en juristen. Tegen het oordeel van de Tuchtcommissie is beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep. Tuchtrecht Banken beheert ook het tuchtregister, waarin de namen worden opgenomen van bankmedewerkers die een sanctie kregen opgelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.