ACM: spaarrentes blijven achter door te weinig concurrentie
Een gebrek aan concurrentie tussen banken is een belangrijke oorzaak van de lage spaarrente voor consumenten. Dat concludeert de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op basis van onderzoek naar het functioneren van de Nederlandse spaarmarkt.
Het overgrote deel van de Nederlandse spaarders heeft een spaarrekening bij één van de drie Nederlandse grootbanken (ABN Amro, ING en Rabobank) en weinig consumenten stappen over naar andere banken die een hogere rente bieden. Daardoor voelen de grootbanken onvoldoende concurrentiedruk om hun spaarrente te verhogen.
De ACM doet in het voorlopige rapport aanbevelingen aan de wetgever om overstapdrempels voor consumenten te verlagen waardoor de concurrentie op de spaarmarkt zal toenemen. Dit voorlopige rapport wordt nu ter consultatie voorgelegd.
Het onderzoek wijst uit dat de drie grootbanken het overgrote deel van de spaarmarkt in handen hebben. De ACM heeft geen aanwijzingen voor verboden afspraken tussen de grootbanken om de rente laag te houden. Wel is het aannemelijk dat er sprake is van ‘stilzwijgende afstemming’ tussen de grootbanken over spaarrentes. Dat betekent dat banken elkaars rentetarieven in de gaten houden en elkaar op de voet volgen in plaats van te concurreren. Zonder onderlinge afspraken is dat niet verboden. Maar het effect is vergelijkbaar met een kartel en leidt daarmee tot schade voor consumenten doordat rentes lager zijn dan in een concurrerende markt.
Het gebrek aan concurrentie op de spaarmarkt komt vooral doordat de groep consumenten die overstapt (of daarmee dreigt) klein is. De meerderheid is tevreden bij de huidige bank, blijkt uit onderzoek onder consumenten. Een deel van de consumenten lijkt zich echter onvoldoende bewust van alternatieve spaarproducten met hogere rentes. Verder heeft een groot deel van hen een sterke voorkeur voor een Nederlandse grootbank en hebben consumenten een gebrek aan vertrouwen in buitenlandse banken. Daarnaast ervaren consumenten overstapdrempels, zoals de complexiteit van (het vergelijken van) spaarproducten en de verplichte koppeling van betaal- en spaarrekeningen door banken.
Op dit moment heeft de ACM geen bevoegdheden om maatregelen te treffen om de concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt te vergroten. Dat moet de wetgever doen. In meerdere landen kan de nationale mededingingsautoriteit in dit soort situaties maatregelen opleggen om de concurrentie aan te zwengelen, bijvoorbeeld met maatregelen die consumenten helpen om zich goed te informeren en over te stappen. Met aanvullende bevoegdheden (een zogeheten New Competition Tool) kan de ACM ingrijpen tegen gebrekkige concurrentie.
Om concurrentie op de spaarmarkt op gang te helpen, doet de ACM verschillende aanbevelingen aan de wetgever. Die zien er vooral op om overstapdrempels voor consumenten te verlagen en zo de concurrentiedruk te versterken. Banken voelen dan meer druk om te voorkomen dat ze klanten en spaargeld verliezen, wat een belangrijke overweging is bij het bepalen van spaarrentes. De belangrijkste aanbevelingen:
1) Maak de informatievoorziening door banken transparanter
Consumenten zijn onvoldoende bekend met het aanbod op de spaarmarkt. Een oplossing bestaat uit een betere informatievoorziening vanuit banken en vergelijkingswebsites aan consumenten. Bijvoorbeeld door verplichte jaarlijkse communicatie over de opbouw van de spaarrente en verplichtingen om actuele spaarproducten begrijpelijk te presenteren, met heldere rekenvoorbeelden.
2) Verbied koppelverkoop van betaal- en spaarproducten
Bij een aantal banken is het alleen mogelijk een spaarrekening te openen in combinatie met een betaalrekening. Dat is een onnodige overstapdrempel. Het moet voor consumenten mogelijk zijn om een volwaardige spaarrekening te openen zonder betaalrekening bij dezelfde bank.
3) Creëer een verplichte overstapservice van banken
Een overstapservice voor banken verlaagt de drempel om een nieuwe spaarrekening te openen. Consumenten kunnen dan eenvoudig bij een andere bank aangeven hoeveel geld zij willen overmaken naar een nieuwe spaarrekening, waarna de oude en nieuwe bank dit onderling regelen.
De ACM houdt toezicht op de naleving van de mededingingsregels en kan algemeen onderzoek doen naar de werking van markten. Voor dit algemene onderzoek naar de Nederlandse spaarmarkt heeft de ACM informatie ingewonnen bij banken, de sectortoezichthouders Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) en andere relevante partijen.
Het ministerie van Financiën had de ACM gevraagd of er aanleiding is om onderzoek te doen naar de spaarmarkt en de bij de rente van de ECB achterblijvende spaarrentes in Nederland. De ACM zag hiervoor voldoende aanleiding en is daarom een onderzoek gestart. Het rapport van de ACM wordt openbaar geconsulteerd. Belanghebbenden hebben 3 weken de tijd om een reactie te geven. Deze reacties zal de ACM betrekken bij het opstellen van het definitieve rapport.
Het overgrote deel van de Nederlandse spaarders heeft een spaarrekening bij één van de drie Nederlandse grootbanken (ABN Amro, ING en Rabobank) en weinig consumenten stappen over naar andere banken die een hogere rente bieden. Daardoor voelen de grootbanken onvoldoende concurrentiedruk om hun spaarrente te verhogen.
De ACM doet in het voorlopige rapport aanbevelingen aan de wetgever om overstapdrempels voor consumenten te verlagen waardoor de concurrentie op de spaarmarkt zal toenemen. Dit voorlopige rapport wordt nu ter consultatie voorgelegd.
Het onderzoek wijst uit dat de drie grootbanken het overgrote deel van de spaarmarkt in handen hebben. De ACM heeft geen aanwijzingen voor verboden afspraken tussen de grootbanken om de rente laag te houden. Wel is het aannemelijk dat er sprake is van ‘stilzwijgende afstemming’ tussen de grootbanken over spaarrentes. Dat betekent dat banken elkaars rentetarieven in de gaten houden en elkaar op de voet volgen in plaats van te concurreren. Zonder onderlinge afspraken is dat niet verboden. Maar het effect is vergelijkbaar met een kartel en leidt daarmee tot schade voor consumenten doordat rentes lager zijn dan in een concurrerende markt.
Het gebrek aan concurrentie op de spaarmarkt komt vooral doordat de groep consumenten die overstapt (of daarmee dreigt) klein is. De meerderheid is tevreden bij de huidige bank, blijkt uit onderzoek onder consumenten. Een deel van de consumenten lijkt zich echter onvoldoende bewust van alternatieve spaarproducten met hogere rentes. Verder heeft een groot deel van hen een sterke voorkeur voor een Nederlandse grootbank en hebben consumenten een gebrek aan vertrouwen in buitenlandse banken. Daarnaast ervaren consumenten overstapdrempels, zoals de complexiteit van (het vergelijken van) spaarproducten en de verplichte koppeling van betaal- en spaarrekeningen door banken.
Op dit moment heeft de ACM geen bevoegdheden om maatregelen te treffen om de concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt te vergroten. Dat moet de wetgever doen. In meerdere landen kan de nationale mededingingsautoriteit in dit soort situaties maatregelen opleggen om de concurrentie aan te zwengelen, bijvoorbeeld met maatregelen die consumenten helpen om zich goed te informeren en over te stappen. Met aanvullende bevoegdheden (een zogeheten New Competition Tool) kan de ACM ingrijpen tegen gebrekkige concurrentie.
Om concurrentie op de spaarmarkt op gang te helpen, doet de ACM verschillende aanbevelingen aan de wetgever. Die zien er vooral op om overstapdrempels voor consumenten te verlagen en zo de concurrentiedruk te versterken. Banken voelen dan meer druk om te voorkomen dat ze klanten en spaargeld verliezen, wat een belangrijke overweging is bij het bepalen van spaarrentes. De belangrijkste aanbevelingen:
1) Maak de informatievoorziening door banken transparanter
Consumenten zijn onvoldoende bekend met het aanbod op de spaarmarkt. Een oplossing bestaat uit een betere informatievoorziening vanuit banken en vergelijkingswebsites aan consumenten. Bijvoorbeeld door verplichte jaarlijkse communicatie over de opbouw van de spaarrente en verplichtingen om actuele spaarproducten begrijpelijk te presenteren, met heldere rekenvoorbeelden.
2) Verbied koppelverkoop van betaal- en spaarproducten
Bij een aantal banken is het alleen mogelijk een spaarrekening te openen in combinatie met een betaalrekening. Dat is een onnodige overstapdrempel. Het moet voor consumenten mogelijk zijn om een volwaardige spaarrekening te openen zonder betaalrekening bij dezelfde bank.
3) Creëer een verplichte overstapservice van banken
Een overstapservice voor banken verlaagt de drempel om een nieuwe spaarrekening te openen. Consumenten kunnen dan eenvoudig bij een andere bank aangeven hoeveel geld zij willen overmaken naar een nieuwe spaarrekening, waarna de oude en nieuwe bank dit onderling regelen.
De ACM houdt toezicht op de naleving van de mededingingsregels en kan algemeen onderzoek doen naar de werking van markten. Voor dit algemene onderzoek naar de Nederlandse spaarmarkt heeft de ACM informatie ingewonnen bij banken, de sectortoezichthouders Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) en andere relevante partijen.
Het ministerie van Financiën had de ACM gevraagd of er aanleiding is om onderzoek te doen naar de spaarmarkt en de bij de rente van de ECB achterblijvende spaarrentes in Nederland. De ACM zag hiervoor voldoende aanleiding en is daarom een onderzoek gestart. Het rapport van de ACM wordt openbaar geconsulteerd. Belanghebbenden hebben 3 weken de tijd om een reactie te geven. Deze reacties zal de ACM betrekken bij het opstellen van het definitieve rapport.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.