Verschillende burgers hebben de afgelopen jaren discriminatie ervaren in hun contacten met banken. Het ging daarbij vaak om klant- en transactieonderzoek dat banken verplicht moeten uitvoeren in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering.
De Nederlandsche Bank (DNB) zet zich in voor een financieel systeem dat werkt voor alle groepen burgers in onze samenleving. Daarom heeft DNB onderzocht wat banken doen om discriminatie tegen te gaan.
In het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) moeten banken hun klanten onderzoeken op bepaalde risico’s. Om dat onderzoek te kunnen doen stellen banken klanten extra, en in sommige gevallen, indringende vragen. Uiteraard moeten ze daarbij de grondrechten van burgers en het verbod op discriminatie respecteren.
Banken moeten alle transacties in de gaten houden en ongebruikelijke transacties zo snel mogelijk signaleren en melden. Daarbij gaat het niet alleen om transacties met een hoog-risicoland zoals Afghanistan, Iran, Panama, of Nigeria. Ook als een klant bijvoorbeeld veel meer geld overboekt dan gebruikelijk, kan de bank extra controles uitvoeren en daarbij soms om meer informatie vragen. Banken zijn verplicht om klanten met een te hoog witwasrisico de toegang tot het financiële systeem te ontzeggen om zo witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen.
Bij deze controles moeten grondrechten vanzelfsprekend worden gerespecteerd. Dat houdt in dat je mensen niet anders mag behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken, zoals afkomst, godsdienst, gender, handicap, etc.
Neem een klant, ongeacht zijn of haar nationaliteit, die geld overmaakt naar Senegal. Deze persoon zal extra gecontroleerd worden door de bank omdat Senegal als hoog-risico land is aangemerkt en transacties daar naartoe daarom scherper moeten worden gemonitord. Bij die controle kunnen extra vragen aan de klant worden gesteld. Maar een klant met de Senegalese nationaliteit die in Nederland woont en werkt, mag niet extra gecontroleerd worden alléén vanwege diens nationaliteit. Dat is verboden onderscheid op grond van nationaliteit.
Onder discriminatie verstaan we dus niet zozeer het maken van onderscheid, maar het maken van verboden onderscheid. Bij toegestaan onderscheid kunnen klanten de extra vragen overigens nog steeds als discriminatie ervaren. Daarom is het belangrijk dat bankmedewerkers goed aan klanten uitleggen waarom ze extra vragen stellen.
Veel banken bieden hun medewerkers, management en raden van bestuur een breed scala van trainingen aan op het gebied van (anti)discriminatie. Deze zijn nu nog vaak algemeen en gericht op de eigen werkvloer en niet op de relatie met de klant of de naleving van de Wwft-wetgeving. Sommige banken geven hun medewerkers instructies voor het voeren van ‘inclusieve Wwft-gesprekken’ en trainingen om etnisch profileren te voorkomen. Ook hebben veel banken een klachten- en klokkenluidersregeling om discriminatie te signaleren.
Het is belangrijk dat banken hun maatregelen ook richten op de relatie tot de klant, en deze maatregelen op maat maken voor interacties in het kader van klantonderzoeken. Omdat uit onderzoek blijkt dat veel klanten hun (ervaren) discriminatie niet zelf bij de bank melden, moeten banken daarnaast meer moeite doen om ervaringen van klanten te signaleren.
DNB gaat in 2025 vervolgonderzoek doen om te zien hoe banken deze aanbevelingen hebben opgevolgd, en hoe het staat met maatregelen tegen discriminatie. Daarnaast gaan we samen met de sector en maatschappelijke organisaties in gesprek over concrete manieren om discriminatie tegen te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.