Sectorbeeld pensioenen schetst aandachtspunten bij transitie
Op diverse vlakken liggen nog uitdagingen voor de pensioensector bij het meenemen en informeren van hun deelnemers en pensioengerechtigden met het oog op de transitie. Dat blijkt uit het Sectorbeeld pensioenen 2024, waarin de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van data van pensioenuitvoerders over 2022 een beeld van het pensioenlandschap schetst. We hebben 5 aandachtspunten geïdentificeerd.
Het aantal variabele pensioenuitkeringen zal met de komst van het nieuwe pensioenstelsel toenemen. Uit het Sectorbeeld pensioenen blijkt dat eind 2022 nog maar 4% van de uitkeringen uit premieregelingen variabel was. Pensioengerechtigden moeten tijdig begeleid worden met begrijpelijke informatie over de verandering van een vaste naar een variabele uitkering, zodat zij de bijbehorende voordelen en risico’s, zoals fluctuatie van de pensioenuitkering, beter begrijpen.
In 2022 bouwden bijna 1,3 miljoen actieve deelnemers pensioen op in een premieregeling met een staffelvolgende premie. Naar verwachting zullen werkgevers vaak kiezen voor eerbiedigende werking, waardoor deelnemers hun bestaande staffelvolgende premie in het nieuwe pensioenstelsel behouden. Maar als deelnemers bijvoorbeeld van baan veranderen en de oplopende staffel verliezen, kan dit nadelig uitpakken. Wij wijzen op het belang van tijdige en duidelijke informatie over de mogelijke effecten van eerbiedigende werking, inclusief bij uitdiensttreding.
Iets meer dan 5 procent van de bijna 4 miljoen deelnemers die de mogelijkheid hadden om zelf beleggingskeuzes te maken in hun premieregeling, maakte hier in 2022 gebruik van. Met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel wordt verwacht dat dit aantal zal toenemen. Het risico bestaat dat zij niet de meest optimale keuzes maken die het pensioen kunnen beïnvloeden. Hierom brengt beleggingsvrijheid ook een adviesplicht met zich mee. Daarnaast geldt voor alle keuzes in de pensioenregeling dat pensioenuitvoerders hun deelnemers moeten informeren en begeleiden bij het maken van passende keuzes.
Het is van belang dat pensioenuitvoerders zich voor de overgang naar het nieuwe stelsel extra inspannen om pensioengerechtigden te bereiken die hun pensioen nog niet hebben opgeëist. Eind 2022 waren er 367.000 deelnemers die een jaar na pensionering hun pensioen nog niet hadden opgeëist, met een totale waarde van €1,4 miljard. De extra inspanning zorgt voor duidelijkheid voor deelnemers, verhoogt de kwaliteit van de administratie en voorkomt het risico op wegraken van niet-opgeëiste pensioenen tijdens transitie. Een goede vastlegging van deze pensioenen zorgt ervoor dat na transitie de pensioenen makkelijker te traceren zijn naar de desbetreffende deelnemer.
Een aanzienlijk aantal deelnemers in premieregelingen loopt het risico teleurgesteld te raken vanwege een beperkte pensioenopbouw die mogelijk niet aan hun verwachtingen voldoet (de zogeheten ‘grijze vlek’), zoals degenen met een aftopping van het pensioengevend salaris en deelnemers die een steeds kleiner deel van hun fiscale ruimte voor pensioenopbouw benutten. In 2022 gold dit voor respectievelijk 679.000 en 463.000 deelnemers. Wij roepen de sector op om manieren te vinden om dit te voorkomen.
Op dit moment loopt de uitvraag van de data over 2023. Nu de Wtp per 1 juli jl. in werking is getreden, is de toezichtrapportage aangepast zodat deze aansluit op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel . We streven naar een stabiele uitvraag. Dat komt de rapportagelast ten goede en maakt het mogelijk om trends in de sector en tijdens pensioentransitie te monitoren. De inzichten uit deze toezichtrapportage maken het mogelijk om ons werk als datagedreven toezichthouder risicogestuurd en efficiënt uit te voeren. Wij delen deze sectorbrede inzichten met het Sectorbeeld pensioenen en via het AFM Transitiebulletin.
Het aantal variabele pensioenuitkeringen zal met de komst van het nieuwe pensioenstelsel toenemen. Uit het Sectorbeeld pensioenen blijkt dat eind 2022 nog maar 4% van de uitkeringen uit premieregelingen variabel was. Pensioengerechtigden moeten tijdig begeleid worden met begrijpelijke informatie over de verandering van een vaste naar een variabele uitkering, zodat zij de bijbehorende voordelen en risico’s, zoals fluctuatie van de pensioenuitkering, beter begrijpen.
In 2022 bouwden bijna 1,3 miljoen actieve deelnemers pensioen op in een premieregeling met een staffelvolgende premie. Naar verwachting zullen werkgevers vaak kiezen voor eerbiedigende werking, waardoor deelnemers hun bestaande staffelvolgende premie in het nieuwe pensioenstelsel behouden. Maar als deelnemers bijvoorbeeld van baan veranderen en de oplopende staffel verliezen, kan dit nadelig uitpakken. Wij wijzen op het belang van tijdige en duidelijke informatie over de mogelijke effecten van eerbiedigende werking, inclusief bij uitdiensttreding.
Iets meer dan 5 procent van de bijna 4 miljoen deelnemers die de mogelijkheid hadden om zelf beleggingskeuzes te maken in hun premieregeling, maakte hier in 2022 gebruik van. Met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel wordt verwacht dat dit aantal zal toenemen. Het risico bestaat dat zij niet de meest optimale keuzes maken die het pensioen kunnen beïnvloeden. Hierom brengt beleggingsvrijheid ook een adviesplicht met zich mee. Daarnaast geldt voor alle keuzes in de pensioenregeling dat pensioenuitvoerders hun deelnemers moeten informeren en begeleiden bij het maken van passende keuzes.
Het is van belang dat pensioenuitvoerders zich voor de overgang naar het nieuwe stelsel extra inspannen om pensioengerechtigden te bereiken die hun pensioen nog niet hebben opgeëist. Eind 2022 waren er 367.000 deelnemers die een jaar na pensionering hun pensioen nog niet hadden opgeëist, met een totale waarde van €1,4 miljard. De extra inspanning zorgt voor duidelijkheid voor deelnemers, verhoogt de kwaliteit van de administratie en voorkomt het risico op wegraken van niet-opgeëiste pensioenen tijdens transitie. Een goede vastlegging van deze pensioenen zorgt ervoor dat na transitie de pensioenen makkelijker te traceren zijn naar de desbetreffende deelnemer.
Een aanzienlijk aantal deelnemers in premieregelingen loopt het risico teleurgesteld te raken vanwege een beperkte pensioenopbouw die mogelijk niet aan hun verwachtingen voldoet (de zogeheten ‘grijze vlek’), zoals degenen met een aftopping van het pensioengevend salaris en deelnemers die een steeds kleiner deel van hun fiscale ruimte voor pensioenopbouw benutten. In 2022 gold dit voor respectievelijk 679.000 en 463.000 deelnemers. Wij roepen de sector op om manieren te vinden om dit te voorkomen.
Op dit moment loopt de uitvraag van de data over 2023. Nu de Wtp per 1 juli jl. in werking is getreden, is de toezichtrapportage aangepast zodat deze aansluit op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel . We streven naar een stabiele uitvraag. Dat komt de rapportagelast ten goede en maakt het mogelijk om trends in de sector en tijdens pensioentransitie te monitoren. De inzichten uit deze toezichtrapportage maken het mogelijk om ons werk als datagedreven toezichthouder risicogestuurd en efficiënt uit te voeren. Wij delen deze sectorbrede inzichten met het Sectorbeeld pensioenen en via het AFM Transitiebulletin.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.