woensdag 31 juli 2024
Oude uitvaartpolis vaak onvindbaar
Een groeiend aantal Nederlanders weet niet bij welke verzekeraar hun eigen uitvaartverzekering of overlijdensrisicoverzekering, of die van een overleden dierbare, ondergebracht is. Dat meldt Uitvaartverzekering.nl op basis van eigen observaties en cijfers van het Verbond van Verzekeraars.
Als onbekend is wie de verzekeraar is, kan er ook geen beroep worden gedaan op de dekking. Het gaat met name om levensverzekeringen die al tientallen jaren geleden zijn afgesloten. De waarde van deze oude verzekeringen kan variëren van een paar tientjes tot enkele duizenden euro's.
Uitvaartverzekering.nl, een kennisplatform voor uitvaartverzekeringen, krijgt steeds vaker mailtjes of belletjes van mensen die niet weten bij wie de verzekering is ondergebracht en hoe zij de oude polis kunnen verzilveren.
De cijfers bevestigen dit beeld. Het aantal aanvragen voor het opsporen van een verloren levensverzekering neemt de afgelopen jaren sterk toe. Het Verbond van Verzekeraars, dat mensen helpt bij het opsporen van hun polis, ontving in 2023 totaal 12.664 aanvragen van zowel nabestaanden als levenden. Dit aantal was hoger dan in 2022, toen er 10.219 aanvragen waren, en aanzienlijk meer dan in 2017, toen er slechts 2.646 aanvragen werden geregistreerd.
Daarnaast zijn er in de afgelopen decennia meer dan 100 verzekeraars en uitvaartverenigingen failliet gegaan of overgenomen. Bij zo’n overname of faillissement wordt de klantenportefeuille van de verzekeraar overgenomen door een andere verzekeringsmaatschappij.
Als deze zoekpoging geen resultaat oplevert, kan men een zoekopdracht indienen bij het Verbond van Verzekeraars. De zogeheten ‘zoekservice’ is speciaal bedoeld voor alle verzekerden en nabestaanden die twijfelen of er een verzekering bestond. Het Verbond stuurt de opdracht door naar alle deelnemende levensverzekeraars, die vervolgens onderzoeken of er verzekeringstegoeden aanwezig zijn.
Als onbekend is wie de verzekeraar is, kan er ook geen beroep worden gedaan op de dekking. Het gaat met name om levensverzekeringen die al tientallen jaren geleden zijn afgesloten. De waarde van deze oude verzekeringen kan variëren van een paar tientjes tot enkele duizenden euro's.
Uitvaartverzekering.nl, een kennisplatform voor uitvaartverzekeringen, krijgt steeds vaker mailtjes of belletjes van mensen die niet weten bij wie de verzekering is ondergebracht en hoe zij de oude polis kunnen verzilveren.
De cijfers bevestigen dit beeld. Het aantal aanvragen voor het opsporen van een verloren levensverzekering neemt de afgelopen jaren sterk toe. Het Verbond van Verzekeraars, dat mensen helpt bij het opsporen van hun polis, ontving in 2023 totaal 12.664 aanvragen van zowel nabestaanden als levenden. Dit aantal was hoger dan in 2022, toen er 10.219 aanvragen waren, en aanzienlijk meer dan in 2017, toen er slechts 2.646 aanvragen werden geregistreerd.
Daarnaast zijn er in de afgelopen decennia meer dan 100 verzekeraars en uitvaartverenigingen failliet gegaan of overgenomen. Bij zo’n overname of faillissement wordt de klantenportefeuille van de verzekeraar overgenomen door een andere verzekeringsmaatschappij.
Als deze zoekpoging geen resultaat oplevert, kan men een zoekopdracht indienen bij het Verbond van Verzekeraars. De zogeheten ‘zoekservice’ is speciaal bedoeld voor alle verzekerden en nabestaanden die twijfelen of er een verzekering bestond. Het Verbond stuurt de opdracht door naar alle deelnemende levensverzekeraars, die vervolgens onderzoeken of er verzekeringstegoeden aanwezig zijn.
dinsdag 30 juli 2024
Wakibi: flinke groei in verstrekte microkredieten
Via de Nederlandse organisatie Wakibi Microkredieten is vorig jaar 2,2 miljoen euro uitgeleend aan ruim 26.000 ondernemers in ontwikkelingslanden. Die ondernemers hebben daarmee geïnvesteerd in hun eigen bedrijf en daarmee in verbetering van de leefomstandigheden van zichzelf, hun families en de plaatselijke gemeenschappen.
Dat blijkt uit de impactrapportage 2023 van Wakibi Microkredieten. Sinds de oprichting van Wakibi in 2011 is totaal 8,5 miljoen euro aan microkredieten verstrekt. Het terugbetalingspercentage ligt hoog: iets meer dan 98% van de ondernemers betaalt de lening volledig terug. De uitleners van Wakibi – vooral particulieren en een aantal bedrijven – lenen het geld van de terugbetaalde leningen vaak direct opnieuw uit.
Het geld blijft op die manier circuleren. Er is dus in al die jaren dus wel 8,5 miljoen euro uitgeleend, maar de inleg daarvoor is tot 3,1 miljoen euro beperkt gebleven.
Wakibi Microkredieten werkt nauw samen met de Amerikaanse organisatie Kiva, die contact onderhoudt met tientallen plaatselijke organisaties in o.a. Afrika, Azië, Zuid- en Midden-Amerika. Deze organisaties verstrekken het geld, nemen de terugbetalingen in ontvangst en zorgen ook voor begeleiding en training van de ondernemers. Uitleners kunnen zelf kiezen aan welke ondernemer ze geld uitlenen, via het online platform www.wakibi.nl dat verbonden is met het Kiva-platform. Omdat Wakibi vrijwel geheel draait op de inzet van zo’n 65 actieve vrijwilligers, komt het volledige uitgeleende bedrag bij de ondernemers in de ontwikkelingslanden terecht. Kosten voor organisatie en management worden betaald uit bijdragen van partnerbedrijven. Wakibi is een door CBF erkend doel en beschikt over de ANBI-status.
Dat blijkt uit de impactrapportage 2023 van Wakibi Microkredieten. Sinds de oprichting van Wakibi in 2011 is totaal 8,5 miljoen euro aan microkredieten verstrekt. Het terugbetalingspercentage ligt hoog: iets meer dan 98% van de ondernemers betaalt de lening volledig terug. De uitleners van Wakibi – vooral particulieren en een aantal bedrijven – lenen het geld van de terugbetaalde leningen vaak direct opnieuw uit.
Het geld blijft op die manier circuleren. Er is dus in al die jaren dus wel 8,5 miljoen euro uitgeleend, maar de inleg daarvoor is tot 3,1 miljoen euro beperkt gebleven.
Wakibi Microkredieten werkt nauw samen met de Amerikaanse organisatie Kiva, die contact onderhoudt met tientallen plaatselijke organisaties in o.a. Afrika, Azië, Zuid- en Midden-Amerika. Deze organisaties verstrekken het geld, nemen de terugbetalingen in ontvangst en zorgen ook voor begeleiding en training van de ondernemers. Uitleners kunnen zelf kiezen aan welke ondernemer ze geld uitlenen, via het online platform www.wakibi.nl dat verbonden is met het Kiva-platform. Omdat Wakibi vrijwel geheel draait op de inzet van zo’n 65 actieve vrijwilligers, komt het volledige uitgeleende bedrag bij de ondernemers in de ontwikkelingslanden terecht. Kosten voor organisatie en management worden betaald uit bijdragen van partnerbedrijven. Wakibi is een door CBF erkend doel en beschikt over de ANBI-status.
Betaalrekeningen lopen leeg ten faveure van de spaarrekening
Het totale saldo van Nederlandse spaarrekeningen is de 480 miljard euro gepasseerd. Dat houdt in dat er in vier jaar tijd meer dan 100 miljard euro aan spaargeld bij is gekomen.
In het derde kwartaal van 2013 stond in totaal 54,7 miljard euro op alle Nederlandse betaalrekeningen. Sindsdien steeg dat tot 130,8 miljard euro in het tweede kwartaal van 2022.
Niet toevallig valt het moment waarop het geld op de lopende rekeningen afneemt en dat op de spaarrekeningen toeneemt, samen met de aankondiging van de eerste renteverhoging door de Europese Centrale Bank (ECB) in juni 2022. Na jaren van negatieve rente werd die dat najaar weer positief.
Dat is niet het enige, zeggen ING-economen. Het afgelopen jaar is de totale hoeveelheid geld op betaal- en spaarrekeningen met 4,4 procent gestegen, waar dat normaal gesproken 2,5 procent is. Er is gewoon meer geld. De lonen zijn omhooggegaan en de inflatie omlaag.
In het derde kwartaal van 2013 stond in totaal 54,7 miljard euro op alle Nederlandse betaalrekeningen. Sindsdien steeg dat tot 130,8 miljard euro in het tweede kwartaal van 2022.
Niet toevallig valt het moment waarop het geld op de lopende rekeningen afneemt en dat op de spaarrekeningen toeneemt, samen met de aankondiging van de eerste renteverhoging door de Europese Centrale Bank (ECB) in juni 2022. Na jaren van negatieve rente werd die dat najaar weer positief.
Dat is niet het enige, zeggen ING-economen. Het afgelopen jaar is de totale hoeveelheid geld op betaal- en spaarrekeningen met 4,4 procent gestegen, waar dat normaal gesproken 2,5 procent is. Er is gewoon meer geld. De lonen zijn omhooggegaan en de inflatie omlaag.
maandag 29 juli 2024
Een op drie vijftigplussers maakt zich zorgen over financiën
Maar liefst 35 procent van alle Nederlanders tussen de vijftig en 65 jaar maakt zich weleens zorgen om hun financiële situatie. Dit blijkt uit de Mantelzorgmonitor van het niet-medische hulpplatform Beep for Help, een periodiek onderzoek onder 1.068 Nederlanders tussen de vijftig en 65 jaar oud, uitgevoerd door Panelwizard. Bijna de helft van de ondervraagden is daarnaast weleens ongerust over hun financiële armslag nadat ze met pensioen gaan.
Naast financiële zorgen, is 58 procent van de respondenten weleens ongerust over hun oude dag. Bijna een derde van hen zegt zich in het afgelopen kwartaal meer zorgen te maken dan voorheen het geval was.
Als een gevolg van de onzekerheid onder ouderen, houdt maar liefst zestig procent van hen er naast hun pensioen nog een spaarpotje op na. Onder mannen heeft zelfs 67 procent de beschikking over een zogenoemd appeltje voor de dorst. Alle extra buffers ten spijt, verwacht nog altijd zes op de tien vijftigplussers na hun pensionering minder geld over te houden om leuke dingen mee te doen.
Uit het onderzoek blijkt verder dat veel ondervraagden zich niet alleen druk maken over hun eigen financiën, maar ook over wat ze nalaten. Zo is een kwart van alle vijftigplussers weleens bezorgd over de financiële situatie van nabestaanden na hun dood. Een vijfde van hen is daardoor bereid zuiniger te leven om hun nabestaanden meer na te kunnen laten. Daartegenover staat dat bijna een kwart van alle respondenten het liefst zo weinig mogelijk geld mee het graf in neemt.
Naast financiële zorgen, is 58 procent van de respondenten weleens ongerust over hun oude dag. Bijna een derde van hen zegt zich in het afgelopen kwartaal meer zorgen te maken dan voorheen het geval was.
Als een gevolg van de onzekerheid onder ouderen, houdt maar liefst zestig procent van hen er naast hun pensioen nog een spaarpotje op na. Onder mannen heeft zelfs 67 procent de beschikking over een zogenoemd appeltje voor de dorst. Alle extra buffers ten spijt, verwacht nog altijd zes op de tien vijftigplussers na hun pensionering minder geld over te houden om leuke dingen mee te doen.
Uit het onderzoek blijkt verder dat veel ondervraagden zich niet alleen druk maken over hun eigen financiën, maar ook over wat ze nalaten. Zo is een kwart van alle vijftigplussers weleens bezorgd over de financiële situatie van nabestaanden na hun dood. Een vijfde van hen is daardoor bereid zuiniger te leven om hun nabestaanden meer na te kunnen laten. Daartegenover staat dat bijna een kwart van alle respondenten het liefst zo weinig mogelijk geld mee het graf in neemt.
zaterdag 27 juli 2024
vrijdag 26 juli 2024
'Duizenden euro’s verschil in kosten uitvaartverzekering'
De kosten voor het verzekeren van een begrafenis of crematie lopen sterk uiteen. Tussen de duurste en goedkoopste uitvaartpolis zit een verschil van ruim 4.500 euro in de totale kosten. Dat blijkt uit onderzoek van Uitvaartverzekering.nl onder negen verschillende uitvaartverzekeringen, waaronder de polissen van DELA, Monuta en a.s.r.
Met een uitvaartverzekering is men verzekerd tegen de kosten van een crematie of begrafenis. Als de verzekerde komt te overlijden, betaalt de verzekeraar (een deel van) de uitvaartkosten.
Volgens het Nibud heeft ruim twee derde van de Nederlanders een uitvaartverzekering. “Het lijkt op een collectieve gewoonte”, zegt verzekeringsexpert Koen Kuijper. “Nederlanders nemen liever geen risico’s en willen het graag goed geregeld hebben voor hun nabestaanden.”
Toch is het niet slim om de eerste de beste verzekering te nemen. Tussen uitvaartpolissen zitten namelijk aanzienlijke verschillen in kosten en voorwaarden.
Van alle onderzochte uitvaartverzekeraars heeft Monuta de laagste premie. Een 30-jarige die nu een verzekering afsluit en op 80-jarige leeftijd komt te overlijden, betaalt 7,56 euro per maand voor een dekking van 9.000 euro.
Toch is de premie niet alleszeggend, blijkt uit het onderzoek. Het gaat ook om de totale kosten die tijdens de looptijd van de verzekering wordt betaald. Bij Monuta betaalt iemand levenslang premie. Bij andere uitvaartverzekeringen is het ook mogelijk om te kiezen voor een kortere looptijd, bijvoorbeeld voor een periode van 20 of 30 jaar.
Ondanks Monuta's lage maandelijkse premie, is het concurrent DELA die de laagste totale kosten heeft. Bij een looptijd tot de leeftijd van 65 jaar betaalt de verzekerde voor de 'in diensten Flexibel' polis 10,79 euro per maand. De totaal te betalen premie komt uit op 4.402 euro bij een dekking van 9.000 euro.
Een andere optie is de a.s.r. uitvaartverzekering. Bij deze polis betaalt de verzekerde de komende 30 jaar een maandelijkse premie van 15,34 euro, wat resulteert in 5.522 euro aan totale kosten.
De duurste uitvaartverzekering is die van De Laatste Eer (DLE). De verzekerde betaalt levenslang een bedrag van 14,85 euro per maand, wat neerkomt op een totaalbedrag van 8.910 euro. Dit is een ruime verdubbeling vergeleken met DELA en komt neer op een verschil van 4.508 euro in de totale kosten.
Een belangrijk aspect waarop verschillen ontstaan, is de keuzevrijheid. Bij de meeste verzekeringen kan het grootste deel van het verzekerde bedrag worden gebruikt om naar eigen inzicht invulling te geven aan de uitvaartkosten, bijvoorbeeld de kist, bloemen en de afscheidsplechtigheid.
Bij zogenaamde ‘geldverzekeringen’ mag het bedrag ook besteed worden aan minder voor de hand liggende kosten, zoals een herdenkingsdiner met naasten, rouwbegeleiding of andere zaken buiten de uitvaart zelf. Alleen DELA en a.s.r. hebben een geldverzekering.
Met een uitvaartverzekering is men verzekerd tegen de kosten van een crematie of begrafenis. Als de verzekerde komt te overlijden, betaalt de verzekeraar (een deel van) de uitvaartkosten.
Volgens het Nibud heeft ruim twee derde van de Nederlanders een uitvaartverzekering. “Het lijkt op een collectieve gewoonte”, zegt verzekeringsexpert Koen Kuijper. “Nederlanders nemen liever geen risico’s en willen het graag goed geregeld hebben voor hun nabestaanden.”
Toch is het niet slim om de eerste de beste verzekering te nemen. Tussen uitvaartpolissen zitten namelijk aanzienlijke verschillen in kosten en voorwaarden.
Van alle onderzochte uitvaartverzekeraars heeft Monuta de laagste premie. Een 30-jarige die nu een verzekering afsluit en op 80-jarige leeftijd komt te overlijden, betaalt 7,56 euro per maand voor een dekking van 9.000 euro.
Toch is de premie niet alleszeggend, blijkt uit het onderzoek. Het gaat ook om de totale kosten die tijdens de looptijd van de verzekering wordt betaald. Bij Monuta betaalt iemand levenslang premie. Bij andere uitvaartverzekeringen is het ook mogelijk om te kiezen voor een kortere looptijd, bijvoorbeeld voor een periode van 20 of 30 jaar.
Ondanks Monuta's lage maandelijkse premie, is het concurrent DELA die de laagste totale kosten heeft. Bij een looptijd tot de leeftijd van 65 jaar betaalt de verzekerde voor de 'in diensten Flexibel' polis 10,79 euro per maand. De totaal te betalen premie komt uit op 4.402 euro bij een dekking van 9.000 euro.
Een andere optie is de a.s.r. uitvaartverzekering. Bij deze polis betaalt de verzekerde de komende 30 jaar een maandelijkse premie van 15,34 euro, wat resulteert in 5.522 euro aan totale kosten.
De duurste uitvaartverzekering is die van De Laatste Eer (DLE). De verzekerde betaalt levenslang een bedrag van 14,85 euro per maand, wat neerkomt op een totaalbedrag van 8.910 euro. Dit is een ruime verdubbeling vergeleken met DELA en komt neer op een verschil van 4.508 euro in de totale kosten.
Een belangrijk aspect waarop verschillen ontstaan, is de keuzevrijheid. Bij de meeste verzekeringen kan het grootste deel van het verzekerde bedrag worden gebruikt om naar eigen inzicht invulling te geven aan de uitvaartkosten, bijvoorbeeld de kist, bloemen en de afscheidsplechtigheid.
Bij zogenaamde ‘geldverzekeringen’ mag het bedrag ook besteed worden aan minder voor de hand liggende kosten, zoals een herdenkingsdiner met naasten, rouwbegeleiding of andere zaken buiten de uitvaart zelf. Alleen DELA en a.s.r. hebben een geldverzekering.
Aantal transacties via Tikkie Zakelijk gegroeid met 25 procent
Het aantal transacties dat via Tikkie Zakelijk wordt verrekend is in het afgelopen jaar gegroeid met 25 procent. De laagdrempeligheid en het gebruiksgemak van zakelijke Tikkies verklaren de groei. Hiermee kan binnen enkele seconden worden betaald, waardoor rekeningen niet op een stapel belanden, maar meteen worden afgerekend.
Uit eigen data van betaaldienst Tikkie blijkt dat 80 procent van de zakelijke Tikkies binnen één dag en 61% zelfs binnen één uur worden betaald.
Onderzoek van Tikkie naar de betaalvoorkeuren van zakelijke facturen laat zien dat er een duidelijke verschuiving zichtbaar is tussen verschillende generaties. Handmatig overmaken verliest - vooral onder jongeren - steeds meer terrein. De jongere leeftijdsgroepen zijn overtuigd van het gemak van betaallinks, zoals Tikkie; van de dertigers ziet 72 procent de opkomst van zakelijke Tikkies als een positieve ontwikkeling en betaalt 45 procent facturen het liefst via een zakelijke Tikkie.
Uit het onderzoek blijkt dat 77 procent van de respondenten onder de 30 jaar aangeeft een factuur sneller te betalen wanneer dit op een laagdrempelige manier mogelijk is. Ook in de leeftijdsgroepen 31-39 en 40-49 geeft respectievelijk 72 en 53 procent aan dat dit een rol speelt bij het sneller betalen van een factuur. Opvallend is dat ook oudere leeftijdsgroepen aangeven dat gemak een belangrijke factor is bij het snel betalen van een factuur. Dat mensen boven de 50 jaar tegelijkertijd aangegeven een factuur het liefst handmatig over te maken, toont aan dat mensen er nog aan moeten wennen om ook Tikkies vanuit bedrijven te krijgen. Via een betaallink als Tikkie, verloopt de betaling immers vele malen sneller dan bij handmatig overmaken.
Uit eigen data van betaaldienst Tikkie blijkt dat 80 procent van de zakelijke Tikkies binnen één dag en 61% zelfs binnen één uur worden betaald.
Onderzoek van Tikkie naar de betaalvoorkeuren van zakelijke facturen laat zien dat er een duidelijke verschuiving zichtbaar is tussen verschillende generaties. Handmatig overmaken verliest - vooral onder jongeren - steeds meer terrein. De jongere leeftijdsgroepen zijn overtuigd van het gemak van betaallinks, zoals Tikkie; van de dertigers ziet 72 procent de opkomst van zakelijke Tikkies als een positieve ontwikkeling en betaalt 45 procent facturen het liefst via een zakelijke Tikkie.
Uit het onderzoek blijkt dat 77 procent van de respondenten onder de 30 jaar aangeeft een factuur sneller te betalen wanneer dit op een laagdrempelige manier mogelijk is. Ook in de leeftijdsgroepen 31-39 en 40-49 geeft respectievelijk 72 en 53 procent aan dat dit een rol speelt bij het sneller betalen van een factuur. Opvallend is dat ook oudere leeftijdsgroepen aangeven dat gemak een belangrijke factor is bij het snel betalen van een factuur. Dat mensen boven de 50 jaar tegelijkertijd aangegeven een factuur het liefst handmatig over te maken, toont aan dat mensen er nog aan moeten wennen om ook Tikkies vanuit bedrijven te krijgen. Via een betaallink als Tikkie, verloopt de betaling immers vele malen sneller dan bij handmatig overmaken.
donderdag 25 juli 2024
Proton introduceert 'zelfbeheerde' cryptowallet
Proton brengt een digitale wallet uit voor het bewaren van bitcoins. Volgens het Zwitserse bedrijf gaat het om een wallet die gebruikers zelfstandig beheren, waarbij ze hun privatekeys in eigen bezit krijgen.
Proton Wallet maakt gebruik van end-to-endencryptie. Het bedrijf claimt daarbij dat het geen toegang heeft tot de wallets van gebruikers.
De Wallet wordt daarnaast geïntegreerd in het ecosysteem van Proton. Zo kunnen gebruikers hun wallet koppelen aan hun Proton Mail-adres,
Proton Wallet komt per direct beschikbaar voor gebruikers met een Visionary- of Lifetime-abonnement.
Proton Wallet maakt gebruik van end-to-endencryptie. Het bedrijf claimt daarbij dat het geen toegang heeft tot de wallets van gebruikers.
De Wallet wordt daarnaast geïntegreerd in het ecosysteem van Proton. Zo kunnen gebruikers hun wallet koppelen aan hun Proton Mail-adres,
Proton Wallet komt per direct beschikbaar voor gebruikers met een Visionary- of Lifetime-abonnement.
Ferrari breidt betalingen in cryptovaluta uit naar Europese dealers
Ferrari breidt zijn betalingssysteem voor cryptovaluta vanaf eind juli uit naar zijn Europese dealernetwerk. Het debuut voor de Europese markt volgt op de lancering van dit alternatieve betalingssysteem in de Verenigde Staten, minder dan een jaar geleden.
Tegen eind 2024 breidt Ferrari betalingen in cryptovaluta verder uit naar andere landen binnen zijn internationale dealernetwerk waar cryptovaluta legaal worden geaccepteerd.
Ferrari maakt gebruik van de expertise van verschillende bedrijven die actief zijn in de betalingssector voor cryptovaluta. De oplossingen van de aanbieders beschermen transacties tegen prijsschommelingen.
Inmiddels hebben de meeste Europese Ferrari-dealers het nieuwe betalingssysteem - als aanvulling op de traditionele systemen - al overgenomen of zijn bezig met de implementatie ervan.
Tegen eind 2024 breidt Ferrari betalingen in cryptovaluta verder uit naar andere landen binnen zijn internationale dealernetwerk waar cryptovaluta legaal worden geaccepteerd.
Ferrari maakt gebruik van de expertise van verschillende bedrijven die actief zijn in de betalingssector voor cryptovaluta. De oplossingen van de aanbieders beschermen transacties tegen prijsschommelingen.
Inmiddels hebben de meeste Europese Ferrari-dealers het nieuwe betalingssysteem - als aanvulling op de traditionele systemen - al overgenomen of zijn bezig met de implementatie ervan.
Een op drie Nederlanders maakt zich op vakantie zorgen over financiën
Maar liefst 34 procent van alle Nederlanders heeft zich op vakantie weleens drukgemaakt over hun financiën. Dit blijkt uit onderzoek van Acties.nl onder 1.316 volwassen Nederlanders, uitgevoerd door Panelwizard. Onvoorziene uitgaven lijken hiervoor de belangrijkste reden. Zo zegt maar liefst twee op de drie ondervraagden op vakantie namelijk vaak meer uit te geven dan ze op voorhand van plan zijn.
Opvallend genoeg maken vooral vakantievierende vrouwen zich zorgen over de staat van hun bankrekening (38 procent). Onder mannen bedraagt dit slechts dertig procent van de ondervraagden. Laatstgenoemden zeggen daarentegen vaker te veel geld uit te geven op vakantie: 72 procent tegenover slechts 65 procent van de vrouwelijke respondenten.
Dat financiële zorgen een reis flink kunnen verpesten, blijkt ook uit het onderzoek. Zo zegt maar liefst één op de zes Nederlanders weleens op vakantie met hun partner te hebben geruzied over geld. Onder dertigers bedraagt dit zelfs een kwart van alle ondervraagden. Ook zegt niet minder dan veertig procent van alle respondenten weleens uit financiële overwegingen uitjes en activiteiten op vakantie te hebben overgeslagen en/of producten niet te hebben gekocht. Wederom houden vakantievierende vrouwen veel vaker de hand op de knip dan mannen: 45 procent tegenover 35 procent.
Maar liefst 49 procent van alle ondervraagden zegt voorafgaand aan een vakantie, duidelijk te bepalen hoeveel ze tijdens hun verblijf willen uitgeven. Vooral vrouwen houden er een strak vakantiebudget op na (53 procent), onder mannen bedraagt dit slechts 46 procent van alle respondenten. Maar ook besparen is voor een aanzienlijk gedeelte van hen een serieuze optie. Zo zegt namelijk 46 procent van alle vakantiegangers weleens gebruik te maken van kortingscodes en/of speciale aanbiedingen. Opvallend genoeg doen hoogopgeleiden dit veel vaker dan praktisch geschoolden: vijftig procent tegenover slechts 39 procent.
Opvallend genoeg maken vooral vakantievierende vrouwen zich zorgen over de staat van hun bankrekening (38 procent). Onder mannen bedraagt dit slechts dertig procent van de ondervraagden. Laatstgenoemden zeggen daarentegen vaker te veel geld uit te geven op vakantie: 72 procent tegenover slechts 65 procent van de vrouwelijke respondenten.
Dat financiële zorgen een reis flink kunnen verpesten, blijkt ook uit het onderzoek. Zo zegt maar liefst één op de zes Nederlanders weleens op vakantie met hun partner te hebben geruzied over geld. Onder dertigers bedraagt dit zelfs een kwart van alle ondervraagden. Ook zegt niet minder dan veertig procent van alle respondenten weleens uit financiële overwegingen uitjes en activiteiten op vakantie te hebben overgeslagen en/of producten niet te hebben gekocht. Wederom houden vakantievierende vrouwen veel vaker de hand op de knip dan mannen: 45 procent tegenover 35 procent.
Maar liefst 49 procent van alle ondervraagden zegt voorafgaand aan een vakantie, duidelijk te bepalen hoeveel ze tijdens hun verblijf willen uitgeven. Vooral vrouwen houden er een strak vakantiebudget op na (53 procent), onder mannen bedraagt dit slechts 46 procent van alle respondenten. Maar ook besparen is voor een aanzienlijk gedeelte van hen een serieuze optie. Zo zegt namelijk 46 procent van alle vakantiegangers weleens gebruik te maken van kortingscodes en/of speciale aanbiedingen. Opvallend genoeg doen hoogopgeleiden dit veel vaker dan praktisch geschoolden: vijftig procent tegenover slechts 39 procent.
woensdag 24 juli 2024
Helft 10 tot 12 jarigen houdt actief eigen banksaldo in de gaten
Spaarvarkens vol muntgeld horen steeds minder thuis in de leefwereld van kinderen. Twee derde van de tien- tot veertienjarigen met een bankrekening geeft aan hun zakgeld direct gestort te krijgen. Deze leeftijdsgroep heeft de digitalisering van geld inmiddels volledig omarmd. Zelfs de jongste doelgroep weet al goed om te gaan met digitaal geld: een meerderheid (54%) van de kinderen tussen tien en twaalf jaar weet (bijna) altijd hoeveel geld er op de rekening staat. Dat blijkt uit nieuw onderzoek door onderzoeksbureau Verian, in opdracht van ABN AMRO.
Ouders zijn positief over de financiële digitalisering van hun kinderen. Zo geeft 71 procent van de ouders aan erop te vertrouwen dat hun kind goed met geld omgaat. Veel kinderen gebruiken digitale middelen om hun banksaldo bij te houden en betalingen te doen.
Veel van de ouders zien de meerwaarde van financiële educatie, zo blijkt verder uit het onderzoek. De helft van de kinderen geeft aan van hun ouders te hebben geleerd over geld. Een eigen betaalpas blijkt hierbij voor veel ouders een geschikt leermiddel. Bijna driekwart meent dat hun kinderen beter met geld leren omgaan doordat zij naast hun rekening ook een eigen betaalpas hebben. Nagenoeg alle kinderen (97%) die meededen aan het onderzoek beschikken naast een bankrekening ook over een eigen betaalpas.
Naarmate de kinderen ouder worden en naar de middelbare school gaan, krijgen zij meer vrijheid in het beheren van hun geld. Een derde van de kinderen krijgt dan een eigen betaalpas bij hun betaalrekening, bijvoorbeeld voor uitgaven op school of in het openbaar vervoer. Driekwart van de dertien- en veertienjarigen mag zelf bepalen of ze de betaalpas meenemen en beslist zelf over de besteding van hun geld. Voor alle ondervraagde leeftijden geldt dat een aanzienlijke groep (36%) zoveel mag uitgeven als er op hun rekening staat, omdat er geen limiet is ingesteld. Toch kijkt ruim driekwart van de ouders (80%) bijna altijd mee op de rekening van hun kind.
Volgens de bank is het belangrijk dat kinderen én ouders de eerste stappen in de financiële ontwikkeling op tijd zetten, bijvoorbeeld door samen over geldzaken te praten.
Ouders zijn positief over de financiële digitalisering van hun kinderen. Zo geeft 71 procent van de ouders aan erop te vertrouwen dat hun kind goed met geld omgaat. Veel kinderen gebruiken digitale middelen om hun banksaldo bij te houden en betalingen te doen.
Veel van de ouders zien de meerwaarde van financiële educatie, zo blijkt verder uit het onderzoek. De helft van de kinderen geeft aan van hun ouders te hebben geleerd over geld. Een eigen betaalpas blijkt hierbij voor veel ouders een geschikt leermiddel. Bijna driekwart meent dat hun kinderen beter met geld leren omgaan doordat zij naast hun rekening ook een eigen betaalpas hebben. Nagenoeg alle kinderen (97%) die meededen aan het onderzoek beschikken naast een bankrekening ook over een eigen betaalpas.
Naarmate de kinderen ouder worden en naar de middelbare school gaan, krijgen zij meer vrijheid in het beheren van hun geld. Een derde van de kinderen krijgt dan een eigen betaalpas bij hun betaalrekening, bijvoorbeeld voor uitgaven op school of in het openbaar vervoer. Driekwart van de dertien- en veertienjarigen mag zelf bepalen of ze de betaalpas meenemen en beslist zelf over de besteding van hun geld. Voor alle ondervraagde leeftijden geldt dat een aanzienlijke groep (36%) zoveel mag uitgeven als er op hun rekening staat, omdat er geen limiet is ingesteld. Toch kijkt ruim driekwart van de ouders (80%) bijna altijd mee op de rekening van hun kind.
Volgens de bank is het belangrijk dat kinderen én ouders de eerste stappen in de financiële ontwikkeling op tijd zetten, bijvoorbeeld door samen over geldzaken te praten.
Kifid: bank mag voor identificeren klant vragen om een filmpje
In een deze week gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid staat dat banken voor het identificeren van een klant mag vragen om een verificatiefilmpje. Het gebruik van een video opname om de identiteit te controleren betekent niet vanzelf dat ook biometrische gegevens worden verwerkt. Kifid volgt met deze conclusie de bevindingen van twee deskundigen op het gebied van antiwitwas- en privacyregels, die als bijlagen van de uitspraak zijn gepubliceerd.
Een tweetal consumenten opent een online spaarrekening bij LeasePlan Bank, een bank die haar diensten alleen via internet aanbiedt. Ze kunnen de spaarrekening pas gebruiken nadat de bank hen als nieuwe klant heeft kunnen identificeren. Hiervoor moeten zij onder meer een foto van het paspoort uploaden, een bedrag van 1 euro overmaken vanaf een betaalrekening op hun eigen naam, en een filmpje uploaden.
Het uploaden van dit zogenoemde verificatiefilmpje mislukt. Het identificatieproces is uiteindelijk geannuleerd en de online spaarrekening is gesloten. De betrokken consumenten beklagen zich eerst bij de bank een daarna bij Kifid over de verplichting om een verificatiefilmpje aan te leveren, waarmee de bank volgens hen biometrische gegevens zou verwerken.
Met kennis van de adviezen en wat betrokken consumenten en de bank hebben verklaard, oordeelt de Geschillencommissie dat deze online bank van een nieuwe klant een verificatiefilmpje mag vragen om de identiteit te controleren.
Een tweetal consumenten opent een online spaarrekening bij LeasePlan Bank, een bank die haar diensten alleen via internet aanbiedt. Ze kunnen de spaarrekening pas gebruiken nadat de bank hen als nieuwe klant heeft kunnen identificeren. Hiervoor moeten zij onder meer een foto van het paspoort uploaden, een bedrag van 1 euro overmaken vanaf een betaalrekening op hun eigen naam, en een filmpje uploaden.
Het uploaden van dit zogenoemde verificatiefilmpje mislukt. Het identificatieproces is uiteindelijk geannuleerd en de online spaarrekening is gesloten. De betrokken consumenten beklagen zich eerst bij de bank een daarna bij Kifid over de verplichting om een verificatiefilmpje aan te leveren, waarmee de bank volgens hen biometrische gegevens zou verwerken.
Met kennis van de adviezen en wat betrokken consumenten en de bank hebben verklaard, oordeelt de Geschillencommissie dat deze online bank van een nieuwe klant een verificatiefilmpje mag vragen om de identiteit te controleren.
dinsdag 23 juli 2024
Nationale-Nederlanden stopt samenwerking Columbus Letselschade Groningen B.V.
Nationale-Nederlanden stopt de samenwerking met Columbus Letselschade Groningen B.V.. Letselschadezaken waarbij Columbus als belangenbehartiger optreedt, worden niet langer in behandeling genomen.
Nationale-Nederlanden heeft na onderzoek en gesprekken vastgesteld dat het er niet op kan vertrouwen dat het kantoor eerlijk en oprecht handelt bij het afwikkelen van letselschadezaken. Dit is voor NN onaanvaardbaar.
Dit besluit betekent uiteraard niet dat Nationale-Nederlanden de behandeling van de lopende letselschadezaken beëindigt. Cliënten van Columbus Letselschade Groningen B.V. kunnen een andere belangenbehartiger inschakelen of hun letselschade rechtstreeks met Nationale-Nederlanden regelen.
Nationale-Nederlanden heeft na onderzoek en gesprekken vastgesteld dat het er niet op kan vertrouwen dat het kantoor eerlijk en oprecht handelt bij het afwikkelen van letselschadezaken. Dit is voor NN onaanvaardbaar.
Dit besluit betekent uiteraard niet dat Nationale-Nederlanden de behandeling van de lopende letselschadezaken beëindigt. Cliënten van Columbus Letselschade Groningen B.V. kunnen een andere belangenbehartiger inschakelen of hun letselschade rechtstreeks met Nationale-Nederlanden regelen.
maandag 22 juli 2024
Fatbikes onvoldoende verzekerd door gebrek aan polissen
Er rijden steeds meer fatbikes op straat in Nederland. Vaak zijn dat jonge bestuurders zonder helm op. Een verbod lijkt nog niet in zicht en het aantal verkeersslachtoffers onder of door mensen op een fatbike stijgt. Daarnaast worden de fietsen ook vaker gestolen dan normale E-bikes. Mede daarom kun je een fatbike bijna nergens meer verzekeren. In de zeldzame gevallen dat dit wel kan, zitten er strenge voorwaarden aan vast.
De hoge diefstalcijfers en het groeiende aantal opgevoerde fatbikes hebben ervoor gezorgd dat verzekeraars zoals ANWB, Centraal Beheer, Inshared, Univé, Allianz én Alpina de verzekeringsopties voor fatbikes hebben stopgezet. Mocht er schade aan de fiets zijn of wordt deze gestolen, dan draai je daar zelf voor op.
Bij een aantal verzekeraars kan je de fatbike wel verzekeren. Zo kan je de fatbike bij Interpolis en Upway nog wel verzekeren tegen diefstal en (eigen) schade aan de fiets. Bijvoorbeeld wanneer de fiets kapot is na een valpartij. De fatbike merken Phatfour en Knaap bieden een eigen diefstal- en schadeverzekering. Er zijn wel voorwaarden aan deze verzekeringen en die verschillen per merk. Over het algemeen geldt dat de fiets over een ART2 slot (of hoger) en een GPS track & trace systeem moet beschikken.
Opgevoerde fatbikes voldoen niet aan de wettelijke vereisten voor fatbikes, aangezien ze harder dan 25 kilometer per uur kunnen en zo het risico op ongelukken vergroten. Dit betekent dat ze wettelijk niet meer onder de zwakke verkeersdeelnemers, zoals de elektrische fiets, vallen. In dit geval geldt de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM), die bestaat voor een auto, motor of scooter. Veroorzaak je een ongeval met je opgevoerde fatbike, dan is de kans groot de verzekeraar de schade van het slachtoffer niet vergoed. Let daarop, want het bedrag kan fors oplopen.
Daarnaast is het aanbod van goedgekeurde fatbikes beperkt. Er moet goed worden opgelet of de fatbike aan de EN-154194 norm (het keurmerk) voldoet zodat de fatbike uitvoerig is getest. Vaak worden er illegale onderdelen geïmporteerd, die niet zijn getest en makkelijk kapotgaan of vroegtijdig beginnen te roesten. De snelheid moet begrensd en dus gemaximeerd zijn.
Breng je schade toe aan een ander met je fatbike, dan valt dit (meestal) onder de (vrijwillige) aansprakelijkheidsverzekering. Maar niet iedereen heeft deze verzekering en kinderen vallen vaak onder de dekking van hun ouders. Een fatbike moet dan wel over trapondersteuning en snelheidsbegrenzing tot maximaal 25 kilometer per uur beschikken, mag niet zijn opgevoerd en mag niet beschikken over een gashendel. Daarnaast heeft niet iedereen een aansprakelijkheidsverzekering en vallen kinderen vaak onder de dekking van hun ouders vallen.
De hoge diefstalcijfers en het groeiende aantal opgevoerde fatbikes hebben ervoor gezorgd dat verzekeraars zoals ANWB, Centraal Beheer, Inshared, Univé, Allianz én Alpina de verzekeringsopties voor fatbikes hebben stopgezet. Mocht er schade aan de fiets zijn of wordt deze gestolen, dan draai je daar zelf voor op.
Bij een aantal verzekeraars kan je de fatbike wel verzekeren. Zo kan je de fatbike bij Interpolis en Upway nog wel verzekeren tegen diefstal en (eigen) schade aan de fiets. Bijvoorbeeld wanneer de fiets kapot is na een valpartij. De fatbike merken Phatfour en Knaap bieden een eigen diefstal- en schadeverzekering. Er zijn wel voorwaarden aan deze verzekeringen en die verschillen per merk. Over het algemeen geldt dat de fiets over een ART2 slot (of hoger) en een GPS track & trace systeem moet beschikken.
Opgevoerde fatbikes voldoen niet aan de wettelijke vereisten voor fatbikes, aangezien ze harder dan 25 kilometer per uur kunnen en zo het risico op ongelukken vergroten. Dit betekent dat ze wettelijk niet meer onder de zwakke verkeersdeelnemers, zoals de elektrische fiets, vallen. In dit geval geldt de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM), die bestaat voor een auto, motor of scooter. Veroorzaak je een ongeval met je opgevoerde fatbike, dan is de kans groot de verzekeraar de schade van het slachtoffer niet vergoed. Let daarop, want het bedrag kan fors oplopen.
Daarnaast is het aanbod van goedgekeurde fatbikes beperkt. Er moet goed worden opgelet of de fatbike aan de EN-154194 norm (het keurmerk) voldoet zodat de fatbike uitvoerig is getest. Vaak worden er illegale onderdelen geïmporteerd, die niet zijn getest en makkelijk kapotgaan of vroegtijdig beginnen te roesten. De snelheid moet begrensd en dus gemaximeerd zijn.
Breng je schade toe aan een ander met je fatbike, dan valt dit (meestal) onder de (vrijwillige) aansprakelijkheidsverzekering. Maar niet iedereen heeft deze verzekering en kinderen vallen vaak onder de dekking van hun ouders. Een fatbike moet dan wel over trapondersteuning en snelheidsbegrenzing tot maximaal 25 kilometer per uur beschikken, mag niet zijn opgevoerd en mag niet beschikken over een gashendel. Daarnaast heeft niet iedereen een aansprakelijkheidsverzekering en vallen kinderen vaak onder de dekking van hun ouders vallen.
vrijdag 19 juli 2024
Goed nieuws voor spaarders: ECB houdt rente gelijk
De Europese Centrale Bank heeft in een nieuw rentebesluit de rentetarieven voor banken vooralsnog gelijk weten te houden. Een verstandig besluit volgens Sieto de Vries, spaarexpert bij vergelijkingssite Geld.nl. De Vries licht de keuze van de ECB toe en legt uit waarom we nu nog profiteren van een hoge spaarrente.
Om de oplopende inflatie in te dammen, bracht de Europese Centrale Bank de rente in de afgelopen twee jaar tot een recordhoogte van 4%. Tot de ECB deze begin juni voor het eerst weer iets liet zakken. Reden daarvoor was dat de inflatie in het gewenste tempo daalde. Vandaag liet de ECB weten dat de daling van de inflatie nog steeds voldoende in lijn ligt met eerdere prognoses. Die stellen dat in 2025 de gewenste inflatie van 2 procent wordt behaald. Dus zijn aanpassingen nu niet nodig. En dat is goed nieuws voor de spaarders. Want banken baseren onder andere hun spaarrente op de rente van de ECB.
De Vries begrijpt de keuze van de ECB om de rente niet aan te passen. Hij noemt het een verstandig besluit. 'Door de rente begin juni iets te laten zakken, sprak de ECB haar vertrouwen in het herstel van de economie uit. Omdat het om een minimale correctie ging, was dit vooral een symbolisch signaal. Ondertussen blijft de onrustige situatie in de wereld voor onzekerheid zorgen. Er hoeft maar iets te gebeuren of de prijzen lopen weer op. Even pas op de plaats maken, is dan ook een wijze beslissing. Hiermee creëert de ECB rust in de markt.'
Met een gelijkblijvende ECB-rente is de verwachting dat ook de hoogste spaarrentes voorlopig rond de 3,50% - 3,75% blijven schommelen.
De Vries gaat ervan uit dat de ECB-rente de komende tijd in elk geval niet gaat stijgen. 'Mijn advies voor nu is dan ook: profiteer van een hoge spaarrente tot 3,75% op een flexibele spaarrekening. Voor geld dat je iets langer kunt missen, is een spaardeposito van 1 jaar een mooi alternatief. Dit levert nu een rente tot 3,66% op. Dat is een goed rendement, zeker met de verwachting dat de rente waarschijnlijk de komende tijd niet gaat stijgen.'
Om de oplopende inflatie in te dammen, bracht de Europese Centrale Bank de rente in de afgelopen twee jaar tot een recordhoogte van 4%. Tot de ECB deze begin juni voor het eerst weer iets liet zakken. Reden daarvoor was dat de inflatie in het gewenste tempo daalde. Vandaag liet de ECB weten dat de daling van de inflatie nog steeds voldoende in lijn ligt met eerdere prognoses. Die stellen dat in 2025 de gewenste inflatie van 2 procent wordt behaald. Dus zijn aanpassingen nu niet nodig. En dat is goed nieuws voor de spaarders. Want banken baseren onder andere hun spaarrente op de rente van de ECB.
De Vries begrijpt de keuze van de ECB om de rente niet aan te passen. Hij noemt het een verstandig besluit. 'Door de rente begin juni iets te laten zakken, sprak de ECB haar vertrouwen in het herstel van de economie uit. Omdat het om een minimale correctie ging, was dit vooral een symbolisch signaal. Ondertussen blijft de onrustige situatie in de wereld voor onzekerheid zorgen. Er hoeft maar iets te gebeuren of de prijzen lopen weer op. Even pas op de plaats maken, is dan ook een wijze beslissing. Hiermee creëert de ECB rust in de markt.'
Met een gelijkblijvende ECB-rente is de verwachting dat ook de hoogste spaarrentes voorlopig rond de 3,50% - 3,75% blijven schommelen.
De Vries gaat ervan uit dat de ECB-rente de komende tijd in elk geval niet gaat stijgen. 'Mijn advies voor nu is dan ook: profiteer van een hoge spaarrente tot 3,75% op een flexibele spaarrekening. Voor geld dat je iets langer kunt missen, is een spaardeposito van 1 jaar een mooi alternatief. Dit levert nu een rente tot 3,66% op. Dat is een goed rendement, zeker met de verwachting dat de rente waarschijnlijk de komende tijd niet gaat stijgen.'
Betaalpas insteken neemt verder af
In de afgelopen twaalf maanden is het aantal betalingen waarbij betaalpassen in de automaat worden gestoken, met 125 miljoen gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal contactloze betalingen, met een betaalpas of smartphone, is in dezelfde periode met 308 miljoen gestegen. Afgelopen maand was 93 procent van alle pinbetalingen contactloos; een jaar eerder was dat nog 90 procent, zo blijkt uit gegevens van de betaalvereniging.
Pashouders lijken steeds meer vertrouwen te krijgen in contactloos betalen, ook bij grote bedragen. Dankzij contactloos betalen zijn er minder slachtoffers van zogeheten ‘shoulderen’. Bij ‘shoulderen’ kijkt een fraudeur over de schouder van zijn slachtoffer stiekem de pincode af, op het moment dat het slachtoffer die intikt aan de kassa of bij een geldautomaat. Daarna probeert de fraudeur de betaalpas van zijn slachtoffer te rollen of met een babbel- of wisseltruc afhandig te maken.
Bij het insteken van een betaalpas moet de pashouder altijd zijn pincode intikken, ongeacht het bedrag. Bij contactloos betalen hoeft dat bij bedragen tot 50 euro meestal niet. Daardoor is er bij contactloos betalen minder gelegenheid voor fraudeurs om een pincode stiekem af te kijken. Wie contactloos betaalt met een smartphone gebruikt meestal helemaal geen pincode maar keurt zijn betalingen goed met een vingerafdruk of met gezichtsherkenning.
De drukste pinmaand ooit is afgelopen maand mei, met ruim 506 miljoen pinbetalingen, voor 13,1 miljard euro. De vorige recordmaand was juni 2023, met 504 miljoen pinbetalingen.
Pashouders lijken steeds meer vertrouwen te krijgen in contactloos betalen, ook bij grote bedragen. Dankzij contactloos betalen zijn er minder slachtoffers van zogeheten ‘shoulderen’. Bij ‘shoulderen’ kijkt een fraudeur over de schouder van zijn slachtoffer stiekem de pincode af, op het moment dat het slachtoffer die intikt aan de kassa of bij een geldautomaat. Daarna probeert de fraudeur de betaalpas van zijn slachtoffer te rollen of met een babbel- of wisseltruc afhandig te maken.
Bij het insteken van een betaalpas moet de pashouder altijd zijn pincode intikken, ongeacht het bedrag. Bij contactloos betalen hoeft dat bij bedragen tot 50 euro meestal niet. Daardoor is er bij contactloos betalen minder gelegenheid voor fraudeurs om een pincode stiekem af te kijken. Wie contactloos betaalt met een smartphone gebruikt meestal helemaal geen pincode maar keurt zijn betalingen goed met een vingerafdruk of met gezichtsherkenning.
De drukste pinmaand ooit is afgelopen maand mei, met ruim 506 miljoen pinbetalingen, voor 13,1 miljard euro. De vorige recordmaand was juni 2023, met 504 miljoen pinbetalingen.
We investeren meer in verduurzaming woning
Het aantal consumenten dat leent voor het verduurzamen van hun woning, is gegroeid. En ook het gemiddelde leenbedrag voor verduurzaming stijgt flink. Dit blijkt uit onderzoek van Geld.nl. In de Datamonitor Lenen volgde de vergelijkingssite alle geaccepteerde leningaanvragen van de eerste vijf maanden van dit jaar. Hieruit blijkt dat het aantal leningen met een groen doel op dit moment ruim anderhalf keer hoger ligt dan in 2023. Het gemiddelde leenbedrag voor verduurzaming van de woning stijgt van € 16.521 in 2023 naar € 21.107 dit jaar, een stijging van bijna 28%.
Verduurzaming van de woning valt in het onderzoek van Geld.nl onder de overkoepelende categorie ‘Verbouwen’. Dat het aantal leningen voor duurzaam wonen toeneemt, is opvallend. Het percentage leningen voor verbouwen in het algemeen loopt namelijk iets terug. Paul Huibers, financieel expert bij Geld.nl, zegt hierover: “Verbouwen blijft met ruim 19% van de aanvragen ook in de eerste helft van 2024 het tweede belangrijkste leendoel. Wel zien we dit percentage iets teruglopen ten opzichte van 2023. Toen leende nog meer dan 23% van de kredietaanvragers voor een verbouwing. Reden voor deze daling kan liggen in steeds verder stijgende prijzen van bouwmaterialen, in combinatie met een tekort aan vakmensen om de verbouwing uit te voeren.”
In het licht van deze cijfers valt het toenemend aantal leningen voor onder andere zonnepanelen en isolatie verbeterende maatregelen extra op. Huibers: “De stijgende energieprijzen stimuleerden veel consumenten vorig jaar om te investeren in de verduurzaming van hun woning. Ook nu de energieprijzen weer stabiel lijken, blijft de wens om hierin te investeren groeien. Het is wel even afwachten hoe bereid mensen blijven om te investeren in zonnepanelen nu de salderingsregel verdwijnt en steeds meer energieleveranciers bezitters van zonnepanelen kosten in rekening brengen.” Al blijven zonnepanelen ondanks dat voor veel mensen rendabel.
De belangrijkste reden om te investeren in het verduurzamen van de woning, is besparen. Zo blijkt uit een grootschalig onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2023 naar duurzaam wonen. Hierin gaf 43% van de ondervraagden aan vooral geld op de energierekening te willen besparen. Op de tweede plaats gevolgd door het milieu (27%). 13% van de ondervraagden noemde het verbeteren van het wooncomfort als hoofdreden voor verduurzaming.
Verduurzaming van de woning valt in het onderzoek van Geld.nl onder de overkoepelende categorie ‘Verbouwen’. Dat het aantal leningen voor duurzaam wonen toeneemt, is opvallend. Het percentage leningen voor verbouwen in het algemeen loopt namelijk iets terug. Paul Huibers, financieel expert bij Geld.nl, zegt hierover: “Verbouwen blijft met ruim 19% van de aanvragen ook in de eerste helft van 2024 het tweede belangrijkste leendoel. Wel zien we dit percentage iets teruglopen ten opzichte van 2023. Toen leende nog meer dan 23% van de kredietaanvragers voor een verbouwing. Reden voor deze daling kan liggen in steeds verder stijgende prijzen van bouwmaterialen, in combinatie met een tekort aan vakmensen om de verbouwing uit te voeren.”
In het licht van deze cijfers valt het toenemend aantal leningen voor onder andere zonnepanelen en isolatie verbeterende maatregelen extra op. Huibers: “De stijgende energieprijzen stimuleerden veel consumenten vorig jaar om te investeren in de verduurzaming van hun woning. Ook nu de energieprijzen weer stabiel lijken, blijft de wens om hierin te investeren groeien. Het is wel even afwachten hoe bereid mensen blijven om te investeren in zonnepanelen nu de salderingsregel verdwijnt en steeds meer energieleveranciers bezitters van zonnepanelen kosten in rekening brengen.” Al blijven zonnepanelen ondanks dat voor veel mensen rendabel.
De belangrijkste reden om te investeren in het verduurzamen van de woning, is besparen. Zo blijkt uit een grootschalig onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2023 naar duurzaam wonen. Hierin gaf 43% van de ondervraagden aan vooral geld op de energierekening te willen besparen. Op de tweede plaats gevolgd door het milieu (27%). 13% van de ondervraagden noemde het verbeteren van het wooncomfort als hoofdreden voor verduurzaming.
donderdag 18 juli 2024
Veroordeelde fraudeur Palm Invest zit opnieuw vast
De 53-jarige Danny Klomp die nog een schadevergoedingsmaatregel van ruim 250.000 euro moet betalen vanwege zijn aandeel in het Palm Invest schandaal, is recent aangehouden door de politie Midden-Nederland.
De man werd in 2010 veroordeeld voor fraude met het vastgoedbedrijf Palm Invest. Slachtoffers investeerden miljoenen in het bedrijf, maar dat geld bleek grotendeels opgemaakt door de twee verdachten. In 2015 werd de zaak na een uitspraak van de Hoge Raad onherroepelijk. Omdat het innen van het bedrag onmogelijk bleek is uiteindelijk een aanhoudingsbevel voor de man afgegeven.
Recent publiceerden media dat de man een nieuw leven had opgebouwd in Spanje. Intussen werd door Team Coördinatie Executie Taken onderzoek gedaan naar de dader. Dit team van de politie-eenheid Midden-Nederland is gespecialiseerd in het opsporen en aanhouden van veroordeelden die zich onttrekken aan een vonnis. In nauwe samenwerking met onder andere CJIB en het Landelijk Parket sporen zij regelmatig veroordeelden op.
In het onderzoek naar deze man vond het team aanwijzingen dat hij zich in een woning in Flevoland bevond. Daar is hij op 2 juli aangehouden door de politie. Hij is direct overgebracht naar een gevangenis in Nederland. Het CJIB zal alsnog proberen het schadebedrag bij de man te innen. Hij blijft voorlopig vastzitten.
De man werd in 2010 veroordeeld voor fraude met het vastgoedbedrijf Palm Invest. Slachtoffers investeerden miljoenen in het bedrijf, maar dat geld bleek grotendeels opgemaakt door de twee verdachten. In 2015 werd de zaak na een uitspraak van de Hoge Raad onherroepelijk. Omdat het innen van het bedrag onmogelijk bleek is uiteindelijk een aanhoudingsbevel voor de man afgegeven.
Recent publiceerden media dat de man een nieuw leven had opgebouwd in Spanje. Intussen werd door Team Coördinatie Executie Taken onderzoek gedaan naar de dader. Dit team van de politie-eenheid Midden-Nederland is gespecialiseerd in het opsporen en aanhouden van veroordeelden die zich onttrekken aan een vonnis. In nauwe samenwerking met onder andere CJIB en het Landelijk Parket sporen zij regelmatig veroordeelden op.
In het onderzoek naar deze man vond het team aanwijzingen dat hij zich in een woning in Flevoland bevond. Daar is hij op 2 juli aangehouden door de politie. Hij is direct overgebracht naar een gevangenis in Nederland. Het CJIB zal alsnog proberen het schadebedrag bij de man te innen. Hij blijft voorlopig vastzitten.
ING-klant krijgt schade door bankhelpdeskfraude niet vergoed
Een klant van ING die het slachtoffer werd van bankhelpdeskfraude en voor 50.000 euro werd gedupeerd krijgt de schade niet vergoed. Dat heeft het financiële klachteninstituut Kifid bepaald.
De klant werd vorig jaar gebeld door een oplichter die zich voordeed als ING-medewerker en stelde dat er grote bedragen van de rekening werden afgeschreven.
Vanaf de ING-rekening van de klant werd via verschillende overboekingen bijna 49.000 euro naar de bunq-rekening overgemaakt. Het fraudedetectiesysteem van ING detecteerde een overboeking, waarna de betaalrekening werd geblokkeerd.
De klant vertelde ING dat het om buffer ging voor het uitvoeren van hobby's. Daarop heeft ING de betaalrekening vrijgegeven en de overboekingen naar de bunq-rekening uitgevoerd.
In dit geval zegt ING de schade niet te vergoeden omdat de klant, in strijd met de waarheid en ondanks waarschuwingen van de bank, verklaard heeft dat de rekening kon worden vrijgegeven.
De klant werd vorig jaar gebeld door een oplichter die zich voordeed als ING-medewerker en stelde dat er grote bedragen van de rekening werden afgeschreven.
Vanaf de ING-rekening van de klant werd via verschillende overboekingen bijna 49.000 euro naar de bunq-rekening overgemaakt. Het fraudedetectiesysteem van ING detecteerde een overboeking, waarna de betaalrekening werd geblokkeerd.
De klant vertelde ING dat het om buffer ging voor het uitvoeren van hobby's. Daarop heeft ING de betaalrekening vrijgegeven en de overboekingen naar de bunq-rekening uitgevoerd.
In dit geval zegt ING de schade niet te vergoeden omdat de klant, in strijd met de waarheid en ondanks waarschuwingen van de bank, verklaard heeft dat de rekening kon worden vrijgegeven.
Santander Consumer Finance krijgt boete van €3,7 mln wegens opnieuw onverantwoorde kredietverstrekking
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 9 juli 2024 aan Santander Consumer Finance S.A. (SCF) een boete van €3,7 miljoen opgelegd wegens opnieuw onverantwoorde kredietverstrekking. SCF is een kredietaanbieder die aan klanten leningen verstrekt.
Uit AFM-onderzoek blijkt dat SCF op meerdere punten in strijd heeft gehandeld met de normen voor verantwoorde kredietverstrekking. Dit is ernstig, want door overkreditering kunnen consumenten in de financiële problemen komen. In 2019 heeft de AFM hiervoor ook al een boete opgelegd aan de rechtsvoorganger van SCF, daarom is het boetebedrag verhoogd.
De AFM heeft marktbreed onderzoek gedaan naar verantwoorde kredietverstrekking, waarbij per aanbieder 10 dossiers tegen het licht zijn gehouden. Hieruit blijkt dat SCF bij 4 van de 10 onderzochte dossiers te weinig informatie inwon over de financiële positie van klanten en bij 5 van de 10 onverantwoord krediet heeft verstrekt. Deze overtredingen zijn grotendeels terug te voeren op het beleid en de processen van SCF. Jos Heuvelman, bestuurder AFM: “Dit is ernstig, omdat SCF structureel tekortschoot in de naleving van een van de belangrijkste verplichtingen ten opzichte van haar klanten. Want een te hoge lening kan ervoor zorgen dat consumenten te weinig geld overhouden om de vaste kosten van hun levensonderhoud te kunnen betalen.”
Een aanbieder van krediet heeft de verplichting om informatie in te winnen over de financiële positie van de klant, voordat een overeenkomst wordt aangegaan. Als blijkt dat het krediet onverantwoord is, mag het niet worden verstrekt. Specifiek voor consumptief krediet is deze open norm door de sector nader ingevuld in de ‘Leennormenmethodiek’. SCF heeft zich gecommitteerd aan deze regels, maar op een aantal belangrijke punten niet goed toegepast. De AFM beschouwt deze leennormenmethodiek als een minimale invulling van de kredietregels.
SCF is bezig om maatregelen te treffen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Ook heeft SCF een deel van de consumenten gecompenseerd die mogelijk een te hoog krediet hebben gekregen.
Uit AFM-onderzoek blijkt dat SCF op meerdere punten in strijd heeft gehandeld met de normen voor verantwoorde kredietverstrekking. Dit is ernstig, want door overkreditering kunnen consumenten in de financiële problemen komen. In 2019 heeft de AFM hiervoor ook al een boete opgelegd aan de rechtsvoorganger van SCF, daarom is het boetebedrag verhoogd.
De AFM heeft marktbreed onderzoek gedaan naar verantwoorde kredietverstrekking, waarbij per aanbieder 10 dossiers tegen het licht zijn gehouden. Hieruit blijkt dat SCF bij 4 van de 10 onderzochte dossiers te weinig informatie inwon over de financiële positie van klanten en bij 5 van de 10 onverantwoord krediet heeft verstrekt. Deze overtredingen zijn grotendeels terug te voeren op het beleid en de processen van SCF. Jos Heuvelman, bestuurder AFM: “Dit is ernstig, omdat SCF structureel tekortschoot in de naleving van een van de belangrijkste verplichtingen ten opzichte van haar klanten. Want een te hoge lening kan ervoor zorgen dat consumenten te weinig geld overhouden om de vaste kosten van hun levensonderhoud te kunnen betalen.”
Een aanbieder van krediet heeft de verplichting om informatie in te winnen over de financiële positie van de klant, voordat een overeenkomst wordt aangegaan. Als blijkt dat het krediet onverantwoord is, mag het niet worden verstrekt. Specifiek voor consumptief krediet is deze open norm door de sector nader ingevuld in de ‘Leennormenmethodiek’. SCF heeft zich gecommitteerd aan deze regels, maar op een aantal belangrijke punten niet goed toegepast. De AFM beschouwt deze leennormenmethodiek als een minimale invulling van de kredietregels.
SCF is bezig om maatregelen te treffen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Ook heeft SCF een deel van de consumenten gecompenseerd die mogelijk een te hoog krediet hebben gekregen.
woensdag 17 juli 2024
Betaalrekening ruim 20 procent duurder
Bankklanten zijn de afgelopen twee jaar gemiddeld ruim 20 procent meer gaan betalen voor hun betaalrekening. De kosten van een tweede bankpas zijn in dezelfde periode zelfs meer dan verdubbeld, meldt financieel onderzoeksbureau MoneyView.
Banken geven de jarenlange lage rente en de hoge kosten voor innovatie en maatregelen tegen witwassen als reden voor het steeds duurder maken van betaalrekeningen. „
De Consumentenbond trok begin dit jaar ook al aan de bel nadat ABN Amro en ING hun tarieven verhoogden. Volgens de bond zijn betaalrekeningen bij beide banken in vijf jaar ruim verdubbeld in prijs.
Banken geven de jarenlange lage rente en de hoge kosten voor innovatie en maatregelen tegen witwassen als reden voor het steeds duurder maken van betaalrekeningen. „
De Consumentenbond trok begin dit jaar ook al aan de bel nadat ABN Amro en ING hun tarieven verhoogden. Volgens de bond zijn betaalrekeningen bij beide banken in vijf jaar ruim verdubbeld in prijs.
Inloggen met tweefactorauthenticatie vanaf 1 juli 2025 verplicht voor eHerkenning
In Nederland maken verzekeraars gebruik van het Europese eHerkenning als inlogmethode. Maar vanaf 1 juli 2025 kan voor het inloggen geen gebruik meer worden gemaakt van alleen een gebruikersnaam en wachtwoord.
Naast de gebruikersnaam en wachtwoord dienen verzekeraars een extra controlestap uit te voeren, bijvoorbeeld via een code per sms of via een authenticatieapp. Sinds begin dit jaar is het voor nieuwe klanten al niet meer mogelijk om slechts met een gebruikersnaam en wachtwoord in te loggen.
Inloggen zonder tweefactorauthenticatie kan nu nog wel bij bedrijven en instanties die al langer gebruikmaken van eHerkenning, maar vanaf 1 juli 2025 is tweestapsverificatie dus voor alle gebruikers verplicht. De inlogmethoden verschillen per leverancier, aldus Logius, de beheerder van eHerkenning.
Naast de gebruikersnaam en wachtwoord dienen verzekeraars een extra controlestap uit te voeren, bijvoorbeeld via een code per sms of via een authenticatieapp. Sinds begin dit jaar is het voor nieuwe klanten al niet meer mogelijk om slechts met een gebruikersnaam en wachtwoord in te loggen.
Inloggen zonder tweefactorauthenticatie kan nu nog wel bij bedrijven en instanties die al langer gebruikmaken van eHerkenning, maar vanaf 1 juli 2025 is tweestapsverificatie dus voor alle gebruikers verplicht. De inlogmethoden verschillen per leverancier, aldus Logius, de beheerder van eHerkenning.
dinsdag 16 juli 2024
Achmea sluit nieuwe kredietfaciliteit af
Achmea heeft een gecommitteerde multi-currency kredietfaciliteit van 1 miljard euro afgesloten met een syndicaat van twaalf internationale banken.
Deze faciliteit heeft een looptijd van vijf jaar en kan tweemaal met een jaar worden verlengd. Dit betekent dat de faciliteit tot uiterlijk 2031 kan lopen. De nieuwe kredietfaciliteit vervangt de vandaag beëindigde kredietfaciliteit uit 2019, die ook een plafond van € 1 miljard had.
Deze kredietfaciliteit maakt deel uit van het liquiditeitsbeheer van Achmea en is op dit moment onbenut.
Deze faciliteit heeft een looptijd van vijf jaar en kan tweemaal met een jaar worden verlengd. Dit betekent dat de faciliteit tot uiterlijk 2031 kan lopen. De nieuwe kredietfaciliteit vervangt de vandaag beëindigde kredietfaciliteit uit 2019, die ook een plafond van € 1 miljard had.
Deze kredietfaciliteit maakt deel uit van het liquiditeitsbeheer van Achmea en is op dit moment onbenut.
maandag 15 juli 2024
Aanhoudingen in onderzoek naar misbruik account voor gestolen cryptovaluta
Begin juli heeft de FIOD een man (52) en vrouw (54) uit Nijmegen aangehouden op verdenking van witwassen. Tijdens de doorzoeking in hun woning is beslag gelegd op ruim een half miljoen euro in contanten, cryptovaluta, designerkleding en een luxe auto. De verdachten zijn 12 juli voorgeleid aan de rechter-commissaris. De hechtenis van de man is verlengd met 14 dagen, die van de vrouw is onder bijzondere voorwaarden geschorst.
Het strafrechtelijk onderzoek is gestart na een melding van de FIU. Opgevallen was dat de 52-jarige Nijmegenaar een account had aangemaakt op een platform voor de aan- en verkoop van cryptovaluta. Een dag later werd op zijn account bijna één miljoen euro aan Ether gestort. Dezelfde dag zette de man de gestorte cryptovaluta om in euro’s. Het vermoeden is dat de Ether afkomstig zijn van frauduleuze verkoop en dat de verdachte zijn account heeft gebruikt om de gestolen cryptovaluta te ontvangen. Gezien het onverklaarbare aangetroffen vermogen in de woning wordt ook de vrouw verdacht van witwassen.
De aanpak van witwassen heeft prioriteit bij de overheid, omdat het van groot belang is voor de effectieve bestrijding van allerlei vormen van ernstige criminaliteit. Het versluieren van de criminele herkomst van opbrengsten van misdrijven stelt daders van deze misdrijven in staat om buiten het bereik van de opsporingsinstanties te blijven en ongestoord van het vergaarde vermogen te genieten.
Het strafrechtelijk onderzoek is gestart na een melding van de FIU. Opgevallen was dat de 52-jarige Nijmegenaar een account had aangemaakt op een platform voor de aan- en verkoop van cryptovaluta. Een dag later werd op zijn account bijna één miljoen euro aan Ether gestort. Dezelfde dag zette de man de gestorte cryptovaluta om in euro’s. Het vermoeden is dat de Ether afkomstig zijn van frauduleuze verkoop en dat de verdachte zijn account heeft gebruikt om de gestolen cryptovaluta te ontvangen. Gezien het onverklaarbare aangetroffen vermogen in de woning wordt ook de vrouw verdacht van witwassen.
De aanpak van witwassen heeft prioriteit bij de overheid, omdat het van groot belang is voor de effectieve bestrijding van allerlei vormen van ernstige criminaliteit. Het versluieren van de criminele herkomst van opbrengsten van misdrijven stelt daders van deze misdrijven in staat om buiten het bereik van de opsporingsinstanties te blijven en ongestoord van het vergaarde vermogen te genieten.
Nieuwe CAO voor ABN AMRO medewerkers per 1 juli 2024
ABN AMRO heeft een nieuwe cao voor haar medewerkers in Nederland. De leden van de bonden Our NEXT Move, CNV, FNV en De Unie hebben de afgelopen weken in grote meerderheid voor het onderhandelingsresultaat gestemd dat op 20 juni 2024 werd bereikt. De nieuwe cao gaat met terugwerkende kracht in per 1 juli 2024 en heeft een looptijd van 2 jaar.
De nieuwe arbeidsvoorwaarden-cao gaat met terugwerkende kracht in per 1 juli 2024 en geldt voor 2 jaar. Het nieuwe sociaal plan gaat in op 1 januari 2025 en geldt voor 18 maanden. De nieuwe pensioenpremie gaat in op 1 januari 2025, vanaf 1 januari 2027 geldt de solidaire premieregeling.
De belangrijkste nieuwe onderdelen uit de cao zijn:
Een structurele salarisverhoging van 6,0% per 1 juli 2024 en 3,75% per 1 juli 2025; een vaste jaarlijkse verhoging van 2,5% en daarnaast een individuele jaarlijkse waarderingspremie van 2,5% of 5,0%.
Alle medewerkers ontvangen een pay-per-use vervoersregeling, waarmee zij op dagelijkse basis hun vervoer kunnen kiezen (trein, fiets, auto) en waar zij voor fietsreizen een hogere vergoeding (30ct) krijgen dan voor reizen met de auto (23ct). Daarnaast ontvangen zij gratis openbaar vervoer in heel Nederland, zowel voor werk als privé.
Een vrije dag op de vrijdag na Hemelvaart.
Een pensioenpremie van 30% van de pensioengrondslag tot 2030.
De nieuwe arbeidsvoorwaarden-cao gaat met terugwerkende kracht in per 1 juli 2024 en geldt voor 2 jaar. Het nieuwe sociaal plan gaat in op 1 januari 2025 en geldt voor 18 maanden. De nieuwe pensioenpremie gaat in op 1 januari 2025, vanaf 1 januari 2027 geldt de solidaire premieregeling.
De belangrijkste nieuwe onderdelen uit de cao zijn:
Een structurele salarisverhoging van 6,0% per 1 juli 2024 en 3,75% per 1 juli 2025; een vaste jaarlijkse verhoging van 2,5% en daarnaast een individuele jaarlijkse waarderingspremie van 2,5% of 5,0%.
Alle medewerkers ontvangen een pay-per-use vervoersregeling, waarmee zij op dagelijkse basis hun vervoer kunnen kiezen (trein, fiets, auto) en waar zij voor fietsreizen een hogere vergoeding (30ct) krijgen dan voor reizen met de auto (23ct). Daarnaast ontvangen zij gratis openbaar vervoer in heel Nederland, zowel voor werk als privé.
Een vrije dag op de vrijdag na Hemelvaart.
Een pensioenpremie van 30% van de pensioengrondslag tot 2030.
vrijdag 12 juli 2024
Ook volgend jaar huizenprijsstijging verwacht
ING Research stelt het basisscenario voor de huizenprijsstijging naar boven bij en gaat uit van een prijsstijging tussen de 7% en 9% in 2024. Voor 2025 verwachten we een stijging van rond de 4%. We verwachten een flinke huizenprijsstijging dit jaar en een afzwakking van de stijging volgend jaar. Hogere lonen, lagere rentes, verbeterd sentiment en de aanhoudende krapte dragen bij aan verdere huizenprijsstijgingen.
De prijzen van koopwoningen zijn in de afgelopen maanden flink gestegen. De prijsverandering in mei dit jaar was vergeleken met een maand eerder +0,8% (seizoensgecorrigeerd), zo blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS. Deze prijsstijging volgt op eerdere stijgingen van rond de 0,9% per maand in het half jaar daarvoor.
Sinds juni vorig jaar zitten de huizenprijzen weer in de lift na een jaar aan prijsdalingen. Doordat de prijzen flink gestegen zijn, zijn ze het niveau van de vorige prijspiek midden 2022 voorbij gestreefd.
Dat de huizenprijzen recentelijk flink stegen komt voornamelijk door de sterke loonstijging, lagere hypotheekrentes en de toegenomen krapte op de woningmarkt.
Hogere lonen hebben zowel direct impact op de betaalbaarheid van een woning als op de maximale leencapaciteit. Hogere lonen zorgen voor een betere betaalbaarheid, waardoor woningkopers meer voor een huis kunnen bieden dan eerst. Daarnaast werkt een hoger brutoloon door bij het bepalen van de maximale hoogte van de hypotheek.
Tegelijkertijd daalden de aangeboden hypotheekrentes en deze liggen nu lager dan eind vorig jaar. In het eerste kwartaal van dit jaar bedroeg de gemiddelde aangeboden hypotheekrente 4,2%. Dat is lager ten opzichte van de 4,8% in het laatste kwartaal vorig jaar. Lagere hypotheekrentes dragen bij aan een verbetering van de betaalbaarheid en aan een hogere leencapaciteit. Beide hebben bijgedragen aan de recente huizenprijsstijging.
De woningmarkt is krap en het aanbod van de koop staande woningen is beperkt. Zo schat de NVM het aantal keuzemogelijkheden dat een potentiële koper op de woningmarkt had in op 2,3 in het eerste kwartaal van dit jaar. Mede hierdoor zag de NVM het overbieden ook weer toenemen. In het eerste kwartaal werd meer dan de helft van de woningen boven de vraagprijs verkocht.
Grotere huizenprijsstijging vooral vanwege sterkere loonstijging en verbeterd sentiment
In het bijgestelde bassiscenario van ING Research verwachten we dat de huizenprijzen eind 2024 tussen de 7% en 9% hoger zullen liggen dan eind vorig jaar. Voor 2025 verwachten we een verdere huizenprijsstijging van rond de 4%. De onzekerheid rondom de ontwikkelingen in de huizenmarkt blijven echter groot.
De loonstijging is momenteel flink door de krappe arbeidsmarkt en verloren koopkracht tijdens de inflatiegolf. In mei 2024 lagen de cao-lonen een kleine 7% hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. We verwachten dat de loongroei in de loop van dit jaar minder hard zal dalen dan wij eerder aannamen. De verwachte grotere loongroei zal bijdragen aan een sterkere prijsstijging op de huizenmarkt dan we eerder aannamen.
Het vertrouwen in de woningmarkt is verbeterd en is daarmee positiever dan verwacht. De Marktindicator van Vereniging Eigen Huis stond op 90 in juni dit jaar, een stijging ten opzichte van de 74 in juni vorig jaar. De stijging wil zeggen dat woonconsumenten steeds minder negatief zijn over de koopwoningmarkt. De indicators komt dus steeds dichterbij de 100, de waarde die een neutrale stemming weergeeft. Door het toegenomen vertrouwen in de woningmarkt zullen kopers eerder bereid zijn meer te bieden voor woning.
De prijzen van koopwoningen zijn in de afgelopen maanden flink gestegen. De prijsverandering in mei dit jaar was vergeleken met een maand eerder +0,8% (seizoensgecorrigeerd), zo blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS. Deze prijsstijging volgt op eerdere stijgingen van rond de 0,9% per maand in het half jaar daarvoor.
Sinds juni vorig jaar zitten de huizenprijzen weer in de lift na een jaar aan prijsdalingen. Doordat de prijzen flink gestegen zijn, zijn ze het niveau van de vorige prijspiek midden 2022 voorbij gestreefd.
Dat de huizenprijzen recentelijk flink stegen komt voornamelijk door de sterke loonstijging, lagere hypotheekrentes en de toegenomen krapte op de woningmarkt.
Hogere lonen hebben zowel direct impact op de betaalbaarheid van een woning als op de maximale leencapaciteit. Hogere lonen zorgen voor een betere betaalbaarheid, waardoor woningkopers meer voor een huis kunnen bieden dan eerst. Daarnaast werkt een hoger brutoloon door bij het bepalen van de maximale hoogte van de hypotheek.
Tegelijkertijd daalden de aangeboden hypotheekrentes en deze liggen nu lager dan eind vorig jaar. In het eerste kwartaal van dit jaar bedroeg de gemiddelde aangeboden hypotheekrente 4,2%. Dat is lager ten opzichte van de 4,8% in het laatste kwartaal vorig jaar. Lagere hypotheekrentes dragen bij aan een verbetering van de betaalbaarheid en aan een hogere leencapaciteit. Beide hebben bijgedragen aan de recente huizenprijsstijging.
De woningmarkt is krap en het aanbod van de koop staande woningen is beperkt. Zo schat de NVM het aantal keuzemogelijkheden dat een potentiële koper op de woningmarkt had in op 2,3 in het eerste kwartaal van dit jaar. Mede hierdoor zag de NVM het overbieden ook weer toenemen. In het eerste kwartaal werd meer dan de helft van de woningen boven de vraagprijs verkocht.
Grotere huizenprijsstijging vooral vanwege sterkere loonstijging en verbeterd sentiment
In het bijgestelde bassiscenario van ING Research verwachten we dat de huizenprijzen eind 2024 tussen de 7% en 9% hoger zullen liggen dan eind vorig jaar. Voor 2025 verwachten we een verdere huizenprijsstijging van rond de 4%. De onzekerheid rondom de ontwikkelingen in de huizenmarkt blijven echter groot.
De loonstijging is momenteel flink door de krappe arbeidsmarkt en verloren koopkracht tijdens de inflatiegolf. In mei 2024 lagen de cao-lonen een kleine 7% hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. We verwachten dat de loongroei in de loop van dit jaar minder hard zal dalen dan wij eerder aannamen. De verwachte grotere loongroei zal bijdragen aan een sterkere prijsstijging op de huizenmarkt dan we eerder aannamen.
Het vertrouwen in de woningmarkt is verbeterd en is daarmee positiever dan verwacht. De Marktindicator van Vereniging Eigen Huis stond op 90 in juni dit jaar, een stijging ten opzichte van de 74 in juni vorig jaar. De stijging wil zeggen dat woonconsumenten steeds minder negatief zijn over de koopwoningmarkt. De indicators komt dus steeds dichterbij de 100, de waarde die een neutrale stemming weergeeft. Door het toegenomen vertrouwen in de woningmarkt zullen kopers eerder bereid zijn meer te bieden voor woning.
ABN AMRO rondt overname BUX af
ABN AMRO Bank N.V. heeft de overname van BUX officieel afgerond. BUX is een van de snelst groeiende neobrokers in Europa. De overname was onder voorbehoud van de goedkeuring van de toezichthouder. Nu deze is verkregen, is de transactie afgerond.
Deze strategische overname is voor zowel ABN AMRO als BUX een belangrijke stap vooruit in de retailbeleggingsmarkt. Na de aankondiging van de overname in december 2023 heeft ABN AMRO de transactie nu afgerond. Hierdoor is het digitale aanbod van ABN AMRO aanzienlijk uitgebreid terwijl BUX toegang krijgt tot waardevolle middelen, beleggingsexpertise en ondersteuning bij de verdere innovatie en snelle groei van de neobroker.
In deze snelgroeiende retailbeleggingsmarkt wordt de nieuwe combinatie van ABN AMRO en BUX in Nederland de voorkeurspartner voor klanten die willen beginnen hun vermogen op te bouwen. De acquisitie sluit bovendien ook goed aan bij de groeiambities van de bank.
BUX is een volle dochter van ABN AMRO en blijft als aparte entiteit opereren. Daarbij behoudt de neobroker de innovatieve benadering die populair is bij de nieuwe generatie beleggers. Het merk BUX zal nu met trots het ‘endorsed logo’ dragen, als symbool voor de robuuste infrastructuur en middelen van een gevestigde bank.
Deze strategische overname is voor zowel ABN AMRO als BUX een belangrijke stap vooruit in de retailbeleggingsmarkt. Na de aankondiging van de overname in december 2023 heeft ABN AMRO de transactie nu afgerond. Hierdoor is het digitale aanbod van ABN AMRO aanzienlijk uitgebreid terwijl BUX toegang krijgt tot waardevolle middelen, beleggingsexpertise en ondersteuning bij de verdere innovatie en snelle groei van de neobroker.
In deze snelgroeiende retailbeleggingsmarkt wordt de nieuwe combinatie van ABN AMRO en BUX in Nederland de voorkeurspartner voor klanten die willen beginnen hun vermogen op te bouwen. De acquisitie sluit bovendien ook goed aan bij de groeiambities van de bank.
BUX is een volle dochter van ABN AMRO en blijft als aparte entiteit opereren. Daarbij behoudt de neobroker de innovatieve benadering die populair is bij de nieuwe generatie beleggers. Het merk BUX zal nu met trots het ‘endorsed logo’ dragen, als symbool voor de robuuste infrastructuur en middelen van een gevestigde bank.
Consumentenbond roept kabinet op einde te maken aan commerciële schuldenindustrie
De Consumentenbond wil dat het systeem van schulden incasseren op de schop gaat. Bedrijven zouden geen geld mogen verdienen aan andermans schuld. En de kosten mogen niet zó oplopen dat consumenten daardoor steeds dieper in de problemen komen. De Consumentenbond vraagt in een brief aan de nieuwe staatssecretaris Struyken (Rechtsbescherming) om maatregelen te nemen.
Eén op de 11 huishoudens heeft problematische schulden. Vaak is de oorzaak een opeenstapeling van kosten waardoor de schulden consumenten al gauw boven het hoofd groeien. Tegelijkertijd verdient de schuldenindustrie miljarden aan de ellende van deze consumenten. De Consumentenbond vindt dat immoreel en maatschappelijk onverantwoord. Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘We moeten af van bedrijven van wie het businessmodel is gebaseerd op het innen van incassokosten. In 2022 was de gemiddelde winstmarge van incassobureaus 46%. Dat zegt genoeg.’
De Consumentenbond heeft een manifest opgesteld met concrete verbetervoorstellen voor het incassosysteem. Zo pleit de Consumentenbond ervoor om alleen daadwerkelijk gemaakte kosten in rekening te brengen bij consumenten met schulden. Molenaar: ‘De hoogte van incassokosten is nu afhankelijk van de hoogte van de vordering. Maar eigenlijk is dat heel raar. Of je nu een brief stuurt vanwege een schuld van €50, €500 of €5000, die administratieve handeling wordt er niet duurder van.’
De Consumentenbond wil ook een verbod op het opkopen en doorverkopen van schulden. Zo’n opkopende partij heeft totaal geen binding met consumenten of benul van de oorspronkelijke schuld. De menselijke maat mist. Bovendien moet het bedrijf het geld dat het betaalde voor die bulk aan schulden, terugverdienen. En dat gaat maar al te vaak over de rug van de schuldenaren.
Eén op de 11 huishoudens heeft problematische schulden. Vaak is de oorzaak een opeenstapeling van kosten waardoor de schulden consumenten al gauw boven het hoofd groeien. Tegelijkertijd verdient de schuldenindustrie miljarden aan de ellende van deze consumenten. De Consumentenbond vindt dat immoreel en maatschappelijk onverantwoord. Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘We moeten af van bedrijven van wie het businessmodel is gebaseerd op het innen van incassokosten. In 2022 was de gemiddelde winstmarge van incassobureaus 46%. Dat zegt genoeg.’
De Consumentenbond heeft een manifest opgesteld met concrete verbetervoorstellen voor het incassosysteem. Zo pleit de Consumentenbond ervoor om alleen daadwerkelijk gemaakte kosten in rekening te brengen bij consumenten met schulden. Molenaar: ‘De hoogte van incassokosten is nu afhankelijk van de hoogte van de vordering. Maar eigenlijk is dat heel raar. Of je nu een brief stuurt vanwege een schuld van €50, €500 of €5000, die administratieve handeling wordt er niet duurder van.’
De Consumentenbond wil ook een verbod op het opkopen en doorverkopen van schulden. Zo’n opkopende partij heeft totaal geen binding met consumenten of benul van de oorspronkelijke schuld. De menselijke maat mist. Bovendien moet het bedrijf het geld dat het betaalde voor die bulk aan schulden, terugverdienen. En dat gaat maar al te vaak over de rug van de schuldenaren.
donderdag 11 juli 2024
N26 breidt Nederlandse aanbod uit met beleggen in aandelen en ETF’s
Digitale bank N26 lanceert het platform voor beleggen in aandelen (Stocks) en ETF’s voor de Nederlandse markt. Hiermee kunnen alle rekeninghouders aandelen en ETF’s kopen en verkopen voor 0,90 cent per transactie, rechtstreeks in de N26-app.
Via het nieuwe platform kunnen klanten fractionele aandelen van de populairste Europese en Amerikaanse activa op de wereldwijde aandelenmarkten kopen en verkopen tegen een marktleidende uitvoeringsprijs, dankzij N26's samenwerking met Upvest.
N26-klanten met N26 You- en N26 Metal-lidmaatschappen profiteren ook van gratis transacties als onderdeel van hun abonnement. N26 You-klanten hebben vijf gratis transacties per maand inbegrepen, terwijl N26 Metal-klanten vijftien gratis transacties per maand krijgen. Daarnaast biedt de digitale bank gratis beleggingsplannen aan waarmee klanten hun beleggingen automatisch en periodiek beheren en zo goede financiële gewoonten ontwikkelen.
Klanten kunnen in de N26-app gemakkelijk een overzicht bekijken van hun aandelen- en ETF-portefeuille en gekochte activa naast hun Instant Savings-accounts, hiermee krijgen ze een een volledig overzicht van hun financiën.
Rekeninghouders van N26 die de identiteitsverificatie en geschiktheidscontroles van N26 met succes hebben afgerond, kunnen zich aanmelden om hun beleggingsaccount in enkele seconden te openen en te beginnen met beleggen. Fondsen voor het kopen van aandelen en ETF’s kunnen vervolgens eenvoudig van de hoofdrekening naar de beleggingsrekening worden verplaatst en met slechts een paar tikken worden geïnvesteerd.
Om hun gekozen aandeel of ETF te kopen, hoeft een klant alleen het gewenste actief en het bedrag dat ze willen verhandelen te selecteren. De bijbehorende kosten worden transparant weergegeven en moeten worden beoordeeld en bevestigd voordat elke transactie wordt uitgevoerd. Het contante equivalent van de transactie wordt afgetrokken van het banksaldo van de rekeninghouder. Klanten profiteren ook van duidelijke visualisaties van hun aandelen- en ETF-portefeuille, waardoor het eenvoudig is om hun aankoopgeschiedenis en portefeuilleontwikkeling in de loop van de tijd te volgen.
Via het nieuwe platform kunnen klanten fractionele aandelen van de populairste Europese en Amerikaanse activa op de wereldwijde aandelenmarkten kopen en verkopen tegen een marktleidende uitvoeringsprijs, dankzij N26's samenwerking met Upvest.
N26-klanten met N26 You- en N26 Metal-lidmaatschappen profiteren ook van gratis transacties als onderdeel van hun abonnement. N26 You-klanten hebben vijf gratis transacties per maand inbegrepen, terwijl N26 Metal-klanten vijftien gratis transacties per maand krijgen. Daarnaast biedt de digitale bank gratis beleggingsplannen aan waarmee klanten hun beleggingen automatisch en periodiek beheren en zo goede financiële gewoonten ontwikkelen.
Klanten kunnen in de N26-app gemakkelijk een overzicht bekijken van hun aandelen- en ETF-portefeuille en gekochte activa naast hun Instant Savings-accounts, hiermee krijgen ze een een volledig overzicht van hun financiën.
Rekeninghouders van N26 die de identiteitsverificatie en geschiktheidscontroles van N26 met succes hebben afgerond, kunnen zich aanmelden om hun beleggingsaccount in enkele seconden te openen en te beginnen met beleggen. Fondsen voor het kopen van aandelen en ETF’s kunnen vervolgens eenvoudig van de hoofdrekening naar de beleggingsrekening worden verplaatst en met slechts een paar tikken worden geïnvesteerd.
Om hun gekozen aandeel of ETF te kopen, hoeft een klant alleen het gewenste actief en het bedrag dat ze willen verhandelen te selecteren. De bijbehorende kosten worden transparant weergegeven en moeten worden beoordeeld en bevestigd voordat elke transactie wordt uitgevoerd. Het contante equivalent van de transactie wordt afgetrokken van het banksaldo van de rekeninghouder. Klanten profiteren ook van duidelijke visualisaties van hun aandelen- en ETF-portefeuille, waardoor het eenvoudig is om hun aankoopgeschiedenis en portefeuilleontwikkeling in de loop van de tijd te volgen.
We lenen vaker voor een auto, maar wel minder
Consumenten lenen in verhouding steeds vaker voor de aanschaf van een auto. Dat blijkt uit de Datamonitor Lenen van Geld.nl. De financiële vergelijkingssite onderzocht hiervoor alle geaccepteerde leningaanvragen in de eerste maanden van 2024.
De auto is al jarenlang het populairste leendoel onder consumenten. Maar sinds anderhalf jaar loopt het aantal autoleningen steeds verder op. De verklaring waarom consumenten nu vaker lenen voor een auto, kan worden gezocht in de ontwikkelingen in de automarkt. Want waar de vraag naar en de prijs van nieuwe en tweedehands auto’s in 2023 flink steeg, lijkt de markt nu langzaam af te koelen. Zo loopt de verkoop van nieuwe auto’s terug en is de prijs van tweedehands auto’s in een jaar tijd met gemiddeld € 2.000 gedaald, al blijft de vraag naar populaire modellen onverminderd hoog.
Het is nu simpelweg aantrekkelijker om een auto te kopen. Er valt weer wat te kiezen en bovendien zijn de leenrentes momenteel stabiel. Wellicht zijn consumenten daarom sneller bereid om te lenen voor een auto.”
Hoewel consumenten steeds vaker lenen voor een auto, loopt volgens de cijfers van Geld.nl het gemiddelde leenbedrag voor een auto terug. Werd er in 2023 nog gemiddeld € 16.445 geleend voor een auto, inmiddels is dit € 15.646.
De auto is al jarenlang het populairste leendoel onder consumenten. Maar sinds anderhalf jaar loopt het aantal autoleningen steeds verder op. De verklaring waarom consumenten nu vaker lenen voor een auto, kan worden gezocht in de ontwikkelingen in de automarkt. Want waar de vraag naar en de prijs van nieuwe en tweedehands auto’s in 2023 flink steeg, lijkt de markt nu langzaam af te koelen. Zo loopt de verkoop van nieuwe auto’s terug en is de prijs van tweedehands auto’s in een jaar tijd met gemiddeld € 2.000 gedaald, al blijft de vraag naar populaire modellen onverminderd hoog.
Het is nu simpelweg aantrekkelijker om een auto te kopen. Er valt weer wat te kiezen en bovendien zijn de leenrentes momenteel stabiel. Wellicht zijn consumenten daarom sneller bereid om te lenen voor een auto.”
Hoewel consumenten steeds vaker lenen voor een auto, loopt volgens de cijfers van Geld.nl het gemiddelde leenbedrag voor een auto terug. Werd er in 2023 nog gemiddeld € 16.445 geleend voor een auto, inmiddels is dit € 15.646.
woensdag 10 juli 2024
ING stopt ondersteuning contactloos betalen via eigen Android-app
ING stopt op 17 september van dit jaar met de ondersteuning van contactloos betalen via de eigen Android-app. Klanten kunnen vanaf dan met Android-toestellen alleen via de Google Pay-app contactloos betalen.
De bank zegt dat ondersteuning voor ING Mobiel Betalen stopt omdat Google Pay 'sneller, gemakkelijker en net zo veilig' is als de app van ING.
Het bedrijf ondersteunt sinds maart van dit jaar Google Pay voor Android-smartphones.
De bank zegt dat ondersteuning voor ING Mobiel Betalen stopt omdat Google Pay 'sneller, gemakkelijker en net zo veilig' is als de app van ING.
Het bedrijf ondersteunt sinds maart van dit jaar Google Pay voor Android-smartphones.
Groei belegd vermogen pensioenfondsen door koerswinsten op aandelen
Pensioenfondsen boekten dankzij de wereldwijd sterk gestegen beurzen over eerste kwartaal van 2024 forse koerswinsten van bijna 36 miljard euro op hun beleggingen in aandelen en participaties, zo blijkt uit macro-economische cijfers van DNB. Het belegd vermogen steeg hierdoor met 2 procent naar 1.687 miljard, ondanks verliezen op beleggingen in obligaties en derivaten.
Beurzen wereldwijd noteerden sterke koersstijgingen over het eerste kwartaal van 2024. De MSCI-World index steeg in deze periode bijvoorbeeld omgerekend in euro’s met 11 procent. De koerswinst van pensioenfondsen op hun beleggingen in aandelen bedroeg in het eerste kwartaal 26 miljard. Participaties in beleggingsfondsen werden tegelijkertijd 10 miljard meer waard.
Tegenover de winsten op aandelen en participaties stonden verliezen op beleggingen in schuldpapier (9,4 miljard euro) en op rentederivaten (2 miljard). Deze koersdalingen komen voort uit de gestegen rente (over een looptijd tot 10 jaar). Met deze instrumenten beogen pensioenfondsen een deel van het renterisico af te dekken dat zij lopen over hun langlopende verplichtingen aan deelnemers. De actuele waarde van deze verplichtingen is sterk afhankelijk van de nominale rentetermijnstructuur (Box). Wanneer de rente stijgt daalt de actuele waarde van de verplichtingen en omgekeerd.
De posities in schuldpapier en derivaten daalden in waarde terwijl het prijseffect op de pensioenverplichtingen over het eerste kwartaal van 2024 positief was (zij het marginaal: € 0,9 miljard). Met andere woorden, er werden verliezen geleden op de afdekking van het renterisico over de verplichtingen daar waar de verplichtingen zelf vrijwel onveranderd bleven. Dit tegen-intuïtieve verschil wordt veroorzaakt door het ‘draaien’ van de rentetermijnstructuur in het vierde kwartaal van 2024. Over looptijden tot 10 jaar steeg de rente, terwijl deze over langere looptijden juist licht daalde.
Beurzen wereldwijd noteerden sterke koersstijgingen over het eerste kwartaal van 2024. De MSCI-World index steeg in deze periode bijvoorbeeld omgerekend in euro’s met 11 procent. De koerswinst van pensioenfondsen op hun beleggingen in aandelen bedroeg in het eerste kwartaal 26 miljard. Participaties in beleggingsfondsen werden tegelijkertijd 10 miljard meer waard.
Tegenover de winsten op aandelen en participaties stonden verliezen op beleggingen in schuldpapier (9,4 miljard euro) en op rentederivaten (2 miljard). Deze koersdalingen komen voort uit de gestegen rente (over een looptijd tot 10 jaar). Met deze instrumenten beogen pensioenfondsen een deel van het renterisico af te dekken dat zij lopen over hun langlopende verplichtingen aan deelnemers. De actuele waarde van deze verplichtingen is sterk afhankelijk van de nominale rentetermijnstructuur (Box). Wanneer de rente stijgt daalt de actuele waarde van de verplichtingen en omgekeerd.
De posities in schuldpapier en derivaten daalden in waarde terwijl het prijseffect op de pensioenverplichtingen over het eerste kwartaal van 2024 positief was (zij het marginaal: € 0,9 miljard). Met andere woorden, er werden verliezen geleden op de afdekking van het renterisico over de verplichtingen daar waar de verplichtingen zelf vrijwel onveranderd bleven. Dit tegen-intuïtieve verschil wordt veroorzaakt door het ‘draaien’ van de rentetermijnstructuur in het vierde kwartaal van 2024. Over looptijden tot 10 jaar steeg de rente, terwijl deze over langere looptijden juist licht daalde.
dinsdag 9 juli 2024
Nederlandse banken en Depositogarantiefonds bereiken mijlpaal
Het Depositogarantiefonds heeft een belangrijke mijlpaal bereikt afgelopen kwartaal. Het fonds, dat kan worden aangesproken om klanten te vergoeden als hun bank failliet gaat, heeft een omvang bereikt van 5 miljard euro. Daarmee voldoet het fonds aan de vereisten van de Europese richtlijn voor depositogarantiestelsels.
Dat bedrag is niet willekeurig gekozen. Het komt overeen met een percentage van 0,8 procent van het totale bedrag dat Nederlanders hebben ondergebracht bij banken en dat in aanmerking komt voor bescherming door de Nederlandse Depositogarantie. De Europese regels bepalen dat het bovengenoemde percentage gehaald moest worden vóór of op 3 juli dit jaar. Dat is gelukt. In andere Europese landen zijn de vergelijkbare fondsen inmiddels ook op het juiste niveau aangevuld.
De opbouwfase van het fonds is hiermee na 8 jaar afgerond. Vanaf nu zullen de banken die eraan hebben bijgedragen alleen nog bijstorten om het fonds op dit niveau te houden. De hoogte van de individuele bankbijdragen hangt af van de omvang van de gegarandeerde tegoeden en het risicoprofiel van de bank.
Uitgaande van een jaarlijkse groei met ongeveer 3,5 procent van de gegarandeerde tegoeden, zouden Nederlandse banken tezamen nog zo’n 175 miljoen euro per jaar moeten bijstorten. In het geval dat het fonds wordt aangesproken, zal het in uiterlijk zes jaar weer gevuld moeten zijn.
Het bestaan van het depositogarantiestelsel (DGS) is cruciaal voor het vertrouwen in het hele financiële stelsel. Rekeninghouders weten dat ze tot 100.000 euro per persoon per bank snel weer over hun geld kunnen beschikken als hun bank failliet gaat. DNB zal dan de vergoeding binnen zeven werkdagen ter beschikking stellen aan gedupeerde rekeninghouders, op een door hen doorgegeven rekeningnummer. Die zekerheid moet hen ervan weerhouden om hun geld weg te halen bij een bank als er zich daar problemen voordoen.
Met de 5 miljard euro die nu in het fonds zit, is er genoeg geld beschikbaar om bij bijna alle Nederlandse banken de gegarandeerde tegoeden direct vanuit het fonds uit te keren in het geval van een bankroet. Niet in alle gevallen zullen banken in faillissement worden afgewikkeld, bijvoorbeeld bij een aantal grootbanken waar het niveau van de gegarandeerde tegoeden hoger ligt dan wat in het fonds zit.
Mocht een van deze grootbanken falen, dan worden andere instrumenten ingezet om de kritische functies van de bank te beschermen. De bank kan bijvoorbeeld worden verkocht of na een herstructurering een herstart maken. Zo houden de klanten toegang tot hun tegoeden. Het fonds hoeft dan niet te worden aangesproken.
Voor het geval een bank failliet gaat en er onvoldoende geld in het fonds zit, heeft het ook alternatieve financieringsmogelijkheden. DNB kan de banken die aan het DGS deelnemen direct om een extra bijdrage vragen. Ook kan het fonds op eigen kracht financiering aantrekken. Zo heeft zij een kredietfaciliteit afgesloten van vier miljard euro bij de Nederlandse grootbanken.
Dat bedrag is niet willekeurig gekozen. Het komt overeen met een percentage van 0,8 procent van het totale bedrag dat Nederlanders hebben ondergebracht bij banken en dat in aanmerking komt voor bescherming door de Nederlandse Depositogarantie. De Europese regels bepalen dat het bovengenoemde percentage gehaald moest worden vóór of op 3 juli dit jaar. Dat is gelukt. In andere Europese landen zijn de vergelijkbare fondsen inmiddels ook op het juiste niveau aangevuld.
De opbouwfase van het fonds is hiermee na 8 jaar afgerond. Vanaf nu zullen de banken die eraan hebben bijgedragen alleen nog bijstorten om het fonds op dit niveau te houden. De hoogte van de individuele bankbijdragen hangt af van de omvang van de gegarandeerde tegoeden en het risicoprofiel van de bank.
Uitgaande van een jaarlijkse groei met ongeveer 3,5 procent van de gegarandeerde tegoeden, zouden Nederlandse banken tezamen nog zo’n 175 miljoen euro per jaar moeten bijstorten. In het geval dat het fonds wordt aangesproken, zal het in uiterlijk zes jaar weer gevuld moeten zijn.
Het bestaan van het depositogarantiestelsel (DGS) is cruciaal voor het vertrouwen in het hele financiële stelsel. Rekeninghouders weten dat ze tot 100.000 euro per persoon per bank snel weer over hun geld kunnen beschikken als hun bank failliet gaat. DNB zal dan de vergoeding binnen zeven werkdagen ter beschikking stellen aan gedupeerde rekeninghouders, op een door hen doorgegeven rekeningnummer. Die zekerheid moet hen ervan weerhouden om hun geld weg te halen bij een bank als er zich daar problemen voordoen.
Met de 5 miljard euro die nu in het fonds zit, is er genoeg geld beschikbaar om bij bijna alle Nederlandse banken de gegarandeerde tegoeden direct vanuit het fonds uit te keren in het geval van een bankroet. Niet in alle gevallen zullen banken in faillissement worden afgewikkeld, bijvoorbeeld bij een aantal grootbanken waar het niveau van de gegarandeerde tegoeden hoger ligt dan wat in het fonds zit.
Mocht een van deze grootbanken falen, dan worden andere instrumenten ingezet om de kritische functies van de bank te beschermen. De bank kan bijvoorbeeld worden verkocht of na een herstructurering een herstart maken. Zo houden de klanten toegang tot hun tegoeden. Het fonds hoeft dan niet te worden aangesproken.
Voor het geval een bank failliet gaat en er onvoldoende geld in het fonds zit, heeft het ook alternatieve financieringsmogelijkheden. DNB kan de banken die aan het DGS deelnemen direct om een extra bijdrage vragen. Ook kan het fonds op eigen kracht financiering aantrekken. Zo heeft zij een kredietfaciliteit afgesloten van vier miljard euro bij de Nederlandse grootbanken.
maandag 8 juli 2024
Transactiemonitoring Nederland past werkwijze aan nieuwe Europese wetgeving aan
Vijf Nederlandse banken, ABN AMRO, ING, Rabobank, Triodos Bank en de Volksbank, vinden samenwerking tussen banken en de publieke sector essentieel in de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. De banken verwelkomen de nieuwe anti-witwasregelgeving van de EU, de AMLR, die een brede juridische basis biedt voor samenwerking tussen banken, poortwachters onderling en met publieke partijen.
Via hun gezamenlijke initiatief, Transactie Monitoring Nederland (TMNL), hebben de vijf banken onderzocht hoe geavanceerde technologieën, toegepast op een gezamenlijke dataset, onder de huidige Nederlandse en EU-wetgeving kunnen worden gebruikt om witwasactiviteiten aan het licht te brengen. Het ging hierbij met name om het ontdekken van netwerken die door individuele banken moeilijk te ontdekken zijn bij de transacties van hun eigen klanten. Het werk van TMNL heeft een aanzienlijk potentieel voor een dergelijke aanpak aangetoond, terwijl de privacy van klanten goed wordt gewaarborgd. Hier werd ook op gewezen in het recente Nederlandse wetsvoorstel (dat inmiddels deels is ingetrokken als gevolg van de AMLR), waardoor banken hun inspanningen met grotere nauwkeurigheid kunnen richten op mogelijke criminele activiteiten.
De AMLR zal grotendeels het Nederlandse wettelijke initiatief vervangen. Deze zorgt onder meer voor duidelijkheid over de manier waarop informatie over klanten geassocieerd met een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering kunnen vormen, kan worden gedeeld. Dat kan zijn tussen banken maar ook met andere poortwachters en de autoriteiten; zowel in Nederland als in heel Europa. De AMLR biedt nieuwe mogelijkheden in de collectieve strijd tegen criminaliteit zoals drugs- en mensenhandel, corruptie en terrorisme die onze samenlevingen ondermijnen. De AMLR biedt verder een duidelijk juridisch kader voor private en publiek-private samenwerking in alle EU-landen. Tegelijk kan hierbij de privacy van onschuldigen worden beschermd en behouden, waardoor de onnodige impact van de huidige anti-witwasactiviteiten van banken, ook op de relatie met hun klanten, kan worden verminderd.
Met deze ‘nieuwe duidelijkheid’ voor ogen gaat TMNL zich nu aanpassen aan deze nieuwe Europese wetgeving die medio 2027 in werking treedt. Het zal enige tijd duren voordat de precieze details van wat daarvoor nodig is volledig duidelijk zijn. Dat geldt ook voor de reorganisatie van de activiteiten van TMNL van de huidige naar nieuwe wettelijke kaders. De vijf banken en TMNL zullen daarvoor nauw samenwerken met uiteenlopende belanghebbenden in zowel Nederland als de EU, waaronder toezichthouders, privacyorganisaties en instanties voor opsporing en vervolging.
Er wordt nu begonnen met de planning en het herontwerp van TMNL. Het herontwerp van TMNL zal resulteren in een verandering van focus, personeelsbezetting en structuur van TMNL. Dit gebeurt in volledige samenwerking met alle belangrijke belanghebbenden. Als onderdeel daarvan zal TMNL de komende periode haar bestaande activiteiten en capaciteiten afbouwen. Omdat dit een aanzienlijke impact zal hebben op de mensen die momenteel bij TMNL werkzaam zijn, worden deze stappen zorgvuldig en met aandacht doorlopen.
Via hun gezamenlijke initiatief, Transactie Monitoring Nederland (TMNL), hebben de vijf banken onderzocht hoe geavanceerde technologieën, toegepast op een gezamenlijke dataset, onder de huidige Nederlandse en EU-wetgeving kunnen worden gebruikt om witwasactiviteiten aan het licht te brengen. Het ging hierbij met name om het ontdekken van netwerken die door individuele banken moeilijk te ontdekken zijn bij de transacties van hun eigen klanten. Het werk van TMNL heeft een aanzienlijk potentieel voor een dergelijke aanpak aangetoond, terwijl de privacy van klanten goed wordt gewaarborgd. Hier werd ook op gewezen in het recente Nederlandse wetsvoorstel (dat inmiddels deels is ingetrokken als gevolg van de AMLR), waardoor banken hun inspanningen met grotere nauwkeurigheid kunnen richten op mogelijke criminele activiteiten.
De AMLR zal grotendeels het Nederlandse wettelijke initiatief vervangen. Deze zorgt onder meer voor duidelijkheid over de manier waarop informatie over klanten geassocieerd met een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering kunnen vormen, kan worden gedeeld. Dat kan zijn tussen banken maar ook met andere poortwachters en de autoriteiten; zowel in Nederland als in heel Europa. De AMLR biedt nieuwe mogelijkheden in de collectieve strijd tegen criminaliteit zoals drugs- en mensenhandel, corruptie en terrorisme die onze samenlevingen ondermijnen. De AMLR biedt verder een duidelijk juridisch kader voor private en publiek-private samenwerking in alle EU-landen. Tegelijk kan hierbij de privacy van onschuldigen worden beschermd en behouden, waardoor de onnodige impact van de huidige anti-witwasactiviteiten van banken, ook op de relatie met hun klanten, kan worden verminderd.
Met deze ‘nieuwe duidelijkheid’ voor ogen gaat TMNL zich nu aanpassen aan deze nieuwe Europese wetgeving die medio 2027 in werking treedt. Het zal enige tijd duren voordat de precieze details van wat daarvoor nodig is volledig duidelijk zijn. Dat geldt ook voor de reorganisatie van de activiteiten van TMNL van de huidige naar nieuwe wettelijke kaders. De vijf banken en TMNL zullen daarvoor nauw samenwerken met uiteenlopende belanghebbenden in zowel Nederland als de EU, waaronder toezichthouders, privacyorganisaties en instanties voor opsporing en vervolging.
Er wordt nu begonnen met de planning en het herontwerp van TMNL. Het herontwerp van TMNL zal resulteren in een verandering van focus, personeelsbezetting en structuur van TMNL. Dit gebeurt in volledige samenwerking met alle belangrijke belanghebbenden. Als onderdeel daarvan zal TMNL de komende periode haar bestaande activiteiten en capaciteiten afbouwen. Omdat dit een aanzienlijke impact zal hebben op de mensen die momenteel bij TMNL werkzaam zijn, worden deze stappen zorgvuldig en met aandacht doorlopen.
vrijdag 5 juli 2024
'Bunq onduidelijk over uitvoering coulanceregeling'
De Consumentenbond krijgt signalen dat sommige gedupeerde Bunq-klanten minder compensatie krijgen voor helpdeskfraude dan ze hadden gehoopt. Bunq deelde eerder informatie met de Consumentenbond over de compensatieregeling, maar wijkt hier in sommige gevallen vanaf.
Een groot deel van de gedupeerden lijkt naar tevredenheid gecompenseerd. Maar Bunq geeft toe dat er inderdaad in een enkel geval afgeweken wordt van de coulanceregeling. De bank wil niet zeggen waarom dat is. Ook rechtsbijstandsverzekeraars en advocaten krijgen niet de precieze details te zien waarop vergoedingen zijn gebaseerd. Gedupeerden zijn hierdoor onzeker over het ontvangen aanbod.
De Consumentenbond vindt het buitengewoon teleurstellend dat Bunq geen openheid van zaken geeft en roept Bunq op alsnog de invulling van de regeling te publiceren, zodat gedupeerden weten waar ze aan toe zijn’.
Duidelijk is wel dat Bunq zakelijke klanten uitsluit van de coulanceregeling. Dat is bij andere banken vaak ook zo, maar Bunq schrijft zelf in zijn persbericht dat ze 'alle' gedupeerden compensatie aanbieden.
Een groot deel van de gedupeerden lijkt naar tevredenheid gecompenseerd. Maar Bunq geeft toe dat er inderdaad in een enkel geval afgeweken wordt van de coulanceregeling. De bank wil niet zeggen waarom dat is. Ook rechtsbijstandsverzekeraars en advocaten krijgen niet de precieze details te zien waarop vergoedingen zijn gebaseerd. Gedupeerden zijn hierdoor onzeker over het ontvangen aanbod.
De Consumentenbond vindt het buitengewoon teleurstellend dat Bunq geen openheid van zaken geeft en roept Bunq op alsnog de invulling van de regeling te publiceren, zodat gedupeerden weten waar ze aan toe zijn’.
Duidelijk is wel dat Bunq zakelijke klanten uitsluit van de coulanceregeling. Dat is bij andere banken vaak ook zo, maar Bunq schrijft zelf in zijn persbericht dat ze 'alle' gedupeerden compensatie aanbieden.
KBC begint met Europese betaalapp Wero
De Belgische bank KBC begint eind deze maand als eerste bank in de Benelux met het aanbieden van wero. De Europese betaaldienst is gebaseerd op iDeal.
Wero is van de European Payments Initiative, een samenwerkingsverband van banken in Europese landen. Die nam vorig jaar iDeal over.
Op termijn vervangt wero ook iDeal in Nederland, maar dat kan nog even duren.
Wero is van de European Payments Initiative, een samenwerkingsverband van banken in Europese landen. Die nam vorig jaar iDeal over.
Op termijn vervangt wero ook iDeal in Nederland, maar dat kan nog even duren.
Inkoop goud stijgt in één jaar met 54 procent door stijgende goudprijs
De goudprijs, die in het tweede kwartaal van 2024 een hoogtepunt bereikte, heeft tot gevolg dat de inkoop van goud in Nederland explosief is gestegen. De goudprijs bedraagt nu 70.000 euro per kilo: een stijging van ruim 20 procent ten opzichte van de goudkoers in dezelfde periode in 2023.
Uit cijfers van Goudwisselkantoor blijkt dat het aantal transacties van goud, bijvoorbeeld door het inwisselen van sieraden, met 54 procent is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Vooral in april was sprake van een opvallende piek (+73 procent), doordat de goudprijs in deze maand sterk groeide. De verkoop van goud, bijvoorbeeld als belegging, zit eveneens in de lift. Ten opzichte van de eerste drie maanden van dit jaar is de verkoop hiervan met 4 procent toegenomen. De hogere goudprijs wordt mede veroorzaakt doordat veel landen goud inkopen om hun reserves te vergroten. Vooral de grote vraag naar goud van de Chinese centrale bank heeft een sterke opwaartse druk op de goudprijs tot gevolg gehad.
Goudwisselkantoor ziet over de gehele linie dat de inkoop van goud en andere edelmetalen nog altijd sterk groeit. Zo nam het aantal inkooptransacties van alle edelmetalen met 51 procent toe - met ook hier een piek in april (+66 procent) - terwijl de totale waarde van de inkoop van goud én andere edelmetalen, zoals sieraden, goudbaren en munten, mede door de hogere goudprijs met 107 procent is gestegen. Het aantal inkooptransacties bij Goudwisselkantoor van zilver steeg ook aanzienlijk (+49 procent), met een sterke toename van het aantal ingenomen zilveren munten en baren (+45 procent) en zilveren sieraden (+52 procent). De totale waarde van de inkoop van zilver steeg daardoor in één jaar met maar liefst 115 procent. Het aantal transacties van de verkoop van goud en andere edelmetalen is met 5 procent gestegen ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
De ontwikkelingen op de goudmarkt worden vooral verklaard door de enorm gestegen goudprijs, die in het tweede kwartaal van 2024 20 procent hoger lag dan in dezelfde periode in 2023. Hoewel de hoogte van de goudprijs de afgelopen tijd iets is gestabiliseerd, is de vraag naar goud volgens Goudwisselkantoor nog altijd onverminderd groot. 'Terwijl de Europese Centrale Bank de rente heeft verlaagd, ziet het er naar uit dat de Fed - de Amerikaanse centrale bank - dit op een later moment zal doen; de eerste renteverlaging wordt nu pas in september verwacht. De Fed is vooralsnog terughoudend met het versoepelen van het monetaire beleid, omdat de inflatie in de VS begin dit jaar hardnekkig bleek. Dat verklaart mede waarom de sterke stijging van de goudprijs in het afgelopen kwartaal enigszins aan kracht heeft verloren. Toch hebben we afgelopen jaren geconstateerd dat de goudprijs in de zomermaanden een nieuwe impuls ervaart. Ook dit jaar sluiten we deze mogelijkheid niet uit', vertelt Johan de Ruiter, directeur van Goudwisselkantoor.
Uit cijfers van Goudwisselkantoor blijkt dat het aantal transacties van goud, bijvoorbeeld door het inwisselen van sieraden, met 54 procent is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Vooral in april was sprake van een opvallende piek (+73 procent), doordat de goudprijs in deze maand sterk groeide. De verkoop van goud, bijvoorbeeld als belegging, zit eveneens in de lift. Ten opzichte van de eerste drie maanden van dit jaar is de verkoop hiervan met 4 procent toegenomen. De hogere goudprijs wordt mede veroorzaakt doordat veel landen goud inkopen om hun reserves te vergroten. Vooral de grote vraag naar goud van de Chinese centrale bank heeft een sterke opwaartse druk op de goudprijs tot gevolg gehad.
Goudwisselkantoor ziet over de gehele linie dat de inkoop van goud en andere edelmetalen nog altijd sterk groeit. Zo nam het aantal inkooptransacties van alle edelmetalen met 51 procent toe - met ook hier een piek in april (+66 procent) - terwijl de totale waarde van de inkoop van goud én andere edelmetalen, zoals sieraden, goudbaren en munten, mede door de hogere goudprijs met 107 procent is gestegen. Het aantal inkooptransacties bij Goudwisselkantoor van zilver steeg ook aanzienlijk (+49 procent), met een sterke toename van het aantal ingenomen zilveren munten en baren (+45 procent) en zilveren sieraden (+52 procent). De totale waarde van de inkoop van zilver steeg daardoor in één jaar met maar liefst 115 procent. Het aantal transacties van de verkoop van goud en andere edelmetalen is met 5 procent gestegen ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
De ontwikkelingen op de goudmarkt worden vooral verklaard door de enorm gestegen goudprijs, die in het tweede kwartaal van 2024 20 procent hoger lag dan in dezelfde periode in 2023. Hoewel de hoogte van de goudprijs de afgelopen tijd iets is gestabiliseerd, is de vraag naar goud volgens Goudwisselkantoor nog altijd onverminderd groot. 'Terwijl de Europese Centrale Bank de rente heeft verlaagd, ziet het er naar uit dat de Fed - de Amerikaanse centrale bank - dit op een later moment zal doen; de eerste renteverlaging wordt nu pas in september verwacht. De Fed is vooralsnog terughoudend met het versoepelen van het monetaire beleid, omdat de inflatie in de VS begin dit jaar hardnekkig bleek. Dat verklaart mede waarom de sterke stijging van de goudprijs in het afgelopen kwartaal enigszins aan kracht heeft verloren. Toch hebben we afgelopen jaren geconstateerd dat de goudprijs in de zomermaanden een nieuwe impuls ervaart. Ook dit jaar sluiten we deze mogelijkheid niet uit', vertelt Johan de Ruiter, directeur van Goudwisselkantoor.
Lloyds Bank vergroent hypotheekportefeuille
Met de introductie van haar verduurzamingshypotheek zet Lloyds Bank opnieuw een forse stap in het verder vergroenen van haar hypotheekportefeuille.
De Lloyds Bank Verduurzamingshypotheek is een apart leningdeel dat kan worden afgesloten voor een leenbedrag tot maximaal 50.000 euro. Voor dit deel geldt een korting op de hypotheekrente, waardoor de laagste tariefklasse of het NHG-tarief van toepassing is. Met NHG is financiering tot 106 procent van de waarde van de woning mogelijk. Zonder NHG 95 procent.
Gekozen kan worden voor de reguliere rentevast periodes tot maximaal 30 jaar. Het leningdeel kan alleen worden gebruikt voor door NHG goedgekeurde energiebesparende maatregelen. Dit geldt ook voor hypotheken zonder NHG.
Bart Koster, manager intermediaire distributie Lloyds Bank: 'Wij zien dat het intermediair bij adviezen aan consumenten over een nieuw hypothecair krediet in overgrote meerderheid van de gevallen ook aandacht geeft aan de mogelijkheid om de woning te verduurzamen. Dat is een ontwikkeling waar wij als sector best een beetje trots op mogen zijn. Nu “nieuw” grotendeels de aandacht krijgt die het verdient, is de tijd aangebroken om ook te kijken naar de bestaande hypotheekportefeuille. Daar zijn zowel voor de individuele consument als voor het bereiken van de klimaatdoelen nog veel voordelen te bereiken'.
De Lloyds Bank Verduurzamingshypotheek is een apart leningdeel dat kan worden afgesloten voor een leenbedrag tot maximaal 50.000 euro. Voor dit deel geldt een korting op de hypotheekrente, waardoor de laagste tariefklasse of het NHG-tarief van toepassing is. Met NHG is financiering tot 106 procent van de waarde van de woning mogelijk. Zonder NHG 95 procent.
Gekozen kan worden voor de reguliere rentevast periodes tot maximaal 30 jaar. Het leningdeel kan alleen worden gebruikt voor door NHG goedgekeurde energiebesparende maatregelen. Dit geldt ook voor hypotheken zonder NHG.
Bart Koster, manager intermediaire distributie Lloyds Bank: 'Wij zien dat het intermediair bij adviezen aan consumenten over een nieuw hypothecair krediet in overgrote meerderheid van de gevallen ook aandacht geeft aan de mogelijkheid om de woning te verduurzamen. Dat is een ontwikkeling waar wij als sector best een beetje trots op mogen zijn. Nu “nieuw” grotendeels de aandacht krijgt die het verdient, is de tijd aangebroken om ook te kijken naar de bestaande hypotheekportefeuille. Daar zijn zowel voor de individuele consument als voor het bereiken van de klimaatdoelen nog veel voordelen te bereiken'.