Nederlandse inflatie blijft te hoog, maar dat maakt de ECB niet uit
De inflatie is in Nederland van 3,5 naar 3,6 procent gestegen in oktober (3,3% volgens Europees vergelijkbare definitie), wat flink boven het Europees gemiddelde blijft. De ECB gaat de rente echter sneller verlagen, wat betekent dat er weinig hulp vanuit monetaire kant komt om de Nederlandse inflatie terug naar 2 procent te krijgen.
Uit de snelle raming voor oktober blijkt dat de Nederlandse inflatie in oktober van 3,5 naar 3,6 procent gestegen is. De inflatie liep weer iets op omdat de bijdrage van energieinflatie wat minder negatief was in oktober. Benzineprijzen waren bijvoorbeeld gemiddeld iets hoger in oktober dan in september. Diensteninflatie liep iets terug – van 5,6 naar 5,4% terwijl goedereninflatie juist wat aantrok – van 0,4 naar 0,5 procent.
De inflatie wordt in Nederland momenteel opgestuwd door belasting- en accijnsverhogingen, in de afgelopen maanden schommelde dit effect rond 1 procentpunt, verder is de sterke loongroei een belangrijke driver van de hoog blijvende inflatie. Volgens de Europees vergelijkbare definitie bleef de inflatie in oktober op 3,3 procent steken, ook ver boven het streefniveau van de ECB van 2 procent
Verwacht wordt dat de inflatie in de eurozone in oktober - cijfers komen uit om 11 uur - weliswaar gestegen is, maar dat dit slechts van 1,7 naar 1,9 procent gaat. Dat is voor de tweede maand achter elkaar onder het streefniveau van de ECB. In de eurozone is de diensteninflatie ook nog steeds te hoog, maar met 3,9 procent in september wel een stuk lager dan in Nederland. De inflatie van voedingsmiddelen, dranken en tabak ligt ook een stuk hoger in Nederland, wat vooral door accijnzen op tabak gedreven wordt. Nederland had in september na België de hoogste inflatie in de eurozone.
In de eurozone is de inflatie de afgelopen maanden sneller dan de ECB verwachtte naar beneden gekomen. Voor de zomer de ECB nog als mantra had dat de laatste mijl het lastigst is als het aankomt op het verslaan van inflatie, maar in de afgelopen weken lijkt de ECB definitief het sein brandmeester te geven. Het tempo van de renteverlagingen is verhoogd van 0,25-ppt per kwartaal naar 0,25-ppt per zes weken en voor december is de vraag nu of de ECB met 0,25-ppt of zelfs met 0,5-ppt de rente naar beneden brengt.
Bij de IMF-vergaderingen in Washington vorige week gaf DNB-president Klaas Knot aan dat voor een verlaging met 0,5-ppt de economie een verslechtering moet doormaken voor de decembermeeting. Die discussie zou hij binnen het ECB-bestuur zomaar kunnen winnen na sterker dan verwachte BBP-cijfers voor de eurozone voor het derde kwartaal. De economische groei versnelde naar 0,4-ppt, al kwam dit ook door een aantal eenmalige factoren. Hoe dan ook lijkt de richting helder, de ECB probeert snel het renteniveau naar beneden te krijgen om de economie niet verder in de weg te zitten nu inflatie onder controle lijkt.
Voor de afzienbare toekomst blijven hogere belastingen en hogere loongroei de Nederlandse inflatie eerder rond de 3 procent houden dan dat er een daling richting 2 procent aan zit te komen. De ECB remt dus steeds minder en daarnaast blijft de overheid de economie ook stimuleren, zodat ook vanuit de begrotingskant de inflatie niet geremd wordt. Voor de Nederlandse situatie is de laatste mijl nog steeds het lastigst als het op inflatie bestrijden aankomt.
Voor de economische groei fungeert de hoger dan gemiddelde inflatie in Nederland op korte termijn niet als een rem. Doordat verwacht wordt dat de loongroei hoger blijft en daarmee de koopkrachtgroei positief is, zien we na een dip in het tweede kwartaal de consumptie in Nederland weer verder aantrekken.
Uit de snelle raming voor oktober blijkt dat de Nederlandse inflatie in oktober van 3,5 naar 3,6 procent gestegen is. De inflatie liep weer iets op omdat de bijdrage van energieinflatie wat minder negatief was in oktober. Benzineprijzen waren bijvoorbeeld gemiddeld iets hoger in oktober dan in september. Diensteninflatie liep iets terug – van 5,6 naar 5,4% terwijl goedereninflatie juist wat aantrok – van 0,4 naar 0,5 procent.
De inflatie wordt in Nederland momenteel opgestuwd door belasting- en accijnsverhogingen, in de afgelopen maanden schommelde dit effect rond 1 procentpunt, verder is de sterke loongroei een belangrijke driver van de hoog blijvende inflatie. Volgens de Europees vergelijkbare definitie bleef de inflatie in oktober op 3,3 procent steken, ook ver boven het streefniveau van de ECB van 2 procent
Verwacht wordt dat de inflatie in de eurozone in oktober - cijfers komen uit om 11 uur - weliswaar gestegen is, maar dat dit slechts van 1,7 naar 1,9 procent gaat. Dat is voor de tweede maand achter elkaar onder het streefniveau van de ECB. In de eurozone is de diensteninflatie ook nog steeds te hoog, maar met 3,9 procent in september wel een stuk lager dan in Nederland. De inflatie van voedingsmiddelen, dranken en tabak ligt ook een stuk hoger in Nederland, wat vooral door accijnzen op tabak gedreven wordt. Nederland had in september na België de hoogste inflatie in de eurozone.
In de eurozone is de inflatie de afgelopen maanden sneller dan de ECB verwachtte naar beneden gekomen. Voor de zomer de ECB nog als mantra had dat de laatste mijl het lastigst is als het aankomt op het verslaan van inflatie, maar in de afgelopen weken lijkt de ECB definitief het sein brandmeester te geven. Het tempo van de renteverlagingen is verhoogd van 0,25-ppt per kwartaal naar 0,25-ppt per zes weken en voor december is de vraag nu of de ECB met 0,25-ppt of zelfs met 0,5-ppt de rente naar beneden brengt.
Bij de IMF-vergaderingen in Washington vorige week gaf DNB-president Klaas Knot aan dat voor een verlaging met 0,5-ppt de economie een verslechtering moet doormaken voor de decembermeeting. Die discussie zou hij binnen het ECB-bestuur zomaar kunnen winnen na sterker dan verwachte BBP-cijfers voor de eurozone voor het derde kwartaal. De economische groei versnelde naar 0,4-ppt, al kwam dit ook door een aantal eenmalige factoren. Hoe dan ook lijkt de richting helder, de ECB probeert snel het renteniveau naar beneden te krijgen om de economie niet verder in de weg te zitten nu inflatie onder controle lijkt.
Voor de afzienbare toekomst blijven hogere belastingen en hogere loongroei de Nederlandse inflatie eerder rond de 3 procent houden dan dat er een daling richting 2 procent aan zit te komen. De ECB remt dus steeds minder en daarnaast blijft de overheid de economie ook stimuleren, zodat ook vanuit de begrotingskant de inflatie niet geremd wordt. Voor de Nederlandse situatie is de laatste mijl nog steeds het lastigst als het op inflatie bestrijden aankomt.
Voor de economische groei fungeert de hoger dan gemiddelde inflatie in Nederland op korte termijn niet als een rem. Doordat verwacht wordt dat de loongroei hoger blijft en daarmee de koopkrachtgroei positief is, zien we na een dip in het tweede kwartaal de consumptie in Nederland weer verder aantrekken.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.