dinsdag 31 december 2024

Gijs Boudewijn wordt voorzitter van European Payments Council

Op 18 december 2024 heeft de Algemene Vergadering van de European Payments Council (EPC) Gijs Boudewijn gekozen tot nieuwe voorzitter voor een termijn van twee jaar, met ingang van 11 juni 2025. 

Dit maakt een goede overdracht mogelijk door de huidige voorzitter, Javier Santamaría. Op 1 juni 2025 gaat Boudewijn met pensioen als directeur van Betaalvereniging Nederland.

maandag 30 december 2024

Kleine zorgverzekeraars hebben meest tevreden klanten

De meeste Nederlanders zijn tevreden over hun zorgverzekering. Toch zijn het de kleine zorgverzekeraars die het beste uit de test komen. Dat blijkt uit een onderzoek van Zorgwijzer op basis van bijna 21.000 beoordelingen.

Uit de resultaten blijkt dat DSW, Stad Holland en OHRA de meest tevreden klanten hebben, mede dankzij hun persoonlijke aanpak, betrouwbaarheid en uitgebreide dekkingen.

DSW pakt de eerste plaats als best beoordeelde zorgverzekeraar. Net als voorgaande jaren gaat de verzekeraar aan kop, met een gemiddeld cijfer van een 8,7 op basis van 1.150 beoordelingen.

Klanten roemen de verzekeraar uit Schiedam om de uitstekende klantenservice, snelle afhandeling van declaraties en brede keuze uit zorgverleners. De persoonlijke aandacht en bereikbaarheid worden verder als grote pluspunten genoemd.

Stad Holland volgt op de tweede plaats met een 8,6, waarbij de waardering vooral voortkomt uit de persoonlijke service en uitgebreide aanvullende dekking. OHRA sluit de top drie af met een 8,4, waarbij klanten de snelle verwerking van declaraties, betrouwbaarheid en het meedenkende karakter erg waarderen.

Hoewel de kleinere zorgverzekeraars hoge ogen gooien op klanttevredenheid, vertaalt dit zich vaak in een hogere premie. Zo bedraagt de maandelijkse basispremie bij DSW 158,50 euro in 2025, terwijl prijsvechter VinkVink van Menzis met een tarief van 141,40 euro per maand aanzienlijk goedkoper is. VinkVink scoort met een 6,2 echter significant lager op klanttevredenheid.

Ook Stad Holland en OHRA zijn met een basispremie van respectievelijk 164,75 en 159,95 euro aan de dure kant.

De meeste Nederlanders zijn verzekerd bij één van de vier grote merken Zilveren Kruis, CZ, VGZ en Menzis. Ook deze groep is tevreden over zijn of haar zorgverzekeraar, blijkt uit de beoordelingen op Zorgwijzer.

Van de grote concerns voert CZ de lijst aan met een 7,9, gevolgd door Menzis met een 7,8. Zilveren Kruis en VGZ scoren een 7,7 en een 7,6.

Hoewel dit dikke voldoendes zijn, valt de gemiddelde score lager uit dan bij de kleinere verzekeraars, zoals DSW, a.s.r. Ik kies zelf en ONVZ, die (ruim) boven een 8 uitkomen.  

Verzekerden hechten veel waarde aan een bereikbare en persoonlijke klantenservice, stelt Koen Kuijper, expert zorgverzekeringen bij Zorgwijzer.

vrijdag 27 december 2024

Recordbedrag van 7,4 miljard euro betaald via Tikkie in 2024

De populariteit van Tikkie blijft toenemen; met 157 miljoen Tikkies is in 2024 in totaal 7,4 miljard euro verrekend, een recordaantal betaalverzoeken en recordbedrag in euro’s. Met een stijging van 8 procent is het record van vorig jaar van 6,6 miljard euro wederom verbroken. Het totale bedrag dat sinds de start van Tikkie in 2016 met de betaalapp van ABN AMRO is betaald, komt hiermee op ruim 32,6 miljard euro.

Tikkie heeft dit jaar de mijlpaal van 10 miljoen gebruikers behaald. De drukste Tikkie-dag van dit jaar was vrijdag 24 mei, met 648.000 betaalde Tikkies. Dit komt neer op 7,5 Tikkies per seconde. Een directe aanleiding voor het hoge aantal Tikkies op die vrijdag in mei lijkt er niet te zijn, met standaardomschrijvingen als ‘eten’ en ‘boodschappen’ in de top vijf. Wel is het zo dat de meeste betalingen met Tikkie tegen het einde van de maand worden gedaan, als het salaris weer op onze rekening staat. In mei kregen de meeste mensen bovendien het vakantiegeld uitbetaald. Ook als het lekker weer is, neemt het aantal Tikkies vaak toe. Dit jaar sprong 14 juni eruit, vooral omdat er die dag veel Tikkies voor EK poules werden verstuurd. Ook Koningsdag scoorde weer goed, met veel Tikkies voor wc-bezoek, eten en bier.

Nederlanders sturen met name Tikkies om eten, boodschappen en lunch te verrekenen. Dit zijn dan ook de drie meest voorkomende omschrijvingen via Tikkie. Opvallend is dat er dit jaar ook veel Tikkies zijn verstuurd voor padel - een opkomende en zeer populaire sport in Nederland. Er worden ook steeds vaker kosten van streamingsdiensten met elkaar verrekend. Daarnaast worden er behoorlijk veel Tikkies gestuurd voor minder dan 1 euro. Deze zijn met name voor eten en drinken, maar ook wc-bezoekjes worden – met name op Koningsdag - voor minder dan 1 euro afgetikt.

Groepie - een functionaliteit waarmee gezamenlijke uitgaven tussen vrienden en familie tijdens weekendjes weg en vakanties gemakkelijk kunnen worden bijgehouden - is in 2024 niet alleen in aantal gebruikers, maar ook in aantal Groepies verdubbeld. De populairste bestemmingen waarvoor Groepie wordt gebruikt zijn wintersportvakanties, Antwerpen, Valencia, Parijs en Berlijn. Ook de in 2023 geïntroduceerde mogelijkheid om via Tikkie statiegeld terug te krijgen nam afgelopen jaar een enorme vlucht.

Weetjes over Tikkie
●    In 2024 is 89 procent van de Tikkies procent binnen één dag betaald en 64 procent al binnen een uur. Daarvan wordt 38 procent binnen vijf minuten en 22 procent zelfs binnen één minuut betaald.
●    In 2024 werden maar liefst 5,3 Tikkies per seconde betaald.
●    De gemiddelde waarde van een Tikkie is 47,28 euro, ruim drie euro meer dan vorig jaar.
●    Via Tikkie Zakelijk wordt 81 procent van de Tikkies binnen één dag en 58  procent al binnen een uur betaald. Daarvan wordt 38 procent binnen vijf minuten betaald.

dinsdag 24 december 2024

Steeds minder consumenten verhogen eigen risico

We kiezen dit jaar opnieuw minder vaak voor een verhoogd eigen risico bij onze zorgverzekering. Dit blijkt uit onderzoek dat financiële vergelijkingssite Geld.nl deed naar de tot nu toe afgesloten zorgverzekeringen voor 2025.

Dit jaar zien ziet men 25 procent van alle consumenten die van zorgverzekering overstappen, kiezen voor een verhoogd eigen risico. Dat is opnieuw lager dan vorig jaar, toen lag dit percentage nog op 28 procent, en een stuk lager dan bij de zorgverzekering 2023. Toen koos nog 38 procent van de consumenten voor een verhoogd eigen risico.

Sinds zorgverzekeraars in november hun premies voor de zorgverzekering 2025 bekendmaakten, is het overstapseizoen losgebarsten. Vergelijkingssite Geld.nl analyseerde de gegevens van overstappers tot nu toe en ziet 75 procent van de consumenten kiezen voor een standaard eigen risico. Hierbij kiest 70 procent van de mannen voor een standaard eigen risico van 385 euro versus 80 procent van de vrouwen. Dit betekent dat zo’n 30 procent van de mannen kiest voor een verhoogd eigen risico. Bij de vrouwen is dit slechts 20 procent. “

Ook de leeftijd van de verzekerde heeft invloed op de keuze van het eigen risico. Zo verhogen consumenten in de leeftijd van 35-45 jaar hun eigen risico het vaakst. Verzekerden van 65 jaar en ouder verhogen hun eigen risico het minst vaak. Deze groep verzekerden heeft vaker een grotere zorgbehoefte.

Een van de redenen waarom slechts een kwart van alle verzekerden het eigen risico verhoogt, is de teruglopende korting. Het verhogen van het eigen risico leverde bij de zorgverzekering 2023 nog maximaal 300 euro korting op. Voor de zorgverzekering 2024 ging deze omlaag naar maximaal 270. Dit jaar ziet men veel zorgverzekeraars de korting gelijk houden, al zijn er ook wat zakkers. Z

Hoewel de korting die je krijgt op het eigen risico ieder jaar daalt, is er nog steeds sprake van een aantrekkelijk voordeel. Zo levert een eigen risico van 885 euro voor je zorgverzekering 2025 een gemiddelde premiekorting van 190 euro op. De maximale korting is zelfs 260 euro.

maandag 23 december 2024

Financiering via fintechbedrijven bijna verdubbeld

De omvang van financiering via fintechplatforms van andere partijen dan banken is in twee jaar tijd bijna verdubbeld, blijkt uit nieuw wereldwijd onderzoek van DNB en de Financial Stability Board (FSB). Eind 2023 bedroeg deze vorm van kredietverlening in Nederland 2,3 miljard euro.

Er werd voor het eerst in FSB-verband(Verwijst naar een externe site) onderzoek gedaan naar financiering door of via deze elektronische platforms. Het gaat dan grotendeels om leningen aan het mkb en voor vastgoed, maar voor een deel ook om consumentenkredieten. Het in kaart brengen van deze relatief nieuwe vormen van financiering is nodig om eventuele verschuivingen in kredietverlening naar minder traditionele partijen als gevolg van digitale innovatie te monitoren.

Driekwart van de fintechleningen die aan Nederlandse bedrijven en huishoudens is verstrekt (€ 1,7 miljard), is verleend via platforms die alleen bemiddelen, zogeheten marktplaatsplatforms (crowdfunding). Zij brengen vraag en aanbod bij elkaar, waarbij het specifiek gaat om leningen en bijvoorbeeld niet om donaties, wat bij crowdfunding ook wel voorkomt.

De overige kredieten (€ 0,6 miljard) zijn verleend door platforms die de leningen vanuit hun balans hebben verstrekt en daarover dus zelf risico lopen. Dit zijn de zogenoemde balansplatforms, die zelf zonder tussenkomst van een andere partij kredieten verstrekken.

Terwijl de non-bancaire fintechkredieten de afgelopen twee jaar sterk zijn gegroeid, zijn de leningen die banken hebben verstrekt aan niet-financiële bedrijven en huishoudens (exclusief woninghypotheken) in dezelfde periode met 2% afgenomen. Het uitstaande bedrag van 2,3 miljard euro is echter nog altijd maar een klein deel (0,7%) van de bancaire leningen.

Internationaal gezien vormen de Nederlandse non-bancaire fintechkredieten ongeveer 3 procent van de in kaart gebrachte wereldwijde fintechleningen. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat vooralsnog van slechts tien landen hierover cijfers bekend zijn, waaronder Brazilië, Spanje en Australië. Andere landen verzamelen deze informatie nog niet.

vrijdag 20 december 2024

Peaks introduceert zakelijke rekeningen voor DGA’s

Beleggingsapp Peaks breidt haar productaanbod uit met zakelijke beleggingsrekeningen voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s). Hiermee speelt Peaks in op de vraag van ondernemers die willen beleggen vanuit hun holding. De nieuwe dienst is beschikbaar voor DGA’s die volledig eigenaar en Ultimate Beneficial Owner (UBO) zijn van hun BV.
 
Peaks biedt DGA’s twee nieuwe rekeningen aan: de Zakelijke Beleggingsrekening en de Zakelijke Renterekening. Met de beleggingsrekening kunnen DGA’s kiezen uit standaardportfolio’s (van voorzichtig tot avontuurlijk) of een eigen portfolio samenstellen. Daarnaast is de Zakelijke Renterekening gericht op sparen via een geldmarktfonds, waarbij het rendement (€STR-rente) op dit moment varieert tussen 2,65% en 2,9%, afhankelijk van het Peaks-pakket.

Beide rekeningen zijn ontworpen met Peaks’ filosofie in gedachten: eenvoud en gemak. Klanten kunnen in 5 minuten een zakelijke beleggingsrekening openen via een volledig geautomatiseerd proces. Ze kiezen het type rekening, hun inleg en risicoprofiel en de rest gaat automatisch. Verder zijn klanten volledig flexibel: via de app kan de inleg en gekozen portfolio aangepast worden en geldopnames worden gedaan.
 
Peaks heeft meer dan 100.000 klanten en groeit constant. Het bedrijf, dat naast Nederland ook actief is in Duitsland, heeft plannen om uit te breiden naar België, Frankrijk en Spanje.

15% minder aanvullende zorgverzekeringen dan vijf jaar geleden

Overstappers van zorgverzekering sluiten tot nog toe fors minder aanvullende zorgverzekeringen af. Independer ziet een daling van bijna 15% vergeleken met dezelfde periode vijf jaar eerder. Dit komt deels door een afname in  tandverzekeringen. Van alle provincies kiest Zeeland het minst vaak voor een aanvullende verzekering. Het aanvullende pakket blijkt het populairst onder jongeren.
 
In 2019 koos nog bijna 70 procent van de overstappers voor een aanvullende zorgverzekering, blijkt uit data van Independer. Op dit moment bedraagt dat aantal iets meer dan 55 procent. Vergeleken met vijf jaar eerder zijn er op dit moment dus 15 procent minder aanvullende verzekeringen afgesloten.

De daling is deels te verklaren doordat tandverzekeringen de afgelopen vijf jaar ook in populariteit afnamen. Zo koos 45 procent van de overstappers in 2019 nog voor een tandverzekering. Dit jaar is dat nog maar 30 procent. Dit kan er ook op duiden dat mensen steeds vaker voor zichzelf de rekensom maken. Haal ik wel voldoende uit mijn tandverzekering?
 
Zo kun je berekenen wat je jaarlijks betaalt en wat je uiteindelijk vergoed krijgt qua tandzorg. Ga je alleen voor een controle? Dan ben je voordeliger uit zonder aanvullende verzekering. Verwacht je meer kosten of wil je niet voor verrassingen komen te staan? Dan kan een aanvullend pakket lonen.
 
In de provincie Zeeland kiezen overstappers dit jaar het minst vaak voor een aanvullende verzekering. In totaal gaat het om ‘maar’ 52%. Noord-Brabant volgt met 52,2%. De top drie provincies waar een aanvullend pakket het minst in trek is, wordt afgesloten door Drenthe. Daar gaat het om 54,4%.
 
Overstappers in de provincie Flevoland kiezen het vaakst voor een aanvullende zorgverzekering. In totaal gaat het om bijna 59%. Uit cijfers van het Nederlands Jeugdinstituut blijkt dat er in Flevoland procentueel gezien de meeste jongeren tot en met 25 jaar wonen. Dat kan een verklaring zijn waarom Flevolanders het vaakst kiezen voor een aanvullende verzekering. Uit data van Independer blijkt namelijk dat de leeftijdsgroep 18 tot en met 24 jaar het vaakst kiest voor een aanvullende polis. In Flevoland kiest zelfs 65% van deze groep voor een aanvullend pakket.
 
Gemiddeld genomen kiezen bijna 6 op de 10 Nederlandse jongeren voor een aanvullende zorgverzekering. Dit is best opvallend, want ze maken minder gebruik van hun zorgpakket dan de andere leeftijdsgroepen.

donderdag 19 december 2024

Gen-Z doet 7% van betalingen via betaalverzoek, terwijl babyboomers het vrijgevigst zijn

Rabobank-klanten kunnen met Rabo Terugblik weer de balans opmaken van hun financiële jaar. Waar gaven ze hun geld aan uit, hoe gaven ze het uit en wat zegt dat over hen? Hieruit komen niet alleen persoonlijke inzichten.  

Als je uitzoomt, blijken er ook interessante verschillen tussen generaties te zitten. Zo waren babyboomers in 2024 vrijgevig, trok Gen-Z er samen op uit, terwijl millennials kampioen streamingdiensten waren.  

In 2024 lieten babyboomers (geboren tussen 1946 en 1964) zich van hun vrijgevigste kant zien. Deze generatie geeft zowel in absolute en relatieve zin het meeste geld aan goede doelen, gemiddeld 1.7 procent van hun uitgaven. Daarnaast zijn babyboomers  ook de grootste spaarders van alle generaties. Gemiddeld gaat 30 procent van hun uitgaven naar de spaar- en/of beleggingsrekening. Dat is meer dan alle andere generaties. Millennials (geboren tussen 1981 en 1996) sparen wel het meest in absolute bedragen.
 
Gen-Z (geboren tussen 1996 en 2012) gaf op hun beurt een relatief groot gedeelte van hun inkomen uit aan eten, drinken en ervaringen buiten de deur. Dit is goed voor bijna 10 procent van al hun uitgaven.
 
Dat wil overigens niet zeggen dat Gen-Z ook de biggest spenders waren. Millennials besteedden weliswaar een minder groot aandeel van hun uitgaven in de horeca of aan ervaringen buiten de deur, maar wel een veel groter bedrag. De helft van de millennials gaf meer dan 90 euro per maand uit in de horeca. Ook thuis investeerden millennials, die vaak kleine kinderen hebben, in ontspanning. Geen enkele generatie besteedde een groter aandeel van hun uitgaven aan telecom- en streamingabonnementen.  

Er waren ook opvallende verschillen in hoe de generaties hun betalingen doen. Zo waren babyboomers koplopers contant geld opnemen. Gen-Z was daarentegen kampioen betaalverzoeken. Ruim 7 procent van al hun betalingen gingen via betaalverzoek, ruim het dubbele van millennials en veel meer dan de 0,73 procent bij babyboomers. Dit is natuurlijk ook niet gek voor een digital savvy generatie die relatief veel geld uitgeeft aan gedeelde ervaringen. Want zo’n ervaring wordt toch vaak gevolgd door een betaalverzoekje.

Meer spaarders, maar ook meer zorgen over spaarbuffer

Meer Nederlanders zijn dit jaar gaan sparen: 94 procent tegenover 90 procent in 2023 spaart of zet weleens geld opzij. Ook hebben de spaarders een grotere spaarbuffer. Waar vorig jaar 47 procent van de ondervraagden een spaarbuffer van meer dan 3.000 euro had op hun spaarrekening, geldt dit nu voor ruim de helft (53%).

Daarnaast stellen ze hogere eisen aan hun spaarbuffer. Drie maanden inkomen is voor slechts 57 procent voldoende, versus 63 procent vorig jaar. Nog een opvallende uitkomst is de aanzienlijke daling in het percentage mensen dat spaart voor de kinderen: van 36% vorig jaar naar 30 procent nu. Dit blijkt uit het jaarlijkse ING Spaaronderzoek.

In het onderzoek is onder andere gekeken naar het spaargedrag van iets meer dan duizend Nederlanders. Ook is hun houding en kennis ten opzichte van sparen onderzocht. Een opvallende uitkomst is dat ruim de helft van de spaarders – mensen die 10% of meer van hun inkomen sparen - zich weleens zorgen maakt over hun spaarbuffer, vooral door mogelijke financiële tegenvallers en onvoorziene uitgaven. Iemand met meer dan drie maanden inkomen op zijn of haar spaarrekening heeft een gezonde spaarbuffer, al denken steeds meer ondervraagden daar anders over.

Iets minder dan de helft van de spaarders heeft een duidelijk spaardoel. Onverwachtse uitgaven, een gevoel van veiligheid en vakanties zijn de top-3 zaken waarvoor de meeste ondervraagden sparen. De belangrijkste persoon voor wie men spaart is vooral zichzelf (85%). Gevolgd door hun partner (32%) en kinderen (30%). Het percentage mensen dat spaart voor een kind vertoont een significante daling in vergelijking met de 36% van vorig jaar.

Nederlanders kijken gunstig aan tegen sparen: 75 procent is in 2024 positief over sparen versus 69 procent vorig jaar. Maar een derde vindt sparen moeilijk en een vijfde zelfs frustrerend. Een grote meerderheid (85%) vindt het belangrijk om inkomsten en uitgaven goed te volgen. De meeste spaarders checken hun saldo wekelijks of maandelijks. Net als vorig jaar slaagt driekwart van de spaarders erin om het spaargeld niet eerder uit te geven dan gepland. Al heeft ook een aanzienlijk deel (20%) hier moeite mee.

Gekeken naar het spaargedrag, blijkt actief zelf inleggen de bekendste manier. Gevolgd door periodiek of automatisch inleggen en het spaardeposito. Het percentage spaarders dat zelf inlegt is toegenomen van 34% naar 43%, waardoor zij dit nu vaker doen dan automatisch inleggen (34%). Vorig jaar was dit andersom. Ook opvallend is dat duurzaam of groen sparen in bekendheid is gestegen van 34% naar 40%. Verder is automatisch inleggen van wisselgeld een opvallend populaire manier van sparen: 46% van de Nederlanders is hier bekend mee. 10% van de spaarders maakt hier gebruik van en 18% van de mensen die een duidelijk spaardoel hebben, gebruikt dit zelfs dagelijks. De ondervraagden sparen het liefst alleen maar bij de huisbank, al is dit aantal afgenomen ten opzichte van vorig jaar (van 68% naar 62%).

Bijna een derde van de spaarders (31%) spaart voor verduurzaming, zoals het upgraden van de woning met energiebesparende maatregelen, of het aanschaffen van een elektrische auto. Spaarders die hebben aangegeven dat ze sparen voor duurzaamheid, vinden apparatuur met een duurzaam energielabel belangrijker geworden (van 29% naar 42%), terwijl het aantal mensen dat spaart voor zonnepanelen juist is gedaald (van 41% naar 32%). Kostenbesparing is de belangrijkste reden om te sparen voor verduurzaming (71%), meer nog dan het milieu (48%). De aantrekkelijkheid van ‘groen sparen’ is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar (35%). Ongeveer de helft van de Nederlanders vindt het belangrijk dat een bank zich op duurzaamheid richt.

 

woensdag 18 december 2024

OM: onvoldoende bewijs verdere strafrechtelijke vervolging Hamers

Het Openbaar Ministerie (OM) is na nader onderzoek tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om voormalig ING-bestuurder Hamers verder strafrechtelijk te vervolgen voor strafbare feiten die binnen ING hebben plaatsgevonden. 

Het OM zal aan het gerechtshof in Den Haag, dat de vervolging van de heer Hamers eerder had bevolen, vragen of de vervolging gestaakt kan worden. Dit besluit volgt op het afgeronde strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid van de voormalig bestuurder bij het overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) en schuldwitwassen door ING. De bank betaalde eerder een hoge transactie aan de Staat voor deze overtredingen.

In september 2018 heeft ING na onderzoek een transactiebedrag van 775 miljoen euro aan de Staat betaald. Daarmee heeft de bank verantwoording afgelegd voor het plegen van - door het OM geconstateerde - jarenlange en structurele overtreding van de Wwft en schuldwitwassen. Er werden destijds geen natuurlijke personen vervolgd. Nadat het gerechtshof in Den Haag op 9 december 2020 de strafvervolging van de voormalig CEO van ING had bevolen, is een nieuw strafrechtelijk onderzoek met de naam Eastwood gestart om te onderzoeken of Hamers feitelijk leiding had gegeven aan de door ING gepleegde strafbare feiten. Er is door de FIOD nader onderzoek gedaan en er is een groot aantal getuigen gehoord door de rechter-commissaris.

De geconstateerde structurele overtreding van de Wwft door ING heeft voor een deel plaatsgevonden toen Hamers CEO was van de ING. Onderzoek Eastwood heeft duidelijk gemaakt dat de raad van bestuur van ING, in de periode dat Hamers CEO was, bekend was met gebreken in het FEC CDD beleid. Dat beleid was bedoeld om betrokkenheid van ING bij witwassen te voorkomen. Die signalen kregen in oktober en november 2014 extra prioriteit na een kritisch rapport van de interne accountantsdienst CAS en een daarop volgende alarmerende e-mail van het hoofd juridische zaken van ING.

Uit het onderzoek is gebleken dat die e-mail binnen de raad van bestuur de nodige aandacht heeft gekregen. Er is onder leiding van de chief risk officer en van het hoofd compliance onderzoek gedaan naar de ernst van de gesignaleerde gebreken. Dat onderzoek heeft geresulteerd in een analyse van CAS die begin 2015 is gedeeld met onder meer Hamers. In die analyse kreeg de compliance van ING Nederland de kwalificatie ‘sufficient’.

Hoewel achteraf moet worden geconcludeerd dat de destijds door ING intern getroffen maatregelen onvoldoende waren, concludeert het OM dat het onderzoek onvoldoende bewijs heeft opgeleverd dat een persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van Hamers zou rechtvaardigen. De conclusie van het OM is dat Hamers niet strafbaar feitelijk leiding heeft gegeven aan de overtredingen door de ING van de Wwft of witwassen.

Het OM zal bij het gerechtshof in Den Haag vragen om bewilliging van het bevel tot vervolging van de heer Hamers. Bewilliging wil zeggen dat het OM het gerechtshof zal vragen om goed te keuren dat de verdachte niet verder wordt vervolgd. Dit verzoek is in voorbereiding en zal in het eerste kwartaal 2025 bij het gerechtshof worden ingediend. Het Hof zal dan beslissen of het OM de vervolging kan staken of niet.

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten vier voormalig bestuurders van ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) niet te vervolgen voor het feitelijk leidinggeven aan het overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) door ABN AMRO. Het OM concludeert na onderzoek dat er onvoldoende bewijs is om de voormalig bestuurders te vervolgen. ABN AMRO betaalde in april 2021 een transactiebedrag van 480 miljoen euro aan de Staat wegens overtreden van de Wwft en schuldwitwassen.

Het OM komt na zeer omvangrijk onderzoek, dat is uitgevoerd door de FIOD, tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs is om de verdachten persoonlijk strafrechtelijk verantwoordelijk te houden voor de strafbare feiten die bij de bank hebben plaatsgevonden. In de periode dat ze bestuurder waren, is onder hun verantwoordelijkheid gewerkt aan de naleving van de Wwft. Het onderzoek, dat plaatsvond onder leiding van het Functioneel Parket wijst uit dat de voormalig bestuurders ieder hun rol hebben gepakt ofwel acties hebben ondernomen die geschikt zouden moeten zijn om de tekortkomingen te verhelpen of te verminderen. Achteraf bezien hadden deze inspanningen niet direct het gewenste effect. Het onderzoek heeft niet aangetoond dat extra maatregelen voorhanden waren die de Wwft-problematiek binnen afzienbare tijd hadden kunnen stopzetten of substantieel verminderen.

Voor strafbaar feitelijk leidinggeven zal moeten worden vastgesteld dat de leidinggevende op de hoogte was van de strafbare gedragingen bij de bank en dat de leidinggevende bewust niets of te weinig heeft ondernomen om deze strafbare gedragingen te doen stoppen. Daarbij is ook relevant of extra maatregelen ertoe zouden hebben geleid dat de strafbare gedragingen bij de bank zouden worden beëindigd of in ieder geval substantieel zouden worden verminderd. Het OM is op basis van de onderzoeksbevindingen van oordeel dat, gelet op het juridische kader, niet kan worden aangetoond dat sprake is van strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Het OM seponeert de strafzaken tegen de voormalig bestuurders. Daarmee eindigt het strafrechtelijk onderzoek.

In april 2021 heeft ABN AMRO een transactiebedrag van 480 miljoen euro aan de Staat betaald en daarmee verantwoording afgelegd voor de jarenlange en structurele overtreding van de Wwft. Dat gebeurde op een dusdanige wijze dat de bank ook schuldwitwassen werd verweten. De transactieovereenkomst met ABN AMRO is volgens het OM een weerspiegeling van de ernst van de strafbare feiten gepleegd door de bank, die is tekortgeschoten in haar rol als poortwachter. Instellingen zoals banken hebben een belangrijke rol als poortwachter om het financiële systeem tegen witwassen en terrorismefinanciering te beschermen.

Eén derde jongeren heeft zorgpremie al eens niet kunnen betalen

Van de Nederlanders tussen de 18 en 29 jaar heeft een derde de zorgpremie al eens niet kunnen betalen. Dat blijkt uit een enquêteonderzoek van Independer, uitgevoerd door Q&A Research. De basisverzekering wordt in 2025 opnieuw 100 euro duurder.

De helft van deze leeftijdsgroep maakt zich zorgen of ze die kosten kunnen dragen. Hoe ouder de respondent, hoe minder die angst wordt ervaren.
 
Van alle ondervraagden in het representatief onderzoek van Independer en Q&A Research geeft bijna één vijfde (17%) aan dat zij de zorgpremie al eens niet konden betalen. Hoe jonger de respondent, hoe vaker zij dit aangeven. Bij 18-29 jarigen is dit maar liefst 32% en bij 60-plussers is het ‘maar’ 4 procent.
 
Ook maakt de helft van de jongeren zich zorgen dat ze de premie niet meer kunnen betalen, terwijl dit bij 60-plussers een kwart is. Gemiddeld geeft 41 procent van de respondenten aan hier bang voor te zijn.
 
Als je de zorgpremie niet op tijd betaalt, stuurt de verzekeraar herinneringen en kun je een betalingsregeling afspreken. Na zes maanden meldt de verzekeraar je aan bij het Centraal Administratie Kantoor (CAK), die dan het innen van de betalingsachterstand overneemt.
 
Je moet dan aan het CAK een bedrag betalen voor je zorgverzekering: de zogeheten bestuursrechtelijke premie. Dit bedrag ligt wel een stuk hoger dan je oude maandbedrag. Ook is het CAK veel strenger in het innen van de premie en het terugbetalen van de achterstand die je hebt opgebouwd bij de zorgverzekeraar. De betaling van de bestuursrechtelijke premie stopt als:
 
je schuld aan de zorgverzekeraar volledig is terugbetaald,
je een betalingsregeling hebt afgesproken met de zorgverzekeraar, of
je een regeling hebt getroffen voor schuldhulpverlening.
 
Controleer voor 31 december of je voor volgend jaar een zorgverzekering kunt vinden die beter bij je situatie past. Dan kun je op korte termijn al geld besparen. Let wel op dat je alleen kunt overstappen als je geen betalingsachterstand hebt.

Betaalbare zorg in gevaar: zorgpremies 32% duurder in vijf jaar, inflatie slechts 25%

De zorgpremie steeg de afgelopen vijf jaar meer dan de inflatie. Zo steeg de gemiddelde zorgpremie cumulatief gezien met 31,84%, terwijl de cumulatieve inflatie in dezelfde periode 25,16%* bedroeg. Dat blijkt uit een analyse van zorgvergelijker Overstappen.nl.

De gemiddelde goedkoopste zorgpremie steeg in dezelfde periode zelfs nog harder: van € 101,95 per maand in 2020 naar € 141,40 in 2025. Dit is een cumulatieve stijging van 38,7%. Volgens de vergelijker komt betaalbare zorg in gevaar.

Hoewel de inflatie sinds haar piek van 10 procent in 2022 is gedaald, blijven de zorgpremies onverminderd stijgen. De inflatie daalde naar 3,9% in 2023 en verder naar 3,2% in 2024, met een verwachte afname naar 2% in 2025. Ter vergelijking: de zorgpremies stegen met 11,37% in 2023, met 7,32% in 2024 en met 7,1% in 2025. Bij de zorgpremie stijging van 2023 moet wel een kanttekening gemaakt worden, omdat deze forse stijging te maken had met het hoge inflatiepercentage van het jaar daarvoor.

Met de stijgende zorgpremies, is het begrijpelijk dat mensen manieren zoeken om op kosten te besparen. Een van die manieren is het verhogen van het eigen risico. Maar dit kan riskant zijn als je die 885 euro niet kan missen. Dit kan ertoe leiden dat je noodzakelijke zorg gaat mijden, waardoor je eigenlijk geen echte dekking hebt, ondanks dat je premie betaalt.

bunq lanceert loyaliteitsprogramma bunq Points

 bunq lanceert bunq Points, een eigen loyaliteitsprogramma om gebruikers te belonen voor het dagelijks gebruik van hun bunq-rekening. Voor iedere uitgegeven euro ontvangen bunq-gebruikers met een bunq Core, bunq Pro of bunq Elite abonnement gratis punten. Die kunnen ze vervolgens omwisselen voor exclusieve aanbiedingen bij partners zoals Tiqets.

Een gebruiker met een bunq Elite abonnement die gemiddeld duizend euro per maand uitgeeft, ontvangt hierdoor jaarlijks al gauw tweehonderd euro korting. Naast dagelijkse uitgaven verdienen gebruikers ook gratis punten op hun verjaardag, door vrienden uit te nodigen en/of volledig over te stappen naar bunq.
 

Nog geen drie maanden na de lancering van bunq Stocks in Nederland en Frankrijk, is het beleggingsproduct voor digital nomads nu ook beschikbaar in België, Ierland, Italië en Spanje. De neobank voegt daarnaast ruim tweehonderd nieuwe ETF’s (Exchange Traded Funds) en aandelen toe aan het bestaande Stocks-aanbod. Ook kunnen Stocks-gebruikers vanaf vandaag hun investeringen inplannen en ervoor kiezen om hun automatisch afgeronde betalingen geautomatiseerd te beleggen in een ETF of (fractioneel) aandeel naar keuze.

Alle zakelijke bunq-gebruikers ontvangen vanaf vandaag tot één procent cashback over hun creditcardtransacties. Dankzij een samenwerking met Mastercard maken zij daarnaast aanspraak op exclusieve kortingen op bedrijfssoftware (Google Workspace, Docusign, Hubspot), reis- (Sixt, Booking.com), inhuur- (Fiverr) en verzendkosten (FedEx). Bovendien kunnen zakelijke gebruikers met een bunq Pro of bunq Elite abonnement hun medewerkers.




dinsdag 17 december 2024

'Financiële stabiliteit in balans, maar zorgen over geopolitieke fragmentatie en cyberrisico’s nemen toe'


De Nederlandse economie en de financiële sector staan er goed voor, maar geopolitieke fragmentatie en cyberrisico’s vormen een toenemend punt van zorg. Zo constateert het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) in haar vergadering van 20 november 2024.

Het FSC constateert dat de financieel-economische situatie vergelijkbaar is met die rond de vorige vergadering in juli. De inflatie in het eurogebied is verder gedaald en een recessie is vooralsnog uitgebleven. Daarmee lijkt een zachte landing, waarbij de inflatie onder controle komt zonder economische neergang, waarschijnlijk. Dit heeft een positief effect op de financiële stabiliteit. Ook de goede uitgangspositie van Nederlandse financiële instellingen draagt hieraan bij. Tegelijk blijven risico’s aanwezig. De belangrijkste financieel-economische risico’s hebben DNB, de AFM(Verwijst naar een externe site) en het CPB(Verwijst naar een externe site) recent in hun rapporten gepubliceerd.

Zo vormt de aanhoudende geopolitieke onzekerheid een toenemend risico voor de financiële stabiliteit. Hoewel het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering nog onbekend is, kan dit mogelijk leiden tot verdere economische fragmentatie. Het FSC spreekt zijn zorgen uit over hogere importtarieven en een dreigende handelsoorlog, met negatieve implicaties voor de wereldeconomie. Financiële instellingen kunnen vooral indirect geraakt worden door verdere fragmentatie, via vertrouwenseffecten, krappere financiële condities en een toename van markt- en kredietverliezen. Toenemende geopolitieke verdeeldheid maakt het ook moeilijker om gezamenlijk beleid te maken voor mondiale, grensoverschrijdende uitdagingen, zoals klimaatverandering, de regulering van crypto’s en niet-bancaire financiële intermediatie (NBFI). Daarnaast spreekt het FSC de zorg uit dat er toenemende druk ontstaat tot versoepeling van prudentiële vereisten voor de financiële sector, juist in een onzekere tijd waarin systeemrisico’s kunnen toenemen.  Zo is het werk om de bankensector weerbaarder te maken nog niet af en is het belangrijk dat de implementatie van Finaal Bazel III geen verdere vertraging oploopt.

Het FSC constateert dat cyberrisico’s een toenemende dreiging vormen voor de Nederlandse economie en de financiële sector. De afgelopen jaren is wereldwijd een toename te zien in zowel het aantal als de ernst van cyberaanvallen. Daarnaast vertalen geopolitieke ontwikkelingen zich in een verhoogde cyberdreiging en een complexer dreigingslandschap, met statelijke actoren die een steeds grotere rol spelen. Ook de financiële sector vormt een doelwit voor cyberaanvallen. Financiële instellingen kunnen daarbij niet alleen direct, maar ook indirect worden geraakt, door de grote afhankelijkheid van derde partijen voor kritieke bedrijfsprocessen, zoals cloud- en ICT-diensten. Ook verstoring van vitale processen kan het goed functioneren van het financiële stelsel aantasten.

Het FSC merkt in dit licht op dat de komst van de Digital Operational Resilience Act (DORA) bijzonder welkom is. Met DORA komt er meer aandacht voor ICT- en cyberrisico’s in de uitbestedingsketen van financiële instellingen, wat hun weerbaarheid ten goede komt. Daarnaast benadrukt het FSC dat veerkracht binnen het financiële stelsel essentieel is. Naast het op orde houden van cyberbeveiliging en het regelmatig testen daarvan, is het belangrijk dat instellingen in staat zijn om te herstellen na een incident.

Het FSC heeft ten slotte gesproken over de consultatie van de Europese Commissie over de herziening van het macroprudentieel raamwerk voor NBFI. Het FSC acht deze consultatie van groot belang, gezien de belangrijke rol van NBFI in het financiële systeem en de potentie voor de financiering van Europese bedrijven. De aanwezigheid van NBFI zorgt, als alternatief voor bankfinanciering, bovendien voor diversificatie in de kapitaalverschaffing. Dit kan de weerbaarheid van het financiële systeem versterken. Daarmee gaan een steviger macroprudentieel kader voor NBFI en de voortgang op de Europese kapitaalmarktunie hand in hand. Het FSC onderschrijft de gezamenlijke consultatiereactie van de AFM, DNB en het ministerie van Financiën.

maandag 16 december 2024

De Volksbank kiest ASN Bank als merk voor de toekomst

De Volksbank maakt bekend dat de huidige consumentenmerken ASN Bank, RegioBank en SNS vanaf 2025 gezamenlijk verder zullen gaan onder de vlag van ASN Bank. De keuze voor één retailmerk is een essentiële stap in de vereenvoudiging van de organisatie als onderdeel van de transformatie die de bank op 19 november bekend heeft gemaakt. Door de kracht van de huidige merken te bundelen kunnen klanten beter worden bediend, versterkt de bank haar commerciële en operationele slagkracht en worden de voorwaarden gecreëerd voor verdere groei.

Naast mobiel bankieren voor dagelijkse bankdiensten krijgen drie miljoen klanten  waaronder straks ook de 800.000 klanten van de huidige ASN Bank, toegang tot een lokale vestiging voor persoonlijk advies op de momenten die er voor de klant toe doen.

De keuze voor ASN Bank bouwt voort op de sterke positie die het merk al sinds de oprichting in 1960 heeft verworven als pionier in duurzaam en maatschappelijk verantwoord bankieren. Sinds 2017 hanteren alle merken van de Volksbank het duurzaamheidsbeleid van ASN Bank. Dit combineren we met de kracht van de merken SNS, RegioBank en BLG Wonen die staan voor persoonlijke aandacht, lokaal ondernemerschap en woontoegankelijkheid.

Om de overgang zorgvuldig te laten verlopen, gaan de klanten stap voor stap over naar de nieuwe ASN Bank. Dit gaat in overleg met de franchisenemers en distributiepartners. De implementatie hiervoor start in 2025 en zal naar verwachting binnen drie jaar afgerond zijn. Gedurende dit proces zullen klanten op de hoogte worden gehouden van de veranderingen en wat deze voor hen betekenen. Zowel de particuliere als de zakelijke klanten kunnen rekenen op de vertrouwde diensten voor betalen, sparen en hypotheken. Vanzelfsprekend met het bijbehorende persoonlijk contact zoals ze dat gewend zijn.

Naast de franchise-formule blijft voor de distributie van hypotheken het intermediaire kanaal cruciaal. Vooralsnog blijven we dit doen onder de huidige merknaam BLG Wonen. Op termijn wordt de merknaam BLG Wonen vervangen door ASN Bank. Hetzelfde geldt voor de naam van het moederbedrijf de Volksbank. Dit zal in overleg met alle relevante stakeholders gefaseerd en zorgvuldig plaatsvinden.

SNS, ASN en RegioBank bieden nu ook zakelijk Apple Pay aan

Zakelijke klanten van SNS, ASN en RegioBank kunnen nu ook Apple Pay gebruiken. Particuliere klanten hebben al 2,5 jaar de mogelijkheid om Apple Pay te gebruiken.

In een e-mail aan zakelijke klanten heeft SNS de ondersteuning voor zakelijke Apple Pay aangekondigd, zo kon iCulture inzien. Na onderzoek blijkt dat SNS daar onlangs een pagina op haar website voor geopend heeft.

Bij SNS werkt Apple Pay bij alle zakelijke betaalrekeningen, terwijl je bij RegioBank een zakelijke betaalrekening met maximaal één gemachtigde nodig hebt.

Heb je zowel zakelijk als particulier een rekening bij een van deze banken, dan kun je de passen van elkaar onderscheiden door de laatste vier cijfers die op de digitale pas staan.

Nieuwe box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement uitgesteld

In juni dit jaar heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het geboden rechtsherstel in box 3 onvoldoende is. Hierdoor zijn aanvullende herstelwerkzaamheden nodig, die invoering van een nieuw box 3 stelsel per 2027 onmogelijk maken. Dit uitstel heeft ook budgettaire consequenties. Om deze op te vangen wordt in het huidige box 3 stelsel per 2026 het forfait voor overige bezittingen verhoogd en het heffingvrije vermogen verlaagd.

De uitspraak van de Hoge Raad over het geboden rechtsherstel in juni van dit jaar heeft zowel financiële consequenties als consequenties voor de uitvoering. De afgelopen tijd is daarom eerst onderzocht of een stelsel op basis van werkelijk rendement toch in te voeren is per 2027. Zo is er gekeken of het mogelijk is om het nieuwe box 3 stelsel in stappen in te voeren. Uit de verkenning is gebleken dat zo’n een tussenvariant voor zowel belastingplichtigen als de Belastingdienst complex is. De Raad van State heeft bovendien een aantal bezwaren geuit in het recent gepubliceerde advies over het nieuwe stelsel. Dit advies wordt op dit moment bestudeerd en mogelijke opties worden gewogen. Een stelsel op basis van werkelijk rendement is nog steeds het uitgangspunt voor dit kabinet. Het doel is een nieuw stelsel per 2028 in te voeren.

Het heeft de voorkeur van het kabinet om duidelijkheid te bieden aan belastingplichtigen, zodat zij niet afwisselend met verschillende vormen van een box 3 belasting worden geconfronteerd. Er is daarom gekozen om het huidige stelsel met een tegenbewijsregeling in ieder geval een jaar langer in stand te houden, dus tot en met 2027.

Het uitstel van het nieuwe stelsel zonder aanpassingen in het huidige stelsel betekent wel een aanvullende derving van zo’n 2,5 miljard euro in 2027. Het uitgangspunt voor het kabinet is om dit zoveel mogelijk op te vangen binnen box 3. Dit wil het kabinet vooralsnog doen door in het huidige stelsel per 2026 het forfait voor de overige bezittingen te verhogen met 1,78 procent en het verlagen van het heffingvrije vermogen naar 52.048 euro. Doordat de mogelijkheid van tegenbewijs blijft bestaan, kunnen belastingplichtigen waarvan het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement ook in 2027 gebruik blijven maken van het formulier opgaaf werkelijk rendement.

Documenten


vrijdag 13 december 2024

Verzwijgen crypto's bij fiscus is ‘belastingontduiking’

Onlangs verscheen Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan Erasmus School of Economics, in een uitzending van BNR Nieuwsradio over belastingontduiking door cryptobeleggers. Lang niet alle cryptobeleggers geven bij de Belastingdienst aan dat zij hebben geïnvesteerd in digitale munten, noch hoeveel vermogen zij in de munten hebben zitten; en dat is een duur geintje voor de fiscus.

De fiscus ontvangt van banken veel informatie over bijvoorbeeld bankrekeningen, zodat zij belastingaangiftes kunnen controleren. Voor cryptobeleggingen gebeurt dit echter nog niet, waardoor het lastig is voor de Belastingdienst om die aangiftes te controleren. Naar schatting kost het niet aangeven van cryptobeleggingen de fiscus 80 miljoen euro per jaar.

Volgens Kavelaars is het niet aangeven van cryptorendementen een duidelijke vorm van belastingontduiking. 'Er is echt geen discussie over de vraag of crypto's wel of niet aangegeven moeten worden', stelt hij. Om het controleren van aangiftes voor de Europese belastingdiensten eenvoudiger te maken, treedt vanaf 1 januari 2026 een richtlijn in binnen de Europese Unie. Deze richtlijn verplicht alle dienstverleners binnen de cryptosector in de Europese Unie ertoe aan te geven hoeveel cryptovaluta zij aanhouden. De fiscus kan via deze weg aanslagbiljetten makkelijker controleren, en eventueel tot vijf jaar terug met terugwerkende kracht corrigeren.

donderdag 12 december 2024

Huizenprijzen stijgen door, maar de prijsstijging mindert vaart

De prijzen van bestaande koopwoningen lagen in oktober 11,5 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Het groeitempo neemt sinds juli wel geleidelijk af en deze lijn zet door in de komende jaren. Over heel 2024 stijgen de huizenprijzen naar verwachting met 8,8 procent, gevolgd door een plus van 9,2 procent in 2025 en een stijging van 6,0 procent in 2026.

De betaalbaarheid van koophuizen daalt doordat de huizenprijzen sneller stijgen dan de lonen en de leenruimte. Dat schrijven economen van RaboResearch in hun vandaag verschenen Kwartaalbericht Woningmarkt.

Terwijl het woningaanbod achterblijft, groeit de vraag naar koophuizen nog altijd, vertelt woningmarkteconoom Stefan Groot. 'Dat komt door de bevolkingsgroei en doordat de lonen flink zijn gestegen. Bovendien telt een studieschuld minder zwaar mee bij een hypotheekaanvraag, zijn de hypotheekrentes wat gedaald en kunnen alleenstaanden met een voldoende hoog inkomen volgens de leennormen 16.000 euro extra lenen. Potentiële huizenkopers kunnen daardoor meer bieden voor een woning.'

Op dit moment stijgen de huizenprijzen sneller dan de loonontwikkeling en de toename van de leenruimte, gaat de econoom verder. Onder de streep verslechtert de betaalbaarheid van koopwoningen daardoor. En dat zorgt ervoor dat vraag en aanbod langzaamaan meer in evenwicht komen met als gevolg dat de prijsgroei afneemt.

Als gevolg van beleid dat woningmarktbeleggers ontmoedigt, hebben particuliere en institutionele verhuurders in de eerste drie kwartalen van 2024 15.000 huurwoningen verkocht aan bewoners, zo blijkt uit cijfers van het Kadaster.

Een groep die waarschijnlijk profiteert van deze zogenoemde ‘uitpondgolf’ zijn huizenkopers jonger dan 35 jaar. Onder deze groep steeg het aantal transacties; zij kochten vooral meer appartementen. Ondanks de grote zorgen over de positie van jongvolwassenen op de koopwoningmarkt is nog altijd meer dan de helft van alle huizenkopers een 35-minner. Sommige van hen krijgen wellicht financiële hulp van hun ouders. Anderen hebben op nog jongere leeftijd al een woning gekocht, waardoor ze nu profiteren van overwaarde.

De groei van de huizenprijzen verschilt sterk per regio. 'In Zeeuws-Vlaanderen voorzien we voor 2024 een prijsgroei van 4%, terwijl we voor Delfzijl en omstreken en Utrecht uitgaan van 12%. Volgend jaar stijgen huizen aan de randen van het land én in Flevoland waarschijnlijk het hardst in prijs. Een verklaring hiervoor is dat regio’s met goedkopere woningen winnen aan aantrekkingskracht nu de betaalbaarheid onder druk staat.'

Voor het lopende jaar voorziet RaboResearch 204.000 woningverkopen, 22.000 meer dan in 2023. In 2025 wisselen naar verwachting 198.000 woningen van eigenaar, gevolgd door 192.000 in 2026.

woensdag 11 december 2024

NVM: Meer dan 10.000 anti-witwascontroles per maand door makelaars via Move.nl

Ook makelaars zijn als ‘poortwachter’ wettelijk verplicht om klantonderzoek bij kopers en verkopers te doen ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme. Om deze intensieve controleklus voor klanten en makelaars te vergemakkelijken, ontwikkelde Realworks een digitale Wwft-check op Move.nl. Afgelopen maand is dit instrument voor het eerst meer dan 10.000 keer gebruikt.

Naast financiële instellingen zijn ook makelaars als beroepsgroep verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij FIU-Nederland (Financial Intelligence Unit). Deze verplichting staat in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Zo leveren ook makelaars hun bijdrage aan de strijd tegen witwassen en onderliggende delicten. Deze rol als poortwachter is een essentieel element van hun werkzaamheden, maar tegelijk complex, tijdrovend en niet het leukste administratieve onderdeel van het persoonlijk klantcontact.

Om het verplichte cliëntonderzoek voor klanten en makelaars te vergemakkelijken ontwikkelde Realworks – waar 80 procent van de makelaars in Nederland mee werkt – de zogenoemde ‘Move.nl-Wwft-check’. Dit betekent dat Move.nl, waar alle activiteiten over aan- en verkoop van een woning worden vastgelegd, is uitgebreid met een module waarop deze anti-witwascontroles eenvoudig en snel zijn te doen.

In oktober is de Move.nl Wwft-check voor het eerst meer dan 10.000 keer gebruikt. Deze snelle toename hangt samen met gebruiksgemak, gevalideerde uitkomsten en lage kosten. Klanten leveren na verzoek van hun makelaar de gegevens aan, waarna het systeem automatisch onderzoek verricht, zoals controle op sancties, insolventie, curatele en onder toezicht via een online bronnencheck. Daarbij zorgt de klant voor een zelfverklaring van het aankoopdoel en samenstelling financiering. Tegelijk voorziet het in detectie van risicofinancieringen of nationaliteiten op de sanctielijst. Afhankelijk van de uitkomst, en indien nodig na extra verscherpt onderzoek, bepaalt de makelaar de risicobeoordeling en legt deze vast in Realworks.

dinsdag 10 december 2024

Betaaldiensten voor veel consumenten nog onvoldoende toegankelijk

Een grote groep consumenten heeft moeite met zelfstandig bankieren. Dat blijkt uit onderzoek van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). De problemen worden veroorzaakt door digitalisering van bank- en betaaldiensten. Maatregelen van banken om deze groep te helpen, hebben nog onvoldoende effect. Er is een stevigere aanpak nodig, vinden betrokken belangenorganisaties, waaronder de Consumentenbond.

Uit het rapport blijkt dat 18 procent van de Nederlanders niet zelfstandig een betaalrekening kan openen en 23 procent zoekt niet zelfstandig hulp bij bankvragen. Ook het downloaden en installeren van een bank-app is voor sommigen erg lastig. Soms is dit zelfs onmogelijk, omdat ze een te oude smartphone hebben.

Vooral ouderen, mensen met een beperking, laaggeletterden en mensen met een migratieachtergrond ervaren problemen. Zij geven het vaakst aan dat zij betaalzaken niet zelfstandig regelen. De reden is dat zij niet goed weten hoe het werkt en bang zijn om fouten te maken. Ook de bereikbaarheid van geldautomaten, het ontbreken van persoonlijke en lokale dienstverlening (door het sluiten van bankfilialen) en ontevredenheid over de telefonische hulplijnen zijn knelpunten.

De bevindingen zijn teleurstellend, vinden de belangenorganisaties. Begin 2023 constateerde Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) al dat 2,6 miljoen Nederlanders moeite hebben met de digitalisering van betaaldiensten. De banken namen daarop maatregelen. Zoals uitbreiding van telefonische ondersteuning, het toegankelijker maken van websites, en het opzetten van voorlichtingsbijeenkomsten en bankinformatiepunten in bibliotheken. 'Er is veel gebeurd en dat is goed, maar er moeten echt tien tandjes bij gezet worden’, aldus de belangenbehartigers. 'De kloof tussen banken en kwetsbare groepen moet worden gedicht. We helpen hier graag aan mee.’

Opvallend is dat uit het onderzoek ook blijkt dat álle consumenten de tarieven van de bank te hoog vinden. Die tarieven stijgen elk jaar fors, tot groot ongenoegen van consumenten die het gevoel hebben daar steeds minder voor terug te krijgen.

Dat dit punt bij alle groepen consumenten naar boven komt, is veelzeggend, vinden de belangenorganisaties. 'De banken zouden wat ons betreft ook daar aandacht voor moeten hebben. Betaalbaarheid is ook een onderdeel van toegankelijkheid.'

maandag 9 december 2024

Honderden filialen van SNS en RegioBank weg

De Volksbank, het moederbedrijf van SNS Bank, ASN Bank, BLG Wonen en RegioBank, kondigt aan bijna de helft van de filialen van SNS en RegioBank te sluiten. Het totale aantal filialen zal dalen van ruim 600 naar 320 tot 360. Dit besluit volgt op een eerder aangekondigde reorganisatie waarbij 700 tot 750 banen verdwijnen.

De bank wil de verschillende merken samenvoegen onder één naam, die naar verwachting voor Kerst of in januari wordt onthuld. Het plan betekent dat van de ongeveer 200 SNS-filialen er 70 tot 90 zullen verdwijnen, terwijl van de ruim 400 RegioBank-kantoren er iets meer dan de helft overblijft.

De Volksbank wil zich meer richten op het franchisemodel. Hierbij worden filialen niet door de bank zelf beheerd, maar door lokale ondernemers, zoals nu al gebeurt bij RegioBank en deels bij SNS. Van de 46 SNS-filialen die direct door De Volksbank worden beheerd, blijven er slechts drie over. Deze zullen worden gebruikt voor het testen van nieuwe formules en het opleiden van personeel.

De reorganisatie heeft als doel om de bank winstgevender te maken, zodat een toekomstige verkoop mogelijk wordt. De bank is sinds de kredietcrisis in handen van de staat.

Klein deel bedrijven heeft problematische schuldenlast

Iets meer dan 6 procent van de bedrijven beoordeelt de eigen schuldenlast als problematisch. Voor bijna 94 procent van de bedrijven is de schuldenlast dragelijk. Daarnaast geven meer bedrijven aan een lagere dan een hogere schuldenlast te hebben dan vorig jaar. Voor de helft van de bedrijven is de schuldenlast van een gewenste omvang. Het beeld van de schuldenlast van bedrijven in november 2024 is daarmee hetzelfde als een jaar geleden. Dit meldt het CBS op basis van de conjunctuurenquête onder bedrijven met 5 of meer werkzame personen.

Horecabedrijven beoordelen met iets meer dan 14 procent de schuldenlast het vaakst als problematisch. Dit aandeel is ook hoger dan een jaar geleden toen het nog iets meer dan 12 procent was. Ook in de overige dienstverlening, de cultuur, sport en recreatie en de detailhandel is het aantal bedrijven dat de schuldenlast als problematisch ervaart gestegen.

Bij de informatie en communicatie en de industrie is dit aandeel juist gedaald. Bedrijven in de verhuur en handel van onroerend goed hebben het minst vaak (2 procent) een problematische schuldenlast.

Bij de beoordeling van de schuldenlast geven meer bedrijven (bijna 25 procent) aan dat de schuldenlast lager ligt dan vorig jaar dan hoger (bijna 13 procent). Alleen in de verhuur en handel van onroerend goed is dat andersom; iets meer dan 47 procent heeft een hogere schuldenlast  dan vorig jaar, terwijl bijna 12 procent aangeeft dat de schuldenlast is gedaald. Bedrijven in de detailhandel en de zakelijke dienstverlening hebben het minst vaak een hogere schuldenlast dan vorig jaar. Bij de meeste bedrijven (ruim 62 procent) is de schuldenlast even hoog als een jaar eerder.


Ondernemers hebben dringend behoefte aan nieuwe financieringsbronnen

Ruim één op de tien ondernemers heeft nu of het komend halfjaar financiering of een lening nodig. De ondernemers willen het geld vooral besteden aan de aanschaf van machines, bedrijfsmiddelen en inventaris of aan verbetering of verandering van huisvesting. Dit blijkt uit het KVK-onderzoek ‘Ondernemen in 2024’, een representatief onderzoek onder bijna 2.000 zzp- en mkb-ondernemers.

Naast investeringen heeft een ondernemer vaak ook gewoon extra financiële ruimte nodig. Bijna één op de vijf ondernemers die aangeven een lening of financiering nodig te hebben, willen die inzetten voor de herfinanciering van schulden. In de horeca is dat zelfs bijna de helft. Ook werkkapitaal, de start van een nieuw bedrijf en de opvang van slechte bedrijfsresultaten zijn redenen voor het aantrekken van extra kapitaal.

Mkb-ondernemers zoeken tweemaal zo vaak financiering als zzp’ers (17% versus 9%). Over het algemeen geldt dat hoe groter het bedrijf is, hoe groter ook de financieringsbehoefte: van de mkb’ers met 2 tot 9 werkzame personen zoekt één op de zes extra geld, bij 10 of meer werkzame personen gaat het zelfs om een kwart van de ondernemingen.
 
Drie op de vijf ondernemers met een financieringsbehoefte verwachten dat het moeilijk wordt een lening of financiering te krijgen. Ook hier is het verschil tussen mkb en zzp groot, mkb’ers die een lening nodig hebben zijn een stuk positiever dan zzp’ers. Ruim een derde van hen verwacht dat een passende lening moeilijk te krijgen is, bij de zzp’ers is dat bijna dubbel zoveel.

Bijna de helft van de ondernemers die financiering zoeken, verwacht desondanks naar de bank te gaan. Voor zzp’ers is het probleem groter dan voor mkb-bedrijven, banken durven de risico’s daar nog minder aan. Zij worden daardoor onbedoeld ‘klein gehouden’. Banken geven aan dat ze ondernemers moeten beschermen tegen schulden die ze niet kunnen dragen én dat ze verantwoordelijk moeten omgaan met het hen toevertrouwde spaargeld. Soms ligt daarom een andere vorm van financiering meer voor de hand, geven zij aan.

Als uitwijkmogelijkheid voor financiering worden investeerders, een donatiesysteem via familie en vrienden of crowdfunding, of factoring genoemd. Dat laatste houdt in dat een zogenoemde factoringmaatschappij je factuur overneemt, direct aan jou uitbetaalt en soms ook het debiteurenbeheer tegen betaling overneemt. Een op de vijf ondernemers verwacht aan te kloppen bij familie, vrienden en kennissen, en ook één op de vijf bij een lease- of factoringmaatschappij. Zzp’ers verwachten vaker dan mkb’ers bij familie, vrienden of kennissen aan te kloppen (25% versus 13%) of gebruik te maken van crowdfunding (9% versus 2%).

vrijdag 6 december 2024

15% van de Nederlanders heeft spijt van de gekozen zorgverzekering

Ruim 15 procent van de Nederlanders heeft spijt van de keuze voor de zorgverzekering van 2024. Daarvan had bijna 60 procent spijt, omdat zij achteraf zorg nodig hadden die viel onder een aanvullende dekking die zij niet hadden afgesloten.

Bijna 22 procent had spijt van de keuze voor een te hoog eigen risico, waardoor de kosten te hoog opliepen. Een enkeling vond het eigen risico te laag (4,4%). Dat blijkt uit een enquête van zorgvergelijker Overstappen.nl.

In totaal heeft 9 procent van Nederlanders spijt van de gekozen zorgverzekering, omdat zij achteraf zorg nodig hadden die viel onder een aanvullende dekking die zij niet hadden afgesloten. Dit kan gaan om zorg, zoals tandartsbezoeken, fysiotherapie en bijvoorbeeld medische hulp in het buitenland.

Jeremy Broekman, zorgspecialist bij Overstappen.nl, geeft aan dat het duur kan uitvallen als je aanvullende zorg zelf moet betalen. ‘Het is daarom belangrijk dat je elk jaar je zorgbehoeften voor het volgende zorgjaar in kaart brengt. Vraag bijvoorbeeld aan je tandarts welke behandelingen je komend zorgjaar nodig hebt. Kijk vervolgens naar de vaste wettelijke tandartstarieven en je weet wat je ongeveer kwijt bent. Je ziet zo snel of het voor jou loont om een aanvullende verzekering af te sluiten. Helaas kun je niet alle zorg voorspellen die je nodig hebt, maar je kan wel iedere maand wat geld opzij zetten zodat je een financiële buffer hebt.’

ABN AMRO centraliseert bepaalde internationale activiteiten van Asset Based Finance

ABN AMRO heeft veranderingen aangekondigd van de ABF-organisatie (Asset Based Finance) in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Dit gebeurt in het kader van de Noordwest-Europa strategie van de bank.

Na een analyse van de activiteiten van ABF, heeft de bank besloten om de internationale activiteiten van ABF aanzienlijk terug te brengen. Dit betekent onder meer een ordelijke afbouw van onze niet-strategische ABF-specifieke klantenportefeuilles, met name in het Verenigd Koninkrijk, en een reorganisatie van ABF in Duitsland. Met dit besluit wil de bank haar positie versterken en de winstgevendheid op de langere termijn garanderen.

ABN AMRO en haar client unit Corporate Banking blijven zich richten op strategische investeringen en groei in klantsegmenten in Noordwest-Europa. De focus ligt op financiering en advies binnen onze transitiethema’s New Energy, Mobility en Digital. Als persoonlijke bank in de digitale tijd streeft ABN AMRO er naar om dé zakelijke bank te zijn voor onze klanten.

Naar verwachting komt de ordelijke beëindiging van ABF op termijn ten goede aan de CET1-ratio en het rendement op het eigen vermogen. De meeste veranderingen zullen naar verwachting eind 2026 zijn afgerond.

donderdag 5 december 2024

ING introduceert ING Upgrader voor duurzamer en toekomstbestendiger wonen

ING lanceert vanaf 9 december ING Upgrader. Met deze alles-in-één dienstverlening ontzorgt de bank haar hypotheekklanten die hun woning (verder) willen verduurzamen. Van gratis energiebesparingsadvies, hulp bij het aanvragen van subsidies tot en met de daadwerkelijke installatie van de maatregelen. Met als resultaat meer wooncomfort, maar ook duurzamer en toekomstbestendiger wonen. Plus een positief effect op de waarde van de woning.

ING wil een voortrekkersrol spelen in het duurzamer maken van woningen om de klimaatuitdaging aan te gaan. Een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot is namelijk afkomstig van de gebouwde omgeving, waaronder woningen.

ING Upgrader vereenvoudigt de verduurzaming van woningen voor de honderdduizenden huishoudens die de bank financiert. ING-klanten starten met de Upgrade Check. Een digitale tool waarmee ze gemakkelijk en vrijblijvend inzicht krijgen in de mogelijkheden om te verduurzamen én een kosten-bateninschatting. Wil de klant doorpakken, dan gaat dat met ING Upgrader. Een alles-in-één service van persoonlijk advies aan huis tot en met de installatie van energiebesparende maatregelen. Of het nu gaat om dakisolatie, een warmtepomp of zonnepanelen. De klant zit aan het stuur en kan alle stappen volgen in de ING App of via Mijn ING. Bovendien krijgt hij één aanspreekpunt voor het hele proces van advies tot en met installatie.

Mochten klanten financiering nodig hebben, dan kan ING hier uiteraard bij helpen, maar lang niet iedereen heeft dit nodig.

Bij een upgrade van energielabel D naar A bijvoorbeeld, kan de woningwaarde tot zo’n 7,6% stijgen. Van label G naar A zelfs 15%. Dit blijkt uit onderzoek. En uit een vooruitblik op strengere Europese wetgeving en nieuwe energieprestatienormen. Voor de klant kan upgraden dus een slimme investering zijn die zich vertaalt in een betere financiële gezondheid en verbeterd wooncomfort.

Rabobank-klant krijgt 60.000 euro schade bankhelpdeskfraude niet vergoed

Een klant van de Rabobank die het slachtoffer van bankhelpdeskfraude werd krijgt de schade van zo'n 60.000 euro niet vergoed, zo heeft het financiële klachteninstituut Kifid geoordeeld.

De klant heeft een particuliere betaalrekening en spaarrekening bij de Rabobank, alsmede een zakelijke betaalrekening.

De oplichter liet de klant 'meekijksoftware' op zijn telefoon en laptop installeren. Op verzoek van de oplichter werd een rekening bij bunq een geopend en zich hiervoor ook bij bunq gelegitimeerd. Vanaf de spaarrekening is een bedrag van in totaal 56.000 euro naar de zakelijke rekening overgeboekt.

Dezelfde dag deed de klant melding van oplichting, maar het geld was toen al nagenoeg weg. De klant vordert een bedrag van bijna 60.000 euro van de Rabobank.

Het coulancekader is volgens het klachteninstituut niet van toepassing. Het geld is namelijk eerst overgemaakt naar de bunq-rekening die op naam van de klant staat.

woensdag 4 december 2024

Achmea hoofdkantoor van Zeist naar Apeldoorn in 2028

Achmea kiest ervoor het bestaande huurcontract voor de kantoor- en vergaderlocatie in Zeist niet te verlengen. De activiteiten die nu in Zeist plaatsvinden, verhuizen in 2028 naar de kernlocaties in Apeldoorn, Amsterdam, Tilburg en Leiden. Het hoofdkantoor, nu gevestigd in Zeist, gaat naar Apeldoorn.

Zo’n 1.400 medewerkers van Achmea hebben Zeist als basislocatie. De verhuizing gebeurt stapsgewijs, waarbij het zwaartepunt van de verhuizingen in 2028 ligt.

Achmea behoudt een landelijk netwerk van kantoren in Amsterdam, Apeldoorn, Leeuwarden, Leiden en Tilburg. De komende jaren wordt verder geïnvesteerd in een prettige werkomgeving en verduurzaming.

Hoge score Achmea in onderzoek Eerlijke Verzekeringswijzer naar beleggingsbeleid

Achmea is met een gemiddeld rapportcijfer van 8,3 koploper in de Eerlijke Verzekeringswijzer. Dit betekent een flinke sprong vooruit ten opzichte van onze vorige score van 7,3.

De Eerlijke Verzekeringswijzer beoordeelt iedere twee jaar het beleggingsbeleid van 16 verzekeraars in Nederland op duurzaamheid.

Het doel van het onderzoek is om verzekeraars te stimuleren hun invloed te gebruiken om bedrijven duurzamer te maken. Hierbij kijken ze naar het beleid én hoe dat in de praktijk wordt uitgevoerd. Het totale gemiddelde van alle verzekeraars in het rapport is dit jaar gestegen. Een maatschappelijk verantwoord en duurzaam beleggingsbeleid sluit aan op onze visie Duurzaam Samen Leven. Het is essentieel om dat beleid rekening te houden met de toekomst van het milieu, sociale rechtvaardigheid en goed bestuur.

De Eerlijke Verzekeringswijzer is een samenwerkingsverband van 5 maatschappelijke organisaties: Amnesty International, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection. Het doel van de Eerlijke Verzekeringswijzer is om verzekeraars in Nederland aan te sporen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en te beleggen. De Eerlijke Verzekeringswijzer vormt samen met de Eerlijke Bankwijzer (EB) en Eerlijke Pensioenwijzer (EP) de Eerlijke Geldwijzer (EG). De Eerlijke Geldwijzer is onderdeel van Fair Finance International (FFI), een internationaal netwerk van meer dan 150 maatschappelijke organisaties in 18 landen in Europa, Azië en Latijns Amerika, en in de regio Zuidelijk Afrika.

dinsdag 3 december 2024

Voorgestelde box 3-stelsel heeft ingrijpende gevolgen voor burgers en Belastingdienst

Er kleven zwaarwegende bezwaren aan het box 3-stelsel dat de regering voorstelt, onder andere op het gebied van de uitvoering. Dit staat in het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3.

Uit de uitvoeringstoets van de Belastingdienst blijkt dat het voorstel ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en de Belastingdienst. Het zal leiden tot slechtere dienstverlening, beperkte mogelijkheden tot vooroverleg met een belastinginspecteur en onvoldoende toezicht. Het stelsel wordt veel complexer. Er wordt verder een groot beroep gedaan op het zogenoemde ‘doenvermogen’ van belastingplichtigen, vanwege de verplichting om een ingewikkelde vermogensvergelijking te maken en de administratieplicht voor 1,6 miljoen belastingplichtigen. De regering gaat voor de opbrengst van het voorgestelde box 3-stelsel uit van budgettaire neutraliteit. Dit belemmert de ruimte om te kiezen voor een andere vormgeving dan nu wordt voorgesteld. Het advies aan de regering is om het wetsvoorstel niet in deze vorm in te dienen en de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te bezien.

Met het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 wil de regering binnen de inkomstenbelasting een nieuw stelsel introduceren voor de belastingheffing over inkomen uit sparen en beleggen in box 3. In het huidige stelsel wordt belasting in box 3 geheven op basis van forfaitair berekende rendementen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit forfaitaire stelsel niet in overeenstemming is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarom komt de regering met het voorstel om belasting te heffen op basis van het werkelijke rendement. Als hoofdregel wordt een vermogensaanwasbelasting voorgesteld. Als uitzondering daarop wordt voor onroerende zaken en aandelen in startende ondernemingen een vermogenswinstbelasting voorgesteld. Daarnaast wordt voor de reguliere voordelen uit onroerend goed dat het hele jaar niet wordt verhuurd, een forfaitaire benadering gehanteerd, de zogenoemde netto vastgoedbijtelling.

De Afdeling advisering gaat in haar advies in op het samenspel tussen wetgever, rechter en uitvoering. Zij moeten in onderlinge wisselwerking telkens een goede balans vinden. Zij hebben alle hun rol vervuld, maar er lijkt een patstelling te zijn ontstaan. Tegen die achtergrond maakt de Afdeling advisering haar opmerkingen.

De Afdeling advisering constateert dat een integrale visie op het belasten van vermogen ontbreekt. Deze is nodig om een afgewogen keuze te kunnen maken voor een nieuw box 3-stelsel. Zij adviseert daarbij aandacht te schenken aan de bijdrage die de opbrengst van box 3 moet leveren aan de belastingmix. Verder gaat zij in op het ontbreken van samenhang tussen de boxen in de wijze waarop vermogensbestanddelen in de heffing worden betrokken.

De regering hanteert bij het voorstel het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit. Dat wil zeggen dat het nieuwe box 3-stelsel binnen de periode 2027-2032 tot eenzelfde opbrengst moet leiden als het huidige stelsel zonder dat daarbij nog rekening is gehouden met de kosten van het rechtsherstel. Het strikt vasthouden aan dit uitgangspunt belemmert het maken van een zorgvuldige en integrale afweging tussen de verschillende belangen die aan de orde zijn bij de vormgeving van een nieuw box 3-stelsel. Daarbij moet volgens de Afdeling advisering rechtmatigheid voorop staan. Daarnaast spelen de uitvoerbaarheid, het ‘doenvermogen’ van belastingplichtigen, de eenvoud van het nieuwe stelsel en het behalen van een budgettaire opbrengst een belangrijke rol.

Vanwege de zwaarwegende bezwaren is het advies aan de regering om de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te bezien. De Afdeling advisering wijst op enkele mogelijke alternatieve denkrichtingen voor de vormgeving. Zij gaat in op de overgebleven ruimte voor een forfaitair box 3-stelsel en de mogelijkheid van een vermogenswinstbelasting. Zij schetst ook mogelijke denkrichtingen voor het behalen van extra budgettaire opbrengst. De Afdeling adviseert de regering deze denkrichtingen bij een nieuwe vormgeving van het box 3-stelsel te betrekken en de voor- en nadelen van de verschillende varianten tegen elkaar af te wegen.

ABN AMRO introduceert Pensioenbeleggen

Bijna de helft van de zzp’ers in Nederland heeft (te) weinig maatregelen getroffen voor zijn of haar pensioen, zo blijkt uit onderzoek. Het gebrek aan een goede pensioenopbouw is daarnaast één van de grootste zorgen van klanten van ABN AMRO. De bank wil werkenden en zzp’ers helpen om meer grip te krijgen op hun oude dag. Daarom kunnen nieuwe en bestaande klanten sinds november naast sparen ook beleggen voor (extra) pensioenopbouw. Dit biedt werkenden en zzp’ers een flexibele en fiscaal voordelige manier om te bouwen aan hun financiële toekomst. 

Het maximale bedrag dat je jaarlijks met belastingvoordeel mag gebruiken voor extra pensioenopbouw is met de ingang van de nieuwe Pensioenwet in 2023 toegenomen.

Nieuwe en bestaande klanten van ABN AMRO kunnen met Pensioenbeleggen vermogen opbouwen voor later. Zij kunnen gespreid beleggen op basis van vijf modelportefeuilles: van defensieve naar zeer offensieve portefeuilles. Alle portefeuilles hanteren de minimaal vereiste scores voor milieu, maatschappij en bestuur (ESG-compliance) in hun beleggingsbeleid. Beginnen met Pensioenbeleggen van ABN AMRO kan eenvoudig online.

maandag 2 december 2024

Steeds meer consumenten lenen voor auto

Uit marktonderzoek over leendoelen van Becam blijkt dat de auto het populairste leendoel is. Het aantal consumenten dat leent voor de aankoop van een auto is in 2024 met bijna 10% gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Daarnaast zijn er ook andere interessante stijgingen en dalingen in de leendoelen.

Uit het marktonderzoek van Becam blijkt dat de persoonlijke lening steeds vaker wordt ingezet voor de aanschaf van een auto.

 Het gefinancierde bedrag voor een auto daalde in 2024 met ruim €400 euro naar €19.025. Ook daalde het gemiddelde leningbedrag. Volgens Uppelschoten is hier een logische verklaring voor: 'Opvallend is het dalende leningbedrag niet want met name de prijzen van auto’s van occasions dalen mee in 2024’ laat Uppelschoten weten.

Het leendoel woningverbetering heeft in de eerste tien maanden van 2024 een lichte daling van 0,5% laten zien ten opzichte van vorig jaar. Toch springt het gemiddelde leenbedrag eruit. Dat steeg namelijk met maar liefst 7,5% naar gemiddeld €24.551.

Volgens Uppelschoten is de daling in aanvragen deels te verklaren door de opmars van energiebespaarleningen via het Nationaal Warmtefonds. Het Warmtefonds biedt consumenten tot 75 jaar met een gezamenlijk inkomen tot 60.000 de mogelijkheid om tegen 0 procent rente tot 28.000 euro te lenen voor verduurzaming. Dit maakt het voor veel huishoudens aantrekkelijker om via hen te lenen bij het verduurzamen van de woning.

Een andere opvallende trend is de toename van leningaanvragen door expats en arbeidsmigranten. In 2023 stegen deze aanvragen met 27,4%. Dit jaar zette deze stijging zich door met een groei van 18,3% in de eerste tien maanden.