Meer spaarders, maar ook meer zorgen over spaarbuffer
Meer Nederlanders zijn dit jaar gaan sparen: 94 procent tegenover 90 procent in 2023 spaart of zet weleens geld opzij. Ook hebben de spaarders een grotere spaarbuffer. Waar vorig jaar 47 procent van de ondervraagden een spaarbuffer van meer dan 3.000 euro had op hun spaarrekening, geldt dit nu voor ruim de helft (53%).
Daarnaast stellen ze hogere eisen aan hun spaarbuffer. Drie maanden inkomen is voor slechts 57 procent voldoende, versus 63 procent vorig jaar. Nog een opvallende uitkomst is de aanzienlijke daling in het percentage mensen dat spaart voor de kinderen: van 36% vorig jaar naar 30 procent nu. Dit blijkt uit het jaarlijkse ING Spaaronderzoek.
In het onderzoek is onder andere gekeken naar het spaargedrag van iets meer dan duizend Nederlanders. Ook is hun houding en kennis ten opzichte van sparen onderzocht. Een opvallende uitkomst is dat ruim de helft van de spaarders – mensen die 10% of meer van hun inkomen sparen - zich weleens zorgen maakt over hun spaarbuffer, vooral door mogelijke financiële tegenvallers en onvoorziene uitgaven. Iemand met meer dan drie maanden inkomen op zijn of haar spaarrekening heeft een gezonde spaarbuffer, al denken steeds meer ondervraagden daar anders over.
Iets minder dan de helft van de spaarders heeft een duidelijk spaardoel. Onverwachtse uitgaven, een gevoel van veiligheid en vakanties zijn de top-3 zaken waarvoor de meeste ondervraagden sparen. De belangrijkste persoon voor wie men spaart is vooral zichzelf (85%). Gevolgd door hun partner (32%) en kinderen (30%). Het percentage mensen dat spaart voor een kind vertoont een significante daling in vergelijking met de 36% van vorig jaar.
Nederlanders kijken gunstig aan tegen sparen: 75 procent is in 2024 positief over sparen versus 69 procent vorig jaar. Maar een derde vindt sparen moeilijk en een vijfde zelfs frustrerend. Een grote meerderheid (85%) vindt het belangrijk om inkomsten en uitgaven goed te volgen. De meeste spaarders checken hun saldo wekelijks of maandelijks. Net als vorig jaar slaagt driekwart van de spaarders erin om het spaargeld niet eerder uit te geven dan gepland. Al heeft ook een aanzienlijk deel (20%) hier moeite mee.
Gekeken naar het spaargedrag, blijkt actief zelf inleggen de bekendste manier. Gevolgd door periodiek of automatisch inleggen en het spaardeposito. Het percentage spaarders dat zelf inlegt is toegenomen van 34% naar 43%, waardoor zij dit nu vaker doen dan automatisch inleggen (34%). Vorig jaar was dit andersom. Ook opvallend is dat duurzaam of groen sparen in bekendheid is gestegen van 34% naar 40%. Verder is automatisch inleggen van wisselgeld een opvallend populaire manier van sparen: 46% van de Nederlanders is hier bekend mee. 10% van de spaarders maakt hier gebruik van en 18% van de mensen die een duidelijk spaardoel hebben, gebruikt dit zelfs dagelijks. De ondervraagden sparen het liefst alleen maar bij de huisbank, al is dit aantal afgenomen ten opzichte van vorig jaar (van 68% naar 62%).
Bijna een derde van de spaarders (31%) spaart voor verduurzaming, zoals het upgraden van de woning met energiebesparende maatregelen, of het aanschaffen van een elektrische auto. Spaarders die hebben aangegeven dat ze sparen voor duurzaamheid, vinden apparatuur met een duurzaam energielabel belangrijker geworden (van 29% naar 42%), terwijl het aantal mensen dat spaart voor zonnepanelen juist is gedaald (van 41% naar 32%). Kostenbesparing is de belangrijkste reden om te sparen voor verduurzaming (71%), meer nog dan het milieu (48%). De aantrekkelijkheid van ‘groen sparen’ is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar (35%). Ongeveer de helft van de Nederlanders vindt het belangrijk dat een bank zich op duurzaamheid richt.
Daarnaast stellen ze hogere eisen aan hun spaarbuffer. Drie maanden inkomen is voor slechts 57 procent voldoende, versus 63 procent vorig jaar. Nog een opvallende uitkomst is de aanzienlijke daling in het percentage mensen dat spaart voor de kinderen: van 36% vorig jaar naar 30 procent nu. Dit blijkt uit het jaarlijkse ING Spaaronderzoek.
In het onderzoek is onder andere gekeken naar het spaargedrag van iets meer dan duizend Nederlanders. Ook is hun houding en kennis ten opzichte van sparen onderzocht. Een opvallende uitkomst is dat ruim de helft van de spaarders – mensen die 10% of meer van hun inkomen sparen - zich weleens zorgen maakt over hun spaarbuffer, vooral door mogelijke financiële tegenvallers en onvoorziene uitgaven. Iemand met meer dan drie maanden inkomen op zijn of haar spaarrekening heeft een gezonde spaarbuffer, al denken steeds meer ondervraagden daar anders over.
Iets minder dan de helft van de spaarders heeft een duidelijk spaardoel. Onverwachtse uitgaven, een gevoel van veiligheid en vakanties zijn de top-3 zaken waarvoor de meeste ondervraagden sparen. De belangrijkste persoon voor wie men spaart is vooral zichzelf (85%). Gevolgd door hun partner (32%) en kinderen (30%). Het percentage mensen dat spaart voor een kind vertoont een significante daling in vergelijking met de 36% van vorig jaar.
Nederlanders kijken gunstig aan tegen sparen: 75 procent is in 2024 positief over sparen versus 69 procent vorig jaar. Maar een derde vindt sparen moeilijk en een vijfde zelfs frustrerend. Een grote meerderheid (85%) vindt het belangrijk om inkomsten en uitgaven goed te volgen. De meeste spaarders checken hun saldo wekelijks of maandelijks. Net als vorig jaar slaagt driekwart van de spaarders erin om het spaargeld niet eerder uit te geven dan gepland. Al heeft ook een aanzienlijk deel (20%) hier moeite mee.
Gekeken naar het spaargedrag, blijkt actief zelf inleggen de bekendste manier. Gevolgd door periodiek of automatisch inleggen en het spaardeposito. Het percentage spaarders dat zelf inlegt is toegenomen van 34% naar 43%, waardoor zij dit nu vaker doen dan automatisch inleggen (34%). Vorig jaar was dit andersom. Ook opvallend is dat duurzaam of groen sparen in bekendheid is gestegen van 34% naar 40%. Verder is automatisch inleggen van wisselgeld een opvallend populaire manier van sparen: 46% van de Nederlanders is hier bekend mee. 10% van de spaarders maakt hier gebruik van en 18% van de mensen die een duidelijk spaardoel hebben, gebruikt dit zelfs dagelijks. De ondervraagden sparen het liefst alleen maar bij de huisbank, al is dit aantal afgenomen ten opzichte van vorig jaar (van 68% naar 62%).
Bijna een derde van de spaarders (31%) spaart voor verduurzaming, zoals het upgraden van de woning met energiebesparende maatregelen, of het aanschaffen van een elektrische auto. Spaarders die hebben aangegeven dat ze sparen voor duurzaamheid, vinden apparatuur met een duurzaam energielabel belangrijker geworden (van 29% naar 42%), terwijl het aantal mensen dat spaart voor zonnepanelen juist is gedaald (van 41% naar 32%). Kostenbesparing is de belangrijkste reden om te sparen voor verduurzaming (71%), meer nog dan het milieu (48%). De aantrekkelijkheid van ‘groen sparen’ is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar (35%). Ongeveer de helft van de Nederlanders vindt het belangrijk dat een bank zich op duurzaamheid richt.
Geen opmerkingen:
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.